ARBEIDSREGLEMENT
Onderhavig arbeidsreglement werd neergelegd bij het kantoor van de gewestelijke Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg.
Stadsbestuur Eeklo Industrielaan 2 9900 Eeklo
Tewerkstellingsplaatsen: Dienst burgerzaken Markt 34 Sociaal huis Kaaistraat 34 Dienst financiën Secretariaat Dienst personeelszaken Communicatiedienst Aankoopdienst Dienst mobiliteit Technische dienst Milieudienst Dienst ruimtelijke ordening Dienst huisvesting Stadsarchief Industrielaan 2 Begraafplaatsen Molenstraat Zeelaan Containerpark Ringlaan Stedelijke sporthal B.L. Pussemierstraat 157 Stedelijk zwembad Oostveldstraat 162 Comeet Van Hoorebekeplein 1 bus 4 Dienst jeugd Kerkstraat 121
arbeidsreglement
2
1 april 2015
Buitenschoolse kinderopvang Bukinop Beukenstraat De Blokhutten Sportlaan 25 De Meibloem Meibloemstraat 10 De Kinderpoort Balgerhoeke 47 De Zuiderzon Zuidmoerstraat 136 Dienstencentrum Zonneheem Schietspoelstraat 9 Kunstacademie Pastoor De Nevestraat 26 Stedelijke bibliotheek Dienst cultuur Molenstraat 36 Stedelijke brandweer en dienst 100 Gentsesteenweg 2
arbeidsreglement
3
1 april 2015
Inhoudstafel I.
Toepassingsgebied
5
II.
Rechten en plichten van de personeelsleden
5
III.
Onverenigbaarheden
6
IV.
Prestaties en uurregelingen
7
V.
Vakantieregeling
7
VI.
Andere afwezigheden
8
VII.
Salaris
11
VIII.
Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel
11
IX.
Ontslag of einde van de overeenkomst
12
X.
Sancties
12
XI.
Veiligheid op het werk
13
XII.
Gezondheid en hygiëne
17
XIII.
Gebruik van de ter beschikking gestelde communicatiemiddelen
17
XIV.
Dienstverplaatsingen
19
XV.
Andere beschikkingen
20
arbeidsreglement
4
1 april 2015
I. Toepassingsgebied Artikel 1 Onderhavig arbeidsreglement is van toepassing op het statutair en het (gesubsidieerd) contractueel personeel. II. Rechten en plichten van de personeelsleden Artikel 2 De personeelsleden hebben het recht op vrijheid van meningsuiting ten aanzien van de feiten waarvan zij kennis hebben uit hoofde van hun ambt. Het is hun enkel verboden die feiten bekend te maken die betrekking hebben op ’s lands veiligheid, de bescherming van de openbare orde, de financiële belangen van de overheid, het voorkomen en bestraffen van strafbare feiten, het medisch geheim, de rechten en de vrijheden van de burger in het bijzonder op het recht op eerbied voor het privé-leven. Dit verbod geldt bovendien voor feiten die betrekking hebben op de voorbereiding van alle beslissingen. Artikel 3 De personeelsleden hebben het recht op informatie over alle aspecten die nuttig zijn voor de taakvervulling. Zij hebben recht op voortgezette opleiding om te kunnen voldoen aan de evaluatiecriteria. Artikel 4 De personeelsleden dienen zich op de hoogte te houden van de evolutie van de technieken, regelingen en onderzoekingen in de materies waarmede zij beroepshalve belast zijn. Artikel 5 Bij hun indiensttreding zijn de personeelsleden ertoe gehouden alle gegevens te verstrekken die van belang zijn voor het bepalen van hun administratieve en/of geldelijke toestand. Tijdens hun loopbaan dienen zij de wijzigingen in hun situatie die mede bepalend zijn voor hun statuut binnen acht kalenderdagen mede te delen. Laattijdige, onvolledige of onjuiste aangiften kunnen aanleiding geven tot terugvordering met terugwerkende kracht van ten onrechte genoten voordelen. Zij kunnen ook het verlies van de retroactiviteit van de voordelen die uit hoofde van de veranderingen kunnen toegekend worden, voor gevolg hebben. Artikel 6 De personeelsleden oefenen hun ambt op loyale en integere wijze uit onder het gezag van de hiërarchische meerderen. Zij moeten inzonderheid: 1. de van kracht zijnde wetten, decreten, reglementeringen en de richtlijnen van de overheid waartoe zij behoren, naleven; 2. nauwgezet en correct hun adviezen en hun verslagen opstellen; 3. zorgvuldig en plichtsbewust de beslissingen uitvoeren. Artikel 7 De personeelsleden zijn tegenover hun hiërarchische meerderen verantwoordelijk voor de behoorlijke werking van de diensten waarvan zij de leiding hebben. Zij moeten misbruiken, nalatigheden of overtredingen van wetten, reglementen en voorschriften die zij bij de uitoefening van hun ambt vaststellen, signaleren aan hun hiërarchische meerderen. De meerdere is verantwoordelijk voor de bevelen die hij geeft. Artikel 8 In verband met dienstaangelegenheden richten de personeelsleden zich tot hun overheid langs hiërarchische weg.
arbeidsreglement
5
1 april 2015
Artikel 9 De personeelsleden behandelen de gebruikers van hun dienst welwillend en zonder enige discriminatie. De personeelsleden brengen de nodige eerbied op voor eenieders waardigheden, gevoelens en overtuiging. Zij onthouden zich van elke vorm van racisme en discriminatie op grond van geslacht, seksuele geaardheid, ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit, overtuiging, sociale, lichamelijke of geestelijke handicap. Artikel 10 Buiten de uitoefening van hun ambt moeten de personeelsleden elke handelswijze vermijden die het vertrouwen van het publiek in hun dienst kan aantasten. Artikel 11 Zelfs buiten hun dienst doch met betrekking op de uitoefening van hun ambt, mogen de personeelsleden rechtstreeks of bij tussenpersoon, geen giften, beloningen of enig voordeel vragen, eisen of aannemen. Artikel 12 Het is de personeelsleden verboden tijdens de diensturen enige politieke, ideologische of filosofische propaganda te voeren. Artikel 13 Het personeelslid moet zich, gedurende en na de uitvoering van de dagtaak, onthouden van het verspreiden of van het persoonlijk gebruiken van materialen of toestellen. Dit voorschrift geldt op een zelfde wijze voor het persoonlijk gebruik van dienstvoertuigen. Artikel 14 Het personeelslid heeft de plicht de werktuigen en de ongebruikte grondstoffen die hem werden toevertrouwd, terug te geven evenals het materiaal dat hem werd gegeven om toe te laten zijn werk uit te voeren. Het personeelslid heeft ook de plicht materiaal of grondstoffen terug te geven die in slechte staat zijn of de tekortkomingen te melden. In geval van schade berokkend aan het bestuur door het personeelslid, kan het bestuur schadeloosstelling eisen in geval van bedrog, van een zware fout of van een lichte fout die een recidief karakter heeft. III. Onverenigbaarheden Artikel 15 Met de hoedanigheid van gemeentepersoneelslid is onverenigbaar elke bezigheid die, hetzij door het lid zelf, hetzij door een tussenpersoon wordt verricht en die het vervullen van de ambtsplichten in de weg kan staan of met de waardigheid van het ambt in strijd is. Artikel 16 Met de hoedanigheid van gemeentepersoneelslid wordt bovendien onverenigbaar geacht elke, zelfs onbezoldigde opdracht of dienst die strijdig is met de waardigheid van een personeelslid met een openbaar ambt bekleed. Deze bepaling is niet van toepassing op voogdij en op curatele over onbekwamen, evenmin als op opdrachten die namens het bestuur in private ondernemingen worden uitgeoefend. Artikel 17 Wordt geschrapt met ingang van 1 juli 2010.
arbeidsreglement
6
1 april 2015
IV. Prestaties en uurregelingen Artikel 18 De wekelijkse arbeidsduur is achtendertig uren voor personeelsleden met voltijdse prestaties. Artikel 19 De personeelsleden kunnen gehouden zijn tot het leveren van buitengewone, wacht- of andere onregelmatige prestaties. De gemeentesecretaris neemt dat besluit. In dringende en onvoorziene omstandigheden kan het hoofd van de dienst tot de in voorgaand lid bedoelde prestaties gelasten. Deze opdracht wordt zonder uitstel voor bekrachtiging aan de gemeentesecretaris voorgelegd. Artikel 20 Het college van burgemeester en schepenen stelt de dienstregeling vast. Het college houdt rekening met de dienstnoodwendigheden. De gemiddelde arbeidsduur mag achtendertig uren per week niet overschrijden. Artikel 21 Te laat op het werk komen, een werkonderbreking of een vroegtijdig verlaten van het werk zijn onderworpen aan een voorafgaandelijke toelating van de werkgever en/of hiërarchische overste. Dit geldt evenwel niet voor georganiseerde werkonderbrekingen na stakingsaanzegging. Artikel 22 - Toepassingsmodaliteiten wekelijkse effectieve arbeidsduur: 38 uur of wekelijkse effectieve arbeidsduur: 40 uur/ 36 uur in een 2-wekelijkse cyclus. V. Vakantieregeling Artikel 30 - Wekelijkse rustdagen Voor het statutair en het (gesubsidieerd) contractueel personeel zijn zaterdag en zondag de gewone inactiviteitsdagen. Artikel 31 - De feestdagen Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. Het personeelslid heeft ook betaalde vakantie op 3 bijkomende feestdagen: 2 november, 15 november en 26 december. Artikel 32 Als een feestdag samenvalt met een zaterdag of een zondag wordt bepaald dat deze dag ofwel vrij opgenomen kan worden door het personeelslid ofwel vervangen wordt door een andere dag, die bepaald wordt door de gemeenteraad. Artikel 33 - Jaarlijkse vakantie De jaarlijkse vakantie wordt opgebouwd op basis van de prestaties van het lopende jaar voor het statutair personeel en op basis van de prestaties van het vorige jaar voor het stagedoend en het (gesubsidieerd) contractueel personeel. Het personeel heeft recht op een gelijk aantal dagen. Statutair personeel Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 35 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar. Elke periode met recht op salaris geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen.
arbeidsreglement
7
1 april 2015
(Gesubsidieerd) contractueel personeel Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 35 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar. Elke periode met recht op salaris of daarmee gelijkgestelde periode overeenkomstig de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers en het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, tijdens het vakantiedienstjaar, geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen. De gesubsidieerd contractuele personeelsleden bouwen eveneens verlofrechten op overeenkomstig de prestaties in het vakantiedienstjaar, maar overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 oktober 1986 nr. 474 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen. Elk personeelslid kan in overleg met de dienstchef en rekening houdend met de dienstnoodwendigheden zijn vakantie vrij kiezen. De vakantie wordt aangevraagd aan de dienstchef of de rechtstreekse overste met inachtname van volgende termijnen: - één maand vóór de aanvangsdatum als de vakantie ten minste een week duurt; - 3 dagen vooraf als de vakantie minder dan een week en meer dan 1 dag bedraagt; - de dag voordien voor een halve of volle vakantiedag. Bij uitzonderlijke omstandigheden kan de dienstchef van de verplichting om de dag voordien een vakantieaanvraag in te dienen, afwijken. Vakantie wordt steeds per dagdeel genomen. Een dagdeel is evident afhankelijk van het dienstrooster van het personeelslid. Een dagdeel slaat telkens op een welbepaald verlof (of wettelijke vakantie of recuperatieverlof of historisch compensatieverlof). De diverse soorten verlof kunnen niet worden gecombineerd gelet op de verschillende impact bij de berekening van de maaltijdcheques en gelet op de invoering van het nieuwe tijdsregistratiesysteem. Een uitzondering wordt eenmalig toegestaan bij opname van het laatste restant wettelijke vakantie (bij uitdiensttreding) of historisch compensatieverlof. Het personeelslid moet toegelaten worden om gedurende een aaneengesloten periode van ten minste veertien kalenderdagen verlof te nemen. Het personeelslid kan elk jaar maximum vier van de hem/haar toegekende vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren. VI. Andere afwezigheden Artikel 34 - Ziekte of ongeval Wanneer een personeelslid afwezig is wegens ziekte of een ongeval heeft, dient hij/zij het bestuur, meer bepaald de dienstchef of de rechtstreekse overste, te verwittigen vóór 10 uur. Indien het zieke personeelslid op een andere plaats dan zijn gewone woonplaats verblijft, dient hij dit aan het bestuur mee te delen. Elk personeelslid mag maximaal drie maal per jaar één dag afwezig zijn wegens ziekte zonder het voorleggen van een doktersattest. Een afwezigheid van meer dan één dag wordt ten laatste op de tweede werkdag vanaf het begin van de arbeidsongeschiktheid door een medisch attest gestaafd. Wordt het medisch attest opgestuurd, geldt de datum van verzending. De dienstchef maakt het medisch attest, vergezeld van de toepasselijke arbeidstijdregeling, onmiddellijk over aan de dienst personeelszaken.
arbeidsreglement
8
1 april 2015
Artikel 35 - Controle van de arbeidsongeschiktheid Het controletoezicht op de zieke werknemers zal uitgevoerd worden door het geneeskundig controleorganisme. De controlearts verifieert of de werknemer werkelijk arbeidsongeschikt is en verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid. De werknemer dient de controlegeneesheer op vraag van de werkgever toegang te verschaffen tot zijn woning. Bij afwezigheid van het personeelslid bij het bezoek van de controlegeneesheer, zal de controlegeneesheer een uitnodiging achterlaten voor controle bij de arts thuis. Het personeelslid dient steeds in te gaan op een dergelijke uitnodiging en dient zich bijgevolg aan te bieden voor controleonderzoek. Indien de medische toestand van het personeelslid echter niet toelaat de woonst te verlaten, dient betrokkene onmiddellijk contact op te nemen met de Personeelsdienst opdat het bestuur een tweede bezoek door de controlegeneesheer mogelijk zou kunnen maken. Indien de statutaire werknemer deze verplichtingen niet naleeft, kan betrokkene als onwettig afwezig beschouwd worden voor deze dagen. Als een contractueel werknemer deze verplichtingen niet naleeft, kan daaruit een schorsing van de arbeidsovereenkomst volgen voor deze dagen. Na raadpleging van de behandelende geneesheer overhandigt de controlearts zijn bevindingen zo snel mogelijk schriftelijk aan de werknemer. Hij moet er de verklaring van onafhankelijkheid aan toevoegen. Indien de werknemer op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dit door deze laatste vermeld in zijn verslag. De geschreven vaststellingen van de controlegeneesheer worden eveneens overgemaakt aan de werkgever, met in bijlage de verklaring van onafhankelijkheid. De controlegeneesheer neemt contact op met de behandelende geneesheer en ze pogen tot een compromis te komen. Artikel 36 - De arbitrage Indien de behandelende geneesheer en de controlearts van mening verschillen, machtigen de werkgever aan de controlearts en de werknemer aan zijn behandelende geneesheer binnen 2 werkdagen na de overhandiging van de bevindingen van de controlearts om een arts-scheidsrechter aan te wijzen. De beslissing van deze scheidsrechter is definitief en bindt de partijen. De arts-scheidsrechter voert het medisch onderzoek uit en beslist in het medisch geschil binnen drie werkdagen na zijn aanwijzing. De arts-scheidsrechter brengt de behandelende arts van de werknemer en de controlearts van de werkgever op de hoogte van zijn beslissing. De werkgever en werknemer worden schriftelijk bij een ter post aangetekende brief verwittigd. Het gewaarborgd loon zal enkel verschuldigd zijn voor de door de arts-scheidsrechter erkende periode van arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De verliezende partij bekostigt de arbitrage. Artikel 37 - Omstandigheidsverlof Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen: 1°
huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten: *te nemen tijdens de week waarin het huwelijk plaats vindt of tijdens de daaropvolgende week
4 werkdagen*
2°
bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer: *te nemen binnen de 4 maanden, te rekenen vanaf de dag van de bevalling
10 werkdagen*
3°
overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- 4 werkdagen* of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner:
arbeidsreglement
9
1 april 2015
*te nemen tijdens de periode die aanvangt met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis of de crematie 4°
huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner: *te nemen tijdens de week waarin het huwelijk plaatsvindt
2 werkdagen*
5°
overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of 2 werkdagen* de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner: *te nemen tijdens de periode die aanvangt met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis of de crematie
6°
overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner: *te nemen op de dag van de begrafenis of de crematie
1 werkdag*
7°
huwelijk van een bloed- of aanverwant: a) in de eerste graad, die geen kind is; b) in de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner:
de dag van het huwelijk
8°
priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer:
de dag van de roomskatholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst
9°
plechtige communie van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner; deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd; deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de roomskatholieke plechtige communie:
de dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag
10°
gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige:
de nodige tijd, maximaal één dag
11°
deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank:
de nodige tijd
Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen. Artikel 38 Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof voor contractuele personeelsleden in de gevallen die hierna omschreven worden. Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend volgens de regels van het
arbeidsreglement
10
1 april 2015
arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten (eerste drie dagen behoud van loon, volgende zeven dagen uitkering mutualiteit). Artikel 39 - Vertraging en voortijdig vertrek Laattijdig toekomen, de arbeid onderbreken of voortijdig vertrekken, zijn principieel niet toegelaten. Indien een personeelslid zich met vertraging aanbiedt of niet op zijn werk aankomt omwille van een feit dat zich voordeed op de weg naar zijn arbeidsplaats en dat los staat van zijn wil, moet hij hiervan onmiddellijk zijn werkgever verwittigen. Hij moet de reden van zijn vertraging of van zijn afwezigheid melden. Ter zake zal het bestuur over de aanvaardbaarheid van de feiten oordelen. Artikel 39 bis Wordt geschrapt met ingang van 1 juli 2010. Artikel 40 - Bijwonen begrafenisplechtigheid Mits toestemming van de dienstchef en voor zover de permanentie van de dienst is verzekerd, is het een personeelslid toegelaten de begrafenisplechtigheid van een collega of van een bloed- of aanverwant van een collega bij te wonen. De afwezige tijd moet wel worden gecompenseerd. Personeelsleden tewerkgesteld binnen de glijdende arbeidstijdregeling kunnen de afwezige tijd in mindering brengen van de prikstaat. Personeelsleden met een vast uurrooster kunnen de afwezige tijd in mindering brengen van verlof of recuperatieverlof. Het diensthoofd of het personeelslid dat echter in opdracht van de stad de begrafenisplechtigheid bijwoont, wordt vrijgesteld van deze verplichting. Artikel 40 bis - Onwettige afwezigheid Een personeelslid dat zonder toestemming of zonder geldige reden afwezig blijft van zijn werk, wordt als onwettig afwezig beschouwd. Het bestuur is gemachtigd in voorkomend geval tot de inhouding van de verschuldigde wedde over te gaan. VII. Salaris Artikel 41 - Betaling van het salaris Het salaris of de wedde wordt voor de personeelsleden per maand berekend. Statutair personeel Het salaris wordt maandelijks vooruit betaald uiterlijk de eerste werkdag van de maand à rato van één twaalfde van de jaarwedde. (Gesubsidieerd) contractueel personeel Het salaris wordt na vervallen termijn betaald uiterlijk de eerste werkdag na het afsluiten van de maand waarop de betaalperiode betrekking heeft. Salarisbeslag of –overdracht wordt uitgeoefend op basis van de voorwaarden en grenzen die voorzien zijn door de Wet van 12 april 1965 op de bescherming van het salaris en het Gerechtelijk Wetboek. VIII. Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel Artikel 42 Het toezichthoudend personeel dienstverantwoordelijken.
bestaat
uit
de
wettelijke
graden
en
de
verschillende
Artikel 43 Het toezichthoudend personeel motiveert en inspireert de medewerkers en staat in voor het coördineren van hun prestaties. Ook hebben de verschillende dienstverantwoordelijken als taak de medewerkers te ondersteunen en te leiden naar een kwalitatieve uitvoering van hun opdracht. Zij houden eveneens toezicht op de naleving van de arbeidsvoorwaarden.
arbeidsreglement
11
1 april 2015
Bovendien zijn de betrokken dienstchefs bevoegd om de aanwezigheid te controleren, taken te verdelen, de voorschriften inzake veiligheid, hygiëne, rookbeleid en andere dienstnota’s te doen naleven en orde en tucht in het bestuur te behouden. IX. Ontslag of einde van de overeenkomst Artikel 44 Wordt geschrapt met ingang van 1 juli 2010. X. Sancties (Gesubsidieerd) contractueel personeel Artikel 45 - Inbreuken De volgende overtredingen (geen limitatieve opsomming) kunnen door middel van de onderstaande straffen gesanctioneerd worden: - het herhaaldelijk te laat komen; - het laattijdig verwittigen van afwezigheid; - druggebruik, dronkenschap en alcoholintoxicatie; - diefstal en plegen van geweld; - het plegen van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag; - het opzettelijk schade toebrengen aan machines en ander werkmateriaal; - het overtreden van elementaire veiligheids- en gezondheidsvoorschriften; - het opstellen van valse verklaringen of onkostennota’s; - het prikken voor of laten prikken door collega’s; - het niet naleven van het vooropgestelde internetbeleid; - ongerechtvaardigde afwezigheid na schriftelijke ingebrekestelling. Artikel 46 - Straffen De tekortkomingen van het personeelslid in verband met de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst en van dit reglement kunnen op de volgende manier bestraft worden: - mondelinge verwittiging; - schriftelijke verwittiging; - blaam; - inhouding van wedde; - schorsing van de arbeidsovereenkomst; - disciplinaire overplaatsing; - beëindiging van het contract; - einde van de overeenkomst wegens dringende reden. Statutair personeel Artikel 47 - De strafbare feiten Tuchtstraffen kunnen worden opgelegd wegens: - tekortkomingen aan de beroepsplichten; - handelingen die de waardigheid van het ambt in het gedrang brengen; - overtredingen van het verbod op het drijven van een handel of het uitoefenen van een nevenactiviteit door bepaalde personeelsleden zoals in de Nieuwe Gemeentewet gestipuleerd. Artikel 48 - De tuchtstraffen Rekening houdend met de bestaande tuchtwetgeving kunnen de volgende tuchtstraffen worden opgelegd: 1. 2. 3. 4. 5.
de blaam, inhouding van salaris, de schorsing, het ontslag van ambtswege, de afzetting.
arbeidsreglement
12
1 april 2015
XI. Veiligheid op het werk Arbeidsongeval Artikel 49 Het personeelslid dat slachtoffer is van een arbeidsongeval of een ongeval op weg naar en van het werk moet onmiddellijk het bestuur op de hoogte brengen en hem alle inlichtingen verschaffen die nodig zijn om de ongevallenverklaring te kunnen invullen. Artikel 50 Bij een ongeval op het werk is er een verbandkist ter beschikking op volgende plaats(en): Dienst burgerzaken Markt 34 Sociaal huis Kaaistraat 34 Dienst financiën Secretariaat Dienst personeelszaken Technische dienst Industrielaan 2 Begraafplaatsen Molenstraat Zeelaan Containerpark Ringlaan Stedelijke sporthal B.L. Pussemierstraat 157 Stedelijk zwembad Oostveldstraat 162 Comeet Van Hoorebekeplein 1 bus 4 Dienst jeugd Kerkstraat 121 Buitenschoolse kinderopvang Beukenstraat, Sportlaan 25, Meibloemstraat 10, Balgerhoeke 47, Zuidmoerstraat 136 Dienstencentrum Zonneheem Schietspoelstraat 9 Kunstacademie Pastoor De Nevestraat 26 Stedelijke bibliotheek Dienst cultuur Molenstraat 36 Stedelijke brandweer/dienst 100 Gentsesteenweg 2
arbeidsreglement
13
1 april 2015
Bescherming op het werk Artikel 51 De personeelsleden moeten hun persoonlijke kledij en goederen bewaren in de daarvoor bestemde kleedkastjes in de kleedkamer. Zij moeten zich onderwerpen aan alle medische onderzoeken, telkens als deze georganiseerd worden volgens de wettelijke en reglementaire bepalingen. Zij zijn eveneens verplicht, als het om veiligheid gaat, alle individuele beschermingsmiddelen te gebruiken die voor de uitvoering van het werk vereist worden en die door de werkgever ter beschikking worden gesteld. Zij moeten ook ieder gevaar melden als het de veiligheid in gedrang brengt en ook dadelijk de eerste maatregelen treffen. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Artikel 52 - Principe en definities Alle personeelsleden hebben het recht om met waardigheid te worden behandeld. Geen enkele daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk mag worden toegelaten of getolereerd. Onder “geweld op het werk” wordt verstaan: elke feitelijke situatie waarin een personeelslid psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Hiermee worden met name bedoeld: gedragingen van fysieke of verbale agressie zoals scheldwoorden, beledigingen, pesterijen. “Pesterijen op het werk” wordt begrepen als elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen het bestuur, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een personeelslid bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Pesterijen kunnen velerlei vormen aannemen: het isoleren van het slachtoffer, het slachtoffer verhinderen te communiceren, hem in kwaad daglicht stellen (o.a. roddels verspreiden), diens gezondheid in het gedrang brengen, … “Ongewenst seksueel gedrag op het werk” wordt begrepen als elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan diegene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk. Elk personeelslid dat meent het slachtoffer te zijn van een dergelijke daad, ongeacht de dader (werkgever, collega, cliënt, patiënt, leverancier, dienstverlener, bezoeker, enz, …) heeft het recht om een klacht in te dienen en dit zonder vrees voor vergelding of tegenmaatregelen. Artikel 53 - Preventiemaatregelen Teneinde elke daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk te vermijden, in zoverre dit mogelijk is, en de personeelsleden hiertegen te beschermen, zijn onder meer onderstaande preventiemaatregelen van kracht. Deze maatregelen kaderen in de welzijnspolitiek die door het bestuur wordt gevolgd en regelmatig wordt geëvalueerd (Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk). -
Het bestuur stelt de nodige materiële middelen en ruimten ter beschikking die tenminste voldoen aan de wettelijke vereisten, evenals de nodige uitrusting en communicatiemiddelen om het personeel in staat te stellen zijn taken naar behoren uit te voeren en die geweld, pesten en ongewenst seksueel gedrag zoveel mogelijk voorkomen.
-
Om het slachtoffer in staat te stellen een beroep te doen op gepaste hulpverlening worden de namen, adressen en telefoonnummers van de vertrouwenspersoon en/of de preventieadviseur behalve in dit reglement ook ad valvas bekendgemaakt of kunnen deze op elk ogenblik verkregen
arbeidsreglement
14
1 april 2015
worden op de dienst personeelszaken. Het slachtoffer heeft de vrije keuze tot wie het zich richt om zich hierover te laten informeren. -
Aan de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur wordt de nodige tijd gegeven om het slachtoffer te horen en – op verzoek van het slachtoffer – te bemiddelen, door te verwijzen naar bevoegde diensten en de klachten te behandelen conform de klachtenprocedure. In elk geval heeft het personeelslid de mogelijkheid om binnen de 24u na de feiten gehoord te worden tijdens de normale werkuren.
-
De vertrouwenspersoon en de preventieadviseur voeren het onderzoek volledig autonoom uit, in alle vrijheid en zonder druk van bovenaf.
-
De preventieadviseur mag alle onderzoeksdaden stellen die nodig zijn: interview met de dader, het slachtoffer, collega’s, getuigen, eventueel familieleden, laboratoriumonderzoek, natrekken van de feiten, inschakelen van politie en parket.
-
De preventieadviseur noteert alle feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag en bewaart dit in het verslagboek.
-
In de mate van het mogelijke en in afwachting van een definitieve oplossing zal gestreefd worden om de dader en het slachtoffer niet op dezelfde plaats tewerk te stellen – en mits akkoord van beide partijen – het aanstellen van een coach die toeziet dat het slachtoffer niet langer wordt lastiggevallen of een andere gepaste maatregel.
-
Elk personeelslid is verantwoordelijk voor de goede werking, de gezondheid en de goede werksfeer op het niveau dat het zijn werk verricht. Dit houdt expliciet in dat elk personeelslid verantwoordelijk is voor het voorkomen van pestgedrag binnen de afdeling waar het werkzaam is.
-
Jaarlijks zal aan het college van burgemeester en schepenen verslag uitgebracht worden van de met redenen omklede klachten die werden ingediend. Dit verslag zal conform de wet enkel collectieve en anonieme gegevens bevatten.
Artikel 54 - Informatie De personeelsleden worden via dienstnota’s op de hoogte gehouden van de politiek van preventie en bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk die in het bestuur wordt gevolgd. De informatie betreft meer bepaald de resultaten van de risicoanalyse die werd opgesteld in het kader van deze politiek, de klachtenprocedure, de genomen maatregelen ingevolge de indiening van een met redenen omklede klacht, de instelling of de dienst die belast is met het geven van psychologische bijstand, de verplichting zich te onthouden van elke daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, enz.. Artikel 55 - Opleiding Opdat ze de preventiemaatregelen en de procedures correct zouden kunnen toepassen, worden de personeelsleden en de leden van de hiërarchische lijn in staat gesteld passende opleiding te volgen. Artikel 56 - Mogelijkheden om klacht in te dienen Interne procedure §1. Advies en hulp Het slachtoffer van een gewelddaad, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hulp en/of advies vragen bij Mevrouw Eva Praet of Mevrouw Melissa Plasschaert van Securex, externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Na het slachtoffer te hebben gehoord en op vraag van deze laatste zal de preventieadviseur trachten de partijen te verzoenen.
arbeidsreglement
15
1 april 2015
Indien deze pogingen tot verzoening met de dader van het geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag op het werk niet aangepast zijn aan de situatie, worden geweigerd of niet afdoend blijken te zijn, wordt het slachtoffer verzocht de procedure te volgen die hieronder wordt beschreven. §2. Indienen van klacht en informeren van het bestuur Het slachtoffer legt een met redenen omklede klacht neer bij Mevrouw Eva Praet of Mevrouw Melissa Plasschaert. De klacht wordt ingeschreven in een gedateerd document dat de verklaring van het slachtoffer en de getuigen en het resultaat van de bemiddeling bevat. §3. Onderzoek De preventieadviseur onderzoekt volledig onpartijdig en in vertrouwen de klacht van het personeelslid - slachtoffer en dit binnen een termijn van 15 dagen vanaf de neerlegging van de klacht. In het kader van dit onderzoek hebben zowel het slachtoffer als de beschuldigde het recht om te worden bijgestaan en/of om zich te laten vertegenwoordigen door een verdediger naar keuze. De preventieadviseur bezorgt de werkgever vervolgens voorstellen met aangepaste maatregelen die moeten worden genomen. §4. Maatregelen Wanneer een klacht wordt weerhouden, neemt het bestuur de nodige maatregelen teneinde een einde te stellen aan de daden van geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag op het werk. Blijkt het noodzakelijk dat een van de partijen wordt overgeplaatst, dan moet het slachtoffer kunnen kiezen of hij zijn arbeidspost wenst te behouden of wil overgeplaatst worden. Het bestuur verbindt er zich toe een gelijkwaardige functie te zoeken. Wanneer de klacht niet wordt weerhouden, kan ook een overplaatsing of een reorganisatie van de arbeidsposten worden overwogen. Indien het bestuur geen maatregel(en) heeft genomen of indien deze niet afdoend blijkt (blijken) te zijn, doet de preventieadviseur een beroep op de Medische Inspectie (Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid). Externe procedure Medische en gerechtelijke procedure Ongeacht het feit of er een interne procedure wordt opgestart of niet, kan het personeelslid-slachtoffer zich rechtstreeks wenden tot de Medische Inspectie, de representatieve vakorganisaties of tot de Arbeidsrechtbank teneinde de stopzetting van de feiten te verkrijgen en/of de betaling van een schadevergoeding. Artikel 57 - Bescherming tegen ontslag Een personeelslid dat een klacht of een rechtsvordering heeft ingediend (of waarvoor een klacht of een rechtsvordering werd ingediend) geniet een bescherming tegen ontslag. Het bestuur mag immers geen einde stellen aan de arbeidsrelatie, noch eenzijdig de arbeidsvoorwaarden wijzigen, behalve omwille van redenen die vreemd zijn aan de klacht of de rechtsvordering. De beschermingsperiode eindigt 12 maanden na het indienen van de klacht of het afleggen van de getuigenverklaring of 3 maanden na de datum waarop het vonnis een definitief karakter krijgt. Ook personeelsleden die optreden als getuigen in geschillen aangaande daden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk genieten deze bescherming tegen ontslag. Elk personeelslid dat op een duidelijk misleidende wijze een klacht indient of een getuigenis aflegt (bv. om aan een ontslagmaatregel te ontsnappen waarvan hijzelf het voorwerp uitmaakt) kan een van de volgende sancties worden opgelegd, dit onverminderd een ontslagmaatregel en sancties die kunnen voortvloeien uit een burgerlijke en/of strafrechtelijke rechtsvordering (art. 443 van het strafwetboek):
arbeidsreglement
16
1 april 2015
-
een schriftelijke aanmaning; een schriftelijke ingebrekestelling.
Het personeelslid dat een dergelijke sanctie werd opgelegd, heeft het recht beroep aan te tekenen bij de vakbondsafvaardiging. Artikel 58 - Sancties Onverminderd een ontslagmaatregel en sancties die kunnen resulteren uit een strafrechtelijke rechtsvordering ingesteld door het slachtoffer (art. 442 bis van het Strafwetboek), kan de persoon die zich schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag een van de volgende sancties worden opgelegd: - een schriftelijke aanmaning; - een schriftelijke ingebrekestelling. Het personeelslid dat een dergelijke sanctie werd opgelegd, heeft het recht beroep aan te tekenen bij de vakbondsafvaardiging. XII. Gezondheid en hygiëne Artikel 59 Gelet op het functioneren in een openbare dienst zullen de personeelsleden bijzondere aandacht besteden aan hun persoonlijke hygiëne en uiterlijke verzorging. Artikel 60 Een algemeen rookverbod geldt in alle werkruimtes van het stadspersoneel, met inbegrip van ateliers, hallen, doorgangen, refters, sanitaire ruimtes, voertuigen. Het rookverbod geldt ook voor alle andere gesloten plaatsen binnen de stedelijke infrastructuur die toegankelijk zijn voor het publiek. Het stadsbestuur van Eeklo streeft naar een rookvrije organisatie vanaf 1 januari 2018. Vanaf 1 januari 2015 is de volgende overgangsmaatregel van kracht: elk personeelslid heeft per dagdeel recht op 1 rookstopmoment. Buiten dit rookstopmoment is het tijdens de werktijd verboden te roken. Artikel 61 De werknemer wordt geacht het middelenbeleid van het bestuur te kennen en te respecteren. XIII. Gebruik van de ter beschikking gestelde communicatiemiddelen Artikel 62 Elk personeelslid kan in het kader van zijn job bepaalde communicatiemiddelen zoals e-mail, internet, GSM en telefoon ter beschikking hebben. Deze communicatiemiddelen kunnen in principe enkel aangewend worden voor professionele doeleinden. Tijdens de diensturen is het gebruik van een persoonlijk GSM-toestel in regel niet toegelaten. Artikel 63 Om de communicatie in het bestuur en met derden te optimaliseren en om de productiviteit en de kwaliteit van de arbeid te verbeteren, zal het bestuur - waar noodzakelijk - een e-mailadres en een internettoegang aan de personeelsleden ter beschikking stellen. Artikel 64 - Gebruiksvoorwaarden voor de elektronische on-linecommunicatiemiddelen De toegang tot het internet en de elektronische mail mag, in principe, enkel voor professionele doeleinden worden gebruikt. Het bestuur staat uitzonderlijk het gebruik voor privé-doeleinden toe op voorwaarde dat dit gebruik de goede werking en de belangen van het bestuur niet schaadt en dit gebruik zich niet tijdens de diensturen situeert. Het is het personeelslid verboden -ook tijdens het uitzonderlijk gedoogde privé-gebruik zoals in vorige alinea aangegeven- om (geen limitatieve opsomming):
arbeidsreglement
17
1 april 2015
-
vertrouwelijke gegevens aangaande het bestuur, personeelsleden of derden te verspreiden; elektronische boodschappen te versturen die de waardigheid van anderen kunnen schaden of waarvan de inhoud indruist tegen de goede zeden; deel te nemen aan elektronische kettingbrieven die het informaticanetwerk van het bestuur verstoren en ontregelen; pornografische sites te raadplegen.
Artikel 65 - Controlemodaliteiten voor het gebruik van de werktuigen Het bestuur behoudt zich het recht voor om op elk ogenblik algemene controles uit te voeren over het gebruik, per personeelslid, van de internettoegang en/of van de elektronische mail voor privé-gebruik, indien één of meer van de volgende doeleinden worden nagestreefd: - de goede werking en de verzekering van de continuïteit van de dienst. - het voorkomen van ongeoorloofde of lasterlijke feiten, feiten die strijdig zijn met de zeden of de waardigheid van een andere persoon kunnen schaden (vb. het kraken van computers, het lekken van gegevens over het personeelsbeheer, het raadplegen van pornografische of pedofiele sites of sites die aanzetten tot discriminatie wegens ras, etnische afkomst, godsdienst, enz.). Het bestuur kan daarom de toegang blokkeren tot sites waarvan de inhoud onwettig of beledigend wordt geacht. - de bescherming van de belangen van het bestuur die een vertrouwelijk karakter hebben en het tegengaan van praktijken die ermee in strijd zijn (vb. het verspreiden van bestanden, enz.). - de veiligheid en/of de goede technische werking van de IT-netwerksystemen van het bestuur (met inbegrip van de controle op de kosten die ermee gepaard gaan) alsook de fysieke bescherming van de installaties van het bestuur (vb. overbelasting of verspreiding van virussen, enz.). Het bestuur kan hiertoe software gebruiken die het verzenden van elektronische kettingmails opspoort of die uitermate grote mails isoleert en/of blokkeert. - het te goeder trouw naleven van de beginselen en regels voor het gebruik van on-line technologieën bepaald in deze afdeling. In het kader van deze controle worden enkel elektronische communicatiegegevens verzameld die toereikend, terzake dienend en niet overmatig zijn met betrekking tot het doel dat wordt nagestreefd of een ander doel dat hiermee verenigbaar is. Het betreft algemene informatie zoals gegevens over: - de adressen van de geraadpleegde websites; - de duur en het ogenblik van de verbinding; - het aantal en het volume van de in- en uitgaande elektronische mail per werkpost; - … Wanneer het bestuur tijdens een controle een onregelmatigheid vaststelt, zal het overgaan tot een individualisering van de verzamelde gegevens teneinde de identiteit van het “schuldig” personeelslid te bepalen. De individualisering is direct wanneer de verzamelde algemene gegevens worden geïndividualiseerd zonder enige voorafgaande formaliteit of voorafgaand akkoord van het personeelslid. Deze werkwijze is van toepassing wanneer een onregelmatigheid wordt vastgesteld bij een controle die als doel heeft om - hetzij ongeoorloofde of lasterlijke feiten of feiten die strijdig zijn met de goede zeden te voorkomen - hetzij de belangen van het bestuur te beschermen - hetzij de veiligheid en/of de goede werking van het netwerk van het bestuur te garanderen. De individualisering heeft een indirect karakter wanneer de gegevens pas worden geïndividualiseerd nadat de personeelsleden werden verwittigd. Concreet is van een indirecte individualisering sprake wanneer een onregelmatigheid wordt ontdekt bij een controle die wordt uitgevoerd om na te gaan of de personeelsleden de geldende regels respecteren. Het bestuur zal de personeelsleden dan informeren over het bestaan van een onregelmatigheid en van de instelling van een procedure tot individualisering van de gegevens indien de onregelmatigheid een wederkerend karakter heeft (de zgn. alarmbelfase).
arbeidsreglement
18
1 april 2015
Alvorens te beslissen over een eventuele sanctie zal het betrokken personeelslid door het college worden uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek vermeldt het personeelslid, eventueel bijgestaan door een vakbondsafgevaardigde, zijn bezwaren tegen de vooropgestelde maatregel (sanctie) en geeft hij uitleg over zijn gebruik van de werktuigen die hij ter beschikking heeft. Artikel 66 - Rechten van het personeelslid Het personeelslid heeft het recht kennis te nemen van elk gegeven dat op hem betrekking heeft en dat zou worden verzameld bij een dergelijke controle. Indien een gegeven niet correct blijkt te zijn, dan verbindt het bestuur zich ertoe de nodige verbeteringen aan te brengen. Artikel 67 - Sancties Elke inbreuk van het personeelslid op deze richtlijnen kan als volgt worden gesanctioneerd: - een aanmaning; - een ingebrekestelling. Het personeelslid dat een dergelijke sanctie wordt opgelegd, beschikt over het recht zich te laten bijstaan door een raadsman. Algemeen gezien kan het niet-respecteren van de richtlijnen ook worden beschouwd als een dringende reden die het ontslag van het personeelslid zonder opzegging of vergoeding rechtvaardigt, onverminderd de soevereine beoordelingsmacht van de arbeidsrechtbanken. XIV. Dienstverplaatsingen Artikel 68 - Dienstvoertuigen Personeelsleden die gebruik maken van een dienstvoertuig, nemen volgende richtlijnen in acht: - dienstvoertuigen worden enkel gebruikt voor dienstverplaatsingen en worden ’s avonds op de werkplek gestald; - het rookverbod in de dienstvoertuigen wordt gerespecteerd en de verkeersregels moeten altijd worden nageleefd; - enkel zij die beschikken over het vereiste rijbewijs, mogen het voertuig besturen; - dienstverplaatsingen worden in een logboek genoteerd. Artikel 68bis - trackingsysteem De voertuigen die eigendom zijn van de stad Eeklo mogen niet gebruikt worden voor privégebruik en in elk voertuig kan een volgsysteem geplaatst worden. Het trackingsysteem werkt met een identificatiesleutel zodat op elk moment kan nagegaan worden wie met welk voertuig op de baan is en waar elk voertuig zich bevindt. Elk personeelslid dat frequent gebruik maakt van een stadsvoertuig krijgt een persoonlijke identificatiesleutel. Wie occasioneel gebruik maakt van een stadsvoertuig kan een identificatiesleutel krijgen op de technische dienst bij reservatie. De identificatiesleutel moet door het personeelslid zelf bijgehouden worden en mag niet doorgegeven worden aan derden. Het trackingsysteem wordt enkel gebruikt tijdens de diensturen en door volgende personen: • De stadsarchitect, • De technisch coördinator, • De technisch medewerkers. Het trackingsysteem kan onder andere om volgende redenen gebruikt worden: • Voor de uitvoerende ploegen kunnen de vaste routes geoptimaliseerd worden aan de hand van de rapportage van de bestaande routes; • Veegwagen: er kunnen rapporten gemaakt worden van welke routes gevolgd worden; • Strooiwerkzaamheden: voor de uitvoering in eigen beheer, zoals fietspaden, kunnen rapporten gemaakt worden om te zien wat juist wanneer gestrooid werd. Voor het laden van het zout van de onderaannemer kan gemakkelijk het tijdstip achterhaald worden;
arbeidsreglement
19
1 april 2015
• • • •
Bij urgente situaties kan men onmiddellijk zien welke ploeg in de buurt is. Op die manier kan men die ploeg ter plaatse sturen om de eerste vaststelling te doen en tijdelijk te beveiligen; Wanneer er vermoeden is van misbruik van een stadsvoertuig kunnen er gegevens opgevraagd worden om bepaalde zaken te controleren; Bij verkeersovertredingen kan de chauffeur ook onmiddellijk geïdentificeerd worden en er dienen bijgevolg geen lijsten meer ingevuld te worden; Voor de technisch medewerkers die op de baan gaan voor controle van de werklieden is het gemakkelijk om vooraf te controleren of de ploegen aanwezig zijn op de locatie waar men de controle uitvoert. Op die manier worden verloren ritten en extra telefoongesprekken uitgespaard.
Artikel 69 – Particulier voertuig Personeelsleden die machtiging hebben bekomen om met hun eigen wagen dienstverplaatsingen te maken, dienen ook elke verplaatsing in het logboek te noteren. XV. Andere beschikkingen Artikel 70 - Administratieve inlichtingen: 1. Samenstelling van het Hoog Overlegcomité: Afvaardiging overheid: Koen Loete - Burgemeester, Meike Van Grembergen - Secretaris, Christophe Van Goey - Directeur personeel en interne organisatie, Danny Smessaert - Voorzitter O.C.M.W., Marie-Gabrielle Van Belle - Secretaris O.C.M.W., Griet David – Diensthoofd centrale administratie O.C.M.W. Eeklo . Preventieadviseur: Wendy Blomme, Industrielaan 2, 9900 Eeklo – Tel.: 09/218.28.29 Externe preventieadviseur voor psychosociale aspecten op het werk: Dominique Deboever, Securex, Brouwerijstraat 1, 9031 Drongen – Tel.: 09/282.16.04 Interne vertrouwenspersonen: Mevr. Veerle Van Buggenhout, Pastoor De Nevestraat 10, 9900 Eeklo – Tel.: 09/218.27.32 De heer Pascal Schelstraete, B.L. Pussemierstraat 157, 9900 Eeklo – Tel.: 09/377.61.27 Vakbondsafvaardiging: Dirk Van Himste (A.C.O.D.), Bagattenstraat 160, 9000 Gent Peter Wieme (ACV – Openbare Diensten), Poel 7, 9000 Gent V.S.O.A. – Lokale en Regionale Besturen, Vina Bovypark 3, 9000 Gent en de door deze vakorganisaties aangeduide vertegenwoordigers. 2. De verschillende inspectiediensten zijn gevestigd: -
Toezicht op de sociale wetten (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg): Savaanstraat 11/002 9000 Gent Tel.: 09/ 265.41.11 Fax: 09/ 265.41.10
-
Toezicht op het welzijn op het werk (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) Oost-Vlaanderen: Ketelvest 26/202 9000 Gent Tel.: 09/ 265.78.60 Fax: 09/ 265.78.61
-
Medex (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu)
arbeidsreglement
20
1 april 2015
Oost-Vlaanderen: Ketelvest 26/201 9000 Gent Tel.: 02/ 524.97.97 Fax: 02/524.75.00 -
Sociale Inspectie (FOD Sociale Zekerheid): Ketelvest 26/002 9000 Gent Tel.: 09/ 265.41.41 Fax: 09/ 265.41.45
3. Het personeel van het bestuur is verzekerd tegen arbeidsongevallen bij: Verzekeringsmaatschappij Ethias Prins-Bisschopssingel 73 3500 Hasselt Polisnummer: 6.050.345 4. Het bestuur is aangesloten bij de RSZPPO voor kinderbijslag onder het nummer: 4311 Jozef II-straat 47 1000 Brussel Tel.: 02/ 239.12.11 Fax: 02/ 239.14.39 5. De wet op de Kruispuntbank en haar uitvoeringsbesluiten zijn ter beschikking van het personeel op de dienst Personeelszaken. 6. Het controletoezicht op de zieke werknemers wordt uitgevoerd door het geneeskundig controleorganisme Mensura Absenteïsme vzw. Hoofdzetel: Zaterdagplein 1 1000 Brussel Tel.: 02/ 403.43.01 Fax: 02/ 403.43.78 Afdeling Gent: Frankin Rooseveltlaan 306 9000 Gent Tel.: 09/ 233.78.72 Fax: 09/ 233.78.73
arbeidsreglement
21
1 april 2015