Stand der Techniek Geïntegreerde Inbraakbeveiliging DEEL 1
Nationaal wetgevend kader in de beveiligingsector
TIS-project Inbraakbeveiliging
State of the Art Geïntegreerde Inbraakbeveiliging Deel1 Nationaal wetgevend kader in de beveiligingsector Inhoud Deel 1: Nationaal wetgevend kader in de beveiligingsector ......................3 1 De beveiligingsector ...........................................................................................3 2 De Belgische wetgeving .....................................................................................3 3 Inbraakalarmsystemen en hun componenten ..................................................4 3.1 Welke alarmsystemen vallen onder de wetgeving ..................................................... 4 3.2 Wat is verboden .......................................................................................................... 4 3.3 Wie mag een inbraakalarmsysteem plaatsen............................................................. 5 3.4 Het onderhoud ............................................................................................................ 5
4 Erkende beveiligingsonderneming ...................................................................6 4.1 Hoe herken je een erkende beveiligingsonderneming ............................................... 6 4.2 Waar vindt men de lijst van erkende beveiligingsondernemingen ............................. 7 4.3 Voorwaarden om een herkenning te bekomen........................................................... 7 4.4 Keuringsinstellingen.................................................................................................... 9 4.4 Beroepsverenigingen ................................................................................................ 10
Bijlage A .......................................................................................................12 Model: Verklaring op eer .....................................................................................12
Bibliografie ...................................................................................................13 Wetteksten ............................................................................................................13 Folder ....................................................................................................................13 Website .................................................................................................................13
2
Deel 1: Nationaal wetgevend kader in de beveiligingsector 1 De beveiligingsector De sector van de beveiliging heeft betrekking op het materiaal dat gebruikt wordt om misdrijven (zoals inbraak) te voorkomen of vast te stellen. Het kan gaan om mechanisch materiaal zoals deursloten, inbraakwerende materialen enz…, maar ook om elektronisch en elektromechanisch materiaal zoals inbraakalarmsystemen, elektromechanische sloten, toegangscontrole enz… Dit materiaal kan aangewend worden voor het beveiligen van onroerende goederen. De verkoop of het verspreiden van materiaal is niet aan wettelijke regels onderworpen. Deze markt is dus vrij. Sommige activiteiten met betrekking tot materiaal zijn echter wel wettelijk geregeld, zoals: ¾
het gebruik van alarmsystemen en hun componenten;
¾
de conceptie, de plaatsing, het onderhoud en de herstelling van alarmsystemen en -centrales gebeurt door een erkende beveiligingsonderneming
2 De Belgische wetgeving Het KB van 19.06.2002 genaamd “KB tot vaststelling van de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales”, beschrijft de wettelijke reglementen en bepalingen die heden van kracht zijn voor alarmsystemen en hun componenten. De omzendbrief van 15 mei 2003 inzake de installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen verduidelijkt de regelgeving beschreven in het KB van 19.06.2002. Daarnaast is de erkenning van beveiligingsondernemingen (erkende alarminstallateur) wettelijk geregeld. Deze regelgeving staat beschreven in het KB van 13 juni 2002 genaamd “KB betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een erkenning als beveiligingsonderneming”. Die regelgeving werd aangevuld door artikels 4 en 6 van het KB van 7 april 2003 betreffende bepaalde bewakingsmethodes. Zie ook SPV 03 (ministerieel rondschrijven) van 27 oktober 2003 en voorral SPV 02 van 19 juni 2003.
3
3 Inbraakalarmsystemen en hun componenten 3.1 Welke alarmsystemen vallen onder de wetgeving De regelgeving is van toepassing op alarmsystemen die geïnstalleerd zijn in enig onroerend goed, die een (een poging tot) indringing signaleren, en voorzien zijn van een buitensirene, een buitenlicht of een meldsysteem (stil alarm). ¾
Buitensirene: elk toestel dat geluidssignalen geeft, welke gehoord kunnen worden door derden (niet de gebruiker van het alarmsysteem) die zich niet in het beveiligde goed bevinden. Ze kan dus ook binnen het beveiligde goed aangebracht zijn. Ze mag worden gebruikt, maar het is niet verplicht. Indien ervoor gekozen wordt, mag ze bij een alarm maximaal 3 minuten en bij een sabotage maximaal acht minuten geluid maken.
¾
Buitenlicht: elk zwaailicht en/of knipperlicht, zichtbaar van op de openbare weg. Indien een buitensirene wordt toegepast, moet deze verplicht voorzien zijn van een buitenlicht. Het buitenlicht functioneert tot het alarm is uitgeschakeld. Maar ingeval geen buitensirene wordt toegepast, is een buitenlicht niet verplicht, maar men mag deze toepassen.
¾
Meldsysteem (stil alarm): elk communicatiemiddel waarmee een persoon (ook de gebruiker van het alarmsysteem) die zich niet bevindt in het beveiligde goed, op de hoogte gebracht kan worden van een alarmsignaal
3.2 Wat is verboden 3.2.1 Verboden componenten Sommige componenten zijn “totaal” verboden. Het gaat dan om componenten die een doeltreffende tussenkomst van de hulp –of politiediensten zouden kunnen hinderen of indien ze letsel kunnen toebrengen aan personen die de limieten van de beveiligingsinstallatie overschrijden.
3.2.2 Rechtstreekse oproepen Automatische meldingen (b.v. door een stil alarm via een vooraf opgenomen telefonisch bericht) rechtstreeks bij de politie zijn verboden. De politie mag alleen opgeroepen worden nadat is nagegaan of het wel om een echt alarm ging.
4
De gebruiker zelf kan hiervoor zorgen, maar mag daarvoor ook een contactpersoon of een bewakingsagent van een bewakingsonderneming aanstellen. De gebruiker of de contactpersoon gaat na of er verdachte elementen zijn die wijzen op een inbraak, zonder onnodige risico’s te nemen. B.v. verdacht geluid in huis, inbraaksporen, voetstappen in de tuin, verdacht voertuig enz… Na vaststelling van het minste verdachte element ter plaatse of inde alarmcentrale (door technische middelen, zoals videobeelden, alarm door meerdere detectoren, enz…) kan de politie verwittigt worden.
3.3 Wie mag een inbraakalarmsysteem plaatsen Een inbraakalarmsysteem (vallende onder de wetgeving) mag enkel worden geplaatst door de gebruiker zelf of door een erkende beveiligingsonderneming (erkende alarminstallateur). Na de installatie mag men het alarmsysteem niet zomaar in gebruik nemen. Een erkende beveiligingsonderneming dient het alarmsysteem altijd eerst na te kijken, of men deze zelf geïnstalleerd heeft of niet. Deze onderneming zal onderzoeken of het systeem geen valse alarmen veroorzaakt en of het bij een gebruikelijke inbraak wel degelijk functioneert, en levert hierna een gebruikerboekje af. De erkende beveiligingsonderneming zal er de voornaamste gegevens van het alarmsysteem in noteren.
3.4 Het onderhoud Een inbraakalarmsysteem, waarop de wetgeving van toepassing is, moet jaarlijks door een erkende beveiligingsonderneming worden nagekeken. Dit hoeft niet de onderneming te zijn die het alarmsysteem installeerde.
3.5 INCERT De verkoop of het verspreiden van alarmsystemen en hun componenten is niet meer aan wettelijke regels onderworpen. Deze markt is dus vrij. De gebruiker en de beveiligingsondernemingen moeten wel nog kunnen nagaan of het materiaal dat zij wensen te kopen of te installeren, kwaliteitsvol is. Om hieraan tegemoet te komen heeft de Federale overheid met het verzekeringswezen en de beveiligingsindustrie afspraken gemaakt voor een eenvormig (vrijwillig) kwaliteitslabel. Dit label kreeg de naam INCERT en staat voor “INtrusion CERTification”.
5
Kwaliteitsvolle systemen zijn voorzien van dit label, dit is ofwel de aanduiding ‘MIBZ’ gevolgd door 8 cijfers ofwel de aanduiding ‘INCERT’. Het beheer van de kwaliteitsnorm is in handen van het Belgisch Elektrotechnisch Comité v.z.w. (BEC), meer bepaald het Technisch Comité 79 (TC 79). Dit comité legt de kwaliteitseisen vast voor de alarmsysteemcomponenten en beveiligingondernemingen. Deze eisen staan beschreven in de zogenaamde technische nota’s, uitgegeven door het BEC. De technische nota’s betrekking hebbende op inbraakalarmsystemen zijn: ¾
De componenten: T-014
¾
De draadloze componenten: T-014A
¾
De beveiligingsonderneming: T-015/2
Voor het bepalen en het beheer van de certificeringregels werd een merkcomité opgericht. Het BEC zit dit merkcomité voor. Het certificeren van alarmsystemen of-
Figure 1 INCERT systeem
componenten zelf wordt uitgevoerd door private geaccrediteerde* organismen (Fig. 1). Een lijst van de huidige geaccrediteerde certificatieorganismen vind je op de website van INCERT – www.incert.be
4 Erkende beveiligingsonderneming 4.1 Hoe herken je een erkende beveiligingsonderneming Indien een beveiligingsonderneming (erken alarminstallateur) erkend is, betekent dit dat deze onderneming erkend is door de minister van Binnenlandse Zaken. De herkenning houdt in dat de onderneming het recht heeft om beveiligingsactiviteiten uit te oefenen of om zich als dusdanig uit te geven.
*
De accreditatie valt onder de bevoegdheid van BELCERT, zie http://belac.fgov.be/belcert/home_nl.htm
6
Men kan de onderneming herkennen aan het erkenningsnummer dat bestaat uit 8 cijfers. Dat nummer vindt u terug op alle documenten die uitgaan van de onderneming: folders, contracten, facturen, publiciteit, naamkaartjes,… De personeelsleden moeten in het bezit zijn van een identificatiekaart. Deze is uitgereikt door FOD binnenlandse zaken. Deze identificatiekaart is slechts uitgereikt op aanvraag van de erkende beveiligingsonderneming. Installateurs, onderhoudspersoneel en verkopers dragen deze kaart altijd bij. Op uw vraag zullen zij u deze kaart tonen.
4.2 Waar vindt men de lijst van erkende beveiligingsondernemingen Men kan de lijst van erkende beveiligingsondernemingen opvragen op de website van de Directie Private Veiligheid www.vigilis.be, van de FOD Binnenlandse Zaken. De rechtstreekse link naar deze lijst is: http://www.vigilis.be/Pages/main.aspx?Culture=nl&pageid=beveiliging/onderneming/onderne migen
4.3 Voorwaarden om een herkenning te bekomen Indien men erkenning wenst te verkrijgen als beveiligingsonderneming dient men een aanvraag, aangetekend en gehandtekend, per post aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid toe te richten. De aanvraag bevat volgende stukken, zowel voor natuurlijke personen (b.v. zelfstandige) als rechtspersonen (b.v. vennootschap):
Het inschrijvingsnummer van de onderneming in het handelsregister of het ondernemingsnummer van de onderneming in de kruispuntbank voor ondernemingen (KBO) in te vullen in de verklaring op eer (model zie Bijlage A).
Een kopie van het keuringsverslag waaruit blijkt dat de onderneming voldoet aan de technische vereisten zoals bepaald in artikel 4 van het Koninklijk Besluit van 13 juni 2002. Deze technische vereisten hebben betrekking op verplichte technische uitrusting waarover de onderneming dient te beschikken. Het keuringsverslag wordt afgeleverd door een erkende keuringsinstelling (zie 4.3).
7
Een afschrift van het getuigschrift van elektrotechnisch installateur (vestigingsgetuigschrift) uit hoofde van de onderneming, of het bewijs dat de onderneming voldoet aan de beroepsbekwaamheid van elektrotechnisch installateur (bewijs inschrijving van de beroepsbekwaamheid in de KBO)
Het registratienummer als aannemer in te vullen in de verklaring op eer. Indien de onderneming bij de aanvraag nog geen registratienummer als aannemer heeft, beschikt deze over een termijn van maximum 6 maanden, vanaf de datum van het overmaken van de notificatie m.b.t. de erkenning als beveiligingsonderneming, om dit nummer over te maken.
Wat betreft het personeel van de onderneming moeten de volgende gegevens worden overgemaakt (zelfs ingeval het een éénmansonderneming betreft): a) Het totaal aantal personeelsleden van de onderneming (uitgedrukt in één getal). b) Een lijst van het leidinggevend personeel (en de leden van de Raad van Bestuur) met vermelding van hun naam, voornamen, geboortedatum, nationaliteit, volledig adres en datum van indiensttreding. c) Een lijst van het uitvoerend personeel dat belast is met beveiligingsactiviteiten (dit zijn personeelsleden die activiteiten inzake conceptie, installatie, onderhoud of herstel van alarmsystemen of alarmcentrales uitoefenen) met vermelding van hun naam, voornamen, geboortedatum, nationaliteit, volledig adres, datum van indiensttreding en hun taakomschrijving (conceptie, installatie, …). d) Een origineel of een kopie van een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, met de vermelding van de activiteiten waarvoor u het getuigschrift vraagt n.l. een functie binnen een beveiligingsonderneming, of een gelijkwaardig bewijs voor personen die hun woonplaats in het buitenland hebben voor het leidinggevend en uitvoerend personeel vermeld in de punten b en c. Dit getuigschrift mag maximaal zes maanden oud zijn wanneer de aanvraag wordt ingediend. e) Een curriculum vitae (beschrijving van het beroepsverleden) in hoofde van het leidinggevend personeel en de leden van de Raad van bestuur van de onderneming.
8
d) Overeenkomstig artikel 7,§2 van de Wet van 10.04.1990, gewijzigd in mei 2004 moet elk personeelslid zijn schriftelijke instemming verlenen met het oog op een veiligheidsonderzoek. e) Het bewijs dat de personeelsleden voldoen aan de opleidingsvoorwaarden (kopie van de opleidingscertificaten). f)
De betaling van 371, 84 Euro aan administratieve dossierkosten op postrekeningnummer 679-2005794-28 van het ‘Fonds voor de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen, de interne bewakingsdiensten en de privé-detectives' met de mededeling "dossierkosten aanvraag erkenning". Deze betaling is verschuldigd krachtens artikel 4 § 2 van het Koninklijk besluit van 8 februari 1999 . De datum van betaling van deze administratieve dossierkosten dient meegedeeld te worden in de verklaring op eer.
Bijkomend voor rechtspersonen (vennootschappen): Een kopie van de oprichtingsakte en / of statutenwijzigingen, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, met de actuele gegevens met betrekking tot de personalia van de leden van de Raad van bestuur, de omschrijving van hun bevoegdheden, de maatschappelijke benaming, het maatschappelijk doel en de maatschappelijke zetel van de onderneming.
4.4 Keuringsinstellingen Een erkende beveiligingsonderneming dient over de nodige ‘technische uitrusting’ te beschikken, welke beschreven staat in artikel 4 van het K.B.13.06.2002. Deze ‘technische uitrusting’ wordt gecontroleerd door geaccrediteerde keuringsinstellingen die door de Minister van Binnenlandse Zaken worden aangeduid. Op heden werden volgende instellingen aangeduid om deze controles uit te voeren:
Alarm Industrie Associatie VZW Association des Industries de l’Alarme ASBL (A.I.A.) A. Reyerslaan / avenue A. Reyers, 80 1030 Brussel / Bruxelles tel: 32 (0)2.706.79.91 fax:32 (0)2.706.80.09 e-mail:
[email protected] website: www.aia.be
9
Electro-Test VZW Steenwagensstraat, 48 1820 MELSBROEK Tel.: 02/751.98.39 Fax: 02/751.52.09 e-mail :
[email protected] meer info : www.electro-test.be
Nationale vereniging voor beveiliging tegen brand en binnendringing VZW (N.V.B.B.) / Association Nationale pour la Protection contre l’incendie et l’intrusion ASBL (A.N.P.I.) Parc Scientifique Fleming 1348 LOUVAIN-LA-NEUVE-SUD 32 (0)10.47.52.11 e-mail:
[email protected] meer info: www.anpi-nvbb.be
4.4 Beroepsverenigingen Volgende 5 beroepsverenigingen zij actief in de beveiligingsector: Overkoepelende organisatie die LVMEB, NELECTRA, FEDELEC (de verenigingen van de installateurs) en AFIDIS verenigt. ALIA vzw vertegenwoordigt de gehele sector van de elektronische beveiliging. Heizel Esplanade, Buro & Design Center, bus 35 B-1020 Brussel tel: 0498 59 86 67
[email protected] Vereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van beveiligingsmateriaal. Diamant Building Bd. A. Reyerslaan 80 B-1030 Brussel
10
Landelijke Vereniging van de Meesters Elektriciens van België vzw (LVMEB) Association Nationale des Patrons Electriciens de Belgique asbl (ANPEB) Maurice Herbettelaan / Boulevard Maurice Herbette, 38 A 1070 ANDERLECHT tel: 32 (0)2.526.08.30 fax: 32 (0)2.526.08.39 e-mail:
[email protected] website: www.lvmeb.be Nationale Federatie van electrotechnische ondernemers vzw Fédération Nationale des Installateurs Electriciens asbl (FEDELEC) J. Chantraineplantsoen, 1 3070 Kortenberg tel: 32 (0)2.757.65.12 fax: 32 (0)2.757.65.41 e-mail:
[email protected] website: www.fedelec.be NELECTRA - Nationaal Verbond der Zelfstandige Electriciens en Handelaars in Elektrische Toestellen vzw Parkresidentie Stationlei 78 bus 1/1 1800 Vilvoorde 32 (0)2.550.17.11 e-mail:
[email protected] website: www.nelectra.be
11
Bijlage A Model: Verklaring op eer
12
Bibliografie Wetteksten Koninklijk besluit van 19 juni 2002 tot vaststelling van de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales. Omzendbrief van 15 mei 2003 (SPV-02) inzake de installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen. Koninklijk besluit van 13 juni 2002 betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een erkenning als beveiligingsonderneming. Koninklijk besluit van 10 april 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 2002 betreffende voorwaarden tot het verkrijgen van een erkenning als beveiligingsonderneming. Programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.
Folder Alarm Liever niet (node)loos! – uitgegeven door de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse zaken.
Website www.vigilis.be - Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid www.incert.be – INCERT label
13