BELEIDSPLAN H.W.
Humane wetenschappen, bezield bezig met mens en maatschappij
Goedgekeurd op het Groepsbestuur van 23 januari 2014
1
MISSIE VAN DE GROEP HUMANE WETENSCHAPPEN De Groep Humane Wetenschappen verenigt zeven faculteiten, twee bijzondere faculteiten en verschillende interfacultaire instituten en centra. Zo is de Groep Humane Wetenschappen de thuishaven voor de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, de Faculteit Rechtsgeleerdheid, de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, de Faculteit Sociale Wetenschappen, de Faculteit Letteren en de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. De Bijzondere Faculteiten zijn die van Kerkelijk Recht en van de Kunsten. In de Groep Humane Wetenschappen vormen de faculteiten bestuurlijk en organisatorisch de eenheid waaronder onderzoek en onderwijs ressorteert. De Groep Humane Wetenschappen biedt sinds 1 oktober 2013 ook opleidingen aan in Brussel (@HUBrussel) en te Antwerpen (@TMA). De Groep heeft tevens vier subfaculteiten op de Kortrijkse Campus, de KULAK. De Groep onderschrijft de missie en de doelstellingen van KU Leuven. De Groep ziet zich geroepen om de bijzondere identiteit van de KU Leuven als vrije, christelijk geïnspireerde onderwijs- en onderzoeksinstelling een eigentijdse invulling te geven, in het bewustzijn van de historische verankering in en de verantwoordelijkheid voor Vlaanderen, Europa en de wereld. Voorts wil de Groep een dienende en bindende schakel zijn tussen de universiteit, de faculteiten, de onderzoeksgroepen en de individuele medewerkers en studenten. De samenwerking met de Groep Wetenschap en Technologie, de Groep Biomedische Wetenschappen en de centrale diensten is belangrijk en wordt aangemoedigd. Het beleidsplan dat thans voorligt weerspiegelt de consensus binnen het Groepsbestuur. Het is mede gebaseerd op de beleidsplannen van de faculteiten van de Groep Humane Wetenschappen en de individuele plannen van de portefeuillehouders Onderwijs, Onderzoek, Internationalisering, Bibliotheek, ICT, Gender en diversiteit, Kulak, Academische Lerarenopleiding en Integratie. Aan dit beleidsplan worden als bijlage de beleidsplannen van de faculteiten toegevoegd, evenals een LERU paper. De Humane Wetenschappen hebben hun eigenheid. en overspannen een grote diversiteit aan disciplines. Het is de roeping van de Groep om de verscheidenheid van zijn componenten te koesteren. Binnen de Groep worden onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening intens op elkaar betrokken. De Humane Wetenschappen kijken naar het transcendente en het metafysische, maar ook naar de psyche van de mens. Ze willen de maatschappij verstaan in haar samenhang en haar cultuur en geschiedenis, ze willen mens en maatschappij ook normeren, ze onderzoeken hoe maatschappelijke doelen met een optimale inzet van beperkte middelen gerealiseerd kunnen worden. Maar telkens gaat het om bezig zijn met waarden, bezield bezig zijn met mens en maatschappij.
2
INLEIDENDE BESCHOUWINGEN Bij wijze van inleiding geven we een aantal elementen mee die ons geïnspireerd hebben bij het schrijven van dit beleidsplan: -
-
-
-
-
-
De Groep beschikt over een goed uitgebouwd en op wetenschappelijk onderzoek gesteund onderwijsaanbod. In een aantal faculteiten worden unieke opleidingen aangeboden. Deze diversiteit zien we als een troef. Internationale rankings (zoals Times Higher Education) en de onderzoeksvisitatie geven aan dat heel wat onderzoekseenheden van Humane Wetenschappen een zeer hoog internationaal aanzien genieten. De bibliotheken hebben in de Groep de functie van belangrijke onderzoekslaboratoria en dragen tot die uitstekende reputatie bij. Het huidige allocatiemodel vergoedt onvoldoende de inspanningen die in de Humane Wetenschappen worden geleverd: alle opleidingen HW worden over dezelfde kam geschoren met dezelfde OBE-factor 1. Bepaalde opleidingen en opleidingsonderdelen vergen echter duidelijk meer inzet van middelen, zoals bv. methodologische opleidingsonderdelen, studietrajectbegeleiding, klinische opleidingen en vaardigheden. We kennen in de Groep ook opleidingen die voor de realisatie van hun leerdoelen in belangrijke mate steunen op componenten uit de wetenschappen, de ingenieurswetenschappen of de biomedische wetenschappen. De onderwijstoelevering aan andere faculteiten / groepen wordt ondermaats gefinancierd. Het allocatiemodel houdt geen rekening met diversiteit (vb. de grote diversiteit aan opleidingen in sommige faculteiten). Intensieve inspanningen voor meer doctoraten resulteren in minder doctoraatsmiddelen per verdedigd doctoraat. In het kader van de Integratie wachten ons heel wat uitdagingen. Enkele voorbeelden: o De geacademiseerde opleidingen maken sinds 1 oktober 2013 deel uit van de universitaire opleidingen in onze faculteiten. Dit dient verder daadwerkelijk te “landen”. o De komst van vele nieuwe studenten die zich in de KU Leuven inschakelen, opent nieuwe perspectieven. o Het onderzoek op HUB en Thomas More moet verder ingepast worden in de onderzoeksvisie van de faculteiten. o Het onderzoek in de Kunsten vindt aansluiting bij de Humane Wetenschappen; dit dient verder verankerd te worden. o Er dient een geïntegreerd personeelsbeleid gevoerd te worden. De bijzondere betekenis van Kulak voor de Groep dient op een vernieuwende manier ingevuld te worden in het licht van de aanwezigheid van de KU Leuven op diverse plaatsen in Vlaanderen. De uitbouw van (nieuwe) onderzoeksspeerpunten en van interdisciplinair onderzoek is een blijvende uitdaging, evenals de blijvende en verder te intensifiëren aanwezigheid in het maatschappelijke debat. De Groep Humane Wetenschappen wenst in te zetten op Internationalisering, zowel op het vlak van onderwijs als van onderzoek.
3
-
-
De Groep Humane Wetenschappen heeft een groot marktaandeel in Vlaanderen dat echter steeds meer onder druk komt te staan. Een daling van het relatieve aandeel van de Leuvense Humane Wetenschappen in het geheel van het Vlaamse universitaire landschap is voor de KU Leuven problematisch. De werkingsmiddelen blijven reeds jaren op dezelfde hoogte; er is geen aanpassing aan de inflatie. Dit dreigt de werking uit te hollen. Het academisch personeel ervaart een grote werk- en publicatiedruk. De grootteverschillen tussen faculteiten zijn door de integratie nog toegenomen en vergroten de uitdagingen, bijvoorbeeld het groeiende verschil in bestuurscultuur tussen grotere faculteiten met verscheidene campussen en kleinere faculteiten.
4
BELEID ALGEMEEN Het Groepsbeleid is in de eerste plaats afgestemd op het dienen van de universiteit in haar geheel en van de faculteiten van de Groep in het bijzonder. Het Groepsniveau werkt volgens het principe van de subsidiariteit: activiteiten en diensten worden op het Groepsniveau aangeboden als duidelijk blijkt dat dit een meerwaarde biedt. De meerwaarde kan bijvoorbeeld bestaan uit het boeken van efficiëntiewinsten en het uitwisselen van best practices. Het Groepsbestuur is het forum waar de faculteiten elkaar ontmoeten en waar uiteindelijk alle beslissingen worden genomen die tot de bevoegdheid van het Groepsbestuur behoren. Het uitgangspunt binnen Humane Wetenschappen is dat onderwijs en onderzoek georganiseerd worden op facultair niveau. De opleiding van het European Studies programma zou in die zin wellicht beter binnen een facultair verband ingericht worden om zo ten volle te kunnen genieten van de onderwijsondersteuning die de faculteiten kunnen aanbieden. De penvoerende faculteit dient de nodige garanties te hebben op medewerking van de andere betrokken faculteiten. Een facultaire inrichting vanaf het academiejaar 2015-2016 wordt in het vooruitzicht gesteld. In de Groep vormt de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht een aparte eenheid in het organigram. Meer dan in het verleden dient ingezet te worden op de verdere uitbouw ervan. Contacten met andere universiteiten in binnen- en buitenlanden met beroepsorganisaties worden aangemoedigd. Onderzoeksmatig fungeert het Groepsniveau als motor voor nieuwe interfacultaire initiatieven. Bestaande centra op groepsniveau die in het verleden als incubatiecentra ontstaan zijn, zullen binnen een periode van twee jaar overgenomen worden door een of meer faculteiten. Dat geldt voor het Center for Global Governance Studies, Lectio en het Centrum voor Ierse studies. Wanneer een faculteit een centrum of een opleiding overneemt, moet het interdisciplinaire karakter ervan gewaarborgd worden. Onder welke modaliteiten en door wie de centra en de opleiding European Studies overgenomen worden, zal het voorwerp uitmaken van een globaal akkoord binnen het Groepsbestuur. In die zin is het nuttig een statuut te creëren dat het interdisciplinaire karakter en de samenwerking tussen de penvoerende faculteit, de overige betrokken faculteiten en het interfacultaire centrum garandeert. Bij uitbreiding kunnen ook interdisciplinaire centra binnen een faculteit hiervoor in aanmerking komen. Gedacht wordt aan het Interdisciplinair Centrum voor Religiestudies en Interlevensbeschouwelijke Dialoog van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen,; aan de ‘Interfacultaire centra’ van de Rechtsfaculteit, zoals het Centre for Risk and Insurance Studies, aan Licos en Vives van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen… De Groep Humane Wetenschappen nodigt de faculteiten uit om falen én het overstijgen ervan een plaats te geven, zowel in het onderwijs als in het onderzoek. Studenten moeten gewezen kunnen worden op hun tekortschieten en geholpen worden om hun falen te overwinnen; dit moet mede kunnen leiden tot een betere acceptatie van onvoldoendes en zodoende tot een terugdringen van het 5
aantal examenbetwistingen. Tijdige stopzetting van een opleiding verdient soms de voorkeur op een halsstarrig voortzetten. Ook dienen onderzoekers, zowel jonge als gevestigde, gestimuleerd te worden om risicovol onderzoek te ondernemen; dit impliceert onder meer dat de onderzoeker en zijn/haar onderzoek ook bij voortijdige stopzetting of bij no-result onderzoeksoutput niet noodzakelijk negatief gewaardeerd dienen te worden. Waardevol innovatief onderzoek uitvoeren houdt steeds de mogelijkheid in van falen. Wie op wetenschappelijk verantwoorde wijze te werk is gegaan en geen resultaat boekt, mag hierbij verdere onderzoeksaanvragen niet onder lijden. Overigens geldt dit niet specifiek voor Humane Wetenschappen, maar ook voor de twee andere wetenschapsgroepen. Een dergelijke benadering zal tot meer innovatie in het onderzoek bijdragen en de bekoring verminderen om zich aan wetenschappelijke fraude schuldig te maken. De Groep is het aangewezen niveau voor de centra die samen met externe instanties opgericht werden of een bijzondere servicefunctie hebben ten aanzien van de hele universiteit. Concreet gaat het om het KADOC, het HIVA en het ILT. De Groep blijft enthousiast voorstander van groepsoverschrijdende initiatieven op vlak van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. De Groep onderschrijft het belang van een goede Alumniwerking. De Alumniwerking dient op centraal universitair niveau gestalte gegeven te worden, maar steeds in samenspraak met de faculteiten en hun facultaire Alumnikringen. Binnen de Groep kunnen wel best practices inzake facultaire alumniwerking uitgewisseld worden. De huidige budgettaire situatie heeft de ruimte voor vernieuwend beleid bijzonder beperkt gemaakt. Het is van levensbelang voor de Groep om ruimte te creëren voor nieuw beleid. Dit impliceert dat de budgettaire situatie aangepast wordt door de uitgaven in verhouding te brengen tot de inkomsten en op zoek te gaan naar nieuwe inkomstenbronnen voor vernieuwende activiteiten. De Groep beschouwt een billijker allocatiemodel tussen de groepen als een beleidsprioriteit. Daarbij moet de bijzondere situatie van onze Groep en zijn faculteiten beter gewaardeerd worden. Specifiek voor de Groep Humane Wetenschappen is de aanwezigheid van kleine, tot zeer kleine onderzoekseenheden die vaak ook instaan voor een volledige opleiding, die niet zelden uniek is in Vlaanderen. In het kader van het allocatiedebat wordt de correcte vergoeding van de onderwijstoelevering een belangrijk agendapunt. Tegelijkertijd zal de Groep nagaan hoe de duurzaamheid van het onderzoek en onderwijs in kleine onderzoekseenheden en/of opleidingen beter gewaarborgd kan worden. Waar het om zeer kleine eenheden (maximaal 2 ZAP) gaat, dient nagegaan te worden of het behoud van de opleiding en het handhaven van het onderzoeksdomein aan de prioriteiten van de universiteit, de groep en/of de faculteit beantwoorden. Indien dit niet zo is, dient naar een oplossing gezocht te worden. Die kan bestaan uit een actieve samenwerking met andere Vlaamse universiteiten, uit het optrekken van het aantal ZAP-leden of uit de opheffing van de opleiding en/of het onderzoeksdomein.
6
De Groep Humane Wetenschappen hecht groot belang aan een coherent taalbeleid, zowel in onderwijs als onderzoek. Daarbij geldt als uitgangspunt dat waar een internationaal publiek aangesproken wordt, het gebruik van een forumtaal, inzonderheid het Engels, voor de hand ligt. De KU Leuven moet de overheid erop blijven wijzen dat de huidige taalreglementering het gebruik van de forumtaal in internationaal georiënteerde opleidingen nodeloos bemoeilijkt. Tegelijk erkent de Groep het als een opdracht voor onze universiteit het Nederlands als wetenschapstaal verder te ontwikkelen. Onderwijs dat in de eerste plaats gericht is op de behoeften van de eigen gemeenschap wordt in principe in het Nederlands verstrekt. Of onderwijs nu in het Nederlands, het Engels of een andere taal verstrekt wordt, steeds dient erover gewaakt dat de docent daartoe over een adequate taalkennis beschikt. Door de aanwijzing van portefeuillehouders Onderwijs, Onderzoek, ICT, Bibliotheek, KULAK, Gender en Diversiteit, Integratie, Internationalisering en Lerarenopleiding wordt gegarandeerd dat in het Groepsbestuur niet enkel de facultaire invalshoek (via de decanen) maar ook een transversale blik aanwezig is. Voorts kunnen daardoor ook de onderscheiden deelgebieden van het beleid beter opgevolgd worden. Globaal gezien worden geen substantiële wijzigingen in de organisatie van het bestuur van de Groep voorgenomen. Wel zal ernaar gestreefd worden de bestaande reglementen en beleidslijnen te codificeren en waar mogelijk te vereenvoudigen.
7
KWANTITATIEVE GEGEVENS Als aggregaat van de facultaire beleidsplannen worden een aantal kwantitatieve gegevens op groepsniveau geformuleerd. STUDENTEN Studentenaantallen per faculteit (alle studenten) 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 252 225 170 158 297 315 344 311 110 80 89 56 36 28 29 20 162 155 159 149 7 17 93 80 82 79 46 38 29 24 37 34 17 1 2 1 3 10 2 15 4 897 873 903 774
TRW
Bachelor Master Credits Doctoraat Doctoraatsopleiding Interuniversitair programma Master na Master Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Post-academische vorming Predoctoraal programma Specialisatiestudent Andere inschrijvingen Visiting scholar Totaal
HIW
Bachelor Master Credits Doctoraat Doctoraatsopleiding Interuniversitair programma Master na Master Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Predoctoraal programma Specialisatiestudent Andere inschrijvingen Visiting scholar Totaal
248 264 132 15 111
287 249 145 16 118
62 82
62 64 29
864
Credits Doctoraat Doctoraatsopleiding Master Master na Master Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Predoctoraal programma Totaal
Kerkelijk Recht
8
291 277 142 13 120 9 61 92 28
317 286 112 3 115 21 61 79
2
1 2
906
973
6 961
8 3 12 150 12 82
4 1 7 147 19 64
5
8
8 178 20 92 2
9 189 22 79
261
235
295
1 297
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 1958 2032 2037 2373 1443 1467 1534 1641 204 106 130 120 77 9 32 26 20 14 143 150 177 173 80 187 80 227 231 195 265 230 82 64 92 79 231 242 60 33 22 18 126 121 76 109 1 115 110 96 89 1 1 101 98 109 126 1 11 4047 4244 4389 5256
Rechtsgeleerdheid
Bachelor Master Bachelor @ HUB Credits Credits @ HUB Doctoraat Doctoraatsopleiding Interuniversitair Interuniversitair @ HUB Master na Master Master na Master @ HUB Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Post-academische vorming Postgraduaat Predoctoraal programma Schakelprogramma Specialisatiestudent Voorbereidingsprogramma Visiting Scholar Totaal
FEB
Bachelor Master Bachelor @ HUB Master @ HUB Bachelor @ Thomas More Master @ Thomas More Credits Credits @ HUB Credits @ Thomas More Doctoraat Doctoraatsopleiding International Scholar Interuniversitair Interuniversitair @ HUB Interuniversitair @ Thomas More Master na Master Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Nieuwe Acad. Ler.opl @ HUB Nieuwe Acad. Ler.opl @ Thomas More Non degree Post-academische vorming Postgraduaat Postgraduaat @ Thomas More Predoctoraal programma Schakelprogramma Schakelprogramma @ HUB Schakelprogramma @ Thomas More Voorbereidingsprogramma Voorbereidingsprogramma @ HUB Voorbereidingsprogramma @ Thomas More Totaal
9
1882 1815
1966 1793
1970 1823
162
192
221
31 194
30 223
28 241 2 32
73 31
66 38
83 32
161
234
42 198
170
155
76
59
64
36
250
346
4416
4551
4701
2185 1892 1450 1198 548 285 132 52 10 12 228 3 155 122 22 95 36 16 14
125 11 3 85 450 208 369 222 3 8675
SW
PPW
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 1013 1042 968 963 1181 1278 1351 1388 82 82 116 99 151 79
Bachelor Master Master @ HUB Master @ Thomas More Credits Credits @ HUB Doctoraat Doctoraatsopleiding International Scholar Interuniversitair Interuniversitair @ Thomas More Master na Master Master na Master @ HUB Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Post-academische vorming Postgraduaat Predoctoraal programma Schakelprogramma Schakelprogramma @ HUB Specialisatiestudent Voorbereidingsprogramma Voorbereidingsprogramma @ HUB Andere inschrijvingen Visiting Scholar Totaal
37 156
45 149
43 161 15
Bachelor Master Credits Doctoraat Doctoraatsopleiding International Scholar Interuniversitair Master na Master Acad. Lerarenopleiding Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Post-academische vorming Postgraduaat Predoctoraal programma Schakelprogramma Voorbereidingsprogramma Andere inschrijvingen Visiting Scholar Totaal
142
117
99
82 143 43
64 92 183 22
92 87 168 24
276
326
337
187
146
130
3020
3220
3286
1791 1382 93 34 260
1759 1484 84 50 290
1750 1588 89 55 292
1382 1 81
1484
31 1588
233 255
10
68 89 144 247
319 43 1
340 54
4165
4275
66 101 120 271 2 356 34 3 1 4402
25 146 1 68 1 87 79
49 1 349 13 1 136 10 1 9 3203 1729 1639 84 25 268 2 111 1639 62 127 304 3 331 49 11 4380
LETT
Bachelor Master Bachelor @ HUB Master @ HUB Bachelor @ Thomas More Master @ Thomas More Credits Credits @ HUB Credits @ Thomas More Doctoraat Doctoraatsopleiding International Scholar Interuniversitair Interuniversitair @ HUB Interuniversitair @ Thomas More Junior Program Master na Master Acad. Lerarenopleiding Nieuwe Acad. Lerarenopleiding Non degree Post-academische vorming Postgraduaat Postgraduaat @ HUB Postgraduaat @ Thomas More Schakelprogramma Schakelprogramma @ HUB Schakelprogramma @ Thomas More Specialisatiestudent Voorbereidingsprogramma Voorbereidingsprogramma @ HUB Voorbereidingsprogramma @ Thomas More Andere inschrijvingen Visiting Scholar Totaal
11
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2409 2360 2287 2269 1054 1176 1250 1299 331 239 480 295 265 273 239 196 9 40 35 36 46 13 295 300 303 258 2 4 54 117 20 43 57 67 59 56 60 66 52 53 2 230 211 178 174 124 144 49 41 28 56 23 17 12 18 11 27 127 184 172 157 65 38 1 4 39 39 50 58 15 28 31 43 54 102 2 22 4321 4504 4487 5878
OPLEIDINGEN Faculteit TRW
BACHELOR BA godgeleerdheid & godsdienstwet BA Theology & Religious Studies
HIW
BA wijsbegeerte BA Philosophy
KERKELIJK RECHT RECHTSGELEERDHEID BA rechten BA criminologische wetenschappen
FEB
@ HUB BA rechten (i.s.m. HUB) BA in de rechten BA handelsingenieur beleidsinformatica BA toegepaste economische wetenschappen BA economische wetenschappen BA handelsingenieur
@ Thomas More Ba handelswetenschappen @ HUB BA handelsingenieur BA in de handelswetenschappen BA milieu- en preventiemanagement BA of Business Administration SOCIALE BA communicatiewetenschappen WETENSCHAPPEN BA politieke & sociale wetenschappen
@ Thomas More @ HUB
MASTER MA wereldgodsdiensten & religiestudie MA Theology & Religious Studies MA Philosophy MA wijsbegeerte MA samenleving, recht en religie MA Society, Law and Religion MA rechten MA economie, recht en bedrijfskunde MA criminologische wetenschappen MA Criminology
MA godgeleerdheid & godsdienstwet
MA Law
MA beleidseconomie MA economische wetenschappen MA verzekeringen MA economie, recht en bedrijfskunde MA accountancy & revisoraat MA handelsingenieur MA handelsingenieur beleidsinformatica
MA management MA toegepaste econ. Wetenschappen MA informatiemanagement MA Business Economics MA Information Management MA Economics
Ma handelswetenschappen MA handelsingenieur MA in de handelswetenschappen MA internationale bedrijfseconomie en bedrijfsbeleid MA milieu- en preventiemanagement MA overheidsmanagement & -beleid MA sociaal werk en sociaal beleid MA vergelijkende & internat. politiek MA statistiek
MA of Business Administration MA International Business Economics and management
MA bedrijfscommunicatie MA sociologie MA sociale & culturele antropologie Ma journalistiek MA in de journalistiek
12
MA communicatiewetenschappen MA Statistics MA Statistics MA Social and Cultural Anthropology ERASMUS MUNDUS Médiation interculturelle
LETTEREN
BA taal- & letterkunde BA archeologie BA kunstwetenschappen BA geschiedenis BA TER: Oude Nabije Oosten BA TER: arabistiek & islamkunde BA TER: sinologie BA TER: japanologie BA TER: slavistiek en Oost-Europakunde BA musicologie
@ Thomas More Ba Toegepaste taalkunde
PPW
@ HUB BA in de toegepaste taalkunde BA in de taal- en letterkunde BA psychologie BA pedagogische wetenschappen BA onderwijskunde (K)
MA TER: Oude Nabije Oosten MA TER: japanologie MA TER: sinologie MA TER: slavistiek en Oost-Europakunde MA westerse literatuur MA TER: arabistiek & islamkunde MA archeologie MA bedrijfscommunicatie MA culturele studies MA taal- & letterkunde MA taalkunde Ma Meertalige communicatie Ma Journalistiek MA in de journalistiek MA in de meertalige communicatie MA psychologie MA pedagogische wetenschappen
Groep
MA kunstwetenschappen MA geschiedenis MA geschiedenis van de oudheid MA Linguistics and Literature: English MA Western Literature MA Archaeology MA langue et littérature françaises MA Cultural Studies
Ma Tolken Ma Vertalen MA in het tolken MA in het vertalen MA educatieve studies MA Educational Studies MA Eur studies: transnat en mond perspec MA Eur Studies: Transnat & Global Persp.
13
MANAMA-OPLEIDINGEN
Faculteit TRW
MASTER NA MASTER Master in de gespecialiseerde studies in de godgeleerdheid en de godsdienstwetenschappen (Leuven) Master of Advanced studies in Theology and Religion (Leuven)
HIW
Master of Philosophy (Leuven)
KERKELIJK RECHT
Master in het Kerkelijk Recht (luris Canonici Licentiatus) (Leuven) Master of Canon Law (Luris Canonici Licentiatus) (Leuven)
RECHTSGELEERDHEID Master in de fiscaliteit (Leuven) Master in de intellectuele Rechten (Brussel) Master in het notariaat (Leuven) Master in het vennootschapsrecht (Brussel) Master of European Social Security (Leuven et al.) Master of Laws (LLM) (Leuven) Master of Laws in Energy and Environmental Law (Leuven) Master of Space Studies (Leuven et al.) FEB
Master of Advanced Business studies (Leuven) Master of Advanced Studies in Economics (Leuven) Master of Financial and Actuarial Engineering (Leuven) Master of Financial Economics (Leuven)
SW
Master of Cultures and Development Studies (Leuven) Master of European Politics and Policies (Leuven et al.) Master of Social Policy Analysis (Leuven et al.)
LETT
Master in de archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer (Leuven et al.) Master in de literatuurwetenschappen (Leuven et al.) Master of Advanced Studies in Linguistics (Leuven et al.) Master of American Studies (Leuven) Master of Medieval and Renaissance Studies (Leuven) Máster en Estudios Ibéricos e Iberoamericanos (Leuven)
14
ONDERZOEK Afgelegde doctoraten Faculteit
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013*
FTR
27
35
32
33
23
22
HIW
15
15
12
16
15
13
3
1
0
KR RECHTSGEL
8
19
21
21
20
10
FEB
27
32
22
32
29
27
SW
16
17
17
20
31
25
LETT
35
38
37
32
36
43
PPW
20
23
33
24
41
45
148
179
174
181
196
185
Totaal
* 1 week minder omwille van vervroeging start AJ 2013/14
Afgelegde doctoraten – aandeel in Vlaanderen
Vlaanderen
KU Leuven
aandeel KUL binnen Vlaanderen
2010-2011
2010-2011
2010-2011
Archeologie en kunstwetenschappen
12
4,00
33,3%
Economische en toeg. economische wetenschappen
72
31,00
43,1%
Geschiedenis
13
6,00
46,2%
Geschiedenis - Taal- en letterkunde
6
2,00
33,3%
Godgeleerdheid, godsdienstw. en kerkelijk recht
35
35,00
100,0%
Politieke en sociale wetenschappen
53
21,00
39,6%
Psychologie en pedagogische wetenschappen
55
25,00
45,5%
Rechten, notariaat en criminologisch wetenschappen
51
21,00
41,2%
Taal- en letterkunde
50
21,00
42,0%
Wijsbegeerte en moraalwetenschappen
32
15,00
46,9%
Studiegebied
15
Afgelegde doctoraten in Vlaanderen binnen Humane Wetenschappen - ac. jaar 2010-2011 13% 1%
KULeuven 47%
KUB UA TUL
26%
UG Uhasselt VUB
0% 0%
13%
16
Onderzoeksuitgaven Humane Wetenschappen per financieringsbron
2008
2009
2010
2011
2012
BOF
11.695.991,69
12.945.777,39
13.228.365,71
13.784.003,32
15.025.967,82
IOF
44.914,96
58.203,00
177.188,63
232.409,44
218.470,60
FWO
8.825.024,02
9.194.119,89
9.239.011,41
8.592.278,58
9.617.916,36
IWT
2.122.803,95
2.521.012,34
2.876.494,28
2.504.272,49
1.382.327,21
Overheden
8.316.507,35
8.135.305,48
6.637.196,55
6.300.807,08
5.528.440,20
Steunpunten
3.876.784,98
2.889.671,53
2.501.224,16
3.227.002,02
3.366.778,50
893.532,55
864.549,46
934.746,27
1.000.870,85
248.151,05
106.036,81
668.333,66
528.653,25
729.825,24
2.526.050,03
1.793.526,15
1.715.451,05
1.933.979,07
2.205.030,79
Internationaal (excl. Kaderprogramma's)
324.082,21
512.747,23
486.059,73
687.328,49
550.178,82
Ontwikkelingssamenwerking
114.000,47
167.657,33
111.949,54
76.190,90
148.609,20
3.873.135,81
5.109.862,41
5.409.402,13
5.121.600,12
5.302.486,30
42.612.828,02
44.298.469,02
43.985.423,12
43.989.395,61
44.324.182,09
IUAP Hercules EU Kaderprogramma's
Wet. dienstverl e.a. onderzoeksopbrengsten Totaal Groep Humane Wetenschappen
per faculteit
42.612.828,02
44.298.469,02
43.985.423,12
43.989.395,61
44.324.182,09
388.774,43
524.222,88
760.768,04
800.911,62
363.099,60
FTR
2.148.747,92
1.849.218,97
1.965.993,38
1.616.448,50
1.802.142,42
HIW
1.549.202,00
1.969.509,97
1.852.340,12
1.349.190,56
1.245.964,92
Groep HW, Initiatieven en Groepsd. HW
FKR
1.794,37
1.800,73
207,50
530,16
4.175,38
RECHTSGELEERDHEID
4.202.587,20
4.650.625,61
3.983.327,26
4.705.741,76
4.719.113,76
FEB
7.098.760,25
7.815.799,93
8.734.975,79
9.020.175,60
9.458.356,69
SW
8.138.721,45
7.254.023,19
6.292.693,59
7.020.202,43
6.303.352,58
LETT
9.297.744,63
9.725.294,25
9.858.636,91
9.063.664,09
8.513.290,21
PPW
9.786.495,77
10.507.973,50
10.536.480,54
10.314.237,38
11.661.025,42
98.293,52
271.661,11
BFKunsten
17
PERSONEELSAANTALLEN
Medewerkers-groep Actieven
Koppen AAP
488
257,45
ATP
467
397,41
ZAP vast
393
346,70
ZAP tijdelijk
89
64,25
BAP-gastprofessor
54
8,75
BAP-bijz. navorser
254
254,00
BAP-bijz. wet. medw.
402
305,45
BAP-wet.pedag. medw.
Bet. gepensioneerden
Gepensioneerden
Externen
Contract. VTE (PA)
5
3,60
BAP-doctoraat burs.
472
472,00
BAP-postdoc. burs.
19
19,00
BAP-plaatsvervanger
3
3,00
BAP-vrijw. medew.
740
122,95
Jobstudenten
150
0,00
Bijz/bezold emeriti
10
0,00
Plvv. cursus
38
8,05
Doct. burs. bep. RSZ
48
48,00
Postdoc.burs.bep.RSZ
4
4,00
Gedetach navorsers
2
2,00
Gastprof. onbezold.
97
19,75
Onbezoldigde emeriti
61
0,00
Plvv.cursus onbezold
10
0,00
Onderzoekskader
34
31,50
IK-OP3 vast
1
1,00
3.761
2.368,86
1
0,00
1
0,00
Emeriti
198
11,30
Ere
142
6,15
340
17,45
Vrijwilligers
56
0,00
Externen
38
0,00
BIO-student
112
1,00
206
1,00
4.236
2.387,31
Ere
Totaalresultaat
18
BELEID INZAKE ONDERWIJS In het Groepsbeleid inzake onderwijs wordt ernaar gestreefd het kwaliteitsvolle aanbod te handhaven en te bevorderen. Het onderwijs is gebaseerd op excellent wetenschappelijk onderzoek en schakelt zich in de onderwijsvisie van de KU Leuven. De Groep blijft ijveren voor tweejarige reguliere masteropleidingen in de faculteiten waar blijkt dat dit opportuun is. Naast de faculteit Theologie en Religiewetenschappen is ook het Hoger Instituut voor de Wijsbegeerte uitdrukkelijk kandidaat voor het inrichten van een onderzoeksmaster. De keuze tussen een reguliere master van 60 stp, een disciplinemaster van 120 stp, een onderzoeksmaster of een educatieve master moet in eerste instantie steunen op inhoudelijke overwegingen. De KU Leuven biedt een universitaire opleiding tot leraar aan. Op het kruispunt van een academische basisopleiding, het wetenschappelijk onderzoek en de onderwijspraktijk worden studenten opgeleid om de basiscompetenties voor beginnende leraren te verwerven. De Groep Humane Wetenschappen onderschrijft deze aanpak. De lerarenopleiding wordt zoveel als mogelijk ingebed in de organiserende faculteiten met hun bestaande (bestuurs)structuren, opleidingen en administraties. De faculteiten kunnen daarvoor rekenen op een universiteitsbrede beleidsmatige en administratieve ondersteuning. De kwaliteit van de specifieke lerarenopleidingen (SLO) wordt daarbij constant bewaakt; de betrokkenheid van de studenten bij de SLO waaraan ze deelnemen, wordt aangemoedigd. In de Groep Humane Wetenschappen zijn een aantal faculteiten intensieve toeleveranciers van OPO’s in de andere Groepen (filosofie, RZL,…). Het uitwerken van een gepast concept voor de inleidende vakken, ook in de geïntegreerde opleidingen, vormt een uitdaging. Een passende verloning voor deze inspanningen moet vooropstaan bij de bespreking van het nieuwe allocatiemodel. Er dient ook oog te zijn voor flexibiliteit: de onderwijsmiddelen zijn schaars en dienen op een zo optimaal mogelijke manier ingezet te worden. Initiatieven waarbij faculteiten het onderwijsaanbod rationaliseren, worden aangemoedigd. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat OPO’s die minder dan tien studenten tellen en waarvoor een alternatief OPO voorhanden is, geschrapt worden. Waar dezelfde opleidingen van de KU Leuven, Groep Humane Wetenschappen, op meer dan één campus aangeboden worden, moeten de desbetreffende faculteiten bijzondere zorg dragen dat elk van deze opleidingen een eigen profiel vertoont, zowel wat het onderwijs als wat het onderzoek aangaat. De opportuniteiten van de specifieke locatie , b.v. in een grensregio of in het hart van Europa, dienen ten volle benut te worden. Indien noch de locatie, noch het eigen profiel het aanbod van dezelfde opleidingen op diverse campussen aangewezen maakt, dient nagegaan te worden of het kritische volume aan studenten en personeel aanwezig is om dit aanbod verder te verantwoorden. Bijzondere aandacht gaat naar het Hasselt-dossier, waar van bepaalde van onze faculteiten grote inspanningen gevraagd worden in het opleidingsaanbod. De meerwaarde daarvan moet voor alle betrokken partijen blijvend gegarandeerd worden. De Groep neemt zich voor al deze aangelegenheden in het academiejaar 2014-2015 bijzonder ter harte te nemen. 19
De Groep Humane Wetenschappen dient de ontwikkeling van werkstudentenprogramma’s voor de basisopleidingen in zijn faculteiten te stimuleren. Daarbij staat voorop dat er gelijke kwaliteitseisen gesteld worden, zowel aan studenten als aan docenten. De Groep Humane Wetenschappen vindt een verdere professionalisering van het toetsbeleid zeer belangrijk, o.m. door het uitwisselen van best practices en het bewaken van de onderlinge kwaliteitsgaranties tussen de faculteiten. De Groep streeft de verdere uitbouw na van leerruimten als degene die hij onder de naam Agora heeft geïnitieerd. De Groep is van oordeel dat dit eigenlijk in de eerste plaats een taak is voor het centrale beleid van de universiteit (Studentenvoorzieningen, Onderwijsbeleid). De Groep treedt graag in overleg met de betrokken diensten om de expertises te delen. De Groep neemt het initiatief de huidige interacties met het beroepenveld in kaart te brengen om zo tot best practices te komen. Toetsing van onze opleidingen moet ons in staat stellen studenten te vormen die kennis en vaardigheden bezitten waarmee ze aansluiting vinden bij het werkveld.
20
BELEID INZAKE ONDERZOEK Het spreekt voor zich dat de Groep excellentie in onderzoek nastreeft. In het Groepsbestuur speelt de onderzoeksdirecteur daarbij een gewaardeerde centrale rol. De faculteiten en hun onderzoekseenheden zetten ruim in op het verwerven van fondsen uit tweede, derde en vierde geldstroom. In de meeste faculteiten werd daartoe de afgelopen jaren geïnvesteerd in onderzoeksondersteuning, die het verwerven van externe middelen faciliteert en voor een goede administratieve begeleiding van de onderzoekers zorgt. De Groep zal zich in het academiejaar 2014-2015 bijzonder inspannen om de relevantie van het onderzoek in de Humane Wetenschappen in de kijker te plaatsen. De Groep sluit zich op dit punt aan bij de LERU-initiatieven. De bedreiging voor de financiering van het onderzoek in de Humane Wetenschappen dient te worden tegengegaan. Grote waarde wordt gehecht aan innovatief onderzoek en interdisciplinair onderzoek. Meer dan ooit is de maatschappelijke relevantie van het onderzoek in de Humane Wetenschappen belangrijk. In die zin dient er ook ingezet te worden op brede communicatie van de onderzoeksresultaten én op brede maatschappelijke valorisatie van ons onderzoek, zowel in economische als in sociaal-culturele zin. De Groep wil een stimulerende en ondersteunde rol spelen bij het verhogen van het aantal aanvragen voor financiering van onderzoek bij het IWT en de EU. De Groep zal ook de nodige stappen zetten om de waardering voor de brede maatschappelijke valorisatie van het humaan-wetenschappelijk onderzoek bij verantwoordelijken van deze financieringskanalen verder te bepleiten. Wat de financieringskanalen van de KU Leuven zelf betreft, pleit de Groep voor blijvend respect voor de eigenheid (inclusief de publicatiecultuur) en de diversiteit van het onderzoek in de Humane Wetenschappen. Dit kan onder meer tot uiting worden gebracht door de kleinere financieringskanalen (tot 300.000 €) op peil te houden en de financiering uit te bouwen voor projecten die door hun aard noodzakelijk van langere duur zijn (meer dan de gebruikelijke vier jaar). De faculteiten met geacademiseerde opleidingen wacht de taak om de onderzoekssamenwerking op de verschillende campussen en de onderzoeksoutput van het geïntegreerde ZAP te bevorderen. De combinatie van fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke actoren (de overheid, de kunstensector, nonprofitorganisaties, …) biedt vele mogelijkheden. Bij het FWO zal aangedrongen worden om iedereen gelijkwaardige kansen te geven wat het verwerven van onderzoeksmandaten of -projecten betreft. Respect voor de diversiteit van disciplines in verschillende expertpanels is een bron van zorg, evenals de impliciete interuniversitaire strategieën die soms in het nadeel van de KU Leuven spelen. Bovendien zal in sommige onderzoeksdomeinen het aantal potentiële projectaanvragers sterk toenemen ten gevolge van de integratie. De implicaties hiervan moeten nauwgezet opgevolgd worden.
21
De Groep Humane Wetenschappen zet in op een holistisch beleid ten aanzien van de postdocmedewerkers, in overleg met de andere wetenschapsgroepen en met de personeelsdienst. In het postdoctorale traject dient aandacht te zijn voor coaching en carrièreplanning. De valorisatie van de doctoraten in de Humane Wetenschappen, binnen, maar zeker ook buiten de universiteit, staat voorop. De Groep hecht groot belang aan de uitbouw van zijn Doctoral School als een koepel van facultaire Doctoral Schools. Gestuurd vanuit het principe van de subsidiariteit wil de Groep zijn Doctoral School ook beter zichtbaar maken in de buitenwereld. De Doctoral School zet een aantal acties en initiatieven op waarbij ze rekening houdt met de richtlijnen en doelstellingen van het Ministerie van Economie, Wetenschap en Innovatie, dat de Doctoral Schools van de Vlaamse universiteiten projectmatig mee financiert. In haar werking besteedt ze bijkomende aandacht aan de generieke ondersteuning en vorming van buitenlandse doctorandi, in het bijzonder van diegenen die uit ontwikkelingslanden komen. De Doctoral School creëert een kader voor de ontwikkeling, de uitvoering en de versterking van activiteiten die op de training van jonge onderzoekers en de opleiding en de organisatie van seminaries voor postdoctorale onderzoekers (YouReCa) zijn gericht. Voorts worden trainingen gepland in communicatie over onderzoeksactiviteiten en de valorisatie ervan, evenals workshops m.b.t. wetenschappelijke integriteit en de coaching van promotoren (opleiding startende docenten). Daarnaast zijn er initiatieven ter versterking van de internationale oriëntatie in de loopbaan van jonge onderzoekers en is er bijzondere aandacht zowel voor interdisciplinaire verbreding en verdieping als voor de ontwikkeling van vak- en disciplineoverschrijdende vaardigheden of generieke, overdraagbare competenties op maat van de gespecialiseerde onderzoeker. Daarbij is er aandacht voor genderevenwicht en diversiteit, voor duurzaamheid en voor het aanmoedigen van ondernemerschap. Het contact met het beroepenveld is belangrijk, gezien het overgrote deel van de doctorandi niet in de academische wereld blijft. De Doctoral School organiseert de Dag van het Onderzoek in HW, waarbij de verschillende disciplines met elkaar in contact kunnen komen.
22
BELEID INZAKE DIENSTVERLENING Onder “interne” dienstverlening ressorteert facultair engagement, groepsengagement of universiteitsbreed engagement om taken of functies op te nemen. Soms is er bij het ZAP weinig animo daartoe. Het is zaak om de interne dienstverlening efficiënt en rechtvaardig te verdelen. De Groep wil de faculteiten aanmoedigen hun rol in maatschappelijke debatten die van direct belang zijn voor de universiteit, ten volle waar te nemen. Verschillende faculteiten voorzien in vrije tribunes, debatten, lezingen e.d. en worden aangemoedigd om dat voort te zetten. De Groep sluit zich volledig aan bij de prioriteiten inzake onderzoek in de Humane Wetenschappen van de LERU, zoals vermeld in haar advicepaper nr. 13 van september 2013 over “The Future of the Social Sciences and Humanities in Europe” (bijlage 2). De Groep bewaakt de toepasbaarheid ervan op al zijn wetenschapsdomeinen. BELEID INZAKE INTERNATIONALISERING De faculteiten zijn zich bewust van het belang van internationalisering. Dat er in de meeste faculteitsbesturen een vicedecaan of een portefeuillehouder Internationalisering zetelt, is daarvan een uiting. De faculteiten worden aangemoedigd om verdere inspanningen te leveren op het vlak van de internationalisering. Er wordt op ingezet om zoveel mogelijk studenten een buitenlandse studie-ervaring te laten genieten. Dit kan door deelname aan klassieke uitwisselingsprogramma’s, aan stages, maar ook door hun in hun opleiding te Leuven een internationaal perspectief mee te geven. Ook het contact tussen de Vlaamse en de talrijke buitenlandse studenten die onze faculteiten tellen, wordt aangemoedigd. Een bijzonder punt van aandacht in de komende jaren is de kwaliteit van de opleidingsonderdelen die aan andere universiteiten gevolgd worden met het oog op het behalen van een diploma van de KU Leuven, enerzijds, en de correcte evaluatie van studenten uit andere universiteiten die binnen onze Groep opleidingsonderdelen opnemen, anderzijds. Ook initiatieven van gezamenlijke programma’s en bidiplomering worden gestimuleerd. De Groep ziet mooie kansen in een wisselwerking tussen internationalisering en onderwijsvernieuwing. In de komende jaren zal de Groep zich ook bijzonder inspannen om de participatie van de Humane Wetenschappen in initiatieven van universitaire ontwikkelingssamenwerking te stimuleren. Voorts zullen initiatieven genomen worden om sabbaticals en studieverblijven van korte of middellange duur in het buitenland effectief mogelijk te maken en te stimuleren, bijvoorbeeld door flexibiliteit in het onderwijsaanbod.
23
BELEID INZAKE STUDENTEN De Groep Humane Wetenschappen ziet de studenten als een volwaardige participant in de ambitie ‘universitas’ te zijn, een gemeenschap van docenten, studenten en overig personeel. Door de deelname van de studentenvertegenwoordigers aan alle beleidsechelons in onze Groep kan hun inbreng ook ten volle vertaald worden in het beleid van de Groep; dit is met name ook gebleken bij de totstandkoming van deze beleidsnota. In die zin zijn bijzondere aandachtpunten die door de studenten naar voor geschoven zijn, verwerkt onder de diverse andere hoofdingen van dit beleidsplan. Inzake onderwijs vragen de studenten daarnaast bijzondere aandacht voor het aanbieden van monitoraten ter ondersteuning. Verder stippen de studenten aan dat de integratie ook voor hen een nieuw gegeven is. Daarbij onderstrepen zij het belang van de profilering tussen verschillende opleidingen. De studenten volgen de intentie van de Groep om de studenten van de geacademiseerde opleidingen hun unieke identiteit te laten behouden. Het is uitdrukkelijk de bedoeling hen als volwaardig lid van de universiteit in te sluiten. Bij de docentenevaluatie moet er worden gestreefd naar een samenwerking tussen studenten en de desbetreffende faculteiten. Gezamenlijk dienen zij alle studenten te motiveren aan de evaluaties deel te nemen en gezamenlijk moeten zij de communicatie na het verwerken van de evaluaties ter harte nemen. In dit kader wordt de aandacht gevestigd op de evaluatie van docenten die worden aangesteld in een jaar waarin er geen evaluatie is. Zij krijgen immers geen feedback na hun eerste jaar als docent. Snellere evaluatie zou het mogelijk moeten maken om eventuele problemen sneller aan te pakken. Ook wordt blijvende aandacht gevraagd voor een vlotte communicatie tussen studenten, ombudsdiensten en docenten. Gestreefd dient te worden naar een transparant systeem om problemen aan te kaarten. Het is nu niet altijd duidelijk waar studenten met problemen terecht kunnen. Een transparante onderwijs- en examenreglementering is daarom noodzakelijk. Een goede samenwerking tussen vertegenwoordigers en faculteiten en een actieve inspanning om studenten te begeleiden vanuit de ombudsdiensten blijven daarom aangewezen.
24
DE INTEGRATIE De integratie heeft een universiteitsbrede impact. Binnen het Groepsbestuur vormt dit dossier voorwerp van een aparte bespreking. Een aantal thema’s verdienen bijzondere aandacht : 1. De implicaties voor de bestuursstructuren. 2. De plaatsing in het organigram. 3. De vertegenwoordiging in het Groepsbestuur. 4. De implicaties voor de facultaire structuren. 5. De omschrijving van de onderwijsbevoegdheid. 6. De gevolgen voor interfacultaire samenwerking op het vlak van onderzoek. 7. De voortzetting van het academiseringsbeleid. 8. De gevolgen voor de financiering van Groepsinitiatieven. 9. De bewaking van specifieke opleidingsprofielen.
25
KULAK De Groep Humane Wetenschappen organiseert opleidingen op de Campus Kortrijk. Deze opleidingen ressorteren onder 4 subfaculteiten die nauw verbonden zijn met de “moederfaculteit” te Leuven: Rechtsgeleerdheid, Economie en Bedrijfswetenschappen, Letteren en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Een aantal kwantitatieve gegevens: RECHTEN
FEB
LETT
PPW
# nieuwe stud
177
99
76
25
# studenten
358
204
128
51
# voltijdse stud
277
202
126
41
4
3
4
2
12,95
11,36
22,38
8,91
2,5
3
op totaal stud
27,6
18
op totaal VT stud
21,3
# opleidingsvarianten
RE nullijn RE toegevoegd
0,3
student/staff volgens nullijn 5,7
5,5 4,4
Op dit moment trekken vooral de subfaculteiten Rechtsgeleerdheid en Economie & Bedrijfswetenschappen de meeste studenten. Door historische omstandigheden zijn de RE-enveloppes van de subfaculteiten niet optimaal (cfr. stopzetting samenwerking met Ufsia, cfr. de start van Onderwijskunde in een latere fase). De student/staff ratio is per subfaculteit heel verschillend. Met betrekking tot de Kulak dient het Groepsbestuur de duurzaamheidstoets uit te voeren. Er zijn grote verschillen in de ratio student/staff en de vraag rijst of alle subfaculteiten aan het kritische minimum beantwoorden. Tegelijkertijd staat een aantal uitbreidingsinitiatieven op stapel: het werkstudentenprogramma in de Rechtenfaculteit; de driejarige bachelor TEW vanaf 2014-15 in FEB; de doorstroomoptie Toegepaste Taalkunde in Letteren waarbij het derde jaar van de Bachelor gevolgd kan worden aan de HUB of Thomas More. Het Groepsbestuur dient de criteria vast te leggen voor de evaluatie van uitbreidingsinitiatieven en in onderlinge afstemming (faculteiten, Groep HW, Kulak) de beslissing te nemen m.b.t. de voortzetting of de stopzetting. Tevens dient er duidelijkheid gecreëerd te worden over de financieringsperspectieven bij het voortzetten van positief geëvalueerde initiatieven. Dit alles dient met een universiteitsbrede visie over de Campus Kortrijk te stroken.
26
PERSONEELSBELEID De Groep streeft ernaar zijn onderzoekers en docenten meer ruimte te geven voor kritische reflectie en onderzoek. Het terugdringen van de stijgende werklast wordt vooropgesteld. Een vermindering van de tijd die aan vergaderingen van administratieve aard besteed wordt, kan een positieve stap betekenen. De faculteiten worden opgeroepen zich te bezinnen over het aantal gremia, commissies en werkgroepen die de afgelopen jaren ingesteld zijn, over het aantal van de vergaderingen en hun duur. In die zin is het nuttig dat de faculteiten een plan opmaken waarbij tegen 2017 het totaal aantal mensuren per jaar dat gemiddeld gespendeerd wordt aan vergaderingen met een derde teruggedrongen wordt. Ook op Groepsniveau wordt dit streefdoel gesteld. De Groep zal, wat het ZAP betreft, bij zijn aanstellings-, benoemings- en bevorderingsbeleid uitdrukkelijk zowel rekening houden met de onderzoeksprestaties, de onderwijsactiviteiten als de maatschappelijke dienstverlening van de kandidaat. Wat het onderzoek betreft, wordt, behalve met kwantitatieve elementen, zoals verworven onderzoeksgelden en publicaties, ook rekening gehouden met kwalitatieve elementen, zoals de originaliteit van het onderzoek en de maatschappelijke relevantie ervan. Wat de onderwijsactiviteiten aangaat, zal de onderwijsinzet in kaart gebracht worden en zal de onderwijsevaluatie niet de facto verengd worden tot een evaluatie door de studenten alleen. Wat de maatschappelijke dienstverlening aangaat, wordt een kader geboden waarin die dienstverlening in het dossier zichtbaar gemaakt kan worden. Maatschappelijke dienstverlening in de vorm van ontwikkelingssamenwerking wordt bijzonder gewaardeerd. Vrijkomende tenure trackmandaten worden prioritair ingezet ter verwezenlijking van doelstellingen die op Instellings- of Groepsniveau worden gedefinieerd. Het coachen van jong ZAP wordt zeer ter harte genomen, in het bijzonder wat het tenure track-ZAP betreft. In veel faculteiten wordt de vraag gesteld naar (meer) mogelijkheden tot een sabbatical leave. Het Groepsbestuur dient zich hierover in overleg met de personeelsdienst te bezinnen. Een actief emeritibeleid houdt vele mogelijkheden in: inzet voor onderwijsopdrachten in de faculteiten geeft de garantie op kwaliteitsvol onderwijs, verlicht de lesopdracht van jonge ZAP-leden en biedt bovendien een financieel voordeel voor de betrokken faculteit. Het goed functioneren van een opleiding of een onderzoeksgroep mag echter nooit in belangrijke mate afhankelijk zijn van de inzet van emeriti. Wat het ATP betreft, wordt verder invulling gegeven aan het OFD-verhaal. Waar opportuun, kan een nieuwe OFD-oefening opgestart worden. Er wordt verder werk gemaakt van de ontwikkeling van competentieprofielen. Interne mobiliteit van het ATP binnen de Groep en binnen de universiteit wordt gestimuleerd en er worden mogelijkheden gecreëerd voor ATP om buitenlandse werkervaring (stagesuitwisselingen) op te doen. Het ATP moet de kans krijgen zich te ontplooien via opleidingstrajecten en promotiekansen.
27
GENDER EN DIVERSITEIT Het diversiteitsbeleid binnen de Groep Humane Wetenschappen richt zich naar het algemene diversiteitsbeleid van de KU Leuven, maar legt enkele klemtonen die specifiek zijn voor de Groep. De Groep is zich bewust dat diversiteit veel verder gaat dan gender. In ons beleid wensen we o.m. ook culturele diversiteit, diversiteit op het vlak van functiebeperking, … mee op te nemen. De Groep werkt vanuit het principe van subsidiariteit. Bijzondere klemtonen die gelegd kunnen worden, zijn: 1. Onderzoek over diversiteit en vanuit een diversiteitsperspectief. Dit valt thematisch binnen het expertisedomein en het onderzoek in de faculteiten van de Groep Humane Wetenschappen. Specifieke acties in dit kader kunnen zijn : o Het coördineren van het diversiteitsonderzoek. Door de aanstelling van een onderzoeksprofessor (BOFZAP) en Odysseusbeneficiant, ondersteund door de Groep Humane Wetenschappen, komt er een belangrijke verantwoordelijkheid bij de Groep wat betreft de coördinatie van het onderzoek op dit domein; o Het revitaliseren van LUCIDE, Leuven University Centre for Interdisciplinary research on Difference and Equality. Indien dit niet mogelijk blijkt, dient het Centrum op zijn minst een herorganisatie te ondergaan. In het slechtste geval dient de afschaffing overwogen te worden. o Het verder aandringen op en het ondersteunen van een onderzoeksgebaseerd diversiteitsbeleid aan de KU Leuven. 2. Onderwijs over diversiteit en vanuit diversiteitsperspectief is veelvuldig aanwezig in de faculteiten van de Groep Humane Wetenschappen. Ook hier dienen zich een aantal uitdagingen aan: o De interuniversitaire masteropleiding Gender en Diversiteit is in de Faculteit Sociale Wetenschappen gesitueerd. Er is nauwe samenwerking met de faculteit PPW. o Momenteel ontbreekt een overzicht van de opleidingsonderdelen die diversiteit als thema hebben of als perspectief hanteren. Het zou interessant zijn om dit overzicht te hebben en deze OPO’s als keuzeopleidingsonderdelen te kunnen aanbieden. 3. Maatschappelijke dienstverlening op het diversiteitsdomein dient meer onder de aandacht te worden gebracht. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door een verhoogde appreciatie voor inspanningen op dit domein in bevorderings-, benoemings- en aanstellingsdossiers.
28
ONDERSTEUNENDE PIJLERS BIBLIOTHEEK Bibliotheken zijn de laboratoria van de meeste onderzoeksgroepen in Humane Wetenschappen. Door een betere samenwerking tussen bibliotheken van de Groep kunnen beslist belangrijke efficiëntiewinsten bereikt worden. Subsidiariteit is het uitgangspunt voor het bibliotheekbeleid van de Groep HW. Samenwerking met de Centrale Bibliotheek heeft onmiskenbaar voordelen voor beide partijen. De ontwikkeling van de Artesbibliotheek en het beleid inzake bibliothecair erfgoed worden verder voorbereid. Bij het erfgoeddossier in zijn algemeenheid worden Kadoc en CRKC betrokken. Inzake religieus erfgoed is er een duidelijke taakverdeling tussen de Maurits Sabbebibliotheek (MSB) en Kadoc. Kadoc staat in voor scripta en geschreven bronnen; het bibliothecaire erfgoed wordt bewaard in de MSB. In die optiek is het belangrijk dat het protocol tussen de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen en KADOC ondertekend wordt. Digital Humanities is voor veel faculteiten in de Humane Wetenschappen een belangrijk, verder te ontwikkelen terrein. Vooral op het vlak van research data management en data literacy kan aanzienlijke vooruitgang geboekt worden. Specifiek hebben we het dan over de consultatie van primaire onderzoeksdata; het door metadatering of digitalisering ontsluiten van databanken die door de onderzoekers aangelegd zijn; het herbruikbaar maken van onderzoeksdata; het proactief aanbieden van bibliotheekexpertise bij de voorbereiding en de realisatie van onderzoeksprojecten en het ondersteunen van het ZAP bij het aanleren van informatievaardigheden. De Groep Humane Wetenschappen dient hierin het voortouw te nemen. Een voorstel van bibliotheekbeleid HW wordt momenteel uitgewerkt door de portefeuillehouder Bibliotheek in het Groepsbestuur. Bibliotheken fungeren vaak ook als leerruimte. Ook in de toekomst dient de universiteit hierop in te zetten, maar in voorkomend geval is een compensatieregeling voor de betrokken bibliotheken aan de orde. ICT Binnen de Groep HW wordt een bovenfacultaire vorm van IT-werking verantwoord door de mogelijke schaalvoordelen en door de mogelijkheid op de Groep toegesneden “best practices” te ontwikkelen. Een dynamische ICT-werking op Groepsniveau biedt de mogelijkheid om snel en aangepast in bepaalde vormen van dienstverlening te voorzien, in samenwerking met de facultaire ICT-diensten, die noodzakelijk zijn en blijven. Ook hier geldt het subsidiariteitsbeginsel: de Groep zal slechts effectief op ICT-vlak interveniëren waar de facultaire ICT-diensten (of ICTS) niet in de nodige dienstverlening kunnen voorzien. 29
De groei en de variatie van gebruikte ICT-toepassingen en de nood aan specialisatie vragen om een model dat die specialisatie mogelijk maakt, maar tegelijkertijd de afstand tussen dienstverlener en gebruiker zo klein mogelijk houdt. Werken op Groepsniveau kan hier aangewezen zijn. Het Groepsniveau dient een signalisatierol op zich te nemen. Via het ICT-overleg worden noden gedetecteerd die op interfacultair niveau een oplossing behoeven. Tevens kunnen er opportuniteiten of uitdagingen voor het facultaire niveau aan de betrokken ICT-verantwoordelijken gemeld worden. De ondersteuning in de faculteiten blijft het best een facultaire aangelegenheid, waar via de initiatieven op Groepsniveau schaalvoordelen, synergieën en specialisatievoordelen bereikt kunnen worden. Applicatie-ontwikkeling op Groepsniveau biedt het voordeel van mogelijke specialisatie van de ontwikkelaars en vermijdt doublures in ontwerp. Vele uitdagingen kondigen zich op ICT-gebied aan: de ondersteuning en uitbating van de computerzalen, het uniforme studentenplatform, het Basisplatform HW, het omgaan met Open Data, de invulling van Digital Humanities. INFRASTRUCTUUR EN GEBOUWEN Als faculteiten en andere entiteiten van de Groep aanvragen tot bouw- of verbouwingswerken of tot andere grote infrastructuurwerken indienen, legt het Groepsbestuur in overleg een prioriteitsregeling vast en maakt die aan de bevoegde centrale diensten kenbaar. Zo is het ook voor het Algemeen Beheer duidelijk welke politiek de Groep Humane Wetenschappen wil voeren. De inhuizing van PPW op één locatie vormt op dit ogenblik een belangrijke zorg van de Groep. De renovatie van het HIW en een relocatie van de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht behoren eveneens tot de prioriteiten. De Groep zal alle steun en medewerking verlenen aan de uitbouw van een universitair beleid dat zich terdege bewust is van de waarde van Monumenten en Erfgoed.
30
BIJLAGEN: 1. De beleidsplannen van de faculteiten (via
[email protected]) 2. Leru Paper
31