Syllabus Verwarming & Sanitair
Vul hier uw naam in :
Staelens Pierre Zaakvoerder Stallo Stallo-Uitgave 2003
Vb. Condensatieketel ACV Prestige + SWW Thermomaster
Vb. Condensatieketel Buderus Logamax GB112
Vb. Condensatieketel Renova Bulex
I.2.2 - Montage van de ketel Éénmaal de ketel aangekocht, dient hij natuurlijk gemonteerd te worden. De gaswandketel is de eenvoudigste om te monteren : hij wordt gewoon aan de muur opgehangen. Voor de grotere types ketels dient u de volgende richtlijnen zoveel mogelijk in acht te nemen : • Maak de stookplaats vrij van alle rommel, verwijder alle materialen die niet in een stookplaats horen. • De standplaats van de ketel wordt zodanig gekozen dat de schouwuitgang gemakkelijk met de schouw verbonden kan worden. Hou hierbij rekening met de regels omtrent het aansluiten van de schouw (zie verder). • Maak vooraf duidelijk waar de diverse aansluitingen van de ketel zullen dienen te gebeuren. Zo hebt u de twee aansluitingen voor vertrek- en retourwater, de schouwuitgang, de ingang en uitgang van het sanitair warm water (indien voorzien), de plaatsing van de pomp(en), de toevoer van vulwater voor C Vinstallatie en boiler, de aansluiting van het expantievat. Zorg ervoor dat u voldoende plaats hebt rond de ketel om dit materiaal aan te brengen en hou er rekening mee dat er eveneens ruimte is om aan deze zaken te werken... * Achteraan de ketel dient voldoende ruimte vrij gelaten te worden voor de schouwaansluiting en voor de reiniging van de schouw. De minimale ruimte hangt sterk af van de bouwwijze en tevens van ketel tot ketel. * Ook vooraan de ketel dient er zeker voldoende plaats vrij te zijn : u moet aan de ketel kunnen om hem inwendig te reinigen. De keteldeur draait hierbij bij sommige types open... De ketel zelf wordt best op een sokkel geplaatst. Dit kan een sokkel zijn bestaande uit een licht gewapende betonlaag (vb. 10 cm dikte) geplaatst op
Pagina 8 van 118
Schema tankaansluiting met terugloopleiding Bij een tank die onder de brander ligt zal een aanzuigset gebruikt worden om op de tank aan te sluiten. Deze aanzuigset heeft een diameter van 2" en kan op één der openingen op het mangat van de tank geschroefd worden. Het bovenstuk van de aanzuigset bevat een afsluiter en twee aansluitingen voor de mazoutleidingen.
Kraan- en voetstuk van de aanzuigset
Aan de onderzijde van de aanzuigset zijn er twee rubberen slangen bevestigd. De ene dient voor de aanzuig van de brandstof naar de brander; de andere voert
het overschot terug de tank binnen. Aan de onderzijde van de aanzuigleiding bevindt zich een filterkorf die het grootste vuil uit de brandstof filtert.
Pagina 21 van 118
I.4.2.3.2 - Energiebesparing De energie wordt schaarser en duurder. Daarom worden tegenwoordig grote inspanningen gedaan om energie te besparen in de verwarming. De lage-temperatuur verwarmingssystemen (waarbij de voorlooptemperatuur zo laag mogelijk wordt gehouden) zijn om de volgende redenen energie besparend : - de ketelverliezen en de verdeelleidingsverliezen zijn kleiner - een betere temperatuursverdeling in de ruimte waardoor verlaging van de ruimte t° De vloerverwarming is ongetwijfeld de lage temperatuursverwarming bij uitstek en een garantie voor de toekomst. I.4.2.3.3 - Het vloerverwarmingskomfort
Omdat de warmteafgifte verdeeld is over de ganse vloeroppervlakte en omdat de vloerverwarming een lage temperatuurs-stralingsverwarming is bekomt men in de verwarmde ruimte een zeer gunstig temperatuursprofiel. Het gevolg is dat de ruimtetemperatuur met 2° C mag verlaagd worden zonder dat deze verlaging aangevoeld wordt als een komfortvermindering. Door deze verlaging realiseert men een besparing van ± 10% op de brandstofkosten. Een lagere ruimtetemperatuur betekent een hogere relatieve vochtigheid wat het komfortgevoel verhoogt. De lage verwarmingstemperatuur heeft een geringe luchtbeweging voor gevolg. I.4.2.3.4 - Toepassingen De vloerverwarming kan toegepast worden voor het verwarmen van - woningen - appartementsgebouwen - sporthallen - zwembaden - kerken - scholen - bibliotheken - hotels – restaurants - supermarkten - hallen enz. Men maakt onderscheid tussen 2 groepen van toepassingen: *- De vloerverwarming als integraal verwarmingssysteem. De vloerverwarming moet al de warmteverliezen van de ruimte opbrengen. De warmteafgifte van de vloerverwarming is begrensd door: - de beperkte vloeroppervlakte. (is verwarmingsoppervlakte) - de maximaal toelaatbare vloertemperatuur (om komfort te vrijwaren). Daarom is het noodzakelijk dat de ruimte zeer goed geïsoleerd is.
Pagina 53 van 118
Boilergroep
Op de boilergroep staat een pijl die de stroomrichting van het water aanduidt. Aan de zijkant bevindt zich een kraantje waarmee u de toevoer kunt afsluiten. Onderaan bevindt zich de spuiuitgang : op deze uitgang sluit u een afvoerbuis aan. Bovenaan bevindt zich de testknop. Via deze knop kunt u het overdrukventiel van de groep testen. Sluit de spui nooit af! De boiler wordt gevoed met koud water. In de boiler warmt het water op en zet bijgevolg uit. Dit verhoogt de druk in de boiler. De veiligheidsgroep voert deze overtollige druk dan ook af: het overdrukventiel opent zich en het overtollige water wordt via de spui naar buiten gebracht.
2.2.2. : De Elektrische Voeding Elektrisch bestaat de voeding erin de circulatiepomp en de aquastaat (de temperatuursvoeler) van de boiler aan te sluiten. Gaat het over een boiler in een ketel ingebouwd, dan is de bedrading steeds vooraf aangebracht: u hoeft
dus geen extra bedrading meer uit te voeren eenmaal de ketel aangesloten werd. Bij een apart staande boiler is de situatie enigszins anders : daar dient u zelf te zorgen voor alle bedrading naar de boiler (circulatiepomp en regeling). We onderscheiden hierbij de volgende situaties : * de boiler wordt op temperatuur gehouden zonder mogelijkheid van zomer-winterschakeling * er wordt zomer-winterschakeling voorzien
Pagina 103 van 118