Stads Bestyurs Centrum
Postbus 8 3300 AA Dordrecht
Aan: de leden van de gemeenteraad
Bezoekadres Spuiboulevard 300 3311 GR Dordrecht
Telefoon 078-639 6170 Fax (078) 6398254 E-mail
[email protected] Website www.dordrecht.nl
Behandeld door Frans Punt
Datum
Onderwerp kadernota 2004
Ons kenmerk SBC/2003/174
Bijlage(n) 1
Uw kenmerk
18 juni 2003
Bijgaand doen wij u toekomen de kadernota 2004. Daarover het volgende. Het thema van de kadernota 2004 is: "Investeren in Dordrecht". Daarmee geven wij aan dat wij onze ambities ook in 2004 zullen handhaven. De uitvoering van het MJP gaat onverkort door en de in het dat document verwoorde beleidsvoornemens vormen uitgangspunt van beleid. Tevens geldt dat de te verwachten financiële dreigingen voor de exploitatiebegroting nopen tot het nemen van een aantal ingrijpende maatregelen: de tijden van groei, zoals we die langere tijd gekend hebben, zijn voorbij. Er is wat dat betreft sprake van een aantal onzekerheden. Daar wordt in de kadernota nader op ingegaan: er worden kaders geformuleerd met betrekking tot budgettaire risico's en verwachte gevolgen van het regeerakkoord. Op basis van deze kaders kan het begrotingsproces verder inhoud worden gegeven. Dat is van groot belang, want we willen en moeten, indachtig ons motto, verder met het investeren in Dordrecht. De uitvoering van het MJP in combinatie met (te verwachten) bezuinigingen vanuit het Rijk maakt dat de gemeente voor een zware opgave staat. Het handhaven van onze ambities in combinatie met bezuinigingen is alleen mogelijk indien ingrijpende wijzigingen worden doorgevoerd. Innovatie is daarbij noodzakelijk, en de inzet van de organisatie moet daarop gericht worden. Wij zijn er van overtuigd dat alleen op die wijze op optimale wijze inhoud gegtv§n kan worden aan de bestuurlijke keuzes die noodzakelijk zijn. Bij de vaststelling van het MJP vorig jaar is door de gemeenteraad tevens ingestemd met de financiële gevolgen ervan. Onderdeel van de financiële dekking is het uitvoeren van een zogenaamde efficiency- c.q. ombuigingsoperatie. Voor de uitvoering van deze operatie is door het college de ambtelijke stuurgroep "Stad in Balans" ingesteld. Deze stuurgroep heeft budgettaire mogelijkheden aangedragen om het MJP (verder) uit te kunnen voeren. De budgettaire problematiek gaat inmiddels echter veel verder dan louter het vinden van dekking voor dé uitgaven in het kader van het MJP. Er worden ook onontkoombare claims gehonoreerd en er is sprake van budgettaire kortingen. Een fundamentele en integrale aanpak is noodzakelijk. Deze aanpak wordt in de kadernota uiteen gezet.
Pagina 1 van 2
In de kadernota worden ook voorstellen gedaan voor de resultaatbestemming 2002. Zoals reeds bij de jaarrekening aangegeven zal een deel van het resultaat worden aangewend voor incidentele knelpunten. Het restant wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Ten slotte wordt in de kadernota voorgesteld € 200.000,-- ten laste van het budget voor "de organisatieopgaven" te bestemmen voor de uitwerking van de innovatie. Wij stellen u voor: -in te stemmen met de kadernota 2004; -in te stemmen met de resultaatbestemming 2002; -in te stemmen met het beschikbaar stellen van € 200.000,- ten behoeve van een projectorganisatie "uitwerking innovatiethema's".
Hoogachtend,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van DORDRECHT De Secretaris^ de Burgemeej
U
Pagina 2 van 2
KADERNOTA 2004 (investeren ïn Dordrecht)
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
03
1 INLEIDING
04
2 DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK A: DE EFFICIENCY-TAAKSTELLING B: NADERE INVULLING MJP C: CLAIMS IN HET KADER VAN DE KADERNOTA D: EXOGENE RISICO'S C.S E: GEVOLGEN NIEUW REGEERAKKOORD F: TOTAAL-OVERZICHT
05 05 05 06 06 07 07
3 DE AANPAK VAN DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK A: INNOVATIETTHEMA'S EN PROJECTEN B: DE INNOVATIETHEMA'S NADER BEZIEN C: OPBRENGSTEN INNOVATIETHEMA'S D: NOODZAKELIJKE RANDVOORWAARDEN E: INNOVATIEFONDS
09 10 11 19 19 20
4 CONFRONTATIE VAN DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK MET OPLOSSINGSMAATREGELEN
21
5 PERSONELE GEVOLGEN
23
6 INVESTERINGSBELEID
24
7 RESULTAATBESTEMMING
26
8 VERVOLGPROCES
27
9 RESUMÉ
29
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
01: 02: 03: 04:
NADERE INVULLING VAN HET MJP VOORSTEL INZAKE HONOREREN CLAIMS INVESTERINGEN BESTEMMING REKENINGRESULTAAT 2002
VOORWOORD
Hierbij doen wij u toekomen de kadernota 2004. Met deze nota stelt de gemeenteraad de actualisering van het beleid voor de komende begroting vast. De kadernota is daarmee in beleidsmatige zin leidend voor het komende begrotingsjaar. De opbouw van deze nota is als volgt. Begonnen wordt met een schets van het budgettair kader. Dit kader wordt beïnvloed door zowel endogene als exogene factoren. Endogene factoren zijn onder meer de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsuitgangspunten, zoals het meerjaren(beleids)programma en de investeringen die ten laste van de reserve Strategische Investeringen zijn voorzien en de financiële (on)mogelijkheden bij de uitvoering van de huidige begroting. Exogene factoren zijn macro-economische ontwikkelingen en de daarmee samenhangende financiële maatregelen van rijkswege. Prognosticering van zowel de endogene als de exogene factoren leidt tot een beeld inzake de toekomstige budgettaire mogelijkheden. Vanuit het budgettaire beeld wordt vervolgens bezien op welke wijze daar beleidsinhoudelijk mee omgegaan kan c.q. moet worden. Met de vaststelling van deze kadernota liggen de geactualiseerde uitgangspunten van beleid vast. Op basis daarvan wordt de begroting voor het jaar 2004 opgesteld.
1. INLEIDING
Met de vaststelling van de kadernota actualiseert de gemeenteraad het meerjaren(beleids)programma (MJP). De financiële positie van de gemeente wordt daarbij in ogenschouw genomen en afhankelijk van de financiële mogelijkheden worden keuzes gemaakt met betrekking tot de voortgang in de uitvoering van het beleid. Centraal staat dat wij onze ambities handhaven. Alleen op die wijze kunnen wij er in slagen om het vertrouwen van de burger te herstellen. Dit impliceert dat de uitvoering van het MJP onverkort door moet gaan. De in het dat document verwoorde beleidsvoornemens vormen uitgangspunt van beleid. Beperkingen in het uitgavenpatroon die de doelstellingen van het MJP in negatieve zin beïnvloeden worden dan ook niet door ons voorgesteld. In deze kadernota wordt verder invulling gegeven aan de budgettaire inzet om het MJP te realiseren. Bij de totstandkoming van het MJP waren vorig jaar PM-posten die op dat moment nog niet konden worden ingevuld. Een aantal van deze PM-posten is nu ingevuld en hiervoor zullen budgetten gevonden moeten worden. Dit betekent dat een groot gedeelte van de budgettaire problematiek voor 2004 e.v. ombuigingen betreft om de doelstellingen uit het MJP te realiseren. Op voorhand zij vermeld dat de financiële positie ons dit jaar noopt tot het nemen van een aantal ingrijpende maatregelen: de tijden van groei, zoals we die langere tijd gekend hebben, zijn voorbij. De slechte economische situatie in Nederland begint ook zijn doorwerking te krijgen naar de gemeenten en tijden van structurele bezuinigingen zijn aangebroken. Het perspectief van ombuigingen en bezuinigingen en de wijze waarop wij voorstellen daarmee om te gaan is het centrale thema van deze kadernota. De uitvoering van het MJP in combinatie met bezuinigingen maakt dat de gemeente voor een zware opgave staat. Een opgave waar wij niet voor terugdeinzen. Het handhaven van onze ambities in combinatie met bezuinigingen is alleen mogelijk indien ingrijpende wijzigingen worden doorgevoerd. Innovatie is daarbij noodzakelijk, en de inzet van de organisatie moet daarop gericht worden. Wij zijn er van overtuigd dat alleen op die wijze op optimale wijze inhoud gegeven kan worden aan de bestuurlijke keuzes die noodzakelijk zijn. In het navolgende wordt begonnen met een schets van het budgettair kader. Op basis daarvan wordt bezien hoe daar in termen van beleidsmaatregelen mee omgegaan kan worden. Een afzonderlijk punt van aandacht is vervolgens het beleid met betrekking tot investeringen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de bestemming van het rekeningresultaat 2002. Ten slotte wordt ingegaan op de vervolgprocedure met betrekking tot de uitvoering van deze kadernota.
2. DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK
Voor het bepalen van de structurele budgettaire situatie is het MJP en de daarop gebaseerde meerjarenbegroting 2003-2006 uitgangspunt. Het budgettair kader heeft betrekking op de toekomstige exploitatie van de gemeente, dat wil zeggen de geprognosticeerde begroting van inkomsten en uitgaven. Volgens de herijkte inrichting van de jaarcyclus van de gemeente Dordrecht, als weergegeven in de nota Kiezen, Sturen, verantwoorden, is aan de kadernota een meer inhoudelijk belang toegekend. De kadernota is voor de gemeenteraad het meest belangrijke document om inhoud te geven aan de kaderstellende functie. Het beleidsdebat op basis van de kadernota is hét moment in het jaar waarop inhoudelijke ambities en beschikbare middelen ten opzichte van elkaar integraal worden afgewogen. Vanwege de korte tijd sinds het vaststellen van het MJP is bij de start van het begrotingsproces afgesproken dat de kadernota 2004 slechts in marginale zin een (budgettaire) herijking van het MJP zal zijn. Een randvoorwaarde is voorts dat gelet op de verwachte beperkte budgettaire ruimte, aanpassingen van het MJP budgettair neutraal van aard dienen te zijn. Met betrekking tot claims c.q. budgettaire knelpunten is het uitgangspunt dat die beperkt blijven tot onuitstelbare zaken waarvoor geen budgettaire compensatie kan worden geboden. Met inachtneming van deze uitgangspunten wordt het kader voor 2004 en verder als volgt opgebouwd: -de efficiency-taakstelling ten behoeve van het MJP (paragraaf 2a); -de nadere invulling van het MJP (paragraaf 2b); -te honoreren claims in het kader van de kadernota (paragraaf 2c); -exogene financiële risico's (paragraaf 2d) -budgettaire dreigingen (paragraaf 2e);
2A DE EFFFICIENCY-TAAKSTELLING TEN BEHOEVE VAN HET MJP
Bij de vaststelling van de begroting voor 2003 heeft de gemeenteraad besloten dat er een efficiency-operatie moet worden uitgevoerd om de begroting in meerjarig perspectief sluitend te maken. De daarmee gepaard gaande taakstellingen per jaar zijn als volgt;
2003 2004 2005 2006 vanaf 2007
:€ :€ :€ :€ :€
0,75 1,50 2,25 3,00 3,80
min. min. min. min. min.
2B NADERE INVULLING VAN HET MJP Bij de vaststelling van het MJP was sprake van niet ingevulde claims / beleidsintensiveringen, de zogenaamde PM-posten. Dat betrof onderwerpen die inhoudelijk wel bekend waren, maar waarvan de financiële implicaties nog niet of niet volledig bekend waren. Voor deze posten waren geen middelen gereserveerd. Een aantal PM posten is inmiddels ingevuld. Een overzicht daarvan treft u aan in bijlage 1. Het daarmee gepaard gaande financieel beslag is per jaarschijf als volgt:
2003 2004 2005 2006 vanaf 2007
: :€ :€ :€ :€
2,69 3,93 5,39 5,19
min. min. min. min.
Voor zover de concretisering van de PM's exploitatielasten betreft wordt deze betrokken bij het budgettair kader. De PM's uit het MJP hebben ook betrekking op investeringen. Vigerend beleid is dat deze investeringen ten laste van de reserve Strategische Investeringen worden gebracht. In paragraaf 6 wordt nader op deze en overige investeringen ingegaan.
2C CLAIMS IN HET KADER VAN DE KADERNOTA Een aantal (onontkoombare) claims is gehonoreerd. Het gaat daarbij om claims die: -buiten de invloedsfeer van de sector zelf liggen en/of -onontkoombaar zijn in die zin dat er "verplichtingen" aan ten grondslag liggen. Een overzicht van deze structurele claims is opgenomen in bijlage 2. Het financiële beslag daarvan is als volgt:
2003 2004 2005 2006 vanaf 2007
: : : : :
€ 3,89 min. € 4,54 min. € 4,49 min. € 4,47 min.
Op de incidentele knelpunten wordt in relatie tot het rekeningsresultaat teruggekomen.
2D EXOGENE FINANCIËLE RISICO'S Het gaat hierbij om financiële risico's die reeds bekend zijn en een uitvloeisel zijn van het huidige kabinetsbeleid. Concreet gaat het om de voornemens om de bijstandskosten te budgetteren. Dit voornemen impliceert naar de huidige inzichten voor Dordrecht een korting die oploopt naar € 5,0 min in 2006. De budgettaire consequenties van dit financiële risico wordt als volgt geraamd:
2003 2004 2005 2006 vanaf 2007
: : : : :
€ € € €
2,8 min 3,9 min 5,0 min 5,0 min
2E GEVOLGEN VAN HET NIEUWE REGEERAKKOORD De plannen van het nieuwe kabinet zijn nog ongewis, maar zullen zeker van invloed zijn op de toekomstige inkomsten van Dordrecht. Ook met betrekking tot de specifieke doeluitkeringen is op dit moment nog niets met zekerheid te zeggen, maar ook daarbij worden kortingen verwacht. Voorbeelden van doeluitkeringen zijn uitkeringen op het gebied van verslavingszorg, vrouwenopvang, dak- en thuislozenzorg, sociale integratie en veiligheid en investeringen stedelijke vernieuwing (ISV). Aangezien over mogelijke kortingen bij zowel de Algemene Uitkering als de doeluitkeringen nog geen concrete informatie bekend is, maar wel te verwachten is dat daarop gekort zal worden, ramen wij ten behoeve van deze verwachte kortingen voor 2004 een korting van 1,25% van de Algemene Uitkering ad € 1,4 min. met een structurele doorloop vanaf 2005 ad € 2 min. Per saldo ramen wij de budgettaire gevolgen van het regeerakkoord als volgt:
2003 2004 2005 2006 vanaf 2007
€ € € €
1,4 2,0 2,0 2,0
min. min. min. min.
+ PM + PM + PM + PM
2F OMVANG BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK: EEN TOTAAL- OVERZICHT De taakstelling vanwege het MJP, zoals vorig jaar vastgesteld, de invulling van de PM-posten uit het MJP en het honoreren van een aantal claims leidt tot een pakket van beleidsintensiveringen dat oploopt tot structureel € 13,5 min in 2007. Dit is als volgt opgebouwd.
Efficiencykorting n.a.v. begroting 2003 Nadere invulling van het MJP (excl. investeringen) Onontkoombare claims
2003 0,75
2004 1,50
2005 2,25
2006 3,00
2007 3,80
0
2,69
3,93
5,39
5,19
0
3,89
4,54
4,49
4,47
12,88
13,46
TOTAAL
0,75
8,08
10,72
Afgezien van de taakstelling ten behoeve van de beleidsintensiveringen is sprake van financiële risico's en de gevolgen van het nieuwe regeerakkoord. Dit betreft het volgende.
Financiële risico's Gevolgen regeerakkoord
0
2004 2,80
2005 3,90
2006 5,00
2007 5,00
0
1,40 + PM
2,00 + PM
2,00 + PM
2,00 + PM
TOTAAL
0
4,20 + PM
5,90+ PM
7,00 + PM
7,00 + PM
2003
De totale budgettaire problematiek wordt hierdoor als volgt.
Beleidsintensiveringen Financiële risico's en gevolgen regeerakkoord TOTAAL
2003 0,75 0
2004 8,08 4,20 + PM
2005 10,72 5,90 + PM
2006 12,88 7,00 + PM
2007 13,46 7,00 + PM
0,75
12,28 + PM
16,62 + PM
19,88 + PM
20,46 + PM
De totale budgettaire problematiek loopt dus op naar structureel € 20,5 min. vanaf 2007. Het grootste deel van dit bedrag beslaat beleidsmatige ombuigingen (€ 13,5 vanaf 2007); een bedrag van € 7,0 min + PM vanaf 2007 heeft betrekking op de financiële risico's en budgettaire dreigingen.
UITGANGSPUNT: DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK VOOR DE PERIODE 2003 TOT EN MET 2007 LOOPT OP VAN 0,75 MLN IN 2003 TOT 20,5 MLN STRUCTUREEL IN 2007
3. DE AANPAK VAN DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK
De budgettaire problematiek, zoals geschetst in hoofdstuk 2, is niet geheel nieuw. Voor de uitvoering van het meerjaren(beleids)programma (MJP) bestond reeds de noodzaak om extra middelen te genereren. Dat is de reden geweest om begin 2002 de ambtelijke stuurgroep "Stad in Balans" in te stellen. Deze stuurgroep heeft in haar eindrapportage mogelijkheden aangedragen om het MJP uit te kunnen voeren. Zoals blijkt uit het voorgaande hoofdstuk gaat de budgettaire problematiek inmiddels veel verder dan louter het vinden van dekking voor de uitgaven in het kader van het MJP. De geraamde korting op het gemeentefonds, de kortingen op doeluitkeringen van het rijk en de ontwikkelingen op het gebied van de sociale zekerheid hebben een budgettaire impact die de omvang van de MJP- intensiveringen ver overstijgt. De budgettaire problematiek is zodanig groot, dat een systematiek, als gehanteerd bij "Stad in Balans" niet langer volstaat: een fundamentele en integrale aanpak is noodzakelijk. In het onderstaande wordt die aanpak verder uitgewekt. Uitgangspunt is dat wij onze ambities handhaven. Dat vereist dat wij kiezen voor een innovatieve benadering. Hiermee sluiten wij aan bij het hoofdlijnenaccoord met een grote nadruk op kwaliteitsverhoging, verbetering van de uitvoering en tegelijkertijd efficiencyverbetering. Innovatie moet het mogelijk maken om de ambities van het MJP onverkort waar te maken, de forse bezuinigingstaakstelling op te lossen en last but not least moet het energie opleveren om deze krachtsinspanning te realiseren. Waar het om gaat is dat we onze ambities uit het MJP waar willen blijven maken en tegelijkertijd fors moeten bezuinigen. Dat vergt veel. Een innovatieve benadering is daarbij onontbeerlijk. Bij innovatie moet niet alleen worden gedacht in termen van het invoeren van iets nieuws, maar ook aan het op een creatieve wijze benaderen van de materie, aan het lerend vermogen van de organisatie en aan het onderzoeken van de mogelijkheden om taken te laten vervallen. Op deze wijze opgevat betreft innoveren een breed palet van mogelijkheden. Bij dit alles wordt aangetekend dat wij zeker niet kiezen voor de gemakkelijke weg. We gaan immers én intensiveren (MJP en claims) én bezuinigen (efficiency-korting en maatregelen van rijkswege) tegelijk. De aanpak leidt tot voorstellen met verstrekkende en ingrijpende gevolgen voor bijvoorbeeld de werkinhoud van medewerkers en de omvang van de organisatie. Aan de innovatieve aanpak is concreet vorm en inhoud gegeven door businesscases (hierna: innovatiethema's) te selecteren en daar concrete projecten aan te verbinden. In het onderstaande wordt eerst de redenering uitgewerkt die heeft geleid tot de gekozen innovatiethema's. Die redenering legt een stevig fundament onder de gemaakte keuzes.
UITGANGSPUNT VOOR DE AANPAK VAN DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK WORDT GEKOZEN VOOR EEN INNOVATIEVE BENADERING IN DE VORM VAN INNOVATIETHEMA'S EN DAARUIT VOORTVLOEIENDE PROJECTEN
Voorop zij gesteld dat deze fundamentele benadering -uiteraard- niet vrijblijvend is. Juist gelet op de omvangrijke budgettaire problematiek moet gegarandeerd zijn dat daadwerkelijk de te bezuinigen bedragen worden ingeboekt. In die zin is het ook bindend voor de organisatie. In september zullen met de Algemene Directie bindende afspraken gemaakt worden over het verdere proces en de concretisering van de taakstelling.
10
3A INNOVATIETHEMA'S EN PROJECTEN Toonaangevend bij de aanpak van de budgettaire problematiek is de rol die de gemeente inneemt bij het totstandkomen van maatschappelijke producten en processen. Vanuit de verwachting van burgers, partners en hogere overheden zijn manieren van werken ontstaan om onze rol in de samenleving vorm te geven, of anders gezegd om onze rol in de maatschappelijke keten te bepalen. Deze rol is maatgevend voor het organiseren van onze werkzaamheden. Als wij onze ambities willen waarmaken binnen de huidige budgettaire en politieke werkelijkheid is een herijken van de rolneming noodzakelijk. Dit kan alleen wanneer wij de verwachtingen van onze partners over onze rolneming tot uitgangspunt nemen. Bij die verwachtingen werken wij van buiten naar binnen. Het gaat er om op die verwachtingen op een zo goed mogelijke manier in te kunnen spelen en om die verwachtingen ook zelf te kunnen richten. Een voorbeeld hiervan is de fysieke handhaving van milieu-, arbo- en kwaliteitsvoorwaarden die wij aan bedrijven stellen. Wij kunnen de betrokken bedrijven vragen op basis van vooraf geformuleerde eisen de fysieke handhaving zelf ter hand te nemen (met steekproefsgewijze controle). Op die manier is een besparing te realiseren. Dit is een principieel andere benadering dan -bijvoorbeeld- de kaasschaafmethode of andere generieke maatregelen. Processen en producten worden bezien vanuit de optiek van verwachtingen in relatie tot hoe wij daar wij als organisatie mee omgaan en vanuit dat perspectief worden bewuste keuzes gemaakt. De voorgestelde aanpak vraagt ook van de ambtelijke organisatie een nieuwe oriëntatie. Onlangs is de positie van de gemeentelijke organisatie binnen het INK-model bepaald. Hierbij werd geconcludeerd dat de gehele ambtelijke organisatie getypeerd kan worden als een organisatie waarbij het voortbrengings- of primaire proces wordt beheerst en deels ook systematisch gewerkt wordt aan verbetering van de organisatie als geheel. De uitvoering van de innovatietheama's vraagt echter om een meer ketengerichte organisatie. In INK-termen is dit een behoorlijke verbeterslag. De voorgestelde aanpak dwingt de organisatie om ook in termen van kwaliteit uitdagende verbeteringen aan te brengen. De benadering is dus vanuit verwachtingen en de wijze waarop wij daar als organisatie mee omgaan. Vanuit die verwachtingen wordt gedacht aan verschillende vormen van innovatie. Bijvoorbeeld productinnovatie door integratie van voorzieningen, procesinnovatie door ICTondersteuning, het benutten van schaalvoordelen en het komen tot efficiëntere werkvormen. Wij hebben een vijftal innovatiethema's gedefinieerd die richtinggevend zijn in het denken over innovatie respectievelijk kostenreductie. Elk innovatiethema omvat een eigen specifiek zoekgebied. Bij elk van de innovatiethema's is bezien in de vorm van welke projecten de innovatiethema's nader geconcretiseerd kunnen worden. Aandachtspunt daarbij is dat tussen de innovatiethema's geen duidelijke grenzen zijn te trekken: soms overlappen ze elkaar. Voor de projecten geldt dat ze gekoppeld kunnen zijn aan meerdere innovatiethema's.
DE INNOVATIETHEMA'S 1. ketenarrangementen: Het veranderen van de rol of positionering in een ketenarrangement en/of het anders aansturen van de ketenpartners. 2. dienstverlening Het wijzigen van de vorm of de inhoud van dienstverlening: het dienstverleningsconcept. 3. schaalverandering Veranderingen in de schaal waarop we werkzaamheden hebben georganiseerd.
11 4. actiegerichte organisatie Het anders richten van de organisatie en het anders organiseren van de werkprocessen. 5. shared services Wijzigingen in de stafondersteuning.
3B DE INNOVATIETHEMA'S NADER BEZIEN Het fundament van de structurele aanpak van de budgettaire problematiek wordt gevormd door de vijf eerder genoemde innovatiethema's (Ketenarrangementen, Dienstverlening, Schaalverandering. Actiegerichte organisatie en Shared Services). In het onderstaande worden per innovatiethema op hoofdlijnen de zoekgebieden geschetst en wordt een globaal overzicht gegeven van de projecten (en in voorkomende gevallen deelprojecten) die aan het betreffende innovatiethema zijn gekoppeld. Opgemerkt wordt dat voldaan dient te zijn aan een aantal noodzakelijke randvoorwaarden om het innovatiethema optimaal inhoud te kunnen geven. In de volgende paragraaf wordt daar nader op ingegaan. Voorts is er op dit moment nog verschil in de mate waarin de innovatiethema's zijn uitgewerkt. Het is nu nog niet voor alle innovatiethema's mogelijk concreet aan te geven welke projecten uitgevoerd zullen worden. In paragraaf 8 wordt hier nader op ingegaan.
INNOVATIETHEMA 1: KETENARRANGEMENTEN Het innovatiethema op hoofdlijnen In dit innovatiethema gaat het om het realiseren van innovaties en besparingen door het veranderen van de rol die de gemeente inneemt bij het totstandkomen van maatschappelijke producten en processen. Vanuit de verwachting van burgers, partners en hogere overheden hebben wij manieren van werken bedacht om onze rol in de samenleving vorm te geven c.q. te bepalen. Deze rol is maatgevend voor het organiseren van onze werkzaamheden. Verschuivingen binnen deze rollen, alsmede het beter organiseren van onze rol, is een belangrijke bron van innovatieve bezuinigingen. Producten en diensten worden steeds geleverd vanuit de onderstaande vier rollen in de keten: 1. 2. 3. 4.
De gemeente De gemeente De gemeente De gemeente
als producent als opdrachtgever in de regierol als ketenpartner
Concreet gaat het in dit innovatiethema om een scan van de gemeentelijke positie(s) in de keten en het vinden voor mogelijkheden voor achtereenvolgens: • • • •
Privatisering/afbouwen Zelfregulering, gecontroleerde marktwerking (andere methoden voor het bereiken van een gewenst effect) Verzelfstandigen, gezamenlijk oppakken vanuit de rol van opdrachtgever de doelmatigheid bezien waarmee de partners hun werk uitvoeren. In beginsel stellen wij daarbij aan de partners dezelfde eisen m.b.t doelmatigheid als aan onze eigen organisatie.
12
Een nadere uitwerking in projecten en deelprojecten.
1.
Privatisering/ afbouwen
Hieronder wordt verstaan het overdragen van producten die ook of beter door anderen kunnen worden uitgevoerd. Taakstellend wordt hiervoor een bedrag ingeboekt dat oploopt naar € 1,0 min. in 2007.
2.
Zelfregulering en gecontroleerde marktwerking
Hier gaat het om de vraag of de positie in de keten wel doeltreffend is en of anderen mogelijk zelfs beter in staat zijn de beoogde doelen te bereiken. Vaak definieert de gemeente haar rol als beleidsbepaler, beslisser en toezichthouder binnen hetzelfde arrangement. Het is de vraag of hier altijd reden toe is en of er mogelijk andere ketenpartners zijn die deze rol zou kunnen overnemen. In concreto kan hierbij gedacht worden aan de rolnemingen op het gebied van veiligheid, handhaving, in de onderwijssector en bij de uitvoering van majeure investeringsprojecten.. De mogelijke besparing wordt geraamd op € 850.000.
3.
Verzelfstandigen/samen oppakken (doelmatige uitvoering)
Vaak pakt de gemeentelijke organisatie taken als vanzelfsprekend op. Daarbij wordt niet altijd bezien of er in gelijksoortige ketens (bijvoorbeeld op regionaal of landelijk niveau) niet dezelfde activiteiten plaatsvinden. Daarbij is een gezamenlijk gebruik van voorzieningen en activiteiten niet alleen kostenbesparend, maar vaak ook kwaliteitsverhogend. Binnen de gemeentelijke organisatie zijn onderdelen te vinden die verzelfstandigd of gecombineerd met anderen, vrijwel zeker een kwaliteitsimpuls krijgen. Besparingen zijn daarbij wel degelijk denkbaar. Enkele voorbeelden zijn het ingenieursbureau en het Onderwijs Service Bureau. Op basis van de productenbegroting 2003 en inzichten over de huidige kosten van deze organisatieonderdelen is hier een voordeel te behalen van € 600.000,-. Daarboven is hier ook in de overhead een bedrag van € 100.000,- in te boeken.
4. Doelmatigheid partners Wanneer wij strengere eisen stellen aan de doelmatigheid van onze eigen organisatie is het zeer verdedigbaar dat we vergelijkbare eisen stellen aan ketenpartners die door ons, bijvoorbeeld door een subsidierelatie worden aangestuurd . Op basis van de huidige staat van inkomensoverdrachten (ongeveer € 60 miljoen) zou dat op termijn een bedrag moeten kunnen opleveren van € 4 mijloen. De impact van het gehele innovatiethema is zowel voor onze partners als voor de ambtelijke organisatie aanzienlijk. De horizon van verdere innovaties en besparingen die langs deze lijn te realiseren zijn, is nog niet in zicht. In het meerjarenoverzicht worden de opbrengsten dan ook behoedzaam ingeboekt. De totale omvang van de besparingen in dit innovatiethema is € 7,5 miljoen.
Meerjarenoverzicht besparingen X 1 min €
2004
2005 0,2
2007
2006 1,4
4,1
6,3
13
INNOVATIETHEMA 2: DIENSTVERLENING
Het innovatiethema op hoofdlijnen Vanuit drie sectoren zijn voorstellen gedaan om via veranderende concepten ten aanzien van de dienstverlening middelen te genereren: de sociale dienst, stadswerken en publieksdiensten. Vanwege de verschillende percepties die het begrip dienstverlening in deze sectoren heeft, is voorlopig nog niet gekozen voor een integrale benadering. In de uitwerking betekent dit dat er drie sectorale innovatiethema's worden ontworpen, die op sommige onderdelen verder gaan dan de enge benadering van de term dienstverlening. Dit resulteert in drie sectorgerelateerde innovatiethema's c.q. projecten.
Een nadere uitwerking in projecten en deelprojecten. Stadswerken De sector stadswerken is een van de grote leveranciers van dienstverlening. Diensten/producten op het gebied van beheer en onderhoud van groen, wegen, riolen, maar ook stadsmeubilair, borden GEO-informatie en speeltoestellen. Dit is samen met de aansturing van Netwerk een doorsnede van wat de sector voor diensten aan de stad "levert". Veel van deze onderdelen zijn een basisvoorzieningen en bepalen voor een belangrijk deel de tevredenheid van de burgers over hun stad. De sector is zich bewust van het gegeven dat juist op veel van deze onderdelen een extra inspanning wordt verwacht om de tevredenheid te verhogen. !n de aansturing en wijze van totstandkoming van deze producten kan gezocht worden naar:
Efficiëntie:
standaardisering processen en materialen. Voorbeelden: automatisering vergunningen, tijdlijsten, huisvesting straatmeubilair
Innovatie:
voorbeelden: ontharden oppervlakten, nieuw materiaal
ICT:
toepassingen bij onder andere de wijklijn
Uitbesteden:
voorbeelden: onderhoud watergangen en beheer door bewonersorganisaties.
Hiervoor wordt een opbrengst geraamd van € 1 miljoen structureel vanaf 2007
Sociale Dienst Alle inspanningen van de Sociale Dienst zullen er de komende jaren op gericht zijn om het tekort dat ontstaat door het verdeelmodel van het Fonds Werk en Inkomen (FWI) weg te werken. Dit wordt aangepakt langs het terugdringen van het klantenbestand in Dordrecht met 100 klanten per jaar extra boven het landelijk gemiddelde. Hieraan wordt gewerkt door extra controles en sociale recherche én door nog beter te presteren op uitstroom en activering. Als het lukt om jaarlijks 100 klanten boven het landelijk gemiddelde te komen wordt het tekort met € 1,25 miljoen per jaar teruggedrongen. Dat betekent structureel een besparing van € 5 miljoen vanaf 2007. Voorts wordt een lobby in Den Haag georganiseerd om aanpassingen te krijgen in het verdeelmodel van het FWI.
14
Publieksdiensten Met het stroomlijnen van de processen van de verschillende onderdelen van de stadswinkel en bij de afdeling belastingen kan een bedrag worden bezuinigd dat in vijf jaar oploopt tot minimaal € 400.000 door het veranderen van de wijze van dinstverlening. De sector is op dit moment bezig deze opdracht in budget en in de gevolgen voor de dienstverlening nader uit te werken.
Meerjarenoverzicht besparingen X € 1 min
2004
2005 3,1
2006 3,6
2007 6,1
6,4
INNOVATIETHEMA 3: SCHAALVERANDERING
Het innovatiethema op hoofdlijnen Voor het besturen van de stad wordt op verschillend schaalniveau gehandeld. Rijk, provincie, regio Zuid Holland-zuid, Drechtsteden, stad, wijken zijn allemaal doende goed bestuur te leveren. Er is sprake van toenemende bestuurlijke verdichting met bijpassende vergroting van de bureaucratie. Met name op het niveau van het samenwerkingsverband, de stad en de wijken is naar ons idee door zowel schaalverkleining als schaalvergroting toe te passen winst te boeken inzake efficiency en effectiviteit. In toenemende mate is sprake van intensivering van de samenwerking in Drechtsteden-verband. Naar verwachting zal het stedelijke en het intergemeentelijke niveau van besturen dichter naar elkaar kunnen groeien en kan meer ambtelijke capaciteit in samenwerking worden ingezet. Daarnaast zal er meer en meer op wijkniveau, dichter bij de burger, worden geopereerd. De drie "bestuurslagen": regio, stad en wijk zouden in de toekomst naar twee niveau's kunnen toe groeien: regio/stad en wijkniveau. Het niveau van de regio/stad is vooral ontwikkelingsgericht in de zin van de realisatie van een uniek en aantrekkelijk stedelijk milieu, met hoogwaardige accenten. Het niveau van de wijken is vooral gericht op de verbetering van de leefbaarheid en het beheer van de bestaande stad. Ten aanzien van de wijksturing wordt een afzonderlijk innovatiethema gemaakt. Er is immers sprake van andersoortige doelstellingen en hiervoor zullen andere sturingsparadigma's gelden. Dit innovatiethema concentreert zich derhalve op de versterking van de bestuurlijke samenwerking op regionaal niveau (in Drechtsteden-verband) gepaard gaande met een ontbureaucratisering door vergroting van de ambtelijke samenwerking en ondersteuning. Alle onderdelen die gericht zijn op ontwikkeling van stad en regio en dienstverlenend (kunnen) zijn op deze schaal zijn bij deze beweging betrokken. De beweging is niet nieuw, er zijn al goede voorbeelden, de weg is reeds ingeslagen en dit innovatiethema pleit alleen voor versterking van de reeds ingeslagen weg. Het momentum voor die versterking is aanwezig: het komend jaar worden nieuwe gsbconvenanten afgesloten, lokaal en regionaal, voor de periode 2005-2009, de evaluatie van de samenwerking in de Drechtsteden is voorzien en er leeft de wens om te onderzoeken of sommige vormen van dienstverlening niet meer regionaal kunnen worden ingezet. Kortom: nu is het moment daar. Dit zal in eerste instantie om een extra inspanning vragen maar in tweede instantie winst opleveren.
15
Een nadere uitwerking in projecten en deelprojecten. Concreet wordt winst verwacht door het naar elkaar toe groeien van stad en regio, door opschaling van een aantal diensten, door het opschonen van advies op advies en door meer samenwerking in de beleidsontwikkeling. De winst bij de verdere regionalisering van de dienstverlening is met name ook winst in vermindering van management. De samenwerking op het gebied van beleid en vermindering van advies op advies is vooral winst op het niveau van de beleidsmedewerkers. Op regionale schaal werken al brandweer, milieudienst, projectmanagement. Het onderzoek naar versterking van de regionale dienstverlening spitst zich toe op Sociale dienstverlening, Toezichtfuncties, Kunst en cultuur. De functies Toezicht en Kunst en cultuur kunnen ook in andere innovatiethema's aan de orde komen, toezicht in het kader van veiligheid en kunst en cultuur in het kader van ketenbeheersing. De regionale componenten horen echter evenwel in relatie gebracht te worden met dit innovatiethema. Het onderzoek naar de versterking van de beleidssamenwerking betreft alle beleidsterreinen. De volgende trajecten worden in de tweede helft 2003/2004 in gang gezet: Onderzoek naar de mogelijkheden voor opschaling van gemeentelijke dienstverlening (in AGS-verband bepalen welke dienstverlening): start najaar 2003 Evaluatie huidige samenwerking Drechtsteden: start jan. 2004 Doorlichting huidige beleidsadvisering, lokaal en regionaal, gericht op vergroting samenwerking en vermindering advies op adviescultuur: start najaar 2003 doorlichting huidige regionale dienstverlening gericht op opschoning van dubbele activiteiten
De resultaten zullen stapsgewijs zichtbaar worden: doorlichtingactiviteiten die op korte termijn resultaat opleveren regionalisering diensten levert op middellange termijn goede resultaten verbetering beleidsontwikkeling geleidelijk minder beleidsambtenaren
Meerjarenoverzicht besparingen X € 1 min
2004 Opschaling diensten Opschonen advies op advies Meer beleidssamenwerking Ontwikkeling regio/stad TOTAAL
2005
0
2007
2006
0,20 0,05
0,20 0,05
0,20 0,05
0,05
0,10
0,10
0,10
0,10
0,45
0,45
0,30
INNOVATIETHEMA 4: ACTIEGERICHTE ORGANISATIE
Het innovatiethema op hoofdlijnen De intentie van dit innovatiethema is een omwenteling tot stand te brengen in het denken, handelen en doen van alle medewerkers en managers die betrokken zijn bij de beleidsontwikkeling. Van een notacultuur naar een (inter-) actie- cultuur. Dit vereist een grotere gerichtheid op het oplossend vermogen van de organisatie. Ook is meer inzicht nodig in wat de Dordtse gemeenschap zelf kan oplossen en moet meer duidelijkheid gegeven worden aan de
16 samenleving over wat men van de overheid kan en mag verwachten. De rol van de beleidsmedewerkers is meer faciliteren, enthousiasmeren, partijen bij elkaar brengen dan zelf de oplossing aandragen. Kernpunten van een actiegerichte organisatie zijn: een betere focus op de juiste dingen doen een grotere dienstverlenende houding: meer proces en projectgericht. Dit betekent: meer actiegericht beleid maken terugdringen bureaucratie een heroriëntatie op de sturingsstrategie, sturingsinformatie en middelen, m.n. de beleids-/planning- en controlcyclus als sturend instrumentarium behoeft doorlichting.
Een nadere uitwerking in projecten en deelprojecten. Om het doel te bereiken worden in dit innovatiethema een drietal projecten onderscheiden: 1. Het ontwerpen van actiegericht beleid. Hulpmiddel: het opstellen van gestandaardiseerde processen (formats, startnotities, oriëntatie op rol). De betrokken beleidsonderdelen zijn: O&W, SO, SBC, Projectmanagement en flexpool 2. Het veranderen van de overlegcultuur (van een intern vergadercircus naar een extern georiënteerd overleg ). Hulpmiddelen: het inrichten van een creatieve "aanjager", het opstellen van omschrijvingen van noodzakelijke en gewenste overlegvormen en cultuurverandering (protocollen, checklisten) 3. Het herontwerpen van de beleids-/planning- en controlcyclus gerichte sturingsinformatie verkrijging
Ad 1: Het ontwerpen van actiegericht beleid Beoogde resultaten Inhoudelijk: Een betere focus op de realisatie van het MJP door het beter benoemen van de resultaten van het beleid, dan wel de bijdrage die de gemeente aan het beoogde resultaat kan leveren, een verkleining van de beleidsvoorraad, vermindering van de bureaucratie en (hieraan gerelateerd) management, een verandering in de beleidsontwikkeling van sectoraal en gedetailleerd naar meer integraal en beleid op hoofdlijnen. Procesmatig: meer samenwerking intern en extern, minder zelf doen en anderen (burgers, maatschappelijke organisaties) activeren. Ad 2: Het veranderen van de overlegcultuur Beoogde resultaten Minder tijd spenderen aan geformaliseerde vergadercycli, meer werken in atelierverband en in informele en inspirerende overlegvormen
Ad 3: Het herontwerpen van de beleids-/planning- en controlcyclus Beoogde resultaten Beoogd wordt een sturende Planning-/ en controlcyclus te ontwerpen, waarbij veel gerichter sturingsinformatie wordt gevraagd en verstrekt.
17
Op het gebied van planning en control zijn er veel sturings- en verantwoordingsinstrumenten aanwezig. Dat geldt voor de stadsbrede begrotingscyclus maar ook voor procedures binnen sectoren en naar externe organisaties (stichtingen, gemeenschappelijke regelingen etc). De informatie moet echter passen bij de sturingsbehoefte. Het vooraf vaststellen van deze sturingsbehoefte kan voorkomen dat het uiteindelijk, vanwege de hoeveelheid beschikbare informatie over niets meer gaat. In dit kader kan bijvoorbeeld de vraag worden gesteld of deze organisatie nog wel aparte sectorbegrotingen en sectorrekeningen nodig heeft. Vrijwel alle informatie wordt immers op de centraal niveau gegenereerd. Een andere mogelijkheid zou zijn de bestaande productbladen sterk te vereenvoudigen en geautomatiseerd te verwerken. Ook bestaande systematieken van doorbelasting, verrekeningen en interne facturering zullen op hun doelmatigheid moeten worden beschouwd.
Meerjarenoverzicht besparingen 2004
Financiële consequenties Actiegericht beleid
Kosten
€300
Opbrengsten Subtotaal
-/- € 300
Kosten
€ 100
Opbrengsten Subtotaal
2006
2007
€200 €200
€400 €400
€600 €600
- / - € 100
€ 100 € 100
€ 100 € 100
€ 100 € 100
Opbrengsten
0
€200
€200
€400
Totaal
-/- € 400
€ 500
€700
€ 1100
Verandering overlegcultuur
Doorlichting P&C-cyclus
2005
Bedragen x €1000
INNOVATIETHEMA 5: SHARED SERVICES Het innovatiethema op hoofdlijnen De intentie van dit innovatiethema is het interne dienstverleningsconcept ter discussie te stellen en de bedrijfsvoering te optimaliseren. Het innovatiethema is onderverdeeld in een achttal projecten. Enkele projecten staan op zich zelf. Het merendeel heeft echter een relatie met elkaar of met andere innovatiethema's/projecten. De in de projecten genoemde bedragen zijn met de huidige kennis realistisch. De bedragen voor kostenreductie zijn benoemd op het niveau van het gehele concern. Een nadere uitsplitsing naar de diverse sectoren zal in de uitwerking van de innovatiethema's dienen te geschieden. Bij sommige innovatiethema's heeft de kostenreductie op concern niveau nog enige omvang, maar gesplitst naar sectoren zal dit om geringe bedragen gaan. Bij de uitwerking zal daardoor extra aandacht besteed moeten worden aan "het weglekken". Voor de investeringsbehoefte in het project huisvesting zal nader onderzoek moeten worden gedaan. Overigens bestaat de mogelijkheid dat voor een meer integrale aanpak gekozen wordt. Het project kantoorruimte in de nu voorgestelde vorm vervalt dan.
18
In een aantal gevallen leiden de projecten tot een inkrimping van de personele formatie.
Een nadere uitwerking in projecten en deelprojecten. 1. Centrale inkoop en aanbesteding Een (verdere) professionalisering van de inkoop en aanbesteding binnen de gemeentelijke organisatie. Enerzijds middels professionele ondersteuning van de huidige (decentrale) inkoop anderzijds door het centraliseren van inkoop om volume te bundelen. Er is hiervoor reeds een uitgebreid en door het college aanvaard voorstel.
2. Intelligent omgaan met kantoorruimte en - middelen Aantal werkplekken meer in overeenstemming brengen met werkplekbezetting (flexibilisering werkplekken en indikking met 10%). Invoering standaardwerkplekken, 'schoon bureau beleid' na verdere digitalisering werkprocessen en digitale kennisontsluiting (intranet), inrichting werkruimten. Centrale facilitering van printers en copiers. Telewerken.
3. Vastgoedbeheer en -ontwikkeling de gemeente heeft ongeveer 750 panden in bezit en beheer. De samenstelling daarvan is heel divers en het beheer sterk versnipperd. Het Grondbedrijf gaat een onderzoek instellen met het doel te komen tot een rationeel en efficiënt beheer en ontwikkeling van alle gemeentepanden al of niet ondergebracht in één vastgoedbedrijf. De efficiencywinst zal daarbij zowel incidenteel als structureel in kaart worden gebracht. Nog dit jaar zal een uitvoerige inventarisatie van de gebouwenvoorraad en het beheer worden verricht waarna de haalbaarheid om te komen tot één vastgoedbedrijf zal worden verkend. De uitgangspunten zullen begin 2004 gereed zijn.
4.Sturing op input/vraag De capaciteit van de shared services wordt uiteraard bepaald door de vraag daar naar. Middeis reducering van die vraag en middels regulering hiervan en uniformering van aanlevering werk en uitvoering zijn zowel binnen de Stafdiensten als binnen andere sectoren bezuinigingen te halen. Het centraal door de Stafdiensten aansturen van communicatie- en senior p&o adviseurs op de prioriteiten van het MJP (met daarnaast een bescheiden capaciteit voor incidenteel maatwerk obv DVO's) levert een vermindering op van deze inzet. Daarnaast kan werk worden bespaard (bij Staf en lijn) door het terugdringen van bijv. het aantal overwerkdeclaraties, facturen en software pakketten.
5.Verdere centralisatie Doorlopen totale organisatie op gemeenschappelijke activiteiten. Voorbeeld: Afschaffing van de sectorale Or-en en een betere facilitering van de COR.
6.Budgettering op P kosten De personeelsbudgetten zijn nu gebaseerd op historische budgetten (met ieder jaar een inflatie correctie). Door de p-budgetten te normeren ontstaat een basis tot (be-)sturing van die budgetten en daarmee de mogelijkheid tot onderbouwde, taakstellende besparingen en monitoring daarvan.
7.Concept restauratieve dienstverlening De kosten van de restauratieve dienstverlening zou terug gedrongen kunnen worden middels aanpassing van het huidige aanbod en/of out-sourcing.
19
8.Doorontwikkelen onlangs gecentraliseerde middelenfuncties De onlangs gecentraliseerde middelen functies financiële administratie en documentaire informatie voorziening zijn gestart met een kwaliteitsslag. De verwachting is dat deze op termijn ook zal resulteren in meer efficiency.
Meerjarenoverzicht besparingen
X € 1 min. 2004
2007
2006
2005 4,3
3,1
5,7
7,7
3C OPBRENGSTEN UIT INNOVATIETHEMA'S Hieronder worden de innovatiethema's en de geraamde opbrengsten samengevat weergegeven.
Meerjarenoverzicht besparingen Innovatiethema
Uitwerking
Ketenarrangement
Rollen en taken binnen de ketens Gerichte benadering binnen sectoren: innovatie, efficiency c. s. Wijkgericht werken en regionalisering en opschaling Focus op de juiste zaken, meer proces en projectgericht Kwaliteit, doelmatigheid, kostenreductie
Dienstverlening
Schaalverandering
Actiegerichte organisatie
Shared Services
Totaal
Bedragen x € 1 miljoen 2006 2005
2004
2007
0,2
1,4
4,1
6,3
3,1
3,6
6,1
6,4
0
0,3
0,4
0,4
-0,4
0,5
0,7
1,1
3,1
4,3
5,7
7,7
6,0
10,1
17,0
21,9
3D. NOODZAKLIJKE RANDVOORWAARDEN
Afgezien van de innovatiethema's zelf dient aandacht besteed te worden aan de randvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn om de innovatiethema's optimaal inhoud te kunnen geven. Dit zijn de pijlers onder de innovatiethema's. Wij onderscheiden daarbij human recource management (het HRM-instrumentarium), ICT en het huisvestings- en organisatieconcept. Standaardisering, flexibilisering, digitalisering en het optimaliseren van de onderlinge relaties zijn noodzakelijke randvoorwaarden die in de innovatiethema's aan de orde komen en die vereisen dat de genoemde pijlers op orde zijn. Dit impliceert dat met het voortschrijden van de operationalisering van de innovatiethema's in de vorm van projecten gelijktijdig en als onderdeel daarvan gewerkt wordt aan de optimalisering van de organisatie. Het werken aan de operationalisering
20
van de innovatiethema's in combinatie met optimalisering van de organisatie als iteratief proces leidt tot nieuwe projecten. Een voorbeeld van een dergelijk (reeds in gang gezet) proces betreft het terugdringen van het ziekteverzuim. Deze projecten zullen aangehaakt worden bij bestaande innovatiethema's.
3E INNOVATIEFONDS In het voorgaande is al geschetst dat voor veel innovatiethema;'s geldt dat in eerste instantie geïnvesteerd zal moeten worden in nader onderzoek, verdere uitwerking of het scheppen van de juiste condities. In essentie gaat het daarbij om investeringen die het proces faciliteren. Om in deze mogelijkheden te voorzien hebben wij de intentie om een innovatiefonds in te stellen. De overweging daarbij is dat middelen uit dit fonds gedurende een aantal jaren beschikbaar zijn en kunnen worden aangewend om het proces mogelijk te maken en te faciliteren. Het innovatiefonds is tevens een goed instrument om lopende processen te optimaliseren en de ontwikkeling van het innovatieve vermogen van de organisatie een krachtige impuls te geven. Een voorbeeld hiervan zijn de ontwikkeling op ICT-gebied: deze ontwikkelingen kunnen, als ze bezien worden in samenhang met andere zaken zoals combinaties van processen, tot efficiencyvoordeel leiden. Innovatie en ontwikkeling moet worden gestimuleerd en soms ook beloond. Voorkomen moet worden dat kansrijke ideeën en innovaties in de kiem worden gesmoord omdat er geen (sector)middelen kunnen worden gevonden om ze stap verder te brengen. Dat is evident slecht voor de organisatie en ook weinig stimulerend voor medewerkers. Voor het innovatiefonds geldt dat het beroep op deze middelen zich zal moeten beperken tot incidentele uitgaven. Middelen uit het fonds kunnen niet worden ingezet voor het dekken van structurele uitgaven of het compenseren bezuinigingseffecten. Een van de kernpunten van ons financieel beleid is immers dat we structurele uitgaven dekken met structurele middelen. Een nadere concretisering van het innovatiefonds inclusief de te formuleren criteria waarvan sprake is bij het beschikbaar stellen van middelen ten laste van dit fonds zal plaatsvinden zodra de innovatiethema's verder geconcretiseerd zijn in de vorm van projectvoorstellen. Voor de uitvoering van de doelstellingen van het innovatiefonds zal een substantieel bedrag benodigd zijn. De concretisering hiervan zal in september gereed zijn. In paragraaf 8 wordt daar nader op ingegaan.
UITGANGSPUNT VOOR HET FACILITEREN VAN HET PROCES EN HET ONDERSTEUNEN VAN DE ONTWIKKELING VAN HET INNOVATIEVE VERMOGEN WORDT VOORGESTAAN EEN INNOVATIEFONDS IN TE STELLEN. OP BASIS VAN DE NADERE CONCRETISERING VAN DE INNOVATIETHEMA'S IN DE VORM VAN PROJECTVOORSTELLEN ZAL EEN NADERE CONCRETISERING VAN HET INNOVATIEFONDS INCLUSIEF DE TE FORMULEREN CRITERIA PLAATSVINDEN
21
4. CONFRONTATIE VAN DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK MET OPLOSSINGSRICHTINGEN
Confrontatie van de budgettaire problematiek met de opbrengsten uit de innovatiethema's geeft het volgende beeld:
Opbrengst uit innovatiethema's Budgettaire taakstelling
0
2004 6,00
2005 10,10
2006 17,00
2007 21,9
0,75
12,28
16,62
19,88
20,46
Restant problematiek
-0,75
-6,28
-6,52
-2,88
+ 1,44
2003
Er is per saldo sprake van een restant taakstelling die oploopt tot € 6,52 min in 2005 en die omslaat in een overschot vanaf 2007. Om de taakstelling op te lossen is gekeken naar mogelijkheden buiten de innovatiethema's om die vanwege hun (soms technische) karakter niet interfereren met een integrale c.q. inhoudelijke aanpak. Het gaat om de volgende mogelijkheden: reëler begroten en het verhogen van de inkomsten. Reëler begroten heeft betrekking op die budgetten waarbij nu sprake is van structurele onderuitputting. Op de jaarschijven 2001, 2002 en 2003 is een fors rekeningresultaat gemeld. Daaraan ontlenen wij de conclusie dat er blijkbaar nog ruimte zit in de begroting. Afgezien van onderuitputting is er ook sprake van een aantal budgetten waarvan de omvang als zodanig te discussie kan worden gesteld. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan de stelpost Majeure Eexploitatierisico's en de stelpost Nieuw Beleid. Overigens geldt voor deze laatste posten, (met een omvang van ca. € 2,9 min in 2007), dat deze vooralsnog bedoeld zijn voor niet ingevulde PM-posten uit het MJP. Bij verhoging van de inkomsten is sprake van mogelijkheden op het gebied van kostendekkendheid (heffingen en tarieven), marktconform en bedrijfseconomisch verantwoord werken en het genereren van inkomsten door middel van het gebruik van netwerken. De beleidslijn inzake het niet meer dan trendmatig verhogen van de OZB zal niet worden gewijzigd. De besparingen met betrekking tot deze twee mogelijkheden ramen wij als volgt:
Meerjarenoverzicht besparingen
OMSCHRIJVING
2003
2004
2005
2006
2007
Reëler begroten Verhogen inkomsten TOTAAL
0,70
1,00 0,20 1,20
1,50 0,90 2,40
2,00 1,10 3,10
2,00 1,10 3,10
0
0,70
Hiermee wordt de restant taakstelling als volgt gewijzigd:
Reëler begroten/verhogen inkomsten Taakstelling Restant problematiek
2003 0,70
2004 1,20
2005 2,40
2006 3,10
2007 3,10
-0,75 -0,05
-6,28 -5,08
-6,52 -4,12
-2,88 + 0,22
+ 1,44 + 4,54
22
UITGANGSPUNT: VOOR HET INVULLEN VAN DE STRUCTURELE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK WORDT GEBRUIK GEMAAKT VAN DE MOGELIJKE BESPARINGEN UIT DE INNOVATIETEMA'S, ALSMEDE DE MOGELIJKHEDEN DOOR REËLER TE BEGROTEN EN DOOR DE INKOMSTEN TE VERHOGEN
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de budgettaire taakstelling in structurele zin vanaf 2006 is opgelost, echter niet voor de jaren 2004 en 2005. Voor het jaar 2003 wordt voorgesteld de dekking door reëler begroten ad € 0,7 min. te dekken uit de nog beschikbare middelen voor loonen prijsbijstelling voor dit jaar. Voor de jaren 2004 en 2005 gaat het om een bedrag van in totaal € 9,2 min. Voorgesteld wordt om dit te dekken uit de "Reserve resultaten vorige jaren", in totaal groot € 14,0 min. Deze reserve is gevoed op basis van besluitvorming rond de resultaatbestemming van de voordelige saldi van jaarrekeningen 2000 en 2001. Bij de totstandkoming van deze reserve is aangegeven dat deze een tijdelijk karakter heeft in afwachting van nadere inhoudelijke invulling van beleidsactiviteiten. Dit is nog niet gebeurd, zodat deze reserve in principe vrij aanwendbaar is.
UITGANGSPUNT DE RESTANT TAAKSTELLING WORDT GEDEKT VANUIT DE RESERVE "RESULTATEN VOORGAANDE JAREN"
23
5. PERSONELE GEVOLGEN Een operatie zoals in het bovenstaande geschetst zal zonder meer personele gevolgen hebben. Aangezien de innovatiethema's nog niet geoperationaliseerd zijn in de vorm van projecten en ook de beleidsintensiveringen nog niet in alle gevallen zijn uitgekristalliseerd, zijn deze gevolgen nog niet te kwantificeren. Wel is duidelijk dat met de personele gevolgen gedegen en op basis van een gedifferentieerde aanpak omgegaan zal worden. De ondernemingsraad zal intensief bij dit proces betrokken worden. Inzet van de gehele operatie is om de taakstelling op zo'n natuurlijk mogelijke wijze op te lossen. Uitgangspunt is dan wel dat er sprake moet zijn van een wendbare organisatie: de vrijvallende formatie dient in belangrijke mate door interne herschikking te kunnen worden ingevuld. Dat vergt veel van de organisatie en van de medewerkers. Immers, concreet betekent dit dat de flexibiliteit moet worden opgebracht dat medewerkers (kunnen) switchen tussen sectoren en aandachtsgebieden. Dit kan gevolgen hebben voor benodigde kennis, ervaring en affiniteit met een werkveld. Het reeds genoemde HRM instrumentarium (zie pagina 19) als randvoorwaarde onder de innovatiethema's zal in belangrijke mate benodigd zijn om zorg te dragen voor deze wendbaarheid van de organisatie. Ook de personele gevolgen van de concretisering van de innovatiethema's in projecten zullen in september nader uitgewerkt zijn. Daarbij zal nadrukkelijk gelet worden op de personele omvang in relatie tot externe inhuur. Hierbij zal sprake zijn van een zorgvuldig proces, waarbij de belangen van het personeel ter dege in acht zullen worden genomen. Kwantificeren van de personele gevolgen is op dit moment dus gewoon nog niet mogelijk. Om toch kwantitatief inzicht te verschaffen zou de volgende rekenregel gehanteerd kunnen worden om de mogelijke personele gevolgen cijfermatig weer te geven. De netto taakstelling, dat wil zeggen de totale taaktelling verminderd met de bedragen voor beleidsintensivering, is voor 50% gedeeld door de gemiddelde loonsom van een formatieplaats. Het percentage van 50% is daarbij een benadering van de effecten van de bezuinigingen: er is van uitgaan dat die voor 50% effect hebben op het personeelsbudget. Op basis van deze globale rekenregel ontstaat het voigende beeld.
Mogelijke beperking personeelsbestand 2003 2004 2005 --42 FTE -59 FTE
2006 -70 FTE
2007 -70 FTE
Het aantal van 70 fte komt overeen met 4,8 % van het personeelsbestand. Gelet op de aard van de innovatiethema's zou dit verdeeld over alle lagen in de organisatie geëffectueerd dienen te worden. Om dit percentage in zijn context te plaatsen is de notie van belang dat het huidige uitstroompercentage ca. 8% per jaar bedraagt.
24
6. INVESTERINGSBELEID
Afgezien van de exploitatie zijn er ook claims ingediend die betrekking hebben op het investeringscomplex. Er zijn geconcretiseerde PM's uit het MJP en investeringen die tot de claims behoren. Het financieel beslag van deze investeringen is als volgt:
Geconcretiseerde PM's uit het MJP Claims TOTAAL
€ € €
9,3 min PM 9,3 MLN + PM
De investeringen zijn opgenomen in bijlage 3. Ter toelichting op een aantal van deze investeringen het volgende.
1. Masterplan stationsomgeving In het MJP is aangegeven dat grote waarde gehecht wordt aan een verbetering van de stationsomgeving. " Het betreft echter een kostbaar project (raming totale kosten bij MJP € 25 rekening houdend met bijdragen van externen € 18,5 min) dat in economische zin minder oplevert dan andere plannen", zo is in het MJP verwoord. Vandaar dat gezocht is naar mogelijkheden om de stationsomgeving in fasen aan te pakken. Hiervoor is een plan opgesteld waarvan de totale kosten € 9,3 min bedragen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: -€ 0,3 min -€ 1,6 min -€ 7,1 min - € 0,3 min
onontkoombare kosten in verband met gemaakte kosten afronding masterplan en huur tijdelijk busstation in 2003 en 2004 verbetering tijdelijk busstation herinrichting voorplein en nieuwe fietsenstalling, K&R en taxi's (bedrag betreft maximale investering, afhankelijk van een bijdrage van het ministerie). voorbereidingskosten.
2. SIS/multi-functionele accommodatie Krispijn Recent is een haalbaarheidsonderzoek naar een te bouwen multifunctionele accommodatie op het Jozef Israelsplein uitgevoerd. Voor de investering die hiermee gemoeid is, is dekking gevonden binnen het ISV budget. Bij het ten laste brengen van deze investeringen aan de reserve Strategische Investeringen ontstaat het probleem deze reserve volledig belegd is met plannen. Voeding van de reserve vindt plaats vanuit het grondbedrijf en vanuit dividenden EZH. De prognose grondbedrijf is dat de voorziene voeding met € 2,5 min in negatieve zin moet worden bijgesteld. De dividenden EZH voorzien een extra dotatie van € 2,1 min. Per saldo is dus qua voeding sprake van een financieel probleem van € 0,4 min. Tezamen met de genoemde investeringen is er derhalve in de reserve SI een budgettair probleem van € 9,7 min. Wij hebben met betrekking tot deze budgettaire problematiek een werkgroep ingesteld onder voorzitter van de stadscontroller. Deze werkgroep heeft de taak om het gehele investeringscomplex te analyseren en te rapporteren over mogelijkheden met betrekking tot een heroverweging van de genoemde investeringen, een afweging van deze investeringen tegen andere investeringen in de reserve Strategische Investeringen, een heroverweging van de bestemmingsreserves en mogelijke dekking uit onder meer ISV, volkshuisvestingsfonds, de reserve grondbedrijf, de algemene reserve en de mogelijke (extra) opbrengsten uit beleggingen danwei het afstoten van activa. Bij dit laatste is van belang dat er sprake is van een principe overeenkomst met betrekking tot de verkoop van TZH, waarvan de opbrengst wordt betrokken
25
bij de besluitvorming over de reserve Strategische Investeringen. De uitkomsten van de rapportage aan het college zullen worden betrokken bij de besluitvorming over de begroting 2004.
UITGANGSPUNT : MET BETREKKING TOT DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK IN DE RESERVE STRATEGISCHE INVESTERINGEN AD € 9,7 MLN IS EEN WERKGROEP INGESTELD ONDER VOORZITTERSCHAP VAN DE STADSCONTROLLER DIE ALS TAAK HEEFT HET INVESTERINGSCOMPLEX TE ANALYSEREN EN TE RAPPORTEREN OVER MOGELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT
-
HERAFWEGING VAN DE TOEGEVOEGDE INVESTERINGEN; AFWEGING VAN DEZE INVESTERING TEGEN ANDERE INVESTERINGEN IN DE RESERVE STRATEGISCHE INVESTERINGEN; HEROVERWEGING VAN DE BESTEMMINGSRESERVES; DEKKING UIT ISV DEKKING UIT HET VOLKSHUISVESTINGSFONDS; DEKKING UIT DE RESERVE GRONDBEDRIJF ONTTREKKING UIT DE ALGEMENE RESERVE EXTRA INKOMSTEN UIT BELEGGINGEN EN HET AFSTOTEN VAN ACTIVA
DE UITKOMSTEN VAN DE RAPPORTAGE WORDEN BETROKKEN BIJ DE BESLUITVORMING OVER DE BEGROTING 2004
26
7. RESULTAATBESTEMMING
Afzonderlijke besluitvorming in het kader van de kadernota betreft de resultaatbestemming 2002. Het exploitatieresultaat 2002 is € 10,9 min. Ten behoeve van een mogelijke bestemming van dit resultaat zijn de incidentele knelpunten geïnventariseerd. Deze inventarisatie is opgenomen in bijlage 4. Bij de resultaatbestemming is sprake van een tweetal investeringen. Daarover het volgende. 1. Verbouwing Stadswinkel Door de verbouwing voorziet de sector diverse inverdieneffecten. Een aanvullend krediet is benodigd tot een bedrag van € 234.000,00. 2. Verkeerscirculatieplan Voor de uitvoering van het verkeersplan Binnenstad ligt een voorstel met een aantal maatregelen. Een deel van het voorstel betreft incidentele kosten tot in totaal een badrag van € 0,64 min. in verband met: -€ 320.000: -€ 320.000:
inrichting pollers onvoorzien
Het totaalbedrag aan incidentele knelpunten bedraagt € 5,1 min. Wij stellen voor dit bedrag ten laste te brengen van het rekeningresultaat 2002. Het netto resultaat wordt daarmee € 5,8 min.
UITGANGSPUNT: DE ONONTKOOMBARE INCIDENTELE KNELPUNTEN WORDEN TEN LASTE VAN HET REKENINGRESULTAAT 2002 GEBRACHT. DAARNA RESTEERT EEN NETTO RESULTAAT AD € 5,8 MLN DAT WORDT TOEGEVOEGD AAN DE ALGEMENE RESERVE
27
8. HET VERVOLGPROCES
De uitvoering van de taakstelling uit deze kadernota vergt een grote krachtsinspanning van alle betrokkenen. Er zullen op verschillende niveaus trajecten en processen in gang gezet moeten worden om de ambitie van deze kadernota te realiseren. Een eerste belangrijke vervolgactiviteit is gericht op het verder uitwerken en concretiseren van de innovatiethema's. Bij het uitwerken van afzonderlijke innovatiethema's ligt daarbij de nadruk op het concretiseren van de thema's tot het niveau van projectvoorstellen met een verder aangescherpte formulering van de inhoudelijke- en de financiële resultaten én het proces dat nodig is om dat realiseren. Dat moet er voor zorgen dat de uitvoering van de innovatiethema's gevolgd en (bij)gestuurd kan worden en dat, voor zover mogelijk, waarborgen voor het behalen van resultaten zichtbaar worden gemaakt. Verder is het nodig dat ook de gepresenteerde portfolio van innovatiethema's nader wordt beschouwd. Die nadere beschouwing moet vooral gericht zijn op het de afstemming tussen verschillende innovatiethema's. Daarbij gaat het om de verdere inhoudelijke afstemming (synergie, overlap en de mate waarin de effecten elkaar beïnvloeden), de meer logistieke afstemming en de uitwerking van de peilers ICT en standaardisatie van (werk)processen. Resultaat van deze vervolgactiviteit is dat er medio september een uitgebalanceerd voorstel gereed is waarin de afzonderlijke innovatiethema's nader zijn geconcretiseerd. Deze concretisering zal dienen in te houden dat er een taakstellend bezuinigingsbedrag per sector is geformuleerd. Zodra de innovatiethema's geconcretiseerd zijn, zal ook het innovatiefonds nader worden onderbouwd en zullen criteria ontwikkeld worden ten behoeve van de aanwending van het fonds. Bij de te ontwikkelen criteria zal in ieder geval aandacht besteed worden aan het volgende: -strijdigheid met het MJP (inclusief veiligheid en GSB); -neveneffecten; -maatschappelijke gevolgen voor de stad; -verwacht maatschappelijk verzet; -personele gevolgen Op basis van de nadere onderbouwing van het innovatiefonds en de voorgestelde criteria wordt een definitief besluit genomen inzake instelling en voeding van het fonds. Naast de verdere uitwerking van de innovatiethema's en de onderbouwing van het innovatiefonds zal ook het proces dat nodig is voor realisatie moeten worden uitgelijnd. Gezien de omvang en het karakter van het traject hebben wij de Algemene Directie opdracht gegeven een aparte projectorganisatie in te stellen. Deze projectorganisatie wordt extern gefaciliteerd. Voor dit laatste zal een bedrag van € 200.000 worden ingezet. Dat is nog beschikbaar binnen het budget voor "de organisatieopgaven" in 2003. Ten laste van dit budget is ook voorzien dat een organisatie- en huisvestingsconcept wordt ontwikkeld.
UITGANGSPUNT IN OPDRACHT VAN HET COLLEGE ZAL DE ALGEMENE DIRECTIE IN SEPTEMBER UITGEBREID RAPPORTEREN OVER DE CONCRETISERING VAN DE INNOVATIETHEMA'S OP INHOUD, PROCES EN BUDGETTAIRE ONDERBOUWING.
28
UITGANGSPUNT HET UITLIJNEN VAN HET PROCES INZAKE DE UITWERKING VAN DE INNOVATIETHEMA'S WORDT EXTERN GEFACILITEERD. DAARIN WORDT MEDE BEGREPEN HET ONTWIKKELEN VAN EEN ORGANISATIE- EN HUISVESTINGSCONCEPT. HIERVOOR ZIJN IN 2003 REEDS MIDDELEN GERESERVEERD IN HET BUDGET VOOR "DE ORGANISATIEOPGAVEN". DEZE MIDDELEN (AD € 0,2 MLN) WORDEN NU INGEZET VOOR BOVENSTAANDE EXERCITIE.
Er zal worden gekozen voor een opzet die de inhoudelijke doelen van het proces ondersteunt en waarbij aspecten als bijvoorbeeld actiegerichtheid, ontbureaucratisering, betrokkenheid van medewerkers, zelforganisatie en de ketenbenadering belangrijke parameters zijn in het procesontwerp. Ook voor deze uitwerking geldt dat direct na de zomer nader uitgewerkte voorstellen zullen worden gepresenteerd.
29
9. RESUMÉ Bezien we het geheel van de kadernota, dan betekent dit dat u in bestuurlijke zin instemt met de onderstaande beslispunten:
UITGANGSPUNT: DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK VOOR DE PERIODE 2003 TOT EN MET 2007 LOOPT OP VAN 0,75 MLN IN 2003 TOT 20,5 MLN STRUCTUREEL IN 2007
UITGANGSPUNT VOOR DE AANPAK VAN DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK WORDT GEKOZEN VOOR EEN INNOVATIEVE BENADERING IN DE VORM VAN INNOVATIETHEMA'S EN DAARUIT VOORTVLOEIENDE PROJECTEN
UITGANGSPUNT VOOR HET FACILITEREN VAN HET PROCES EN HET ONDERSTEUNEN VAN DE ONTWIKKELING VAN HET INNOVATIEVE VERMOGEN WORDT VOORGESTAAN EEN INNOVATIEFONDS IN TE STELLEN. OP BASIS VAN DE NADERE CONCRETISERING VAN DE INNOVATIETHEMA'S IN DE VORM VAN PROJECTVOORSTELLEN ZAL EEN NADERE CONCRETISERING VAN HET INNOVATIEFONDS INCLUSIEF DE TE FORMULEREN CRITERIA PLAATSVINDEN
UITGANGSPUNT: VOOR HET INVULLEN VAN DE STRUCTURELE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK WORDT GEBRUIK GEMAAKT VAN DE MOGELIJKE BESPARINGEN UIT DE INNOVATIETEMA'S, ALSMEDE DE MOGELIJKHEDEN DOOR REËLER TE BEGROTEN EN DOOR DE INKOMSTEN TE VERHOGEN
UITGANGSPUNT DE RESTANT TAAKSTELLING WORDT GEDEKT VANUIT DE RESERVE "RESULTATEN VOORGAANDE JAREN"
30
UITGANGSPUNT : MET BETREKKING TOT DE BUDGETTAIRE PROBLEMATIEK IN DE RESERVE STRATEGISCHE INVESTERINGEN AD € 9,7 MLN IS EEN WERKGROEP INGESTELD ONDER VOORZITTERSCHAP VAN DE STADSCONTROLLER DIE ALS TAAK HEEFT HET INVESTERINGSCOMPLEX TE ANALYSEREN EN TE RAPPORTEREN OVER MOGELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT
-
-
HERAFWEGING VAN DE TOEGEVOEGDE INVESTERINGEN; AFWEGING VAN DEZE INVESTERING TEGEN ANDERE INVESTERINGEN IN DE RESERVE STRATEGISCHE INVESTERINGEN; HEROVERWEGING VAN DE BESTEMMINGSRESERVES; DEKKING UIT ISV DEKKING UIT HET VOLKSHUISVESTINGSFONDS; DEKKING UIT DE RESERVE GRONDBEDRIJF ONTTREKKING UIT DE ALGEMENE RESERVE EXTRA INKOMSTEN UIT BELEGGINGEN EN HET AFSTOTEN VAN ACTIVA
DE UITKOMSTEN VAN DE RAPPORTAGE WORDEN BETROKKEN BIJ DE BESLUITVORMING OVER DE BEGROTING 2004
UITGANGSPUNT: DE ONONTKOOMBARE INCIDENTELE KNELPUNTEN WORDEN TEN LASTE VAN HET REKENINGRESULTAAT 2002 GEBRACHT. DAARNA RESTEERT EEN NETTO RESULTAAT AD € 5,8 MLN DAT WORDT TOEGEVOEGD AAN DE ALGEMENE RESERVE
UITGANGSPUNT IN OPDRACHT VAN HET COLLEGE ZAL DE ALGEMENE DIRECTIE IN SEPTEMBER UITGEBREID RAPPORTEREN OVER DE CONCRETISERING VAN DE INNOVATIETHEMA'S OP INHOUD, PROCES EN BUDGETTAIRE ONDERBOUWING.
UITGANGSPUNT HET UITLIJNEN VAN HET PROCES INZAKE DE UITWERKING VAN DE INNOVATIETHEMA'S WORDT EXTERN GEFACILITEERD. DAARIN WORDT MEDE BEGREPEN HET ONTWIKKELEN VAN EEN ORGANISATIE- EN HUISVESTINGSCONCEPT. HIERVOOR ZIJN IN 2003 REEDS MIDDELEN GERESERVEERD IN HET BUDGET VOOR "DE ORGANISATIEOPGAVEN". DEZE MIDDELEN (AD € 0,2 MLN) WORDEN NU INGEZET VOOR BOVENSTAANDE EXERCITIE.
BIJLAGE 1
CONCRETISEREN PM'S UIT HET MJP (EXCLUSIEF INVESTERINGEN TEN LASTE VAN DE RESERVE STRATEGISCHE INVESTERINGEN)
Inv
2003
SPORT & RECREATIE Veiligheid Sportcomplexen (inc) Veiligheid Sportcomplexen (str) PROGRAMMA BINNENSTAD Gevelpresentatie *1)
2006
50.000
144.000
14.000
14.000
32.000
77.000
77.000
77.000
1.110.000
CULTUUR Toekomst Bibelot
*3)
2005
2007
(0,25 min)
Marketingstrategie Festivals c. s.
ONDERWIJS & WELZIJN SIS/multif.acc. Oud Krispijn *2) SIS plus Onderwijshuisvesting
2004
1.560.000
1.560.000
1.560.000
PM
PM
PM
55.000 + PM
55.000 + PM
55. 000 + PM
55. 000 + PM
PM
PM
PM
PM
787.000
2.627.000
2.754.000
208.000 -/-
(1.101.000) -/-
(1.471.000) -/-
(2,20 min)
(45,00 min)
Compensatie van onderwijs *4) Herijking gehandicaptenbeleid Peuterwerk
PM
PM
PM
PM
420.000
Ouderenadviseurs Diversiteitsbeleid
113.000 55.000
520.000 + PM 113.000 55.000
620.000 + PM 113.000
620.000 + PM 113.000
PM
PM
PUBLIEKSDIENSTEN Handhavingsprogramma
500.000
500.000
Stadswerken Stedelijk waterplan
350.000
325.000
325.000
2.685.000
3.928.000
5.391.000
TOTAAL
(47,45 min)
0
5.193.000
N.B.1 Programma Binnenstad: De gevelpresentatie wordt ten laste gebracht van ISV-middelen. N.B.2 Onderwijs en Welzijn: SIS/multifunctionele accommodatie Oud Krispijn wordt ten laste gebracht van ISV middelen.
N.B.3 Onderwijs en Welzijn Op de onderwijsinvestering wordt afgeschreven. Deze wordt niet ten laste van de reserve SI gebracht. N.B.4 Onderwijs en Welzijn Bij de compensatievoorstellen voor de onderwijsinvesteringen zijn de jaarschijven 2006 en 2007 niet meegeteld, aangezien die ook reeds onderdeel van een business-case vormen.
INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ BIJLAGE 1
SPORT EN RECREATIE veiligheid sportcomplexen investeringen op het gebied van verbeteringen van de openbare verlichting op toegangspaden, parkeerplaatsen en (incidenteel) stallingen, het wegnemen van onveilige en onoverzichtelijke situaties en het verbeteren van de afsluitbaarheid veiligheid sportcomplexen het meer toezicht houden buiten de reguliere werktijden en het aanbieden van activiteiten om overlast en beschadiging (structureel) door oneigenlijk gebruik van accommodaties te voorkomen
PROGRAMMA BINNENSTAD gevel presentatie marketingstrategie
CULTUUR Bibelot
ONDERWIJS EN WELZIJN SIS/ multifunctionele accommodatie Oud Krispijn SIS plus Onderwijshuisvesting Compensatie van onderwijs Herijking gehandicaptenbeleid Peuterwerk
Ouderenadviseurs Diversiteitsbeleid
PUBLIEKSDIENSTEN Handhavingsprogramma
STADSWERKEN Stedelijk waterplan
betreft gevolgen van de nota gevelpresentatie beschermd statdsgezicht (collegebesluit 2002) betreft kosten voor formatie van city marketing, huur, marketing, promotie en communicatiekosten.
betreft uitgaven t.b.v. professionalisering van de beveiliging
multifunctioneel centrum op het Jozef Israelsplein.
Uitbreiding SIS naar niet-intensieve wijken. wettelijke zorgplicht van de gemeente. betreft de mogelijkheden binnen de sector onderwijs om de lasten voor Onderwijshuisvesting te compenseren Beleidsprioriteit in MJP. Uitvoering herijking vindt plaats in 2003. uitbreiding van het aantal plaatsen naar 70% van alle peuters en oplossen van de ontoereikendheid van de huidige financiering. Uitbreiding aantal ouderenadviseurs a.g.v. vaststelling contourennotitie ouderenbeleid. Brede maatschappelijke discussie over diversiteit langs de programmalijnen integratie, participatie en interculturalisatie. Budget nodig voor stadsdebatten, wijkgesprekken e. d.
betreft de kosten voor de uitvoering van het handhavingsprogramma fysieke veiligheid
betreft de kosten van maatregelen voortvloeiend uit het stedelijk waterplan.
BIJLAGE 2 B&W BESLUIT INZAKE HONOREREN CLAIMS IN DE EXPLOITAITE
2004
2005
2006
2007
60.000
60.000
60.000
60.000
STADSONTW. / GRONDBEDRIJF Bijdrage waterbus expl. polier en stamlijn Fietsenstalling Vriesestr
86.000 385.000 50.000
86.000 385.000 50.000
86.000 385.000 50.000
65.000 385.000 50.000
SPORT EN RECREATIE Energielasten aquapulca
50.000
50.000
50.000
50.000
39.000 170.000
39.000 170.000
39.000 170.000
39.000 170.000
700.000
700.000
700.000
BRANDWEER Ontvlechtingskosten i. v. m. vertrek CPA
PUBLIEKSDIENSTEN Verkiezingen Ontwikkeling naar Insp. Publieksdomeinen ID-banen SBC Organisatieontwikkeling c. s. 0,5 fte. representatie
1 .000.000
1 .000.000
1 .000.000
1 .000.000
30.000
30.000
30.000
30.000
SOCIALE DIENST Huisontruimingen 1 fte agressiebeleid
PM 45.000
PM 45.000
PM 45.000
PM 45.000
48.000
48.000
38.000 35.000
38.000 35.000
38.000 35.000
38.000 35.000
86.000
86.000
86.000
86.000
60.000 188.000
60.000 188.000
60.000 188.000
60.000 188.000
125.000
125.000
125.000
125.000
24.000 24.000
24.000 24.000
24.000 24.000
24.000 24.000
173.000
173.000
173.000
173.000
CULTUUR Uitvoering Beleidsplan filmhuis Cinode Tekorten Berckepoort Schoonmaakkosten musea Controlling en i-functie STAFDIENSTEN 1 fte BTW comp.fonds Onderhoudsplan kantoorruimten Regeling kinderopvang GRIFFIE l-advisering Advies applicatiebeheer PROGRAMMA EC. ONTWIKKELING Uitvoering van het programma
ONDERWIJS EN WELZIJN Herijking takenpakket GGD Opvoedingsondersteuning Pers. kosten leerwerkplaats
413.000
413.000
413.000
413.000
52.000
PM
PM
PM
87.000
87.000
87.000
87.000
324.000 (70.000)
324.000 (70.000)
324.000 (70.000)
324.000 (70.000)
50.000 86.000 86.000 -/-
50.000 86.000 86.000 -/-
50.000 86.000 86.000 -/-
50.000 86.000 86.000 -/-
HAVENBEDRIJF Onderhoudsfonds
250.000
250.000
250.000
250.000
TOTAAL
3.892.000
4.540.000
4.492.000
4.471.000
STADSWERKEN Areaaluitbreiding Kunst in openbare ruimte *1) Reiniging Verw. Huish. Afval Terug via afvalst. Heffing
N.B1 Stadswerken De middelen voor Kunst in Openbare Ruimten worden ten laste van het fonds Wijkverfraaiing gebracht. In de totaaltelling zijn deze bedragen niet meegenomen.
INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ BIJLAGE 2
BRANDWEER ontvlechtingskosten ivm vertrek Centrale Post Ambulancevoorziening is vertrokken naar de CPA GGD. Dit heeft structurele ontvlechtingskosten met zich meegebracht omdat zaken als telefoon, post en control niet 1 op 1 kunnen worden afgebouwd. STADSONTWIKKELING / GRONDBEDRIJF bijdrage waterbus
Fietsenstalling Vriesestr
uitbreiding dienstregeling waterbus. Financiële consequenties van genomen collegebesluit. dekking van deze kosten was voorzien uit parkeeropbrengsten. Blijkt obv huidige ontwikkelingen niet haalbaar. vervolg op motie 17. Voorlopige raming van de kosten.
SPORT EN RECREATIE energielasten Aquapulca
betreft hogere energiekosten zwembad
exploitatie pollers en stamlijn
PUBLIEKSDIENSTEN Verkiezingen ontwikkeling naar insp. Publieksdomeinen
betreft structureel hogere kosten voor verkiezingen. betreft de kosten voor de invoering van een bedrifsbureau, passend bij de reeds door het college goedgekeurde ontwikkelingsrichting van de afdeling Toezicht.
ID-banen SBC
organisatieontwikkeling 0,5 fte voorlichting
SOCIALE DIENST huisontruimingen
1 fte agressiebeleid
CULTUUR uitvoering beleidsplan filmhuis Cinode tekorten Berckepoort
schoonmaakkosten musea Controlling en i-functie
betreft B&W-besluit voor uitbreiding van de ondersteuning van de representatie van de Burgemeester.
Sociale Dienst betaalt kosten huisontruimingen. Is onbeïnvloedbaar budget dat jaarlijks aanzienlijke overschrijdingen laat zien. Vooruitlopend op onderzoek of kosten elders gelegd kunnen worden is dekking van verwachte kosten 2003 noodzakelijk. Toezichthouder in de wachtruimte van de Sociale Dienst. Vermindert agressie en verhoogt veiligheid medewerkers en klanten.
structurele kosten voortvloeiend uit door het college vastgesteld beleidsplan Filmhuis Cinode structurele tekorten Berckepoort. College heeft besloten dit als onontkoombaar te beschouwen en begroting structureel te verhogen vanaf 2004. schoonmaakkosten exterieur Dordrechts Museum en Museum van Gijn, voortvloeiend uit ARBO-eisen. controlling en i-functie gevolg van collegebesluiten zonder dat voor (meer)kosten en dekking was.
INHOUDELIJKE TOELICHTING BIJ BIJLAGE 2
STAFDIENSTEN 1 fte BTW comp.fonds onderhoudsplan kantoorruimten regeling kinderopvang
GRIFFIE l-advisering
advies applicatiebeheer
PROGRAMMA EC ONTWIKKELING uitvoering van het programma ONDERWIJS EN WELZIJN herijking takenpakket GGD opvoedingsondersteuning
personeelskosten leerwerkplaats
1 fte structureel extra a.g.v. extra werkzaamheden samenhangend met het BTW compensatiefonds. verhoging onderhoudsbudget kantoren ivm personele uitbreiding, veiligheids- en ARBO maatregelen; los van evt nieuw huisvestingsconcept. extra kosten ivm stijging gebruik van regeling kinderopvang.
inhuur 320 uur l-advisering tbv organisatiebrede prioritering ontwikkelingen in informatisering/automatisering. Moet doorontwikkeling RIS waarborgen. Betreft invulling van het technische applicatiebeheer van het RIS dmv inkoop bij het E-team.
-
gevolg van landelijke ontwikkelingen. Reeds besloten door bestuur regio ZHZ. Betreft Home Start: ondersteuning ouders door vrijwilligers (ervaren ouders) in stressvolle situaties. Onderdeel van het jeugdbeleid waarvoor geen structurele financiering aanwezig is. Bij ontvlechting voormalige dienst welzijn bleek financiering van deze leerwerkplaats niet geregeld te zijn. Financiering uit reserve O&W niet mogelijk (reserve zou onder minimumniveau cf interne richtlijnen komen).
STADSWERKEN areaaluitbreiding
de areaal uitbreiding betreft toevoegingen, verminderingen en kwalitatieve wijzigingen van de in beheer zijnde objecten in de openbare ruimte welke in 2002 zijn of in 2003 worden doorgevoerd. O.a. bushaltes in de binnenstad, speeltoestellen e. d. kunst in openbare ruimte structureel onderhoud kunst in de openbare ruimte. reiniging betreft schoonhouden Statenplein/Sarisgang. Verwerking huishoudelijk afval Betreft gevolgen voor de gemeente van de tariefverhoging die Gevudo heeft doorgevoerd voor de verwerking van huishoudelijk afval. terug via afvalst. heffing HAVENBEDRIJF onderhoudsfonds
bovenstaande gevolgen kunnen worden verdisconteerd in de afvalstoffenheffing. extra middelen ten behoeve van een structurele dotatie aan het onderhoudsfonds
BIJLAGE 3
INVESTERINGEN UIT HET MJP
OMSCHRIJVING
BEDRAG
STADSONTWIKKELING / GRONDBEDRIJF Gezondheidspark
Handhaven bestaand bedrag in MJP
SPORT EN RECREATIE Sportboulevard
PM
PROGRAMMA BINNENSTAD Stationsgebied
9,3 min
CULTUUR Bibelot
PM
ONDERWIJS & WELZIJN onderwijshuisvesting SIS/mulitf.acc. Oud Krispijn
Via exploitatie (bijlage 1 ) (2,20 min) ten laste van ISV middelen
TOTAAL
9,3 MLN
OVERIGE INVESTERINGEN
OMSCHRIJVING
BEDRAG
STADSONTWIKKELING / GRONDBEDRIJF Parkeren Dokweg Parkeerverwijzing Monumentenfonds Woonomgeving- en inrichtingsplannen Watergang Wielwijk Wijkverkeersplannen
(1,70 min) (PM) (1,8 min) (PM) (PM) PM
SPORT EN RECREATIE Aansluiting stadsboerderij op riolering Verbouwing sportcomplex Schenkeldijk
PM PM
SOCIALE DIENST bedrijfsverzamelgebouw
PM
CULTUUR Toekomst theater
PM
TOTAAL
PM
rendabel uit opbrengst parkeren rendabel uit opbrengst parkeren ten laste van ISV-middelen ten laste van ISV-middelen ten laste van ISV middelen
BIJLAGE 4 RESULTAATBESTEMMING 2002
SECTORRESULTAAT STADSONTWIKKELING / GRONDBEDRIJF Flankerend beleid bodemsanering verkeerscirculatieplan SPORT EN RECREATIE Actieplan watersport *1 Herinrichting het vissertje Beheerpakket sportvelden Parkeerplaats Krommendijk *1) Smederij Weizigt Onderhoudsfonds Weizigt Regulering rookverbod Breedte-impuls VWS Klanttevredenheidsonderzoek Brandveiligheid Aquapulca *1) Sectorreserve Masterplan Weizigt *1) PUBLIEKSDIENSTEN Verbouwing stadswinkel Dag van Dordt Subsidie dierentehuis Softwarepakket toezicht Software vergunningenadministratie Aansluiting digitale meldkamer politie Gevolgen intensiveringsprogramma
60.000 640.000
35.000 10.000 50.000 20.000 38.000 25.000 50.000 21.000 50.000 100.000 20.000 442.000
234.000 60.000 106.000 25.000 25.000
•;'.
••:!«
ri: •
130.000 105.000 . .r .
320.000 190.000 75.000 265.000
STAFDIENSTEN Overheveling restant E-team Wegwerken achterstanden P&O Energiebeheer Uitvoering rookbeleid Toevoeging bedrijfsreserve
12.000 35.000 15.000 13.000 65.000
ONDERWIJS Leerplicht Bovenformatieven Gevolgen OO&sS
•
ii,
SOCIALE DIENST Storting in reserve FWI Organisatieontwikkeling Onderzoek obj. Verdeelmodel Reserve WVG
STADSWERKEN Egalisatiereserve riolering Egalisatiereserve afvalstoffen Hondenuitlaatplaatsen Aanlanding Wantijoever Speelplaats Weizigt Herstructurering archief
RESULTAAT STAD
164.000 22.000 -/40.000 80.000 240.000 PM
20.000 125.000 73.000
Wijkaccountmanagement Sociale pijler versterkt
68.000 272.000
CULTUUR Verbouwing van Gijn museum *1) Aanvullend krediet van Gijn museum *1) Technische gebreken van Gijn museum *1) Investering beveiliging musea Onderzoek archiefbeheer Bachorgel Grote kerk
87.000 40.000 200.000
TOTAAL
4.702.000
259.000 130.000 132.000
N.B.1 Dient nog nader onderbouwd te worden via kredietaanvraag
442.000