Dienstensector > voor opdrachtgevers
STANDAARDLASTENBOEK AIR-CONDITIONING
Juni 2004
Informatie : www.leefmilieubrussel.be > ondernemingen > energie facilitator tertiaire sector:
[email protected] 0800 85 775
Waarschuwing Gebruiksaanwijzing voor dit document Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil de opdrachtgevers, studiebureaus en architecten een aantal werkmiddelen ter beschikking stellen in de vorm van checklists en referentiebestekken voor het “energieontwerp” van een nieuwbouw of een vernieuwbouw.
Met behulp van de checklists kunnen de vragen om energie-efficiëntie worden verduidelijkt tussen een opdrachtgever en zijn waarnemers. De bestekken preciseren de technische criteria die moeten worden aangewend om deze prestaties te bereiken.
Elke Opdrachtgever blijft vrij om te beslissen, met het advies van het studiebureau en/of de installateur, om de interessantste aanbevelingen die het best zijn afgestemd op zijn project al dan niet te integreren. Deze lijst van aanbevelingen is niet volledig en houdt geenszins in dat de geldende normen en reglementaire voorschriften niet moeten worden nageleefd. Met het doel energiebesparingen te promoten, zijn kopieën van uittreksels van deze tekst of kopieën van de volledige tekst gewenst. Commerciële activiteiten met betrekking tot het gebruik van de informatie die ze bevatten, blijven echter uitgesloten. Elke gebruiker van dit document moet blijk geven van waakzaamheid en aanpassingsvermogen bij het opstellen van de definitieve clausules die hem binden aan zijn waarnemer. In geen geval kunnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de opsteller van dit document aansprakelijk worden gesteld bij verkeerd of onaangepast gebruik van de clausules van dit document. De gebruiker staat in voor de uiteindelijke controle.
!!! Opgelet: De rentabiliteit van de investeringen werd berekend op basis van de energieprijzen in 2002. De raadgevingen met betrekking tot de investeringen die van toepassing waren in 2002, zijn dit dus des te meer in 2005 !!! Initiatief Ministerie van het Waalse Gewest DGTRE Direction Générale des Technologies, de la Recherche et de l'Energie. Avenue Prince de Liège, 7 5100 Jambes
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
Uitvoering Architecture et Climat – UCL Place du Levant, 1 1348 Louvain La Neuve Contact Tel.: 010 47 21 42 Fax: 010 47 21 50 E-mail:
[email protected] Internetsite: www-climat.arch.ucl.ac.be
versie juni 2004 - p.2
DE
e
nergie+ - B E S T E K K E N
De huidige verzameling referentiedocumenten voor het ontwerpen en renoveren van een gebouw van de tertiaire sector bestaat uit: ►
Didactische synthese Energieontwerp van een tertiair gebouw
►
Voor de Opdrachtgever Checklists energie:
- van programmering tot oplevering -
Verwarmingsinstallatie Installatie voor sanitair warm water Verlichtingsinstallatie Installatie van hygiënische ventilatie Koelinstallatie Installatie van een groot warmwatersysteem op zonne-energie (in voorbereiding)
Warmtekrachtkoppelingsinstallatie
(haalbaarheidsstudie)
(in
voorbereiding)
►
Voor de Studiebureaus en Installateurs Energiebestekken: Verwarmingsinstallatie Installatie voor sanitair warm water Verlichtingsinstallatie HVAC-installatie (verwarming, koeling, ventilatie) Installatie van een groot warmwatersysteem op zonne-energie (in voorbereiding) Deze documenten kunnen worden gedownload op de webstek van het BIM www.ibgebim.be
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.3
Investeren in energie vandaag? 1. Met een energie-efficiënt gebouw verbindt men zich tot een bewuste aanpak om milieuvriendelijk te handelen en de broeikasgasemissies te verminderen. De eventuele “meerprijs” voor een efficiënter gebouw is gewoonlijk laag vergeleken met de bouw- of renovatiekosten van het gebouw. 2. Het ontwerp van een gebouw en de installaties ervan heeft een invloed op de exploitatiekosten tijdens de hele levensduur van het gebouw en de installaties, dus gedurende 20, 30 of 40 jaar.
3. De structurele trend van de energiekosten over 20 of 30 jaar gaat in stijgende lijn! In dit document werd de rendabiliteit berekend voor een brandstofkostprijs van 0,3 €/liter stookolie of 0,3 €/m³ aardgas, en voor een kostprijs voor elektriciteit van 0,11 €/ kWh tijdens de piekuren, 0,065 € tijdens de daluren en 0,087 € voor doorlopende gebruik. Bij een stijging van de energieprijzen zal het belang van de aanbevelingen dan ook toenemen.
4. Onder de impuls van de Europese Unie zullen alle gebouwen binnen de 10 jaar worden onderworpen aan reglementaire verplichtingen op het vlak van de energieprestaties. Op het moment van de bouw of de renovatie zal het gemakkelijker en minder duur zijn om de energie-efficiëntie te verbeteren.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.4
Doel van het document Het doel van deze tekst is een concrete hulp te bieden aan de Opdrachtgevers die het toekomstige energiegebruik van een gebouw dat ze laten bouwen of renoveren tot een minimum willen beperken, zonder toegevingen op het vlak van het comfort van de gebruikers. Een praktische checklist vermeldt de energiecriteria die in detail zijn uitgewerkt in de Bestekken die bestemd zijn voor de studiebureaus (“Energiebestek van een HVACinstallatie”, dat kan worden gedownload op www.ibgebim.be ). Dit document geeft aanbevelingen voor 4 opeenvolgende stadia van de bouw/vernieuwbouw:
Programmering
Voorontwerp
Ontwerp
Oplevering
o de keuzes die moeten worden gemaakt met betrekking tot het systeem Bijvoorbeeld: koeling met “lucht” of “”koelwater”?
o het type van componenten dat moet worden gekozen: type van blaasmond, isolatie van de kanalen, …
o de dimensionering van de installaties o de vragen die moeten worden gesteld aan het studiebureau of de installateur (bijvoorbeeld: is het zinvol een warmteterugwinning te voorzien voor het project?). Indien de Opdrachtgever een beroep doet op een studiebureau, vindt hij in de bijlage deze vragen geformuleerd in de vorm van artikelen voor bestekken die in de tussen hen gesloten overeenkomst kunnen worden opgenomen.
Twee voorschriftenniveaus Om weerwerk te bieden tegen de klimaatveranderingen in ons milieu zijn alle energiemaatregelen welkom, en verdienen ze te worden geïntegreerd in een bouwproject. Maar om prioriteiten vast te leggen tussen deze voorschriften, omvat het document twee types van clausules: Eisen waaraan alle koelinstallaties moeten voldoen om een minimale energie-efficiëntie te garanderen.
[ EIS ]
De ontwerper en de opdrachtgever dienen er op toe te zien dat deze zeer efficiënte maatregelen niet achterwege worden gelaten om het investeringsbudget lichter te maken. De eventuele meerprijs wordt gewoonlijk binnen de 5 jaar terugverdiend door de besparingen die worden gegenereerd. [ ADVIES ]
Aanbevelingen die de energie-efficiëntie van de installatie nog verbeteren, en dus ook de milieu-impact van het project. Het studiebureau of de installateur moeten, in de specifieke situatie van het project, de verplichtingen en het energiebelang van deze aanbevelingen beoordelen om de Opdrachtgever te helpen bij het nemen van zijn beslissing.
Gecursiveerde opmerkingen begeleiden en/of rechtvaardigen deze voorschriften.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.5
Enkele definities … De drie types van koelingsysteem die aan bod komen in de drie “ontwerp”-hoofdstukken zijn:
1. Koeling “met water” (of “lucht + water”): de vertrekken worden verwarmd en gekoeld via de behandeling en het transport van verwarmd of gekoeld water. De installatie omvat: een of meer verwarmingsketels, een of meer koelmachines, warm- en koelwaterleidingen, en eindunits (ventiloconvectoren, radiatoren, koude balken en koude plafonds, enz…).
-
De toevoer van hygiënische verse lucht, die nodig is om de luchtkwaliteit te garanderen, gebeurt door een onafhankelijk systeem. Zie het document “Checklist energie voor een installatie voor hygiënische ventilatie”.
2. Koeling "alleen lucht": De vertrekken worden verwarmd en gekoeld door de behandeling en het transport van lucht, waaronder de hygiënische verse lucht. De installatie omvat:
-
een of meer verwarmingsketels, een of meer koelmachines, luchtbehandelingsgroepen: deze geven de verdeelde lucht de hygiënische en hygrothermische kenmerken die nodig zijn voor het comfort van de gebruikers: filtering, verwarming, koeling, bevochtiging en ontvochtiging. luchttransportkanalen, en blaasmonden.
3. Koeling “met directe expansie”: een installatie die de vertrekken koelt doordat de omgevende lucht rechtstreeks over de koelvloeistof wordt gevoerd die in een of meer verdampers zit. Tot deze systemen behoren: a) de koeltoestellen, Ze zorgen plaatselijk voor de koeling van een of meer vertrekken. Een koeltoestel kan omkeerbaar zijn en in de winter ook vertrekken verwarmen. b) de systemen “met variabel koelmiddeldebiet”, Deze systemen staan in voor de koeling, maar ook de verwarming van meerdere vertrekken. Hun specifieke eigenschap is dat ze de koelvloeistof transporteren door een leidingennet dat door het gebouw loopt, waarbij elke binnenunit kan werken in “koelmodus” of in “warmtepompmodus”. We onderscheiden:
- de “warm en koud”-systemen: ze kunnen tegelijk warmte en koude afleveren in verschillende vertrekken, afhankelijk van de behoeften. - de “warm of koud”-systemen: ze leveren, afhankelijk van het seizoen, alleen warmte of koude. De toevoer van hygiënische verse lucht, die nodig is om de luchtkwaliteit te garanderen, gebeurt door een onafhankelijk systeem. Zie het document “Checklist energie voor een installatie voor hygiënische ventilatie”. Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.6
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.7
Verwarmingsketel
Koeling met lucht met koude plafonds
Koeling met water met ventiloconvectoren
Voorbereiding van hygiënische lucht met warmteterugwinning
Koelmachine
Koeling met directe expansie met klimatisatie
Koeling « alleen lucht » met gedeeltelijke recyclage
Koeltoren
Klimatisatie: “filosofie” van het energieontwerp? We trachten hier de werklijnen samen te vatten die werden gehanteerd bij het opstellen van het bestek: @ een dimensionering op basis van realistische criteria: van bezetting, van richttemperaturen voor binnen en buiten, van de behoefte aan bevochtiging en ontvochtiging, van de extra warmte van de componenten in de vertrekken. @ de beperking van de hoeveelheid verse lucht tot wat nodig is voor de kwaliteit van de binnenlucht @ de zorg om energievernietiging te vermijden, die kan ontstaan door de gelijktijdige toevoer van warmte en koude in het tussenseizoen: neutrale zone tussen de aanwijzingen voor warm en koud, geen gelijktijdige productie van koude en warmte in de luchtbehandeling in eenzelfde vertrek, onderlinge verbinding van de regeling van verschillende systemen (ventilatie en koeling of radiatoren en koeling, bijvoorbeeld). @ de integratie van de verse buitenlucht als koelmiddel in het tussenseizoen, als aanvulling bij de mechanische koeling in heel warme periodes, via bijvoorbeeld: het openen van ramen of jaloezieën door de gebruikers, de integratie van "free cooling" in de koeling, de “free chilling” van het koelwater. @ de keuze van een performante regeling (beter een product van mindere kwaliteit, maar goed afgesteld) op basis van: een indeling van het gebouw in homogene thermische zones die beschikken over een apart circuit en een aparte regeling, - een modulering van de levering afhankelijk van de werkelijke behoeften. Bijvoorbeeld: o aanpassing van het verseluchtdebiet aan de effectieve aanwezigheid van de gebruikers (ventilatoren op lage snelheid), o mogelijkheid van uurprogrammering, o stopzetting van de toevoer van verse lucht in de opstartperiode. @ de installatie van hulpcomponenten (pompen en ventilatoren) die weinig verbruiken (dankzij de keuze voor ruime water- en luchtleidingen, filters en batterijen met een laag drukverlies, …), die werken op variabele snelheid. @ de zorg om warmte terug te winnen op de twee grote thermische stromen die het gebouw verlaten: de warmte van de afgezogen vervuilde lucht, de warmte van de condensator. @ de keuze voor een performante warmteproductie (voorkeur voor een condensatieketel) gekoppeld aan: eindunits die werken op een lage warmwatertemperatuur, een hydraulisch circuit dat elke rechtstreekse retour van warm water naar de ketel vermijdt. @ de keuze voor een performante koelmachine (hoge COP): waarvan de regeling de lage druk van de condensator ten goede komt (elektronische reduceerklep), gekoppeld aan eindunits die werken op een hoge temperatuur van het koelwater om het werk van de compressor te verminderen, of zelfs te "bypassen" en te werken met "free chilling": Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.8
o o
keuze van koude plafonds en koude balken met regime 17-19°C, of ventiloconvectoren van het regime 12-16 °C (wat het verbruik voor luchtontvochtiging beperkt)
Deze doelstellingen zijn gemakkelijker te bereiken als de thermische belasting beperkt is. Om de medewerking van de Opdrachtgever te krijgen in deze zin, werd het document “Energieontwerp” opgesteld.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.9
Nota: dit document wordt aangevuld door de “checklist van een verwarmingsinstallatie” en door de “checklist van een installatie voor hygiënische ventilatie".
Inhoud Programmering Definitie van het verwachte comfort
Voorontwerp Organisatie van de vertrekken Keuze van de systemen Kenmerken van de installaties
Ontwerp
Pagina 11 Pagina 11
Pagina 12 Pagina 12 Pagina 13 Pagina 16
Pagina 18
Installatie “op water” Ontwerp van de installaties Dimensionering van de componenten Keuze van de componenten Regeling Follow-up van de installaties
Pagina 18 Pagina 18 Pagina 20 Pagina 22 Pagina 25
Installatie “op lucht” Ontwerp van de installaties Dimensionering van de componenten Keuze van de componenten Regeling Follow-up van de installaties
Pagina 26 Pagina 28 Pagina 30 Pagina 34 Pagina 37
Systeem “met variabel koelmiddeldebiet” Ontwerp van de installaties Dimensionering van de componenten Keuze van de componenten Regeling Follow-up van de installaties
Pagina 39 Pagina 40 Pagina 40 Pagina 41 Pagina 42
Oplevering Oplevering van de werken Werking van de installatie
BIJLAGE
Pagina 43 Pagina 43 Pagina 44 Pagina 45
Artikelen die moeten worden ingevoegd in het bestek van de tussen de opdrachtgever en het studiebureau gesloten overeenkomst
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.10
Programmering
DEFINITIE VAN HET VERWACHTE COMFORT De opdrachtgever bevestigt aan het studiebureau dat hij een comfortniveau binnenshuis aanvaardt dat verenigbaar is met een rationeel energiegebruik: Oplossing 1: het studiebureau wordt gevraagd de noodzaak van koeling in de vertrekken te beoordelen:
[ ADVIES ]
Het comfort bestuderen dat wordt bereikt door een passieve koeling van het gebouw (door natuurlijke ventilatie, door circulatie van koud water in de vloerplaten, ...). Het studiebureau beoordeelt het comfort als voldoende indien een dynamische simulatie van het gebouw, onderworpen aan een typisch/gemiddeld buitenklimaat, maximum de volgende resultaten geeft: - 100 uur per jaar boven de 25,5 °C, - waarvan 20 uur per jaar boven de 28 °C.
Oplossing 2: er wordt een “koeling” van het binnenklimaat gevraagd die is aangepast aan de buitenomstandigheden:
[ ADVIES ]
De aangewezen binnentemperatuur voor koeling aanpassen afhankelijk van de evolutie van de buitentemperatuur. Bijvoorbeeld, de richttemperatuur is 24 °C binnen bij 28 °C buiten. Maar hij stijgt tot 25 °C bij +30 °C buiten en tot 26 °C bij 32 °C buiten. Deze verschillen volstaan en creëren geen onaangename thermische schok bij het binnentreden in het gebouw. In de praktijk bepaalt het studiebureau de afmetingen van de koelinstallatie om 25 °C te bereiken bij +30 °C buiten, en moet het een regeling voorstellen die de richttemperaturen aanpast tijdens de exploitatie. Het belangrijkste is te bevestigen aan het bureau dat u geen standaard “op z’n Amerikaans” vraagt, wat neerkomt op een binnentemperatuur van 23 °C ongeacht de buitentemperaturen!
Opmerking 1: parallel met de definitie van het gewenste binnenklimaat komt de vraag aan bod of de Opdrachtgever al dan niet wil dat de gebruikers hun vensters kunnen openen. De keuze van het koelsysteem zal sterk worden beïnvloed door deze optie. Opmerking 2: indien koude plafonds worden gekozen als koeltechniek, kunnen de temperaturen voor comfort binnenshuis worden verhoogd met 1 °C dankzij het effect van de “koude straling” van de plafonds.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.11
Voorontwerp
Opmerking: Sommige criteria of installaties worden vermeld in dit stadium, ook als ze geen invloed hebben op de organisatie van de vertrekken en/of de netwerken, opdat hun kostprijs al heel vroeg in aanmerking zou kunnen worden genomen in de ramingen die de evolutie van een project kracht bijzetten.
ORGANISATIE VAN DE VERTREKKEN [ ADVIES ]
De vertrekken met een sterke warmteproductie groeperen (bijvoorbeeld: computerzalen, …) Op die manier kan voor deze vertrekken een specifiek koelsysteem “met directe expansie” worden voorzien (lokale klimaatregelaars of systeem “met variabel koelmiddeldebiet”), of kan zelfs koeling worden vermeden voor het hele gebouw .
[ ADVIES ]
“Geografisch” ontwerpen van homogene zones. De vertrekken met een bezetting, oriëntatie, beheer, verwarmingslichaam of gebruiker (eigenaar of huurder) die identiek zijn, moeten worden gegroepeerd. Elke zone die zo wordt gevormd, beschikt over zijn eigen verwarmings- en koelingscircuit en een afzonderlijk regelsysteem. Men dient te vermijden dat het systeem moet werken voor het hele gebouw wanneer slechts één zone verwarming nodig heeft. Voorbeelden: vertrekken aan de noord- of zuidkant, bibliotheek die op zondag open is, vergaderzaal die ’s avonds wordt gebruikt, ...
[ ADVIES ]
De oppervlakte van de homogene zones met koeling beperken tot 2 500 m². Hierbij moet worden vermeden dat een lokale afwijking met zich meebrengt dat de installatie onnodig wordt gestart voor een te grote zone.
[ ADVIES ]
In het ideale geval een centrale positie kiezen voor het productievertrek (warm water, koelwater), en voor de luchtbehandelingsgroepen. Door een centrale positie te kiezen, kan het distributienet zo kort mogelijk worden ontworpen, om het verbruik van de circulatiepompen te beperken. Zie artikel 10 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.12
Voorontwerp KEUZE VAN DE SYSTEMEN A. BASISPRINCIPE [ EIS ]
Het koelsysteem zodanig ontwerpen dat er geen energievernietiging optreedt door de gelijktijdige productie van warmte en koude voor de behandeling van eenzelfde vertrek, behalve indien de warmte teruggewonnen wordt op de condensator van de koudeproductie-installatie. Zie artikel 18 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
Een koelsysteem “alleen lucht” alleen kiezen voor vertrekken - met een bijzonder hoge bezettingsgraad per m² (concertzalen, vergaderzalen bijvoorbeeld), en dus een grote behoefte aan verse lucht. - met een behoefte aan koeling die zich eveneens voordoet wanneer de buitentemperatuur laag is (bijvoorbeeld “blinde” binnenvertrekken). In dit geval kan een groot deel van het jaar worden geprofiteerd van het koelvermogen van de verse lucht. Het transport van warmte of koude door de lucht is energieverslindend: het verbruik van de ventilatoren vertegenwoordigt gemiddeld 10 tot 20 % van de getransporteerde energie, in tegenstelling tot het transport langs het water dat minder dan 2 % van deze waarde vertegenwoordigt, of tot de systemen met een variabel koelmiddeldebiet.
[ ADVIES ]
Indien wordt voorzien dat sommige vertrekken van het gebouw gedurende langere periodes koeling zullen vragen en andere vertrekken verwarming, moet worden nagegaan of het opportuun is - de vertrekken met tegengestelde behoeftes te groeperen, - het systeem “met variabel koelmiddeldebiet” te kiezen dat de overdracht van energie tussen zones onderling toelaat (systeem “warm en koud”). Bijvoorbeeld: tussen het computerlokaal, de binnenvertrekken en de vergaderzalen enerzijds, en de kantoren langs de noordgevel anderzijds, kan energie worden overgedragen van de ene zone naar de andere. Zie artikel 32 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.13
Voorontwerp B. NATUURLIJKE KOELING [ EIS ]
De natuurlijke koeling van het gebouw voorzien (m.a.w. de mogelijkheid van koeling zonder koelmachine in het tussenseizoen): Afhankelijk van het geval zijn de volgende manieren mogelijk: - het openen van vensters, - het openen van jaloezieën, - het inblazen van 100 % verse lucht door het koelysteem “alleen lucht”, - de circulatie van koud water in de vloeren, water dat op natuurlijke wijze is gekoeld ’s nachts op het dak, - … Indien koeling 's nachts wordt overwogen, moet de inertie van het gebouw worden voorzien en moet het “toegankelijk” blijven voor de omgevende lucht (tapijten en verlaagde plafonds vermijden).
[ EIS ]
Een “free chilling”-installatie voorzien (m.a.w. een directe koeling van het koud water door de buitenlucht, zonder werking van de compressor, in de winter en het tussenseizoen). Deze techniek is nog interessanter: - indien vertrekken uitgevoerd zijn met koude plafonds of koude balken, omdat ze werken met een hoge temperatuur van het koud water (15 °C), - indien het gebouw en permanente behoefte aan koeling heeft (computerlokaal, binnenvertrekken, … die het hele jaar door en dus ook in de winter worden gekoeld). Zie artikelen 1 en 3 voor het bestek in de bijlage.
C. VERTREKKEN DIE HET HELE JAAR DOOR WORDEN GEKOELD [ ADVIES ]
Een specifiek koelsysteem voorzien voor elk vertrek met een constante jaarlijkse behoefte (vb. kleine computerzaal, binnenvertrek, …) aan een koelvermogen dat laag is vergeleken met dat van het gebouw. Als men dit type van vertrek aansluit op een koelwaterproductiegroep die andere vertrekken bedient die alleen koeling nodig hebben in het tussenseizoen en in de zomer, dan moet de koelmachine worden ingeschakeld in de winter om een vermogen te leveren dat veel lager is dan het nominale vermogen. De koelmachine heeft dan een laag rendement. Uitzondering: Wanneer bij de behandeling van het vertrek geen storingen mogen optreden (veilige werking van de computerlokalen of een dispatching, bijvoorbeeld), kan de koelproductie worden losgekoppeld: een autonome productie wordt geïnstalleerd in het vertrek, parallel met het hoofdnet van het gebouw. De hoofdinstallatie wordt stilgelegd tijdens de winterperiode, maar kan als reservesysteem worden ingeschakeld indien het lokale koelsysteem zou uitvallen.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.14
Voorontwerp D. WARMTETERUGWINNING [ ADVIES ]
Manieren van nuttige toepassing van de warmte die in de afgezogen lucht zit, bestuderen: - warmteterugwinning om de verse lucht voor te verwarmen, - gedeeltelijke recyclage, - plaatsing van een warmtepomp, - … De verontreinigde lucht die het gebouw verlaat moet worden beschouwd als een ernstig “warmtelek” in het gebouw.
[ ADVIES ]
Indien er een behoefte bestaat aan voorverwarming van de verse lucht van de vertrekken of van het sanitair warm water terwijl de koelmachine werkt, moet worden bestudeerd of het nuttig kan zijn warmte van de koelmachine terug te winnen: - op de afkoeling van de gassen die worden weggeperst door de compressor, - op de lucht of het water van de condensator, - op de oliekoeler van de schroefcompressoren, - … Zie artikel 2 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
Indien het gebouw beschikt over een permanente warmtebron (computerlokaal, binnenvertrekken, …) en een koelsysteem dat voorzien is om te werken in de winter, moet de mogelijkheid worden overwogen om de warmte van de condensator van deze koeling terug te winnen. Zie artikel 31 voor het bestek in de bijlage.
E. HET SPECIFIEKE GEVAL VAN DE GARAGES [ ADVIES ]
In de garages, de ventilatielucht niet verwarmen en het luchtdebiet regelen volgens de behoeften. Regelbare schuiven, ventilator met variabele snelheid, … beheerd door een COdetector bijvoorbeeld.
[ EIS ]
Indien de garages om welbepaalde redenen verwarmd moeten worden, uitsluitend gebruik maken van de warmte die wordt teruggewonnen op de uit het gebouw afgezogen lucht.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.15
Voorontwerp KENMERKEN VAN DE INSTALLATIES A. KEUZE TUSSEN DE EINDUNITS VOOR DE INSTALLATIES “MET WATER” [ ADVIES ]
Met betrekking tot de energie, de voorkeur geven aan een systeem voor koeling van de vertrekken dat werkt op hoge temperatuur van het koud water en zonder verbruik van een hulpventilator. Bijvoorbeeld, koude balken of koude plafonds. In een koud plafond of een koude balk is de temperatuur van het water 15 °C. In de ventiloconvectoren bedraagt deze temperatuur vaak 6 °C. De “hoge temperatuur” van het koude water heeft met name de voordelen dat: - het verlies van het leidingennet lager is, - de prestaties van de koelmachine hoger liggen, - het verlies door overmatige ontvochtiging van de lucht afneemt, - een eventuele directe koeling van het water door de buitenlucht mogelijk is, zonder gebruik te maken van de koelmachine (techniek van “free chilling").
[ ADVIES ]
De reële prestaties van de ejectorconvectoren en de dynamische koude balken, systemen met een stroom hygiënische verse lucht die meebrengt dat de omgevende lucht over de eindbatterijen wordt gevoerd, aandachtig bestuderen, Ze zijn onvoldoende flexibel (in het geval van een latere wijziging van de bezetting) en het gevaar bestaat vaak dat het verseluchtdebiet wordt opgedreven om het koelvermogen te verhogen.
[ EIS ]
De ventiloconvectoren “2 koude buizen – 2 elektriciteitsdraden” (een koudebatterij en een elektrische verwarming) vermijden, behalve wanneer het elektriciteitsverbruik voor verwarming, dat wordt beoordeeld met een dynamisch simulatieprogramma, als volstrekt marginaal wordt beoordeeld (ten gevolge van een hoge isolatie van de wanden en/of een groot aantal extra warmtebronnen), m.a.w. lager dan 10 kWh/m²/jaar. Zie artikel 15 voor het bestek in de bijlage.
B. KEUZE VAN INSTALLATIES “ALLEEN LUCHT” [ EIS ]
Koelinstallaties die permanent draaien op “alleen verse lucht” verbieden. Indien een dergelijke installatie toch nodig is, moet ze worden uitgerust met een systeem voor warmteterugwinning op de afgezogen lucht.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.16
Voorontwerp C. KEUZE VAN INSTALLATIES “MET EEN VARIABEL KOELMIDDELDEBIET” [ ADVIES ]
Indien een systeem “met variabel koelmiddeldebiet” wordt voorzien en het gebouw vertrekken zal hebben die koude vragen terwijl andere vertrekken verwarming nodig hebben, moet worden bestudeerd of het mogelijk is de vertrekken met tegengestelde behoeften te groeperen. Bijvoorbeeld: het computerlokaal en de vergaderzalen enerzijds en de kantoren langs de gevels anderzijds. Deze organisatie vergemakkelijkt de installatie van een systeem dat de overdracht van energie tussen de zones onderling mogelijk maakt (systeem “warm en koud”).
D. PRODUCTIE VAN KOELWATER [ ADVIES ]
De plaats en de omgeving van de condensatoren kiezen met het oog op een optimale koeling: beperkte rechtstreekse zoninstraling op de condensatoren, voldoende afstanden tussen de wanden rond de condensatoren om te vermijden dat de warme lucht weer gaat circuleren, …
Te vermijden voorbeelden: de condensator (waar de warmte van de koelmachine wordt afgevoerd) wordt in een holte onder de grond geïnstalleerd. Het gaat om een moeilijk compromis tussen de behoefte aan schaduw, de beperking van de geluidshinder en de behoefte aan verluchting. In het ideale geval worden zonneschermen met lamellen voorzien en moet de horizontale oppervlakte vlakbij de condensator worden uitgevoerd in lichte kleuren (ballast door wit grind van horizontale daken, bijvoorbeeld).
E. DISTRIBUTIE VAN KOELWATER [ EIS ]
Tijdens de voordimensionering en voor de kostenramingen, rekening houden met een ruime dimensionering: - van de leidingen (minder krachtige pompen) - van de isolatie van de leidingen (beperkt verlies)
F. FOLLOW-UP VAN HET VERBRUIK [ EIS ]
Indien de installatie zones van het gebouw kan bedienen die worden gebruikt door verschillende eigenaars of huurders, moet elk van deze zones worden uitgerust met een tussenmeter waarmee men zijn eigen verbruik kan controleren. Om de eigenaars en de huurders te motiveren, is het belangrijk dat ze het exacte bedrag voor hun verbruik betalen, zodat hun inspanningen om te bezuinigen op energie worden beloond.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.17
Ontwerp
ONTWERP VAN EEN INSTALLATIE “OP WATER” ONTWERP VAN DE INSTALLATIES [ EIS ]
Voor elke zone met een homogene behoefte, een eigen leidingencircuit en regelsysteem (beheer van de temperatuur en de intervallen) voorzien. Met homogene behoefte wordt bedoeld: - eenzelfde type van eindunit - dezelfde gebruiksuren, - eenzelfde behoefte aan afwijkingen, - dezelfde gebruiker (eigenaar of huurder).
[ EIS ]
Plaats voorzien voor een of meer bijkomende circuits op de primaire kring, om te vermijden dat de installaties later moeten worden stilgelegd voor uitbreiding. Zo kan men later het netwerk uitbreiden zonder de distributie en de regeling te verstoren.
DIMENSIONERING VAN DE COMPONENTEN A.
KOELMACHINE
[ ADVIES ]
Het Studiebureau betalen om het koelvermogen te beoordelen met behulp van een geïnformatiseerde methode. Een dergelijke methode helpt onnodige en kostelijke overdimensioneringen te vermijden, doordat ze rekening houdt met de werkelijke interne belasting, de werkelijke inertie van het vertrek en de afvlakking van de thermische belasting die hieruit voortvloeit. Zie artikel 4 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
Overdimensionering (en het ermee samenhangende energieverlies) vermijden: - door het koelvermogen van de koelinstallaties te berekenen op basis van: o redelijke omstandigheden binnen en buiten, o realistische extra warmtebronnen (kantoorapparatuur, verlichting, …) en gelijktijdigheidscoëfficiënten (bezettingsgraad van de vertrekken, gebruiksgraad in het bezette vertrek, …).
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.18
Ontwerp
-
Deze elementen moeten worden beoordeeld in nauw overleg met het studiebureau, of indien de berekening wordt toevertrouwd aan de fabrikanten moet aan de inschrijvers worden gevraagd om bij hun offerte een hypothese te voegen van de dimensionering van de koelmachine. door de koelmachine zodanig te kiezen dat ze niet aanspringt bij heel sterke hitte. Zie artikelen 5 en 6 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
Het te installeren koelvermogen vaststellen op basis van een doorlopende werking (24/24 uur) van de koelmachine tijdens hittegolven. Zo kan een kleinere (en dus goedkopere) koelmachine worden gekozen, met een beter rendement het hele jaar door. Tijdens hittegolven is een verplaatsing van de koelbelasting naar de nacht gunstig: de buitentemperatuur is dan lager (beter rendement van de compressor) en de prijs van het kWh elektriciteit ligt lager. Dit veronderstelt een voldoende inertie van het vertrek opdat de inerte materialen tijdens de nacht de overdag opgeslagen warmte zouden afgeven. Zie artikel 7 voor het bestek in de bijlage.
B.
DISTRIBUTIE VAN KOELWATER
[ EIS ]
Het verbruik van de pompen beperken: - Door het ontwerp van het netwerk: rechtlijnige circuits, zo weinig mogelijk bochten, … - Door een ruime dimensionering van de leidingen, - Door het ontbreken van een forfaitaire overdimensionering. Zie artikel 11 voor het bestek in de bijlage.
C.
VENTILOCONVECTOREN
[ ADVIES ]
Investeren in een ruime dimensionering van de ventiloconvectoren opdat ze zouden werken met een zo hoog mogelijk koelwatertemperatuurregime. Dit maakt het mogelijk het distributieverlies te beperken, het rendement van de koelmachine te verbeteren, het latente energieverbruik te verminderen (minder condensatie) in het vertrek, het vermogen te verminderen, de prijs van de koelgroep die nodig is te verminderen, en free chilling te voorzien in de winter. Maar uiteraard zal de investering in dit geval iets hoger liggen.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.19
Ontwerp D.
KOUDE BALKEN EN KOUDE PLAFONDS
[ EIS ]
Overdimensionering van het koelvermogen van de koude balken en de koude plafonds vermijden. Om het koelvermogen te berekenen, moet geen rekening worden gehouden met de bronnen van latente warmte in de vertrekken: de bedrijfstemperatuur van de koude plafonds is van die aard dat het systeem geen ontvochtiging van de omgevingslucht meebrengt. Zie artikel 16 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
De koude balken en koude plafonds selecteren voor werking met een zo hoog mogelijk temperatuurregime van het koelwater. Bijvoorbeeld, een regime van 17-19 °C in de plaats van het traditionele regime van 15-17 °C. Om op dit moment het door het plafond uitgestraalde vermogen te versterken, moet worden beoordeeld of het zin heeft hygiënische verse lucht in het vertrek te blazen met behulp van blaasmonden met sterke inductie (ringvormige blaasmonden, bijvoorbeeld) die de convectieve uitwisseling met het plafond verhogen. Deze hoge temperatuur maakt het mogelijk het distributieverlies te verminderen, het rendement van de koelmachine te verbeteren, de behoefte aan ontvochtiging van de verse lucht te beperken, het vermogen te verminderen, de prijs van de koelgroep die nodig is te verminderen, en de toepassing van free chilling te vergemakkelijken. Maar het koelvermogen zal afnemen, en bijvoorbeeld met zich meebrengen dat een zonwering moet worden aangebracht. Het is uiteindelijk het hele concept van het gebouw dat “lage energie” moet worden. Zie artikel 17 voor het bestek in de bijlage.
KEUZE VAN DE COMPONENTEN A.
KOELMACHINE
[ EIS ]
De keuze van de koelmachine (type van compressor, type van condensator, ..) aanpassen naargelang van de toepassing. Bijvoorbeeld, - indien de stralers worden gekozen om te werken bij hoge temperatuur, moet deze optie nuttig worden toegepast door een koelmachine die zelf werkt op hoge temperatuur; - voor de luchtcondensatoren en de koeltorens moeten ten minste ventilatoren met twee snelheden worden gekozen. In het ideale geval moet worden gekozen voor variabele snelheid.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.20
Ontwerp De energieprestatie van de koelmachines varieert van enkel tot dubbel. Maar de prijs schommelt ook! Alleen aan de hand van een balans van de terugverdientijd van de meerinvestering kan de investering geoptimaliseerd worden. Zie artikel 8 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Investeren in een efficiënte koelmachine. De koelefficiëntie (EER of COPkoude, het prestatiecoëfficiënt in koelmodus) moet maximaal zijn en hoger dan de waarden die zijn opgenomen onder artikel 6.3.2.) van het “Energiebestek voor de uitvoering van een koelinstallatie”. De “vereiste” prestatie komt overeen met de prestatie die wordt bereikt door 66 % van de installaties op de markt, de “aanbevolen” prestatie komt overeen met de prestatie die wordt bereikt door slechts 33 % van de installaties op de markt. Zie artikel 9 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
B.
Bij de keuze van koelmachine, de koelvloeistof kiezen: - afhankelijk van de milieueffecten (geldende reglementeringen). - afhankelijk van de vloeistof die reeds werd gekozen voor de andere machines van het park (homogeniteit voor het onderhoud).
VENTILOCONVECTOREN
[ ADVIES ]
Wanneer de ventiloconvector uitgevoerd wordt met een decoratieve omkasting die niet werd ontworpen door de fabrikant, een verbindingsmof voorzien tussen de batterij en het diffusierooster. Zonder mof zal een luchtrecyclage ontstaan binnen de omkasting. De beheerder moet het verlies aan vermogen dan compenseren door de richttemperatuur van het water te verminderen. Dit brengt een overmatig verbruik met zich mee.
C.
KOUDE BALKEN EN KOUDE PLAFONDS
[ ADVIES ]
D.
Kiezen voor koude plafonds waarvan het door de fabrikant aangekondigde vermogen bevestigd is door een onafhankelijk laboratorium.
DISTRIBUTIE
[ EIS ]
De leidingen voldoende isoleren. Er moet een correcte isolatie van de leidingen worden voorzien, met inbegrip van de bochtstukken en de kranen, evenals van de pompen indien de fabrikant ervan een aangepaste isolerende schaal aanbiedt. Isolatie is altijd heel rendabel: door de energiebesparingen die ze oplevert, kan ze in enkele jaren tijd worden terugverdiend.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.21
Ontwerp
Bij koeling beperkt de isolatie niet alleen het energieverlies, maar ook het risico van oppervlaktecondensatie. Zie artikel 12 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Pompen met variabele snelheid kiezen. De snelheid ervan moet gecontroleerd worden bij de oplevering zodat ze het nominaal berekende debiet leveren. De snelheid kan beter worden afgesteld bij de oplevering en kan worden aangepast aan de behoeften van het gebouw (bij het sluiten van de thermostatische kranen bijvoorbeeld). Hun meerprijs wordt snel terugverdiend doordat het elektriciteitsverbruik afneemt.
[ EIS ]
Hydraulische inregeling voorzien vooraan op de “aftakkingen” van een circuit en op elke eindunit. De hydraulische inregeling is nodig om de debieten tussen de verschillende aftakkingen van het circuit te verdelen en zo het comfort te garanderen. Ze maken het mogelijk het debiet dat werkelijk door de installatie gaat en de pompen met variabele snelheid correct te regelen. Aan de hand van deze aanpassing kan onnodig overmatig verbruik worden vermeden. Zie artikelen 13 en 14 voor het bestek in de bijlage.
REGELING A. BASISPRINCIPE [ EIS ]
De studie van deze post mag niet over het hoofd worden gezien: de nodige middelen moeten worden gewijd aan de studie van het systeem en aan de investering in een efficiënte regelcomponent. Het is de regeling die het toekomstige verbruik het meest zal beïnvloeden. Zie artikel 28 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Het warm- en koudwaterdebiet van de eindunits (radiatoren, ventiloconvectoren, …) afstellen naargelang van de binnentemperatuur van elk vertrek, met behulp van 2 modulerende kranen (thermostatische kranen, bijvoorbeeld).
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.22
Ontwerp [ EIS ]
De temperatuur van het warm en koud water vanaf het begin van de verdeelkringen regelen naargelang van de reële behoeften van de vertrekken (volgens het geval, naargelang van de buitentemperatuur, de zoninstraling, de binnentemperatuur, …) en indien nodig naargelang van de bezetting. De aanwezigheid van een regeling van de warmte- of koudestraling per vertrek betekent niet dat de temperatuur van het verdeelde water niet eveneens moet worden beheerd, om verschillende redenen: - voor een correcte werking van de lokale regelkranen, - om het distributieverlies te verminderen, - om een gecentraliseerd beheer van de intervallen mogelijk te maken, wanneer deze niet kunnen worden bereikt met de lokale regeling.
[ ADVIES ]
De eindunits (ventiloconvectoren, koude plafonds, …) controleren door een gecentraliseerd beheerssysteem dat het mogelijk maakt de omgevende richttemperatuur en de werkingsuren van elk vertrek vast te leggen. Een lokale bediening moet de gebruiker in staat stellen deze richttemperatuur te wijzigen binnen vaste marges.
[ EIS ]
Een regeling kiezen waarvan de communicatie-interface gemakkelijk te begrijpen en te gebruiken is. Deze stellen de beheerder in staat de installatie gemakkelijk te begrijpen en te bedienen.
B. LOKALE REGELING [ ADVIES ]
Een regeling kiezen die een aanpassing van de binnentemperatuur voor koeling toelaat afhankelijk buitentemperatuur.
opgelegde van de
Bijvoorbeeld, de richttemperatuur is 24 °C binnen bij 28 °C buiten. Maar ze stijgt tot 25 °C bij +30 °C buiten en tot 26 °C bij 32 °C buiten.
[ EIS ]
Wanneer, in een en hetzelfde vertrek, een warmtestraling en een koudestraling voorzien zijn, moet een regeling worden voorzien met een minimaal neutraal gebied van 2 graden tussen de inschakeling van warmte en koude (in het ideale geval wordt 3 graden aangeraden). Dit risico van gelijktijdige werking van warmte en koude kan zich voordien binnen een uniek systeem (ventiloconvector met koude en warme batterijen) of gescheiden systemen (koud plafond en radiator). Bovendien valoriseert een dergelijke dode zone de "bufferreservoir”-capaciteit die wordt gevormd door de inertie van het gebouw.
[ EIS ]
Een “venstercontact” voorzien om de levering van warmte en koude stil te leggen wanneer de vensters geopend werden door de gebruikers van het vertrek: de watertoevoerkranen sluiten en de eventuele ventilatoren uitschakelen (met behoud van een antivriesbeveiliging).
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.23
Ontwerp C. BEHEER VAN DE INTERVALLEN [ EIS ]
Voor de vertrekken met een onderbroken bezetting, een manuele bediening en een automatische programmering met een tijdmeter voorzien, met het oog op: - een regime "comfort”, “verminderd”, “vorstvrij” en “uit” , - een automatische schakeling tussen deze regimes. Deze regeling zal de verwarming ’s nachts niet “verminderen” (daling van de watertemperatuur), maar zal ze volledig stilleggen.
[ EIS ]
Voor de vertrekken waar activiteiten worden georganiseerd buiten de normale gebruiksuren, moeten systemen worden voorzien die het mogelijk maken de werkingsduur van de installatie uit te breiden, en tegelijk een automatische terugkeer naar halve kracht te garanderen. Verschillende oplossingen kunnen worden overwogen: - programmeerbaar jaarverloop, - drukknop met uitstel, - “contact image” van de bezetting (deurcontact, …), - …
D. VOOR DE VENTILOCONVECTOREN [ EIS ]
Een regeling kiezen die de automatische stopzetting van de ventilatoren en de pompen toelaat buiten de gebruiksuren.
[ ADVIES ]
De omgevingstemperatuursonde die de ventiloconvectoren bedient, in de lucht plaatsen (in tegenstelling tot een plaatsing in de luchttoevoeropening). De omgevingstemperatuur kan zo worden gemeten zonder permanente werking van de ventilator van de ventiloconvector (bijvoorbeeld, in de “neutrale” zone).
[ EIS ]
In het geval van ventiloconvectoren die bedoeld zijn om warmte en koude te produceren, dient de regeling van alle units in eenzelfde vertrek te gebeuren op basis van een unieke bediening en meting. Met dit systeem van “meester en slaven” kan worden vermeden dat verschillende richtlijnen naargelang van de toestellen of zones met een verschillende precisie van de detectoren, tegelijk warmte en koude genereren op verschillende toestellen, in hetzelfde vertrek.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.24
Ontwerp E. REGELING VAN DE KOELMACHINE [ EIS ]
Een regeling kiezen die het mogelijk maakt de koelmachine af te regelen afhankelijk van de behoeften van het gebouw: - inschakelen van de koelwaterproductie volgens de gebruiksuren en/of de buitentemperatuur - regeling van de temperatuur van het koelwater naargelang van de reële behoeften van het gebouw. Op die manier kan verspilling worden vermeden (werking in het weekend, gelijktijdige werking van warmte en koude, ...).Bij verwarming lijkt het ons logisch dat we de verwarmingsketel niet constant op 90 °C laten draaien. Op dezelfde manier kan, met een koudwaterproductie waarvan de temperatuur varieert naargelang van het seizoen (vb. 6 °C in de zomer, 9 °C in het tussenseizoen en 12 °C in de winter) het verbruik van de compressor worden verminderd (3 % winst door verhoging van de koudwatertemperatuur met één graad, gemiddeld).
FOLLOW-UP VAN DE INSTALLATIES A. KOELING Indien de oppervlakte met koeling groter is dan 400 m²:
[ EIS ]
Een systeem voorzien om het verbruik voor koeling op te volgen (elektriciteitsverbruik van de compressoren, bijvoorbeeld). Bij ontstentenis, zonder meettoestel, hoe beheren…?
[ EIS ]
Een systeem of systemen voorzien om de binnentemperatuur van ten minste één representatief controlevertrek te meten per deel van het verdeelnet.
B. PRODUCTIE VAN KOELWATER [ EIS ]
Indien het vermogen van een koelmachine met waterverdamper hoger is dan 150 kW, moet een systeem worden voorzien voor doorlopende meting van de prestaties: elektriciteitsmeter op de voeding van de machine en energiemeter tussen de inlaat en de uitlaat van het koelwaternet.
[ ADVIES ]
De compressor(en) van de koelmachine uitrusten met een teller van de werkingsuren. Aan de hand van een tijdsmeter kunnen (mits een regelmatige meting wordt uitgevoerd) eventuele functiestoornissen worden vastgesteld, zoals: - een gebrek aan koelvloeistof, - vuile wisselaars (condensator en verdamper), - een slechte staat van de compressor.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.25
Ontwerp
ONTWERP VAN EEN INSTALLATIE “OP LUCHT” ONTWERP VAN DE INSTALLATIES A.
VOORBEREIDING VAN DE LUCHT
► Recyclage van de lucht [ EIS ]
Kiezen voor gemotoriseerde luchtkleppen die het mogelijk maken de verse lucht en de gerecycleerde lucht in verschillende verhoudingen te vermengen. Meer bepaald maken ze het mogelijk de toevoer van verse lucht stop te zetten (100 % gerecycleerde lucht), of te werken met alleen verse lucht (0 % gerecycleerde lucht). De werking met “alleen gerecycleerde lucht” is nuttig bij het opstarten van de verwarming van het gebouw. De werking met “alleen verse lucht” is nuttig wanneer het gebouw gekoeld moet worden en de buitenlucht koeler is dan de lucht in het gebouw.
► Componenten van de luchtbehandelingsgroep [ EIS ]
Kiezen voor componenten (filters, verwarmings- of koelbatterijen, geluidsdempers, …) waarmee het drukverlies kan worden beperkt. Op deze basis zal het vermogen van de ventilatoren (en dus het verbruik van de exploitatie van de groep) laag zijn.
[ ADVIES ]
De klasse van de filter kiezen volgens de richtlijnen van artikel 8.1.6 van het “energiebestek voor de koelinstallatie”.
► Batterijen [ EIS ]
Het gebruik van elektrische batterijen vermijden. Ze moeten worden beperkt tot gedecentraliseerde of in de tijd beperkte aanvullingen, waarvan het verbruik, beoordeeld door een dynamisch simulatieprogramma, als volstrekt marginaal wordt beschouwd. Aan de andere kant kan de elektriciteit nuttig worden toegepast in een warmtepomp voor de recuperatie van energie, bijvoorbeeld op de afgezogen lucht. Door het lage productierendement in de krachtcentrales op dit moment, is een waterbatterij op energetisch vlak efficiënter dan een elektrische batterij door het Jouleeffect. Opgelet: De externe warmtebronnen worden bij de dimensionering vaak onderschat. Hieruit leidt men af dat de aanvullende verwarming verwaarloosbaar is en dat elektrische batterijen aangewezen kunnen zijn. Uit de praktijk blijkt echter dat het reële verbruik vaak hoger ligt.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.26
Ontwerp
Zie artikel 23 voor het bestek in de bijlage.
► Bevochtiging [ EIS ]
De hygiënische lucht die wordt toegevoerd in de vertrekken met een hoge productie van vocht (restaurants, cafetaria’s, …) of vertrekken met een occasionele bezetting (archieven, …) mag niet worden bevochtigd. Deze vertrekken moeten dus beschikken over hun eigen groep voor luchtbehandeling, onafhankelijk van de ventilatie van de lokalen die een bevochtiging vereisen, of van een gedecentraliseerde bevochtiging op hun leiding.
[ ADVIES ]
Elektrische bevochtigers vermijden Ze zijn weinig efficiënt wat de CO2-uitstoot betreft, ten gevolge van het productierendement in de krachtcentrales dat op dit moment laag ligt.
B.
DISTRIBUTIE VAN DE LUCHT
► Leidingen [ ADVIES ]
Wanneer de beschikbare plaats dit toelaat, moeten cirkelvormige leidingen worden gekozen, om het drukverlies te verminderen. Indien leidingen met rechthoekige doorsnede worden gekozen, moet een vierkante doorsnede zo dicht mogelijk worden benaderd. Door van een cirkelvormig kanaal over te gaan op een rechthoekig kanaal waarvan de verhouding van de zijden gelijk is aan 4, verhoogt men het verbruik van de ventilator met ongeveer 30 %.
[ ADVIES ]
Het distributienet ontwerpen met het oog op een minimaal drukverlies: dimensionering van de kanalen, tracé van de circuits, keuze van verschillende componenten met een laag drukverlies (batterijen, bedieningskleppen, bochtstukken, aansluitingen tussen ventilatoren en kanalen, rooster voor toevoer verse lucht, geluiddempers, enz.), … Zie artikel 25 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
De installaties die verschillende zones met verschillende uurroosters van gebruik bedienen, uitrusten met - gemotoriseerde schuiven Deze maken het mogelijk de aanblazing en de afzuiging onafhankelijk stop te zetten voor elke zone.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.27
Ontwerp -
een ventilator met variabel debiet, bijvoorbeeld met behulp van een frequentieregelaar of trapsgewijs. Deze maakt het mogelijk het luchtdebiet van de groep aan te passen aan het aantal in gebruik zijnde zones. Systemen die het debiet moduleren door gebruik van een bypass moeten worden verboden.
► Blaasmonden en eindunits [ EIS ]
Voor de leefvertrekken moeten de keuze van luchtinblaasmonden, eindunits, hun aantal en hun plaats goed worden bestudeerd, zodat de lucht in de bezette zone goed wordt ververst door de luchtstroom en zodat het comfort van de gebruikers gegarandeerd is. Zie artikel 27 voor het bestek in de bijlage.
C.
DISTRIBUTIE VAN KOELWATER
[ EIS ]
Een circuit voorzien per homogene thermische zone.
[ EIS ]
Het verbruik van de pompen beperken: - door het ontwerp van het netwerk: rechtlijnige circuits, zo weinig mogelijk bochten, … - door een ruime dimensionering van de leidingen, - door het ontbreken van een forfaitaire overdimensionering. Zie artikel 11 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Plaats voorzien voor een of meer bijkomende circuits op de primaire kring, om te vermijden dat de installaties later moeten worden stilgelegd voor uitbreiding. Zo kan men later het netwerk uitbreiden zonder de distributie en de regeling te verstoren.
DIMENSIONERING VAN DE COMPONENTEN A.
TOEVOER VAN HYGIËNISCHE VERSE LUCHT
[ EIS ]
Het verseluchtdebiet beperken tot de door de reglementeringen geëiste waarden. Er moet geen permanente overdimensionering worden overwogen, zelfs niet met het oog op een aanvullende koeling, verwarming of ontvochtiging van het binnenklimaat. Andere oplossingen kunnen worden aangedragen.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.28
Ontwerp Het debiet van de verse lucht mag slechts tijdelijk worden verhoogd, en dan om het gebouw op natuurlijke wijze te koelen. Het debiet van de verse lucht is een kapitale factor van het verbruik van tertiaire gebouwen. Het gehalte dat de reglementeringen opleggen, garandeert een voldoende luchtkwaliteit en moet dus niet worden verhoogd, aangezien dan de energie-efficiëntie van de installatie kan worden aangetast. Zie artikel 22 voor het bestek in de bijlage.
B.
VOORBEREIDING VAN DE LUCHT
[ ADVIES ]
Batterijen financieren waarvan het drukverlies langs de kant van de lucht maximaal beperkt is . Een warmte- of koudebatterij moet worden gekozen om het drukverlies te beperken aan de kant van de “lucht” eerder dan van het "water". Het verbruik van de ventilator zal immers altijd beduidend hoger liggen dan het verbruik van de pomp die het warm of koud water moet doen circuleren. Overdimensionering van de bevochtiger vermijden door zich te baseren op de omstandigheden binnen en buiten die zijn opgenomen onder artikel 8.3.2.2. van het "energiebestek voor de koelinstallatie ".
[ EIS ]
C.
DISTRIBUTIE VAN DE LUCHT
[ EIS ]
De kanalen voldoende ruim dimensioneren om het verbruik van de ventilatoren te beperken.
[ ADVIES ]
De mogelijkheden om de kanalen nog groter te dimensioneren, beoordelen, volgens de aanbevelingen van punt 9.1.3. van het "Energiebestek voor een koelinstallatie". Zie artikel 26 voor het bestek in de bijlage.
D.
KOELMACHINE
[ ADVIES ]
Het SB betalen om het koelvermogen te beoordelen met behulp van een geïnformatiseerde methode. Een dergelijke methode helpt onnodige en kostelijke overdimensioneringen te vermijden, doordat ze rekening houdt met de werkelijke inertie van het vertrek en de afvlakking van de thermische belasting die eruit voortvloeit. Zie artikel 4 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.29
Ontwerp
[ ADVIES ]
De overdimensionering en het ermee samenhangende energieverlies moeten worden vermeden: - door het koelvermogen van de koelinstallaties te berekenen op basis van: o redelijke omstandigheden binnen en buiten, o realistische extra warmtebronnen (kantoorapparatuur, verlichting, …) en gelijktijdigheidscoëfficiënten (bezettingsgraad van de vertrekken, gebruiksgraad in het bezette vertrek, …).
-
Deze elementen moeten worden beoordeeld in nauw overleg met het studiebureau, of indien de berekening wordt toevertrouwd aan de fabrikanten moet aan de inschrijvers worden gevraagd om bij hun offerte een hypothese te voegen van de dimensionering van de koelmachine. door de koelmachine zodanig te kiezen dat ze niet aanspringt bij heel sterke hitte. Zie artikelen 5 en 6 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
Het te installeren koelvermogen vaststellen op basis van een doorlopende werking (24/24 uur) van de koelmachine tijdens hittegolven. Zo kan een kleinere (en dus goedkopere) koelmachine worden gekozen, met een beter rendement het hele jaar door. Tijdens hittegolven is de verplaatsing van de koelbelasting naar de nacht gunstig: de buitentemperatuur is dan lager (beter COP) en de prijs van het kWh elektriciteit ligt lager. Dit veronderstelt een voldoende inertie van het vertrek opdat de inerte materialen tijdens de nacht de overdag opgeslagen warmte zouden afgeven. Zie artikel 7 voor het bestek in de bijlage.
KEUZE VAN DE COMPONENTEN A.
VOORBEREIDING VAN DE LUCHT
[ EIS ]
De wanden van de luchtbehandelingsgroepen isoleren.
[ ADVIES ]
Het type van warmteterugwinning moet worden gekozen in functie van de resultaten van een vergelijkende technisch-economische studie van de verschillende mogelijke systemen, opgesteld over een typisch jaar en aangepast aan de specifieke situatie van het project. Zie artikel 24 voor het bestek in de bijlage.
B.
DISTRIBUTIE VAN DE LUCHT Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.30
Ontwerp
► Kanalen [ EIS ]
Alle kanalen van verse lucht en aangeblazen lucht isoleren. De isolatie van de verseluchtkanalen is gerechtvaardigd door de risico’s van condensatie op de buitenwanden van het kanaal.
[ EIS ]
De kanalen van de afgezogen lucht isoleren: - indien ze aangesloten zijn op een systeem voor warmteterugwinning - of indien de lucht gerecycleerd is en wanneer: - ze door onbehandelde vertrekken lopen - ze in een schacht zitten die in contact is met buiten.
[ ADVIES ]
De kanalen langs buiten isoleren. Het drukverlies, en dus het verbruik van de ventilatoren, neemt toe wanneer de kanalen geïsoleerd zijn langs binnen. Bovendien biedt een beschermende bekleding geen afdoende garantie dat geen vezels worden verplaatst (afscheuren bij plaatsing, veroudering, …) en zijn de kanalen zo onmogelijk te reinigen.
[ EIS ]
Een aluminium folie en een versterkingsnet aanbrengen op het warmteisolerend materiaal in minerale wol: - de verseluchtkanalen - de kanalen die de koude of gekoelde lucht inblazen.
► Ventilatoren [ EIS ]
Centrifugale ventilatoren die zijn uitgerust met voorwaarts gebogen schoepen moeten worden vermeden voor de grote installaties (luchtdebiet hoger dan 3 000 m³/uur of totale druk hoger dan 600 Pa). De ventilatoren met schoepwerk achteraan hebben een veel beter rendement dan de ventilatoren met schoepwerk vooraan.
[ EIS ]
Voor de rechtstreekse luchtuitstoot naar buiten moeten ventilatoren worden gekozen die zijn uitgerust met een systeem dat doorgang van de lucht automatisch verhindert wanneer het toestel stilstaat. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op helicoïdale muurventilatoren en dakventilatoren.
[ ADVIES ]
De voorkeur moet worden gegeven aan ventilatoren met directe aandrijving boven ventilatoren aangedreven door riemen indien hun motor uitgerust is met een snelheidsregeling. Zo kunnen de transmissieverliezen, die schommelen tussen 2 en 13 %, worden vermeden.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.31
Ontwerp [ EIS ]
Kiezen van ventilatoren met een minimaal rendement dat conform is met artikel 9.2.2. van het "Energiebestek van een koelinstallatie”, of 60 % tot 80 % volgens het voorziene luchtdebiet.
[ EIS ]
Om het luchtdebiet te doen variëren met behulp van de ventilator, moet de regeling door vernauwing of bypass worden vermeden. Opteren voor: - een beheer van de draaisnelheid van de ventilator (continu of trapsgewijs) - het gebruik van voorrotatieschoepen voor de centrifugale ventilatoren, - het beheer van de hoek waarin de schoepen worden vastgezet voor de helicoïdale ventilatoren.
[ ADVIES ]
Voor luchtafzuiging in de sanitaire vertrekken moeten ventilatoren met twee snelheden worden gekozen. De Opdrachtgever beoordeelt of de luchtafzuiging moet kunnen werken tegen lagere snelheid in periodes waarin de vertrekken niet bezet zijn, of dat een volledige stillegging beter is.
► Blaasmonden [ EIS ]
Kiezen van blaasmonden die zijn voorzien van een eenvoudig en efficiënt debietregelsysteem. Het doel is de blaasmonden te kunnen regelen om het debiet in de verschillende vertrekken in evenwicht te brengen, en ze vervolgens in de juiste positie vast te zetten.
E.
KOELMACHINE
[ EIS ]
De keuze van de koelmachine (type van compressor, type van condensator, ..) aanpassen naargelang van de toepassing. Bijvoorbeeld, - indien de stralers worden gekozen om te werken bij hoge temperatuur, moet deze optie nuttig worden toegepast door een koelmachine die zelf werkt op hoge temperatuur; - voor de luchtcondensatoren en de koeltorens moeten ten minste ventilatoren met twee snelheden worden gekozen. In het ideale geval moet worden gekozen voor variabele snelheid. De energieprestatie van de koelmachines varieert van enkel tot dubbel. Maar de prijs schommelt ook! Alleen aan de hand van een balans van de terugverdientijd van de meerinvestering kan de investering geoptimaliseerd worden. Zie artikel 8 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Investeren in een efficiënte koelmachine De koelefficiëntie (EER of COPkoude, het prestatiecoëfficiënt in koelmodus) moet maximaal zijn en hoger dan de waarden die zijn opgenomen onder artikel 6.3.2.) van het “Energiebestek voor de uitvoering van een HVAC-installatie”.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.32
Ontwerp De “vereiste” prestatie komt overeen met de prestatie die wordt bereikt door 2/3 van de installaties op de markt, de “aanbevolen” prestatie komt overeen met de prestatie die wordt bereikt door slechts 1/3 van de installaties op de markt. Zie artikel 9 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
C.
Bij de keuze van koelmachine, de koelvloeistof kiezen: - afhankelijk van de milieueffecten (geldende reglementeringen). - afhankelijk van de vloeistof die reeds werd gekozen voor de andere machines van het park (homogeniteit voor het onderhoud).
DISTRIBUTIE VAN KOELWATER
[ EIS ]
De kanalen voldoende isoleren. Er moet een correcte isolatie van de kanalen worden voorzien, met inbegrip van de bochtstukken en de kranen, evenals van de pompen indien de fabrikant ervan een aangepaste isolerende schaal aanbiedt. Isolatie is altijd heel rendabel: door de energiebesparingen die ze oplevert, kan ze in enkele jaren tijd worden terugverdiend. Bij koeling beperkt de isolatie niet alleen het energieverlies, maar ook het risico van oppervlaktecondensatie. Zie artikel 12 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Pompen met variabele snelheid kiezen. De aanpassing van de snelheid moet gecontroleerd worden bij de oplevering zodat ze het nominaal berekende debiet leveren. Deze pompen maken een nauwkeurige afstelling mogelijk van de werkingssnelheid en een regeling van deze snelheid in functie van de behoeften. De meerprijs wordt snel terugverdiend door de vermindering van het elektriciteitsverbruik, bijvoorbeeld wanneer de installatie uitgerust is met thermostatische kranen.
[ EIS ]
Hydraulische inregeling voorzien vooraan op de “aftakkingen” van een circuit. De hydraulische inregeling is nodig om de debieten tussen de verschillende aftakkingen van het circuit te verdelen en zo de correcte werking van de batterijen te garanderen. Ze maken het mogelijk het debiet dat werkelijk door de installatie gaat te meten en de pompen met variabele snelheid correct te regelen. Aan de hand van deze aanpassing kan onnodig overmatig verbruik worden vermeden. Zie artikel 14 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.33
Ontwerp
REGELING [ EIS ]
De studie van deze post mag niet over het hoofd worden gezien: de nodige middelen moeten worden gewijd aan de studie van het systeem en aan de investering in een efficiënte regeling. Het is de regeling die het toekomstige verbruik het meest zal beïnvloeden. Zie artikel 28 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Een regeling kiezen waarvan de communicatie-interface gemakkelijk te begrijpen en te gebruiken is. Deze stellen de beheerder in staat de installatie gemakkelijk te begrijpen en te bedienen.
A. BEHEER VAN HET VERSELUCHTDEBIET [ EIS ]
Een regeling kiezen die de mogelijkheid biedt van - een wekelijkse programmering van de toevoer van verse lucht in elke zone en van het niveau van de luchtafzuiging in de sanitaire vertrekken, - automatische stopzetting van de toevoer van verse lucht in de opstartperiode, - regeling van het aangeblazen verseluchtdebiet op basis van de vergelijking van de buiten-, binnen- en richttemperaturen, - het aanpassen van het luchtdebiet van een ventilatiegroep die verschillende zones bedient aan het aantal zones in werking.
[ ADVIES ]
In het ideale geval laat deze regeling ook een jaarlijkse programmering toe in het geval van scholen.
► In vergaderzalen, conferentiezalen, ... of andere vertrekken met een onregelmatig gebruik en met een variabele bezetting
[ ADVIES ]
Het nut beoordelen van een systeem waarmee het debiet van de hygiënische lucht kan worden geregeld naargelang van de effectieve aanwezigheid van personen indien aan de hand van de regeling kan worden vermeden dat 2 000 000 m³ verse lucht per jaar moet worden behandeld. Zie artikel 29 voor het bestek in de bijlage.
[ EIS ]
Het nut beoordelen van een systeem waarmee het debiet van de hygiënische lucht kan worden geregeld in functie van de effectieve aanwezigheid van personen indien aan de hand van de regeling kan worden vermeden dat 2 000 000 m³ verse lucht per jaar moet worden behandeld.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.34
Ontwerp Dit systeem kan bijvoorbeeld bestaan uit: - een aanwezigheidsdetector die de ventilator bestuurt, - een CO2-detector die de ventilator bestuurt, of de toevoer van verse lucht. In kantoorgebouwen is het gebruikelijk dat vergaderzalen slechts 50 % van de tijd worden gebruikt. Indien de ventilatie-installatie 2 000 m³/uur behandelt en ze wordt stilgelegd buiten de gebruiksuren, of gedurende ongeveer 1 000 uur per jaar, dan vermijdt men de verwarming en het transport (en de koeling in de zomer) van 2 000 000 m³, wat neerkomt op een minimale energiewinst van 300 euro/jaar. Dit geeft voldoende redenen voor de invoering van een dergelijk regelsysteem. Eenzelfde resultaat kan worden bereikt indien de vergaderzaal constant wordt gebruikt, maar met slechts 50 % van de capaciteit.
► Voor alle vertrekken met een wisselvallige en onregelmatige bezetting Bijvoorbeeld: de kantoren van medewerkers die vaak buiten zijn, zoals werfleiders en commerciële vertegenwoordigers.
[ ADVIES ]
Het nut beoordelen van een systeem voor automatisch beheer van de toevoer van verse lucht, afhankelijk van de aanwezigheid. Bijvoorbeeld door de blaasmonden in alle vertrekken te bedienen met behulp van een aanwezigheidsdetector, gecombineerd met een ventilator met variabele snelheid. De vertrekken met een onregelmatige en wisselvallige bezetting worden niet de hele dag gebruikt. Het is dan ook onnodig ze constant te verluchten. Om alleen te ventileren bij aanwezigheid, is het dan ook nodig dat een detector wordt geplaatst, omdat het gebruik van de ruimte niet kan worden geprogrammeerd. Zie artikel 30 voor het bestek in de bijlage.
► In de garages [ ADVIES ]
Het debiet van de ventilatielucht moet worden geregeld naargelang van de behoeften, ofwel volgens het CO-gehalte, ofwel volgens een tijdsmeter indien de bezetting beperkt is tot welomschreven periodes.
B. BEHEER VAN DE VOORBEREIDING VAN DE LUCHT [ EIS ]
Kiezen voor een regeling die de luchtbehandelingsgroep automatisch stillegt afhankelijk van de gebruiksuren van het gebouw. In het bijzonder de bevochtiging en de toevoer van verse lucht moeten automatisch kunnen worden stilgelegd in periodes waarin het gebouw onbezet is.
[ EIS ]
Er op toezien dat, vóór de uiteindelijke uitstoot in het vertrek, de lucht in geen geval eerst werd gekoeld en vervolgens verwarmd door voorzieningen die energie verbruiken.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.35
Ontwerp [ EIS ]
Beheren van de werking van de bevochtiger in functie van een luchtvochtigheidsmeter of een detector in het gemeenschappelijke retourluchtkanaal. Het is onnodig de lucht constant te bevochtigen indien er watertoevoer is in de vertrekken.
[ ADVIES ]
Indien een warmteterugwinning wordt geïnstalleerd op de afgezogen lucht, moet voor een modulerende regeling worden gekozen: door bypass, recyclage, snelheidsvariatie, … Indien deze regeling gebeurt volgens de methode “alles of niets”, dan wordt de warmteterugwinning verhinderd wanneer de buitentemperatuur onder nul gaat en het risico bestaat dat de recuperator bevriest. Het is dan onmogelijk rekening te houden met de warmteterugwinning voor de dimensionering van de andere componenten. Wanneer de behoefte aan koeling zich laat voelen voor relatief lage buitentemperaturen, is het bovendien interessant de warmteterugwinning te verminderen om maximaal te profiteren van de free cooling.
C. BEHEER VAN DE TOEVOER VAN WARMTE EN KOUDE [ ADVIES ]
In het geval van een “comfortkoeling” (= behoud van het comfort van de mensen, in tegenstelling van het behoud van de temperatuur en/of de vochtigheid in specifieke vertrekken (laboratoria, museum, …), moet worden gekozen voor een regeling die het mogelijk maakt de opgelegde binnentemperatuur aan te passen naargelang van de buitentemperatuur. Een te grote thermische schok tussen binnen en buiten is oncomfortabel en energieverslindend.
[ EIS ]
Het gedrag van het systeem bestuderen in het geval de vensters worden geopend door de gebruikers (venstercontacten om de werking van de luchtinblaasgroepen te onderbreken indien de vensters worden geopend?, verhinderen dat de gebruikers de vensters kunnen openen? …).
[ EIS ]
Voor alle vertrekken een of meer van de volgende systemen voorzien: - automatische regeling van de levering van warmte en koude naargelang van de binnentemperatuur. - en manuele stopzetting.
[ EIS ]
Voor de vertrekken met een onderbroken bezetting moeten een manuele bediening en een automatische programmering met een tijdmeter worden voorzien, met het oog op: - een regime "comfort”, “verminderd”, "vorstvrij” en “uit” , - een automatische schakeling tussen deze regimes. Deze regeling zal de verwarming ’s nachts niet verminderen (daling van de watertemperatuur), maar zal ze volledig stilleggen.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.36
Ontwerp [ EIS ]
Voor de vertrekken waar activiteiten worden georganiseerd buiten de normale gebruiksuren moeten systemen worden voorzien die het mogelijk maken de werkingsduur van de installatie uit te breiden, en tegelijk een automatische terugkeer naar halve kracht te garanderen. Verschillende oplossingen kunnen worden overwogen: - programmeerbaar jaarverloop, - drukknop met uitstel, - “contact image” van de bezetting (deurcontact, …),
D. FREE COOLING [ EIS ]
Kiezen voor een regeling die “free cooling” mogelijk maakt in periodes waarin de vertrekken leegstaan: - starten van de ventilatoren en volledig openzetten van de kleppen voor aanzuiging van verse lucht afhankelijk van de binnentemperatuur en de buitentemperatuur, - stilleggen van de warmte- en koudebatterijen en van de bevochtiging.
E. REGELING VAN DE KOELMACHINE [ EIS ]
Een regeling kiezen die het mogelijk maakt de koelmachine af te regelen afhankelijk van de behoeften van het gebouw: - inschakelen van de koelwaterproductie volgens de gebruiksuren en/of de buitentemperatuur - regeling van de temperatuur van het koelwater naargelang van de reële behoeften van het gebouw. Op die manier kan verspilling worden vermeden (werking in het weekend, gelijktijdige werking van warmte en koude, ...). Bij verwarming lijkt het ons logisch dat we de verwarmingsketel niet constant op 90 °C laten draaien. Op dezelfde manier kan, met een koudwaterproductie waarvan de temperatuur varieert naargelang van het seizoen (vb. 6 °C in de zomer, 9 °C in het tussenseizoen en 12 °C in de winter) het verbruik van de compressor worden verminderd (3 % winst door verhoging met één graad, gemiddeld).
FOLLOW-UP VAN DE INSTALLATIES A. KOELING ► Indien de oppervlakte met koeling groter is dan 400 m² [ EIS ]
Een of meer systemen voorzien die het mogelijk maken het verbruik van koeling op te volgen.
[ EIS ]
Een systeem of systemen voorzien om de binnentemperatuur van ten minste één representatief controlevertrek te meten per deel van het verdeelnet.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.37
Ontwerp B. VOORBEREIDING EN DISTRIBUTIE VAN DE LUCHT [ EIS ]
Voorzien, voor elke filter, van een drukverschilmeter en een lamp die aanduidt wanneer hij vervangen moet worden (wanneer het drukverlies dat werd gekozen voor de vervanging van het filterelement werd bereikt). Een lamp op de filter of op het elektriciteitsbord waarmee ze verbonden is, en/of een alarmsignaal ter hoogte van een gecentraliseerde supervisie, moeten worden voorzien.
[ EIS ]
De servomotoren van de bedieningskleppen uitrusten met een positieopneming die een permanente controle van de goede werking van de regeling mogelijk maakt. In voorkomend geval kan dit gegeven worden gecontroleerd op het niveau van het gecentraliseerde beheerssysteem.
C. PRODUCTIE VAN KOELWATER [ EIS ]
Indien het vermogen van een koelmachine met waterverdamper hoger is dan 150 kW, moet een systeem worden voorzien voor doorlopende meting van de prestaties: elektriciteitsmeter op de voeding van de machine en energiemeter tussen de inlaat en de uitlaat van het koelwaternet.
[ ADVIES ]
De compressor(en) van de koelmachine moet(en) worden uitgerust met een teller van de werkingsuren. Aan de hand van een tijdsmeter kunnen (mits een regelmatige meting wordt uitgevoerd) eventuele functiestoornissen worden vastgesteld, zoals: - een gebrek aan koelvloeistof, - vuile wisselaars (condensator en verdamper), - de slechte staat van de compressor.
D. BEVOCHTIGING [ ADVIES ]
Elke bevochtiger uitrusten met een debietsmeter. Het waterverbruik van een bevochtiger is 10 .. 15 m³ water per jaar voor een verseluchtdebiet van 1 000 m³/uur. Bij dit waterverbruik komen de energiekosten van de bevochtiger en de prijs van de waterontharder. Dit zijn aanzienlijke uitgaven die een follow-up van de werking van de bevochtiging ruimschoots verantwoorden.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.38
Ontwerp
ONTWERP VAN EEN INSTALLATIE “MET VARIABEL KOELMIDDELDEBIET” ONTWERP VAN DE INSTALLATIES [ EIS ]
Het studiebureau/de installateur de tijd en de middelen geven die nodig zijn om het volgende te bestuderen: - het net en de plaats van de buitenunits om het rendement van de installatie te maximaliseren. - het aantal, de plaats en de snelheid van de binnenunits of de keuze van de inblaasroosters (in het geval van binnenunits met een omkleding) opdat de aanblazing van koude en warme lucht geen ongemak zou creëren in de bezettingszone, en opdat de lucht niet zou blijven hangen. Zie artikelen 33 en 34 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
De buitenunit plaatsen op een plek zonder bezonning, die goed verlucht is, beschut tegen dode bladeren en gemakkelijk toegankelijk voor onderhoud. Indien de installatie ook moet verwarmen, ook plekken die in de winter vochtig zijn, vermijden, om de behoefte aan ontdooiing in de winter te beperken. Indien de koelingslucht van de condensator een graad kouder is, wint men 3 % op het koelingsverbruik van de koelinstallatie.
[ ADVIES ]
De buitenunit zodanig opstellen dat de luchtuitlaat niet in de richting van de heersende wind staat gekeerd (zuidwesten). Indien de condensator slecht verlucht is, moet de lucht die erdoor stroomt gemiddeld warmer zijn, wat het rendement van de installatie doet dalen. Een graad meer brengt een overconsumptie van 3 % mee.
[ ADVIES ]
Indien een systeem met variabel koelmiddeldebiet voorzien is, moet het SB/de installateur de nodige tijd en middelen krijgen om het “warmte- en koudesysteem” zo goed mogelijk te configureren. Dit staat borg voor een maximale overdracht van de warmte tussen ruimtes die tegelijk verwarmd en gekoeld moeten worden. Bijvoorbeeld, in een op het noorden/zuiden georiënteerd gebouw dat verschillende groepen met variabel koelmiddeldebiet vereist, worden de groepen verdeeld zodat elk ervan een deel van de twee gevels bedient, in de plaats van ze te verdelen per gevel. Zie artikel 35 voor het bestek in de bijlage.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.39
Ontwerp
DIMENSIONERING VAN DE COMPONENTEN [ ADVIES ]
Het SB betalen om het koelvermogen te beoordelen met behulp van een geïnformatiseerde methode. Een dergelijke methode helpt onnodige en kostelijke overdimensioneringen te vermijden, doordat ze rekening houdt met de werkelijke inertie van het vertrek en de afvlakking van de thermische belasting die eruit voortvloeit. Zie artikel 4 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
De overdimensionering en het ermee samenhangende energieverlies moeten worden vermeden: - door het koelvermogen van de koelinstallaties te berekenen op basis van: o redelijke omstandigheden binnen en buiten, o realistische extra warmtebronnen (kantoorapparatuur, verlichting, …) en gelijktijdigheidscoëfficiënten (bezettingsgraad van de vertrekken, gebruiksgraad in het bezette vertrek, …). Deze elementen moeten worden beoordeeld in nauw overleg met het studiebureau, of indien de berekening wordt toevertrouwd aan de fabrikanten moet aan de inschrijvers worden gevraagd om bij hun offerte een hypothese te voegen van de dimensionering van de koelmachine. - door de koelmachine zodanig te kiezen dat ze niet aanspringt bij heel sterke hitte. Zie artikelen 5 en 6 voor het bestek in de bijlage.
[ ADVIES ]
Het te installeren koelvermogen vaststellen op basis van een doorlopende werking (24/24 uur) van de installatie tijdens hittegolven. Zo kan een kleinere (en dus goedkopere) koelmachine worden gekozen, met een beter rendement het hele jaar door. Tijdens hittegolven is de verplaatsing van de koelbelasting naar de nacht gunstig: de buitentemperatuur is dan lager (beter COP) en de prijs van het kWh elektriciteit ligt lager. Dit veronderstelt een voldoende inertie van het vertrek opdat de inerte materialen tijdens de nacht de overdag opgeslagen warmte zouden afgeven. Zie artikel 7 voor het bestek in de bijlage.
KEUZE VAN DE COMPONENTEN [ EIS ]
Indien de klimaatregelaar het vertrek ook moet verwarmen, moet een “omkeerbare” koeling worden gekozen. De verwarmingsfunctie wordt geleverd door de klimaatregelaar die werkt als warmtepomp, en niet door een aanvullende elektrische weerstand.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.40
Ontwerp Een aanvullende weerstand, die rechtstreeks werkt, heeft een veel slechtere energiebalans dan een omkeerbare machine.
[ EIS ]
Kiezen voor een koelinstallatie met een compressor met variabele snelheid of meerdere fasen voor de vertrekken met een variabele thermische belasting. Bijvoorbeeld, voor de vertrekken die onderworpen zijn aan het buitenklimaat (zoninstraling, temperatuur), met een variabele bezetting, … en niet voor een computerlokaal waarvan de thermische belasting nog min of meer constant is. Het vermogen van de compressor van de installatie moet zo worden geregeld volgens de thermische behoeften.
[ EIS ]
Investeren in een koelinstallatie waarvan de koelefficiëntie (EER), of het prestatiecoëfficiënt in koelmodus (COPkoude) maximaal is, en in elk geval hoger dan de waarden die zijn opgenomen onder artikel 2.2.1.1. van het "energiebestek voor een koelinstallatie".
[ EIS ]
Voor de installaties met een variabel koelmiddeldebiet moeten de verschillende voorgestelde componenten worden vergeleken op basis van: - het totale elektrische vermogen dat wordt opgeslorpt door de compressor en de hulpcomponenten (met inbegrip van de ventilatoren van de binnenunits) in nominale omstandigheden, - een ratio aan de hand waarvan de verhouding tussen het geleverde koudeen warmtevermogen en het geabsorbeerde elektrische vermogen kan worden beoordeeld.
[ EIS ] worden gezien.
Het belang van de isolatie van de buitenleidingen mag niet over het hoofd Ze moeten worden geïsoleerd met behulp van voorgevormde isolatieschelpen met een minimale dikte van 19 mm.
[ ADVIES ]
Wanneer de binnenunit uitgevoerd wordt met een decoratieve omkasting die niet werd ontworpen door de fabrikant, moet een verbindingsmof worden voorzien tussen de batterij en het diffusierooster. Zonder mof zal een luchtrecyclage ontstaan binnen in de omkasting. Het gevolg is dan een vermogensverlies, dat wordt gecompenseerd door het systeem via een vermindering van de temperatuur van de koelvloeistof. Dit brengt een overmatig verbruik met zich mee.
REGELING [ EIS ]
Indien het systeem koude of warmte moet produceren (omkeerbare klimaatregelaar of “warm of koud”-systeem met variabel koelmiddeldebiet), moet een regeling worden gekozen die het mogelijk maakt de overschakeling van de koelgroep tussen de levering van warmte en de levering van koude uit te stellen door een dode zone (minimum 2 graden).
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.41
Ontwerp [ EIS ]
Voor de lokale klimaatregelaars moet een systeem worden gekozen voor: - een regeling van de opgelegde omgevingstemperatuur, - een tijdsprogrammering van de werking voor elk vertrek. Bij onderbrekingen van het systeem moeten de binnenunits volledig worden stilgelegd, met inbegrip van hun ventilator.
[ EIS ]
Voor de systemen met een variabel koelmiddeldebiet moet een systeem worden gekozen dat: - zorgt voor een afzonderlijke programmering van de basisrichttemperaturen van elk vertrek, - de gebruikers in staat stelt af te wijken van de regeling door deze richttemperatuur plaatselijk aan te passen (binnen een regelbaar beperkt bereik) of door het systeem tijdelijk weer op te starten in periodes van stilstand, - een afzonderlijke tijdsprogrammering voor elk vertrek, - het beheer van het starten naargelang van de binnentemperaturen en de elektriciteitstarieven, - een jaarlijkse programmering.
[ EIS ]
Er moeten “venstercontacten” worden voorzien om de werking van de binnenunits van een systeem met variabel koelmiddeldebiet te onderbreken in het geval de ramen worden geopend.
FOLLOW-UP VAN DE INSTALLATIES ► Voor een installatie met een variabel koelmiddeldebiet [ EIS ]
Kiezen voor een beheerssysteem dat het mogelijk maakt de verschillende werkingsparameters van het systeem vast te leggen. Dit aspect is zeer belangrijk voor een follow-up van de correcte werking van de installatie, om alle problemen te vermijden die gevolgen hebben voor het verbruik en om een diagnose te helpen stellen voor functiestoornissen.
[ ADVIES ]
Kiezen voor een beheerssysteem dat de follow-up mogelijk maakt van de verdeling van de thermische productie van elk van de binnenunits.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.42
Oplevering
OPLEVERING VAN DE WERKEN [ EIS ]
Bij de oplevering van de installatie moet het volgende voorzien zijn: - een beschrijvend technisch dossier (plannen, schema’s, gebruiksaanwijzing van de toestellen), - gebruiksrichtlijnen die verstaanbaar zijn voor mensen die niet in deze materie gespecialiseerd zijn, - regelparameters, - onderhoudsinstructies (die met name de garantievoorwaarden preciseren).
[ EIS ]
Vóór de definitieve oplevering van de installatie moet worden nagegaan of de regeling goed werkt: - Zijn er zones waar het te koud is? Zones waar het te warm is? - Is de installatie uitgeschakeld in de verschillende zones wanneer deze niet worden gebruikt of wanneer er geen verwarming nodig is? Het kan interessant zijn het gebouw eens binnen te lopen op een avond, in een weekend, tijdens een week vakantie, … - Springt de installatie niet te vroeg aan? - …
[ EIS ]
Vóór de definitieve oplevering van de installatie, moet men zich ervan vergewissen dat het type en de klasse van de filter en het uiteindelijke drukverlies duidelijk zichtbaar zijn aangeduid op het filtergedeelte van de luchtbehandelingseenheid.
[ EIS ]
In de installaties met een variabel koelmiddeldebiet - moet men er op toezien dat de optimale hoeveelheid gas exact werd berekend, - moet de installatie worden getest onder stikstofdruk, gedurende minimum 48 uren, vóór de voorlopige oplevering van de werken. Eventuele lekken in het verdeelnet moeten worden opgespoord. Het moet gegarandeerd “lekvrij” zijn.
[ EIS ]
Indien het systeem koude of warmte moet produceren (omkeerbare klimaatregelaar of “warm of koud”-systeem met variabel koelmiddeldebiet), moet de dode zone die het mogelijk maakt de overschakeling van de koelgroep tussen de levering van warmte en de levering van koude uit te stellen, worden aangepast met minimum 2 graden (in het ideale geval 3 graden).
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.43
Oplevering
WERKING VAN DE INSTALLATIE [ ADVIES ]
Voor een lid van het technisch personeel moet een opleiding door de onderneming van het regelsysteem worden gefinancierd. Deze opleiding wordt “in situ” gegeven door een geschoolde opleider met pedagogische vaardigheden. De opleiding omvat: - het leren aflezen en parametreren van de lokale en centrale regelaars, - praktische oefeningen, simulaties en antwoorden op de verschillende vragen die worden gesteld. Deze opleiding wordt in zijn geheel samengevat in een syllabus die kan worden gebruikt als handleiding voor de componenten (en die niet zomaar een fotokopie is van de technische handleidingen van de componenten). Het verschil in verbruik tussen een goed en een slecht afgestelde installatie kan oplopen tot 30 % van de jaarlijkse brandstoffactuur.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.44
BIJLAGE Artikelen die moeten worden ingevoegd in het bestek van de tussen de opdrachtgever en het studiebureau gesloten overeenkomst
Productie van koud water Artikel 1. Het SB beoordeelt de koelbehoefte van de vertrekken die zijn uitgerust met koude plafonds vergeleken met de evolutie van de buitentemperatuur. Indien deze vertrekken een koelbehoefte hebben voor buitentemperaturen die lager zijn dan 14 °C, dan dient het SB de mogelijkheid na te gaan van een natuurlijke koeling van het water zonder tussenkomst van een koelgroep (“free chilling”). Artikel 2. Indien er een behoefte bestaat aan voorverwarming van de verse lucht van de vertrekken of van het sanitair warm water terwijl de koelmachine werkt, dient het SB te bestuderen of het nuttig kan zijn warmte terug te winnen: -
op de afkoeling van de gassen die worden weggeperst door de compressor, op de lucht of het water van de condensator, op de oliekoeler van de schroefcompressoren, …
Artikel 3. Indien het gebouw een permanente behoefte aan koeling heeft (computervertrek, binnenvertrekken, …), dient het SB het nut te bestuderen van, gecombineerd met eindunits die werken op een “hoge" koudwatertemperatuur, -
warmteterugwinning op de retourleiding van de kring, bijvoorbeeld om de hygiënische verse lucht van het gebouw voor te verwarmen, een natuurlijke koeling, gedurende een deel van het jaar, van het water van het circuit zonder gebruik van de koelmachine, bijvoorbeeld met behulp van een gesloten koeltoren of een luchtkoeler.
Artikel 4. Voor de beoordeling van het koelvermogen dient het SB gebruik te maken van een geïnformatiseerde methode die de reële inertie van het vertrek en de afvlakking van de thermische belasting die eruit voortvloeit in aanmerking neemt. Artikel 5. Om de overdimensionering van de koelmachine en het ermee samenhangende energieverlies te beperken, -
moet het koelvermogen van de koelinstallaties van het gebouw worden berekend op basis van o een binnentemperatuur van 25 °C (26 °C in het geval van koude plafonds) en een relatieve binnenvochtigheid van 60 %/65 %, o een buitentemperatuur van 30 °C en een relatieve buitenvochtigheid van 40 %.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.45
-
moet een koelmachine worden geselecteerd die niet aanspringt bij een buitentempartuur van 35 °C.
Artikel 6. Het SB beoordeelt, in nauwe samenwerking met de Opdrachtgever, de realistische extra warmtebronnen (kantoorapparatuur, verlichting, …) en gelijktijdigheidscoëfficiënten (bezettingsgraad van de vertrekken, gebruiksgraad in het bezette vertrek, ...) om het koelvermogen te dimensioneren. Artikel 7. Het SB stelt het te installeren koelvermogen vast op basis van een doorlopende werking (24/24 uur) van de koelmachine tijdens hittegolven. Het gaat na of de inertie volstaat om het comfort van de gebruikers te garanderen met deze dimensioneringswijze. Artikel 8. Het SB verantwoordt bij de Opdrachtgever de keuze van koelmachine (en meer bepaald van het type van compressor en de koelwijze van de condensator) naargelang van de toepassing en de rentabiliteit van de verschillende investeringen. Artikel 9. Het SB dient een koelmachine te selecteren waarvan de koelefficiëntie (EER), of de prestatiecoëfficiënt in koelmodus (COPkoude) maximaal is, en hoger dan de waarden die zijn opgenomen onder artikel 6.3.2. van het "energiebestek voor een HVAC-installatie".
Waterdistributie Artikel 10. Het SB bestudeert het ontwerp van het distributienetwerk en de plaats van de componenten voor warmte- en koudeproductie en ventilatie, met het doel het vermogen van de pompen en ventilatoren te beperken. Dit betekent dat het drukverlies wordt beperkt met behulp van zo kort mogelijke rechte leidingen die de vloeistof vervoeren tegen een lage snelheid. Artikel 11. Bij de dimensionering van de distributieleidingen wordt rekening gehouden met de regels die zijn opgenomen in artikel 7.1.2 van het “Energiebestek van een HVACinstallatie”. Artikel 12. Op het koelwaternet moeten de volgende leidingen geïsoleerd worden: -
alle koelwaterleidingen, de leidingen met koelwater (van en naar de koeltorens) op plaatsen waar er gevaar is voor vorst.
De dikte van de isolatie moet worden berekend volgens de norm NBN D30-041 zodat het energieverlies en het risico van oppervlaktecondensatie wordt beperkt.
Artikel 13. Elk straallichaam moet worden uitgerust met een hydraulische inregeling.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.46
Artikel 14. Wanneer een circulator of een pomp een circuit bedient dat bestaat uit verschillende aftakkingen, moet elk van deze aftakkingen een hydraulische inregeling omvatten. Voorafgaand aan de installatie moet het SB de regelstand bepalen door een berekening te maken. Na deze afstelling moet ten minste één hydraulische inregeling volledig worden opengezet.
Eindunits van de airconditioning “op water” Artikel 15. Indien de installatie van ventiloconvectoren “2 buizen – 2 draden” wordt overwogen, moet het SB, aan de hand van een dynamische simulatie van het thermisch gedrag van het gebouw, het jaarlijkse elektriciteitsverbruik voor een typisch klimaatjaar beoordelen. Artikel 16. Voor de berekening van het koelvermogen dat nodig is voor de koude balken en de koude plafonds, moet het SB geen rekening houden met de bronnen van latente warmte in de vertrekken. Artikel 17. Het SB beoordeelt of het zin heeft de hygiënische verse lucht in het vertrek te blazen met behulp van blaasmonden met sterke inductie (ringvormige blaasmonden), om het door de koude plafonds geleverde vermogen te verhogen en de lucht in te blazen tegen lage temperatuur in het tussenseizoen.
Koeling "alleen lucht" Artikel 18. Het SB ontwerpt een koelsysteem dat geen energievernietiging veroorzaakt door de gelijktijdige productie van warmte en koude voor de behandeling van eenzelfde vertrek, behalve indien de warmte teruggewonnen wordt op de condensator van de koudeproductie-installatie. Artikel 19. De hygiënische ventilatie van de vertrekken die niet bestemd zijn voor menselijke bezetting* gebeurt met lucht afkomstig van vertrekken met een beperkte verontreiniging, zoals kantoren, vergaderzalen, commerciële ruimten, restaurants, winkels, klaslokalen, hotelkamers (vertrekken met een verontreiniging van menselijke oorsprong). * Met “vertrekken die niet bestemd zijn voor menselijke bezetting” bedoelt men de vertrekken waar, bij een normaal gebruik, de mensen een relatief korte tijd doorbrengen (doorgangen, trappen, toiletten, archieven, opslaglokalen, ...).
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.47
Artikel 20. Indien het verseluchtdebiet van de aanblaasgroep hoger is dan 5 000 m³/u bij gebruik overdag of 2 000 m³/u bij doorlopend gebruik, beoordeelt het SB of het zin heeft een warmteterugwinning te installeren op de afgezogen lucht om de verse lucht voor te verwarmen. Indien het verseluchtdebiet van de aanblaasgroep hoger is dan 10 000 m³/u bij gebruik overdag of 4 000 m³/u bij doorlopend gebruik, voorziet het SB een warmteterugwinning op de afgezogen lucht om de verse lucht voor te verwarmen. Artikel 21. Het SB bestudeert de plaats van de verseluchttoevoer en beoordeelt het nut van een doorvoer van de hygiënische verse lucht in een thermische “buffer”-massa (ondergrondse leiding of andere). Artikel 22. Het SB bepaalt de afmetingen van de installaties op zodanige manier dat het ventilatiedebiet voldoet aan de minimum vereisten van het ARAB (30 m³/u.persoon) maar de waarde van 36 m³/u.persoon niet overschrijdt, wat overeenkomt met het niveau “gemiddelde kwaliteit” van de aanbeveling van de norm NBN EN 13779 (2004). Het verseluchtdebiet mag in geen enkel geval permanent overgedimensioneerd worden met het oog op een aanvullende koeling, verwarming of ontvochtiging van het klimaat. Het SB moet met name letten op de dimensionering van het primaireluchtdebiet van de koude balken of het verseluchtdebiet in aanwezigheid van koude plafonds. Het verseluchtdebiet mag de minimumwaarde die wordt opgelegd door de reglementeringen slechts tijdelijk overschrijden, en alleen met het oog op een natuurlijke koeling van het gebouw. In dit geval dient het SB een regelsysteem te voorzien om het verseluchtgehalte te beheren afhankelijk van de behoefte aan hygiënische ventilatie en de behoefte aan koeling.
Behandeling van de lucht Artikel 23. Indien elektrische batterijen worden overwogen, beoordeelt het SB het toekomstige verbruik aan de hand van een dynamisch simulatieprogramma. Ze worden pas voorzien indien hun verbruik als volstrekt marginaal wordt beoordeeld, dus lager dan 10 kWh/m²/jaar. Onder “ m²” moet worden verstaan, de totale bruto oppervlakte van het verwarmde gebouw. Artikel 24. De ontwerper voorziet, voor een typisch jaar, een vergelijkende technischeconomische studie van de verschillende mogelijke systemen voor warmteterugwinning. Deze vergelijking houdt rekening met:
-
de plaats van de blaas- en afzuigkanalen; het toegelaten risico van besmetting tussen de verse lucht en de vuile lucht; het terugwinrendement van zowel temperatuur als vochtigheid; de manier van regeling van de terugwinning;
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.48
-
-
het risico van bevriezen aan de kant van de afgezogen lucht en de toegepaste wijze van ontdooiing; de mogelijkheid om het vermogen van de productie van warmte, koude en vocht te verminderen, en om het vermogen van de warmte- en koudebatterijen te verminderen. Deze mogelijkheid is afhankelijk van het rendement van de warmteterugwinning en van de regelwijze ervan (modulerende regeling of “alles of niets”), van de snelheidsregeling van de ventilator; het bijkomende drukverlies van de recuperator en het elektriciteitsverbruik dat eruit voortvloeit; de plaats die de recuperator inneemt en de bijkomende investeringen die hij meebrengt; de kosten van de recuperator.
Distributie van de lucht Artikel 25. Het SB tekent het luchtdistributienet op zodanige manier uit dat de afstand tussen de ventilator en de verste blaasmond zo kort mogelijk is. Bruuske veranderingen van richting of doorsnede moeten worden vermeden. In voorkomend geval moet een beroep worden gedaan op convergerende of divergerende aansluitingen, met richtschoepen.
Artikel 26. Het SB bepaalt de afmetingen van de luchtverdeelkanalen op zodanige manier dat het drukverlies in de lineaire stukken niet hoger is dan 1 Pa/m. Het beoordeelt de mogelijkheden en de beperkingen die verband houden met een ruimere dimensionering, volgens punt 9.1.3 van het “Energiebestek voor een HVAC-installatie”.
Aanblazing van de lucht Artikel 27. Het SB bestudeert de plaats van de luchttoevoeren en -afvoeren van het vertrek, zodat de bezettingszone correct wordt verlucht door de luchtstroom en het comfort van de gebruikers gegarandeerd is.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.49
Regeling Artikel 28. Het SB besteedt een bijzondere aandacht aan het onderzoek van het regelsysteem. Het beschrijft precies en in gewone taal de logica van de afstelling van de installatie, zoals het deze ontwerpt voor de toekomstige exploitant. Artikel 29. Het beoordeelt de potentiële besparing, in m³ verse lucht per jaar, door een systeem dat het verseluchtdebiet regelt naar gelang van de effectieve aanwezigheid van mensen in de vertrekken die niet doorlopend worden gebruikt (vergaderzalen, conferentiezalen, …). Indien de beoordeelde potentiële besparing tussen 1 000 000 en 2 000 000 m³ verse lucht per jaar ligt, dient het SB het economische belang van de plaatsing van een dergelijk systeem te beoordelen. Indien de potentiële besparing hoger is dan 2 000 000 m³ verse lucht per jaar, wordt het systeem automatisch geïnstalleerd. Artikel 30. Indien het gebouw voor een deel bestaat uit vertrekken met een onregelmatige en wisselvallige bezetting dient het SB te beoordelen of het zin heeft de blaasmonden te bedienen met behulp van een aanwezigheidsdetector, gecombineerd met een ventilator met variabele snelheid.
Koeling met directe expansie Artikel 31. Indien het gebouw beschikt over een permanente warmtebron (computerlokaal, binnenvertrekken, …) en een klimaatregelaar voorzien is voor werking in de winter, dient het SB te bestuderen of het nuttig en haalbaar is de warmte van de condensator terug te winnen om bijvoorbeeld de hygiënische verse lucht van het gebouw voor te verwarmen. Artikel 32. Indien wordt voorzien dat het gebouw, gedurende langere periodes, zal beschikken over vertrekken die koude nodig hebben (computerlokaal, binnenvertrekken, vergaderzalen, …) terwijl andere vertrekken verwarming vragen (vertrekken langs de gevel), dient het SB na te gaan of het nuttig kan zijn een systeem met een variabel koelmiddeldebiet te selecteren, zodat energie kan worden overgedragen tussen zones onderling (systeem “warm en koud”). Artikel 33. Het SB bestudeert de plaats van de buitenunits en de configuratie van de koelmiddelleidingen van een koelinstallatie met directe expansie teneinde -
de lengte van de koelmiddelleidingen en het drukverlies te beperken, de vereisten van de fabrikant op het vlak van afstand en maximale hoogteverschillen tussen de buitenunit en de binnenunits en tussen de binnenunits onderling te respecteren.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.50
Artikel 34. Het SB bestudeert het aantal, de plaats en de snelheid van de binnenunits of de keuze van de inblaasroosters (in het geval van binnenunits met een omkleding) opdat de aanblazing van koude en warme lucht geen ongemak zou creëren in de bezettingszone, en opdat de lucht niet zou blijven hangen. Artikel 35. Indien een systeem met een variabel koelmiddeldebiet wordt voorzien, bestudeert het SB exact de thermische behoeften van de verschillende zones van het gebouw en configureert het een “warm en koud”-systeem, met het oog op een maximale warmteoverdracht tussen de tegelijk te verwarmen en te koelen zones.
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.51
Alle informatie over energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op www.ibgebim.be (publicaties, facilitatoren, technische hulpmiddelen, actualiteit, studiedagen, financiële steun, opleiding tot energieverantwoordelijke, …)
Toegang tot deze informatie via het luik “ondernemingen”, thema “energie” – “REG”
Checklist voor de Opdrachtgever Airconditioningsinstallatie
versie juni 2004 - p.52