Project « Stad en samenleving » - C. Naert
1.
Stad en samenleving Project 5de Humane Wetenschappen C. Naert 1. Inleiding ”Een stad is een mozaïek van buurten, van wijken waar mensen wonen die behoren tot dezelfde sociale klasse of dezelfde etnische afkomst hebben.”
segregatie:
sociale differentiatie:
residentiële differentiatie:
Is dit ook te herkennen in onze stad Kortrijk?
Doel van het project - een onderzoek naar de uitrusting van een wijk in Kortrijk - een onderzoek naar sociale en residentiële differentiatie in Kortrijk - het meten van de leefbaarheid van een wijk - het bestuderen van samenlevingsproblemen in stadswijken
Welke wijken - Kortrijk is opgebouwd uit 29 wijken - selectie van enkele wijken - 3 of 4 leerlingen werken samen aan het onderzoek van één wijk
Hoe Het wijkenonderzoek gebeurt volledig door zelfstandig werk van de leerlingen, bijgestaan door de begeleidende leerkrachten. Het onderzoek wordt stapsgewijs opgebouwd om zo te leiden naar één eindresultaat op het einde van het schooljaar. De meeste opdrachten worden gemaakt via groepswerk. Het is van enorm belang dat de verschillende leden van de groep als één team kunnen nadenken en handelen. Leerlingen die onvoldoende meewerken, vormen een hinder voor de groep en brengen het eindresultaat van de groep en vooral van zichzelf in gevaar.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
2.
De beoordeling van het wijkenonderzoek zal gebeuren op basis van de resultaten van de ingediende werken en op basis van de individuele prestatie van elke leerling in de groep. Werken die niet op de afgesproken tijd binnen zijn, worden niet meer gecorrigeerd! Het wijkenonderzoek zal gebeuren in klas, in de mediatheek of op het terrein zelf. Je wordt telkens vooraf verwittigd waar het project zal doorgaan. Bij veldwerk op het terrein: - blijft het school- en verkeersreglement geldig! - ben je altijd in het bezit van je studentenpasje (politiecontrole!) - gebeurt de verplaatsing met je fiets of bromfiets - is een GSM en digitaal fototoestel handig (maar niet verplicht)
Timing Semester 1: - begrenzing en situering van de te onderzoeken wijk - eerste indrukken in PPT - ruimtegebruikkaart en ruimtelijke planning - verkeerssituatie en straatbeeld - opstellen enquête Semester 2: - afnemen enquête - demografisch onderzoek - historisch onderzoek - contact met wijkinspecteurs - verwerken enquête in PPT - opmaken einddossier wijkenonderzoek - voorstelling wijkenonderzoek voor een externe jury
Map wijkenonderzoek Elke leerling bouwt een individuele map “wijkenonderzoek” op en brengt deze altijd mee tijdens de twee projecturen, zelfs bij veldwerk. In deze map bevinden zich alle nota’s, opdrachten en resultaten in chronologische volgorde. De map “wijkenonderzoek” wordt ook aangevuld met alle nuttige informatie die je over de te onderzoeken wijk terugvindt in de media (bvb. krantenknipsels). Dit betekent dat je vanaf het begin van het project je ook zoveel mogelijk laat informeren via de media. Het is de bedoeling dat je op het einde van dit schooljaar je wijk zo goed mogelijk kent, dit zal je trouwens ook voor een jury moeten bewijzen!
Veel succes en nu aan de slag!
3.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
NAAM:
KLAS: WIJKNAAM:
2. EERSTE VERKENNING VAN DE WIJK Wat je vooraf moet weten: - de groep blijft telkens samen, niemand gaat alleen op stap; - werk goed door, de informatie die je nu verzamelt zal je de volgende les moeten gebruiken; - het verkeersreglement wordt gerespecteerd; - alle leerlingen zijn terug aan de schoolpoort (ingang Diksmuidekaai) om 11.55 u en melden zich bij één van de twee begeleidende leerkrachten; - de verkenning van de wijk gebeurt tijdens de lesuren, dit betekent dat het schoolreglement van toepassing blijft; - noodnummer: 000000000 (leerlingensecretariaat) of 000000000 (secretariaat van de school). Opdrachten: (alle onderstaande opdrachten worden door elk lid van de groep uitgevoerd) 1. Baken zeer nauwkeurig met een rode pen je wijk af op het stratenplan van Kortrijk. Meestal is de grens van de wijk een straat, een spoorlijn of de Leie. De bewoning langs de straat aan de kant van de wijk behoort nog tot uw gebied. 2. Doorkruis je wijk en zoek daarin een woongebied. 2.1 Situeer de plaats waar je nu staat met cijfer “2” op de A4-kaart van je wijk. 2.2 Vul (elk lid van de groep apart) de onderstaande tabel in. Observatielijst leefkwaliteit tevredenheidsindex
zeer tevreden
helemaal niet tevreden
5
4
3
2
1
Uitzicht van de gebouwen Netheid van de gebouwen Netheid van de straat Kwaliteit van de lucht (geurhinder) De rust (geluidshinder door verkeer, bedrijven) Aanwezigheid van groen (bomenrij, plantsoen, park) Aanwezigheid fietspad
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
Aanwezigheid voetpad
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
Globale score
opmerkingen
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
4.
2.3 Formuleer hieronder in een tiental zinnen je eerste indruk over de bezochte woonwijk.
2.4 Zou je hier zelf graag willen wonen? Waarom/waarom niet?
2.5 Leg je eerste indruk vast in maximaal 10 digitale foto’s van bepaalde (zowel goede als slechte) aspecten van de bezochte woonwijk (maximaal 10 foto’s voor de ganse groep). Deze foto’s zal je de volgende les gebruiken om deze woonwijk voor te stellen in klas.
3. PPT EERSTE VERKENNING VAN DE WIJK
Maak een powerpointpresentatie van je wijk aan de hand van de gegevens die je vorige week op het terrein hebt verzameld.
Verplichte inhoud: 1. 2. 3. 4. 5.
de lokalisatie en begrenzing van de wijk in Kortrijk de positieve kanten van de wijk de negatieve kanten van de wijk de groepservaring bij het eerste bezoek aan de wijk een aantal beelden ter illustratie van jullie bevindingen
De voorstelling zelf: 1. 2. 3. 4.
Jullie gebruiken maximaal 12 dia’s. Houd de voorstelling eenvoudig en duidelijk. Zoek dus niet te veel snufjes. De voorstelling duurt ongeveer 15 minuten. Ieder lid van de groep moet het woord voeren.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
5.
NAAM: WIJKNAAM: 4. CARTOGRAFISCH ONDERZOEK VAN DE WIJK Gebruik voor de onderstaande oefeningen je stratenplan van Kortrijk. 1. Markeer in fluorescerende stift op de kopie van je stratenplan de begrenzing. Noteer hieronder de precieze begrenzing van je wijk. Gebruik als begrenzing straatnamen, waterlopen, …..
2. Noteer aan de hand van straatnamen de route die je moet volgen van onze school (vanaf de Diksmuidekaai) tot de dichtste straat van uw wijk. Duid deze route met een andere kleur aan op de kopie van het stratenplan.
3. Bereken de afstand die je moet afleggen langs de weg van onze school tot de dichtste straat van uw wijk. 4. Welke ruimtegebruikers komen er volgens deze kaart voor in uw wijk en waar situeer (straatnamen) je ze?
Gebruik voor de onderstaande oefeningen de topografische kaarten van Kortrijk. 5. Situeer met vier blauwe stippen op de kopie van het stratenplan het meest noordelijke, oostelijke, zuidelijke en westelijke punt van uw wijk. Bereken aan de hand van de topografische kaart de afstand in vogelvlucht van: -
het meest noordelijke naar het meest zuidelijke punt:
-
het meest westelijke naar het meest oostelijke punt:
6. Wat is de hoogteligging van uw wijk?
7. Beschrijf gedetailleerd aan de hand van de topografische kaart het ruimtegebruik in uw wijk. Wat komt er voor en waar situeer je dit?
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
6.
8. Welke informatie haal je uit de topografische kaart in verband met de bebouwing in uw wijk (verkaveling, aaneengesloten bebouwing, lintbebouwing, open bebouwing, grote of kleine tuinen…)?
Gebruik voor de onderstaande oefeningen het internet. Op http://www.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/nl/loketten.asp heb je toegang tot een hele reeks ruimtelijke gegevens op verschillende schaalniveaus. Je kan eerst je gemeente selecteren, inzoomen tot het gebied van je wijk en dan verschillende geoloketten opvragen via de taakbalk bovenaan. Voorbeelden van geoloketten: gewestplan, BPA, RUP, bodemkaart, orthofoto, bodemgebruik, bedrijventerreinen, …. Het is nodig de pop-ups voor deze site toe te laten! 9. Ga naar het geoloket “kleurenortho”. Zoom in tot je wijk. In de taakbalk kan je het beeld veranderen door lagen aan of uit te zetten. Doorkruis je wijk op de orthofoto. Welke extra info kan je hier vinden i.v.m. het ruimtegebruik?
10. Ga naar het geoloket “gewestplan”. De legende van het gewestplan is terug te vinden op de taakbalk. Wat leert het gewestplan jou over de bestemming van de grond in je wijk?
11. Ga naar het geoloket “stratenplan”. Op de taakbalk linksboven klik je “meten” aan. Met de cursor ga je over de begrenzing van je wijk (telkens klikken). Onderaan de kaart krijg je de totale lengte van de begrenzing. Bij fouten kan je de selectie verwijderen (taakbalk boven) en opnieuw proberen. Hoeveel bedraagt de totale lengte van de begrenzing?
Controleer hiermee ook je antwoorden op vragen 3 en 5.
7.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
NAAM:
KLAS:
WIJKNAAM: 5. TWEEDE VERKENNING VAN DE WIJK HET MAKEN VAN EEN RUIMTEGEBRUIKKAART VAN DE WIJK Wat je vooraf moet weten: - de groep (eventueel in 2 gesplitst) blijft telkens samen, niemand gaat alleen op stap - werk goed door, de informatie die je nu verzamelt zal je de volgende lessen moeten gebruiken - het verkeersreglement wordt gerespecteerd - alle leerlingen zijn terug aan de schoolpoort (ingang Diksmuidekaai) om 11.55 u en melden zich bij één van de twee begeleidende leerkrachten - de verkenning van de wijk gebeurt tijdens de lesuren, dit betekent dat het schoolreglement hier van toepassing blijft - noodnummer: 000000000 (leerlingensecretariaat) 000000000 (secretariaat)
Bij de eerste terreinverkenning hebben we onze eerste indrukken van het te onderzoeken gebied geformuleerd. In de vorige les onderzochten we het ruimtegebruik in de wijk op basis van topografische kaart, luchtfoto en kaarten van gisvlaanderen. Deze terreinverkenning heeft als doel informatie te verzamelen over het ruimtegebruik in de wijk, zodat we straks een gedetailleerde ruimtegebruikkaart kunnen tekenen. Opdrachten: (alle onderstaande opdrachten worden door elk lid van de groep uitgevoerd, elk lid van de groep maakt ook een eigen kaart) 1. Bij deze terreinverkenning splitsen we de groep in twee. Indien in een groep van 4 leerlingen er één iemand ziek is blijft de groep samen. Niemand gaat alleen op stap! ¾ Spreek eerst af wie welk deel van de wijk onderzoekt. ¾ Spreek af hoe je de legende van de kladkaart zal opbouwen, welke kleuren gebruik je voor welk ruimtegebruik? 2. Doorkruis het te onderzoeken gebied. Duid op een kopie van het stratenplan met kleuren op de juiste plaats de verschillende ruimtegebruikers aan. Vergeet niet om een legende op te bouwen. Mogelijke ruimtegebruikers: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
landbouwgrond (akker, weide, hoeve, …) sport- of vrijetijdsinfrastructuur groenvoorzieningen (bvb. park, …) wegen- of spoorwegnet met bijhorende ruimten industrie/bedrijven gebouwen voor dienstverlening (bibliotheek, school, ziekenhuis, …) voor bewoning maak je onderscheid tussen: a. lintbebouwing b. sociale woonwijk c. residentiële woonwijk (villawijk) d. aaneengesloten arbeiderswoningen (goedkopere woningen) e. aaneengesloten eengezinswoningen (grotere, duurdere woningen) 8. ……
3. Neem van elke ruimtegebruiker één of meerdere foto’s.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
8.
6. HET MAKEN VAN EEN RUIMTEGEBRUIKKAART VAN DE WIJK
Bij de tweede terreinverkenning hebben we zo veel mogelijk informatie verzameld over het ruimtegebruik van het te onderzoeken gebied. Het resultaat daarvan was een kladversie van een ruimtegebruikkaart. Hier en daar was het terrein niet te karteren van op de openbare weg (bvb. door lintbebouwing of aaneengesloten bebouwing).
Opdracht: Teken een definitieve, verzorgde en gedetailleerde ruimtegebruikkaart op basis van je kladkaart van de wijkverkenning, het stratenplan van Kortrijk en de gegevens die je verzamelde op luchtfoto’s en kaarten van gisvlaanderen.
De ruimtegebruikkaart wordt in Paint gemaakt. Als basiskaart gebruik je het stratenplan van je wijk, te vinden op Smartschool onder “detailkaarten wijken”. Knip op het stratenplan je wijk uit en vergroot deze.
Vergeet niet om een verzorgde legende op te bouwen. Eventueel kan je de legende op een apart blad opbouwen.
De ruimtegebruikkaart wordt voorzien van de noordrichting en een precieze schaal.
¾ De ruimtegebruikkaart wordt individueel door elk groepslid gemaakt. Het heeft dus geen zin om kaarten van elkaar over te nemen, kopies van elkaars werk worden niet verbeterd! ¾ De ruimtegebruikkaart wordt in uitgeprinte versie de eerste dinsdag na het herfstverlof aan C. Naert afgegeven. De digitale versie wordt door elke leerling op Smartschool geplaatst.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
9.
7. HET MAKEN VAN LEEFTIJDSHISTOGRAMMEN VAN DE WIJK Doel: Bij de volgende opdrachten gaan we - aan de hand van statistieken - de leeftijdsopbouw van de bevolking in onze wijk onderzoeken. Wordt onze wijk bewoond door jonge mensen of hebben we te maken met een oudere bevolking? Hoe is de verdeling mannen en vrouwen in de wijk? Welke leeftijdsgroepen zijn het belangrijkst?
Bevolkingshistogram: Zeer belangrijk is de leeftijdsopbouw, die weergeeft uit welke leeftijdsgroepen de bevolking is opgebouwd en in welke grootteverhouding deze groepen tot elkaar staan. Grafisch komt dit tot uitdrukking in de bevolkingspiramide, of beter het bevolkingshistogram (staafgrafiek) want niet altijd heeft de grafiek de vorm van een piramide. Op de verticale as worden de leeftijdsklassen (per 5 jaar) afgezet, op de horizontale as de absolute aantallen of procenten (wij gebruiken procenten). Links van de verticale as komen de mannen, rechts de vrouwen. Uit het histogram valt onmiddellijk de grootteverhouding van de leeftijdsgroepen af te lezen. Een vergelijking van het histogram met dit van andere wijken of met dit van gans Kortrijk kan leiden tot interessante vaststellingen. Werkwijze: Voor onderstaande opdrachten gaan we ons baseren op statistieken van het jaar 2002. De cijfers werden verzameld door het Nationaal Instituut van de Statistiek (N.I.S.). De bestanden kan je terugvinden op het digitaal leerplatform. De bijgeleverde tekst “Codes van de bestanden van het N.I.S.” geeft je een overzicht van de aanwezige informatie. Belangrijk is hier wel dat je de juiste cijfers gebruikt! Het leeftijdshistogram gaan we telkens tekenen per statistische sector (3 histogrammen per wijk). We beperken ons tot de statistische sectoren met het grootste aantal inwoners. Dit zijn de volgende: De Drie Hofsteden: ………………………………….. Kortrijk Oost: ………………………………………… Sint Denijsestraat: ……………………………………. Beheerstraat –Rijselsestraat – Patersmote: …………………………………..
10.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
Opdrachten: 1. Noteer hieronder het nummer en de naam van de statistische sector die je onderzoekt. Nummer statistische sector:
Naam statistische sector:
2. Zoek in de statistieken voor je statistische sector het juiste aantal inwoners in 2002. De totale bevolking is de som van het aantal Belgen en het aantal vreemdelingen. Totale bevolking in 2002:
aantal mannen:
aantal vrouwen:
3. Vul onderstaande tabel in voor je statistische sector.
MANNEN Leeftijdsgroepen
Absolute aantallen
VROUWEN % t.o.v. de totale bevolking
Leeftijdsgroepen
0-4
0-4
5-9
5-9
10 - 14
10 - 14
15 - 19
15 - 19
20 - 24
20 - 24
25 - 29
25 - 29
30 - 34
30 - 34
35 - 39
35 - 39
40 - 44
40 - 44
45 - 49
45 - 49
50 - 54
50 - 54
55 - 59
55 - 59
60 - 64
60 - 64
65 - 69
65 - 69
70 - 74
70 - 74
75 - 79
75 - 79
80 - 84
80 - 84
85 -89
85 -89
90 - 95
90 - 95
+ 95
+ 95
Som:
Som:
Absolute aantallen
% t.o.v. de totale bevolking
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
11.
4. Teken zo nauwkeurig mogelijk het leeftijdshistogram van deze statistische sector. Gebruik daarvoor het millimeterpapier op de volgende bladzijde. Teken eerst in potlood en daarna in pen.
5. Beantwoord de onderstaande vragen (antwoorden op een apart cursusblad). a. Hoe is de verhouding mannen en vrouwen in deze statistische sector? b. Geef de kenmerken van de leeftijdsopbouw in deze statistische sector. c. Hoe belangrijk zijn het aantal vreemdelingen (= mensen met een andere nationaliteit dan de Belgische) in de totale bevolking van de statistische sector. Druk hun aantal in relatieve en absolute cijfers uit. (zie NIS-bestanden) d. Van welke nationaliteiten zijn de vreemdelingen die in deze statistische sector wonen? e. Vergelijk dit leeftijdshistogram met de andere grafieken van je wijk. Welke verschillen stel je vast in leeftijdsopbouw tussen deze statistische sectoren? f.
Vergelijk het histogram met dit van de totale Kortrijkse bevolking. Welke verschillen zijn er hier?
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
12.
8. HET OPSTELLEN VAN EEN ENQUETE
1 Elke groep maakt een enquête die aangepast is aan de situatie die zich in dat deel van de stad voordoet. 2. De enquête bevat vragen rond vier verschillende onderwerpen, die we willen onderzoeken. 3. De enquête moet opgemaakt worden om mondeling afgenomen te worden door de groep. 4. Op dinsdag 21 november moet er om 12 uur door elke groep een eerste versie op Smartschool geplaatst worden onder de rubriek “Samenwerken”
Enkele tips: 1. 2. 3. 4.
Raadpleeg eventueel nog eens even de PowerPoint over “De Enquête” Stel je vragen klaar en duidelijk in een positieve formulering. Stel voldoende vragen over elk onderwerp, maar ook niet meer dan nodig. Zorg ervoor dat het niet te lang duurt om een respondent te ondervragen, anders haken ze af. 5. Zoek naar een vorm van vraagstelling die vrij vlot verwerkt kan worden. 6. Werk degelijk en efficiënt, verlies geen tijd want het opstellen van de enquête moet voor de kerstexamens afgerond zijn. 7. Werk best in twee groepjes binnen elke wijk en geef de vragen die je opgesteld hebt even ter controle aan elkaar voor. Daardoor zal er al onmiddellijk blijken welke vragen niet echt duidelijk zijn.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
13.
9. HISTORIEK VAN DE WIJK STADSARCHIEF EN BEWAARBIBLIOTHEEK
Bij het einddossier verwachten we een korte historische schets van de wijk. Het is niet de bedoeling dat je een historische studie maakt. Het is evenmin de bedoeling dat je op de eindpresentatie op het stadhuis die hele geschiedenis naar voor brengt. Wel kan het leuk zijn om met een twee tot drie historische kaartjes de evolutie van je wijk even naar voor te brengen in jullie presentatie.
Wat wordt er wel verwacht? •
Je moet een kort overzicht kunnen geven van de ontstaansgeschiedenis van je wijk of zijn onderdelen. Is het een oudere wijk? Zitten er verschillende ontstaansmomenten in? Wanneer zijn die verschillende delen ontstaan?
•
Je moet de naam van je wijk kunnen duiden. Waarom heeft de administratie die naam gegeven?
•
Je moet ook de voornaamste toponiemen uit je wijk kunnen duiden. Wat betekenen ze?
•
Zoek ook een aantal historische kaarten die verschillende momentopnames van je wijk geven. Ze kunnen de evolutie in ruimtegebruik helpen verklaren.
•
Een paar historische foto’s kunnen ook interessant zijn om de evolutie in het uitzicht van je wijk te duiden. Het is echter niet de bedoeling dat je een fotoalbum maakt. Wees kieskeurig en selecteer en stel bij elke foto de vraag of hij een meerwaarde levert aan de tekst.
Na ons bezoek aan de bewaarbibliotheek en het stadsarchief moet elke groep dan een tekst uitschrijven rond de geschiedenis van zijn wijk en die digitaal opslaan op Smartschool. Maak hem ineens volledig klaar zodat je hem achteraf alleen nog moet inpassen in de lay-out van jullie rapport. Op Smartschool staan ook luchtfoto’s en historische kaarten (Ferraris, 1775) die eveneens kunnen gebruikt worden. We verwachten dat de tekst tegen 20 februari op Smartschool onder de rubriek “samenwerken” staat.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
14.
10. AFNAME VAN DE ENQUÊTE Enkele belangrijke opmerkingen voor je begint: -
noodnummer tijdens de lessen: 000000000 (leerlingensecretariaat) of 000000000 (secretariaat)
-
Het afnemen van de enquête gebeurt telkens in groepjes van twee of drie leerlingen, niemand gaat alleen op stap!
-
Werk goed door en werk precies. De informatie die je nu verzamelt, zal je binnen enkele weken moeten verwerken. Het eindresultaat van je wijkenonderzoek zal in belangrijke mate afhangen van deze informatie.
-
Een blanco-enquête kan je altijd afhalen van Smartschool (onder documenten ... enquête). Zorg telkens zelf voor voldoende kopies voor je onderzoek.
-
Stel bij elke ondervraging jezelf en je school kort voor. Geef nooit een enquête af om ze later op te halen, de inhoud is onbetrouwbaar als je zelf niet kan helpen.
-
Bij elke enquête hoort een adres. Hou dit goed bij (te noteren op de enquête, samen met je naam) want bij de verwerking van dit onderzoek kunnen er binnen de wijk soms grote verschillen opduiken. Ondervraag de bewoners op verschillende plaatsen van je wijk zodat je een beeld krijgt van eventuele ruimtelijke verschillen.
-
Zorg ervoor dat je bij het afnemen van de enquête alle leeftijdsgroepen ondervraagt, dus niet alleen bejaarden maar ook jongeren en jonge volwassenen. Probeer via de enquête ook informatie te bekomen van allochtonen.
-
Het verkeersreglement wordt gerespecteerd.
-
Alle leerlingen zijn terug aan de schoolpoort (ingang Diksmuidekaai) om 11.55 u en melden zich bij één van de twee begeleidende leerkrachten.
-
Enkele lessen voor het Paasverlof worden gebruikt voor de afname van de enquête. Dit betekent dat je ook buiten de lessen (bvb. een zaterdagvoor- of namiddag), in groepjes van twee of drie, je wijk zal moeten bezoeken om alle gegevens binnen te hebben ten laatste de eerste week na het Paasverlof. Spreek dus af zodat je niet alleen op stap moet.
-
In totaal moet elke leerling 20 verschillende mensen enquêteren. Een groep van 4 leerlingen zal zo in totaal 80 enquêtes verkrijgen, een groep van 5 leerlingen 100 enquêtes. De eerste woensdag na het Paasverlof moet elke leerling zijn 20 enquêtes afgeven aan de begeleidende leerkrachten. Vergeet ook niet om tijdens het tweede semester informatie te verzamelen via andere bronnen (kranten). Alle info hou je bij in je map “wijkenonderzoek”.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
15.
11. VERKENNING VAN DE WIJK MET WIJKINSPECTEURS Wat je vooraf moet weten: -
alle leerlingen zijn terug aan de schoolpoort (ingang Diksmuidekaai) om 11.55 u en melden zich bij C. Naert of L. Wante de verkenning van de wijk gebeurt tijdens de lesuren, dit betekent dat het schoolreglement hier van toepassing blijft noodnummer: 000000000 (secretariaat) 000000000 (leerlingensecretariaat) bij deze activiteit wordt je bijgestaan door een groep wijkinspecteurs die de te onderzoeken wijk goed kennen, wees beleefd en vergeet niet om deze mensen te bedanken!
Wij worden verwacht om 10.05u op dinsdag 6 februari in de burelen van de directie wijkwerking in de St. Amandslaan. Programma: • Van 10.10u tot ongeveer 10.40u gaan jullie aan de wijkinspecteurs de te onderzoeken wijk voorstellen: de ligging van de wijk/straten, de opdrachten met alle resultaten die jullie reeds in de loop van dit schooljaar verzameld hebben. Vergeet dus niet om je volledige map en je stratenplan mee te brengen. Alle groepsleden nemen even het woord! • Daarna kunnen jullie vragen stellen aan de wijkinspecteurs. Spreek af wat je hen zal vragen. Deze mensen kennen uw wijk zeer goed, dit betekent dat dit een unieke gelegenheid is om informatie te verzamelen! Een dergelijke tweede kans komt er niet meer! • Na de vraagstelling gaan jullie samen met de wijkinspecteur(s) op verkenning in de wijk. Het is hierbij interessant om eventueel enkele digitale foto’s te nemen. Elk groepslid neemt nota’s van het gebeuren. Opdracht: • Van deze activiteit maak je een verslag (in Word) met als thema “de nieuwe informatie” die je verzameld hebt. Elk groepslid werkt hierbij individueel. De verslagen worden aan C. Naert afgegeven tegen ten laatste vrijdagavond 9 februari. Dinsdag meebrengen: • Een perfect uitgeruste fiets • GSM, digitaal fototoestel en studentenkaart • map “wijkenonderzoek” en stratenplan • schrijfgerief, schrijfplank, notitieboekje, enkele kaartjes van de wijk (Smartschooldocumenten)
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
16.
12. EINDRESULTAAT WIJKENONDERZOEK Het einde van het project “Stad en samenleving” is niet meer veraf. Door enkele terreinverkenningen, verwerking van cartografische en demografische data, opzoekingswerk in bibliotheek of archief, contacten met de wijkinspecteurs en vooral door het afnemen van enquêtes van buurtbewoners kunnen we ons stilaan een duidelijk beeld vormen van onze wijk. Toch moeten die gegevens nog verwerkt worden tot één geheel. Dit zal gebeuren door middel van een dossier “Eindresultaat wijkenonderzoek” en een PPT-voorstelling in het stadhuis van Kortrijk.
Eindresultaat wijkenonderzoek Elke groep stelt één verzorgd einddossier op met de resultaten van het wijkenonderzoek. Dit werk wordt, samen met alle enquêtes van de wijk, aan de begeleidende leerkrachten afgegeven op dinsdag 23 mei. Af te geven op dinsdag 23 mei: • alle enquêtes van de wijk • twee einddossiers op papier en één digitaal (samen met PPT) op cdrom (geen CDRW!) Verplichte inhoud van het dossier “Eindresultaat wijkenonderzoek”: o
Situering en begrenzing van de wijk;
o
Historiek van de wijk (ontstaan, groei);
o
De verschillende ruimtegebruikers;
o
Demografische kenmerken van de wijk;
o
Resultaten van de enquête: alle items (A. achtergrondkenmerken ondervraagde, B. uitzicht van de wijk, C. verkeersveiligheid ….F. sociale relaties) van de definitieve enquête, maar nu met de resultaten erbij (absolute cijfers, relatieve cijfers, gemiddelden, … afhankelijk van het soort vraag). Onder elk item komt er een tekst waarin je de verwerkte informatie structureert. Hier kan je bijvoorbeeld ook wijzen op tegenstellingen binnen de wijk, op tegenstrijdige antwoorden van buurtbewoners etc … Opgelet, het gaat hier wel om de antwoorden van de buurtbewoners, je eigen mening of indruk kan hier niet!
o
Typische problemen van deze wijk en onze (realistische) oplossingen;
De tekst van het einddossier wordt geïllustreerd door middel van eigen digitale foto’s, kaartjes/luchtfoto’s, Excelgrafieken, leeftijdshistogrammen etc. Raadpleeg daarvoor de map “documenten” op Smartschool. Laat je tekst door iemand anders lezen om eventuele spellingsfouten op te sporen.
Project « Stad en samenleving » - C. Naert
17.
Powerpointvoorstelling Elke groep stelt de definitieve resultaten van het wijkenonderzoek voor op woensdag 24 mei in de gemeenteraadszaal van het stadhuis. Hier worden de verzamelde en verwerkte gegevens gebruikt van het ganse schooljaar. Tip: op Smartschool kan je heel wat materiaal (kaarten, luchtfoto’s en teksten) terugvinden. Ook de site www.gisvlaanderen.be bevat waardevolle info zoals stratenplan, luchtfoto, ruimtegebruikplan, gewestplan, … Eigen digitale foto’s en leeftijdshistogrammen, Excelgrafieken kunnen je info visualiseren. De voorstelling wordt bijgewoond door een externe jury. De bedoeling is dat deze mensen door de voorstelling een duidelijk beeld krijgen van wat er leeft in deze wijk, de goede en slechte kantjes van de wijk, gestaafd door resultaten van je onderzoek. Elk groepslid moet tijdens de voorstelling aan bod komen. Verzorg je taal, houding en kledij (gezicht naar het publiek, geen afleesstijl, geen handen in de zakken etc…). De quotatie van je werk zal grotendeels gebeuren op basis van de inhoud, de PPT dient dus enkel ter ondersteuning van de inhoud! Maak van je voorstelling geen “plaatjeskijkenactiviteit”. De voorstelling duurt 20 minuten (PiusX) of 25 minuten (de andere wijken). Daarna is er 10 minuten voorzien voor het beantwoorden van de vragen van de juryleden. Verplichte inhoud van de voorstelling: o
Situering en begrenzing van je wijk
o
De verschillende ruimtegebruikers
o
Demografische kenmerken van de bewoners
o
Mobiliteit en infrastructuur (uitrusting, tevredenheidsindex buurtbewoners, problemen?)
o
Leefmilieu/Leefkwaliteit/Welzijn (kenmerken, problemen?)
o
Cultuur/Sport/Vrije tijd/Verenigingsleven (kenmerken, problemen?)
o
Beleving van de buurtbewoners (tevredenheidsindex buurtbewoners)
o
Eigen voorstellen ter verbetering van de tekorten in de wijk
Zorg dat je vooraf met alle groepsleden samen de PPT enkele keren ingeoefend hebt, de voorstelling in het stadhuis mag geen “try-out” worden! Kom tijdens de voorstelling als één groep naar voren! Elk groepslid kent zijn tekst van buiten, aflezen van een blad of van het scherm is verboden. Het is wel toegelaten een “spiekblaadje” te gebruiken met enkele woorden.
Deze powerpointvoorstelling wordt op dinsdag 23 mei op cdrom aan de begeleidende leerkrachten afgegeven. Vergeet niet om de PPT zelf mee te brengen (op cdrom én USBstick) naar het stadhuis).
C. Naert