Stagestructuur Altra College West 2012-2013 Mei 2013
Inleiding Voor u ligt de stagestructuur zoals deze is beschreven voor het Altra College West. Wij hebben diverse groepen al op deze manier laten draaien en constateren dat dit systeem voor zowel de leerling als de school goed werkt. Leerlingen komen soms vanuit de onderbouw met een beetje stage-ervaring naar de bovenbouw. Hier gaat de ontwikkeling in dezelfde snelheid door in de groepsstage. Als laatste mag de leerling zelfstandig op stage. Hij / zij heeft dan de juiste doelen en competenties in huis om dit succesvol te doorlopen. Veel lees plezier!
Ijf Blokker Werkmeester, Altra College West
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................... 2 Schema stagestructuur .............................................................................................................. 3 Interne stage ............................................................................................................................ 4 Groepsstage ............................................................................................................................. 5 Stage entreeklas ....................................................................................................................... 7 Bijlage 1: Checklist Stagegeschiktheid ......................................................................................... 8 Bijlage 2: Competentieformulier Stage entreeklas........................................................................ 10
...........................................................................................................................................
2
Schema stagestructuur
Onderbouw
Pre Entree
Interne stage
Groepsstage
Entree
Werkmeester
Individuele stage
6 tot 8 weken
Fase 1
1dagdeel per Stagedocent
leerling
week
Individuele stage
400 uur
3 tot 6 weken 1 uur per dag
100 uur
Wel / niet goed doorlopen
180 uur
Is niet
Doorstroom
verplicht
Entree
Fase 2 - 3
ROC of arbeid
...........................................................................................................................................
3
Interne stage Met de interne stage van de onderbouw kunnen leerlingen al een start maken met het stagetraject dat in de bovenbouw wordt ingezet. Dit is goed voor de ontwikkeling van de leerling, maar niet verplicht. Het gaat bij de interne stage niet in de eerste plaats om de werkzaamheden die de jongeren verrichten, maar vooral om de basisberoepshouding die zij zich eigen moeten maken. De druk moet niet te hoog zijn voor de leerling. De werkzaamheden bestaan uit kleine klussen in en om het gebouw. Denk aan boodschappen doen voor kantinewinkel, koffie rondbrengen aan collega’s, kleine reparaties uitvoeren onder leiding van een conciërge / huismeester. De leerlingen volgen een afgebakend traject, waarin een intern stagecontract leidend kan zijn. In dit contract zijn de basiscompetenties omschreven die wij als school inzetten als leerdoel. Voorbeelden:
Sociale vaardigheden o
Motivatie o
Algemene houding Discipline
Arbeidsvaardigheden o
Werktempo
o
Omgaan met kritiek
Leerhouding o
Samenwerken
o
zelfstandigheid
Het traject duurt 3 tot 6 weken en kan verlengd worden. Het is belangrijk dat de leerling ook zelf kan aangeven wat wel of niet goed loopt. De stage docent of mentor coördineert het traject en houdt de individuele ontwikkeling van de leerling bij. Dit wordt vastgelegd in het leerling volgsysteem. Als de leerling doorstroomt naar de bovenbouw kan hij / zij dan al laten zien dat hij de basis voor een stage heeft gelegd en dat hij een klaar is voor een volgend traject. Gezien het ongedwongen karakter van de interne stage komen alleen gemotiveerde leerlingen hiervoor in aanmerking. Het kan daardoor voorkomen dat van een bepaalde klas niemand intern stage loopt. Het is belangrijk voor het gehele traject dat de registratie op orde is en duidelijk is voor iedereen. Het is geen onderdeel van het drempelonderzoek dat wordt afgenomen voordat een leerling doorstroomt. Benodigdheden voor de interne stage: •
Stagedocent
•
Mentor
•
Werkzaamheden in en om school
•
Registratie lvs (kaarten)
•
Duidelijke haalbare doelen voor de leerlingen.
•
Beloning ( hoeft geen geld te zijn)
...........................................................................................................................................
4
Groepsstage Bij de groepsstage werken de leerlingen aan de basiscompetenties. De groepsstage wordt daarom ook gebruikt als meetinstrument om te kijken of een leerling alles in huis heeft om zelfstandig zijn stage te kunnen lopen. Hierbij maken we gebruik van een stagegeschiktheidsformulier. Los van het lespakket op school geldt de regel: eerst een groepsstage, dan pas een individuele stage. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk, bijvoorbeeld voor een leerling die al een aantal maanden werkt. Bij een groepsstage gaan kleine groepjes leerlingen onder leiding van een werkmeester naar een bedrijf, om mee te draaien in het dagelijkse werkproces. De leerlingen moeten in deze periode leren op tijd te komen en maken zich een basiswerkhouding eigen. Leerlingen gaan onder leiding van mensen uit het bedrijf aan het werk. De werkmeester is ook aan het werk, tenzij er ergens ondersteuning voor de leerling of het bedrijf nodig is. Altra College West maakt gebruik van een stagecontract. Hierin staan competenties benoemd die voor iedereen gelden. Daarnaast is er ruimte voor persoonlijke doelen. De competenties die wij hanteren;
Sociale vaardigheden o
Taalbegrip
o
Uiterlijke verzorging
o
Omgevingsensitiviteit
o
Algemene houding
Motivatie o
Energieniveau
o
Doorzettingsvermogen
o
Flexibiliteit
o
Discipline
Arbeidsvaardigheden o
Omgaan met kritiek
o
Omgaan met hiërarchie
o
Afspraken nakomen
o
Werktempo
Leerhouding o
Leergierigheid
o
Zelfstandigheid
o
Samenwerken
Na een stageperiode kan de werkmeester, aan de hand van het competentiemodel en de checklist, besluiten of de leerling alles in huis heeft om individueel stage te lopen. Groepsstages duren 6 tot 8 weken, bij voorkeur met een looptijd van vakantie tot vakantie. De uren worden in overleg met het bedrijf vast gesteld, waarbij een minimum van 2,5 uren geldt. Leerlingen mogen niet jonger zijn dan 15 jaar voordat zij mee gaan op groepsstage. Ouders ontvangen een kopie van het stagecontract en een begeleidend schrijven over de inhoud van de groepsstage.
...........................................................................................................................................
5
Aan het eind van een groepsstage willen we aandacht schenken aan het behalen van de competenties, bijvoorbeeld via een certificaat, die in het portfolio kan. Als een leerling de groepstage goed heeft doorlopen en zijn mentor ook vind dat hij / zij individueel stage kan gaan lopen, kan hij / op zoek naar een stageplaats. Daar moeten zij in deze fase 280 uren werken. De uren van groepsstage tellen niet mee. Er wordt geen stagevergoeding uitgekeerd. Wel zorgt de school ervoor dat de leerlingen bij het bedrijf kunnen komen, bijvoorbeeld in de vorm van openbaar vervoer of een auto / bus. De werkmeester dient goed bereikbaar te zijn op dagen van de groepsstage. Als belangrijke vuistregel geldt voor de leerlingen: te laat komen kan gebeuren, maar niet zonder bericht. Bij drie maal te laat komen zonder afbericht wordt de groepsstage voor de leerling per direct beëindigd. De leerling is dan bij een volgende groepsstage weer welkom. Benodigdheden voor de groepsstage: •
Werkmeester met mobiel van werk
•
Bedrijf.
•
Vervoer van en naar bedrijf.
•
Stage contracten.
•
Checklist stagegeschiktheid
•
Certificaten
•
Beloning (lunch, hapje / drankje, kleinigheidje)
...........................................................................................................................................
6
Stage entreeklas Bij de entreeklas moeten leerlingen 400 uur stage lopen op individuele basis. De leerling mag zelf een bedrijf zoeken waar hij stage wil lopen en de stage organiseren. Mocht dit niet lukken, dan ondersteunt de mentor. Uitgangspunt daarbij is dat het stagebedrijf dicht bij zijn / haar interesse ligt. In de entreeklas kan de leerling nier meer met de groepsstage meedraaien. De leerling moet nu competent genoeg zijn om verder te gaan en heeft de begeleiding die wordt geboden in de groepsstage niet meer nodig. Wel gaat de mentor een aantal keren per stageperiode op stagebezoek om te kijken hoe de leerling het doet in het bedrijf. Er is dan ook ruimte om de werkbegeleider te spreken en eventueel afspraken of verbeterpunten af te spreken De competenties worden nog verder uitgewerkt en doelen zijn puntsgewijs te benaderen via vaste formulieren. Deze formulieren zijn vaker inzetbaar tijdens een stage periode waardoor de resultaten ook meetbaar zijn.
...........................................................................................................................................
7
Bijlage 1: Checklist Stagegeschiktheid Naam leerling: …………………….. Leeftijd:
……………………..
Naam mentor: …………………….. Datum:
……………………..
Sociale vaardigheden
Ja
moeite mee
Nee
•
Leerling kan zich aan afspraak houden:
…
…
…
•
Komt op tijd:
…
…
…
•
Kan met conflicten omgaan
…
…
…
•
Kan opdrachten aanvaarden/uitvoeren
…
…
…
•
Durft vragen te stellen
…
…
…
•
Staat open voor kritiek
…
…
…
•
Is hulpvaardig
…
…
…
•
Gaat goed met andere leerlingen om
…
…
…
•
Heeft een reëel zelfbeeld
…
…
…
Vaardigheden m.b.t. werk:
onvoldoende
voldoende
goed
•
Leerling is netjes tijdens het werk
…
…
…
•
Hanteert gereedschappen
…
…
…
•
Grove motoriek
…
…
…
•
Fijne motoriek
…
…
…
•
Motoriek in het algemeen
…
…
…
•
Werkt nauwkeurig
…
…
…
•
Werkt zelfstandig
…
…
…
•
Neemt zelf initiatief
…
…
…
•
Ruimtelijk inzicht
…
…
…
•
Veilige manier met gereedschap omgaan
…
…
…
•
Maakt werkstukken af
…
…
…
•
Heeft doorzettingsvermogen
…
…
…
Gezondheid
regelmatig
zelden
nooit
•
Gebruikt drugs
…
…
…
•
Gebruikt alcohol
…
…
…
•
Heeft lichamelijke klachten/medicatie
…
…
…
•
Meldt zich ziek
…
…
…
•
Sport
…
…
…
•
Uiterlijke verzorging/ lichamelijke verz.
………………………………
...........................................................................................................................................
8
Thuisituatie: •
Bij wie/waar woont leerling
………………………….
•
Staan ouders positief t.o. stage
………………………….
•
Staan ouders positief t.o. beroepskeuze
………………………….
•
Van welk vervoermiddel maakt leerling gebruik
………………………….
Overige vragen: •
Heeft de leerling werkervaring
………………………….
•
Opleidingswens
………………………….
•
Beroepskeuze
………………………….
•
Vrijetijdsbesteding en hobby’s
………………………….
•
Contact met politie en justitie
………………………….
Eventuele opmerkingen en aanvullingen op de achter kant van dit blad!
...........................................................................................................................................
9
Bijlage 2: Competentieformulier Stage entreeklas Beoordeling van ____________ Entree ..-..-2013 Competenties 1. Voorbereiden eigen werkzaamheden A. Ontvangen van de werkopdracht of instructie.
0 0 0 0 0
B. Lezen en begrijpen van de informatie.
0 0 0 0 0
C. Plannen van de werkzaamheden.
0 0 0 0 0
D. Verzamelen van gereedschappen en materialen.
0 0 0 0 0
E. Gereedschappen herkennen en benoemen.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2. Veilig en milieubewust werken A. Handelen volgens de regels en voorschriften van Arbo, veiligheid
0 0 0 0 0
en milieu.
0 0 0 0 0
B. Alert en actief op onveilige situaties reageren. 0 0 0 0 0 C. Goed en efficiënt gebruiken van materialen, gereedschappen.
0 0 0 0 0
D. De eigen werkplek overzichtelijk houden.
0 0 0 0 0
E. Afval verzamelen, sorteren en afvoeren volgens de regels.
0 0 0 0 0
3. Zorg dragen voor kwaliteit
0 0 0 0 0
A. Werken volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever
0 0 0 0 0
B. Nakomen van gemaakte afspraken.
0 0 0 0 0
C. Efficiënt en kostenbewust omgaan met materialen, gereedschappen, tijd en energie.
0 0 0 0 0
D. Nauwkeurig en geconcentreerd werken.
0 0 0 0 0
E. Werken volgens bedrijfsvoorschriften.
0 0 0 0 0
F. Registreren van de werkzaamheden.
0 0 0 0 0
G. Signaleren en melden van fouten en verstoringen.
0 0 0 0 0
H. Eigen werkzaamheden controleren.
0 0 0 0 0
I. Eigen werkzaamheden evalueren.
0 0 0 0 0
4. Samenwerken
0 0 0 0 0
A. Aanpassen aan de bedrijfscultuur. Je weet wat je collega’s van je verwachten.
0 0 0 0 0
B. Communiceren op de werkvloer.
0 0 0 0 0
C. Vragen en krijgen van feedback. Je vraagt of je je werk goed doet.
0 0 0 0 0
D. Werkbesprekingen/werkoverleg bijwonen.
0 0 0 0 0
E. Hulp vragen als dat nodig is.
0 0 0 0 0
F. Flexibel omgaan met verschillende taken.
0 0 0 0 0
G. Werken in een team.
0 0 0 0 0
...........................................................................................................................................
10
5. Communiceren tijdens werkzaamheden
0 0 0 0 0
A. Hanteren van correcte omgangsvormen.
0 0 0 0 0
B. Afstemmen van de communicatie op de ander en de situatie.
0 0 0 0 0
C. Een boodschap kort en duidelijk overbrengen.
0 0 0 0 0
D. Een boodschap ontvangen.
0 0 0 0 0
E. Een probleem voorleggen aan de leidinggevende.
0 0 0 0 0
F. Beheerst omgaan met eigen gevoelens.
0 0 0 0 0
G. Standaardformulieren invullen.
0 0 0 0 0
6. Klantgericht handelen
0 0 0 0 0
A. Vragen naar de wensen en behoeften van de klant.
0 0 0 0 0
B. De klant van dienst zijn.
0 0 0 0 0
C. Indien nodig een klant naar een collega verwijzen.
0 0 0 0 0
D. Beperken van hinder van de werkzaamheden die worden uitgevoerd.
0 0 0 0 0
E. Afspraken met een klant nakomen.
0 0 0 0 0
7. Omgaan met problemen
0 0 0 0 0
A. Een probleem signaleren.
0 0 0 0 0
B. Vaststellen of een probleem zelf opgelost kan worden of gemeld moet worden. 0 0 0 0 0 C. Een probleem oplossen.
0 0 0 0 0
8. Beroepscompetenties blijven ontwikkelen
0 0 0 0 0
A. Eigen werkzaamheden evalueren.
0 0 0 0 0
B. Raadplegen van verschillende bronnen.
0 0 0 0 0
C. In kaart brengen wat goed/nog niet goed gaat.
0 0 0 0 0
D. In kaart brengen welke beroepscompetenties verder ontwikkeld moeten
0 0 0 0 0
worden. E. Samen met leidinggevende bepalen wat hij/zij daarvoor moet doen.
0 0 0 0 0
F. Motivatie tonen om te leren.
0 0 0 0 0
G. Je eigen leerproces sturen.
0 0 0 0 0
9. Werkrelaties onderhouden
0 0 0 0 0
A. Opvolgen van instructies.
0 0 0 0 0
B. Je loyaal opstellen ten opzichte van bedrijf en collega’s.
0 0 0 0 0
C. Inzet en motivatie tonen.
0 0 0 0 0
D. Deelnemen aan functionerings- en beoordelingsgesprekken.
0 0 0 0 0
E. Deelnemen aan een werkoverleg.
0 0 0 0 0
F. Een mening hebben.
0 0 0 0 0
G. Een arbeidscontract sluiten en beëindigen.
0 0 0 0 0
...........................................................................................................................................
11
H. Solliciteren.
0 0 0 0 0
I. Weten wat je moet doen om werk te vinden.
0 0 0 0 0
J. Gebruikmaken van je rechten en plichten als werknemer.
0 0 0 0 0
K. Deelnemen aan verkiezingen voor ondernemingsraad of personeelsvereniging.
0 0 0 0 0
...........................................................................................................................................
12