Dienstensector > voor opdrachtgevers
STANDAARDLASTENBOEK VERWARMING
Juni 2004
Informatie : www.leefmilieubrussel.be > ondernemingen > energie facilitator tertiaire sector:
[email protected] 0800 85 775
Waarschuwing Gebruiksaanwijzing voor dit document Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil de opdrachtgevers, studiebureaus en architecten een aantal werkmiddelen ter beschikking stellen in de vorm van checklists en referentiebestekken voor het “energieontwerp” van een nieuwbouw of een vernieuwbouw.
Met behulp van de checklists kunnen de vragen om energie-efficiëntie worden verduidelijkt tussen een opdrachtgever en zijn waarnemers, De bestekken preciseren de technische criteria die moeten worden aangewend om deze prestaties te bereiken.
Elke Opdrachtgever blijft vrij om te beslissen, met het advies van het studiebureau en/of de installateur, om de interessantste aanbevelingen die het best zijn afgestemd op zijn project al dan niet te integreren. Deze lijst van aanbevelingen is niet volledig en houdt geenszins in dat de geldende normen en reglementaire voorschriften niet moeten worden nageleefd. Met het doel energiebesparingen te promoten, zijn kopieën van uittreksels van deze tekst of kopieën van de volledige tekst gewenst. Commerciële activiteiten met betrekking tot het gebruik van de informatie die ze bevatten, blijven echter uitgesloten. Elke gebruiker van dit document moet blijk geven van waakzaamheid en aanpassingsvermogen bij het opstellen van de definitieve clausules die hem binden aan zijn waarnemer. In geen geval kunnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de opsteller van dit document aansprakelijk worden gesteld bij verkeerd of onaangepast gebruik van de clausules van dit document. De gebruiker staat in voor de uiteindelijke controle.
!!! Opgelet: De rentabiliteit van de investeringen werd berekend op basis van de energieprijzen in 2002. De raadgevingen met betrekking tot de investeringen die van toepassing waren in 2002, zijn dit dus des te meer in 2005 !!! Initiatief Ministerie van het Waals Gewest DGTRE Direction Générale des Technologies, de la Recherche et de l'Energie. Avenue Prince de Liège, 7 5100 Jambes
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
Uitvoering Architecture et Climat – UCL Place du Levant, 1 1348 Louvain La Neuve Contact Tel.: 010 47 21 42 Fax: 010 47 21 50 E-mail:
[email protected] Internetsite: www-climat.arch.ucl.ac.be
versie juni 2004- p.2
DE
e
nergie+ - B E S T E K K E N
De huidige verzameling referentiedocumenten voor het ontwerpen en renoveren van een gebouw van de tertiaire sector bestaat uit:
►
Didactische synthese Energieontwerp van een tertiair gebouw
►
Voor de Opdrachtgever Checklists energie:
- van programmering tot oplevering -
Verwarmingsinstallatie Installatie voor sanitair warm water Verlichtingsinstallatie Installatie van hygiënische ventilatie Koelinstallatie Installatie van een groot warmwatersysteem op zonne-energie (in voorbereiding)
Warmtekrachtkoppelingsinstallatie
(haalbaarheidsstudie)
(in
voorbereiding)
►
Voor de Studiebureaus en Installateurs Bestekken energie: Verwarmingsinstallatie Installatie voor sanitair warm water Verlichtingsinstallatie HVAC-installatie (verwarming, koeling, ventilatie) Installatie van een groot warmwatersysteem op zonne-energie (in voorbereiding)
Deze documenten kunnen worden gedownload op de webstek van het BIM www.ibgebim.be
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.3
Investeren in energie vandaag? 1. Met een energie-efficiënt gebouw verbindt men zich tot een bewuste aanpak om milieuvriendelijk te handelen en de broeikasgasemissies te verminderen. De eventuele “meerprijs” voor een efficiënter gebouw is gewoonlijk laag vergeleken met de bouw- of renovatiekosten van het gebouw. 2. Het ontwerp van een gebouw en de installaties ervan heeft een invloed op de exploitatiekosten tijdens de hele levensduur van het gebouw en de installaties, dus gedurende 20, 30 of 40 jaar.
3. De structurele trend van de energiekosten over 20 of 30 jaar gaat in stijgende lijn! In dit document werd de rendabiliteit berekend voor een brandstofkostprijs van 0,3 €/liter diesel of 0,3 €/m³ aardgas, en voor een kostprijs voor elektriciteit van 0,11 €/ kWh tijdens de piekuren, 0,065 € tijdens de daluren en 0,087 € voor doorlopende gebruik. Bij een stijging van de energieprijzen zal het belang van de aanbevelingen dan ook toenemen.
4. Onder de impuls van de Europese Unie zullen alle gebouwen binnen de 10 jaar worden onderworpen aan reglementaire verplichtingen op het vlak van de energieprestaties. Op het moment van de bouw of de renovatie zal het gemakkelijker en minder duur zijn om de energie-efficiëntie te verbeteren.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.4
Doel van het document Het doel van deze tekst is een concrete hulp te bieden aan de Opdrachtgevers die het toekomstige energiegebruik van een gebouw dat ze laten bouwen of renoveren tot een minimum willen beperken, zonder toegevingen op het vlak van het comfort van de gebruikers. Een praktische checklist vermeldt de energiecriteria die in detail zijn uitgewerkt in de Bestekken die bestemd zijn voor de studiebureaus (“Energiebestek van een verwarmingsinstallatie”, dat kan worden gedownload op www.ibgebim.be ). Dit document geeft aanbevelingen voor 4 opeenvolgende stadia van de bouw/vernieuwbouw:
Programmering
Voorontwerp
Ontwerp
Oplevering
o de keuzes die moeten worden gemaakt met betrekking tot het systeem Bijvoorbeeld: Vloerverwarming of verwarming met radiatoren?
o Het type van installatie dat moet worden gekozen: type van verwarmingsketel, dikte van de isolatie, …
o de afmetingen van de installaties o de vragen die moeten worden gesteld aan het studiebureau of de installateur (bijvoorbeeld: zou warmtekrachtkoppeling interessant zijn voor het project?). Indien de Opdrachtgever een beroep doet op een studiebureau, vindt hij in de bijlage deze vragen geformuleerd in de vorm van artikelen voor bestekken die in de tussen hen gesloten overeenkomst kunnen worden opgenomen.
Twee voorschriftenniveaus Om weerwerk te bieden tegen de klimaatveranderingen in ons milieu zijn alle energiemaatregelen welkom, en verdienen ze te worden geïntegreerd in een bouwproject. Maar om prioriteiten vast te leggen tussen deze voorschriften, omvat het document twee types van clausules: Eisen waaraan alle verwarmingsinstallaties moeten voldoen om een minimale energie-efficiëntie te garanderen.
[ EIS ]
De ontwerper en de opdrachtgever dienen er op toe te zien dat deze zeer efficiënte maatregelen niet achterwege worden gelaten om het investeringsbudget lichter te maken. De eventuele meerprijs wordt gewoonlijk binnen de 5 jaar terugverdiend door de besparingen die worden gegenereerd. [ ADVIES ]
Aanbevelingen die de energie-efficiëntie van de installatie nog verbeteren, en dus ook de milieu-impact van het project. Het studiebureau of de installateur moeten, in de specifieke situatie van het project, de verplichtingen en het energiebelang van deze aanbevelingen beoordelen om de Opdrachtgever te helpen bij het nemen van zijn beslissing.
Gecursiveerde opmerkingen begeleiden en/of rechtvaardigen deze voorschriften. Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.5
Inhoud Programmering Definitie van het verwachte comfort Keuze van de energievector
Voorontwerp Organisatie van de vertrekken Keuze van de systemen Kenmerken van de installaties
Ontwerp Dimensionering van de installaties Keuze van de installaties
Oplevering Oplevering van de werken Werking van de installatie
BIJLAGE
Pagina 7 Pagina 7 Pagina 7
Pagina 9 Pagina 9 Pagina 10 Pagina 11
Pagina 13 Pagina 13 Pagina 14
Pagina 17 Pagina 17 Pagina 17
Pagina 18
Artikelen die moeten worden ingevoegd in het bestek van de tussen de opdrachtgever en het studiebureau gesloten overeenkomst
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.6
Programmering
DEFINITIE VAN HET VERWACHTE COMFORT [ ADVIES ]
Ontwerpen van de verwarmingsinstallaties voor een temperatuur van 20°C in de vertrekken. Deze temperatuur volstaat voor comfort in moderne vertrekken die zijn uitgerust met dubbel glas.
KEUZE VAN DE ENERGIEVECTOR A. VOORWOORD: ALTERNATIEVEN [ ADVIES ]
Overwegen van warmtekrachtkoppeling (elektriciteit + warmte) door een voorafgaande haalbaarheidsstudie te vragen: - indien de behoefte aan warmte groot en vrij constant is: Ziekenhuizen, rusthuizen, stadsverwarming, … - en vooral indien het verbruik hoger is dan het equivalent van 100.000 liter stookolie of m³ gas per jaar. Het principe van de warmtekrachtkoppeling bestaat erin dat plaatselijk elektriciteit wordt geproduceerd, en dat tegelijk de warmte wordt gerecupereerd (in de uitlaatgassen van de generator, in het koelwater en in de smeerolie) om sanitair warm water of om het even welk type van verwarming te produceren. Het belang ervan ligt in het hogere energierendement dat wordt verkregen, vergeleken met een equivalente afzonderlijke productie van elektriciteit en warmte. Zie artikel 1 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.7
Programmering B. KEUZE TUSSEN AARDGAS, STOOKOLIE EN ELEKTRICITEIT [ ADVIES ]
Uit de vergelijking van de milieu-impact van de energiebronnen komen de volgende keuzecriteria naar voor:
- op basis van de emissies die verband houden met de verbranding, wordt
aardgas aanbevolen. Om strategische redenen of met het oog op een zekere bevoorrading kan de installatie van gemengde branders “aardgas + stookolie” worden overwogen.
- het gebruik van elektriciteit als verwarmingsenergie door het Joule-effect (directe of accumulatieverwarming) wordt beperkt tot gedecentraliseerde of in de tijd beperkte aanvullingen, waarvan het verbruik als volstrekt marginaal wordt beschouwd. - aan de andere kant kan elektriciteit nuttig worden toegepast in een warmtepomp, meer bepaald wanneer er in het gebouw warmtebronnen bestaan die gerecupereerd kunnen worden (warmte van een computerlokaal, vochtige lucht van een zwembad, lucht uit kantoorruimtes, …). Op dit moment is aardgas de brandstof waarvan de verbranding de minste lokale impact heeft op het leefmilieu. Indien prioriteit wordt gegeven aan de rendabiliteit van de investering, was stookolie de laatste jaren gemiddeld minder duur dan gas. De elektrische verwarmingssystemen hebben een gemiddeld rendement van slechts 40 %: dat van de elektrische centrales. Vandaag is elektrische verwarming bovendien dubbel zo duur als verwarming met gas of stookolie. Gelet op het huidige park van elektriciteitscentrales worden elektrische verwarmingssystemen dus best vermeden.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.8
Voorontwerp
Opmerking: Sommige criteria of installaties worden vermeld in dit stadium, ook als ze geen invloed hebben op de organisatie van de vertrekken en/of de netwerken, opdat hun kostprijs al heel vroeg in aanmerking zou kunnen worden genomen in de ramingen die de evolutie van een project kracht bijzetten.
ORGANISATIE VAN DE VERTREKKEN [ EIS ]
Ontwerpen van homogene zones. Groeperen van de vertrekken met uurrooster voor gebruik, beheer (afhankelijk van de oriëntatie), type van verwarmingslichaam of gebruiker (eigenaar of huurder) die identiek zijn. Elke zone die zo wordt gevormd, beschikt over zijn eigen verwarmingscircuit en een afzonderlijk regelsysteem. Men dient te vermijden dat het systeem moet werken voor het hele gebouw wanneer slechts één zone verwarming nodig heeft. Voorbeelden: Bibliotheek die op zondag open is, vergaderzaal die ’s avonds wordt gebruikt, vertrekken aan de noord- of de zuidkant, ... Voorbeeld van indeling in zones van een school:
STOOKPLAATS
Klaslokalen aan de zuidkant Klaslokalen aan de noordkant Lokalen voor buitenschoolse activiteiten Werkplaatsen
Sportzalen
Refter/keuken
Internaat Administratieve kantoren Eerstehulppost
[ ADVIES ]
Kiezen van een plaats voor de verwarming die de lengte van de leidingen beperkt In het ideale geval wordt een centrale positie gekozen voor de gecentraliseerde productie, voor een zo kort mogelijk distributienet, om het verbruik van de
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.9
Voorontwerp circulatiepompen te beperken. Maar de behoefte aan verbrandingslucht houdt vaak in dat een laterale positie vereist is… Zie artikel 3 voor het bestek in de bijlage.
KEUZE VAN DE SYSTEMEN A. GECENTRALISEERDE PRODUCTIE / SPECIFIEKE PRODUCTIE [ ADVIES ]
Een specifiek verwarmingssysteem moet worden overwogen (op zichzelf staande gasconvectoren, op zichzelf staande verwarmingsketel) indien een gedeelte van het gebouw verwarmd moet worden buiten de gebruiksuren van de rest van het gebouw (conciërgewoning, wachthuis, ….).
B. HOEVEEL VERWARMINGSKETELS? [ EIS ]
Zich beperken tot één verwarmingsketel behalve indien - een zekerheid van voorziening absoluut noodzakelijk is in het geval van een defect aan een verwarmingsketel, - de afmetingen van de verwarmingsketel een verdeling van het vermogen vereisen, - verwarming nodig is buiten het verwarmingsseizoen (sanitair warm water bijvoorbeeld). Met de huidige verwarmingsketels kan geen energie worden bespaard door het vermogen te verdelen over verschillende verwarmingsketels, wat bovendien een grotere investering zou vereisen.
C. KEUZE VAN VERWARMINGSLICHAMEN [ EIS ]
Kiezen voor stralers die werken op lage temperatuur (groot bemeten radiatoren, heteluchtverwarming, vloerverwarming voor sommige toepassingen, …) De prestatie van de warmteproductie houdt verband met de lage temperatuur van het water dat wordt teruggevoerd naar de verwarmingsketel, vooral in het geval van een condensatieketel. Men dient dan een verwarmingssysteem te kiezen met een grote oppervlakte voor uitwisseling met de omgevingslucht.
[ ADVIES ]
Als warmtestralers vormen de radiatoren een goede keuze in gebouwen zonder airconditioning (woningen, scholen, …). Ze vormen een goed compromis tussen comfort en energie-efficiëntie.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.10
Voorontwerp KENMERKEN VAN DE INSTALLATIES A. PRODUCTIE VAN WARM WATER [ EIS ]
Indien gas wordt gebruikt, moet ten minste één condensatieketel worden gekozen.
Stookwaarde 100%
Dit zijn de meest performante ketels op de markt. Ze zorgen voor een verbruik dat 6 tot 9 % lager ligt dan dat van de beste traditionele gasketels. Bovendien compenseren de premies vaak de investeringsmeerprijs vergeleken met de andere ketels.
De beslissing om ten minste één condensatieketel te installeren, moet vroeg worden genomen, aangezien deze keuze gevolgen heeft voor het ontwerp van het hydraulisch netwerk.
Traditionele hoogrendementsketel
Condensatieketel
Verlies door verdamping, aanzienlijk verlies aan de schoorsteen en verlies naar de lucht Nuttige energie geleverd aan het water
[ EIS ]
De nodige middelen (tijd/geld) moeten worden gewijd aan de studie van het hydraulisch netwerk dat wordt aangesloten op een condensatieketel De ontwerper moet worden gevraagd het hydraulisch netwerk dat wordt aangesloten op de condensatieketel aandachtig te bestuderen, met het oog op een maximale condensatie. Het water van de verwarmingslichamen moet zo koud mogelijk naar de ketel gaan omdat er anders geen condensatie plaatsvindt en het rendement van de ketel daalt tot dat van een traditionele ketel. Zie artikel 4 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.11
Voorontwerp B. DISTRIBUTIE VAN WARM WATER [ EIS ]
Tijdens de voordimensionering en voor de kostenramingen moet rekening worden gehouden met een ruime dimensionering: - van de leidingen (minder krachtige pompen), - van de radiatoren (verwarming bij lage temperatuur), - van de isolatie van de leidingen (beperkt verlies).
C. REGELING [ EIS ]
De studie van de post regeling mag niet over het hoofd worden gezien: de nodige middelen moeten worden gewijd aan de studie van het systeem en aan de investering in een efficiënte regelinstallatie. Het is de regeling die het toekomstige verbruik het meest zal beïnvloeden. Zie artikel 5 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Indien de vertrekken niet doorlopend in gebruik zijn, moet voor elke zone (max. 2500 m²) een regelsysteem worden voorzien dat het mogelijk maakt: - de verwarming uit te schakelen wanneer de vertrekken niet worden gebruikt (’s nachts, tijdens de weekends), waarbij toch een minimumtemperatuur wordt behouden in de vertrekken, - de automatische inschakeling ’s morgens optimaal te regelen, afhankelijk van de buitentemperatuur en de binnentemperatuur, - in de vertrekken die buiten de normale werkuren worden gebruikt, een afwijking te voorzien (starten van het circuit buiten de gebruiksuren), waarbij een automatische terugkeer naar de modus “uit” moet worden voorzien, zonder het risico dat dit wordt vergeten. Men dient te vermijden dat de installatie werkt in een zone waarvan de vertrekken leeg staan. De opdrachtgever moet de ontwerper precies meedelen op welke plaatsen hij toegang wil hebben tot de knop voor afwijking.
D. FOLLOW-UP VAN HET VERBRUIK [ EIS ]
Voorzien van een systeem voor meting van het brandstofverbruik van de verwarmingsinstallatie indien de oppervlakte die ze verwarmt groter is dan 400 m². Door het verbruik te controleren, kan men eventuele afwijkingen in het verbruik vaststellen.
[ ADVIES ]
Indien de installatie zones van het gebouw kan bedienen die worden gebruikt door verschillende eigenaars of huurders, moet elk van deze zones worden uitgerust met een integrator waarmee men zijn eigen verbruik kan controleren. Om de eigenaars en de huurders te motiveren, is het belangrijk dat ze het exacte bedrag voor hun verbruik betalen, zodat hun inspanningen om te bezuinigen worden beloond.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.12
Ontwerp
DIMENSIONERING VAN DE INSTALLATIES A.
VERWARMINGSKETELS
[ EIS ]
Overdimensionering vermijden De keuze van het vermogen van de verwarmingsketels moet het resultaat zijn van een berekening van het warmteverlies van het gebouw. Het is uitgesloten dat het te installeren vermogen wordt bepaald op basis van empirische methodes die gebaseerd zijn op een optelling van het vermogen van de verwarmingslichamen, op de vermogensratio’s in functie van de te verwarmen volumes of oppervlaktes of, bij renovaties, op het vermogen van de oude verwarmingsketels. Dit zou kunnen leiden tot een onnodige en kostelijke overdimensionering. Zie artikel 6 voor het bestek in de bijlage.
B.
LEIDINGEN
[ EIS ]
Een circuit per zone. Elke zone van het gebouw die een ander gebruik heeft, een andere richttemperatuur, andere verwarmingslichamen of huurders, moet kunnen beschikken over een eigen en afzonderlijk regelbaar verwarmingslichaam. Men dient te vermijden dat het systeem moet werken voor het hele gebouw wanneer slechts één zone verwarming nodig heeft. Voorbeelden: bibliotheek die op zondag open is, vergaderzaal die ’s avonds wordt gebruikt, vertrekken aan de noord- of zuidkant, ...
[ EIS ]
Ontwerpen van een distributienetwerk dat het verbruik van de circulatiepompen beperkt: rechtlijnige circuits, zo weinig mogelijk bochten, … Zie artikel 3 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
De leidingen voldoende ruim dimensioneren om het verbruik van de circulatiepompen te beperken. Zie artikel 7 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.13
Ontwerp C.
CIRCULATIEPOMPEN
[ EIS ]
D.
Overdimensionering van de circulatiepompen vermijden. In orde van grootte: het elektrisch vermogen dat wordt opgenomen door alle circulatiepompen samen, moet een duizendste zijn van het nuttige vermogen van de verwarmingsketels. Een overschrijding van 2 duizendste kan wijzen op een energieverslindende installatie.
RADIATOREN
[ EIS ]
Lichte overdimensionering van de radiatoren. Deze maatregel maakt het mogelijk de watertemperatuur te verminderen en zo het rendement van de ketels te verbeteren, vooral in het geval van condensatieketels. Zie artikel 8 voor het bestek in de bijlage.
KEUZE VAN DE INSTALLATIES A.
PRODUCTIE VAN WARM WATER
[ EIS ]
Indien geen condensatieketels geïnstalleerd worden, moeten de traditionele “atmosferische” gasketels vermeden worden (brander zonder ventilator of luchttoevoer zonder afsluitklep) en moet de voorkeur worden gegeven aan ketels (op stookolie of gas) die uitgerust zijn met een brander met aangeblazen luchttoevoer. De atmosferische branders hebben een slechter rendement dan alle andere ketels: verlies van 9 tot 14 % vergeleken met de condensatieketels en van 3 tot 5 % vergeleken met de gas- of stookolieketels met een brander met aangeblazen luchttoevoer, door de permanente koeling van hun brandhaard en een slechter verbrandingsrendement.
[ EIS ]
Ketels met een permanente waakvlam weigeren (voor de kleine ketels)
► Keuze van het type van brander [ EIS ]
Keuze van het type van brander: voor een traditionele verwarmingsketel, kies minimum: - indien het vermogen > 70 kW: een brander met 2 snelheden, - indien het vermogen > 1.000 kW: een modulerende brander. Vermijd “alles of niets”-branders, behalve voor een traditionele verwarmingsketel die in cascade is geschakeld met een condensatieketel met modulerende brander.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.14
Ontwerp
Deze keuze vermindert de verontreinigende uitstoot en verhoogt het gemiddelde verbrandingsrendement.
[ ADVIES ]
Voor een condensatieketel kiest u bij voorkeur een modulerende brander met een zo ruim mogelijk vermogensbereik (idealiter van 10 tot 100 %). Het vermogen is dan (bijna) altijd aangepast aan de behoeften, en tegelijk wordt de kwaliteit van de verbranding constant gehouden.
B.
DISTRIBUTIE
[ EIS ]
De leidingen voldoende isoleren. Er moet een correcte isolatie van de leidingen worden voorzien, met inbegrip van de bochtstukken en de kranen, evenals van de pompen indien de fabrikant ervan een aangepaste isolerende schaal aanbiedt. Grootteorde: de dikte van de isolatie die moet worden voorzien, is gelijk aan de diameter van de leiding. Isolatie is altijd heel rendabel: door de energiebesparingen die ze oplevert, kan ze in enkele jaren tijd worden terugverdiend. Zie artikel 9 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Circulatiepompen met variabele snelheid kiezen De aanpassing van de snelheid moet ingesteld worden bij de oplevering zodat ze het nominaal berekende debiet leveren. Deze pompen maken een nauwkeurige afstelling mogelijk van de werkingssnelheid en een regeling van deze snelheid in functie van de behoeften. De meerprijs wordt snel terugverdiend door de vermindering van het elektriciteitsverbruik, vooral wanneer de installatie uitgerust is met thermostatische kranen.
[ EIS ]
Inregelventielen voorzien vooraan op de “aftakkingen” van een circuit en op elk verwarmingslichaam. De inregelventielen zijn nodig om de debieten tussen de verschillende aftakkingen van het circuit correct te verdelen en zo het comfort te garanderen. Ze vormen ook het beste middel om het debiet te meten dat echt circuleert in de installatie en dat een correcte afstelling toelaat van de manometrische referentiehoogte van de circulatiepompen met variabele snelheid. Aan de hand van deze aanpassing kan onnodig overmatig verbruik worden vermeden. Zie artikelen 10 en 11 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.15
Ontwerp C.
REGELING
[ EIS ]
Een automatisch regelsysteem moet worden voorzien, afhankelijk van de binnentemperatuur: - Ten minste in de vertrekken die minder verwarmd moeten zijn dan de andere vertrekken op hetzelfde circuit (grotere interne warmtewinsten, lagere richttemperatuur, …) - bij voorkeur in alle vertrekken. Deze voorziening kan bijvoorbeeld een thermostatische kraan zijn, een zoneventiel met kamerthermostaat, … Deze afstelling maakt het mogelijk overmatige verwarming en dus lokaal overmatig verbruik te vermijden.
[ EIS ]
Eenvoudige regelsystemen kiezen Deze stellen de beheerder in staat de installatie gemakkelijk te begrijpen en te bedienen.
D.
FOLLOW-UP VAN HET VERBRUIK
[ ADVIES ]
De stookoliebranders uitrusten met een voorziening die het mogelijk maakt het verbruik te volgen: - Ofwel (een) meter(s) voor de bedrijfsuren (een per snelheid), - Ofwel van (een) volumetrische meter(s) voor de stookolie, die op de verstuiverlijn wordt geplaatst.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.16
Oplevering
OPLEVERING VAN DE WERKEN [ EIS ]
Bij de oplevering van de installatie moet het volgende voorzien zijn: - een beschrijvend technisch dossier (plannen, schema’s, gebruiksaanwijzing van de toestellen), - gebruiksrichtlijnen die verstaanbaar zijn voor mensen die niet in deze materie gespecialiseerd zijn, - regelparameters, - onderhoudsinstructies (die met name de garantievoorwaarden preciseren).
[ EIS ]
Vóór de definitieve oplevering van de installatie moet worden nagegaan of de regeling goed werkt:
- Zijn er zones waar het te koud is? Zones waar het te warm is? - Is de installatie uitgeschakeld in de verschillende zones wanneer deze
niet worden gebruikt of wanneer er geen verwarming nodig is? Het kan interessant zijn het gebouw eens binnen te lopen op een avond, in een weekend, tijdens een week vakantie, … - Springt de installatie niet te vroeg aan? - …
WERKING VAN DE INSTALLATIE [ ADVIES ]
Voor een lid van het technisch personeel moet een opleiding door de onderneming van het regelsysteem worden gefinancierd. Deze opleiding wordt “in situ” gegeven door een geschoolde opleider met pedagogische vaardigheden. De opleiding omvat: - het leren aflezen en parametreren van de lokale en centrale regelaars, - praktische oefeningen, simulaties en antwoorden op de verschillende vragen die worden gesteld. Deze opleiding wordt in zijn geheel samengevat in een syllabus die kan worden gebruikt als handleiding voor de installaties (en die niet zomaar een fotokopie is van de technische handleidingen van de installaties). Het verschil in verbruik tussen een goed en een slecht afgestelde installatie kan oplopen tot 30 % van de jaarlijkse brandstoffactuur.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.17
BIJLAGE Artikelen die moeten worden ingevoegd in het bestek van de tussen de opdrachtgever en het studiebureau (SB) gesloten overeenkomst
Artikel 1.
Het SB onderzoekt of het zin heeft een degelijke installatie voor warmtekrachtkoppeling te plaatsen, wat kan worden gedefinieerd als de gecombineerde productie van warmte en elektriciteit die een besparing oplevert van 10 % tot 20 % van de CO2-uitstoot vergeleken met de afzonderlijke productie van dezelfde hoeveelheden warmte en elektriciteit in moderne referentie-installaties. De beoordeling van de rendabiliteit van de installaties moet rekening houden met - een dimensionering in functie van de warmtebehoefte van het gebouw, - het huidige of voorziene verbruik van verwarming en elektriciteit, - eventueel bestaande installaties, die moeten worden vervangen of aangepast, - groene certificaten, - de bedrijfsuren van het gebouw.
Artikel 2.
Het SB onderzoekt de mogelijkheid om gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen zoals hout.
Artikel 3.
Het SB onderzoekt het ontwerp van het distributienetwerk en de plaats van de gecentraliseerde warmteproductie, met het doel het vermogen van de (circulatie)pompen te beperken. Dit betekent dat het verlies wordt beperkt met behulp van zo kort mogelijke rechte leidingen die de vloeistof vervoeren tegen een lage snelheid.
Artikel 4.
Indien een of meer condensatieketels voorzien zijn, bestudeert het SB het hydraulische circuit en de keuze van temperatuurstelsels van de warmteverbruikers om minimale temperaturen voor het retourwater te garanderen. Directe recyclage van warm water vanuit de ketel naar de dampcondensator moet worden vermeden. De vermenging van warm retourwater van gebruikers die sterk verschillende richttemperaturen vragen voor het water (radiatorcircuits langs verschillende gevels, circuits van radiatoren en vloerverwarming, circuits met productie van sanitair warm water) moet worden vermeden.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.18
Artikel 5.
Het SB besteedt een bijzondere aandacht aan het onderzoek van het regelsysteem. Het beschrijft precies en in “gewone” taal de logica van de afstelling van de installatie, zoals het deze ontwerpt voor de toekomstige exploitant.
Artikel 6.
De dimensionering van de verwarmingsketels gebeurt op basis van de berekening van het warmteverlies van het gebouw, rekening houdend met de regels die zijn opgenomen in artikel 1.2 van het “Energiebestek van een verwarmingsinstallatie”.
Artikel 7.
Bij de dimensionering van de distributieleidingen wordt rekening gehouden met de regels die zijn opgenomen in artikel 2.1 van het “Energiebestek van een verwarmingsinstallatie”.
Artikel 8.
De dimensionering van de verwarmingslichamen gebeurt op basis van een maximale retourtemperatuur van 60°C.
Artikel 9.
De distributieleidingen van het verwarmingswater die buiten of in onverwarmde lokalen liggen, zijn uitgerust met een isolatielaag waarvan de dikte voldoet aan de vereisten van de norm NBN D30-041.
Artikel 10. Elk verwarmingslichaam moet worden uitgerust met een hydraulische inregeling.
Artikel 11. Wanneer een circulator of een pomp een circuit bedient dat bestaat uit verschillende aftakkingen, moet elk van deze aftakkingen een hydraulische inregeling omvatten. Voorafgaand aan de installatie moet het SB de regelstand bepalen door een berekening te maken. Na deze afstelling moet ten minste een hydraulische inregeling volledig worden opengezet.
Checklist voor de opdrachtgever Verwarmingsinstallatie
versie juni 2004- p.19
Alle informatie over energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op www.ibgebim.be (publicaties, facilitatoren, technische hulpmiddelen, actualiteit, studiedagen, financiële steun, opleiding tot energieverantwoordelijke, …)
Toegang tot deze informatie via het luik “ondernemingen”, thema “energie” – “REG”