Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
Fax 011 43 46 58
datum 2016-01-25
bladnummer 1
BESTEK WERKEN AAN WEGEN OPEN AANBESTEDING
ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN AAN WEGEN
AANBESTEDENDE OVERHEID STAD BERINGEN
BENAMING VAN DE WERKEN DOS NR. W2015EPA087-AVT INRICHTING KOLENSPOOR ALS LANDSCHAPSPARK MET AANLEG TOERISTISCH FIETSPAD EN KRUISPUNTAANPASSINGEN
NAAM EN ADRES VAN DE ONTWERPER
Vrijheersstraat 25 - 3890 Gingelom Tel : 011 28 32 82
[email protected]
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
KOSTPRIJS AANBESTEDINGSBUNDEL Een digitale versie van de opdrachtdocumenten is gratis te downloaden via www.publicprocurement.be
INLICHTINGEN Inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij:
naam: dienst wegen en publieke ruimte, stad Beringen adres: Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen telefoon: 011 43 02 43 e-mail:
[email protected]
EN/OF
naam: Atelier VT adres: vrijheersstraat 25, 3890 Gingelom telefoon: 011 28 32 82 e-mail:
[email protected]
Fax 011 43 46 58
bladnummer 2
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 3
ALGEMENE INFORMATIE Opdrachtgevend bestuur: Stad Beringen: Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen De aanbestedende overheid voert de procedure en treedt ook op in naam van: - INFRAX cvba, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt Ontwerpers: -
Atelier VT, Frank Caers: algemeen, en delen 1 en 2 Directie Ruimte, Dienst Mobiliteit en Routenetwerken, Provincie Limburg: delen 3 t.e.m. 6
VOORAFGAANDE NOOT De basis van onderhavig bestek is deze van het “Standaardbestek 250 v3.1 voor de wegenbouw” met dien verstande dat enkel en alleen de voorschriften worden vermeld die worden aangevuld of vervangen.
TOEPASSELIJKE REGLEMENTERING A.
Bestekken en voorschriften:
1. Wet van 15 juni 2006 en latere wijzigingen betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 2. Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 3. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 en latere wijzigingen betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren. 4. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. 5. Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming, laatste uitgave. 6. Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en latere wijzigingen en haar uitvoeringsbesluiten. 7. Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke en mobiele werkplaatsen en latere wijzigingen 8. het standaardbestek 250 versie 3.1 voor de wegenbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de bijhorende errata, aangevuld met de documenten waarnaar in dit standaardbestek verwezen wordt. 9. de omzendbrief van 28 februari 2002 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 maart 2002 betreffende de verplichting om de voertuigen van de categorieën N2 en N3 uit te rusten met een zichtveldverbeterend systeem.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 4
10. Op de aangegane verbintenis is het Belgisch recht van toepassing en elke geschil dat hierop betrekking heeft, behoort tot de bevoegdheidssfeer van het Belgische gerecht. 11. Wet van 3 december 2005 betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op openbaar domein en diens uitvoeringsbesluiten. 12. Inzake erkenning van aannemers zijn van toepassing: -De wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken. -Het koninklijk besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken. -Het ministerieel besluit van 27 september 1991 betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning of bij de beoordeling van de bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, par. 1 van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen documenten. 13. besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming en latere wijzigingen. 14. Het veiligheids- en gezondheidsplan is als inherent onderdeel bij dit bestek gevoegd en de erin voorziene maatregelen moeten worden uitgevoerd. De inschrijver dient niet meer expleciet te verklaren dat hij er kennis van heeft genomen en dat deze voorzien zijn tijdens de uitvoering van de werken. 15. Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams regelement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. 16.De normatieve documenten van Probeton, voor zover er niet wordt van afgeweken door de bepalingen en voorschriften van onderhavig bestek en door het standaardbestek 17.De normbladen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie (alle normbladen door B.I.N. gehomologeerd en geregistreerd tot drie maanden voor de aanbestedingsdatum ), en voor zover er niet wordt afgeweken door de bepalingen en voorschriften van onderhavig bestek en door het standaardbestek. 18. De bescheiden waarnaar in voormelde documenten wordt verwezen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
B.
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 5
Bijzonder bestek en plannen
het onderhavig bestek; het bij onderhavig bestek behorende inschrijvingsformulier en de opmetingsstaat; het bij onderhavig bestek behorende technische verslag; de bij onderhavig bestek behorende plannen:
Plan nr
omschrijving
schaal
1 2 3 4
Grondplan Details en snede parking Details en snede fietspad en wandelpad Details en snede houten vlonder, fietsremmers en uitstroom bekken Details en snede prefab trapconstructies Zone parking Zone randstraat Zone brug koolmijnlaan Zone havenlaan Zone olmsesteenweg kruispunt fietsoversteek thv stationstraat kruispunt fietsoversteek thv beverlosesteenweg kruispunt fietsoversteek thv olmsesteenweg
1/2000 1/50 1/50 1/50
5 6 7 8 9 10 11 12 13
1/100 1/200 1/200 1/200 1/200 1/500 1/250 1/250 1/250
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
Tel 011 43 02 11
ons kenmerk W2015epa087-AVT
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 6
Op de aangegane verbintenis is het Belgische recht van toepassing en elk geschil dat hierop betrekking heeft behoort tot de bevoegdheidssfeer van het Belgische gerecht.
AFWIJKINGEN + AANVULLINGEN (KB VAN 14 JANUARI 2013 - ARTIKEL 9, §4) Koninklijk besluit van 14 januari 2013 : algemene uitvoeringsregels overheidsopdrachten Gewijzigd bij : Koninklijk Besluit van 07 februari 2014 - BS 21/02/2014 Koninklijk Besluit van 22 mei 2014 - BS 30/05/2014
Hierna volgt de lijst van de bepalingen waarvan voor deze opdracht wordt afgeweken van de bovenvermelde toepasselijke reglementering: 1. De termijnen van oplevering van 15 kalenderdagen gebracht op 30 kalenderdagen. 2. Aan de aannemer wordt een bijzondere terugnameverplichting inzake verpakking opgelegd. 3. De termijn waarbinnen de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, wordt van 90 naar 180 kalenderdagen gebracht. Bijkomende afwijkingen: Het standaardbestek 250 versie 3.1 vermeldt en motiveert bijkomende afwijkingen van de algemene administratieve voorwaarden.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 7
EERSTE DEEL PLAATSINGSREGELS Reglementaire en verordenende bepalingen Algemeen Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht totdat de kandidaat is aangesteld. - de wet van 15.06.2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - het koninklijk besluit van 15.07.2011 plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren. - het koninklijk besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. Aanbestedende overheid Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 3580 Beringen De aanbestedende overheid voert de procedure en treedt ook op in naam van: - INFRAX cvba, Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt Voorwerp van de opdracht De uit te voeren werken betreffen: omgevingswerken Kolenspoorpark, aanleg parking, aanpassingen diverse kruispunten en aanleg toeristisch fietspad. Deel 1A:
aanleg parking.
Deel 1B:
rioleringswerken afvoer hemelwater naar wadi.
Deel 2:
aanleg paden en omgevingswerken Kolenspoorpark
Deel 3:
een fietsoversteek in printbeton.
Deel 4:
een fietsoversteek in beton met middengeleider.
Deel 5:
een fietsoversteek in beton met middengeleider en verhoogd plateau.
Deel 6A:
een fietspad in asfalt op een continue steenslagfundering
Deel 6B:
viewpoint/toeristische infopunt en trap, in prefab beton, bij spoorwegbrug
Deel 6C:
viewpoint /toeristische infopunt en trap, in prefab beton, bij kolenhaven
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 8
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten Verplichtingen van de aannemer inzake veiligheidsvoorschriften De aannemer wordt erop gewezen dat het KB van 25 januari 2001 en latere wijzigingen betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van toepassing is. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens : het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en latere wijzigingen; de wet op het welzijn van 04 augustus1996; de Codex over het welzijn op het werk; het ARAB (waarin het AREI is opgenomen). Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een aannemingslast en de veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de eenheidsprijzen. Er is een aparte post op het veiligheids- en gezondheidsplan waarbij de inschrijvers een afzonderlijke prijs moeten opgeven in verband met alle bijkomende door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en –middelen volgens artikel 30 van het KB van 25 januari 2001. Een beknopt veiligheids- en gezondheidsplan werd als bijlage bij dit bestek toegevoegd. Dit beknopt veiligheids- en gezondheidsplan bevat de vereiste informatie voor een correcte offerte. Het veiligheids- en gezondheidsplan is als een aparte bijlage gevoegd bij de aanbestedingsdocumenten. Wijze van gunnen van de opdracht De overeenkomst voor onderhavige opdracht wordt gesloten ingevolge een open aanbesteding Kwalitatieve sectiecriteria (KB van 8 januari 1996 artikel 70 en 71) Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: Juridische situatie van de inschrijver - vereiste bewijsstukken (uitsluitingscriteria) Een verklaring op erewoord dat de inschrijver : niet in staat van faillissement of vereffening verkeert; geen aangifte van faillissement heeft gedaan of procedure van vereffening of gerechtelijk akkoord aanhangig is tegen hem; niet veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast; bij zijn beroepsuitoefening geen ernstige fout heeft begaan; in orde is met de betaling van sociale zekerheidsbijdragen; in orde is met de betaling van belastingen zich niet schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van deze inlichtingen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 9
Economische en financiële draagkracht van de inschrijver - vereiste bewijsstukken (selectiecriteria)
Passende bankverklaring waaruit een gezonde financiële toestand blijkt.
Technische bekwaamheid van de inschrijver - vereiste bewijsstukken (selectiecriteria) De inschrijver dient z’n technische bekwaamheid aan te tonen door indiening van volgende referenties:
Een lijst van de uitgevoerde werken de laatste 5 jaar, en gestaafd door getuigschriften van goede uitvoering voor de belangrijkste werken.
Sociale clausule §1. Een aanbestedende overheid kan, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de toegang tot de gunningsprocedure reserveren voor sociale werkplaatsen of de uitvoering ervan reserveren in het kader van programma’s voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen. De aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, een ander opdrachtdocument moet deze toegangsreservatie vermelden. §2. Wanneer een opdracht het bedrag voor Europese bekendmaking niet bereikt, kan een aanbestedende overheid, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de toegang tot de gunningsprocedure reserveren voor sociale inschakelingsondernemingen. Met sociale inschakelingsonderneming wordt bedoeld de onderneming die voldoet aan de voorwaarden van artikel 59 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, of die aan gelijkaardige voorwaarden voldoet in het land van oorsprong van de kandidaat of inschrijver.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 10
Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren
Artikel 9 - Varianten Er zijn geen “verplichte” en/of “facultatieve” varianten. Het is verboden vrije varianten in te dienen. Artikel 10 - Opties Er zijn geen “verplichte” en/of “facultatieve” opties. Het is verboden vrije opties in te dienen. Artikel 16 – Allerlei heffingen ( BTW medecontractant zie art.95 ) De belasting over de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de opmetingstaat vermeld om bij de prijs van de offerte te worden gevoegd. Artikel 19 - Elementen die in de prijzen zijn begrepen Algemeen; De inschrijver moet de aanduidingen van de opmeting, door middel van ter plaatse opgemaakte staten, aanvullen en nazien, hij controleert zorgvuldig de overeenstemming tussen alle aangegeven afmetingen, hij onderzoek aandachtig de gesteldheid van de bouwplaats en geeft zich ter plaatse rekenschap van de omvang van alle moeilijkheden die hij zou kunnen ondervinden, hij vraagt aan de aanbestedende overheid alle inlichtingen die voor de beoordeling der werken hetzij nodig of gewoon nuttig zijn. De aannemer moet zich op eigen kosten het water en de elektriciteit aanschaffen die nodig zijn voor het uitvoeren van de werken van zijn aanneming. § 1. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht voor werken, alle kosten, maatregelen en lasten die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name : 1. in voorkomend geval, de maatregelen opgelegd door de regelgeving inzake veiligheid en gezondheid van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; 2. alle werken en leveringen die nodig zijn om de grondafkalvingen en andere beschadigingen te voorkomen en eventueel te verhelpen zoals stempelingen, beschoeiingen en bemalingen; 3. het ongeschonden bewaren en het eventueel verplaatsen en terugplaatsen van kabels en leidingen waarop bij grond-, graaf- of baggerwerken kan worden gestuit, voor zover de wettelijke last hiervoor niet op de eigenaars van die kabels en leidingen rust;
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 11
4. het verwijderen binnen de grenzen van de grond-, graaf- of baggerwerken die eventueel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het werk : a. van grond, slijk en kiezel, stenen, breukstenen, allerlei gesteente, overblijfselen van metselwerk, zoden, beplantingen, struiken, stronken, wortels, kreupelhout, puin en afval; b. van ieder uit één stuk bestaand rotsblok, metselwerk of betonblok ongeacht het volume; 5. het vervoeren en wegbrengen van graafspecie hetzij buiten het domein van de aanbestedende overheid, hetzij naar de plaatsen voor hergebruik binnen de grenzen van de bouwplaatsen, hetzij naar een stortplaats; 6. alle algemene, bijkomende en onderhoudskosten gedurende de uitvoerings- en waarborgtermijn. Zijn eveneens inbegrepen in de opdracht, alle werkzaamheden die uit hun aard afhangen van of samenhangen met deze die in de opdrachtdocumenten zijn beschreven. Het tijdelijk stockeren van uitgegraven bodem binnen de werf is een last van de aanneming, tenzij hiervoor een afzonderlijke post voorzien is. De kosten voor de opmaak van alle detail- en werktekeningen die tijdens de uitvoering nodig zijn, zijn een last van de aanneming, met uitzondering van de opmaak van de as-builtplannen (GRB conform) waarvoor een afzonderlijke post wordt voorzien. Het plaatsen en uitvoeren van alle maatregelen ter bescherming van de bestaande vegetatie is een Aannemingslast. Alle kosten van verzekeringen zijn een last van de aanneming, met uitzondering van de in de samenvattende meetstaat afzonderlijke voorziene posten. § 2. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht voor leveringen, alle kosten, metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name : 1. de verpakkingen, behalve wanneer ze eigendom blijven van de inschrijver en het laden, de overslag, het overladen, het vervoer, de verzekering en het inklaren; 2. het lossen, uitpakken en stapelen op de plaats van levering, op voorwaarde dat de opdrachtdocumenten de juiste plaats van levering en de toegangsmogelijkheden vermelden; 3. de documentatie die met de levering verband houdt; 4. het monteren en het bedrijfsklaar maken; 5. de voor het gebruik noodzakelijke vorming.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 12
§ 3. Behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht voor diensten, alle kosten, metingen en prestaties die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht, met name : 1. de administratie en het secretariaat; 2. de verplaatsing, het vervoer en de verzekering; 3. de documentatie die met de diensten verband houdt; 4. de levering van documenten of stukken die inherent zijn aan de uitvoering; 5. de verpakkingen; 6. de voor het gebruik noodzakelijke vorming; 7. in voorkomend geval, de maatregelen die door de wetgeving inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers worden opgelegd voor de uitvoering van hun werk. § 4. De veiligheidsmaatregelen voorgeschreven in het veiligheids- en gezondheidsplan opgesteld door de veiligheidscoördinator-ontwerp zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen. Artikel 30 - Rechtzettingsberichten De rechtzettingsberichten, bekend gemaakt in het Bulletin van de Aanbestedingen en die betrekking hebben op de opdrachten in het algemeen of enkel op onderhavige opdracht, maken integraal deel uit van de contractuele bepalingen. De inschrijver is derhalve geacht hiervan kennis te hebben genomen en er mee rekening te hebben gehouden bij het opmaken van zijn offerte. Artikel 53 §1 Taalgebruik De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie met de aanbestedende overheid. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de aanbestedende overheid een vertaling eisen. De vertaling gebeurt op kosten van de inschrijver. De vertaling is het enige rechtsgeldige. Artikel 57 – Verbintenistermijn voor de inschrijvers De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte verbonden blijft, wordt voor deze werken op 180 kalenderdagen gebracht. Artikelen 61 t.e.m. 63 - Toegangsrecht en sociale zekerheidsbijdragen Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 61. Voor de Belgische inschrijver vraagt de aanbestedende overheid het RSZ-attest via elektronische weg op conform artikel 60. De buitenlandse inschrijver voegt bij zijn offerte een attest of een verklaring volgens de bepalingen van artikel 62, §2.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
Tel 011 43 02 11
ons kenmerk W2015epa087-AVT
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 13
Artikel 70 - Vereiste erkenning Categorie : C Klasse : 4 of hoger. Artikel 2, §1, 4° t.e.m. 7° en artikel 13 - Wijze van prijsbepaling Ten aanzien van de vaststelling van de prijzen, wordt onderhavige overeenkomst beschouwd als een gemengde opdracht. Artikel 20 §1: PRIJSHERZIENINGSFORMULES De prijsherziening wordt berekend met volgende formule: aanbrengen van bitumineuze verhardingen: ( aangeduid met letter A in de samenvattende meetstaat ) p=P(
0,17 s S
+
0,30m1 M1
+
0,18m2 M2
+
0,12m3 M3
+
0,23 )
voor alle andere werken: ( aangeduid met letter B in de samenvattende meetstaat ) p=P(
0,40 s S
+
0,40k2 K2
+
+0,20 )
Artikelen 80 en 82 - Opmaak van de offerte De offerte en de samenvattende opmetingstaat worden in één exemplaar (KB van 15 juli 2011 - artikel 54) opgemaakt op de daartoe bestemde documenten van het bestek volgens het model bedoeld in artikel 80 van het KB van 15 juli 2011. Elke offerte die op een ander document is opgemaakt valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die, op ieder document dient te verklaren dat het document conform het bij het bestek behorend model is. Hij draagt de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier. Een dergelijk document dient volgende formule te vermelden : “Ik, ondergetekende ………… verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het (de) door de opdrachtgever verstrekte offerteformulier en inventaris, en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven beschouwd worden.” Artikel 83 - Verbetering vermoedelijke hoeveelheden De verbetering van de vermoedelijke hoeveelheden is NIET toegestaan.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 14
Artikel 85 – Interpretatie tegenspraak In geval van tegenstrijdigheid tussen de verschillende documenten geldt voor interpretatie de volgende orde : in de eerste plaats de plannen in tweede instantie het bestek in derde instantie de opmetingstaat Artikel 85, §2 - Fouten en leemten Indien de inschrijver in de opdrachtdocumenten zodanige fouten of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld, althans tenminste TIEN dagen vóór de datum van de openingszitting, schriftelijk kennis aan het bestuur, behoudens zo de inkorting van de termijn voor het indienen van de offertes niet toelaat deze voorwaarden na te leven. De aanbestedende overheid oordeelt of de fouten of leemten voldoende belangrijk zijn om de openingszitting te verdagen en, indien nodig, tot een aangepaste bekendmaking over te gaan. Artikel 87 Na de opening van de zitting heeft de inschrijver niet meer het recht om zich te beroepen op fouten of leemten die voorkomen in de samenvattende opmeting of de inventaris, zoals verstrekt door de aanbestedende overheid. Bovendien kan hij zich vanaf dat ogenblik niet meer beroepen op vormgebreken, fouten of leemten in zijn offerte. Artikel 90 - Indiening van de offerte De offerte opgesteld op papier wordt geschoven in een “definitief gesloten envelop” waarop zijn vermeld : de datum van de openingszitting, het besteknummer: W2015epa087-AVT Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, wordt die gesloten envelop geschoven in een tweede gesloten envelop waarop duidelijk “offerte” wordt vermeld. De offerte wordt gestuurd aan : STAD BERINGEN De heer Erwin Tempels, aankoper Mijnschoolstraat 88 3580 Beringen Iedere offerte moet bij de voorzitter van de zitting voor de opening van de offertes toekomen alvorens hij de zitting opent. Nochtans wordt een offerte die te laat toekomt, in aanmerking genomen voor zover: 1° de aanbestedende overheid aan de aannemer nog geen kennis heeft gegeven van haar beslissing, 2° en de offerte ten laatste vier kalenderdagen vóór de dag vastgesteld voor de ontvangst van de offertes bij de post als aangetekende zending is afgegeven.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 15
Artikel 92 - Plaats, dag en uur van de opening van de offertes De opening van de offertes heeft plaats op dinsdag 8 maart 2016 om 9.15 uur ten overstaan van de de burgemeester of zijn afgevaardigde in de burelen van het Stedelijk Administratief Centrum, ste Aanbestedingslokaal (1 verdieping) te Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen Valuta De prijzen zijn verplicht in euro en worden weergegeven tot op 2 decimalen nauwkeurig. Prijsopgave ( BTW medecontractant zie art. 95 ) De belasting op de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de opmetingsstaat vermeld om bij de prijs van de offerte te worden gevoegd. Ondertekening van de offerte De offerte – die eigenlijk een verbintenis vanwege de inschrijvers inhoudt om de opdracht volgens de gegevens van de plannen en het bestek uit te voeren – moet op straffe van volstrekte nietigheid ondertekend worden door de inschrijer of zijn gemachtigde. Het bewijs van dat de ondertekenaar van de offerte op het tijdstip van de ondertekening van de offerte gemachtigd was om een venootschap te verbinden kan slechts worden ontleend aan de statuten gepubliceerd in het Staatsblad of door een vomacht. Indien een notariele akte is opgesteld voor het tijdstip van ondertekening van de offerte, dan verleent deze akte het bewijs van het bestaan van een vomacht met ingang van de datum waarop zij werd opgemaakt. Indien geen notariele akte is opgesteld voor het tijdstip van ondertekening van de offerte, kan het bewijs van het bestaan van een volmacht allen worden geleverd door de overlegging van een onderhandse akte of een afschrift hiervan bij het indienen van de offerte. Wanneer het bestaan van de volmacht op datum van de indiening van de offerte niet is bewezen, op één van de bovenvermelde mogelijkheden, dan kan de offerte op die grond worden geweerd. Andere vereisten Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen, wijzigingen of gebruik van correctievloeistof, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. Toepasselijk recht en geschillen Elk geschil met betrekking tot de geldigheid, interpretatie of de uitvoering van onderhavige overeenkomst en de daarmee samenhangende overeenkomsten, zal beslecht worden door de rechtbanken van het arrondissement van de opdrachtgever.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 16
TWEEDE DEEL UITVOERINGSREGELS Administratieve contractuele bepalingen Algemeen Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het koninklijk besluit van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing.
Algemene administratieve voorschriften in toepassing van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken(BS 14 FEBRUARI 2013) Contractuele documenten De opdrachtdocumenten vermelden de type- en/of standaardbestekken, de algemene omzendbrieven, de technische afleveringen van het algemeen bestek en de andere documenten die op de aanneming van toepassing zijn. Voor zover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen van het bijzonder bestek dat onderhavige opdracht regelt, zijn op deze opdracht van toepassing : 1. de volgende publicaties voor zover de opdracht werken bevat die er het voorwerp van uitmaken:
het typebestek 250 versie 3.1 het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (A.R.A.B.). de ééngemaakte technische specificaties (S.T.S.). de N.B.N. - normen van het Belgische Instituut voor Normalisatie. Zijn van toepassing : de gehomologeerde of geregistreerde Belgische Normen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 17
2. de hierna vermelde tekeningen opgemaakt door de ontwerper : Plan nr
omschrijving
schaal
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Grondplan ( W2015epa087-AVT ) Details 1 ( W2015epa087-AVT ) Details 2 ( W2015epa087-AVT ) Details 3 ( W2015epa087-AVT ) Details 4 ( W2015epa087-AVT ) Zone 1 ( W2015epa087-AVT ) Zone 2 ( W2015epa087-AVT ) Zone 3 ( W2015epa087-AVT ) Zone 4 ( W2015epa087-AVT ) Zone 5 ( W2015epa087-AVT ) kruispunt thv stationstraat ( W2015epa087-AVT ) kruispunt thv beverlosesteenweg ( W2015epa087-AVT ) kruispunt thv olmsesteenweg ( W2015epa087-AVT )
1/2000 1/50 1/50 1/50 1/100 1/200 1/200 1/200 1/200 1/500 1/250 1/250 1/250
De maten op de tekeningen hebben voorrang op de tekeningen zelf ingeval van tegenspraak tussen beide. Ingeval van twijfel dienen steeds de aanduidingen van de leidende ambtenaar gevolgd. De aandacht van de aannemers wordt gevestigd op het feit dat de aanduidingen op de plannen betreffende de bestaande toestand gegeven zijn ten titel van inlichting en zonder enige waarborg voor wat betreft de eventuele veranderingen in bestaande toestand sinds de opmetingen en het opmaken der plannen en ook voor wat betreft eventuele verborgen hindernissen. Artikel 11 - Leidend ambtenaar De natuurlijke persoon die als leidend ambtenaar gemachtigd is de leiding van en het toezicht op de uitvoering van de opdracht waar te nemen is de heer naam: Frank Caers functie: landschapsarchitect werkzaam bij: atelier VT ( zaakvoerder ) adres: Vrijheersstraat 25 - 3890 Gingelom Het mandaat van de leidend ambtenaar bestaat enkel uit:
de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering de keuring van de producten zowel de a priori als de a posteriori keuring het nazicht van de vorderingsstaten het opstellen van de processen-verbaal de organisatie van de voorlopige en definitieve oplevering der werken het instaan voor het bestendig toezicht der werken.
Artikel 12 - Onderaannemers
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 18
De aannemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenis geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwd. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden. De rechten van de onderaannemer worden geregeld in de artikelen 6 en 43 van de wet van 15 juni 2006 en in de artikelen 12 tot 15 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013. Eventuele onderaannemers moeten voldoen aan de wetgeving houdende de regeling van de erkenning van aannemers van werken in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren. Indien de onderaannemers niet bekendgemaakt zijn bij het indienen van de offerte, MOET de aannemer ze aan het bestuur kenbaar maken VOORALEER een onderaannemer enige prestatie mag leveren op de bouwplaats. Indien er voor de uitvoering van de werken met onderaannemers wordt gewerkt, dan zal de aannemer op zijn kosten een coördinatoruitvoering aanstelen conform het KB van 25 januari 20 01 op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Artikelen 25 t.e.m. 32 - Borgtocht De borgstelling bedraagt 5% van het oorspronkelijke opdrachtbedrag, te vermeerderen met de bedragen die hieronder worden vermeld onder a en b. a) posten waarvoor a posteriori keuringen zijn voorgeschreven Voor posten waarvoor een a posteriori keuring is voorgeschreven wordt, overeenkomstig artikel 43 §2 van het KB van 14.01.2013, het bedrag van de borgtocht verhoogd met 10% van de bedragen van die posten. Het betreft de posten:nrs. 11, 12, 14-17, 57-59, 72, 74-75, 94-100, 143,145,147, 177, 180, 182,183, 217, 218, 222, 224, 225, 230, 265, 266, 274-276, 285-287 b) posten waarvoor regelmatige onderhoudsbeurten tijdens de waarborgperiode zijn voorgeschreven Voor de volgende posten, waarvoor regelmatige onderhoudsbeurten tijdens de waarborgperiode zijn voorgeschreven, wordt het bedrag van de borgtocht verhoogd met 20% op de bedragen van die posten: nrs. 40-45,117-127, 161, 162, 205, 250, 293 De borg zal in 2 keer worden vrijgegeven, de eerste helft bij de voorlopige oplevering en de tweede helft bij de definitieve oplevering. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht bij aangetekend schrijven. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Ingeval van verzuim van borgstelling kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 6 § 1-2 van de algemene aannemingsvoorwaarden. De aannemer stuurt het verzoek tot vrijgave van de borgtocht naar de aanbestedende overheid. Ingeval van verzuim van borgstelling kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 29 van het KB van 14 januari 2013.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 19
Artikel 33 - Vrijgave borgtocht De borgtocht gestort voor onderhavige werken wordt bij helften vrijgegeven, de ene helft na de voorlopige oplevering van de gehele opdracht, de andere helft na de definitieve oplevering, na aftrek van de sommen die de aannemer eventueel aan de aanbestedende overheid verschuldigd is. Artikel 36 - Detail- en werktekeningen detail- en werktekeningen De aannemer dient de nodige detail- en werktekeningen aan te leveren en voor te leggen aan de aanbestedende overheid. De detail- en werktekeningen, alsook het as-builtdossier ( GRB conform ), worden opgemaakt conform de bepalingen van 2-12 van typebestek 250 versie 3.1. voegenplan De aannemer legt een voegenplan ter goedkeuring voor aan de leidend ambtenaar, minstens 15 kalenderdagen voor de uitvoering van het betonneringswerken. Een beschrijvende nota geprefabriceerde inspectieputten Een beschrijvende nota, met detailtekeningen omtrent de geprefabriceerde inspectieputten, welke hij wenst te gebruiken en een berekeningsnota waaruit blijkt dat zij voldoen aan de optredende belastingen volgens de technische eisen van dit bestek voor zover deze niet voorkomen in een door een onpartijdige instelling goedgekeurde Benor-catalogus. Artikel 41 – Soorten keuringen Maandelijkse Certificatiestaat: Maandelijks maakt de aannemer een certificatiestaat op van de producten die in de loop van de voogaande maand verwerkt werden en legt die, samen met de vorderingsstaat, ter goedkeuring voor aan de leidend ambtenaar conform typebestek 250 versie3.1 grondverzet: Het grondverzet dient te worden uitgevoerd volgens het traceerbaarheidssysteem zoals goedgekeurd door OVAM in het kader van hoofdstuk XIII van het Vlarebo en dat bijgevolg alle betrokken partijen voor hun deel van het grondverzet het traceerbaarheidssysteem moeten volgen. Afvoer van grond De aanbestedende overheid bezorgt de bodemanalyses van de af te voeren grond aan de aannemer. Zie Technisch Verlag dat integraal deel uitmaakt van dit bestek. De aannemer laat, minstens één week voor de grond wordt afgevoerd, weten waar hij de grond naartoe brengt.
Vervuilde grond: dient te gebeuren naar een erkende verwerkingseenheid. Het vervoer en de stortkosten ( afgiftekosten ) zijn een aannemingslast. De vervuilde grond dient tijdens de diensturen afgevoerd te worden.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 20
Zuivere grond ( vrij gebruik ): De aannemer wordt eigenaar van deze grond Artikel 44 - In gebreke blijven en sancties De aannemer wordt in verband met de uitvoering van de opdracht geacht in gebreke te zijn : wanneer de prestaties niet uitgevoerd worden volgens de voorschriften bepaald in de opdracht. ongeacht het ogenblik, wanneer de prestaties niet zodanig vorderen dat zij op de vastgestelde data volledig kunnen worden voltooid; wanneer de geldig gegeven schriftelijke bevelen van de aanbestedende overheid niet worden nageleefd;
Artikel 55 - Schadevergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbestedende overheid Aanvullend op dit artikel worden de werken automatisch geschorst voor de periode van het broedseizoen, ingaande op 01 april en eindigend op 30 juni. Voor deze periode kan de inschrijver geen schadevergoeding vragen aan het opdrachtgevend bestuur. De schorsing is van toepassing voor de werken gelegen binnen alle zones die betrekking hebben op het toeristisch fietspad van DEEL 6. Artikel 75 – Leiding en controle De naam van de gemachtigde van de aannemer moet de aanbestedende overheid medegedeeld worden vóór de begindatum der werken. De aannemer mag een andere persoon machtigen op voorwaarde dat hij de aanbestedende overheid er 10 dagen vooraf schriftelijk van in kennis stelt. Behoudens andersluidende bepaling in het bestek, dient de gemachtigde gedurende de werktijd altijd beschikbaar te zijn. Artikel 76 - Uitvoeringstermijn De uitvoeringstermijn is 150 kalenderdagen. Artikel 79 - Organisatie van de bouwplaats algemeen Opdat de personeelsleden van de aanbestedende overheid te allen tijde toezicht over de in uitvoering zijnde werken zouden kunnen houden, stelt de aannemer planken, stevige ladders en andere toegangsmiddelen in voldoend aantal te hunner beschikking, op de hem aangewezen plaatsen en op zijn kosten. Tijdens de uitvoering der werken houdt de aannemer de bouwplaats proper. Alle puin, vuilnis, afval en gruis moeten regelmatig verwijderd worden. Openbaar vervoer
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 21
De Lijn en/of de Maatschappijen voor intercommunaal vervoer dienen tenminste één maand voor het begin van een werk verwittigd te worden indien een reiswegomlegging van een autobuslijn noodzakelijk is. Installaties van concessiehoudende en/of nutsmaatschappijen omkaderingen, straatpotten, straatdeksels enz. Wanneer de aannemer bij de uitvoering van de werken omkaderingen, straatpotten, straatdeksels en aanduidingspalen ontmoet, moet hij die op hun plaats laten of ze terugplaatsen indien het voor de uitvoering van de werken noodzakelijk was ze tijdelijk te verwijderen. In ieder geval mag er zich geen niveauverschil voordoen tussen de merktekens, omkaderingen, straatpotten en straatdeksels met de omgevende bestrating. In geval van herplaatsing moeten de omkaderingen, onderkaders en straatpotten zodanig herplaatst worden, dat een normale bediening van de toestellen gewaarborgd is. De aanduidingspalen moeten teruggeplaatst worden volgens de coördinaten, vermeld op de aanduidingsplan. Deze werken zijn een aannemingslast. Participatiefonds – aanvang werken Conform de bepalingen van de wet van 3 december 2005 (BS 2 februari 2006) gewijzigd BS 29 december 2008 art. 215 en de uitvoeringsbesluiten kunnen de werken ten vroegste aanvatten tussen de 14 en 30 kalenderdagen nadat aan de specifieke informatieverplichting zoals omschreven in de wet, werd voldaan. De aannemer informeert zich bij de opdrachtgever of aan die informatieverplichting (hinder van werken van openbaar nut op openbaar domein binnen afgebakend gebied) moest voldaan worden, en zo ja, of deze nagekomen werd. Signalisatie van de bouwplaats De aannemer zorgt ervoor dat de signalisatie van de bouwplaats, alsook alle berichten en mededelingen aan het publiek, conform zijn met de wetten en reglementen op het gebruik der talen in bestuurszaken. Overeenkomstig 1-4, Art. 79 moet de aannemer de werfsignalisatieplans voor de verschillende werkfasen, met inbegrip van wegomleggingen, ter goedkeuring voorleggen aan de aanbestedende overheid. De toelating of het politiebesluit voorzien in artikel 78.1.1. van het K.B. van 01/12/1975 wordt bij de bevoegde overheid aangevraagd. Deze aanvraag dient minstens 15 werkdagen voor de aanvang van de werken aangevraagd te worden. De aanvraag gebeurt op een specifiek document dat de aannemer kan opvragen bij de dienst verkeer of via de website van de stad. Het ingevulde formulier wordt samen met een duidelijk signalisatieplan ingediend bij de dienst verkeer. Hoogtepeilen Van bij de betekening van de goedkeuring van zijn inschrijving, vergewist de aannemer er zich van of de werken eventueel de verdwijning of de verplaatsing zouden kunnen tot gevolg hebben ofwel van grenspalen, ofwel van hoogtepeilen van het Nationaal Geografisch Instituut, ofwel van topografische peilen van het ministerie van Verkeer en Infrastructuur, of de stabiliteit ervan zouden kunnen aantasten. In voorkomend geval verwittigt hij de aanbestedende overheid per aangetekend schrijven. Planning der werken:
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 22
Teneinde de verkeershinder tot een minimum te beperken en de toegankelijkheid van de woningen handelshuizen binnen de zone der werken te verzekeren, is een zorgvuldige planning der werken noodzakelijk. De aannemer zal de gedetailleerde planning van de werken in 2 exemplaren indienen en dit ten laatste zeven kalenderdagen na de coördinatievergadering met de nutsmaatschappijen. Deze planning is afgestemd op de middelen die de aannemer zal inzetten en hij houdt rekening met de in het bestek gestelde uitvoeringstermijn, de gestelde deeltermijnen en met de bepalingen van het bestek. Deze planning geeft de uitvoeringsbijzonderheden van de werken van de aannemer mee, alsook de tussenkomst van andere aannemingen of organismen (o.m. levering, montage, controles,…). Na overleg met de leidend ambtenaar kunnen wijzigingen aan de planning aangebracht worden om rekening te houden met de uitvoeringsmodaliteiten. As-built plan: Na de uitvoering van de werken zal door de aannemer een as-builtplan worden opgemaakt GRB conform. Dit is een aannemingslast. Maandelijkse Certificatiestaat: Maandelijks maakt de aannemer een certificatiestaat op van de producten die in de loop van de voorgaande maand verwerkt werden en legt die, samen met de vorderingsstaat, ter goedkeuring voor aan de leidend ambtenaar conform typebestek 250 versie3.1 Veiligheidscoördinatie en veiligheidsvoorschriften De aannemer wordt erop gewezen dat het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van toepassing is. Gedurende de werken draagt de aannemer met zijn personeel ertoe bij dat de veiligheidsvoorschriften op alle werfactiviteiten worden nageleefd volgens : het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen; de Wet op het welzijn van 04-08-1996; de Codex over het welzijn op het werk; het ARAB (waarin het AREI is opgenomen) het veiligheids- en gezondheidsplan. a. Veiligheidscoördinatie-ontwerp Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een aannemingslast en de veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de eenheidsprijzen. Een veiligheids- en gezondheidsplan werd als bijlage in dit bestek toegevoegd. Dit veiligheids- en gezondheidsplan bevat de vereiste informatie voor een correcte offerte.
Lokalen ter beschikking gesteld van de aanbestedende overheid
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 23
De aannemer stelt een lokaal ter beschikking van de ambtenaren van de aanbestedende overheid Deze ter beschikkingstelling is een aannemingslast Gelijktijdig uit te voeren opdrachten De aannemer mag zich niet verzetten tegen de uitvoering op zijn bouwplaats, van andere aannemingen van welke aard ook, zelfs als deze aannemingen de zijne aanvullen en/of wanneer zij van dezelfde aard zijn. Hij moet, integendeel, de richtlijnen van de leidende ambtenaar opvolgen, om zodoende een volmaakte coördinatie van de werken te bekomen. Taalgebruik op de werf De ploegleider op de bouwplaats is vlot Nederlandstalig De plaatsing van werfinfoborden
Op de bouwplaats wordt op drie plaatsen, een werfinfobord van het onderstaand type geplaatst. De exacte inplanting zal bij de aanvang van de werken in samenspraak met het opdrachtgevend bestuur en de leidend ambtenaar bepaald worden. Het bord bestaat uit verschillende panelen. Als twee of meer woorden niet achter elkaar op het paneel passen, schrijft u ze onder elkaar zonder het lettertype te verkleinen. U verdubbelt dan de hoogte van het paneel. De bovenste twee panelen hebben de afmetingen 250 cm x 40 cm. Het derde paneelpaneel heeft de afmetingen 250 cm x 250 cm. Op het eerste paneel wordt het logo en de naam van de aanbestedende overheid vermeld Letterhoogte 210 mm / lettertype: Garamond Bold. Kleur paneel: wit retroreflecterende achtergrond type 1 folie. Logo met tekst: gecentreerd. Het tweede paneel beschrijft zeer kort de aard van het werk. Letterhoogte 110 mm / lettertype: Arial bold. Kleur paneel: wit – retroreflecterende achtergrond type 1 folie. Op het derde paneel vermeldt de info adressen zijnde: de ontwerper en zijn logo + tel. De opdrachtgever en zijn logo + tel. , samenwerkende partijen en hun logo + tel. en de aannemer en zijn logo + tel. Letterhoogte 110 mm / lettertype: Arial bold. Kleur paneel: wit – retroreflecterende achtergrond type 1 folie. Alle aangewende materialen zijn volgens het standaardbestek 250 voor de wegenbouw, versie 3.1, goedgekeurd op 17.07.2000 – hoofdstuk X – Signalisatie. De betreffende kosten met inbegrip van de onderhoudskosten zijn een algemene last van de aanneming waarvoor geen aparte post is voorzien. Deze aannemingslast dient inbegrepen te zijn in de totaalprijs van de aanneming.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
Tel 011 43 02 11
ons kenmerk W2015epa087-AVT
OPDRACHTGEVER
Fax 011 43 46 58
datum 2016-01-25
bladnummer 24
STAD BERINGEN Mijnschoolstraat 88 3580 Beringen
OMGEVINGSWERKEN KOLENPOORPARK, AANLEG FIETSPAD EN AANPASSING DIVERSE KRUISPUNTEN
INFO:
ONTWERPER
OPDRACHTGEVER
Vrijheersstraat 25 3890 Gingelom 011 28 32 82
Mijnschoolstraat 88 3580 Beringen 011 43 02 11
IN SAMENWERKING MET EN GESUBSIDIEERD DOOR:
Provincie Limburg Universiteitslaan 1 3500 Hasselt 011 23 71 11
Trichterheideweg 8 3500 Hasselt 078 35 30 20
AANNEMER: …………………………..
Artikel 82 - Keuringsmodaliteiten 1° Controles en proeven op de bouwplaats of op de plaats van de levering;
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 25
Alle kosten voor opslag en behandeling van de materialen en diverse benodigdheden die nodig zijn voor de controles en proeven vallen ten laste van de aannemer, die de aanwijzingen van de leidende ambtenaar inzake opstelling van de materialen en benodigdheden, alsmede van de bijkomende toestellen die nodig zijn voor de controles en proeven, moet in acht nemen. Artikel 82, §4 - Geweigerde producten Indien de aannemer niet-gekeurde producten gebruikt of producten welke niet beantwoorden aan de bepalingen van het bestek, heeft de leidende ambtenaar of zijn gemachtigde het recht de werken onmiddellijk stil te leggen totdat de geweigerde producten vervangen worden door andere die voldoen aan de bepalingen van het contract. Deze beslissing wordt medegedeeld aan de aannemer door middel van een proces-verbaal en een boete van 25 EUR wordt toegepast voor iedere kalenderdag dat de overtreding bestaat. Artikel 89 - Onderbreking van de werken De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor de aanneming te onderbreken om de goede coördinatie van de werken mogelijk te maken (plaatsing van nutsleidingen e.d. gedurende een periode van maximaal 1/3 van de uitvoeringstermijn. De aannemer heeft geen recht op enige schadeloosstelling of termijnverlenging uit dien hoofde. Ingeval de onderbreking deze termijn overschrijdt, heeft de aannemer eventueel slechts recht op termijnverlenging en/of vergoeding voor de duur van de onderbreking die deze termijn overschrijdt. Afbraakmateriaal Indien de opdracht slopingswerken omvat, worden de daarvan voortkomende materialen en voorwerpen eigendom van de aannemer. Behoudens andersluidende bepaling in het bestek, moet de aannemer de afbraakmaterialen, het puin en het afval regelmatig opruimen overeenkomstig de bevelen van de aanbestedende overheid. Artikel 83 - Dagboek van de werken Een dagboek van de werken is vereist. Het model "dagboek van de werken" uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is verplicht. Een stempel en bijhorend stempelkussen is vereist. Artikel 24 - Verzekeringen De aannemer sluit de verzekering die zijn aansprakelijkheid inzake arbeidsongevallen dekken, alsook zijn burgerlijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden bij uitvoering van de opdracht. Binnen een termijn van dertig dagen na het sluiten van de opdracht toont de opdrachtnemer aan dat hij deze verzekeringscontracten is aangegaan, aan de hand van een attest waaruit de door de opdracht vereiste omvang van de gewaarborgde aansprakelijkheid blijkt. Op elk ogenblik tijdens de uitvoering van de opdracht legt de aannemer dit attest over, binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het verzoek van de aanbestedende overheid.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 26
Artikelen 91 en 92 – oplevering en waarborg De waarborgtermijn is gesteld op 12 kalendermaanden volgend, op de datum van voorlopige oplevering. De termijn van oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. Onafgezien van de eventuele voorlopige ingebruikname door de opdrachtgever dient de aannemer voor de voorlopige oplevering van de werken: alle straatgoten en kantstroken te reinigen en te borstelen; alle straatkolken te reinigen; het overgroeiend gras of onkruid over de verharding te verwijderen en een algemene opkuis van het globale werk te verrichten. Deze werken zijn ten laste van de aannemer. Artikel 95 – Betalingen De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de schuldvordering en de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken. De aannemer maakt de gedagtekende, ondertekende schuldvorderingen en bijhorende vorderingstaat als volgt over: -aan de bouwheer, stad Beringen, vier exemplaren via aangetekend schrijven of digitaal via
[email protected] -aan Infrax één exemplaar van de schuldvordering en de vorderingsstaat, tevens digitaal
[email protected] En dit ten laatste op de laatste kalenderdag van iedere maand. De opdrachtgevende overheden betalen rechtstreeks aan de aannemer hun respectievelijke tussenkomst in de uitvoering der werken. Deel 1 B wordt volledig aan Infrax aangerekend. Voor werken in onroerende staat en daarmee gelijkgestelde handelingen zal de aannemer zijn factuur opmaken met verlegging van btw. Op de factuur wordt noch het btw-tarief noch het bedrag van de verschuldigde btw vermeld, maar komt volgende melding voor : “btw verlegd”. Bij elke factuur dient het btw-nummer van stad Beringen te worden vermeld : BE 0207465281. Na ontvangst van de door de leidend ambtenaar verbeterde en goedgekeurde betalingsaanvraag en vorderingsstaat maakt INFRAX voor haar aandeel een bestelbon met verzoek tot facturatie op, de facturatie dient te gebeuren aan Infrax, Trichterheide 8, 3500 Hasselt. De facturen, gericht aan INFRAX dienen volgende vermelding te dragen; “BTW te voldoen door medecontractant – KB nr. 1 art. 20 van 29/12/1992”. Indien één der partijen wijzigingen aanbrengt aan de ingediende vorderingsstaat, zal de aannemer de andere partijen onverwijld op de hoogte stellen en tevens voor indiening van de facturen, een aangepaste vorderingsstaat bezorgen aan alle partijen teneinde een correct PV van nazicht te kunnen opmaken. De betaling van de aan de aannemer verschuldigde sommen vindt plaats binnen de 30 kalenderdagen vanaf de datum van beëindiging van de hierboven vermelde verificatie, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgestelde factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 27
De betalingen in mindering gebeuren naargelang de uitvoering vordert. De door de aannemer in te dienen gedetailleerde staat van de werken zal minimaal opgesteld worden volgens de NBN B06-006. Valt de aanvangsdatum na de 15de dag van de maand, dan wordt de eerste schuldvordering opgemaakt op het einde van de volgende maand. Voor al de bijwerken zullen afzonderlijke schuldvorderingen en cumulatieve staten opgesteld worden voor de periode van uitvoering gelijklopend met de vorderingsstaten van de oorspronkelijke aanneming.Aan de aannemer wordt tevens gevraagd één exemplaar toe te sturen per mail aan de ontwerper. Deze verstuurt, na nazicht en eventuele verbetering, 1 exemplaar aan de aanbestedende overheid, samen met een proces-verbaal van nazicht. De aanbestedende overheid verstuurt vervolgens 1 exemplaar van voormelde schuldvordering met gedetailleerde staat, aangevuld met het proces verbaal van nazicht, aan de aannemer met het verzoek een factuur voor hetzelfde bedrag, binnen vijf kalenderdagen in te dienen bij en op naam van de aanbestedende overheid, en één exemplaar bij de ontwerper.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 28
DERDE DEEL TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN Hoofdstuk 2. ALGEMENE BEPALINGEN 7. Inbegrepen prestaties en leveringen De aannemer wordt geacht de aard van de bouwgronden te kennen en zijn prijzen op grond van de uitslag van zijn eigen berekeningen te hebben vastgesteld. De aannemer dient zich ter plaatse te vergewissen van de bestaande toestand vanhet werkgebied. Hij baseert zijn inschrijvingsprijzen op deze bevindingen. Hij kan geen bezwaren uiten noch schadevergoedingen eisen uit hoofde van afwijkingen t.o.v. de tekeningen of besteksbeschrijvingen. De aannemer is als enige verantwoordelijk voor zijn gereedschap en voor zijn materiaal dat geïnstalleerd of gestockeerd is. De aanbestedende overheid wijst alle verantwoordelijkheid af voor diefstal, brand of gelijk welke beschadiging, hoe belangrijk ook. De aannemer moet voor deze risico's de nodige verzekeringen afsluiten. Allerlei heffingen: Onder voorbehoud de BTW zijn om het even welke heffingen, waaraan de aanneming onderworpen is, ten laste van de aannemer en worden zij verondersteld begrepen te zijn in de eenheidsprijzen. De aannemer dient zich eveneens te schikken naar het KB van 06.12.1978 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 10.01.1977 betreffende het Voorschottenfonds voor het vergoeden van schade veroorzaakt door het winnen en pompen van grondwater (BS 16.12.1978). De te betalen bijdrage aan het Voorschottenfonds, zowel van de aanbestedende overheid als van de aannemer, vallen volledig voor rekening van de aannemer, en er wordt verondersteld dat deze kosten begrepen zijn in de eenheidsprijzen evenals: Het omzicht opbreken en het omzicht afbreken van alle bebakening noodzakelijk voor de uitvoering der werken inbegrepen het herbouwen en herplaatsen in oorspronkelijke staat. De plaatsing, verplaatsing, het aanbrengen, het omzichtig opbreken en het omzichtig afbreken van alle nodige bebakening voor de signalisatie van de bouwplaatsen alsmede voor de signalisatie van en langs wegomleggingen. Verplaatsen van leidingen: Ingeval bestaande ondergrondse of luchtleidingen en hun toebehoren de uitvoering van zijn werken hinderen, zal de aannemer met de aanbestedende overheid overleg plegen om de moeilijkheden te regelen. Hij zal zich steeds moeten onderwerpen aan de door de aanbestedende overheid getroffen maatregelen. De bestaande ondergrondse leidingen, welke naar het oordeel van de aanbestedende overheid, de uitvoering der werken belemmeren of in hun huidige ligging niet kunnen behouden blijven, moeten verplaatst worden. Dit geschiedt hetzij door de Openbare Diensten, of door de Vergunninghoudende Maatschappijen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 29
De kosten van deze verplaatsingen zijn niet ten laste van de aannemer, behoudens het geval dat het verplaatsen enkel nodig zou zijn om een door de aannemer gekozen uitvoeringsmethode mogelijk te maken. De aannemer staat evenwel in voor het goed behoud en de bewaring der leidingen en aanhorigheden gedurende de uitvoering der werken en voor het terugplaatsen of op gepaste hoogte brengen van de merktekens, kraankasten en dergelijke, welke ten behoeve van deze leidingen in de oppervlakte aangetroffen worden. Waar hij deze werken zelf niet kan of mag uitvoeren moet hij de verplaatsing door de betrokken eigenaars benaarstigen. Alle hindernissen, zichtbare of onzichtbare, bovengrondse en ondergrondse al dan niet aangeduid op de plannen, die de volmaakte uitvoering van de werken in de weg staan, moet door de aannemer worden uitgeroeid, afgebroken, weggenomen of verplaatst tot genoegen van de aanbestedende overheid en waar nodig geoordeeld door deze laatste hersteld in goede staat. Deze bepaling is van kracht wat ook de aard en belangrijkheid der hindernissen is. Zij slaat niet alleen op hetgeen dient gedaan om de goede uitvoering der werken mogelijk te maken, maar ook op al wat gewenst is voor het duurzaam behoud der werken. 7.1 Materialen beschikbaar gesteld door de aanbestedende overheid Voor de uitvoering van de werken worden volgende materialen door het bestuur ter beschikking van de aannemer gesteld: De spoorwegstaven, de houten treinbiels, de verbindingen in ijzer tussen beiden en de wisselbedieningselementen worden eigendom van de aannemer. 7.2 Materialen waarvan de aanbestedende overheid eigenaar blijft Af- en uitgegraven bodem “moet” door de aannemer binnen de uitgestrektheid van de bouwplaats gebruikt worden voor zover ze voldoen aan de voorschriften voor het werk waarin ze verwerkt worden. *Alle uitgegraven bodem die niet gebruikt kan worden in deze aanneming als bodem of als bouwstof wordt eigendom van de aannemer. * Voor de delen 3 tot en met 6 dient de aannemer de werken zodanig uit te voeren dat het grondverzet binnen de aanneming in evenwicht blijft. Bij het gebruik van uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone moet de aannemer de werken uitvoeren volgens de code van de goede praktijk opgelegd door OVAM. 8. Categorieën van wegen en bouwklassen 8.3. Bouwklassen De bouwklasse die van toepassing is op deze werken komt overeen met B5 van secundaire wegenwegen en/of B7 van lokale wegen. De fietspaden worden beoordeeld zoals “lokale wegen “. 9. Indeling in vakken en deelvakken De indeling van de vakken en de deelvakken zijn zoals de delen 1 tot en met 6 van deze aanneming.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 30
12. Documenten opgemaakt door de aannemer 12.2 Detail- en werktekeningen De aannemer levert van alle tekeningen 3 exemplaren. De door de aannemer ingediende tekeningen zijn voorzien van een titelblad volgens model door de aanbestedende overheid aan de aannemer te overhandigen. Deze tekeningen hebben volgende afmetingen: - breedte: 297, 420, 594,841 of 1188 mm (max.); Hoofdstuk 2 - Algemene bepalingen 2-58 Standaardbestek 250 versie 3.1 - lengte: 3000 mm (max.). Al de tekeningen worden op duidelijke schaal opgemaakt en voorzien van de nodige en juiste maatcijfers en worden door de aannemer aan de aanbestedende overheid ter goedkeuring voorgelegd, tenminste 30 kalenderdagen vóór de aanvang der werken. Na goedkeuring door de aanbestedende overheid worden de definitieve tekeningen en documenten in minstens 3 exemplaren ingediend. Zij moeten door de aannemer gedateerd en ondertekend zijn op de daartoe bestemde plaats. Alle plannen worden tevens digitaal overgemaakt onder de vorm van PDF en DWG. De eventueel aangebrachte wijzigingen van de reeds goedgekeurde oorspronkelijke plannen of de aanvullingen worden op een ondubbelzinnige en klare wijze aangeduid en in een tabel op het plan vermeld. Alle plannen met wijzigingen worden ter goedkeuring overgemaakt aan de aanbestedende overheid. De goedkeuring door de aanbestedende overheid van de uitvoeringsplannen en alle andere documenten voorgelegd door de aannemer, om het even of deze betrekking hebben op de kunstwerken of de wegeniswerken, de uitvoeringsmiddelen of de wijze van uitvoering van alle andere werken op operaties, ontlast de aannemer geenszins van zijn verantwoordelijkheid, die volledig blijft, zowel inzake de degelijkheid van de werken als de goede gang van de werkzaamheden. De opmaak evenals de reproductie van deze documenten is een aannemingslast. 12.2.2 Grondverzetplan Het grondverzetplan wordt opgesteld in overleg met de aanbestedende overheid, overeenkomstig de technische bepalingen 4-2.1.2. De opmaak evenals de reproductie van deze documenten is een aannemingslast. 12.3 As-builtdossier Na uitvoering van de werken wordt een as-builtdossier opgemaakt. Voor de opmaak van het as-builtdossier wordt een post voorzien. Het as-builtdossier wordt binnen de 30 kalenderdagen na de voltooiingsdatum der werken overgemaakt aan de aanbestedende overheid. De levering zal gebeuren in DXF of DWG-formaat. De opmeting gebeurt in Lambert72 coördinaten; de lokale GPS-punten van de stad Beringen zullen als referentie dienen. De gerealiseerde toestand van de infrastructuur en het terrein binnen de opdrachtzone wordt topografisch opgemeten (XY-coördinaten in Lambert 72-coördinaten, Z-coördinaat op TAW-niveau) volgens de specificaties van de opdrachtdocumenten. De opmetingen dienen te gebeuren door een landmeter-expert, die over ervaring en referenties beschikt voor de uitvoering van terrestrische karteringen. Zijn naam en referenties zullen aan het Bestuur ter goedkeuring worden voorgelegd Het plan mag eventueel voorzien worden van een fotoreportage van de werkzaamheden. Het as-builtdossier bevat minimaal de volgende plannen: grondplan wegenis; grondplan riolering;
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 31
type dwarsprofielen; Aqua-datafiches; een volledig GRB-opmeting volgens het skeletbestek van AGIV. Elk plan is voorzien van een titelblad en een liggingsplan op een schaal 1/10000. 14. Bescherming, instandhouding en integriteit van de bestaande constructies en werken. Van zodra hij het bericht heeft ontvangen dat het werk hem toegewezen is, vraagt de aannemer, vooraleer het werk aan te vangen, aan de concessiehoudende diensten die onderof bovengrondse leidingen, kabels en andere installaties bezitten binnen het werkgebied, de meest recente plannen van hun installaties aan. De aannemer wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat hij schriftelijk de concessiehoudende diensten, waarvan hierboven sprake, tijdig moet verwittigen nopens de aanvang en het verloop van zijn uitvoering. Teneinde tijdig de nodige regelingen te kunnen treffen met de concessiehoudende diensten zal de aannemer vooraf op alle nodige plaatsen overgaan tot het uitvoeren van sonderingen om de eventueel hinderende ondergrondse installaties op te zoeken. Deze werken zijn voor rekening van de aannemer. Hij zal met de exploitanten de nodige maatregelen treffen om de aanwezige installaties in goede staat te houden tijdens de uitvoering van de werken. Hij zal zo spoedig mogelijk per aangetekend schrijven de aanbestedende overheid op de hoogte brengen van alle te verplaatsen nutsinstallaties, waarvan de verplaatsing contractueel niet voor zijn rekening valt teneinde de aanbestedende overheid in de mogelijkheid te stellen de nodige verplaatsingen te bevelen. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat geen enkele ondergrondse leiding of kabel, enz. in de kunstwerken der aanneming mag ingewerkt worden zonder uitdrukkelijke toelating van de aanbestedende overheid. De uitvoeringsmoeilijkheden veroorzaakt door de aanwezige kabels, leidingen, enz. kunnen in geen geval door de aannemer aangevoerd worden om prijsherziening of termijnverlenging te bedingen, ook niet indien de door de aannemer geplande uitvoeringsmethode daardoor onmogelijk wordt. De aannemer wordt verondersteld zich hierover volledig te hebben ingelicht vóór de aanbesteding.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 32
TECHNISCHE BEPALINGEN Hoofdstuk 3. MATERIALEN 0. Lijst van materialen waarvan het voorafgaandelijk technisch nazicht moet gebeuren door een erkende onafhankelijke instantie vooraleer de materialen op de bouwplaats aangevoerd worden Milieuhygiënische kwaliteit: Alle aangevoerde materialen zoals beschreven onder HST 3.1 t.e.m. HST 3.6 ( Tb 250 v 3.1 ) dienen, indien van toepassing, van een milieuhygiënische kwaliteit te zijn zoals weergegeven door volgende codes: 210 of 110. Deze milieuhygiënische kwaliteit dient aangetoond te worden d.m.v. de vrachtdocumenten van een erkende bodembeheerorganisatie (genummerde grondtransportverklaring en vrachtbonnen) en het driedelig nummer betreffende de milieuhygiënische kwaliteit. 4. AFDEKKINGSMATERIALEN VOOR BERMEN EN TALUDS 4.1. Teelaarde, ter beschikking gesteld door de aanbestedende overheid De teelaarde afkomstig van het afgraven van teelaarde op bermen van de bouwplaats of afkomstig van het uitgraven plantputten of bouwputten is geschikt indien afkomstig van onvergraven bodem. De teelaarde mag geen stenen groter dan 1cm bevatten. Indien nodig dient de aannemer als een last van de aanneming de gronden te zeven. 4.2. Teelaarde te leveren door de aannemer De teelaarde heeft de volgende bodemtextuur: lemig zand tot licht zandleem. De teelaarde is volkomen vrij van eender welke verontreiniging. De nieuwe te leveren teelaarde mag geen stenen groter dan 1cm bevatten. Indien nodig dient de aannemer als een last van de aanneming de geleverde gronden te zeven. 5. OPHOGINGS- EN AANVULLINGSMATERIAAL 5.1.2. GRONDSOORTEN De grondsoorten 3.2.1.12. tot en met 3.2.1.17. mogen niet worden aangewend als ophogingsen/of aanvullingsmateriaal. 5.1.5. GRONDSOORTEN GEMENGD MET CEMENT OF KALK De grondsoorten 3.2.1.1. / 3.2.1.2. / 3.2.1.3. / 3.2.1.4. / 3.2.1.5. / 3.2.1.6. / 3.2.1.13. en 3.2.1.14. mogen niet worden aangewend als ophogings- en/of aanvullingsmateriaal. 5.1.6. HOMOGENE MENGSELS VAN GRONDSOORTEN De grondsoorten 3.2.1.1. / 3.2.1.2. / 3.2.1.3. / 3.2.1.4. / 3.2.1.5. / 3.2.1.6. / 3.2.1.13. en 3.2.1.14. mogen niet worden aangewend als ophogings- en/of aanvullingsmateriaal. 7. STEENSLAG, ROLGRIND, RUWE STEEN EN BROKKEN PUIN Elke levering van steenslag, rolgrind, ruwe steen en brokken puin op de werf dient afkomstig te zijn van een BENOR-gecertificeerde winplaats ( nieuwe materialen ) ofwel van een COPROgesertificeerde breekwerf ( puingranulaten en herbruikgranulaten ). Op de leveringsbons dient uitdrukkelijk het BENOR-keurmerk ofwel het COPRO-keurmerk als vermelding voor te komen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 33
23. BESTRATINGSELEMENTEN 23.2 Betonstraatstenen 23.2.1 Kleurvaste betonstraatstenen De opdrachtdocumenten specifiëren het type, het formaat, de vorm, de textuur en de kleur van de stenen. De stenen moeten kleurvast zijn. Een staal van deze stenen zal voor de aanvang van de werken ter goedkeuring voorgelegd worden aan het bestuur. 23.2.2 Waterdoorlatende betonstraatstenen Waterdoorlatende betonstraatstenen van poreus beton zijn overeenkomstig PTV 122. De opdrachtdocumenten specifiëren het type, het formaat, de vorm, de textuur en de kleur van de stenen. De stenen moeten kleurvast zijn. Een staal van deze stenen zal voor de aanvang van de werken ter goedkeuring voorgelegd worden aan het bestuur. 32. GEPREFABRICEERDE LIJNVORMIGE ELEMENTEN VAN BETON VOOR WEGENBOUW 32.6 Andere geprefabriceerde betonboordstenen Andere betonboordstenen zijn overeenkomstig het hoofdtype V volgens de norm NBN B 21-411. BIGGENRUGGEN De geprefabriceerde biggenruggen zijn vervaardigd uit beton. Zij hebben een bolronde bovenzijde,( met twee afgeronde koppen ), zijn lichtgrijs van kleur (gelijkaardig aan de kleur van de betonstraatstenen). Afmetingen De biggenruggen hebben de volgende minimale afmetingen : hoogte : 40 cm breedte : 20 cm lengte : 100 cm 59. TROTTOIRPAALTJES Type kringloop materiaal met diamantkop.
De wegneembare trottoirpaal is achthoekig met vierkante voet en rondekop (145 x 145) De kleur van de trottoirpalen is (antraciet) zwart De verschillende plastic-soorten voor de samenstelling van de palen zijn gekend en opgegeven door de leverancier Het slot bestaat uit een roestvaste stalen zeskant kop M 10 De vaste trottoirpaal is vierkant 145 x 145 en heeft een diamantkop De reflectorplaat is 350 x 120 x 2 : wit-rood-wit voor de wegneembare en geel voor de vaste trottoirpalen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 34
60. FYTOFARMACEUTISCHE PRODUCTEN Het gebruik van fytofarmaceutische producten in VERBODEN. 61. MESTSTOFFEN A
B
Basisbemesting De te leveren en te verwerken samengestelde anorganische bemesting NPK 15/9/15 bevat 15% stikstof waarvan 4% nitrische, 5%ammoniakale en 6% stikstof onder de vorm van synthetische organische traagwerkende stikstof, 9% fosforen en 15% kalium. De samengestelde meststof bevat tevens 2% magnesiumoxide en alle nodige sporenelementen. De meststoffen die geleverd worden voldoen aan de wettelijke bepalingen betreffende de handel in meststoffen bodem verterende middelen onderhoudsbemesting De te verwerken meststof is van het type NPK 15/9/15 + 3MgO
De meststoffen worden geleverd in de originele verpakking van maximum 50 kg in overeenstemming met de desbetreffende wets- en reglementbepalingen. 62. BODEMVERBETERINGSMIDDELEN De verbeterde teelaarde wordt verder aangereikt met molmmest. Deze organische meststof is als volgt samengesteld; 1/3 tuinturf 1/3 belegen champignonmest 1/3 GFT- compost De teelaarde die verbeterd werd met molmmest wordt in gemengde vorm geleverd. 63. ZADEN Het grasmengsel voor de grasvlakken en bermen heeft volgende samenstelling: 20% Roodzwenkgras ( gewoon ) – Festuca rubra commutata 10% Roodzwenkgras ( fijne uitlopers )- Festuca rubra trichophylla 20% Roodzwenkgras ( forse uitlopers ) – Festuca rubra rubra 20% Veldbeemdgras – Poa pratensis 30% Engels raaigras – Lolium perenne
65. MATERIALEN VOOR BOOMSTEUNEN 65.2 Kastanjehouten boompalen De rondhouten palen zijn recht met een diameter van 0,08 m over de ganse lengte en een hoogte van 2,5 m. Ze zijn bovenaan gekruind en onderaan gepunt. 65.3 Rubberen boombanden De boombanden worden aan de boompalen bevestigd met roestvaste nagels met een brede platte kop.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 35
66. HOUTACHTIGE GEWASSEN De leidende ambtenaar wordt minstens 5 werkdagen op voorhand verwittigd. Al de planten welke bij levering door de leiding der werken worden afgekeurd dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden. 66.2 Heesters Bladverliezende heesters worden met naakt wortelgestel geleverd, tenzij anders gespecificeerd in de samenvattende meetstaat en zijn minstens 1 maal verplant. De wortels zijn minstens 10 cm lang. Bladhoudende heesters worden met (draad)kluit of in container geleverd, tenzij anders gespecificeerd in de samenvattende meetstaat. Bij levering met naakt wortelgestel zijn ze minstens 1 maal verplant en zijn de wortels minstens 10 cm lang. De soort en eventueel de variëteit (var) of cultuurvariëteit (cv) , de hoogte en eventueel de diameter van de heester worden gespecificeerd in de samenvattende meetstaat. De heesters dienen autochtoon plantmateriaal te zijn. 66.3 HOOGSTAMBOMEN Al de te leveren en te planten hoogstambomen blijven ongesnoeid tot na de keuring. Kwaliteitsaspecten bij het keuren van het plantgoed:
de bomen hebben een rechte stam met één doorgaande hoofdtak, geen dubbele kop of ingesnoeide topscheut; de kroonopbouw moet gelijkmatig zijn met een stevige hoofdtak, en minder zware zijtakken die verspreid staan over ongeveer de helft van de stamlengte; bij levering mogen de bomen geen verse snoeiwonden hebben; ter hoogte van de entplaats mogen er geen noemenswaardige verdikkingen zijn; het wortelgestel moet een evenwichtige opbouw hebben; er mogen geen draai- of wurgwortels voorkomen en de wortels moeten vrij zijn van aantastingen; de kluit moet vast aan de boom zitten, goed doorwortelt zijn en verhoudingsgewijs de omvang van de stamomtrek zijn, voor bomen met een omtrek 18/20 is dit een kluitdiameter van ± 70 cm; de draadkorf mag niet uit verzinkt materiaal bestaan; het wortelgestel moet voldoende fijn vertakt zijn; de eerste keuring van de bomen gebeurd op de kwekerij zelf waar de uitvoerende aannemer de bomen koopt en dit in het bijzijn van de leidende ambtenaar van het project en in aanwezigheid van een afgevaardigde van de stad. de gekeurde bomen worden voorzien van een label dat bij de levering van de bomen aanwezig is per boom; de tweede keuring van de bomen heeft plaats bij levering op project en dit vooraleer de bomen geplant worden; na goedkeuring van de bomen blijft de aannemer aansprakelijk voor de inwendige kwaliteit en dit tijdens de waarborgperiode; de aannemer dient de juiste soort te leveren, indien na definitieve oplevering binnen de 10 jaar blijkt dat de boom afwijkt van de gestelde eisen, dient de aannemer de verkeerde bomen te vervangen door de juiste soort; alle bomen die ter vervanging van afgekeurd plantgoed dienen, moeten opnieuw gekeurd worden bij levering.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 36
66.6 HAGEN Haagplanten moeten voldoen aan de eisen van heesters volgens 66.2. 67 KRUIDACHTIGE VEGETATIES De soort en eventueel de variëteit (var) of cultuurvariëteit (cv) worden gespecificeerd in de samenvattende meetstaat. 67.1 Levering Alle onderscheiden kruidachtige vegetaties zijn voorzien van een duurzaam en leesbaar etiket, waarop de specificaties zijn aangegeven die in de opdrachtdocumenten vermeld zijn. Op aanvraag van de aanbestedende overheid deelt de aannemer de herkomst van de geleverde planten mee. 68 WATER- EN OEVERPLANTEN 68.2 Riet – Phragmites australis De herkomst van het materiaal is inheems. Het is daarenboven gebiedseigen. Het geleverde materiaal vertoont niet de minste verschijnselen van uitdroging, broei of bevriezing. Beschadigingen en kneuzingen aan het geleverde materiaal zijn met de meeste omzichtigheid voorkomen. Het geleverde materiaal wordt onderworpen aan een visuele keuring gebaseerd op de bepalingen van 68.2.1 t.e.m. 68.2.6 en het aangeleverde herkomst- en conformiteitscertificaat. Riet (Phragmites australis) wordt geleverd als: 68.2.3 Containerplant Containerplanten zijn wortelstokken die gedurende enkele maanden verder in een biologisch afbreekbare container zijn opgekweekt Bij de biologisch afbreekbare containers is het substraat in de container volledig doorworteld en moeten de eerste wortels door de containerwand verschijnen. De leeftijd van de plant is steeds van groot belang en moet minstens 8-10 weken bedragen. Containermaat is P7 85 Cor-Ten staal Het te gebruiken Cor-Ten staal is van het type: Cor-Ten A 5 mm dik Volgens de normering NEN-EN 10025-5 komt Cor-Ten A (type WP) overeen met constructiestaal S355J0 en S355J2 (J0 = kerfslagwaarde van min. 27 J bij 0°C; J2 = kerfslagwaarde van min. 27 J bij -20°C).
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 37
HOOFDSTUK IV - VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN - Het verwijderen van de afgestorven beplanting is een aannemingslast alsook de afvoer van de plantenresten. 1. VOORBEREIDENDE WERKEN Voor het uitzetten van het tracé van de werken ( x,y,z ), gaat de aannemer uit van ten minste twee referentiepeilen. Het uitzetten van het tracé van de werken en de referentiepeilen is een last van de aanneming. 1.1 Beschrijving 1.1.1 Verwijderen van houtachtige gewassen 1.1.1.1 Algemeen De specifieke maatregelen ter bestrijding van iepeziekte (olmen), sparreschorskever, populierkanker, bacterievuur en andere schadelijke organismen vermeld in het KB van 19.11.1987 (B.S. van 08.01.1988) en de latere wijzigingen en aanvullingen moeten geëerbiedigd worden. De aannemer schikt zich naar de richtlijnen van de bevoegde diensten. De kosten hiervoor zijn ten laste van de aannemer. In het rooien van alle beplantingen is steeds begrepen: het afvoeren van het hout en afval buiten het openbaar domein, het in de ontstane putten spreiden en verdichten – in de mate dat het nodig is voor de uitvoering van de opdracht – van aanvullingsmateriaal volgens 3-5, evenals de levering van het aanvullingsmateriaal indien het niet beschikbaar is op de bouwplaats. De putten die ontstaan door het rooien van bomen, andere houtachtige gewassen, stronken, … mogen enkel aangevuld en verdicht met zand 3-6.2.2. indien deze onder bestaande of nieuw aan te leggen verhardingen vallen. Het leveren van het zand dient inbegrepen te zijn in de post van het rooien. In alle andere gevallen dient de aanvulling te gebeuren met teelaarde. In alle gevallen zal de aannemer zorgen voor een voldoende draagkracht. Tenzij anders vermeld worden alle gevelde bomen eigendom van de aannemer. Het rooien van alle aanwezige beplanting, behoudens de op de plannen en/of ter plaatse aangeduide te behouden beplanting is een aannemingslast. 1.1.1.2.B Rooien van struiken Het rooien van struiken omvat het verwijderen van de planten met het volledig wortelgestel. Het rooien van struikgewas omvat eveneens: het rooien van alle stronken met een omtrek tot 50 cm, wortels, kreupelhout, struikgewas, struiken en heesters, alsook van alle bomen waarvan de stamomtrek op 1,30 m boven het maaiveld tot 50 cm bedraagt. 1.1.1.2.C Vellen van bomen Het vellen van bomen bestaat uit het vakkundig afhakken of afzagen van het bovengrondse deel van bomen met een stamomtrek van meer dan 50 cm, gemeten op 1,30 m boven het maaiveld. Het vellen gebeurt zo dicht mogelijk tegen het maaiveld (maximaal 5 cm boven het maaiveld Om veiligheidsredenen mogen geen uitstekende splinters blijven staan op het zaagvlak. Alle delen van de gevelde bomen worden onmiddellijk verwijderd van de verhardingen en uit alle waterafvoersystemen. Binnen de 3 kalenderdagen worden alle delen van de gevelde bomen weggebracht buiten het openbaar domein.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 38
De aannemer treft de nodige maatregelen om te vermijden dat tijdens het afzagen schade veroorzaakt wordt aan onder meer nevenstaande bomen, beplantingen, verhardingen, gebouwen en leidingen. Het vellen moet zo gebeuren dat er geen gevaar voor het verkeer ontstaat en alle werkzaamheden moeten behoorlijk gesignaleerd worden in overleg met de leidende ambtenaar en de politie. Beperkingen en/of onderbrekingen van het verkeer moeten tot een strikt minimum beperkt blijven, zowel in ruimte als in tijd, en de goedkeuring van de aanbestedende overheid krijgen. De aannemer houdt rekening met alle wettelijke bepalingen inzake het vrijwaren van nutsleidingen, telecommunicatie-inrichtingen en elektrische energielijnen. Alle gevelde bomen worden eigendom van de aannemer. 1.1.1.2.E Volledig ontstronken van bomen Het volledig ontstronken van bomen omvat: Het uitfrezen van de stronken is toegelaten rekeninghoudende met de mogelijke aanwezigheid van nutsleidingen. Binnen de 5 kalenderdagen worden alle delen van de stronken weggebracht buiten het openbaar domein; - het doorhakken van de wortels; - het aanvullen van de ontstane kuilen met teelaarde (inclusief leveren indien geen of onvoldoende teelaarde op het openbaar domein aanwezig is). Alle ontstane kuilen moeten de dag van het ontstronken zelf gevuld worden met teelaarde. In afwachting van het vullen worden ze behoorlijk afgeschermd en gesignaleerd. De putten die ontstaan door het ontstronken van bomen, mogen enkel aangevuld en verdicht met zand 3-6.2.2. indien deze onder bestaande of nieuw aan te leggen verhardingen vallen. Het leveren van het zand dient inbegrepen te zijn in de post van het rooien. In alle andere gevallen dient de aanvulling te gebeuren met teelaarde. In alle gevallen zal de aannemer zorgen voor een voldoende draagkracht. Tenzij anders vermeld worden alle gevelde bomen eigendom van de aannemer. Het vullen van de stronkputten met freesafval is niet toegestaan. - het behoorlijk verdichten en profileren van de aangevulde teelaarde, zodat helling en hoogte aansluiten bij het aanpalende maaiveld. De verdichting wordt mechanisch uitgevoerd in lagen van maximaal 20 cm dikte. Indien zich verzakkingen voordoen moeten deze aangevuld en opnieuw aangedamd worden. 1.1.2. Op- en afbraakwerken, al of niet voor herbruik Vooraleer het asfaltpuin de werf verlaat wordt door de aannemer steeds een voorafgaandelijk onderzoek gedaan op het teergehalte. Indien er een vermoeden bestaat van teer in het asfaltpuin wordt onmiddellijk de leidende ambtenaar verwittigd. In afwachting van een definitieve beslissing mag het materiaal de werf niet verlaten en wordt het materiaal tijdelijk gestapeld in twee hoeveelheden, nl. verdachte en niet-verdachte materialen, volgens de eigen bevindingen van de aannemer. Het achteraf afvoeren van deze materialen naar een definitieve plaats is een aannemingslast. Na het uitvoeren van de nodige tegensprekelijke proeven en het bekomen van objectieve verslagen wordt een definitieve beslissing door de aanbestedende overheid genomen over het materiaal zoals : het gedeeltelijke affrezen, het selectief affrezen, de eventuele verwerking in de fundering, enz… Indien het asfaltpuin wordt afgevoerd zonder toestemming of vooraleer er een definitief verslag bekend is, wordt de aannemer eigenaar van deze materialen en dient hij deze op zijn kosten en op reglementaire wijze te verwerken. Steenslag- en grindfunderingen, afkomstig van opbraak, blijven eigendom van de aanbestedende overheid, maar mogen door de aannemer gebruikt worden voor werfwegen of plaatselijke grondverbetering binnen de bouwplaats.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 39
Niet teerhoudend gebroken asfaltpuin afkomstig van de opbraak of het affrezen, wordt eigendom van de aannemer. Teerhoudend asfaltpuin dient afgevoerd naar een erkende stortplaats klasse I of bij een door OVAM erkend verwerkingsbedrijf voor dit soort afval. Het vervoer op de werf en naar de stortplaats of verwerkingsbedrijf, de stortkosten met alle milieuheffingen inbegrepen is ten laste van de aannemer. In de op- en afbraak, behalve deze voor verhardingen is steeds begrepen: het in de ontstane putten spreiden en verdichten – in die mate dat het nodig is voor de uitvoering van de opdracht – van aanvullingsmateriaal volgens 3-5, evenals de levering van het aanvullingsmateriaal indien het niet beschikbaar is op de bouwplaats. De op- of afbraakmaterialen worden eigendom van de aannemer. Op- en afbraakmaterialen die niet dienen opgeslagen op de opslagplaatsen van de aanbestedende overheid of niet dienen gebruikt in de aanneming, worden na op- of afbraak geladen en buiten de grenzen van de aanneming en van het openbaar domein gebracht. Ze worden in principe naar de opslagplaats van de aannemer of naar een herbruikcentrale gebracht. Slechts indien dit niet mogelijk is, worden de op- en afbraakmaterialen naar een erkende stortplaats gevoerd. 1.1.2.1. Insnijden, verbrokkelen en afschaven van verhardingen De cementbetonverharding wordt ingesneden op volle dikte. 1.1.2.2 Opbreken van verharding. Het opbreken van verhardingen ter plaatsen van de nieuw aan te leggen verhardingen en/of aanleg groenzone, omvat eveneens het opbreken van de eventuele funderingen en onderfunderingen. De verhardingsmaterialen eveneens als de eventuele funderingen en onderfunderingen worden eigendom van de aannemer. 1.1.2.3. Opbreken van lijnvormige elementen Het opbreken van lijnvormige elementen ter plaatsen van de nieuw aan te leggen verhardingen omvat eveneens het opbreken van de eventuele funderingen en onderfunderingen. De lijnvormige elementen eveneens als de eventuele funderingen en onderfunderingen worden eigendom van de aannemer. De lijnvormige elementen worden op volle dikte ingesneden. 1.1.2.4. Opbreken of opvullen van buizen en kokers De desbetreffende posten hebben betrekking op: - de buizen gelegen buiten de rioolsleuf, inclusief de inspectieputten en de kleine kunstwerken verbonden met deze buizen. - de buizen gelegen binnen de rioolsleuf met een binnendiameter groter dan of gelijk aan 0,30 m, inclusief de inspectieputten en de kleine kunstwerken verbonden met deze buizen. MEETMETHODE VOOR HOEVEELHEDEN Er zijn geen aparte posten voorzien voor deze werken maar ze zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de verhardingsposten en grondwerken.
1.1.2.5 Opbreken van plaatselijke elementen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 40
De inspectieputten zullen in hoogte dienen aangepast te worden aan het nieuwe maaiveld. De afdekkinginrichtingen van de putten dienen daarom omzichtig te worden afgebroken; eventueel zullen de inspectieputten gedeeltelijk moeten afgebroken worden ( peilverlaging ) of gedeeltelijk verhoogd ( peilverhoging ) worden. De afdichtinginrichtingen dienen alleszins hergebruikt te worden. De prijs omvat zowel het opbreken als het op hoogte brengen. Het omzichtig opbreken van niet verlichte bebakening evenals het terugplaatsen op aanduiding van het opdrachtgevende bestuur is een aannemingslast. Ook het aanpassen aan de nieuwe hoogte van het maaiveld van alle aanwezige merktekens van openbare nutsleidingen is een aannemingslast. Het opbreken en afbreken voor herbruik van niet-inwendig verlichte signalisatie is een aannemingslast, evenals het terugplaatsen op aanduiding van het bestuur. De bepalingen van hoofdstuk VII art. 3.6. zijn eveneens van toepassing. Zie ook de bepalingen van Hoofdstuk II-3. MEETMETHODE VOOR HOEVEELHEDEN Er zijn geen aparte posten voorzien voor deze werken maar ze zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de verhardingsposten en grondwerken. 1.1.2.7 Op- en afbreken van massieven, constructies, kleine kunstwerken en afsluitingen Deze op- en afbraak omvat ook al het hiervoor vereiste grondwerk. De op te breken massieven van metselwerk en ongewapend of gewapend beton kunnen onder- of bovengronds zijn. Het opbreken van inspectieputten omvat ook het opbreken van hun bovenbouw bestaande uit afdekking, putranddeksel en putrandraam. Het op- en afbreken van constructies omvat ook: het opbreken van kleine kunstwerken met inbegrip van leuningen en hardsteen; het opbreken van waterdoorlaten, duikers en leidingen van baksteenmetselwerk of ter plaatse gestort beton en van de eventuele fundering; het selectief verwijderen van asbesthoudende materialen volgens de asbestinventaris Alle kosten te wijten aan het lager rendement of stilstand; Alle gebeurlijke kosten voor extra prestaties zoals zagen, branden, pikeren e.d.; De kosten voor het afvoeren van alle puin; De kosten voor bijkomende grondwerken, beschoeiing, bestempeling en grondwaterverlaging; De kosten voor aanvulling van de ontstane overdiepte en/of overbreedte. 1.1.2.11 Op- en afbreken spoorstaven incl treinbiels Deze op- en afbraak omvat ook al het hiervoor vereiste grondwerk evenals ook de opbraak van de houten dwarsliggers, de metalen bevestigingsmaterialen en het afvoeren en stortkosten/heffingen allerhande van de niet herbruikbare of te recycleren materialen. De spoorstaven, houten dwarsliggers en de metalen bevestigingsmaterialen worden eigendom van de aannemer.
1.1.4 Werken voor groenaanleg
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 41
1.1.4.2 Zuiveringswerken 4.1.1.4.2.A ALGEMEEN Alle hieronder vermelde werken zijn volledig ten laste van de aannemer en zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de posten grondbewerkingen. 4.1.1.4.2.B BESCHRIJVING Vooraleer tot de aanlegwerken over te gaan zuivert en maakt de aannemer alle oppervlakten binnen de afgepaalde percelen en plantvakken werkklaar. Hierbij worden binnen de plant- en zaaipercelen alle waterafvoerelementen mechanisch vrijgemaakt en wordt alle zwerfvuil verzameld en afgevoerd buiten de werf. Voor en gedurende de aanlegwerken bij grondbewerkingen worden de grove plantenresten, stenen met afmeting van meer dan 50 mm verzameld en afgevoerd buiten de werf. 4.1.1.4.2.C MEETMETHODE VOOR HOEVEELHEDEN Het opbreken en afbreken voor hergebruik van niet-inwendig verlichte signalisatie is een aannemingslast, evenals het terugplaatsen op aanduiding van het bestuur. Het aanpassen aan de nieuwe hoogte van weg of zijberm van alle aanwezige merktekens van openbare nutsleidingen is een aannemingslast. Het opbreken van buizen gelegen binnen de rioolsleuf met een binnendiameter kleiner dan 0,30 m is inbegrepen in de post van de nieuwe leidingen. Er zijn geen aparte posten voorzien voor deze werken maar ze zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de posten grondwerken. 2. DROOG GRONDVERZET Grondverzet volgens de aanbestedingsplannen en rekening houdend met volgende gegevens: Alle gronden die dienen afgegraven of uitgegraven met verwijdering voor gebruik buiten de werf, worden als overtollig gronden beschouwd en worden dus eigendom van de aannemer. Hij dient hiermee rekening te houden bij zijn prijsberekening. Indien in de meetstaat berekende hoeveelheden worden weergegeven dienen deze gelezen als indicatieve waarden. De aannemer dient zelf de nodige berekeningen te doen bij bepaling van het grondverzet, en dient zijn prijs te baseren op eigen meetresultaten. De aannemer kan geen aanspraak maken op enigerlei vergoeding indien de uiteindelijke omvang grondverzet minder of meer bedraagt als indicatief weergegeven. Het milieuhygiënisch bodemonderzoek, conform verklaard technisch verslag, maakt deel uit van de aanbestedingsbundel. 2.1 Beschrijving 2.1.2 Uitvoering Tijdens transport op openbare wegen moet de aannemer de gemorste grond dagelijks opruimen. Indien gemorste grond gevaar kan opleveren voor het verkeer moet dit direct worden opgeruimd. Waar bomen dienen geplant te worden, wordt de grond uit de toekomstige plantput verwijderd: Plantgaten maat 1m x 1m x 1m. Eventuele ophogingen dienen te gebeuren met ophogingmateriaal of met grond die als ophogingmateriaal wordt geschikt gemaakt.
2.1.2.3. ophoging
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 42
Op de wegbermen, steunbermen en taluds dienen alle stenen met een afmeting groter dan 50 mm, alle afval, alle grove plantresten en alle ongewenste materialen weggenomen en verwijderd buiten het openbaar domein.
2.1.2.9. Verwijderen van vervuilde bodem (Hoofdstuk XIII van Vlarebo-quater) De overtollige uitgegraven bodem die noch als bodem voor vrij hergebruik (bestemmingstype I-V of II-V), noch in of als bouwstof buiten de kadastrale werkzone mag worden aangewend, wordt eigendom van de aannemer. De aannemer vervoert deze uitgegraven bodem naar de meest geschikte locatie (grondreinigingscentrum of andere). Het verwijderen van vervuilde bodem omvat: tussentijdse stapeling binnen de kadastrale werkzone op de werf en afdekking van de hoop; ontwatering van de bodem; het eventueel noodzakelijk fysisch scheiden van bodem en inerte materialen; de afvoer of verwerking van de inerte materialen; het opladen op de werf; het lossen op de bestemming met inbegrip van wachttijden; de stort- of reinigingskosten.
2.1.2.10. Profileren van bermen Het profileren van bermen omvat het aanpassen van de hoogte van de berm (uitgraving of ophoging) aan de nieuwe hoogte van de verharding.
2.2. Meetmethode voor hoeveelheden Belangrijke opmerking: Voor alle materialen/gronden waarvan de milieuhygiënische kwaliteit gekend is en vermeld staat in de aanbestedingsdocumenten, dient in de eenheidsprijs van de posten voor de afvoer/verwerking van deze vervuilde materialen/gronden, de uitgraving, het transport en alle verwerkingskosten en/of stortkosten, taksen, milieuheffingen ed, … begrepen te zijn. De uitgevoerde grondwerken in afgraving /uitgraving en ophoging / afdekking volgens posten van bestek, werden opgenomen als GP met vermelding van indicatieve hoeveelheden. De aannemer dient aldus bij inschrijving zelf de nodige berekeningen te doen aangaande het bepalen van de omvang der grondwerken en zal enkel en alleen hiermee rekening houden bij zijn prijsbepaling. Het profileren van de oppervlakken van de uitgraving en de ophoging worden niet afzonderlijk in rekening gebracht en dient begrepen te zijn in de GP van het grondwerk/grondverzet.. Alle grondoverschotten waarvoor uit het milieuhygiënisch onderzoek blijkt dat deze grondoverschotten kunnen aangewend worden als bodem of als bouwstof (bouwkundig bodemgebruik) dienen door de aannemer te worden afgevoerd en verwerkt volgens de geldende wetgeving. Deze grondoverschotten worden eigendom van de aannemer.
HOOFDSTUK V. – ONDERFUNDERINGEN EN FUNDERINGEN 4. ONDERFUNDERINGEN
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
Fax 011 43 46 58
datum 2016-01-25
bladnummer 43
4.3 Steenslagfundering met continue korrelverdeling zonder toevoegsel 4.3.1 Beschrijving “steenslagfundering type I” Nominale dikte zijn 15 cm. 4.3.2 Meetmethode voor hoeveelheden De fundering wordt gemeten in m². 4. FUNDERINGEN 4.3 Steenslagfundering met continue korrelverdeling zonder toevoegsel 4.3.1 Beschrijving “steenslagfundering type I ( 0/40 mm )” De samendrukbaarheidsmodulus M1 is minstens 110 MPa. Nominale diktes zijn 25 cm en 30 cm. 4.4.1.3. Wijze van uitvoering Het plaatsen met een spreid- en afwerkmachine is verplicht. 4.3.2 Meetmethode voor hoeveelheden De fundering wordt gemeten in m². 4.4. Met toevoegsel(s) behandelde steenslagfundering met continue korrelverdeling Cement in combinatie met calciumchloride wordt in deze aanneming niet toegelaten. 4.4.1 Beschrijving “steenslagfundering type I ( 0/40 mm )” De samendrukbaarheidsmodulus M1 is minstens 110 MPa. Nominale dikte is 30 cm. 4.4.1.3. Wijze van uitvoering Het plaatsen met een spreid- en afwerkmachine is verplicht. De bescherming tegen uitdroging is verplicht.
4.4.2 Meetmethode voor hoeveelheden De fundering wordt gemeten in m². 4.11. Fundering van schraal beton
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 44
De aannemer mag de schraal betonfundering niet vervangen door een puzzolaanbeton-fundering. De bescherming tegen uitdroging is verplicht. De statistische controle van de druksterkte is niet van toepassing. 4.11.2 meetmethode voor hoeveelhedenwijze van uitvoering De fundering in schraal beton onder lijnvormige elementen wordt gemeten in strekkende meter De fundering in schraal beton t.b.v. tredes, palen en prefab L-elementen zijn volgens GP.
HOOFDSTUK VI. – VERHARDINGEN 1. CEMENTBETONVERHARDINGEN 1.2. Materialen Cementbetonverharding voor rijwegen: de verharding bestaat uit donker grijze betonverharding met kleurondersteunende granulaten. 1.3. Kenmerken van de uitvoering 1.3.2. Meetkundige kenmerken 1.3.2.1.Dikte De betonverhardingen worden in één laag uitgevoerd. Dikte E = 20 cm 1.3.2.3. Breedte De nominale breedte is in overeenstemming met de typedwarsprofielen. 1.3.2.4. Dwarshelling De dwarshelling is in overeenstemming met de typedwarsprofielen. 1.3.3. Meetkundige en constructieve kenmerken van de voegen 1.3.3.1. Algemene bepalingen De aannemer legt een voegenplan ter goedkeuring voor aan de leidend ambtenaar, minstens 15 kalenderdagen voor de uitvoering van het betonneringswerken. De realisatie van de verschillende voegen alsook het aanbrengen van de voegvulling is inbegrepen in de post cementbetonverharding.
1.3.3.2. Dwarsvoegen Alle dwarsvoegen dienen doorgetrokken te worden in de aanliggende ter plaatse gevormde lijnvormige elementen
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 45
1.3.3.2.A. Uitzettingsvoeg Op de volgende plaatsen worden eveneens uitzettingsvoegen uitgevoerd: aansluitingen tegen bestaande verhardingen, ter hoogte van bochten, ter hoogte van verandering van de breedte van de betonverharding, ter plaatse van eindedagsvoegen ter hoogte van constructies op maximum tussenafstand van 100 m in de nabijheid van kunstwerken, kruispunten en scherpe bochten aansluitingen tegen bestaande verhardingen, ter hoogte van verandering van de breedte van de betonverharding ter plaatse van eindedagsvoegen. De uitzetvoegen zijn warm gevoegvuld en niet gedeuveld. De voegen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de betonverharding. 1.3.3.2.B. Krimpvoeg De dwarse krimpvoegen zijn van het type 3 1.3.3.2.C. Dwarse werkvoeg De dwarse werkvoegen zijn warm gevoegvuld en niet gedeuveld. 1.3.4. Kenmerken van het beton Gebezemd beton De verantwoordingsnota met de studie van de betonsamenstellingen dient drie weken voor de aanvang van de betonwerken aan de leidende ambtenaar overhandigd te worden. Het gebruik van een luchtbelvormer is NIET verplicht. Er wordt verplicht gebruik gemaakt van het cementtype CEM III/A 42,5 N LA. Het minimum cementgehalte bedraagt 400 kg/m³. 1.1.4. Wijze van uitvoering 1.1.4.1. Algemeen geldige bepalingen De aannemer dient de werken uit te voeren met ervaren personeel gezien de hoge graad van afwerking die verwacht wordt. De aannemer is er voor verantwoordelijk dat het gehele werk wordt uitgevoerd met een constante kwaliteit en identieke aanblik qua structuur, kleur, en textuur. Het gebruik van luchtbelvormers is niet verplicht.
1.1.4.6. Verwerking van het mengsel Het gebruik van een glijbekistingsmachine is verplicht voor de aanleg van de lange stroken. De kruispunten en aansluitingen mogen manueel tussen vaste bekistingen worden uitgevoerd en worden verdicht met een trilbalk en minstens twee trilnaalden.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 46
Het beton wordt geleverd in truckmixers en mag niet verpompt worden. 1.1.4.8. Aanbrengen van de voegen Voegen met sponning, met afschuining van de randen. Voor de voegen die gezaagd (langse buigvoeg, ...) worden dient onmiddellijk na het zagen het oppervlak overvloedig met water te worden gespoeld om de zaagresten te verwijderen 1.1.4.9.8 Voegvulling Warm verwerkte voegvullingsmassa. Technische fiche voor te leggen aan de leidende ambtenaar. 1.1.4.10. Oppervlakbehandeling 1.4.10.3 Eenvoudig dwars bezemen Eenvoudig dwars bezemen voor cementbetonverharding bij de aanleg van de parking ter hoogte van Noordwijkstraat. 1.4.10.4 Eenvoudig langs bezemen Het bezemen van het vers betonoppervlak van vrijliggende fietspaden gebeurt in de langsrichting doormiddel van een ruwe mat achter de glijbekistingsmachine. 1.4.10.5 Figureren Het figureren van het betonoppervlak omvat volgende handelingen: na verdichting wordt het betonoppervlak afgestreken met een lat en vervolgens met behulp van een strijkspaan die gemonteerd is op een steel met twee scharnierpunten. Zo wordt een glad oppervlak bekomen vrij van holtes of golvingen; om een gekleurd gefigureerd beton te bekomen wordt, - ofwel, een kleurverharder (samengesteld uit de gewenste kleurstof, cement en plastificeerder) gelijkmatig verdeeld over het hele oppervlak met een hoeveelheid van minimaal 3 kg/m², na dit instrooien wordt het beton opnieuw gladgestreken met de strijkspaan; - ofwel, een in de massa gekleurd beton toegepast waarvan de samenstelling geschikt is om te figureren; de opdrachtdocumenten bepalen de kleur en de uitvoeringsmethode; een (gekleurd) ontkistingspoeder wordt aangebracht op het oppervlak met een minimale hoeveelheid van 150 g/m². Dit ontkistingspoeder heeft als doel het kleven van de figuratiemallen aan het verse beton te verhinderen en kan desgevallend tevens een secundaire kleur aan het gefigureerd oppervlak geven; onmiddellijk hierna wordt het oppervlak gefigureerd (geprint) met geschikte mallen of drukpatronen die aan het beton het gewenste motief geven. Voor het figureren worden de mallen voorzichtig zijde aan zijde geplaatst en vervolgens op homogene manier aangedamd (manueel of met rol); het beton wordt vervolgens gedurende 72 uur tegen uitdroging beschermd door middel van een plastiekfolie; de krimpvoegen zijn van het type 3 (zaagsnede zonder sponning en zonder voegvulling); de plaats van de krimpvoegen wordt, in de mate van het mogelijke, gekozen rekening houdend met het gefigureerde voegenpatroon; na uitharding van het beton wordt het oppervlak met water onder druk gereinigd;
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 47
zodra het oppervlak volledig droog is, wordt het oppervlak behandeld met een impregneermiddel volgens 1.4.17; een antislipbehandeling wordt toegepast door instrooien van kwartszand, - hetzij samen met het ontkistingspoeder, - hetzij na minstens 14 dagen uitharden van het beton met behulp van een polyurethaan/acrylhars van minimaal 150 g/m²; - het gefigureerd beton mag ten vroegste drie dagen na de antislipbehandeling opengesteld worden voor het verkeer.
Alle materialen (kleurverharder of kleurstof, ontkistingspoeder, impregneermiddel, harsen, …) alsook het gebruikte materieel (drukpatronen, …) dienen voor aanvang der werken ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidend ambtenaar. 1.1.4.12. Beschermen tegen uitdroging Bescherming tegen uitdroging is verplicht. 1.1.4.15. Bescherming tegen beschadigingen Bij het storten van cementbetonverharding (zowel cementkleur als gekleurd), treft de aannemer de nodige maatregelen om beschadigingen te voorkomen aan reeds vooraf aangelegde betonverhardingen en/of lijnvormige elementen. Hij zal daartoe in de scheiding een plastiekfolie van voldoende dikte aanbrengen. De plastiekfolie zal tegelijk dienen om sympathiescheuren in het vers gestorte beton te vermijden. Deze plastiekfolie is tevens begrepen in de prijs van de cementbetonverharding. Tevens zal de aannemer alle nodige schikkingen treffen om het oneigenlijk betreden van de verse beton tijdens de eerste 24u na plaatsing, te vermijden. 1.5. Meetmethode voor de hoeveelheden De hoeveelheid wordt gemeten in m², met vermelding van de nominale dikte. 1.6. Controles 1.6.2 posteriori uitgevoerde technische keuringen Voor de a posteriori uit te voeren technische keuringen wordt het werk vaksgewijs gekeurd d.m.v. kernboringen. Druksterkte van het beton conform (TB250 v 3.1, bouwklasse weg; B8 t.e.m. B10,BF ) éénlaagse verharding. De kostprijs voor deze proeven is een aannemingslast en dient te zijn inbegrepen in de eenheidsprijs cementbetonverharding
2. BITUMINEUZE VERHARDINGEN 2.2.5. Aanbrengen van een kleefmiddel
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 48
De kleeflaag moet aangebracht worden minstens 24 uur voor het aanbrengen van de asfaltlaag. In de tijd tussen het aanbrengen van de kleeflaag en de breking is alle verkeer op het oppervlak verboden. 2.3.2.1. Verwerking van de bitumineuze mengsels Wanneer de aanleg over volle breedte niet mogelijk is omdat het verkeer niet geregeld kan worden dan is het toegelaten om de toplaag per rijstrook aan te leggen. Een langse stortnaad wordt dan uitgevoerd en is inbegrepen in de prijs van de aanleg. 2.3.2.2.B NADEN IN TOPLAGEN VAN AB EN SMA De voegband is niet verplicht. 2.3.2.3.A VOEGEN TUSSEN BITUMINEUZE VERHARDINGEN EN CEMENTBETONVERHARDING OF LIJNVORMIGE ELEMENTEN Het uitvoeren van een voeg tussen asfaltverharding en betonverharding is NIET verplicht. De langse aansluiting tussen de bitumineuze verharding en de aanliggende cementbetonverharding van kantstrook of straatgoot dient afgewerkt door het volledig instrijken met bindmiddel van de verticale zijde van de toebehoren van de rijweg. Deze werken zijn inbegrepen in de posten van de bitumineuze verharding; 2.3.2.3.C VOEG TUSSEN ASFALTVERHARDING EN KLEINSCHALIGE ELEMENTEN Het uitvoeren van een voeg tussen asfaltverharding en kleinschalige elementen is NIET verplicht. 2.4. Meetmethode voor hoeveelheden De voeg tussen asfaltverharding en betonverharding is inbegrepen in de post bitumineuze verharding. 2.5.2.6. Relatieve dichtheid van een laag De relatieve dichtheid wordt niet bepaald. 2.5.2.9.A.2. Langsvlakheid De langsvlakheid wordt niet bepaald. 2.5.2.9.B STROEFHEID De stroefheid wordt niet bepaald. 2.6.7. Percentage holle ruimte De rafactieformule is niet van toepassing indien het gemiddelde percentage holle ruimte HRm kleiner is dan de minimumwaarde HRm, min. 3. BESTRATINGEN
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 49
3.4 Bestratingen van betonstraatstenen 3.4.1 Beschrijving De bestrating omvat: het naast elkaar plaatsen en vastzetten van betonstraatstenen op een bed van split ( 0/7 ) de werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samenhangen 3.4.1.1 Kenmerken van de materialen betonstraatstenen volgens 3-23.2.1 en volgens 3-23.2.2 3.4.1.2 Kenmerken van de uitvoering 3.4.1.2.A Bed van de bestrating - granulaatmengsel 0/4 3.4.1.2.F Gaafheid van de bestrating In de bestrating komen geen gebroken, gebarsten, afgeschilferde of met vuil of mortel besmeurde betonstraatstenen voor. Er worden geen passtukken verwerkt, kleiner dan een halve steen. Halve stenen zijn geprefabriceerd of gezaagd. Grotere passtukken worden verkregen door prefabriceren, zagen of snijden. De zichtbare randen zijn recht en zonder happen. KNIPPEN IS NIET TOEGESTAAN. De aansluitingen tegen randen wordt uitgevoerd door middel van een strekse laag. De afwerkingen van openingen en hoeken gebeurt gelijktijdig met het plaatsen van de betonstraatstenen. Alle aanpassingen van het bestratingsmateriaal dienen inbegrepen te zijn in de posten verhardingen. 3.4.1.2 G Steenverband De betonstraatstenen worden geplaatst zoals aangegeven op de plannen en detailtekeningen die integraal deel uitmaken van dit document. 3.4.1.2.H Voegen De voegvulling is met zand voor betonstraatstenen. De voegvulling dienen inbegrepen te zijn in de posten verhardingen. 3.4.1.3 Wijze van uitvoering 3.4.1.3.A Bestratingen van betonstraatstenen op een straatlaag granulaatmengsel 0/4 3.4.1.3.A.1 Aanleggen van de straatlaag Bed van granulaatmengsel 0/4 voor bestratingen van betonstraatstenen Op de fundering wordt een straatlaag aangelegd op een zodanige dikte dat na het verdichten de voorgeschreven nominale dikte van 4 cm verkregen wordt. 1.3.A.3 Vastzetten van de bestrating
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 50
Voor het vastzetten wordt de bestrating bedekt met een dunne laag zand voor voegvulling, dat nadien in de voegen geveegd wordt, indien nodig onder toevoeging van water. De aangelegde bestrating wordt met een daartoe geschikte trilplaat met rubber- of kunststofzool vastgezet. Tijdens het vastzetten worden beschadigde betonstraatstenen vervangen en worden afwijkingen van het profiel, oneffenheden van het oppervlak en hoogteverschillen tussen aanliggende betonstraatstenen hersteld, wanneer ze te groot blijken. Na die werkzaamheden zijn de voegen volledig gevuld met zand en blijven de betonstraatstenen onbeweeglijk liggen onder de inwerking van een horizontale kracht. Zo niet, dan worden voornoemde bewerkingen (bezanden, sproeien van water, invegen en vastzetten) herhaald tot het beoogde resultaat verkregen wordt. Daarna houdt de aannemer, in bebouwde kommen, door sproeien van water de bestrating vochtig om te voorkomen dat opstuivend zand de aangelanden zou hinderen. 3.5 Bestratingen van waterdoorlatende betonstraatstenen 3.4.1 Beschrijving De bestrating omvat: het naast elkaar plaatsen en vastzetten van betonstraatstenen op een bed steenslag 2/6,3 voor waterdoorlatende bestratingen volgens 3-7.1.2.11 de werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samenhangen 3.4.1.1 Kenmerken van de materialen waterdoorlatende betonstraatstenen volgens 3-23.2.2.; 3.4.1.2 Kenmerken van de uitvoering 3.4.1.2.A Bed van de bestrating Steenslag 2/6,3 voor waterdoorlatende bestratingen volgens 3-7.1.2.11 De nominale dikte van het bed bedraagt na verdichting 4 cm. 3.4.1.2.F Gaafheid van de bestrating De bepalingen van 3.4.3.3 zijn van toepassing. In de bestrating komen geen gebroken, gebarsten, afgeschilferde of met vuil of mortel besmeurde betonstraatstenen voor. Er worden geen passtukken verwerkt, kleiner dan een halve steen. Halve stenen zijn geprefabriceerd of gezaagd. Grotere passtukken worden verkregen door prefabriceren, zagen of snijden. De zichtbare randen zijn recht en zonder happen. KNIPPEN IS NIET TOEGESTAAN. De aansluitingen tegen randen wordt uitgevoerd door middel van een strekse laag. De afwerkingen van openingen en hoeken gebeurt gelijktijdig met het plaatsen van de betonstraatstenen. Alle aanpassingen van het bestratingsmateriaal dienen inbegrepen te zijn in de posten verhardingen.
3.4.1.2 G Steenverband
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 51
De betonstraatstenen worden geplaatst zoals aangegeven op de plannen en detailtekeningen die integraal deel uitmaken van dit document. 3.4.1.2.H Voegen De voegvulling van waterdoorlatende bestratingen met poreuze betonstraatstenen is zand voor voegvulling van bestratingen van poreuze betonstraatstenen. De voegvulling dienen inbegrepen te zijn in de posten verhardingen. 3.4.1.3 Wijze van uitvoering 3.4.1.3.A Bestratingen van betonstraatstenen op een straatlaag granulaatmengsel 0/4 3.4.1.3.A.1 Aanleggen van de straatlaag Bed van Steenslag 2/6,3 voor waterdoorlatende bestratingen volgens 3-7.1.2.11. Op de fundering wordt een straatlaag aangelegd op een zodanige dikte dat na het verdichten de voorgeschreven nominale dikte van 4 cm verkregen wordt. 1.3.A.3 Vastzetten van de bestrating Voor het vastzetten wordt de bestrating bedekt met een dunne laag zand voor voegvulling van poreuze betonstraatstenen, dat nadien in de voegen geveegd wordt, indien nodig onder toevoeging van water. De aangelegde bestrating wordt met een daartoe geschikte trilplaat met rubber- of kunststofzool vastgezet. Tijdens het vastzetten worden beschadigde betonstraatstenen vervangen en worden afwijkingen van het profiel, oneffenheden van het oppervlak en hoogteverschillen tussen aanliggende betonstraatstenen hersteld, wanneer ze te groot blijken. Na die werkzaamheden zijn de voegen volledig gevuld met zand en blijven de betonstraatstenen onbeweeglijk liggen onder de inwerking van een horizontale kracht. Zo niet, dan worden voornoemde bewerkingen (bezanden, sproeien van water, invegen en vastzetten) herhaald tot het beoogde resultaat verkregen wordt. Daarna houdt de aannemer, in bebouwde kommen, door sproeien van water de bestrating vochtig om te voorkomen dat opstuivend zand de aangelanden zou hinderen. ANDERE VERHARDINGEN 4.6 Ecologische waterdoorlatende verharding van gebonden natuursteengranulaten 4.6.1.Voorbereidende grondwerken Uitgraven van koffer conform detailplannen. Druksterkte van het baanbed moet minstens 17 MPa bedragen 4.6.2.Plaatsen fundering + drainage + grindkoffer(s) Plaatsen van fundering conform detailplannen. Fundering wordt onder hetzelfde afschot verdicht als de aan te brengen toplaag. Bij voorkeur aan te brengen met asfalteermachine. Druksterkte van de fundering moet minstens 35 MPa bedragen.
4.6.3. Aanbrengen afstrooilaag
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 52
Plaatsen van een afstrooilaag bestaande uit lava 0/16, dikte 3cm. 4.6.4. Aanbrengen toplaag in natuurlijke waterdoorlatende verharding Aanbrengen van een toplaag bestaande uit een steenmengsel van gebroken natuursteen gebonden met een 100% natuurlijk bindmiddel van plantaardige oorsprong. Het bindmiddel bestaat uit een fijn poeder dat met gebroken natuursteen gemengd wordt. Na verzadiging met water transformeert dit poeder in een adhesieve gel die na uitdroging de natuursteenkorrels op een stevige manier aan elkaar bindt. Wanneer de verharding nadien opnieuw in contact komt met water zal het bindmiddel opnieuw een beperkte hoeveelheid water opnemen waardoor de bindingen tussen de natuursteen deeltjes flexibiliteit behouden, en het materiaal in zekere mate zelfherstellende eigenschappen heeft. Het materiaal van de toplaag is waterdoorlatend en herbruikbaar. Enkel natuursteen soorten met voldoende hardheid (LA hardheid < 25) komen in aanmerking. Korrelvorm dient afgerond angulair te zijn. Voor wandel- en fietspaden zijn korrelgrootte 0/4 tot 0/6 van toepassing. Mix van steenmengsel en bindmiddel wordt geproduceerd op of in de buurt van de werf d.m.v. van een mobiele menginstallatie voorzien van weegcellen. Indien er geen mogelijkheid bestaat het verhardingsmateriaal lokaal te produceren moet dit geleverd worden op de werf in Big Bags van 1,35T. Het verhardingsmateriaal wordt aangebracht met een asfalteermachine op een dikte van 5,5 cm, nadien statisch verdichten tot 5cm. Voor kleinere oppervlaktes tot 300m² of moeilijk toegankelijke plaatsen kan het verhardingsmateriaal manueel aangebracht worden, voor een toplaag van 5cm verdicht dient dan 6,5 cm materiaal aangebracht te worden. Na het verdichten wordt de toplaag verneveld met water. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt 5°C De toplaag mag enkel aangebracht worden bij droog weer. De uithardingstijd varieert van 3 dagen tot 14 dagen in functie van de weeromstandigeheden en de laagdikte. Gedurende deze periode mag de verharding niet belast worden. De aannemer dient hiervoor de nodige preventieve maatregelen te treffen ( hekken, signalisatie, e.d. ). Deze preventieve maatregelen zijn een aannemingslast en worden verondersteld te zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen. 4.6.5. Technische Eigenschappen Ochros 0/10 5.1. Druksterkte De onmiddellijke CBR waarde bedraagt ten minste 80 % (EN – 13286-47) (2012). 5.2. Waterdoorlatendheid De infiltratiesnelheid gemeten op een cilindrisch proefstuk volgens EN-13286-2 (standaard proctor) bedraagt na 7 dagen minstens 6.10ˉ⁷m/sec .
5.3. Erosiebestendigheid
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 53
Het massaverlies bij de zandblaastest volgens NEN 7000 bedraagt maximaal 52 gr. 5.4. Weerstand organisch bindmiddel tegen micro-organismen Er wordt nagegaan hoe het bindmiddel zich gedraagt wanneer het voor lange tijd verzadigd wordt met water. Hierbij wordt 4 gr organisch bindmiddel gemengd met 28 gr water. Het geheel wordt bewaard in een open recipiënt. Het gehydrateerde bindmiddel mag gedurende minstens 1 maand geen sporen van schimmelvorming vertonen. 5.5 Soortelijk gewicht Het soortelijk gewicht van het verdichte (90%) natuursteen-bindmiddel mengsel bedraagt 2,2 T / m³. 5.6 Fysische eigenschappen natuursteen Los Angeles hardheid <= 24 (fractie10/14) Micro-Deval <= 21 (fractie 10/14) Waterabsorptie max 1,4% (fractie 0/10)
HOOFDSTUK VII – Rioleringen en afvoer van water A. Nieuwe rioleringen 1 RIOLERING EN AFVOER VAN WATER AANGELEGD IN EEN SLEUF 1.1.2.8. Instandhouding van de sleuf De aannemer zal op zijn kosten en risico alle nodige maatregelen treffen om schade aan personen, goederen, eigendommen en ondergrondse leidingen, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks veroorzaakt door de uitvoering van de werken, te vermijden. Hij staat in t.o.v. het opdrachtgevend bestuur en de ontwerper voor elk beroep vanwege derden. Zo hij dit nodig oordeelt moet de aannemer, uit eigen beweging, vooraleer de werken aan te vangen, een tegensprekelijke plaatsbeschrijving doen opmaken van alle constructies en zich speciaal laten verzekeren bij een maatschappij voor alle eventuele schade t.g.v. de uitvoering van de werken. 1.1.2.9. Ongeschonden bewaring – verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen In geval in de zone van de werf bovengrondse of ondergrondse nutsleidingen liggen, is de aannemer gehouden zich naar de volgende voorschriften te schikken : a. alle nodige werken om ondergrondse leidingen op de werf te situeren zijn uit te voeren door en op kosten van de aannemer. b. indien de werken van die aard zijn dat breuken, beschadigingen of storingen kunnen voorkomen, zal de aannemer zich moeten akkoord stellen met de besturen, uitbaters of concessiehouders nopens de te nemen maatregelen om de goede werking van de verscheidene instellingen zo min mogelijk te hinderen en alle gevaar te vermijden. c. indien niettegenstaande de genomen voorzorgen de instandhouding en de goede werking van de instellingen niet kunnen verzekerd worden, is de aannemer gehouden dadelijk de betrokken
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 54
uitbatingsdienst te verwittigen. De stagnatie van de aanneming die het gevolg zou zijn van het niet tijdig verplaatsen van de ondergrondse leidingen kan slechts aanleiding geven tot vergoedingen aan de aannemer van het ogenblik dat de concessiehouders de geschreven overeenkomsten ter zake niet nakomen. 1.2. Meetmethode voor hoeveelheden De sleuvenbak wordt niet beschouwd als een beschoeiing en is inbegrepen in de prijs van de leiding. Het grondwerk van de leiding inclusief de inspectieputten is inbegrepen in de prijs van de rioleringen. 1.3. Controles 1.3.4.1.B UITVOERING VAN DE PROEF IN AANGEVULDE SLEUF Er dienen geen peilbuizen te worden geplaatst indien de bronbemaling in bedrijf wordt gehouden. 1.3.5. Verdichting van de fundering of omhulling van zandcement Er wordt geen controle met de lichte slagsonde verricht op de fundering en/of omhulling in zandcement. 3 TOEGANGS- EN VERBINDINGSPUT 3.1.1.2 Uitvoering 3.1.1.2.F REGELING TUSSEN DEKPLAAT EN AFDEKKINGSINRICHTING De regeling gebeurt d.m.v. één of meer pasringen van geprefabriceerd en/of ter plaatse gestort beton. De hoogte van de regeling boven de dekplaat is begrepen tussen 25 en 40 cm. Pasringen worden geplaatst met tussenplaatsen van een mortelbed. De verbinding tussen schacht en regeling is waterdicht. 3.1.1.2.G AFDEKKINGSINRICHTING De afdekkingsinrichting wordt op de regeling geplaatst nadat op uniforme wijze een laag mortel op die regeling is gespreid, zodanig dat de afdekkingsinrichting overal volkomen draagt. Afhankelijk van het soort verharding is de uitvoeringswijze van de afdekkingsinrichting aan te passen volgens de typedetails van 3-12.4.1.1.D (figuren 3-12.4-1 t.e.m. 3-12.4-4). In onverharde bermen langs de wegen, wegen met steenslagverharding of niet-verharde wegen, is de betonnen kader (zonder afschuining) gelijk met het maaiveldpeil uit te voeren. Bij waterdicht te verankeren afdekkingsinrichtingen dient de bovenbouw aan de dekplaat en de schachtelementen te worden verankerd met roestvrijstalen bevestigingen. Alle prestaties zijn in de respectievelijke post van de meetstaat begrepen. Variante uitvoering van vierkant betonnen kader in onverharde bermen en landbouwpercelen d.m.v. rond betonnen kader: - rond betonnen kader vierkant 1400 mm (met schuin aflopende rand in landbouwpercelen); - chemische verankering van de regeling d.m.v. het boren van gaten in de dekplaat (en gebeurtelijk in de regeling) en plaatsing van wapeningsstaven 10 mm in de geboorde gaten alle 25 cm. Riooldeksels met “klikkende” deksels bij het overrijden van voertuigen worden geweigerd en zijn onmiddellijk door de aannemer te vervangen. Deze bepaling geldt voor de volledige waarborgperiode.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 55
De aannemer zal zich voorafgaandelijk goed vergewissen welk soort riooldeksel op welke inspectieput moet worden geplaatst. Bij het op hoogte brengen van de afdekkingsinrichtingen gelegen in de wegverharding, wordt ervoor gezorgd dat: - de afdekkingsinrichting niet boven het peil van de aangrenzende wegverharding uitsteekt; - de afdekkingsinrichting niet dieper dan hoogstens 1 cm onder de aangrenzende wegverharding steekt; - de afdekkingsinrichting gelegen in groenzones, open veld e.d. niet hoger dan 10 cm boven het bestaande maaiveldpeil aldaar komt. Hiertoe zal na het uitzetten van het tracé het bestaande maaiveld t.h.v. de inspectieputten op tegenspraak worden opgemeten door aannemer en leidend ambtenaar. Wordt hieraan niet voldaan, dan kan de aanbestedende overheid de aannemer verplichten de afdekkingsinrichting op te breken en opnieuw te plaatsen. De daarmee gepaard gaande opbraak van de verharding, welke wordt begrensd d.m.v. een regelmatig recht ingezaagde belijning volgens een aan de afdekkingsinrichting omschrijvend vierkant met minimum afmeting van de zijde gelijk aan 1,5 m, alsmede alle andere bijkomende werken en leveringen, zoals het corrigeren in hoogte en het herstellen van de omsluitende verharding, zijn ten laste van de aannemer. Net vóór het deksel in het raam wordt geplaatst, worden zetting en draagrand met een staalborstel gereinigd en ingesmeerd met vet. Alle bij de voorlopige oplevering niet met mankracht te openen deksels worden geweigerd. De aannemer doet het nodige om aan deze toestand in de kortst mogelijk tijd te verhelpen. Rondom de pasringen wordt een betonnen ring ter plaatse vervaardigd om het verschuiven van de pasringen onderling en ten overstaan van de dekplaat en afdekkingsinrichting te vermijden. Tevens wordt de rand van de afdekkingsinrichting samen met dit beton volledig of gedeeltelijk ingebetonneerd. De ring wordt verwezenlijkt d.m.v. een metalen bekisting met een buitendiameter van 1,40 m. Deze ring wordt gewapend met een bewapening BE 220 Ø 10 mm alle 20 cm en met 5 Ø 10 mm verankerd met de dekplaat. Indien een andere afdekkingsinrichting wordt voorgeschreven, dient het omkaderingsbeton aangepast aan de vorm van de afdekkingsinrichting. 3.1.2 Meetmethode voor hoeveelheden De onderbouw van een inspectieput wordt per stuk in rekening gebracht, met aanduiding van de hoogte H en de inwendige diameter Di van de aansluitende buizen. De bovenbouw van een inspectieput (regeling en afdekkingsinrichting) wordt afzonderlijk in rekening gebracht. Het aansluiten van bestaande buizen wordt niet afzonderlijk in rekening gebracht. 3.1.3 Controles De controles zijn volgens 1.3 met uitzondering van de controle op de helling. 5 AANSLUITINGEN OP DE RIOLERING 5.1.2.1. A TRACE VAN DE SLEUVEN Alvorens te beginnen met de aanleg van de riolering, zal de aannemer zich, samen met de toezichter of een afgevaardigde van het opdrachtgevend bestuur, vergewissen van de juiste plaatsen waar de aansluitingen dienen te gebeuren, tot voldoening van de aan te sluiten private eigendommen, alsmede van de straat- en/of trottoirkolken. De aannemer zal de geplaatste aansluitingen opmeten ten overstaan van vaste punten en de gegevens van deze meting overbrengen op een plan. Hij blijft verantwoordelijk voor de vastlegging van de aansluitingen, die hij tijdens de werken heeft opgetekend tot bij de definitieve oplevering.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 56
5.1.2.2. Fundering en/of omhulling van de buizen Er wordt geen controle met de lichte slagsonde verricht op de fundering en/of omhulling in zandcement. 5.1.2.6. Grondwerk voor aanvulling van de sleuf en verdichten De aanvulling van de sleuf onder rijwegverhardingen en aanhorigheden mag gebeuren met grond komende van de uitgraving. De aanvulling van de sleuf buiten de rijweg en aanhorigheden mag gebeuren met grond komende van de uitgraving. 5.2. Meetmethode voor hoeveelheden krimpmoffen worden gelijkgesteld met 2 meter buis. de stoppen in grès worden gelijkgesteld met 0,15 meter buis. het inboren is inbegrepen in de prijs van de mofstukken. de fundering en/of omhulling wordt berekend met volgende lengtes :
- mof = 15 cm - bocht = 30 cm - T-stuk = 50 cm
6 RIOLERINGSONDERDELEN 6.1. Straatkolken en/of trottoirkolken 6.1.1.1.A MATERIALEN De straatkolk is volledig van gietijzer van het type met reukafsluiter aangeduid op het modelplan en ontvangt in de fabriek een laag warm aangebrachte blackvernis. 6.1.1.2. Meetmethode voor hoeveelheden De straatkolken worden per stuk in rekening gebracht met inbegrip van de wapening in het aanliggend lijnvormig element. 6.1.2. Op hoogte brengen van straatkolken “Herplaatsen van straatkolken” wordt gelijkgesteld met het op hoogte brengen van straatkolken 6.1.2.2. Meetmethode voor hoeveelheden De op hoogte gebrachte straatkolken worden per stuk in rekening gebracht met inbegrip van de wapening in het aanliggend lijnvormig element.
HOOFDSTUK VIII – LIJNVORMIGE ELEMENTEN
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 57
TROTTOIRBANDEN (BORDUREN), TROTTOIRBANDEN-WATERGREPPELS EN SCHAMPKANTEN 1.2 Geprefabriceerde betonnen trottoirbanden, trottoirbanden-watergreppels en schampkanten 1.2.1.2 Uitvoering De fundering onder en de stut achter de trottoirbanden in opstand geplaatst is in schraal beton volgens 9.2 1.3. Ter plaatse vervaardigde betonnen trottoirbanden en trottoirbanden - watergreppel en schampkanten Overal waar de benaming ”trottoirbanden-watergreppel” wordt vermeld kan ook ”trottoirbanden-kantstroken” gelezen worden. 1.3.1. Beschrijving De trottoirband-kantstrook is zoals op het detailplan aangegeven, een combinatie van trottoirband type I.E. met kantstrook type II E 1 volgens de norm NBN B 21-411. Volgende werken zijn eveneens inbegrepen : - het voegvullen van de uitzettingsvoegen en de langse werkvoeg 1.3.3.6. Luchtgehalte De controle op luchtgehalte wordt niet uitgevoerd. 1.3.5. Gebreken die de gaafheid schaden Voor elke scheur in de trottoirband, trottoirband - watergreppel, trottoirband - kantstrook vastgesteld tijdens de voorlopige keuring (of net ervoor) wordt een specifieke korting wegens minderwaarde aangerekend gelijk aan de inschrijvingsprijs van één meter van het betreffend lijnvormig element. 3.2 Geprefabriceerde betonnen kantstroken en watergreppels 3.2.1. Beschrijving -Alle speciale stukken dienen geprefabriceerd te zijn met uitzondering van de bochtelementen met een straal kleiner dan of gelijk aan r = 100 cm. Deze bochtelementen mogen ter plaatse vervaardigd worden volgens 1.3. (Ter plaatse vervaardigde betonnen trottoirbanden en trottoirbanden - watergreppel en schampkanten )
De hoeken dienen in verstek gezaagd te worden. Het opvoegen is verplicht.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 58
HOOFDSTUK IX – ALLERHANDE WERKEN 22. elementen in geprefabriceerd architectonisch beton t.b.v. prefab betonmuren en prefab betontrappen t.h.v. viewpoints constructies ( bij spoorbrug en bij kolenhaven ) 22.1 ALGEMEEN Alle detailtekeningen zullen door de aannemer aan de opdrachtgever bezorgd worden. Toleranties op haaksheid, vlakheid en rechtheid volgens de geldende normen en voorschriften ter zake. Geprefabriceerd beton voor industriële toepassingen dient steeds te beantwoorden aan de eisen gesteld hieronder in het onderdeel ‘Architectonisch Geprefabriceerd Beton’ Terminologie: In de PTV 21-601 wordt er gesproken over geprefabriceerde architectonische elementen van sierbeton. In deze bestektekst wordt die term vervangen door "architectonisch beton". 22.1.1 Definitie De elementen van geprefabriceerd architectonisch beton voldoen aan de hoge kwaliteitseisen zoals opgenomen in het normatief document PTV 21-601 voor geprefabriceerd architectonische (en niet industriële) elementen van sierbeton. De elementen worden op maat gemaakt, oefenen een esthetische functie uit en worden in de fabriek vervaardigd, afgewerkt en daarna op de bouwplaats geleverd en/of gemonteerd met behulp van de nodige manipulatie- en verankeringsystemen. De element in architectonisch beton die ook een dragende functie hebben, moet het ook beantwoorden aan de betreffende normen: o.a.: NBN EN 13225 + NBN B 21-604 voor lijnvormige dragende elementen NBN EN 14843 + NBN B 21-609 voor trappen NBN EN 13198 voor straatmeubilair … De onder deze post begrepen eenheidsprijzen omvatten: In onderaanneming te geven aan één van de gespecialiseerde fabrikanten van architectonisch beton. de prefabricatie van de elementen volgens de voorgeschreven vormen, afmetingen en afwerking In onderaanneming te geven aan de prefab fabrikant of gespecialiseerd aannemer of gespecialiseerd personeel het transport, en het op peil brengen van de geprefabriceerde elementen met de constructies Uit te voeren door de aannemer zelf Stabiliteitsstudie van de ganse constructie/object teneinde het bepalen van de dimensionering van de alle nodige funderingen en verankeringen. Deze studie is een aannemingslast en dient inbegrepen te zijn in de opgegeven eenheidsprijzen door de aannemer. het eventueel inwerken van buizen voor de waterafvoer doorheen het beton de voorbereiding van het draagvlak en/of de steunen het stellen, regelen en verankeren van de verschillende elementen aan de basisconstructie; met inbegrip van de nodige bevestigings-, oplegmiddelen, thermische onderbrekingsinrichtingen en uitzettingsvoegen het opgieten, opvoegen en/of opkitten met een aangepaste elastische kit.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 59
22.1.2 Beschrijving van de elementen Deze bepalingen betreffen het leveren en/of plaatsen van elementen van geprefabriceerd architectonisch beton, zoals aangeduid op de plannen en detailtekeningen. Gedetailleerde omschrijving van de elementen: 1. Kleur: De elementen in architectonisch beton zullen beige van kleur zijn. Een representatief staal dient voor aanvang van de werken te worden voorgelegd ter goedkeuring aan de opdrachtgever. Er wordt steeds gebruik gemaakt van wit cement voor de productie van de panelen. In geval v an gekleurde panelen, dient dit steeds via kleurpigment bijgekleurd te worden. 2. Afwerking van het zichtvlak is: Glad bekist De bekisting dient steeds proper en glad voorzien te worden met nieuwe bekistingsplaten. Het bekiste oppervlak wordt niet nabewerkt, zodat enkel de cementhuid zichtbaar is en de granulaten onzichtbaar blijven. 22.1.2.1 Plannen van de architect De architectuurplannen hebben als voornaamste taak de inschrijvers in te lichten over de architecturale wensen van de ontwerper. Het is noodzakelijk dat het voorstel van architecturale wensen zoals voegindeling, detaillering, etc. op voorhand met de fabrikant besproken wordt. 22.1.2.2 Planning De aannemer maakt in gezamenlijk overleg met de fabrikant een planning van de uitvoering op. 22.1.3 Referenties en Normen De recentste versies van de normen en PTVs zijn van kracht. Deze worden gepubliceerd op de volgende websites: http://www.nbn.be http://qc.aoso.vlaanderen.be/ NBN EN 13369 + NBN B 21-600 : Geprefabriceerde structuurelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton NBN EN 14992 + NBN B 21-612 : Geprefabriceerde wandelementen van gewapend beton en van voorgespannen beton PTV 21-601: 2001: Geprefabriceerde architectonische en industriële elementen van sierbeton Andere Referenties en Normen Volgende normen en documenten zijn opgenomen in of vervangen door bovenvermelde PTV's, de normen waar naar verwezen mag worden kunnen dus beperkt zijn tot deze PTV's. BIN: Belgisch Instituut voor Normalisatie NBN A 24-301: Staalproducten - Betonstaal - Staven, draden en gelaste wapeningsnetten - Algemeenheden en gemeenschappelijke voorschriften
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 60
NBN A 24-302: Staalproducten - Betonstaal - Gladde en geribde staven - Gladde en geribde walsdraad NBN A 24-303: Staalproducten - Betonstaal - Gladde geribde koudvervormde draad NBN A 24-304: Staalproducten - Betonstaal - Gelaste wapeningsnetten NBN EN 206-1: Beton - Deel 1: Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit + NBN B 15-001: Aanvulling op NBN EN 206-1 - Beton - Specificaties, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit NBN EN 1992: Eurocode 2: berekening van de betonstructuren NBN EN 1992-1-1: 2005: Algemene regels en regels voor gebouwen (+ AC:2008) NBN EN 1992-1-2: 2005: Algemene regels - Ontwerp en berekening van constructies bij brand NBN EN 1992-2: 2005: Bruggen - Ontwerp-, berekenings- en detailleringsregels NBN EN 1992-3: 2006: Constructies voor keren en opslaan van stoffen + NBN B 15-002: Eurocode 2: Berekening van betonconstructies - Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen + prNBN EN 1992-1-2 ANB:2007 Eurocode 2 : Ontwerp en berekening van betonconstructies Deel 1-2-ANB: Algemene regels - Constructieve brandveiligheid NBN B 15-215: Proeven op beton – Wateropslorping door onderdompeling NBN B 15-217: Proeven op beton – Wateropslorping door capillariteit NBN B 15-231: Proeven op beton – Vorstbestandheid EN: Europese Normen NBN EN 12390: Beproeving van verhard beton NBN EN 12390-1: Vorm, afmetingen en verdere eisen voor proefstukken en mallen NBN EN 12390-2: Vervaardiging en bewaring van proefstukken voor sterkteproeven NBN EN 12390-3: Druksterkte van proefstukken NBN EN 12390-4: Druksterkte - Specificatie voor proefmachines NBN EN 12390-5: Buigsterkte van proefstukken NBN EN 12390-6: Splijttreksterkte van proefstukken NBN EN 12390-7: Dichtheid van verhard beton NBN EN 12390-8: Indringdiepte van water onder druk NBN EN 12504-1: Beproeving van beton in constructies - Deel 1: Boorkernen – Monsterneming, onderzoek en bepaling van de druksterkte NBN EN 13369: Algemene bepalingen voor vooraf vervaardigde betonproducten NBN EN 933: Beproevingsmethoden voor geometrische eigenschappen van toeslagmaterialen delen 1-10 NBN EN 1097-6: Test for mechanical and physical properties of aggregates – Part 6: Determination of particle density and water absorption NBN EN 1367 : Tests for thermal and weathering properties of aggregates NBN EN 1367-1: Determination of resistance to freezing and thawing NBN EN 1367-2: Magnesium sulphate test ISO: Internation Standards Organisation ISO 9001:2000 : Quality management systems -- Requirements WTCB: Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf TV 214 "Kitvoegen tussen gevelelementen"
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
Tel 011 43 02 11
ons kenmerk W2015epa087-AVT
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 61
" Recommandations pour le calcul et l'exécution des constructions industrialisées en béton", 2e édition, CSTC, Brussel, 1980 - Niet meer van toepassing ASTM: American Society for Testing and Materials ASTM C 123: Standard Test Method for Lightweight Pieces in Aggregate 22.1.4 Door de fabrikant voor te leggen documenten 22.1.4.1 Verplichte documenten - De fabrikant maakt de uitvoeringstekeningen van alle elementen op. Deze tekeningen geven duidelijk de vorm, de afmetingen, de afwerking van de elementen en hun wapening aan, alsook hun inplanting in het geheel. Ze vermelden alle gegevens die enige invloed kunnen hebben op aansluitingen met andere elementen in het gebouw en o.a. voegbreedtes. Nota: Onderstaande tabel geeft de gebruikelijke minimale voegbreedtes bij ontwerp, in functie van de grootste afmeting van het element, rekening houdend met de tolerantie op het element, de tolerantie op de plaatsing en de thermische uitzetting: afmeting element ≥ 1,8 m ≥ 3,6 m ≥ 4,8 m ≥ 6,0 m ≥ 9,0 m -
minimale voegbreedte (max 20 mm) 12 mm 14 mm 15 mm 16 mm 18 mm
De fabrikant overhandigt aan de architect, de aannemer en/of de plaatser een "checklist" die de verschillende belangrijke voorzorgsmaatregelen opsomt bij, o.a. het lossen, manipuleren, opslaan en monteren op de werf. Berekeningsnota's door het studiebureau van de fabrikant. De berekening van de wapening zal geschieden volgens Eurocode 2 en rekening houdend met alle mogelijke belastingen en de gepaste veiligheidscoëfficiënten. Bij de berekening van de elementen moeten alle constructiefazen in acht genomen worden: ontkisten van het element wanneer het beton nog zeer jong is afwerking, laden en vervoeren montage en voorlopige bevestiging alle lasten die het element in de constructie/object opneemt omwille van de rol die het erin vervult: verticale lasten, momenten, windbelasting enz. Deze studie door een ingenieursbureau is aannemingslast en dient vervat te zijn in de eenheidsprijzen.
22..14.2 Optionele documenten De fabrikant zal bovendien ook volgende optionele documenten aanleveren: -
De gedetailleerde beschrijving van de bestanddelen van de elementen Resultaten van de testen of proeven die uitgevoerd werden door de fabrikant in het kader van zijn zelfcontrole of externe controle. Deze documenten kunnen eventueel na de productie ter controle gevraagd worden. Ze zullen beantwoorden aan het toepassingsreglement zo-
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
-
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 62
als door PROBETON opgesteld voor de certificatie van architectonisch beton volgens de technische voorschriften van de PTV 21-601. Productieplanning, gebaseerd op de bouwplanning zoals die door de architect/aannemer opgegeven werd.
22.1.4.3 Goedkeuringen en verantwoordelijkheden i.v.m. de productie van de elementen -
Indien de fabrikant, om productieredenen, de detaillering van de elementen wenst te wijzigen, zal de architect vooraf geraadpleegd worden. Slechts na ontvangst van een akkoord kunnen de wijzigingen als geldig beschouwd worden.
22.1.5 Kwaliteitsgaranties Garanties van de fabrikant: Door de toepassing van een zelfcontrole garandeert de fabrikant de volledige conformiteit van de gebruikte materialen, productie, meet- en testinstrumenten en eindproducten aan de voorschriften van de PTV 21-601 en de van toepassing zijnde productnorm. De fabrikant heeft een BENOR-certificatie of een gelijkwaardige certificatie voor de productie van de betreffende elementen (periodiek wordt de zelfcontrole van de fabrikant nagegaan door een neutraal organisme), ofwel moet de fabrikant zelf aantonen dat zijn producten beantwoorden aan de voorschriften van de PTV 21-601 of een PTV van de 200-reeks en hun toepassingsreglementen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 63
Nota: “gelijkwaardige” certificatie betekent: 1. De conformiteit is gegarandeerd door dezelfde voorschriften 2. Er is een zelfde niveau van zelfcontrole door de fabrikant 3. Er is een zelfde niveau van externe controle door een neutraal organisme Indien de fabrikant het BENOR-certificaat voor kan leggen, wordt dit aanvaard als bewijs van conformiteit met de geldende normen en moeten de kwaliteitsprocedures niet herhaald worden, omdat deze al regelmatig uitgevoerd worden door een extern en onafhankelijk organisme. De BENOR-gecertificeerde elementen worden geïdentificeerd door een BENOR-logo met vermelding van de nummers van de PTV’s en normen waaraan ze voldoen. In het toepassingsreglement van PROBETON worden de testproeven uitgelegd die uitgevoerd moeten worden om aan te tonen dat de fabrikant beantwoordt aan de geldende normen en PTVs. Indien de fabrikant niet gecertificeerd is, moet hij de resultaten van deze proeven kunnen voorleggen. Garanties van de plaatser: De plaatser heeft minimum 5 jaar ervaring met het plaatsen van soortgelijke elementen of kan aantonen dat hij de nodige kwalificaties heeft voor het uitvoeren van de plaatsing. 22.2
ELEMENTEN (met betrekking tot PTV 21-601: 2001)
De elementen worden vervaardigd volgens het deel "architectonische elementen" van de technische voorschriften van PROBETON PTV 21-601:2001 "Geprefabriceerde architectonische en industriële elementen van sierbeton". De PTV 21-601 slaat uitsluitend op het esthetisch aspect. Indien het element ook een structuurelement is, moet het daarenboven voor het aspect "structuurelement" voldoen aan de bijhorende productnorm(en). De elementen moeten vervaardigd worden door daartoe gespecialiseerde vaklui in een fabrieksgebouw, in overdekte omstandigheden en onder een permanente controle. De aannemer ziet er op toe dat de elementen volstrekt aansluitbaar en compatibel zijn met de andere structurele, technische en afwerkingselementen waaruit de constructie is opgebouwd. De aannemer coördineert de gehele constructie ervan zodanig dat ten allen tijde, en gedurende alle noodzakelijke en mogelijke manipulaties van de diverse elementen, de stabiliteit van het geheel en van elk element afzonderlijk gegarandeerd blijft. De voegen moeten gedimensioneerd en uitgevoerd worden in overeenstemming met de voorschrift en van de STS 56.1"Dichtingskitten voor gevels". De aannemer zorgt voor de bescherming van de elementen tegen alle risico’s van vervuiling en beschadiging. De gebruikte materialen voor mogen geen blijvende negatieve invloed veroorzaken op de elementen. Elke vervuiling moet voorkomen worden. Indien dit toch gebeurt, dient deze onmiddellijk met behulp van zuiver water verwijderd te worden. Elke vervuiling die op het einde van de montage overblijft, wordt op last van de aannemer weggenomen (door gespecialiseerde arbeiders )
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
22.3.
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 64
HET VERWERKEN VAN DE ELEMENTEN
22.3.1 Algemeen De fabrikant en de aannemer van de montage dienen te beschikken over de nodige technische gegevens voor de montage zoals algemene plans, montageplans, een lijst met de technische karakteristieken van elk element (afmetingen, gewicht, ingestorte hefvoorzieningen, eventuele schoorvoorzieningen, manipulatie- en transportwijze, het al dan niet dragend zijn), een lijst met de montagetoebehoren en -details per element, technische voorwaarden van het lastenboek, de beschrijving van de werken, de plaats en de waarden van de referentiepunten en de speciale voorschriften van de bouwplaats. Ook dienen alle gegevens i.v.m. de planning bekend te zijn, zoals montagevolgorde, ritme per dag en de toegangsmogelijkheden. 22.3.2 Transport Laden De fabrikant bepaalt in samenspraak met de transportonderneming: - het type transport in functie van de vorm, het gewicht en het volume van de elementen - het aantal elementen per vracht - de beste stand van de elementen op het voertuig, evenals het voorzien van het gepaste stouwing- en ondersteuningsmateriaal - de stabiliteit van de volledige lading op de lastwagen, met aangepaste vasthechtingen en spieën. Transport, afladen en aanvaarding van de elementen op de werf De elementen zullen uitsluitend vervoerd worden door ervaren vrachtvoerders. De transporteur schaft zich de nodige toelatingen aan in geval van buitengewoon vervoer over de weg. De elementen worden zorgvuldig afgeladen met de door de fabrikant voorgeschreven hulptuigen. Zij worden zó gestapeld dat elk contact met de grond wordt vermeden. Op de werf zorgt de aannemer ervoor dat de elementen beschermd worden tegen vervuiling en beschadiging. Ze worden van elkaar gescheiden door tussenvoeging van elementen die de oppervlakken niet kunnen beschadigen of bevuilen. De ondersteuning van de elementen zal oordeelkundig gekozen worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Het aanbrengen van opschriften of merktekens op zichtvlakken is verboden. Leveren van elementen op de werf in voldoende hoeveelheid en voldoende op voorhand om de continuïteit van de bouw te kunnen garanderen. De elementen worden geleverd met een leveringsbon (of verzendingsborderel) waarop vermeld wordt: - verklaring dat de elementen in goede staat worden afgeleverd - element, aantal en identificatie - uur van aankomst en vertrek op werf Het lossen gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de aannemer of gemandateerde uitvoerder van de montage. Bij vaststelling van gebreken worden deze genoteerd op het verzendingsborderel vooraleer de elementen af te laden. 22.3.3 Opslag en verhandeling op de werf Bij opslag op de bouwplaats is de uitvoerder van de montage en/of de algemene aannemer verantwoordelijk voor de verhandeling, juiste stand en bescherming van het element. Zowel opslag als verhandeling van elementen moet gebeuren zoals beschreven in PTV 21-601 paragraaf 6.3.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 65
Het hijsen van de elementen moet gebeuren op de door de fabrikant voorziene hijspunten, zoals aangeduid op de plannen. Eventueel door de fabrikant geleverde hulpstukken zijn te gebruiken volgens de voorschriften van het geleverd materiaal. 22.3.4 Montage 22.3.4.1 Personeel en materieel De montage van de elementen kan toevertrouwd worden aan de fabrikant, aan een gespecialiseerd aannemer of aan de algemene aannemer van het gebouw. Men dient te beschikken over bevoegd personeel, aangepaste werktuigen en hijsmaterieel. In elk geval dient er een doeltreffende coördinatie te bestaan tussen de organisatie van de montage, de productieplanning, de bouwplaatsvoorschriften (waaronder de veiligheid), en de toegang tot de bouwplaats. Het uitvoerend montagepersoneel wordt geleid door een verantwoordelijke welke eveneens de coordinatie met de aannemer ter plaatse verzorgt en onderworpen is aan de algemene bouwplaatsreglementen. 22.3.4.2 Montagedocumenten en voorbereidende werkzaamheden De montage en de verankering van de elementen moet gebeuren volgens de detailtekeningen van de fabrikant, volgens de studie die de aannemer verplicht uitvoerde. De uitvoerder van de montage moet, in verband met de uitvoering van zijn opdracht, over de nodige documenten en gegevens beschikken; o.a. : 1. De algemene plannen van het werk en de aanduiding van de merkpunten en de hoogtepeilen 2. De schema’s van de machines, torenkranen of mobiele kranen, met opgave van hun hefcapaciteit en inplanting t.o.v. de ruwbouw 3. De schema's met de te gebruiken toegangen en aangewezen rijwegen voor kranen en vrachtwagens, waarbij de aandacht dient gevestigd te worden op ondergrondse leidingen, riolen, kelders, kabels, enz. 4. Plannen (eventueel topografische) met alle basispunten noodzakelijk voor de montage zoals: aanzet-niveaus van de elementen, bouwlaag-niveaus, referentie- en uitlijningspunten, enz.. De gegevens voor punten 1 t.e.m. 4 worden verstrekt door de algemene aannemer. 5. De specifieke montageplannen en voorschriften, de karakteristieken per element zoals lengte, breedte, gewicht, type, codenummer enz. en de lijst met de te gebruiken toebehoren voor bevestiging en/of verbindingen. Ook alle gegevens en voorschriften noodzakelijk tijdens het voorlopig schoren en/of aanbrengen van een voorlopige bevestiging. 22.3.4.3 Montage der elementen en bevestiging De algemene aannemer stelt de infrastructuur en de al bestaande constructies ter beschikking van de montageonderneming. Deze constructies moeten in staat zijn de acties en sollicitaties op te nemen, veroorzaakt door de montage van de geprefabriceerde elementen. Op elk ogenblik moeten voldoende veiligheidsmaatregelen genomen worden om de stabiliteit van de elementen te verzekeren, zowel tijdens als na de montage. Uitdrukkelijk wordt gewezen op de veiligheidsmaatregelen bij voorlopige bevestiging; m.a.w. verankeringen aangebracht vóór de definitieve bevestiging.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 66
Alle gebruikte hulpmiddelen voor opspieën of bescherming dienen zodanig ontworpen dat ze geen vlekken of andere beschadigingen aan de elementen veroorzaken. Alle definitieve verbindingen tussen elementen dienen overeenkomstig de plannen en de voorschriften uitgevoerd te worden en nagezien door het werkbestuur (mortelvulling, betonneren na plaatsing der verbindingsstaven, injecteren, opvoegen, lassen, vastschroeven of losvijzen van bouten, enz.). Deze verbindingen kunnen in onderling akkoord uitgevoerd worden door de algemene aannemer of door de uitvoerder van de montage. In elk geval dienen deze prestaties en hun verantwoordelijkheden op voorhand vastgelegd te worden. Alle mechanische en definitieve verbindingen die in de tijd kunnen onderhevig zijn aan corrosie zullen uitgevoerd worden in roestvrij staal kwaliteit: AIS 316Ti. 22.3.4.4 Speciale voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van vorstschade na montage De aannemer neemt alle noodzakelijke maatregelen om ijsvorming in uitsparingen, opgietbuizen en ophefpunten te voorkomen. Water plus vorst (ijsvorming) in deze uitsparingen kan leiden tot ernstige vriesschade aan beton rondom deze sparingen. Dergelijke beschadigingen zijn groot en onvoorspelbaar in afmetingen; en zijn in het algemeen niet onzichtbaar te herstellen. De aannemer zal onmiddellijk na de montage alle holten die water kunnen bevatten (bvb. hijsopeningen) vakkundig opgieten met krimpvrije mortel. 22.3.4.5 Regeling en uitlijning van de elementen In het algemeen wordt een eerste grof-regeling uitgevoerd tijdens de montage der elementen waardoor een voorlopige uitlijning ontstaat. Achteraf kan een fijnregeling volgen samen met de definitieve verbinding, zoals aangegeven op de plannen. Speciale aandacht dient door de uitvoerder van de montage te worden besteed aan de volgende punten: Na elke montagefase doet de montageconducteur, samen met de algemene aannemer, een controle van de regeling der elementen. Deze controle geldt als aanvaarding vooraleer verdere uitvoeringswerken aan te vatten. Indien er zich onvoorziene moeilijkheden voordoen, dient de klant tijdig gewaarschuwd te worden, zodat nog een alternatief kan worden uitgewerkt. 22.3.4.6 Plaatsingstoleranties Tijdens de plaatsing moet men zoveel mogelijk de fabricagetoleranties opheffen. Tenzij strengere voorwaarden gesteld worden, gelden de volgende toelaatbare plaatsingsafwijkingen: - inplanting: ± 5 mm ; - verticaliteit: ± 1 mm/m met een maximum van 5 mm per element; - horizontaliteit: ± 5 mm ; - voegbreedte: ± 5 mm. 22.3.4.7 Voegen De voegen moeten gedimensioneerd en uitgevoerd worden in overeenstemming met de voorschriften van de STS 56.1 "Dichtingskitten voor gevels". 22.3.5 Keuring De geprefabriceerde elementen worden een eerste maal gekeurd als ze op de werf toekomen en een tweede maal na plaatsing. Elementen die op duidelijke en in ernstige mate niet voldoen aan de voorschriften zoals die beschreven staan in de PTV 21-601 moeten hersteld worden.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 67
22.3.6 Herstellingen op de werf van beschadigingen De herstelde elementen beantwoorden aan dezelfde eisen en specificaties die voor de andere elementen gelden. 22.3.7 Tijdelijke bescherming (tot de oplevering) De aannemer zorgt voor de bescherming van de elementen tegen alle risico's van vervuiling en beschadiging. De gebruikte materialen voor de bescherming mogen geen blijvende negatieve invloed veroorzaken op de elementen. 22.3.8 Reiniging Elke bevuiling moet voorkomen worden. Indien dit toch gebeurt, dient deze onmiddellijk met behulp van zuiver water verwijderd te worden. Elke bevuiling die op het einde van de montage overblijft, wordt op last van de aannemer weggenomen (door gespecialiseerde arbeiders). Bij controle voor de voorlopige oplevering worden alle stukken door de hoofdaannemer gereinigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade en bevuiling na plaatsing van de prefabelementen. 22.3.9 Nabehandeling en bescherming op lange termijn Op de elementen in architectonisch beton wordt een oppervlaktebeschermingsproduct aangebracht dat het esthetisch aspect van de elementen niet benadeelt. Het is UV-bestendig en aangepast aan de compositie en de afwerking van het beton. De gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen van het oppervlaktebeschermingsproduct zullen aan de bouwheer overhandigd worden. Het oppervlaktebeschermingsproduct wordt systematisch op alle zichtbare vlakken aangebracht, die op voorhand gereinigd moeten worden. De toepassing moet gebeuren volgens de technische fiche van het product. Deze nabehandeling is een aannemingslast en dient in de eenheidsprijzen te zijn inbegrepen. 22.3.10 Anti graffiti behandeling Alle zichtbare vlakken worden door een gespecialiseerde firma behandeld tegen graffitis. De toepassing moet gebeuren volgens de technische fiche van het product. Te behandelen elementen: Deze anti graffiti behandeling is een aannemingslast en dient in de eenheidsprijzen te zijn inbegrepen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 68
HOOFDSTUK X. SIGNALISATIE 1. VERTICALE VERKEERSTEKENS 1.1.2. Uitvoering Plaats, hoogte, type en aantal van de verkeerstekens worden bepaald door de politie, in opdracht van het Bestuur. De aannemer dient deze gegevens tijdig aan te vragen en het Bestuur beschikt over 30 kalenderdagen om deze te verstrekken. 1.12 Anti-parkeerpalen 1.12.2 diamantkoppaal in kringloopmateriaal 1.12.2.1 Beschrijving De trottoirpaal behelst : het leveren van de wegneembare constructie met bijhorende grondbuis, ontgrendelingsslot, alle nodige grondwerken, de nodige opbraak en het aanpassen van bestaande en nieuwe verharding het leveren van plaatsen in de zandcementfundering inbegrepen de nodige ankerpinnen tegen het verticaal uitschuiven de reflectorbanden, inox plaat met ingebrande folie klasse 3 Materialen De wegneembare trottoirpaal is achthoekig met vierkante voet en rondekop (145 x 145) De kleur van de trottoirpalen is (antraciet) zwart De verschillende plastic-soorten voor de samenstelling van de palen zijn gekend en opgegeven door de leverancier Het slot bestaat uit een roestvaste stalen zeskant kop M 10 De vaste trottoirpaal is vierkant 145 x 145 en heeft een diamantkop De reflectorplaat is 350 x 120 x 2 : wit-rood-wit voor de wegneembare en geel voor de vaste trottoirpalen. 4.2.1.2. Uitvoering Plaats en aantal trottoirpalen worden aangeduid door de leidende ambtenaar. De palen werden diagonaal geplaatst (zie detail plaatsing) De palen zijn minimum 75 cm hoog, te meten vanaf het maaiveld. De bevestigingen van de inox plaat zijn roestvrij antidiefstalschroeven (8 stuk/plaat) 4.2.2. Meetmethode De trottoirpalen worden gemeten per stuk met inbegrip van alle bijkomende werken en reflectoren. De sleutel voor de ontgrendeling is begrepen in de prijs van de wegneembare trottoirpalen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 69
3 OVERIGE TECHNISCHE BEPALINGEN INZAKE SIGNALISATIE EN WERFSIGNALISATIE 3.7 Betaling werfsignalisatie De werfsignalisatie is een aannemingslast. De tijdelijke omleiding van welke aard ook voor alle verkeer vormt een aannemingslast.
HOOFDSTUK XI. GROENAANLEG EN GROENONDERHOUD WERKEN 2. GRONDBEWERKINGEN 2.2 Beschrijvingen 2.2.2 Diepspitten In afwijking van het standaardbestek 250 3.1, gebeurt het spitten tot op een diepte van 25 cm, met inbegrip van de onmiddellijke verwijdering binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoer en het wegbrengen buiten het openbaar domein van alle aangetroffen stenen met een afmeting van meer dan 50 mm, afval en grove plantaardige resten. Het onkruid of de zode wordt minstens 0.15 m diep ondergewerkt. 3. VERWERKEN VAN TEELAARDE EN ANDERE BODEMSUBSTRATEN 3.1 Verwerken van teelaarde Het verwerken van teelaarde omvat het spreiden, het profileren en het licht verdichten ervan, met inbegrip van het wegnemen van alle aangetroffen stenen met een afmeting van meer dan 50 mm, afval en grove plantaardige resten. Door het verwerken van teelaarde mag de waterindringing en de structuur van de teelaarde niet aangetast worden. Alle vreemde stoffen, stenen, glas, enz.; dienen verzameld en van het terrein verwijderd te worden. Deze afvalstoffen worden eigendom van de aannemer. Alvorens de teelaarde aan te brengen, dienen de wanden en de bodem van de machinaal gemaakte plantvakken voor bomen, losgemaakt te worden. Het mengen van de teelaarde met de grond/zand gebeurt t.p.v. waar het mengsel verwerkt zal worden. - t.p.v. boomplantgaten 1x1x1m zal de teelaarde worden gemengd met aanwezige grond/zand en dit in verhouding 50 % teelaarde - 50 % grond/zand uit depot. Na menging wordt deze "bomengrond" verwerkt in de boomplantgaten. - Voor het aanplanten van het struikgewas dient compost verwerkt te worden in de plantzones 3.2. Meetmethode voor hoeveelheden De gespreide lagen teelaarde worden in m² gemeten; het vullen van de plantgaten van de hoogstammen wordt in een afzonderlijke post vermeld. Het verwerken van teelaarde omvat het leveren en verwerken van teelaarde. 3.1.1.2 Uitvoering De teelaarde wordt verwerkt overeenkomstig de desbetreffende wets- en reglementbepalingen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 70
3.1.3 Controles De controles omvatten: - de voorafgaande technische keuring van de materialen, De teelaarde zal vooraf ter goedkeuring worden voorgelegd aan de leidende ambtenaar, die, in geval van twijfel op kosten van de aannemer beproevingen zal uitvoeren. 3.1.3.1 Aanvaarding of weigering Ingeval van afwijking van de gestelde textuureisen wordt de teelaarde geweigerd. Afwijkingen van de humustoestand tot 0,5 % onder het gestelde minimum volgens 3.4.2 kunnen aanvaard worden mits compensatie van deze afwijking door bijlevering, op kosten van de aannemer, van 40 kg GFT- of groencompost per m³ te leveren teelaarde die na het uitspreiden 15 cm diep homogeen vermengd wordt met de toplaag. 4 TOEPASSEN VAN FYTOFARMACEUTISCHE PRODUCTEN 4.2.1 Materialen Nadat men geplant en/of gezaaid heeft, is, tenzij anders vermeld en mits uitdrukkelijke toestemming van de leidende ambtenaar, scheikundige onkruidverdelging NIET toegelaten tijdens de waarborgperiode. 4.2.3 Meetmethode voor hoeveelheden Gebruik van fytofarmaceutische producten is verboden tijdens de onderhoudsperiode, tenzij na toelating door de leidende ambtenaar. 5 VERWERKEN VAN BODEMVERBETERINGSMIDDELEN 5.2.1 Materialen De materialen zijn meststoffen volgens 3-62. 5.2.2 Uitvoering Het te gebruiken bodemverbeteringsmiddel is groencompost. Het wordt ingewerkt naar rato van 1 m³/are op de vlakken van bermen en beplantingsvakken en grasvlakken. 5.3 Meetmethode voor hoeveelheden. De bodemverbeteringsmiddelen worden gerekend per m³. 6 VERWERKEN VAN MESTSTOFFEN 6.2.1 Materialen De materialen zijn meststoffen volgens 3-61.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 71
6.2.2 Uitvoering A.
Basisbemesting:
De anorganische meststof NPK 15/9/15 wordt aangebracht en ingewerkt aan 5 kg/are na het spitten en afdekken met teelaarde. De meststoffen worden ingefreesd tot een diepte van 15 cm. B.
Onderhoudsbeurten.
De anorganische meststof NPK 15/9/15 + 3 MgO wordt tijdens de voorziene eerste onderhoudsbeurt verspreid aan 2 kg/are. 6.3 Meetmethode voor hoeveelheden. De meststoffen worden gerekend per are. 8 AANLEG VAN GRAZIGE VEGETATIE EN GRASMATTEN 8.4. Aanleg van grasmatten door bezaaiing 8.4.1.1 Materialen De materialen zijn: - zaden volgens 3-63. 8.4.1.2 Kenmerken van de uitvoering De grasmatten moeten vrij van onkruiden en ongewenste grassen zijn. 8.4.1.3 wijze van uitvoering 8.4.1.3.A BEWERKINGEN BIJ HET ZAAIEN 8.4.1.3.A1 Bewerkingen voor het zaaien op andere gronden dan bermen en taluds langs wegen. ( speelweides ) Machinale bewerkingen zijn slechts toegestaan wanneer geen sporen van machines zichtbaar blijven. Bij het rollen mogen de profielen niet gewijzigd worden en de profilering dient zodanig uitgevoerd te worden dat geen water blijft staan. Voor het diepspitten, leveren, spreiden en infrezen van de basisbemesting zijn afzonderlijke posten voorzien. Alle andere werken zijn inbegrepen in de post “ aanleg grasmatten “. 8.4.1.3.A2 Bewerkingen voor het zaaien op bermen en taluds langs wegen. Het graszaad wordt kruiselings en aan een hoeveelheid van 3 kg/are over het terrein ingezaaid. De zaden worden met een dubbele hoeveelheid ingezaaid langs de randen. 8.4.1.3.B BEWERKINGEN NA HET ZAAIEN De bewerkingen na het zaaien omvatten de eerste twee maaibeurten en het afranden van de grasmatten volgens 13.3 bij de tweede maaibeurt. Bij droog en/of schraal weer dienen de nodige maatregelen genomen te worden door de aannemer om het zaad of het jonge gras te beschermen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 72
Ook moet de aannemer de nodige maatregelen treffen om het te vroeg betreden van het gras tegen te gaan. Beide maaibeurten omvatten in volgorde: - het slechten van molshopen; - het verzamelen en verwijderen buiten het terrein van alle aangetroffen stenen met een afmeting van meer dan 20 mm, afval en grove plantaardige resten; - De eerste maaibeurt wordt uitgevoerd als het gras 8 cm hoogte heeft. - het inkorten van het gras met grasmaaimachines die het gras met een mes afsnijden, zodanig dat over de hele grasmat een gelijkmatige hoogte van 3 tot 5 cm verkregen wordt zonder dat de grasmat en de erin voorkomende bomen, heesters, palen, enz. beschadigd worden; - het verzamelen en het verwijderen buiten het terrein van het maaisel onmiddellijk na het inkorten van het gras. Het gras wordt een tweede keer gemaaid wanneer het 10 tot 15 cm hoog is. De aannemer deelt minstens twee werkdagen op voorhand de aanvangsdatum mee. 8.4.2 Meetmethode voor hoeveelheden De aangelegde grasmatten worden opgemeten in m². 8.4.3 Controles Het aanvaarden door de leidende ambtenaar van het geleverde graszaad ontslaat de aannemer niet van alle verdere verantwoordelijkheid voor wat betreft een normale opkomst en groei van het gras na het zaaien. 8.4.4 Specifieke kortingen wegens minderwaarde Er worden geen specifieke kortingen toegestaan. 8.4.5 Herstellingswerken De aannemer is verplicht bij slechte opkomst van het gras een herbezaaiing uit te voeren, indien mogelijk binnen hetzelfde zaaiseizoen, of in de eerstvolgende gunstige periode. In functie van de weersomstandigheden mag mits toestemming van de leidende ambtenaar ook in de tussenperiode herzaaid worden. De aannemer is tevens verplicht kale plekken en/of plekken in de grasmat waar te veel vreemde grassen voorkomen, terug in te zaaien, na verwijdering van de vreemde grassen en onkruiden, of te herstellen door bezoding. Hij is hiertoe verplicht gedurende de gehele waarborg- en onderhoudsperiode van 1 jaar tot de definitieve oplevering. 9 AANLEG VAN KRUIDACHTIGE VEGETATIES 9.4 Aanleg door aanplanting met uitzondering van helm 9.4.1 Beschrijving Het aanplanten van kruidachtige gewassen omvat: - het graven van de plantputten; - het planten; - het begieten.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 73
9.4.1.1 Materialen De materialen zijn: - kruidachtige gewassen volgens 3-67; - begietingswater. 9.4.1.2 Uitvoering 9.4.1.2.A GRAVEN VAN PLANTPUTTEN Binnen de plantvakken worden de planten oordeelkundig gespreid volgens de gegevens van de opdrachtdocumenten. De plantputten worden gegraven met afmetingen die minstens 10 % groter zijn dan de afmetingen van de container of de pot. 9.4.1.2.B PLANTEN Kruidachtige gewassen worden aangeplant tijdens het gunstige plantseizoen, namelijk van 15 september tot en met 15 mei. Het planten is niet toegestaan wanneer het vriest, als de grond niet geheel vorstvrij is of indien er water in de plantput staat. De geleverde kruidachtige gewassen worden beschermd tegen nadelige weersomstandigheden. Indien de kruidachtige gewassen op het werk worden opgeslagen in transportcontainers, moet broei en andere schade voorkomen worden. Na het verwijderen van de container of de pot wordt het kruidachtig gewas zó in de plantput geplaatst dat de groeipunten zich op het niveau van het maaiveld bevinden. Biodegradeerbare containers of potten worden niet verwijderd. Vervolgens wordt de plantput gevuld met grond voortkomende van het uitgraven ervan. Na het vullen van de plantput wordt de grond rond het aangeplante gewas goed aangedrukt. Na het planten worden de overtollige gronden en eventueel andere materialen voortkomende van het graven van de plantputten verzameld en verwerkt of buiten het openbaar domein gebracht volgens de voorschriften van de opdrachtdocumenten. Vervolgens wordt de grond tussen de kruidachtige gewassen geëffend, zonder de gewassen te beschadigen. 9.4.1.2.C BEGIETEN Telkens als een droogteperiode tijdens de uitvoeringstermijn en de onderhoudsperiode, de normale groei van de kruidachtige gewassen in het gedrang brengt, worden ze voldoende begoten met geschikt water. 9.4.2 Meetmethode voor hoeveelheden De kruidachtige gewassen worden opgemeten per stuk. 9.4.3 Controles De controles omvatten: de voorafgaande technische keuring van de kruidachtige gewassen, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend; de a posteriori uitgevoerde technische keuringen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 74
De a posteriori uitgevoerde technische keuringen omvatten: steekproefsgewijze of stelselmatige controles om na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; de jaarlijkse keuring van de gewassen aan het einde van elk groeiseizoen (d.i. van 16 augustus tot en met 30 september). Bij de jaarlijkse keuring wordt gecontroleerd of er kruidachtige gewassen dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. 9.4.5 Herstellingswerken of vervangingen De aannemer plant binnen de waarborgtermijn telkens tijdens ieder plantseizoen vóór 31 december volgend op de jaarlijkse keuring, zoals vermeld in 9.4.3, nieuwe passende gewassen aan ter vervanging van de gewassen die dood zijn, slecht opgekomen zijn of niet echt zijn. De vervangingen gebeuren op basis van het PV van vaststelling dat opgemaakt wordt door de leidend ambtenaar bij de jaarlijkse keuring. Alle voorwaarden en eisen inzake het aanplanten van kruidachtige gewassen zijn ook bij de vervangingen van toepassing. De voor de vervangingen te leveren materialen zijn onderworpen aan de voorafgaandelijk technische keuring, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend. Vóór de aanvang van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk zijn werkplanning mee aan de leidend ambtenaar. Binnen de drie dagen na het beëindigen van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk deze beëindiging mee aan de leidend ambtenaar. 10 AANLEG VAN HOUTACHTIGE VEGETATIE 3. AANPLANTEN VAN HOUTACHTIGE GEWASSEN 3.1.1.
Materialen - materialen voor boomsteunen volgens 3-65
3.1.2.5. Planten. Houtachtige gewassen worden aangeplant tijdens het eerste gunstige plantseizoen binnen de uitvoeringstermijn. Volgende plantperioden komen daarvoor in aanmerking : Planten met naakt wortelgestel : van 1 november tot en met 15 april Alle kluit- en containerplanten : van 15 september tot en met 15 mei De tijd tussen het graven van de plantputten en het planten is zo kort mogelijk. De aanbestedende overheid wordt minstens twee werkdagen op voorhand van elke levering verwittigd. Het planten is niet toegestaan wanneer het vriest, als de grond bevroren is of indien er water in de plantput of plantsleuf staat. Het houtachtig gewas wordt zo in de plantput of de plantsleuf geplaatst dat de wortelhals zich in het midden ervan bevindt en enigszins boven het maaiveld uitsteekt. Van de houtachtige gewassen met kluit wordt het materiaal tot behoud van de kluit losgemaakt, nadat de kluit in de plantput of de plantsleuf is geplaatst. Niet verteerbaar materiaal wordt verwijderd.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 75
Bij containerplanten wordt de container of de pot net voor het planten verwijderd. Bij het planten wordt de plantput of de plantsleuf stelselmatig aangevuld met teelaarde of met grond voortkomende van het uitgraven en eventueel verbeterd met een bodemverbeteringsmiddel. De teelaarde of de grond wordt tijdens het aanvullen gelijkmatig aangedrukt. Het houtachtig gewas wordt lichtjes geschud om een aanaarding zonder holten te verkrijgen. Hierbij worden alle aangetroffen stenen met een afmeting van meer dan 50 mm. , afval en grove plantaardige resten uit de aangewende grond of teelaarde verwijderd. 3.1.2.7. Begieten. Telkens een droogteperiode tijdens de uitvoeringstermijn de normale groei van de hout achtige gewassen in het gedrang brengt, worden ze voldoende begoten met geschikt water, d.w.z. water dat geen stoffen bevat die de groei remmen. 3.2. Meetmethode voor hoeveelheden De onderscheiden houtachtige gewassen worden opgemeten per stuk. 3.3. Controles Het aanplanten van houtachtige gewassen wordt onderworpen aan a posteriori uitgevoerde technische keuringen. Deze a posteriori uitgevoerde technische keuringen omvatten;
steekproefsgewijze of stelselmatige controles, naarmate de aanplanting van houtachtige gewassen vordert, teneinde na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is. Inzonderheid worden de afmetingen van de plantputten gecontroleerd;
de jaarlijkse controle van de houtachtige gewassen aan het einde van elk groeiseizoen (d.i. van 16 augustus tot en met 30 september).
10.3. Aanplanten van bomen 10.3.1 Beschrijving Het aanplanten van bomen omvat: de inkuiling; voorbereidende werken; het graven van plantputten 1m x 1m x 1m ; plaatsen van spiraalvormige drainagebuis diam. 80 cm, 4 lm per boom incl. afsluitkappen het plaatsen van telkens 2 boompalen per boom; de tak- en wortelsnoei; het planten; het vullen van de plantputten met de voorgeschreven teelaarde en bodemverbeteringsmiddelen; het aanbinden der bomen; het plaatsen van flexibel wortelgeleidingssysteem volgens 9.19 het begieten.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 76
10.3.1.1 Materialen De materialen zijn: bomen volgens 3-66; teelaarde volgens 3-4.2; bodemverbeteringsmiddelen volgens 3-62; begietingswater. 10.3.1.2.D PLANTEN Bomen worden aangeplant tijdens het plantseizoen. Volgende plantperioden komen in aanmerking: - bomen met kluit en in container: van 15 september tot en met 15 mei De tijd tussen het graven van de plantputten en het planten is zo kort mogelijk. Het planten is niet toegestaan wanneer het vriest, als de grond niet geheel vorstvrij is of indien er water in de plantput staat. Eventueel specifiek vereiste weers- en terreinomstandigheden worden aangegeven in de aanbestedingsdocumenten. De boom wordt zo in de plantput geplaatst dat de wortelhals zich in het midden ervan bevindt en enigszins boven het maaiveld uitsteekt. Van de bomen met (draad)kluit wordt het materiaal tot behoud van de kluit losgemaakt en omgeplooid, nadat de kluit in de plantput geplaatst is en de plantput voor de helft aangevuld is. Bij containerplanten wordt de container of de pot net voor het planten verwijderd. Bij het planten wordt de plantput stelselmatig aangevuld met teelaarde of met grond voortkomende van het uitgraven en eventueel verbeterd met een bodemverbeteringsmiddel. De teelaarde of de grond worden tijdens het aanvullen gelijkmatig aangedrukt. Na het planten worden de overtollige gronden voortkomende van het graven van de plantputten verzameld en verwerkt of buiten het openbaar domein gebracht. Vervolgens wordt de grond geëffend, zonder de bomen te beschadigen. Er mag niet tot het planten worden overgegaan zonder voorafgaandelijk keuring der planten door de leidende ambtenaar. 10.3.3 Controles De voorafgaande technische keuring sluit de verantwoordelijkheid van de aannemer niet uit, wat betreft hergroei en soortechtheid. De afgekeurde planten worden op kosten van de aannemer onmiddellijk van de werf verwijderd en vervangen door conform plantmateriaal. Dit mag geenszins vertraging in uitvoering tot gevolg hebben. De controles omvatten: de voorafgaande technische keuring van de bomen, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend; de a posteriori uitgevoerde technische keuringen. De a posteriori uitgevoerde technische keuringen omvatten: steekproefsgewijze of stelselmatige controles, om na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; voornamelijk de afmetingen van de plantputten worden gecontroleerd; de jaarlijkse keuring van de gewassen aan het einde van elk groeiseizoen (d.i. van 16 augustus tot en met 30 september) Bij de jaarlijkse keuring wordt gecontroleerd of er bomen dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. 10.3.4 Specifieke kortingen wegens minderwaarde Er worden geen specifieke kortingen toegestaan.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 77
10.3.5 Herstellingswerken of vervangingen De aannemer plant binnen de waarborgtermijn telkens tijdens ieder plantseizoen vóór 31 december volgend op de jaarlijkse keuring, zoals vermeld in 10.3.3, nieuwe bomen aan ter vervanging van de bomen die dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. De vervangingen gebeuren op basis van het PV van vaststelling dat opgemaakt wordt door de leidend ambtenaar bij de jaarlijkse keuring. Alle voorwaarden en eisen inzake het aanplanten van bomen zijn ook bij de vervangingen van toepassing, uitgenomen het aanvullen van de plantput. Dit gebeurt met grond voortkomende van het uitgraven. De voor de vervanging te leveren materialen zijn onderworpen aan de voorafgaande technische keuring, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend. Vóór de aanvang van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk zijn werkplanning mee aan de leidend ambtenaar. Binnen de drie dagen na het beëindigen van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk deze beëindiging mee aan de leidend ambtenaar. De aannemer is er tevens toe gehouden steunstaken en bindsels die gebroken of verdwenen zijn of in slechte staat verkeren tijdens de waarborg- en onderhoudsperiode te vervangen op zijn kosten, en dit uiterlijk binnen de week na vaststelling ervan of na verwittiging door de leidende ambtenaar. 10.4 Aanplanten van hagen 10.4.1 Beschrijving Het aanplanten van hagen omvat: de inkuiling; het graven van plantsleuven; de tak- en wortelsnoei; het plaatsen van steunstaken en bindsels het planten; het begieten. 10.4.1.1 Materialen De materialen zijn: haagplantsoen volgens 3-66; teelaarde volgens 3-4.2; bodemverbeteringsmiddelen volgens 3-62; begietingswater. 10.4.1.2 Uitvoering 10.4.1.2.D PLANTEN Hagen worden aangeplant tijdens het plantseizoen. Volgende plantperioden komen in aanmerking: - planten met naakt wortelgestel: van 1 november tot en met 15 april: - alle kluit- en containerplanten: van 15 september tot en met 15 mei. De tijd tussen het graven van de plantputten en het planten is zo kort mogelijk. Het planten is niet toegestaan wanneer het vriest, als de grond niet geheel vorstvrij is of indien er water in de plantput of plantsleuf staat. Eventueel specifiek vereiste weers- en terreinomstandigheden worden aangegeven in de aanbestedingsdocumenten. De haagplanten worden zo in de plantsleuf geplaatst dat de wortelhals zich in het midden ervan
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 78
bevindt en enigszins boven het maaiveld uitsteekt. Van de haagplanten met kluit wordt het materiaal tot behoud van de kluit losgemaakt en opengelegd, nadat de kluit in de plantput is geplaatst en de plantput voor de helft aangevuld is. Niet verteerbaar materiaal wordt verwijderd. Bij containerplanten wordt de container of de pot net voor het planten verwijderd. Bij het planten wordt de plantput of de plantsleuf stelselmatig aangevuld met teelaarde (indien voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten) of met grond voortkomende van het uitgraven van de plantsleuf, eventueel verbeterd met een bodemverbeteringsmiddel (indien voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten). De teelaarde of de grond worden tijdens het aanvullen gelijkmatig aangedrukt. Haagplanten met naakt wortelgestel worden lichtjes opgeschud om een aanaarding zonder holten te verkrijgen. Na het planten worden de overtollige gronden en eventueel andere materialen voortkomende van het graven van de plantsleuven verzameld en verwerkt of buiten het openbaar domein gebracht. Vervolgens wordt de grond tussen het haagplantsoen geëffend, zonder de planten te beschadigen. Er mag niet tot het planten worden overgegaan zonder voorafgaandelijk keuring der planten door de leidende ambtenaar. 10.4.3 Controles De voorafgaande technische keuring sluit de verantwoordelijkheid van de aannemer niet uit, wat betreft hergroei en soortechtheid. De controles omvatten: de voorafgaande technische keuring van de haagplanten, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend; de a posteriori uitgevoerde technische keuringen. De a posteriori uitgevoerde technische keuringen omvatten: steekproefsgewijze of stelselmatige controles om na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; voornamelijk de afmetingen van de plantputten worden gecontroleerd; de jaarlijkse keuring van de gewassen aan het einde van elk groeiseizoen (d.i. van 16 augustus tot en met 30 september) . Bij de jaarlijkse keuring wordt gecontroleerd of er haagplanten dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. 10.4.4 Specifieke kortingen wegens minderwaarde Er worden geen specifieke kortingen toegestaan. 10.4.5 Herstellingswerken of vervangingen De aannemer plant binnen de waarborgtermijn telkens tijdens ieder plantseizoen vóór 31 december volgend op de jaarlijkse keuring, zoals vermeld in 10.4.3, nieuwe haagplanten aan ter vervanging van de haagplanten die dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. De vervangingen gebeuren op basis van het PV van vaststelling dat opgemaakt wordt door de leidend ambtenaar bij de jaarlijkse keuring. Alle voorwaarden en eisen inzake het aanplanten van haagplanten zijn ook bij de vervangingen van toepassing, uitgenomen het aanvullen van de plantput. Dit gebeurt met grond voortkomende van de uitgraving .De voor de vervanging te leveren materialen zijn onderworpen aan de voorafgaande technische keuring, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 79
Vóór de aanvang van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk zijn werkplanning mee aan de leidend ambtenaar. Binnen de drie dagen na het beëindigen van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk deze beëindiging mee aan de leidend ambtenaar. De aannemer is er tevens toe gehouden steunstaken en bindsels die gebroken of verdwenen zijn of in slechte staat verkeren tijdens de waarborg- en onderhoudsperiode te vervangen op zijn kosten, en dit uiterlijk binnen de week na vaststelling ervan of na verwittiging door de leidende ambtenaar. 10.6 Aanplanten van heesters 10.6.1 Beschrijving Het aanplanten van heesters omvat: de inkuiling; het graven van plantputten; de tak- en wortelsnoei; het planten; het begieten. 10.6.1.1 Materialen De materialen zijn: heesters volgens 3-66.2; teelaarde volgens 3-4.2; bodemverbeteringsmiddel volgens 3-62; begietingswater. 10.6.1.2 Uitvoering 10.6.1.2.D PLANTEN Heesters worden aangeplant tijdens het plantseizoen. Volgende plantperioden komen in aanmerking: - planten met naakt wortelgestel: van 1 november tot en met 15 april; - alle kluit- en containerplanten: van 15 september tot en met 15 mei. De tijd tussen het graven van de plantputten en het planten is zo kort mogelijk. De aanbestedende overheid wordt minstens twee werkdagen op voorhand van elke levering verwittigd. Het planten is niet toegestaan wanneer het vriest, als de grond niet geheel vorstvrij is of indien er water in de plantput of plantsleuf staat. Eventueel specifiek vereiste weers- en terreinomstandigheden worden aangegeven in de aanbestedingsdocumenten. De heester wordt zo in de plantput of de plantsleuf geplaatst dat de wortelhals zich in het midden ervan bevindt en enigszins boven het maaiveld uitsteekt. Van de heesters met kluit wordt het materiaal tot behoud van de kluit losgemaakt, nadat de kluit in de plantput of de plantsleuf is geplaatst. Niet verteerbaar materiaal wordt verwijderd. Bij containerplanten wordt de container of de pot net voor het planten verwijderd. Biodegradeerbare containers of potten worden mee aangeplant. Bij het planten wordt de plantput of de plantsleuf stelselmatig aangevuld met teelaarde (indien voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten) of met grond voortkomende van het uitgraven en eventueel verbeterd met een bodemverbeteringsmiddel (indien voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten). De teelaarde of de grond wordt tijdens het aanvullen gelijkmatig aangedrukt. De heester wordt lichtjes opgeschud om een aanaarding zonder holten te verkrijgen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 80
Na het planten worden de overtollige gronden voortkomende van het graven van de plantputten verzameld en verwerkt of buiten het openbaar domein gebracht; vervolgens wordt de grond tussen de heesters geëffend, zonder de gewassen te beschadigen. Er mag niet tot het planten worden overgegaan zonder voorafgaandelijk keuring der planten door de leidende ambtenaar. 10.6.2 Meetmethode voor hoeveelheden De onderscheiden heesters worden opgemeten per stuk. Er zijn aparte posten voorzien voor het leveren van teelaarde en bodemverbeteringsmiddelen, zo het gebruik ervan is voorgeschreven in de aanbestedingsdocumenten. 10.6.3 Controles De voorafgaande technische keuring sluit de verantwoordelijkheid van de aannemer niet uit, wat betreft hergroei en soortechtheid. De controles omvatten: de voorafgaande technische keuring van de heesters, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend; de a posteriori uitgevoerde technische keuringen. De a posteriori uitgevoerde technische keuringen omvatten: steekproefsgewijze of stelselmatige controles om na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; voornamelijk de afmetingen van de plantputten worden gecontroleerd; de jaarlijkse keuring van de gewassen aan het einde van elk groeiseizoen (d.i. van 16 augustus tot en met 30 september) Bij de jaarlijkse keuring wordt gecontroleerd of er heesters dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. 10.6.4 Specifieke kortingen wegens minderwaarde Er worden geen specifieke kortingen toegestaan. 10.6.5 Herstellingswerken of vervangingen De aannemer plant binnen de waarborgtermijn telkens tijdens ieder plantseizoen vóór 31 december volgend op de jaarlijkse keuring, zoals vermeld in 10.6.3, nieuwe heesters aan ter vervanging van de heesters die dood, slecht opgekomen of niet-echt zijn. De vervangingen gebeuren op basis van het PV van vaststelling dat opgemaakt wordt door de leidend ambtenaar bij de jaarlijkse keuring. Alle voorwaarden en eisen inzake het aanplanten van heesters zijn ook bij de vervangingen van toepassing, uitgenomen het vullen van de plantput. Dit gebeurt met grond voortkomende van het uitgraven ervan. De voor de vervanging te leveren materialen zijn onderworpen aan de voorafgaande technische keuring, waarvoor een keuringsaanvraag wordt ingediend. Vóór de aanvang van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk zijn werkplanning mee aan de leidend ambtenaar. Binnen de drie dagen na het beëindigen van de vervangingswerken deelt de aannemer schriftelijk deze beëindiging mee aan de leidend ambtenaar. De aannemer is er tevens toe gehouden steunstaken en bindsels die gebroken of verdwenen zijn of in slechte staat verkeren tijdens de waarborg- en onderhoudsperiode te vervangen op zijn kosten, en dit uiterlijk binnen de week na vaststelling ervan of na verwittiging door de leidende ambtenaar.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 81
12. AANLEG VAN BIJ GROENAANLEG BEHORENDE CONSTRUSTIES 10.1 Boompaalconstructies 12.1.1 Beschrijving Het aanbrengen van boompaalconstructies omvat: - het plaatsen van boompalen en het aanbinden van bomen. 12.1.1.1 Materialen De materialen zijn: - materialen voor boomsteunen volgens 3-65.2 ( Kastanjehouten boompalen ) 12.1.1.2 Uitvoering Er dienen 2 boompalen per boom geplaatst te worden. De boompalen worden aangebracht voordat de boom in de plantput gebracht wordt. Alle boompalen worden 100 cm onder het maaiveld in de vaste grond gedreven, na voorboren en zonder de kop te beschadigen. Bij bomen voorgeschreven met kluit of in container wordt rekening gehouden met de afmetingen van de kluit of de container. Bij drie boompalen per boom worden de palen – indien het gaat om een bomenrij – op één lijn met de bomenrij geplaatst. De boompalen worden zodanig aangebracht dat na het bevestigen van de boom de palen verticaal staan. De boompalen staan minimaal 10 cm verwijderd van de stam en moeten onder de onderste gesteltak van de boom blijven. De boom wordt onmiddellijk na het plaatsen met twee boombanden per boompaal vastgebonden in achtvorm en op een zodanige wijze dat een natuurlijke zetting mogelijk blijft. De bovenste boomband wordt op 5 cm van de kop van de boompaal aangebracht. De tweede boomband wordt 30 cm onder de bovenste boomband aangebracht. Per boomband wordt minstens één roestvrije nagel gebruikt. De drie boompalen dienen 10 cm onder het uiteinde verbonden te worden met behulp van halfrondhout van dezelfde diameter als de palen. 12.1.2 Meetmethode voor hoeveelheden De boompaalconstructies worden in rekening gebracht per boom. Alle bijbehorende kosten zoals onderhoudskosten zijn inbegrepen. 12.1.3 Herstellingswerken Iedere beschadiging van de boompaalconstructie wordt zonder verwijl hersteld, wat ook de oorzaak is. De aannemer is er tevens toe gehouden boompaalconstructie en bindsels die gebroken of verdwenen zijn of in slechte staat verkeren tijdens de waarborg- en onderhoudsperiode te vervangen op zijn kosten, en dit uiterlijk binnen de week na vaststelling ervan of na verwittiging door de leidende ambtenaar. 12.7 Haagsteun en haagversterking 12.7.1 Beschrijving Haagsteun en haagversterking omvat het aanbrengen van rondhouten palen en bedrading in haagbeplanting, inclusief het onderhoud ervan in de waarborgperiode.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 82
12.7.1.1 Materialen De materialen zijn: materialen zijn volgens 3-65.2 ( Kastanjehouten boompalen ) gladde, zwaar verzinkte, niet-geplastificeerde staaldraad, minimum diameter 3 mm, treksterkte minimum 700 N/mm², met toebehoren (spanners en krammen) vervaardigd uit hetzelfde materiaal; roestvrije stalen nagels. 12.7.1.2 Uitvoering 12.7.1.2.A BEPALINGEN VOOR HAAGSTEUN In de uit te voeren haagbeplantingen worden per rij steunpalen aangebracht. Voor haagversterking gebeurt dit in principe alleen in de buitenste rijen. De afstand tussen de rondhouten palen bedraagt hart op hart maximaal drie meter, tenzij anders gespecificeerd in de aanbestedingsdocumenten. De rondhouten palen worden aangebracht voordat de haagplanten in de plantsleuf aangebracht worden. De lengte van de palen bedraagt 150 cm de diameter bedraagt 8 cm. De palen worden 70 cm diep in de grond gedreven na voorboring. De kop mag in geen geval beschadigd worden. Bij het begin en het einde en bij alle hoekpunten worden de palen verstevigd met identieke schoren, die over een lengte van minimaal 60 cm in de grond worden gedreven onder een hoek van 35° en die met roestvrije stalen nagels aan de rechtopstaande palen worden bevestigd. De hoekpunten worden in beide trekrichtingen geschoord. Bij hagen vanaf een lengte van 60 m wordt om de 30 m een paal op dezelfde manier aan weerszijden met schoren verstevigd. 12.7.1.2.C HAAGSTEUN Aan de steunpalen worden voor het planten van de hagen aan één zijde van de rondhouten palen op minimaal twee hoogten leidraden bevestigd die gelijkmatig verdeeld worden over de hoogte van de haagsteun. Na het aanplanten van de haagplanten wordt aan de andere zijde van de rondhouten palen per hoogte een tweede leidraad bevestigd aan de palen. De bevestiging gebeurt met krammen. De draden worden door middel van spanners aangetrokken. Per draad wordt minimaal één spanner aangebracht. De afstand tussen de spanners bedraagt maximaal 30 m. Per hoogte zijn de leidraden ten opzichte van elkaar evenwijdig aangebracht op een zodanige wijze dat de haagplanten zich tussen de draden bevinden. Om de draden meer te spannen worden per hoogte de twee draden, halverwege tussen de palen, samengebonden met draad. 12.7.2 Meetmethode voor hoeveelheden De haagversterking en de haagsteun worden opgemeten in m per haag. 12.7.3 Herstellingswerken Iedere beschadiging, van welke aard ook, wordt zonder verwijl hersteld, wat ook de oorzaak mag zijn. Bij elke onderhoudsbeurt voor houtachtige vegetatie zullen de haagversterking en de haagsteun worden nagekeken en indien nodig aangespannen, rechtgezet, worden de beschadigde palen vervangen en desnoods worden de haagversterking en de haagsteun vernieuwd. De aannemer is er tevens toe gehouden haagversterking, haagsteun en bindsels die gebroken of verdwenen zijn of in slechte staat verkeren tijdens de waarborg- en onderhoudsperiode te vervangen op zijn kosten, en dit uiterlijk binnen de week na vaststelling ervan of na verwittiging door de leidende ambtenaar.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 83
12.8 versterking plantvak ter bescherming jonge plantjes. 12.8.1 Beschrijving Afsluitpalen rond beplantingsvlakken omvat het aanbrengen van rondhouten palen en bedrading op de grens van de beplantingsvlakken, inclusief het onderhoud ervan in de waarborgperiode. 12.8.1.1 Materiaal De materialen zijn: materialen zijn volgens 3-65.2 ( Kastanjehouten boompalen ) gladde, zwaar verzinkte, niet-geplastificeerde staaldraad, minimum diameter 3 mm, treksterkte minimum 700 N/mm², met toebehoren (spanners en krammen) vervaardigd uit hetzelfde materiaal; roestvrije stalen nagels. 12.8.1.2 Uitvoering De palen worden minimum 50 cm diep in de grond gedreven na voorboring tot de hoogte van 60 cm boven het maaiveld. Het betreft een draadafsluiting uit een horizontaal opgespannen gladde staaldraad aan de bovenzijde van de palen. Aantal binddraden : 1 Palen worden geplaatst : - op iedere hoek en bij iedere verandering van richting - bij rechte stukken om de 3 m. De afstand tussen de palen is maximaal 3.0 m. De draden worden handmatig gespannen en aan de bovenzijde van de palen vastgemaakt met behulp van roestvrij nagels of krammen. 12.8.2 Meetmethode voor hoeveelheden De haagversterking en de haagsteun worden opgemeten in m. 12.8.3 Herstellingswerken Iedere beschadiging, van welke aard ook, wordt zonder verwijl hersteld, wat ook de oorzaak weze. Bij elke onderhoudsbeurt voor houtachtige vegetatie zullen afsluitpalen worden nagekeken en indien nodig aangespannen, rechtgezet, worden de beschadigde palen vervangen en desnoods worden de afsluitpalen vernieuwd. De aannemer is er tevens toe gehouden afsluitpalen en bindsels die gebroken of verdwenen zijn of in slechte staat verkeren tijdens de waarborg- en onderhoudsperiode te vervangen op zijn kosten, en dit uiterlijk binnen de week na vaststelling ervan of na verwittiging door de leidende ambtenaar. 10.10 Wortelgeleiding en wortelwering 10.10.1 Beschrijving Wortelgeleiding en -wering omvat: - de plaatsing van de wortelgeleiding en -wering; - de werken die van voornoemde werken afhangen of ermee samenhangen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 84
10.10.1.1 Materialen De materialen zijn: - flexibel anti-wortelscherm volgens 3-13.2.1.8; - wortelgeleidingsplaten volgens 3-83. 10.10.1.2 Uitvoering De uitvoering gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant en volgens figuur TB 250 v3.1. 10.10.2 Meetmethode voor hoeveelheden De wortelgeleiding en wortelwering worden opgemeten in m² (diepte × lengte). 13 ONDERHOUD VAN GRAZIGE VEGETATIES EN GRASMATTEN 11.13.2 Maaien van grasmatten 11.13.2.1 Beschrijving Alle maaibeurten hebben gedurende eenzelfde groeiseizoen eenzelfde parcours, met als beginpunt steeds dezelfde plaats. Het gras wordt minimum om de 14 kalenderdagen gemaaid tijdens het groeiseizoen. De maaibeurten dienen regelmatig en zonder speciaal dienstbevel van de leidende ambtenaar uitgevoerd. De aannemer dient verplicht iedere onderhoudsbeurt of maaibeurt met behulp van een onderhoudsfiche binnen de twee dagen na uitvoering te melden aan de leidende ambtenaar alsook aan het Opdrachtgevende Bestuur. Het gebruik van onderhoudsfiche is verplicht. De betalingen van de onderhoudsbeurten moet aangevraagd worden door het opmaken van een vorderingsstaat in de maand juli en in de maand november. De eerste onderhoudsbeurt gaat in na de voorlopige oplevering. De gebruikte machines moeten aangepast zijn aan het uit te voeren werk. Op moeilijk bereikbare plaatsen en nabij onder meer hindernissen, beplanting en meubilair wordt enkel klein materieel toegelaten. Het met de hand maaien rond alle hindernissen, onder meer bomen, palen, meubilair, enz., gebeurt vóór het machinaal maaien. Maaisel dat zich op roosters, greppels, schelpelementen, stootbanden, verharding of voetpaden bevindt, wordt altijd de dag van het maaien verwijderd. Indien het maaisel gevaar kan opleveren voor het verkeer of de waterafvoer, dan moet het onmiddellijk verwijderd worden. 11.13.3 Afranden van grasmatten 11.13.3.1 Beschrijving Het afranden van grasmatten omvat achtereenvolgens: - het verzamelen, het vervoer en het wegbrengen buiten het openbaar domein van alle aan de randen van de grasmatten oppervlakkig liggende stenen met een afmeting van meer dan 20 mm, afval en grove plantaardige resten; - het afsteken van de randen van de grasmatten volgens een rechte of een vloeiende lijn, naargelang van de afbakening van de aangrenzende terreinen, en het onmiddellijk verzamelen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoer en het wegbrengen buiten het openbaar domein van alle afgestoken materialen.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 85
11.13.3.2 Meetmethode voor hoeveelheden Het afranden van grasmatten opgemeten in m. 11.13.3.3 Controles Naarmate de werken vorderen, worden geregelde controles verricht om na te gaan of de werken overeenkomstig de beschrijving zijn. 14 ONDERHOUD VAN KRUIDACHTIGE VEGETATIES 14.2 Hakken en wieden van de grond tussen kruidachtige vegetaties 14.2.1 Beschrijving Het hakken en wieden van de grond tussen kruidachtige vegetaties omvat het hakken van de grond en het uittrekken van ongewenste gewassen uit de grond, met inbegrip van het onmiddellijk verzamelen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoer en het wegbrengen buiten het openbaar domein van alle aangetroffen stenen met een afmeting van meer dan 50 mm, afval en plantaardige resten. Het hakken en wieden van de grond in de onmiddellijke omgeving van de kruidachtige gewassen moet omzichtig uitgevoerd worden om beschadiging van de kruidachtige gewassen te voorkomen. De jaarlijkse wiedfrequentie en eventuele andere bijzonderheden worden gespecificeerd in de opdrachtdocumenten. 14.2.2 Meetmethode voor hoeveelheden De behandelde oppervlakte wordt opgemeten in are. 14.2.3 Controles Naarmate de werken vorderen, worden geregelde controles verricht om na te gaan of de werken overeenkomstig de beschrijving zijn. 15 ONDERHOUD VAN BOMEN 11.15.0 algemeen Behoudens de bewerkingen vermeld onder punt 15.1.,15.2.,15.3., 15.4. zijn volgende punten eveneens van toepassing en inbegrepen in het onderhoud nl. post “ hakken tussen beplanting “ het steunen, aanbinden en in goede richting leiden van takken waar nodig. het vervangen bij elke plantperiode van dode of zich slecht voordoende planten waarover alleen de leidende ambtenaar oordeelt. Het niet vervangen geeft aanleiding tot een rafactie gelijk aan tweemaal de eenheidsprijs van de betrokken boom of spil. Het wegnemen van dode of afgebroken takken wilde scheuten, overtollig hout en het verwijderen van dode planten naargelang ze zich als dusdanig voordoen. Het voldoende begieten na elke droogteperiode van maximaal 21 dagen vanaf 01 mei tot 15 september, met inbegrip van het graven en dichten van de kuil aanstonds nadat het water is opgeslorpt. De strijd tegen ziekte en insecten op allerhande beplantingen, binnen de 14 kalenderdagen na verschijning hiervan, inbegrepen alle nodige leveringen en handwerk.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 86
Het vervangen van boompalen en bindsels, naargelang ze zich zouden losmaken, en dit binnen de kalenderweek. Boompalen en boombindsels worden nagekeken en eventueel verruimd of terug aangespannen. Het hakken van de boomspiegels 80cm x 80cm is inbegrepen in de post onderhoud beplantingsvakken.
11.15.2 Verzorging van wonden aan de stam, de takken en de wortels 11.15.2.1 Beschrijving De wondbehandeling omvat de behandeling van nieuwe en/of oude wonden. Het verzorgen is een aannemingslast. 16 ONDERHOUD VAN HAGEN, BOSGOED EN HEESTERS 16.0 Algemeen Behoudens de bewerkingen vermeld onder punt 16.2., 16.5., 16.6., zijn volgende punten eveneens van toepassing en inbegrepen in het onderhoud nl. post “ hakken tussen beplanting “ het steunen, aanbinden en in goede richting leiden van takken waar nodig. het vervangen bij elke plantperiode van dode of zich slecht voordoende planten waarover alleen de leidende ambtenaar oordeelt. Het niet vervangen geeft aanleiding tot een rafactie gelijk aan vijfmaal de eenheidsprijs van de betrokken plant. Het wegnemen van dode of afgebroken takken wilde scheuten, overtollig hout en het verwijderen van dode planten naargelang ze zich als dusdanig voordoen. Het voldoende begieten na elke droogteperiode van maximaal 21 dagen vanaf 01 mei tot 15 september, met inbegrip van het graven en dichten van de kuil aanstonds nadat het water is opgeslorpt. De strijd tegen ziekte en insecten op allerhande beplantingen, binnen de 14 kalenderdagen na verschijning hiervan, inbegrepen alle nodige leveringen en handwerk. 16.2 Hakken van de grond tussen hagen, bosgoed en heesters 16.2.1 Beschrijving Het hakken van de grond omvat het met een hak weghakken van het onkruid juist onder het grondoppervlak en het oppervlakkig losmaken van de grond, met inbegrip van het onmiddellijk verzamelen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoer en het wegbrengen buiten het openbaar domein van alle aangetroffen stenen met een afmeting van meer dan 50 mm, onkruid, afval en grove plantaardige resten. Het hakken van de grond in de onmiddellijke omgeving van hagen, bosgoed en de heesters moet omzichtig uitgevoerd worden om beschadiging van de planten te voorkomen. Het hakken van de grond gebeurt maandelijks tussen 01 april en 01 oktober. 16.2.2 Meetmethode voor hoeveelheden De gehakte gronden worden opgemeten in are.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 87
16.5 Scheren van hagen en beplantingsmassieven 16.5.1 Beschrijving Het scheren van hagen en beplantingsmassieven bestaat erin ze alzijdig gelijkmatig kort af te snijden zonder ze te beschadigen. Het gebruik van een klepelmaaier is verboden. Deze bewerking omvat ook het onmiddellijk verzamelen binnen de uitgestrektheid van de desbetreffende werken, het vervoer en het wegbrengen buiten het openbaar domein van het scheersel. Er dienen jaarlijks twee scheerbeurten plaats te vinden. De periode van scheren gebeurt op voorstel van de aannemer in overleg met, en na goedkeuring van de planning door, de leidende ambtenaar. 11.16.5.2 Meetmethode voor hoeveelheden De geschoren hagen en massieven worden opgemeten in lm. 11.16.5.3 Controles Naarmate de werken vorderen worden geregelde controles verricht om na te gaan of de werken overeenkomstig de beschrijving zijn.
HOOFDSTUK XII. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN 2. ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN AAN BITUMINEUZE VERHARDINGEN op het bitumineuze wegoppervlak 2.3.5.3.B. STROEFHEID De stroefheid wordt niet bepaald. 4. BITUMINEUZE OVERLAGINGEN 4.1.1. Beschrijving Steenslag van gebroken roestvrijstaalslakken of gebroken hoogovenslak is niet toegestaan in de asfaltmengsels voor overlagingen waarvoor de meetmethode een betaling per ton voorziet. De onderhoudswerken horen tot B en de vakken worden ingedeeld als volgt : - Elk deel ( 6 ) van het bestek vormt een apart vak 4.3. Verhardingen De stortnaden moeten niet uitgevoerd worden met een (zelfklevende) voorgevormde bitumineuze voegband. De dwarshelling wordt bepaald door de aannemer en moet een degelijke waterafvoer verzekeren onafgezien van de andere contractuele verplichtingen. De gekozen oplossing wordt voorafgaandelijk aan de leidende ambtenaar medegedeeld. De overlagingen worden steeds in eenmaal aangelegd over volle breedte. Enkel wanneer dit niet mogelijk is omdat het verkeer niet geregeld kan worden mag de toplaag per rijstrook gelegd worden. Een langse stortnaad wordt dan uitgevoerd volgens 6-2.3.2.3.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 88
AANBRENGEN VAN EEN KLEEFMIDDEL De kleeflaag moet aangebracht worden minstens 24 uur voor het aanbrengen van de asfaltlaag. In de tijd tussen het aanbrengen van de kleeflaag en de breking is alle verkeer op het oppervlak verboden. De kleeflaag is inbegrepen in de post van de overlaging. 4.4. Meetmethode voor hoeveelheden De afwerking van langsvoegen en langsnaden zijn inbegrepen in de uitgevoerde hoeveelheden. De dwarse insnijdingen worden opgemeten in m met vermelding van de voorgeschreven diepte. 4.5.5. Relatieve dichtheid van een laag De relatieve dichtheid wordt niet bepaald. 4.5.8.1.C. Dwarsvlakheid De dwarsvlakheid wordt niet bepaald. 4.5.8.2. Stroefheid De stroefheid wordt niet bepaald. 13. AANPASSEN EN/OF HERSTELLEN HUISTOEGANGEN EN BERMVERHARDINGEN 13.1. Beschrijving Het aanpassen en/of herstellen van de huistoegangen en bermverhardingen heeft tot doel de hoogte en de helling van de huistoegangen en de bermverhardingen aan te passen aan de nieuwe hoogte van de wegrand of de vereiste herstellingen voortvloeiende uit de rioleringswerken. Het aanpassen en/of herstellen van de huistoegangen en bermverhardingen omvat : het insnijden van de verhardingen waar vereist; het opbreken voor hergebruik van de verhardingen het opbreken voor hergebruik van de bestaande kantopsluitingen het uitvoeren van de nodige grondwerken zowel voor de afgraving als de ophoging; het aanleggen van de fundering van 10 cm schraal beton of 15 cm met toevoegsel behandelde steenslagfundering met continue korrelverdeling type II A het terugplaatsen van de kantopsluitingen volgns 11.3.3.5.I het heraanleggen van de verhardingen met inbegrip van het eventuele bed en voegvulling volgens 11.3.3.5.H. het afvoeren van de overtollige materialen het verband is dit van de bestaande verharding. De aannemer levert de ontbrekende materialen. Bestrating van struktuurtegels, natuursteentegels en breuksteen De tegels zijn deze van opbraak. De aannemer vult de ontbrekende materialen aan. Deze zijn van dezelfde aard, dikte, kleur en uitzicht als de opgebroken tegels. De tegels worden opgevoegd met mortel en voegijzer.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 89
13.2. Meetmethode voor hoeveelheden Het aanpassen en/of herstellen van de huistoegangen en bermverhardingen wordt opgemeten in m2. De insnijdingen op volle dikte worden opgemeten in m. De kantopsluitingen worden gemeten in m.
INFORMATIEVE LIJST VAN UIT TE VOEREN PROEVEN
I. PROEVEN A PRIORI
Zie artikel 27 § 2 van hoofdstuk I en de lijsten aan het begin van hoofdstuk III van het standaardbestek 250.De volgende attesten moeten verplicht aangeleverd worden: CE-markeringsattesten Alle materialen hebben een attest overeenkomstig met de lijst van hoofdstuk 3 van het standaardbestek 250 versie 3.1. Leveringsbons van alle materialen, inbegrepen een verzamelstaat.
II. PROEVEN IN SITU Nihil III. PROEVEN A POSTERIORI ten laste van de aannemer ! III.1
Rioleringen en/of fundering, omhulling en aanvulling van de buisleiding
Voor de controle van de verdichting van de aanvulling wordt de vaksgewijze controle gelijkgesteld aan deze voor het lengteprofiel. Binnen een deelvak is minimaal 1 slagsondeproef uit te voeren om de 50 m, exclusief de verplichte slagsondeproef in bouwput van kunstwerken. III.2
Onderfundering
De onderfundering wordt onderworpen aan vaksgewijze a posteriori uitgevoerde technische keuringen. Voor de vaksgewijze a posteriori uitgevoerde technische keuringen worden verricht: steekproefsgewijze of stelselmatige controles, naarmate het aanleggen van de onderfundering vordert, teneinde na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; de controles, na de aanleg van de onderfundering, van de gemiddelde dikte, het profiel van het oppervlak, de vlakheid van het oppervlak en het draagvermogen. De samendrukbaarheidsmodulus is minstens 35 MPa.
Stad Beringen Mijnschoolstraat 88 te 3580 Beringen
ons kenmerk W2015epa087-AVT
III.3 4.3
Tel 011 43 02 11
datum 2016-01-25
Fax 011 43 46 58
bladnummer 90
Fundering: Steenslagfundering met continue korrelverdeling zonder toevoegsels volgens 5-
De fundering wordt onderworpen aan vaksgewijze a posteriori uitgevoerde technische keuringen. Voor de vaksgewijze a posteriori uitgevoerde technische keuringen worden verricht: steekproefsgewijze of stelselmatige controles, naarmate het aanleggen van de fundering vordert, teneinde na te gaan of de uitvoering overeenkomstig de beschrijving is; de controles, na de aanleg van de fundering, van de gemiddelde dikte, het profiel van het oppervlak, de vlakheid van het oppervlak en het draagvermogen. De samendrukbaarheidsmodulus M1 is minstens 110 MPa. III.4
cementbetonverharding
Voor de a posteriori uit te voeren technische keuringen wordt het werk vaksgewijs gekeurd d.m.v: drie kernboringen per vak voor de delen 3, 4, 5 en 6. zes kernboringen per vak voor de deel 1 Er dient een controle te gebeuren op dikte, waterbestendigheid en druksterkte. Druksterkte van het beton conform (TB250 v 3.1, bouwklasse weg; B8 t.e.m. B10,BF ) éénlaagse verharding. III.4
bitumineuze verhardingen
Voor de a posteriori uit te voeren technische keuringen wordt het werk vaksgewijs gekeurd d.m.v. 10 kernboringen. Er dient een controle te gebeuren op dikte en op % holle ruimte.