StabiCAD V Gasleidingberekening
StabiCAD V Gasleidingberekening Inhoudsopgave 1. Werken met StabiCAD V Gasleidingberekening .. 3 1.1. 1.2.
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Verwante modules. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. Ontwerpen van een gasinstallatie ......................... 4 2.1. 2.2.
2.3.
Stappenplan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Leidingen tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.2.1. Horizontale leiding tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.2.2. Verticale leiding tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.2.3. Horizontale en verticale leiding op elkaar aansluiten . . . . . . . . . 9 2.2.4. Sprong of T-stuk in leiding plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.2.5. Leidingen bematen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 2.2.6. Leidingdiameter wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.2.7. Leidingtype wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Appendages en toestellen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.3.1. Gasmeter plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.3.2. Overige toestellen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.3.3. Appendages plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
3. Doorrekenen leidingstelsel .................................. 14 3.1.
Berekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-NL - Versie: R1A
1
StabiCAD V Gasleidingberekening
2
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
1. Werken met StabiCAD V Gasleidingberekening 1.1. Inleiding Met de module Gasleidingberekening kan een gebruiker een leidingstelsel dimensioneren en door rekenen volgens de norm NEN 1078. De gebruiker hoeft alleen het stelsel op te zetten en toestellen te plaatsen. Vervolgens dimensioneert de module de leidingen. De resultaten van de berekening zijn op verschillende manieren te presenteren.
Figuur 1: De menukaart Gasleidingberekening
1.2. Verwante modules Module Layout Met de module Layout kunt u bouwkundige plattegronden ontwerpen en tekenen. Doelstelling van deze module is dat u, wanneer u geen plattegrond krijgt aangeleverd, snel een plattegrond kunt tekenen als ondergrond voor uw installatietekening.
Module CV & Leidingen Met de module CV & Leidingen kunt u op een eenvoudige manier ruimten indelen met radiatoren, convectoren en inductie-units. Deze symbolen kunt u vervolgens op CV-leidingen aansluiten. U kunt een CV-tekening opzetten waarbij u met eigenschappen informatie aan een symbool kunt verbinden. Zo kunnen leidingen en leidingsymbolen voorzien worden van een leidingenreeks, diameter en isolatie. De informatie die u aan een symbool of leiding heeft verbonden kunt u later weer gebruiken voor bijvoorbeeld het genereren van een materiaallijst.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
3
StabiCAD V Gasleidingberekening
2. Ontwerpen van een gasinstallatie 2.1. Stappenplan Importeer eerst de bouwkundige plattegrond. Gebruik hierbij zo nodig de functie Opschonen aangeleverde tekening op de CAD-menukaart StabiTOOLS. Daarna kunt u een gasinstallatie ontwerpen volgens onderstaand stappenplan. Voor het ontwerpen van een gasinstallatie wordt gebruik gemaakt van een aantal instellingen. In StabiBASE menu Configuratie - Bibliotheken, Parameters en Lagen tabblad Parameters subtabblad CV en Leiding kunt u deze instellingen bekijken en eventueel wijzigen. Ga als volgt te werk om een gasinstallatie te ontwerpen: STAP 1:
Teken leidingen (2.2).
STAP 2:
Plaats toestellen en appendages (2.3).
STAP 3:
Reken het leidingstelsel door (3.1.)
STAP 4:
Maak rapportages (zie Snel op weg).
STAP 5:
Maak een print of plot (zie Snel op weg).
2.2. Leidingen tekenen 2.2.1. Horizontale leiding tekenen StabiCAD V biedt een aantal functies die het tekenen en aansluiten van leidingen eenvoudiger maakt. Hieronder worden deze beschreven. De werkwijze is voor alle soorten leidingen hetzelfde. Het tekenen ervan gaat als volgt: STAP 1:
Klik button: [Gasleiding] tabblad Leidingen
STAP 2:
Klik het beginpunt van de leiding in de tekening.
Tip In plaats van het beginpunt te klikken kunt u het volgende doen: • Om de afmetingen van de leiding op te geven: typ D <Enter>. Zie “ Leiding dimensioneren, p. 5”. • Om de leiding te laten beginnen met een referentiepunt: typ R <Enter>. Zie “ Referentiepunt gebruiken, p. 5”. • Om de leiding parallel aan een andere lijn te plaatsen: typ P <Enter>. Zie “ Leiding parallel tekenen, p. 6”. STAP 3:
4
Klik het volgende punt (het verloop van de leiding).
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
Tip In plaats van het volgende punt te klikken kunt u het volgende doen: • Om de leiding op een andere leiding aan te sluiten: typ A <Enter>. Zie “ Leiding handmatig aansluiten, p. 6”. • Om de afmetingen van de leiding op te geven: typ D <Enter>. Zie “ Leiding dimensioneren, p. 5” • Om de tekenhoek van de leiding op te geven: typ H <Enter>. Zie “ Tekenhoek instellen, p. 7” • Om tijdens het tekenen de hoogte op te geven: typ O <Enter> voor ‘op’ of N <Enter> voor ‘neer’. Zie “ Leidinghoogte instellen, p. 7” • Om het volgende punt te bepalen met een referentiepunt: typ R <Enter> Zie “ Referentiepunt gebruiken, p. 5”. • Om de laatste bewerking ongedaan te maken: typ U <Enter>. STAP 4:
Herhaal stap 3 totdat de leiding of het hele stesel getekend is.
STAP 5:
Sluit het tekenen af met de rechter muisknop.
Leiding dimensioneren Tijdens het tekenen van een leiding kunt u de afmetingen opgeven. Dit gaat als volgt: STAP 1:
Start het tekenen van een leiding.
STAP 2:
Op de commandoregel achter Aansluiten/Dimensie/Referentiepunt/Undo/ <Selecteer volgend punt>:, typ D <Enter> om de afmetingen van de leiding op te geven. Het dialoogvenster Dimensie verschijnt.
Figuur 2: Dialoogvenster Dimensie. STAP 3:
Wijzig de instellingen naar wens.
Let op! Een flexibele leiding (leiding met afgeronde hoeken) kunt u alleen instellen bij leidingreeksen met flexibel materiaal. STAP 4:
Klik [OK] en vervolg het tekenen van de leiding.
Referentiepunt gebruiken Bij het tekenen van een leiding kunt u met een referentiepunt precies bepalen waar de leiding loopt.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
5
StabiCAD V Gasleidingberekening
STAP 1:
Start het tekenen van een leiding.
STAP 2:
Op de commandoregel achter Dimensie/Referentiepunt/Parallel/<Selecteer punt>:, typ R <Enter> om een referentiepunt te gebruiken.
STAP 3:
Klik het referentiepunt op de lijn.
STAP 4:
Beweeg de aanwijzer naar het beginpunt van de te tekenen leiding.
STAP 5:
Op de commandoregel achter Afstand vanaf referentiepunt <0.00>:, typ een afstand in, bijvoorbeeld 100 <Enter>.
STAP 6:
Vervolg het tekenen van de leiding.
Leiding parallel tekenen StabiCAD V kan een gedeelte van een leiding parallel aan een andere lijn of muur tekenen. STAP 1:
Start het tekenen van een leiding.
STAP 2:
Op de commandoregel achter Dimensie/Referentiepunt/Parallel/<Selecteer beginpunt>:, typ P <Enter> om een parallel stuk leiding te tekenen.
STAP 3:
Op de commandoregel achter Parallel volgen?
:, typ J <Enter>.
STAP 4:
Klik het beginpunt van de lijn waaraan u de leiding parallel wilt tekenen.
STAP 5:
Klik het volgende punt.
STAP 6:
Beweeg de aanwijzer eerst naar het beginpunt, vervolgens naar de kant waar de leiding komt, en klik daar.
STAP 7:
Op de commandoregel achter Afstand tot leiding <0.00>:, typ bijvoorbeeld 200 <Enter> als afstand. StabiCAD V tekent een parallel stuk leiding.
Leiding handmatig aansluiten Het handmatig aansluiten van een leiding op een andere leiding gaat als volgt:
Let op! Het aansluiten werkt alleen als de twee leidingen van hetzelfde type zijn. STAP 1:
Teken een leiding.
STAP 2:
Start het tekenen van een andere leiding van hetzelfde type.
STAP 3:
Op de commandoregel achter Aansluiten/Dimensie/Referentiepunt/Undo/ <Selecteer volgend punt>:, typ A <Enter> om de leiding aan te sluiten.
STAP 4:
Klik de bestaande leiding. StabiCAD V sluit de twee leidingen op elkaar aan.
Leiding automatisch aansluiten StabiCAD V vraagt in sommige gevallen of u de leidingen die u tekent op elkaar aan wilt sluiten.
6
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
Let op! Het aansluiten werkt alleen als de twee leidingen van hetzelfde type zijn, en u een punt opgeeft precies op de andere leiding. STAP 1:
Teken een horizontale warmwatertapleiding. Tijdens het tekenen van de leiding geeft u steeds het volgende punt op door te klikken in de tekening. Geef een volgend punt op dat precies op de horizontale leiding valt.
STAP 2:
Start het tekenen van een verticale warmwatertapleiding.
STAP 3:
Op de commandoregel achter Aansluiten? <Ja>:, toets <Enter> om de leiding aan te sluiten. StabiCAD V breekt de bestaande leiding open en sluit de nieuwe leiding hierop aan.
STAP 4:
Ga door met het tekenen, of sluit het af.
Tekenhoek instellen Voor het instellen van de tekenhoek tijdens het tekenen van leidingen, volg onderstaande stappen: STAP 1:
Teken een horizontale leiding. Tijdens het tekenen van de leiding geeft u steeds het volgende punt op door te klikken in de tekening.
STAP 2:
Op de commandoregel bij: - 0.0000 - Aansluiten/Dimensie/Hoek/Op/Neer/ Referentiepunt/Undo/<Selecteer volgend punt>:, typ h <Enter> om de hoek op te geven.
STAP 3:
Op de commandoregel bij: Snaphoek:, typ de hoek (in graden) in, gevolgd door <Enter>.
STAP 4:
De lijn wordt nu onder een hoek getekend.
Let op! Het onder een hoek tekenen van een leiding kan alleen als de Ortho (met de toets ) aan staat. STAP 5:
Om de leiding weer recht te tekenen, stel de hoek in met de waarde ‘0’.
Leidinghoogte instellen Voor het instellen van de leidinghoogte, volg onderstaande stappen: STAP 1:
Teken een horizontale leiding. Tijdens het tekenen van de leiding geeft u steeds het volgende punt op door te klikken in de tekening.
STAP 2:
Op de commandoregel bij: - 0.0000 - Aansluiten/Dimensie/Hoek/Op/Neer/ Referentiepunt/Undo/<Selecteer volgend punt>:, typ O <Enter> om de leiding omhoog te tekenen.
STAP 3:
Op de commandoregel bij: Hoogteverschil<1000.0000>: vul het hoogteverschil in gevolgd door <Enter> of toets direct <Enter> om de standaardwaarde van 1000 mm te gebruiken.
STAP 4:
Teken de leiding verder door het selecteren van een volgend punt. StabiCAD V tekent automatisch het symbool van een opgaande leiding om aan te geven dat de leiding op dat punt naar boven gaat.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
7
StabiCAD V Gasleidingberekening
Tip De commandoregel toont altijd de actuele hoogte waarmee getekend wordt. Dit staat aan het begin van de leidingopties tussen strepen: - 1000.0000 - Aansluiten/ Dimensie/Hoek/Op/Neer/Referentiepunt/Undo/<Selecteer volgend punt> STAP 5:
Volg dezelfde stappen voor het naar beneden tekenen van een leiding. Vul dan bij stap 2 de ‘n’ in van ‘neer’.
2.2.2. Verticale leiding tekenen StabiCAD V biedt verschillende soorten verticale leidingen. De werkwijze is voor alle soorten leidingen hetzelfde. Het tekenen van bijvoorbeeld een naar bovengaande leiding (stijgleiding) gaat als volgt: STAP 1:
Klik button: [Leiding naar bovengaand] tabblad Leidingen
STAP 2:
Klik het eindpunt van de leiding waarop de stijgleiding aangesloten wordt. Zodra u het eindpunt van een bestaande leiding klikt, neemt de stijgleiding alle eigenschappen van deze leiding over. Op de commandoregel leest u het type leiding.
Tip Andere mogelijkheden: • Om de leiding te beginnen op een x-waarde en een y-waarde vanaf een referentiepunt: typ S <Enter>. Volg het dialoogvenster voor instructies.
8
STAP 3:
In het dialoogvenster Dimensie, vul gegevens in, of wijzig het leidingtype. Zie ook “ Leiding dimensioneren, p. 5”.
STAP 4:
Klik ‘Snap op leiding’ om de hoogte boven de vloer te berekenen vanuit de bestaande leiding.
STAP 5:
Klik ‘Vaste hoogte’, en voer de hoogte boven de vloer in om een afwijkende hoogte te kiezen.
STAP 6:
Klik [OK].
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
2.2.3. Horizontale en verticale leiding op elkaar aansluiten Een horizontale leiding kunt u op een verticale leiding van hetzelfde type aansluiten. Dit gaat als volgt: STAP 1:
Klik button: [Verbind horizontale met verticale leiding] tabblad Leidingen
STAP 2:
Klik de horizontale leiding.
STAP 3:
Klik de verticale leiding. StabiCAD V sluit de leidingen aan.
2.2.4. Sprong of T-stuk in leiding plaatsen STAP 1:
Klik button: [Sprong in leiding] tabblad Leidingen
STAP 2:
Klik de leiding waarin de sprong wordt geplaatst. Zodra u de leiding klikt, neemt de sprong alle eigenschappen van deze leiding over. Op de commandoregel leest u het type leiding.
Tip Andere mogelijkheden: • Typ S <Enter> om de leiding te beginnen op een x-waarde en een y-waarde vanaf een referentiepunt. Volg het dialoogvenster voor instructies. STAP 3:
In het dialoogvenster Dimensie, vul gegevens in, of wijzig het leidingtype. Zie ook “ Leiding dimensioneren, p. 5”.
STAP 4:
Klik [OK].
STAP 5:
Voer een rotatie in in de tekening. StabiCAD V plaatst de sprong. Het tekenen van een T-stuk gaat op dezelfde manier.
2.2.5. Leidingen bematen STAP 1:
Op menukaart Gasleidingberekening tabblad Maatvoering, klik een button om een symbool te plaatsen.
STAP 2:
Kies de eerste leiding die u wilt bematen.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
9
StabiCAD V Gasleidingberekening
Tip Typ D <Enter> om zelf de positie van de bemating te bepalen. Geef na plaatsing de positie van de bemating aan met de aanwijzer. STAP 3:
Klik eventueel de volgende leiding, enzovoorts.
STAP 4:
Sluit af met de rechtermuisknop. StabiCAD V plaatst de bemating bij de leiding.
Tip Met de button [Stretch bemating] kunt u maatvoeringen uitrekken.
2.2.6. Leidingdiameter wijzigen STAP 1:
Klik button: [Wijzig leidingdiameter van een leiding] tabblad Leidingen
STAP 2:
Klik de leiding.
STAP 3:
In het dialoogvenster Diameter, klik de nieuwe diameter en klik [OK].
2.2.7. Leidingtype wijzigen STAP 1:
Klik button: [Wijzig leidingtype] tabblad Leidingen
STAP 2:
Klik één of meerdere leidingen, en sluit af met de rechtermuisknop.
STAP 3:
Klik een bestaande leiding om het type te veranderen in die van de bestaande leiding.
STAP 4:
Sluit af met de rechter muisknop.
2.3. Appendages en toestellen plaatsen U kunt verschillende appendages en toestellen plaatsen. StabiCAD V vraagt hierbij om een invoegpunt, een punt op de leiding of een punt voor de muur. U vindt de appendages op menukaart Gasleidingberekening, tabblad Toestellen en Gasleiding - app. De werkwijze is voor alle soorten appendages en toestellen hetzelfde.
10
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
2.3.1. Gasmeter plaatsen STAP 1:
Klik button: [Gasmeter] tabblad Toestellen.
STAP 2:
Klik een punt op de leiding.
Tip Gebruik hiervoor de object snap functies van AutoCAD. STAP 3:
In het dialoogvenster Vul gegevens in, kies een materiaalcode, vul de overige gegevens in en klik [OK]. StabiCAD V breekt de leiding open en plaatst de gasmeter.
Figuur 3: Gegevens gasmeter • • • • •
De Werkdruk is de druk bij de gasmeter. Max. Drukverlies is het drukverlies dat niet overschreden mag worden door de berekening. Hoogte aansluiting is de hoogte boven de vloer. Als de leiding op 300 mm ligt en het toestel op 750 mm dan wordt er een staande leiding van 450 mm geplaatst. Gebruik Aantal extra bochten wanneer vooraf niet bekend is hoe de gasmeter precies wordt geplaatst. De berekening zal extra drukverlies voor de bochten meenemen. Gasmeter geeft de letter aan die standaard in het gasmeter symbool wordt geplaatst.
2.3.2. Overige toestellen plaatsen Het plaatsen van alle overige toestellen gaat hetzelfde als de verwarmingsketel in onderstaand voorbeeld. STAP 1:
Klik button: [Verwarmingstoestel] tabblad Toestellen.
STAP 2:
Klik een punt op de leiding.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
11
StabiCAD V Gasleidingberekening
Tip Gebruik hiervoor de object snap functies van AutoCAD. STAP 3:
In het dialoogvenster Vul gegevens in, kies een materiaalcode, vul de overige gegevens in en klik [OK]. StabiCAD V breekt de leiding open en plaatst het toestel.
Figuur 4: Gegevens toestel • •
Nominale belasting is de hoeveelheid gas dat het toestel opneemt uitgedrukt in KiloWatt. Er wordt uitgegaan van de onderwaarde van het gas. Verbruiksdruk is de druk die aan de ingang van het toestel aangeboden wordt. Deze staat standaard op 0,0. De berekening zal in dat geval uitgaan van een verbruiksdruk afhankelijk van de instelling van de gasmeter (verbruiksdruk=werkduk-max. drukverlies). Als een toestel een hogere verbruiksdruk nodig heeft dan ingesteld is bij de gasmeter dan kan een verbruiksdruk ingevoerd worden.
Let op! De verbruiksdruk kan nooit lager worden dan de bij de gasmeter ingestelde werkduk minus het maximum drukverlies. • •
Hoogte aansluiting is de hoogte boven de vloer. Als de leiding op 300 mm ligt en het toestel op 750 mm dan wordt er een staande leiding van 450 mm geplaatst. Gebruik Aantal extra bochten wanneer vooraf niet bekend is hoe de gasmeter precies wordt geplaatst. De berekening zal extra drukverlies voor de bochten meenemen.
2.3.3. Appendages plaatsen Het plaatsen van alle appendages gaat hetzelfde als de geopende afsluiter in onderstaand voorbeeld. STAP 1:
Klik button: [Afsluiter open] tabblad Gasleiding - app.
STAP 2:
12
Klik een punt op de leiding.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
Tip Gebruik hiervoor de object snap functies van AutoCAD. STAP 3:
In het dialoogvenster Vul gegevens in, kies een materiaalcode, vul de overige gegevens in en klik [OK]. StabiCAD V breekt de leiding open en plaatst de appendage.
Figuur 5: Gegevens appendage
Let op! Wanneer zowel een drukverlies als een zetawaarde worden opgegeven wordt de zetawaarde genegeerd.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
13
StabiCAD V Gasleidingberekening
3. Doorrekenen leidingstelsel 3.1. Berekenen STAP 1:
Klik button: [Berekenen] tabblad Berekening.
STAP 2:
In het scherm Doorrekenen Leidingstelsel, klik [Algemeen...].
Figuur 6: Doorrekenen Leidingstelsel
STAP 3:
14
In het scherm Instellingen, selecteer het gastype. Voor aardgas, propaan en butaan zijn alle gegevens al ingevuld. Deze gegevens kunnen eventueel aangepast worden, maar worden niet opgeslagen. Dit gebeurt alleen bij de vierde mogelijkheid Invoer.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
StabiCAD V Gasleidingberekening
Figuur 7: Instellingen STAP 4:
Klik [OK].
STAP 5:
In het scherm Doorrekenen Leidingstelsel, selecteer het soort berekening. Er zijn drie mogelijkheden: • • •
Volgens formulemethode. Volgens grafiekmethode. Volgens Belgische norm.
Let op! • • • • STAP 6:
De grafiekmethode ondersteunt alleen de volgende materialen: Koper NEN2200 Draad-/vlampijp Stalen precisiepijp Stalen draadpijp
Selecteer het resultaat van de berekening. Deze kan op verschillende manieren gepresenteerd worden: • • •
Tabel, genereert een tabel met de drukverliezen per sectie. Klik [Eigenschappen] om de eigenschappen van de tabel te veranderen. De tabel kan uitgevoerd worden naar de tekening, Microsoft Word of Excel. Isometrische projectie, genereert een isometrische projectie van het stelsel. Schuine projectie, genereert een schuine projectie.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A
15
StabiCAD V Gasleidingberekening
•
STAP 7:
Selecteer de diameter optie. Er zijn twee mogelijkheden: • •
STAP 8:
Alle diameters berekenen, berekent alle diameters altijd opnieuw, ongeachte de huidige waarde. Bestaande diameters ongewijzigd laten, berekent diameters van leidingen die nog geen diameter hebben. Bestaande diameters blijven ongewijzigd.
Selecteer de gelijktijdigheidsfactor. Deze factor bepaalt hoe zwaar het vermogen van een toestel meetelt. Er zijn drie opties voor de gelijktijdigheidsfactor: • • •
16
Belastingstaat, genereert een overzicht van de belasting van iedere sectie. Klik [Eigenschappen] om de eigenschappen van de tabel te veranderen. De belastingstaat kan uitgevoerd worden naar de tekening, Microsoft Word of Excel.
Volgens NEN 1078. Afhankelijk van het type toestel wordt de gelijktijdhiedsfactor bepaald. De bij het toestel opgegeven factor wordt genegeerd. (Niet beschikbaar in de Belgische norm). Niet toepassen. Alle belastingen worden meegewogen zoals opgegeven. Deze situatie is vergelijkbaar met een gelijktijdigheidsfactor met waarde 1. De bij het toestel opgegeven factor wordt genegeerd. Zoals opgegeven bij toestel. Deze optie gebruikt de bij het toestel opgegeven factor.
STAP 9:
Gebruik Stelsel opnieuw inlezen wanneer er wijzigingen zijn aangebracht in het stelsel. Wanneer deze optie uitstaat wordt het stelsel niet opnieuw ingelezen voor de berekening. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er geen wijzigingen zijn aangebracht aan het stelsel maar er nog een tabel of projectie geplaatst moet worden.
STAP 10:
Klik [OK].
STAP 11:
Selecteer het stelsel. Wanneer het stelsel meerdere verdiepingen bevat, selecteer dan eerst de verdieping waar de gasmeter zich bevindt. Selecteer alle stelseldelen die zich op de verdieping bevinden.
STAP 12:
Plaats de projectie en/of tabel in de tekening.
© 2006 Stabiplan BV - Doc. nummer: M-GB-V-NL - Versie: R1A