Staal een uitgave van staalbankiers
De opmars van sectoraal beleggen Zelf Voor bank spelen, hoe werkt dat? Wonen op een landgoed
mei 2010, 7e jaargang, nr 1
inhoud
COLOFON Disclaimer Deze publicatie is
Staal verschijnt 3 maal per jaar en wordt verspreid onder cliënten en relaties van Staalbankiers. Jaargang 7, nr. 1.
uitsluitend bedoeld ter informatie en is geen aanbod noch een uitnodiging
04
om een financieel instrument te kopen of te verkopen of om deel te nemen in een bepaalde beleggingstrategie. Elk voorbeeld gegeven in deze publicatie,
05
geldt enkel ter nadere uitleg van het
Hoofdredacteur Angela Looyé
betreffende product. Aan deze voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. Potentiële beleggers moeten zich bewust zijn van de risico’s
Eindredacteur Joke van Rooyen, Maters & Hermsen
verbonden aan financiële instrumen-
16 35
ten en moeten alleen overgaan tot een investeringsbeslissing met betrekking tot deze producten na voldoende
Redactieraad Hans Smits, Rob van Fraeijenhove, Kosterus Wildschut, Henrietta Smeekes, Richard de Wit, Ben van Druten, Linda van Hesse. Met mede werking van Kees Jongsma, SPJ.
beraad, in overleg met hun eigen adviseurs, waarbij in overweging moet passen binnen hun eigen risicoprofiel. Hoewel de in deze publicatie gestelde feiten en verstrekte opinies als juist worden verondersteld en zijn gebaseerd op betrouwbare bronnen, aanvaardt Staalbankiers geen enkele
uit het gebruik van deze publicatie of de inhoud daarvan. Staalbankiers wijst op de mogelijkheid dat bepaalde infor-
Lithografie en drukwerk Koninklijke Broese en Peereboom
matie in deze publicatie na verloop van tijd verouderd is.
29 32
GOEDE DOELEN Haïti en Thailand: De wereld van Vereniging Wereldkinderen ECONOMIE Duurzaam beleggen Sectoraal beleggen Anticipeer op rente schommelingen FINANCIEN Lenen aan en van familie
resultaten bieden geen garantie voor
Pagina 16 – Achter de schermen met Effi Bialkowski bij Vermogensbeheer
de toekomst. Staalbankiers N.V., statutair gevestigd te Den Haag aan de Lange Houtstraat 8, 2511 CW, is ingeschreven bij de KvK Haaglanden onder nummer 27030700. Staalbankiers is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële markten (www.afm.nl) te Amsterdam. Voor meer informatie over het toezicht
10
18
33
De wereld is groter dan Nederland. Ook waar het beleggen betreft. Maak van de wereld uw beleggings terrein.
Rein en Ankie Nieland reali seerden hun woondroom: in 2011 hopen zij hun bijzondere burchtwoning op hun eigen landgoed te betrekken.
Wilt u uw volwassen kinde ren financieel een zetje in de rug geven? Lees alles over de familiebank.
sectoraal beleggen
bijzonder droomhuis
Lenen aan en van familie
op Staalbankiers N.V. kunt u bellen naar de toezichtlijn van de
Als u geen prijs stelt op het
Reproductie, geheel of gedeeltelijk,
ontvangen van ons magazine dan
is slechts toegestaan na schriftelijke
kunt u dit aan uw contactpersoon
staalmagazine mei 2010
18
fluctueren. In het verleden behaalde
AFM 0900-540 05 40.
2
33
STAALBANKIERS Veelgestelde vragen in Vraagbaak Achter de schermen bij Vermogensbeheer Resultaten lezers onderzoek
13
LIFESTYLE Over het goede Geldersche leven Bijzonder droomhuis op eigen landgoed De clubfitter van Robbert-Jan Derksen Marrigje de Maar in Het Atelier
De waarde van uw beleggingen kan
Indien u vragen heeft of informatie wilt over in Staal behandelde onder werpen, dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon of Angela Looyé via telefoon nummer (070) 310 19 53 of angela.looye@ staalbankiers.nl.
2501 CH Den Haag.
06 10 26
in welke vorm dan ook, voortvloeiend
Vormgeving Achmea Studio
bij: Staalbankiers, Postbus 327,
30
worden genomen of deze producten
aansprakelijkheid voor enige schade
doorgeven of schriftelijk aangeven
COLUMN Een nieuwe lente
toestemming van Staalbankiers.
Marrigje de Maar - Op de cover ziet u werk van Marrigje de Maar, zoals geëxposeerd in Kunstruimte Wagemans in Beetsterzwaag. Meer informatie over haar leest u achterop dit magazine.
Deze publicatie is vervaardigd op 9 april 2010.
staalmagazine mei 2010
3
Vraagbaak/ Uw vraag ons antwoord
COLUMN/
Peter de Ruijter
Een nieuwe lente D
e lente is begonnen, maar wel na de strengste winter in veertien jaar. Misschien is dat wel een mooie metafoor voor de positie waarin we ons in economisch opzicht bevinden. De strengste winter in jaren is achter de rug, we maken ons op voor de lente; het jaargetijde van de verwachting en het nieuwe leven. De bloeitijd en de oogsttijd komen daarna. Economisch kunnen we constateren dat het ergste achter de rug lijkt te zijn en dat de eerste knoppen weer aan de bomen zitten.Volop zomer is het echter nog niet, en daarvoor is het ook nog te vroeg.Wel kunnen wij ons weer een beetje verheugen op de eerste warme zonnestralen op ons gezicht. Voor ons als bank is het steeds belangrijk goed te kijken naar wat we goed doen en wat beter kan. Uit ons recente lezersonderzoek voor dit magazine blijkt dat lezers dit blad waarderen en dat klanten ons als bank een ruime voldoende geven. Daar zijn we blij mee, want tevreden klanten zijn de voorwaarde voor ons bestaan. Het is ook verheugend te zien dat we als bank groeien. Niet eerder is het vermogen onder beheer zo sterk toegenomen als in 2009. En in de eerste maanden van 2010 zijn de groeicijfers van 2009 zelfs overtroffen.Voor een belangrijk deel komt de aanwas van nieuwe klanten via bestaande klanten. Zelf beschouwen we dat als het beste bewijs dat we als bank onze klanten geven wat ze van ons verwachten: persoonlijke en betrokken dienstverlening. De klant staat bij ons dan ook niet centraal, zoals zo vaak wordt gezegd. De klant is bij ons het beginpunt, het middelpunt en het eindpunt van alles wat we doen. Wij zullen ons blijven inzetten om onze klanten tevreden te stellen. Dat is voor ons de basis van een lange termijn relatie. Ook voor nieuwe klanten maken wij met plezier tijd om ook hen het Staalbankiers gevoel te laten ervaren. Een ander geluid in een nieuwe lente.
4
staalmagazine mei 2010
Per 1 januari 2010 is de successiewet ingrijpend veranderd. Veel structuren zijn aangepakt en schenkingsplannen moeten worden aangepast in verband met de gewijzigde tariefstructuur. Staal behandelt een aantal vragen op dit gebied. Door Richard de Wit , senior private banker bij Staalbankiers
Vraag:
Wij hebben onze zoon een aantal jaren terug een renteloze lening verstrekt. Is dit nog steeds geoorloofd in de nieuwe successiewet? Antwoord: Tot 1 januari 2010 was het mogelijk om een renteloze lening te verstrekken op voorwaarde dat deze direct opeisbaar was. Met ingang van 2010 wordt de direct opeisbare renteloze lening behandeld als het schenken van het vruchtgebruik hiervan. Jaarlijks wordt 6% van de renteloze lening fictief als schenking in aanmerking genomen. De renteloze lening wordt dus niet verboden, maar wordt hierdoor wel minder aantrekkelijk.Als de fictieve schenking binnen de vrijstelling (€ 5.000, - in 2010) valt, hoeft u geen actie te ondernemen.Als de fictieve schenking niet binnen de vrijstelling blijft, kan de lening (gedeeltelijk)
worden opgeëist en afgelost. Daarnaast kan het mogelijk nog een optie zijn de voorwaarden van de lening aan te passen. Als de lening niet direct opeisbaar is, geldt het hiervoor bedoelde fictieve vruchtgebruik namelijk niet, maar zijn de ‘gewone’ schenkingsregels van toepassing. In dat geval zal voor de hoogte van de rente moeten worden aangesloten bij een rente die in het zakelijk verkeer gebruikelijk is. Afhankelijk van de betrokken leningsvoorwaarden en de actuele marktsituatie zou deze rente lager kunnen zijn dan 6%.
Vraag:
Vraag:
Wij hebben geen spaar geld, maar wel een flinke over waarde op onze woning. Wij willen niet wachten tot de woning verkocht is. Wat kunnen wij nu al doen aan vermogens overheveling? Antwoord: In deze situatie valt de schenking uit vrijgevigheid oftewel de zogenaamde ‘papieren schenking’ te overwegen. Hiervoor is een notariële akte vereist. De schuld is pas opeisbaar bij overlijden van de langstlevende. Er mag uiteraard wel vervroegd worden afgelost, bijvoorbeeld bij verkoop van de woning. Over de schuldigerkenning is schenkbelasting verschuldigd.Tevens is er een door de wetgever vastgestelde rente van 6% verschuldigd over de ‘papieren schenking’, die ook daadwerkelijk betaald moet worden.
Onze dochter gaat een appartement kopen en wij willen haar financieel helpen. Wij hebben gelezen over de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling. Wat is uw advies hierover? Antwoord: De eenmalig verhoogde vrij stelling van schenkbelasting voor kinderen tussen 18 en 35 jaar bedraagt in 2010 € 24.000, -. Deze eenmalige vrijstelling kan verder verhoogd worden naar € 50.000, - als de ontvanger de schenking gebruikt voor de aankoop van een eigen woning of voor een dure studie (minimaal € 20.000, -).Tijdens de Eerste Kamerbehandeling heeft de Staatssecretaris nog toegezegd dat de vrijstelling mag worden gesplitst in een bedrag van € 26.000,- dat wordt gebruikt voor de aanschaf van de eigen woning, en een bedrag van
€ 24.000,- dat wordt gebruikt voor andere doeleinden, zoals de inrichting van de woning. Om van de extra verhoogde vrijstelling gebruik te kunnen maken is een notariële akte verplicht. Het nadeel van de verhoogde vrijstelling voor de aankoop van een eigen woning is dat uw dochter voor dat bedrag dan geen renteaftrek in box 1 heeft. Bovendien geldt bij een latere verkoop van de woning de bijleenregeling. De familiebank (zie het artikel op pagina 33) is dan wellicht een aantrekkelijk alternatief.
Natuurlijk schetsen wij hier slechts richtingen. Iedere specifieke vraag heeft een antwoord op maat nodig. U weet ons te bereiken!
staalmagazine mei 2010
5
Ov e r duu r z a a m b e l e g g e n /
Uw euro voor een landmijn of
voor een windmolen? Uw geld kan uitmaken of er schone energie komt, of een Afrikaans land zich kan ontwikkelen of het kan voorkomen dat iemand op een landmijn stapt. Dat doe je met duurzaam beleggen. Nog weinig particuliere beleggers doen hieraan. Vreemd, want het is lucratief. Door René Lamers, fotografie ANP, Hollandse Hoogte
W
orden met uw geld wapens geproduceerd? Sterven mede door uw geld mensen als gevolg van een vuile fabriek? Zet een producent met uw geld kinderen aan het werk onder erbarmelijke omstandigheden? Wie over deze vragen nadenkt, stapt vaak over op duurzaam beleggen, zoals dat wordt genoemd. Duurzaam is onderhand een containerbegrip geworden, waarvoor vele definities bestaan. Soms wordt het ook ethisch of groen beleggen genoemd, hoewel duurzaam beleggen een breder spectrum beslaat. De Verenigde Naties formuleert duurzame ontwikkeling als ontwikkelingen die aansluiten op de behoeften van heden, zonder dat hierdoor de behoeften in de toekomst worden geschaad. Of, vertaald naar de praktijk, dat je probeert te voorkomen dat door onze behoefte aan energiebronnen onze kinderen en kleinkinderen zonder komen
6
staalmagazine mei 2010
te zitten. Dat de productie van voedsel anno 2010 er niet toe leidt, dat generaties na ons met een enorm milieuprobleem te maken krijgen. Of dat onze hang naar welvaart kinderen in andere landen de kansen ontneemt zich te ontwikkelen. Duurzaam beleggen is een trend die in dit millennium opgang krijgt, en nog een grote ontwikkeling kan doormaken. Hoewel de meeste grote, institutionele beleggers in een of andere vorm duurzaam beleggen, doet nog maar zo’n vijf procent van de particuliere beleggers eraan. Dat verschil is niet verwonderlijk, want bij institutionele beleggers is de afrekensom groter: één keer een bericht in de krant dat je belegt in een maatschappelijk gevoelig bedrijf en je imago is eraan. In Nederland schudde de documentaire ‘Het clusterbomgevoel’ van het televisieprogramma Zembla op 18 maart 2007 de boel flink op. Aan het licht kwam dat pensioenfondsen en multinationals belegden in wapenbedrijven die clusterbommen en landmijnen produceren, in milieuverontreinigende bedrijven of bedrijven die draaiden op kinderarbeid. Positief gevolg van het programma was, dat institutionele beleggers hun beleid onder de loep namen en hun koers wijzigden en bepaalde bedrijven uit hun beleggingspakket haalden. Voor ideële instellingen (kerken, milieuorganisaties, politieke partijen) is duurzaam beleggen een vanzelfsprekendheid die volgt vanuit hun fundament.Voor institutionele beleggers is imago doorgaans een reden om duurzaam te gaan.Terwijl rendement tegenwoordig gerust ook als argument zou mogen gelden. Het rendement uit duurzame beleggingen is historisch gezien minstens zo goed als het rendement van beleggingen in het algemeen. Meestal vallen onder duurzame beleggingen bedrijven die solide zijn, een gezond beleid hebben en extra worden gecontroleerd.Verder kleven er weinig tot geen extra risico’s aan duurzaam beleggen, weet Masja Zandbergen, onafhankelijk adviseur ‘duurzaam beleggen’ en interim in dienst bij Staalbankiers.“Er is eerder een risico als je níet duurzaam belegt. De trend is onomkeerbaar. Bedrijven moeten meer doen met minder grondstoffen. Dat levert bedreigingen, maar ook nieuwe mogelijkheden op, waarover ook beleggers moeten nadenken.” Risico is er volgens haar meer bij bepaalde (thema)fondsen, die inspelen op de trend; soms zelfs zonder dat ze de garantie van duurzaamheid kunnen geven. Omdat dergelijke fondsen nog schaars zijn en afhankelijk van technologische ontwikkelingen, sluit Masja ook niet uit dat een hype in dit geval over kan gaan in een bubble, zoals tien jaar geleden met de ICT-markt. Het adagium van goed spreiden over zoveel mogelijk beleggingscategorieën blijft ook voor de duurzame portefeuilles van kracht.”
staalmagazine mei 2010
7
Staalbankiers hanteert zelf geen definitie van duurzaam.“Dat bepaalt de klant namelijk zelf ”, stelt Martin Breet, vermogensbeheerder van Staalbankiers.Wat voor de ene klant geen probleem is, kan dat wel voor een ander zijn.Voorbeeld: een vakbond zal haar leden een welverdiend biertje na gedane arbeid niet willen ontzeggen. Het Leger des Heils daarentegen zal focussen op alcoholmisbruik. De beheerder van
De kosten van niet investeren in duurzame
Hoe beleg je
duurzaam?
•simpele uitsluiting (bijv. van wapenindustrie) •uitsluiting op basis van meerdere criteria (bijvoorbeeld nucleaire energie, zware milieuschade, uitbuiting, schending mensenrechten) •’best in class’/’worst in class’: in het eerste geval investeer je in de bedrijven die tot de beste vijftig procent (of hoger) in een bepaalde sector horen, gemeten aan de hand van meerdere criteria. In het tweede geval mijd je juist de slechtst presterende ondernemingen. •’active ownership’ (via fondsbeheerder) •stemmen: bij aandeelhoudersvergadering je stem laten horen •engagement: lobby richting bedrijven •integratie van ESG-factoren in beleggingen: ESG staat voor “environmental, social and governance” (milieu, sociaal, ondernemingsbestuur). Pensioenfondsen APG en PGGM, maar ook banken als SNS en Robeco integreren deze criteria in hun beleggingsbeleid, naast de analyses die ze nu al doen om te bepalen welke aandelen of obligaties in de portefeuille worden opgenomen.
8
staalmagazine mei 2010
ontwikkeling worden te hoog
Staalbankiers legt een ‘filter’ op de aandelen en obligaties en de klant stelt dat filter samen; wat hij wil uitsluiten en wat niet. Dat kan op meerdere wijzen (zie kader). Het grootste gedeelte van de institutionele klanten van Staalbankiers hanteert het principe van uitsluiten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de ‘worst in class’ te vermijden. Dit betekent dat niet belegd wordt in de tien procent slechtst presterende bedrijven per sector op een reeks van criteria. Die criteria kunnen betrekking hebben op milieu, wapens en kinderarbeid, maar
ook op omgang met medewerkers, medezeggenschap en het bonusbeleid. De keuzemogelijkheden van de belegger blijven daarmee groot en het effect op het uiteindelijke rendement klein in vergelijking met ‘gewone’ beleggingen. Bij de screening werkt Staalbankiers nauw samen met Sustainalytics, een onafhankelijke researchaanbieder op het gebied van duurzaamheid. Zij zijn gespecialiseerd in het analyseren van bedrijven, instituten en landen op maatschappelijk, sociaal en milieu gebied.
Duurzame garantiestructuren Bij institutionele beleggers is het percentage dat duurzaam belegt bij Staalbankiers hoog: zeventig procent, dat tachtig procent van het kapitaalvolume vertegenwoordigt. Bij de relatief kleinere vermogens wordt belegd in beleggingsfondsen. Bij fondsbeleggers belegt nog maar een heel klein deel duurzaam. Screening van individuele titels binnen beleggingsfondsen en maatwerkfilters zijn niet mogelijk. Staalbankiers gaat voor hen uit van maatschappelijk geaccepteerde normen en stelt een portefeuille samen van diverse duurzame beleggingsfondsen. Eind 2002 is Staalbankiers begonnen met duurzaam beleggen op verzoek van een grote Nederlandse vakbond. Deze institutionele relatie van Staalbankiers wilde duurzaamheidscriteria opnemen in haar beleggingsbeleid. Sinds die tijd biedt Staalbankiers duurzaam beleggen aan onder de naam ‘maat-
schappelijk verantwoord vermogensbeheer’. Dit laatste heeft een enorme vlucht genomen en Staalbankiers is in de beleggersmarkt van non-profit instellingen inmiddels een bekende partij geworden op het gebied van duurzaam beleggen. Zo heeft Staalbankiers duurzame garantiestructuren gebouwd voor een gemeente en adviseert zij grote charitatieve instellingen op het gebied van microfinanciering. De laatste ontwikkeling is dat institutionele relaties via Staalbankiers willen beleggen in ontwikkelingslanden om lokaal kleinschalig ondernemerschap mogelijk te maken. Soms gaan overheden zelf over tot ethische regels rond beleggen. In België bijvoorbeeld heeft het parlement gestemd voor een wet die investeren in de productie, gebruik of bezit van landmijnen verbiedt. De regering heeft echter nog geen lijst opgesteld van verboden bedrijven, waardoor uitvoering van de wet nog niet mogelijk is.“Het verbieden van dergelijke beleggingen lijkt me ook niet de juiste manier”, meent Masja.“Je kunt beter door goede regelgeving op bedrijfsniveau stimuleren dat mensen duurzaam willen investeren. In Duitsland bestaat, ter illustratie, een goede regeling voor het plaatsen van zonnecellen, terwijl in Nederland het potje hiervoor gering is en ook heel snel op. Hierdoor is de industrie op het gebied van zonnecellen in Duitsland veel sneller ontwikkeld dan in Nederland.
Op korte termijn is door de economische crisis en het mislukken van de klimaatconferentie in Kopenhagen een kleine achteruitgang in duurzaam beleggen te verwachten. Op lange termijn is groei echter onvermijdelijk. De kosten van niet investeren in duurzame ontwikkeling worden te hoog. Ook overheden zullen ondanks het falen van ‘Kopenhagen’ maatregelen nemen, zo verwacht het adviesbureau onValue, een adviesbureau voor duurzaam beleggen.
Maatschappelijk
Verantwoord Fondsbeheer
Sinds 2006 biedt Staalbankiers ook vermogensbeheer in beleggingsfondsen aan: Staal Fondsbeheer. Een aantal relaties van Staalban-
Staalbankiers neemt zelf al het initiatief. Zo is deze bank vertegenwoordigd in de werkgroep duurzaam beleggen van Eureko Achmea. Deze werkgroep adviseert Achmea-onderdelen en haar cliënten op het gebied van duurzaam beleggen. Zo hebben Achmea en haar bedrijfsonderdelen in hun beleid opgenomen dat er bijvoorbeeld niet belegd mag worden in bedrijven die controversiële wapens produceren.
kiers gaf toen aan dat ze hun vermogen graag in fondsen willen laten beheren, maar dan wel voor ‘duurzame’ fondsen willen kiezen. Om die reden stelde Staalbankiers een portefeuille samen met aandelen- en obligatiefondsen die ook maatschappelijke en/of duurzame criteria in hun beleggingsbeleid hebben opgenomen. Deze vermogensbeheerdienst heet Maatschappelijk Verantwoord Fondsbeheer. De
Staalbankiers legt nieuwe institutionele klanten altijd de optie voor. Martin:“Bestaande klanten kennen we en van hun weten we al wat ze willen. Bij nieuwe institutionele klanten wordt in de offerte de mogelijkheid tot duurzaam beleggen standaard aangeboden, voorzien van een toelichting op de mogelijke filters.”
duurzaamheidcriteria voor de selectie van deze fondsen zijn veel algemener dan de genoemde toetsingscriteria die de institutionele relaties kunnen kiezen. Bij Maatschappelijk Verantwoord Fondsbeheer kunnen bepaalde criteria zoals kinderarbeid niet worden uitgesloten, maar het is wel mogelijk om voor een belegging te kiezen die in algemene zin maatschappelijk en/of duurzaam georiënteerd is.
Je krijgt wat
vraagt
je
Naast deze duurzame criteria moeten de beleggingsfondsen ook voldoen aan criteria zoals: - rendement over de afgelopen jaren - minimale omvang
Hoe weet je zeker dat je duurzame belegging ook echt duurzame effecten heeft? Daarvoor kent Staalbankiers meerdere controlelagen. Ieder nieuw aandeel of obligatie dat in aanmerking komt voor de portefeuille, is uitgebreid gescreend door onderzoekers. Elk bedrijf moet kunnen aantonen ook daadwerkelijk duurzaam te werken. Bij aankoop van een nieuwe titel toetst de beheerder van Staalbankiers het bedrijf aan de duurzaamheidcriteria van de klant. Daarnaast screent de externe adviseur Sustainalytics elk kwartaal voor Staalbankiers alle duurzame portefeuilles. Mocht onverhoopt toch een overschrijding ontstaan, dan wordt dat dus binnen drie maanden gecorrigeerd.
- doorlopende notering - consistent beleggingsbeleid - kostenstructuur - vergunning van de AFM of houder van een Europees paspoort Een relatief kleine groep relaties kiest momenteel voor Maatschappelijk Verantwoord Fondsbeheer. Door de steeds groeiende populariteit van duurzaam beleggen verwacht Staalbankiers op korte termijn een groter aanbod van duurzame fondsen die ook in andere assetclasses (zoals onroerend goed) beleggen. Dat geeft Staalbankiers de mogelijkheid om ook de duurzame fondsbeheerportefeuille verder te spreiden. Waarschijnlijk neemt het animo bij particuliere beleggers voor Maatschappelijk Verantwoord Fondsbeheer dan toe.
staalmagazine mei 2010
9
B
eleggers hebben van oudsher een voorkeur voor beleggen in eigen land. Ze zijn gefocust op het bekende, de Nederlandse aandelen. Home bias wordt dit ook wel genoemd. Dit regionaal beleggen is traditioneel bepaald, de wereld hield vroeger op bij de landsgrens; onbekend maakt onbemind. Om het een beetje te chargeren. Daarnaast speelde lange tijd het valutarisico prominent mee, het risico dat de waarde van beleggingen in vreemde valuta verslechterde als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen. Belegde je in de oliemaatschappij Total, dan had je destijds te maken met een andere koers, die van de Franse franc.
Vasthouden aan Nederland is passé Door Marc Evers, illustratie Rhonald Blommensteijn
10
staalmagazine mei 2010
Beleggen in sectoren in plaats van regio’s, waarom? Nederlandse fondsen zijn toch prima? Zeker. Maar sinds de globalisering is de wereld het beleggingsterrein geworden. Staal bankiers haakt daar op in met sectoraal beleggen volgens de multi asset beleggingsfilosofie.
Maar de wereld zoals hiervoor geschetst, bestaat niet meer. Neem alleen al de invoering van de euro in 1999. Daarmee valt het bezwaar van valutarisico (voor beleggingen in het gros van Europa) weg. Veel bedrijven hebben afgezien daarvan hun eigen oplossing: hedgen. Ze dekken valutarisico’s af door op een termijnmarkt een tegengestelde transactie te verrichten. Een belegger kan op dezelfde wijze risico’s afdekken. Als iemand bijvoorbeeld over een jaar de inkomsten van zijn Amerikaanse beleggingen wil gebruiken, kan hij deze dollars nu al op de termijnmarkt verkopen. De speelruimte is groter geworden. De wereld is langzaam maar zeker het beleggingsterrein geworden. Daarbij speelt de globalisering van de afgelopen tien jaar een grote rol. Een Nederlands aandeel, hoe Nederlands is dat nog wel? Neem Unilever, dat slechts een paar procent van de omzet in Nederland haalt. Vasthouden aan een aandeel vanwege het Hollandse karakter is passé. Institutionele beleggers en particuliere beleggers gaan de hele wereld over. De wereld is a global village geworden. Zit Amerika in een
recessie, dan Nederland ook. De VS hoest, wij kuchen mee.
Sectorbenadering De globalisering van de wereldeconomie en de integratie van de wereldwijde productiecycli hebben ervoor gezorgd dat een sectorale invulling van de aandelenportefeuille terrein heeft gewonnen ten nadele van een zuiver regionale invulling. Minder van belang is waar een bedrijf gevestigd is, wel in welke sector of industrie het actief is. MSCI (Morgan Stanley Capital International) is één van de bekendste indexmakers. De MSCI-sectorindices zijn ingedeeld in tien economisch samenhangende hoofdsectoren. Deze categorieën worden gewogen volgens de marktkapitalisatie (totale waarde op de beurs) van de bedrijven in de respectievelijke sectoren. De tien sectoren zijn: nutsbedrijven, telecommunicatie, materialen, informatietechnologie, industrie, gezondheidszorg, financiële diensten, energie, niet-duurzame consumptiegoederen en duurzame consumptiegoederen. Elke categorie heeft subsectoren. Zo zijn die bijvoorbeeld bij ‘gezondheid’ als volgt: farmacie, biotechnologie, medische apparatuur en medische benodigdheden. De sectorbenadering bij Staalbankiers voor het invullen van de asset class aandelen beperkt zich in de multi asset beleggingsfilosofie tot de ontwikkelde wereld: Noord-Amerika,West-Europa en Japan. De grootste bedrijven, gemeten naar beurswaarde, worden in dit deel van de wereld per sector in de index opgenomen. De opkomende landen worden in de multi asset beleggingsfilosofie bij Staalbankiers vanwege hun diversificatiemogelijkheden als een aparte asset class gezien.
Samenhang Beleggingen vertonen zowel geografisch als sectoraal onderling in meer of
Kansen voor
sectoraal beleggen
•Sectoren correleren in de regel laag met elkaar en beïnvloeden elkaars prestatie gering. •Spreiding bij sectoraal beleggen is groter dan bij regionaal beleggen, wat op lange termijn een positieve uitwerking kan hebben op het risico of het rendement. •Trends hangen nauw samen met sectoren, bijvoorbeeld vergrijzinggezondheid of schaarste-basismaterialen. Met een sectorbenadering kan de belegger hier goed op inspelen. •In sectorale beleggingen zitten geografische beleggingen eigenlijk al ingebakken. Bijvoorbeeld de sector Technologie waar bedrijven uit Amerika, Azië en Europa prominent in vertegenwoordigd zijn.
mindere mate een gelijklopend gedrag. Deze samenhang wordt correlatie genoemd. De correlatiecoëfficiënt varieert tussen 0 (geen verband) en +1 of -1 (perfect positief/perfect negatief verband). De correlatie tussen de tien genoemde sectorindices is in principe veel lager dan tussen de regionale indices. Neem de samenhang, tussen een bank en een voedingsmiddelenbedrijf, die is in de regel niet groot.Anderzijds is de cor-
staalmagazine mei 2010
11
Van bomen De charmes van het Geldersch Landschap
relatie binnen een sector juist groter. Zo zullen een serviceverlenend bedrijf in de olie-industrie en een olie-exploratiebedrijf onderling meer samenhang vertonen. De correlatie is groter dan over de sectoren heen. In tegenstelling tot de grote bedrijven is de correlatie met de landenindex bij mid and small cap-bedrijven juist groot. Deze ondernemingen zijn vrijwel geheel georiënteerd op hun thuisland. Bijvoorbeeld Sligro in Nederland. De detailhandelverkoop in ons land en Sligro zijn hecht verbonden.
Spreidingseffect Sinds eind vorig jaar is de multi asset filosofie (ofwel beleggen in meerdere beleggingscategorieën) leidend binnen Staalbankiers (zie hierover meer in het septembernummer 2009 van Staal:‘Spreiding beleggingsportefeuille past bij deze tijd’). Beleggen in een bepaalde assetcategorie heeft een bijbehorend impact op de verhouding tussen risico en rendement. Een hoog rendement gaat vaak gepaard met een hoog risicoprofiel. Staalbankiers onderscheidt als beleggingscategorieën: aandelen in ontwikkelde en opkomende markten, obligaties (over-
heid, bedrijven, emerging markets), hedgefunds, commodities, onroerend goedfondsen of -trackers, etc. Staalbankiers adviseert klanten om de beleggingsportefeuille voor wat betreft aandelen in de ontwikkelde markten
gorieën, de verdeling over de categorieën. Het ligt aan de (doelstelling van de) klant hoe de uiteindelijke verdeling er uit gaat zien.Waar heeft hij of zij behoefte aan, wat is de beleggingshorizon, welk risico kan gelopen worden. Volgens de multi asset filosofie struc-
De kernwoorden zijn spreiding, lage
correlatie, sectoren, multi-assets. sectoraal in te steken. De private bank berekent correlaties tussen aandelen van sterk ontwikkelde markten in de verschillende sectoren en regio’s (zie tabellen). Op basis van analyses kiest de bank voor sectoraal beleggen. Bij regionaal beleggen liggen de correlaties veelal op een veel hoger niveau. Dit is het gevolg van de globalisering. Hoe lager de correlatiecoëfficiënten, hoe groter het diversificatie of spreidingseffect is, oftewel hoe geringer het risico.
Rendement en risico De crux zit ’m in de gewichten die je toekent aan de verschillende assetcate-
Correlatie tussen verschillende MSCI-indices; tussen landen en tussen sectoren
MSCI MSCI MSCI MSCI
Nederland Duitsland Zwitserland
VS
MSCI Nederland
1,00
-
-
-
MSCI Duitsland
0,90
1,00
-
-
MSCI Zwitserland
0,84
0,81
1,00
-
MSCI US
0,81
0,79
0,74
-
MSCI MSCI MSCI MSCI Energie Technology Duurzame
Niet
Cons.
Cons.
tureert Staalbankiers de portefeuille samen met de klant op een dusdanige manier, dat de kans zo groot mogelijk is dat de doelstelling gerealiseerd wordt bij een zo laag mogelijk risico. Oftewel, met beleggingscategorieën die niet hoog met elkaar correleren. En met beleggingsinstrumenten met een lage volatiliteit (mate van beweeglijkheid van de koers). De kernwoorden zijn spreiding, lage correlatie, sectoren, multi assets. Op lange termijn verbetert dit de rendement / risico verhouding voor de belegger. Kijken naar de juiste thema’s en trends, vervolgens naar de meest representerende bedrijven of beleggingsinstrumenten om in de bijbehorende sectoren of categorieën te investeren.Werp eens een blik op de gezondheidszorg, die naarmate de jaren verstrijken steeds belangrijker wordt, zeker gezien de vergrijzing. Daar zitten kansen. Zet je in op deze sector, dan krijg je een optimalere lange termijn portefeuille.Wat voor ‘gezondheid’ geldt, gaat ook op voor andere sectoren.
Goederen Goederen
12
MSCI Energie
1,00
-
-
-
MSCI Technologie
0,49
1,00
-
-
MSCI Duurzame Cons. Goederen
0,47
0,72
1,00
-
MSCI Niet Duurzame Cons. Goederen 0,54
0,85
0,63
1,00
staalmagazine mei 2010
en borduurengelen
Dit artikel is gebaseerd op een interview met beleggingsanalist Hans Smits van Staalbankiers.
In een serie artikelen brengt Staal de diversiteit van het Nederlandse landschap over het voetlicht. Te beginnen bij Gelderland. Geesje Eleveld van Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen geeft vijf tips voor culturele fijnproevers en natuurliefhebbers. Door Mieke van Poll, fotografie Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen
staalmagazine mei 2010
13
1
3
Kasteel Doorwerth Dit middeleeuwse kasteel, gelegen in de noordelijke uiterwaarden van de Rijn, bestaat dit jaar 750 jaar. En dat wordt gevierd. Een belegering, een bootsafari en toevallige ontmoetingen met de vroegere bewoners voeren bezoekers terug naar het verleden. In de hoofdburcht zijn drie musea gevestigd: het kasteelmuseum met fraai ingerichte vertrekken en de nationale bosbouwcollectie, het museum Veluwezoom en het Nederlands Jachtmuseum. Op het binnenplein van kasteel Doorwerth staat de dikste en waarschijnlijk ook de oudste robinia pseudoacacia (ook wel “valse” acacia genoemd) van ons land. De boom werd geplant in 1676, ter gelegenheid van de Vrede van Nijmegen. Geesje van Eleveld: “ Sta even stil bij deze indrukwekkende boom. Neem de historie op als u naar de kabels en stangen rondom de grote acacia kijkt.” Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de boom namelijk zwaar beschadigd geraakt. De stam en takken worden nu bij elkaar gehouden zodat de boom niet uit elkaar zal vallen. Elk jaar nestelen er eenden in de holtes van de boom, ze trekken zich niks aan van de honderden mensen die er langs lopen.
Huis Verwolde
Dit huis ziet er van binnen zo gezellig uit, dat je er zo in zou willen trekken! Het is een museum, maar de vertrekken zijn smaakvol en intiem ingericht. Dat vonden ook de logees, die er de zomermaanden kwamen. Francoise Bonger-van der Borch van Verwolde (1887-1975) schreef: “Onze logees hielden veel van Verwolde (…), omdat de logeerkamers er zoo gezellig waren. Behalve de echte slaapkamermeubels was overal een schrijftafel waar men rustig brieven kon schrijven en een gemakkelijke stoel waar men kon zitten lezen. Na het ontbijt een wandelingetje door den tuin en daarna trokken ze zich terug op hun kamer.”
2
Kasteel Cannenburch In dit eeuwenlang bewoonde edelmanshuis zijn de meubels, het porselein en de schilderijen zorgvuldig bij elkaar gezocht en vullen het eeuwenoude muurwerk aan. In de zomer zijn er diverse exposities. Ook buiten de kasteelmuren kunt u uw ogen de kost geven. Maak een excursie door de fraai gerestaureerde kasteeltuin of een wandeling langs de beken en sprengen in het aangrenzende parkbos. Kasteel Cannenburch heeft ook ‘haar’ borduurengelen.Al jaren komen deze vrijwilligsters elke veertien dagen bijeen om met naald en draad aan te slag te gaan. Geesje van Eleveld: “Zij doen niets anders dan het kwetsbare en kostbare borduurwerk repareren.Van de antieke stoelen, de gordijnen, de merklappen, poppenwiegjes enzovoort.” Dit doen zij voor alle kastelen van de stichting. Het atelier bevindt zich op de Cannenburch.
14
staalmagazine mei 2010
4
Kasteel Ammersoyen
Een snavelkan uit de 14de eeuw, een zilveren toiletgarnituur uit de 16de-17de eeuw, een 17de eeuwse baardmankruik; dit zijn enkele van de honderden bijzondere voorwerpen die zijn opgediept uit de gracht van kasteel Ammersoyen. Ze worden nu op de zolder tentoongesteld. U krijgt er een beeld van het dagelijkse leven gedurende vijf eeuwen op Ammersoyen. Het kasteel is geschikt voor de hele familie. Kinderen kunnen elke maand genieten van spannende verhalen opde zolder van kasteel Ammersoyen, of een speurtocht maken. Het entertainment is zeer divers: een rondleiding, een concert of een waar kasteelfestijn. Dit laatste vindt plaats in augustus en biedt: zwaardvechten, boogschieten, knutselen, een roofvogelshow, theater en muziek. Feesten zoals in de middeleeuwen.
5
Kasteel Rosendael
Gedurende bijna drie eeuwen zorgen ze al voor vermaak voor jong en oud: de Bedriegertjes. Deze schelpenattractie is een van de vele tuinsieraden in park Rosendael. Al in de 17de eeuw was Rosendael een toonbeeld van verfijnde tuinaanleg: hagen, kabinetjes, beeldhouwwerk, tuinvazen, vijvers, watervalletjes en fonteinen. Een groen hemeltjen op aerd, aldus dichter en staatsman Constantijn Huygens. Dat is nog steeds zo. De huidige tuinsieraden, zoals de schelpengalerij, bedriegertjes en theekoepel zijn van de hand van de 18de-eeuwse tuinarchitect Daniel Marot. (afbeelding zie pag. 13)
Overnachten in een
gastenverblijf Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen biedt bijzondere overnachtingsmogelijkheden. In het koetshuis van ’t Velde, een havezate uit de 16de eeuw met park bijvoorbeeld. Of in de dependance van Huis de Voorst in de buurt van Zutphen. In het bijgebouw van de 15de-eeuwse poorttoren van het sinds de 18de eeuw verdwenen kasteel Poelwijk is ook een gastenverblijf.
Op pad in Gelderland, met
of zonder boswachter Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen heeft ruim 90% van haar gebieden opengesteld voor publiek. In een groot deel van de terreinen zijn gemarkeerde wandelroutes uitgezet. Van twintig terreinen bestaat er een wandelfolder. Naast wandelen kunt u er ook vogels en wild bewonderen, planten bestuderen, picknicken, de hond uitlaten, paardrijden en fietsen. Boswachters organiseren driemaal per week een wandel- of fietsexcursie voor belangstellenden. Het programma staat op www.mooigelderland.nl.
staalmagazine mei 2010
15
Dagboek van een vermogensbeheerder
“Er is meer animo
om te beleggen”
Vermogensbeheerder Effi Bialkowski, verantwoordelijk voor Staalbankiers Fondsbeheer (SFB) , hield op verzoek van de redactie een dagboek bij en gunt u zo een kijkje achter de schermen. Door Robbert-Jan Gorgels, fotografie Mark Prins
V
rijdag ’s Ochtends begin ik met het inrichten van een nieuwe portefeuille voor een particuliere klant. Sinds afgelopen zomer biedt Staalbankiers relaties een nieuwe dienst: het beheer van gelden volgens een ‘multi asset strategie’. Dat betekent dat we vermogen niet alleen investeren in aandelen en obligaties, maar ook in bijvoorbeeld onroerend goed, goud, emerging markets en private equity. De relatie in kwestie heeft alle contracten getekend, maar aangezien hij al enkele panden bezit, wil hij niet nog meer in onroerend goed beleggen. Daarom maakt onze manager Research & Analysis voor hem een aangepaste modelportefeuille zonder onroerend goed. Dat model voer ik in ons Vermogensbeheersysteem in, dat vervolgens een overzicht geeft van de aan te kopen effecten. Onze commercieel assistente Erin voert alle orders in en dan is de portefeuille van onze klant volledig belegd.
Tussendoor beantwoord ik telefoontjes van de kantoren. Zo vraagt een bankier in Den Haag zich af waarom de performance van onze duurzame fondsbeheerportefeuille afwijkt van de performance van de SFB-portefeuilles Onze duurzame fondsen beleggen veel minder in Emerging Markets dan de SFB-portefeuilles. Emerging markets
16
staalmagazine mei 2010
heeft het in de afgelopen maanden juist heel goed gedaan. Na de lunch test ik met een aantal collega’s een nieuw computerprogramma voor het maken van beleggingsvoorstellen. Helaas functioneert nog niet alles zoals het hoort. Om die reden plan ik nog een conference-call met de ontwikkelaar in London in om de details te bespreken.
Maandag De gezelligste dag van de week, want vandaag werken alle collega’s van Vermogensbeheer op dezelfde locatie, aan de Lange Houtstraat in Den Haag. Na de koffie, het financiële nieuws en de mailbox ga ik met beleggingsanalist Hans Smits op gesprek bij JP Morgan. In de modelportefeuille van Staalbankiers is ook het Europafonds van JP Morgan opgenomen. Onze contactpersoon en de productspecialist van JP Morgan praten ons bij over de nieuwste ontwikkelingen in dat fonds. Zo zetten ze uiteen van welke nieuwe bedrijven het fonds aandelen heeft opgenomen en wat de meest recente prestaties zijn. Op basis van dit soort evaluaties bepalen we of we dit fonds in de modelportefeuille houden of dat we op zoek gaan naar een alternatief. Aansluitend vergadert het Aandelenselectiecomité van Staalbankiers (zie kader).
Daarna heb ik nog een afspraak met een Fondsbeheerklant van kantoor Den Haag. De bankier heeft mij gevraagd bij het gesprek te zijn. De relatie wil nog extra gelden investeren en had nog een aantal vragen. Het gesprek verloopt prima, we kunnen de portefeuille van de relatie verder uitbreiden.
Dinsdag ’s Ochtends hebben ons hoofd Vermogensbeheer, onze researcher en onze manager Research & Analysis en ik een afspraak met een aanbieder van hedgefunds. We willen meer hedgefunds opnemen in onze modelportefeuille, het screenen en evalueren van alternatieven is een ingewikkelde klus. Uiteindelijk blijft er een klein aantal hedgefunds over die we graag ‘face to face’ willen ontmoeten. Aansluitend bekijk ik met Erin welke fondsbeheerportefeuilles onderhoud nodig hebben. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de weging van aandelen daarin te hoog of te laag is of dat onze klant extra geld wil beleggen of juist onttrekken. De rest van de ochtend bekijk ik contracten en beleggingsvoorstellen voor een aantal nieuwe relaties. Sinds januari 2010 is er meer animo om te beleggen. ’s Middags vergadert het Beleggingsfondsencomité. Omdat de vergadering om mijn aandachtsgebied – de Fondsbeheerportefeuilles – draait, is dit voor mij de belangrijkste vergadering van de maand. Doel is het bespreken van de modelportefeuille voor fondsbeheer. Afgelopen week heb ik deze vergadering voorbereid, door het maken van een aantal rendementsoverzichten en een analyse van de performance van alle modelportefeuilles: waarom doen we het beter of slechter dan de markt? De afdeling Research & Analysis heeft de volatiliteit (het risico) van alle modelportefeuilles doorgerekend en naar mij gestuurd. Ik heb daarnaast de verdeling van de modelportefeuilles geanalyseerd: hoeveel beleggen we momenteel in aandelen in verschillende sectoren, bedrijfsobligaties, staatobligaties en hedgefondsen? Verder heb ik de gespreksverslagen met
fondsmanagers van de afgelopen maand verzameld en stuurt Research & Analysis een update van onze fondsendatabase, waaruit we fondsen voor onze modelportefeuille selecteren.Van al deze informatie maak ik een boekwerk dat vooraf aan de zes leden van het comité wordt uitgedeeld.
Woensdag Allereerst maak ik een actiepuntenlijst en een serie afspraken naar aanleiding van de vergadering van gisteren. Daarna heb ik op ons Haagse kantoor een afspraak met een echtpaar en hun bankier. Omdat hun financiële situatie is veranderd, komen we tot de conclusie dat ze beter kunnen overstappen naar een andere vermogensbeheerdienst. Sinds ik geen beleggingadviseur meer ben, heb ik minder vaak direct contact met relaties, dus dit vind ik heel leuk. ’s Middags verzamel ik informatie over private equity fondsen en fondsen die in goud beleggen. Mogelijk zijn er fondsen bij die geschikt zijn voor onze fondsbeheerportefeuilles. Eind van de middag ben ik op kantoor Den Haag voor een toelichting op de resultaten van Fondsbeheer. Omdat de directe contacten naar de Fondsbeheerklanten vaak via de
bankier/beleggingsadviseur gaan, krijgen de kantoren maandelijks informatie van mij over de meest recente ontwikkelingen. Ik doe dat in de vorm van een maandelijkse nieuwsbrief en eens per kwartaal geven twee vermogensbeheerders een persoonlijke toelichting op de kantoren.Vanmiddag doe ik dus de presentatie over Fondsbeheer op kantoor Den Haag. De meeste bankiers, beleggingsadviseurs en assistenten zijn aanwezig.
Donderdag ’s Ochtends teken ik een aantal nieuwe contracten. Het is vooral belangrijk om na te gaan of de doelstellingen en wensen van de relatie vertaald zijn naar het juiste risicoprofiel. Vervolgens ga ik naar een bijeenkomst van DWS, een aanbieder van fondsen die Staalbankiers in de modelportefeuille heeft. DWS organiseert dit soort bijeenkomsten voor vermogensbeheerders en investeerders, onze collega’s van onder meer ABN Amro en ING zijn er ook. DWS presenteert twee nieuwe obligatiefondsen. Een ervan belegt in vooral staatsobligaties en zet daarnaast opties in om het rendement te verhogen.Volgende week ga ik mijn collega’s informeren over de nieuwe fondsen en beslissen we of ze geschikt zijn voor onze modelportefeuille.
Goed doordacht, zorgvuldig geselecteerd Het Investment comité bepaalt de visie van Staalbankiers op aandelen en obligaties bepaald: moeten we meer of minder aandelen in de portefeuille opnemen? Ook heeft het Comité onze weging in bepaalde regio’s en sectoren vastgesteld. Het Aandelenselectiecomité (ASC) bepaalt nu welke aandelen we moeten kopen en verkopen voor onze aandelenportefeuille. Op basis van de meest recente research en criteria als de koers/winstverhouding, het marktrisico en de winstvooruitzichten bepalen de leden welke aandelen voor alle sectoren moeten worden gekocht. Het Beleggingsfondsencomité (BFC) selecteert uit een database van honderden van fondsen (van circa twintig assetmanagers) de fondsen die Staalbankiers uiteindelijk in de Staal Fondsbeheer-portefeuille opneemt.
Hierbij hanteren wij de volgende selectiecriteria: -rendement over de afgelopen 5,3 en 1 jaar (gecorrigeerd voor risico); -omvang; -consistent beleggingsbeleid; -liquiditeit; -continuïteit van het beleggingsbeleid en management; -kosten; -vergunning AFM of houder Europees paspoort. Er bestaat ook nog een Obligatieselectiecomité (OSC): nadat het Investmentcomité de weging, de spreiding (over staat- en bedrjfsobligaties) en de gewenste rentegevoeligheid voor de obligatieportefeuilles van Discretionair Vermogensbeheer heeft vastgesteld, bepaalt het OSC hoe de obligatieportefeuille voor Discretionair Vermogensbeheer eruit ziet (wat het ASC voor aandelen doet, doet het OSC voor obligaties). Hierbij wordt vooral op rating, rentegevoeligheid en effectief rendement geselecteerd.
staalmagazine mei 2010
17
Rein en Ankie Nieland creëerden hun eigen landgoed
‘H
et beloofde land’ is in meer dan één opzicht een toepasselijke naam. Met tien hectare grond, waarop hoge bomen wiegen in de wind, het zonlicht schittert in talloze waterpartijen en de paarden gemoedelijk grazen in het veld, is het landgoed een wonderschone idylle, een lust voor het oog van elke passant. Maar de belofte zit hem ook in de voltooiing van dit gigantische project bij Klarenbeek, een dorpje tussen Apeldoorn en Zutphen. Komend voorjaar hopen Rein en Ankie eindelijk hun intrek te nemen in hun nieuwgebouwde, statige ‘slotwoning’, na bijna tien jaar van dromen, plannen maken, lobbyen, eindeloos vergaderen, stapels papierwerk doorploeteren, ja, zelfs rechtszaken voeren.“Toen we begonnen, dachten we nog dat het een kwestie was van een paar bomen planten. Maar dat bleken er twintigduizend te worden”, zegt Rein lachend.“En zo was alles eindeloos veel complexer dan gedacht.”
Rood voor groen
“We willen iets nalaten voor volgende generaties” My home is my castle, zeggen de Engelsen. Voor Staalbankiers-klanten Rein en Ankie Nieland is dit straks meer dan een spreekwoord alleen. Zij bewonen dan een zelfgebouwde ‘burchtwoning’ op hun eigen landgoed, ‘Het beloofde land’. Door Rody van der Pols, fotografie Joris van Egmond
18
staalmagazine mei 2010
Daar hadden Rein en Ankie ruim tien jaar geleden nog geen idee van. Op dat moment woonde het stel op een steenworp afstand van de plek waar nu hun nieuwe optrek verrijst in een eigenhandig opgeknapte woonboerderij. In de jaren daarvoor hadden ze wel telkens, als de gelegenheid zich voordeed, lapjes grond gekocht in hun directe woonomgeving. Min of meer in navolging van Ankie’s opa die ook al grond bezat in het gebied. Door slim te ruilen, lukte het Rein en Ankie om een aaneengesloten gebied van tien hectare te creëren, grofweg vijftien voetbalvelden aan elkaar geplakt.“Al die tijd hadden we eigenlijk geen vastomlijnd doel, maar meer zoiets van: we zien wel wat we er tegen die tijd mee doen”, vertelt Rein, gezeten in de provisorische keuken in het bijna voltooide stalgebouw. Hier woont het stel zolang het huis nog in aanbouw is.“Pas toen we die tien hectare in bezit hadden, hoorden we van de mogelijkheid om er een landgoed van te maken. Met als aantrekkelijke optie om zelf een huis te bouwen op de grond.” Deze regeling staat ook wel bekend als ‘rood voor groen’. Mits er voldoende investeringen in het landschap tegenover staan (groen) mag je een gedeelte van het landgoed bebouwen (rood), iets wat normaliter in buitengebied zelden is toegestaan. “Dat klonk interessant. Dus hebben we maar eens een balletje opgegooid bij de gemeente”, vertelt Rein. De timing bleek perfect.Toevalligerwijs was de gemeente Voorst net bezig met de ontwikkeling van een nieuw landgoederenbeleid. En dit landgoed paste prima in de gemeentelijke visie. Het was niet het enige ‘puzzelstukje’ dat op zijn plek viel. Zo bleek het perceel ook nog de ontbrekende schakel in een gordel van landgoederen die samen een ecologische verbindingszone vormen tussen de hoger gelegen Veluwe en het lager gelegen stromingsgebied van de IJssel, het zogenoemde plan Beek-
bergse Poort.Ten derde kon het potentiële landgoed een rol spelen als waterreservoir voor de jaarlijks overstromende IJssel die elk jaar voor overlast zorgt. “Kortom, zowel gemeente, provincie als waterschap stonden achter onze plannen”, vat Rein samen. Met zo’n ideale uitgangspositie zou je zou zeggen: kwestie van enkele formaliteiten afwikkelen en bouwen maar. Helaas bleek de praktijk weerbarstiger.Allereerst verzetten enkele omwonenden zich tegen de plannen.“We hebben talloze rechtszaken gevoerd, tot aan de Raad van State toe. Allemaal gewonnen, gelukkig. Maar het kost wel veel energie”, vertelt Rein. Een ander obstakel was de complexe regelgeving, waarbij de betrokkenheid van meerdere bestuursorganen en commissies het er niet makkelijker op maakte.“Een wisseling van ambtenaren kon maanden vertraging betekenen. Dat was je er met de één uit, maar kon je met de volgende weer helemaal opnieuw beginnen.” Meters papierwerk heeft het stel doorgeploeterd en ook zelf geproduceerd.“Tot aan een lijst met werkelijk alle bomen en plantjes op het landgoed en de plek waar ze straks staan.” Talloze malen leek er definitief een streep te gaan door de plannen. En ja, dan zinkt de moed je wel eens in de schoenen, geeft Rein toe.“Toch hebben we geen seconde overwogen om de handdoek in de ring te gooien. Opgeven komt simpelweg niet in ons woordenboek voor.” Maar alleen volharding is niet voldoende om te slagen in een
“Met zo’n ideale uitgangspositie zou je zou zeggen: kwestie van enkele formaliteiten afwikkelen en bouwen maar”
dergelijk project, voegt hij er onmiddellijk aan toe.“We hadden ook het geluk dat we de juiste mensen om ons heen hadden verzameld. Je hebt experts nodig om zo’n onderneming tot een goed einde te brengen. Zo heeft de Stichting Beheer Natuur en Landelijk Gebied (SBNL) ons wegwijs gemaakt in alle regels rondom landgoederen. Of neem nu het ontwerpen van een landgoed: dat is niet eenvoudig, daarbij hebben we hulp ingeroepen van een gespecialiseerd bureau, Ruimtewerk. Uiteraard konden we ook niet zonder een aannemer – Christiaanse uit Zutphen – die met vakmensen ons ontwerp kon uitvoeren. En niet
staalmagazine mei 2010
19
Wie een monument koopt, kan de onderhouds- en restauratiekosten fiscaal aftrekken. Toch moeten niet dit soort financiële voordeeltjes, maar vooral passie de belangrijkste drijfveer zijn bij de investering in erfgoed, adviseren Jan-Willem Andriessen en Jim Reerink van Redres Erfgoedmakelaar.
te vergeten: Staalbankiers die voortdurend kritisch met ons heeft meegedacht over de financiële kant van het verhaal.”
Bed & breakfast Die financiële aspecten van een landgoed vormen een hoofdstuk apart.Als tegenprestatie voor het in stand houden van een uniek stukje natuurschoon en cultuurhistorisch erfgoed geeft de overheid een aantal fiscale voordelen aan landgoedeigenaren. Denk aan een gedeeltelijke vrijstelling van onroerendezaakbelasting (OZB) en een vrijstelling van vermogensrendementsheffing over vermogen in het landgoed. Ook interessant is de vrijstelling van successierecht als het landgoed is opengesteld voor het publiek.“Toch moet je het niet voor het geld doen”, tekent Rein hier onmiddellijk bij aan.“Op de middellange termijn is het een uitstekende investering, maar zeker in de aanloop zijn de kosten – denk alleen al aan alle wegen, leidingen en andere infrastructuur die je moet aanleggen – vele malen hoger dan de opbrengsten. Nog los van alle tijd en energie erin gaat zitten.” Bezieling voor het project moeten je drijven, anders houd je het niet vol, benadrukt Rein.“In ons geval: wij hebben geen kinderen, maar willen op deze manier het nageslacht toch iets nalaten.We hopen dat nog generaties hier zullen rondlopen en genieten van deze prachtige omgeving, een van de laatste echt unieke plekjes in de regio.”
“Je koopt een verhaal, een stukje geschiedenis”
V
Dankzij lommerrijke wandelpaden heeft het publiek straks toegang tot vrijwel het volledige landgoed. En wie de kasteelmuren van binnen wil zien, kan straks terecht in het luxe bed & breakfast dat Rein en Ankie in het souterrain gaan beginnen.“Liefst in combinatie met culturele en culinaire arrangementen”, ontvouwt Rein. Leuk om te doen en bovendien een mooie manier om een deel van de onderhoudskosten van het landgoed te bekostigen. Over gebrek aan belangstelling heeft het stel in elk geval niet te klagen. Er is een voortdurende toeloop van enthousiastelingen. En de eerste boekingen voor het bed & breakfast zijn al binnen.“Zelfs de metselaars maken voortdurend foto’s van hun werk. Zo’n project maken ze nooit meer mee, zeggen ze.” Nog een paar maanden en dan is het zover. In gedachten hebben Rein en Ankie al talloze malen de trappen bestegen naar het torenkamertje met aan alle kanten uitzicht op het landgoed. “Als je dan voor het eerst je werk van jaren om je heen ziet liggen, ja, dat moet magisch zijn.”
“Je moet het niet voor
het geld doen” Meer weten? Kijk op: www.landgoedhetbeloofdeland.nl.
20
staalmagazine mei 2010
an sprookjeskastelen op lommerrijke landgoederen tot voormalige industriële complexen omgetoverd tot woonpaleizen.Van hippe lofts in een oude transformatorenfabriek tot een gotische kerk die op een grootschalige verbouwing wacht. De vastgoedmarkt voor erfgoed vormt een bont samenraapsel van vormen en stijlen, maar met één bindende factor: elk object is uniek.“En dat is nu precies de lol van erfgoed”, zegt Erfgoedmakelaar Jan-Willem Andriessen.“Je koopt meer dan een pand en een stuk grond alleen. Je koopt ook een verhaal, een stukje unieke geschiedenis.” Dat unieke van erfgoed doet uiteraard ook iets met de prijs. Grofweg staan er in Nederland 55.000 rijksmonumenten en zo’n 250.000 gemeentelijke monumenten tegenover enkele miljoenen standaardhuizen. Deze schaarste betekent dat monumenten op de middellange termijn behoorlijk waardevast zijn. Zeker in combinatie
met enkele fiscale voordelen maakt het de aanschaf van erfgoed tot een solide investering. Maar daar staat wel iets tegenover: vaak hoge aanloopkosten en een flinke investering in tijd en energie om alles naar wens te krijgen. “Want als je hieraan begint, moet je het goed doen, of helemaal niet”, waarschuwt Reerink.“Net als bij het opknappen van een oldtimer. Kies je voor de goedkope of inferieure oplossingen dan verdampt je investering en is het uiteindelijk zonde van je geld.”
Over de grens Bij het kopen – en onderhouden – van erfgoed komt dan ook wel iets kijken. Dit maakt een goede oriëntatiefase des te belangrijker. Zoek je een pand met een klassieke uitstraling of juist industrieel erfgoed? Gaat je voorkeur uit naar een monument dat al helemaal is opgeknapt of vind je het nu juist de sport om de renovatie zelf ter hand te nemen? En ook niet onbelangrijk: in welke prijsklasse zoek
je? “Overigens is het een misverstand dat het kopen van erfgoed alleen voor miljonairs is weggelegd”, zegt Andriessen. “Monumenten zijn er in alle prijsklassen. Voor enkele honderdduizenden euro’s koop je ook heel bijzondere gebouwen. Denk aan voormalige pakhuizen, een gedeelte van een fabriek of een bescheiden grachtenpand. En als je over de grens gaat kijken in bijvoorbeeld Duitsland of België liggen de prijzen van erfgoed alweer een stuk lager en is er dus ook meer mogelijk met minder geld.” Hoewel je het zakelijke aspect vanzelfsprekend niet uit het oog moet verliezen, is het kopen van erfgoed in de eerste plaats een mooi avontuur. “Je ziet dat er bij erfgoed vaak ontzettend veel trots komt kijken. Mensen duiken helemaal in de historie. Ze zetten een eindeloze zoektocht op touw naar bijvoorbeeld die originele tegeltjes.Alles om het interieur weer helemaal in oorspronkelijke staat terug te brengen. Je moet daar wel gevoel voor hebben”, zegt Reerink. Zijn collega Andriessen vult aan: “Zeker bij landgoederen van honderden jaren oud speelt dat historisch besef heel sterk. Bewoners voelen zich vaak in de eerste plaats een soort rentmeester, iemand die tijdelijk op de zaak past. Daarna pas eigenaar. Dat soort emoties maken van erfgoed véél meer dan een stuk grond en een stapel stenen.”
Meer weten? Kijk eens op: www.redres.nl www.monumenten.nl www.erfgoedstem.nl www.restauratiefonds.nl www.cultureelerfgoed.nl www.bewoondbewaard.nl www.hendrickdekeyser.nl
staalmagazine mei 2010
21
Ambitieuze topvrouwen over werk, carrière, seksegenoten en natuurlijk… mannen
“Mannen willen de volgende stap altijd” T
ineke Verburg, presentator, dagvoorzitter en trainer : “We werden door de actualiteit ingehaald: het week end voor dit gesprek stopten Camiel Eurlings en Wouter Bos met hun politieke werkzaamhe den om meer tijd te hebben voor hun gezin. Is dit een trend?”
De financiële wereld is een mannenwereld. En dus zijn in dit magazine vaak heren aan het woord. Om deze wetmatigheid te doorbreken, laten we vier vrouwen aan het woord die hun sporen hebben verdiend in politiek en bedrijfsleven. Onder leiding van Tineke Verburg praten zij over werk en carrière. “Een werk-privé balans? Die hebben mannen toch ook niet?” Door Michelle de Koning, fotografie Mark Prins
22
staalmagazine mei 2010
Dominique Bech, lid van de Statutaire Directie van Staalbankiers:“Ik denk van wel. Ik zie het in mijn kennissenkring ook steeds meer.” Antoinette Wessels, directeur/eigenaar van FlexFront Service Partner: “Je ziet het zeker vaker dan tien jaar geleden.” Patricia Boer, directeur/eigenaar van FlexFront Service Partner:“Bedrijven moeten er wel nog meer op inspelen vind ik. Maar je kunt nu al veel meer uitkomen voor het feit dat je ook nog een privéleven hebt.” Melanie Schultz van Haegen, directeur Zorginkoop bij Achmea Zorg:“Ik heb hier voorgesteld afspraken zo min mogelijk in de randen van de dag te plannen.Als je voor tienen of na vijven vergaderingen hebt, levert dat vaak problemen op voor het thuisfront, voor mannen en vrouwen.Terwijl ik zeker weet dat als ik tussen tien en vijf plan, dat de collega’s daarvoor of daarna ook echt nog wel werken, maar dan op momenten die hen beter uitkomen.” Dominique: “Dat je het zo regelt, komt wel omdat jij een vrouw bent.” Melanie: “Ja, dat klopt wel denk ik. Ik had een collega die vergaderingen juist wilde plannen in de randen van de dag. Om zo te zien of mensen dat wel voor het bedrijf over hadden. Daar geloof ik niet in. Ik wil zelf graag ’s ochtends
thuis zijn bij het aankleden van de kinderen en samen ontbijten. En op het moment dat je dat aangeeft, blijk je daar andere collega’s vaak ook een plezier mee te doen.” Antoinette: “Ja, je moet voor dat soort dingen kiezen. Het gevoel te kort te schieten op je werk en thuis zit vaak ook in jezelf. Een vriendinnetje vroeg mijn dochter een keer wat haar moeder voor werk doet en toen antwoordde zij: mijn moeder is altijd thuis. Ze belt wel veel, maar ze is altijd thuis. Daar was ik heel blij mee.” Tineke: “Is dat schuldgevoel of het excuus van een kind heb ben dan de reden dat er weinig vrouwen in de top zitten?”
Dominique: “Het heeft er denk ik ook mee te maken dat vrouwen lang nadenken over een volgende stap.Als ze gevraagd worden voor een hogere functie gaan ze na: wat betekent dit in de praktijk, vind ik dit echt leuk om te doen? Mannen willen de volgende stap altijd.” Melanie: “Toen ik gevraagd werd als staatssecretaris heb ik ook lang nagedacht. Ik wilde nog even met die praten en met die. De gevraagde mannen zeiden allemaal gelijk ja, zo kreeg ik te horen.Als je als bedrijf gelooft in een vrouw moet je misschien zeggen: jij gaat dit gewoon doen, ophouden met dat twijfelen.” Tineke: En positieve discriminatie? Dominique: “Nee, dat werkt nooit goed.” Melanie: “Als er meer vrouwen op de arbeidsmarkt komen, volgen die topfuncties vanzelf wel. Daar mogen we van mij wel harder in zijn.We
krijgen mensen tekort in de toekomst, de vergrijzing dwingt ons allemaal om te gaan werken. Daarbij vind ik dat we best een moreel appel mogen doen op vrouwen die op kosten van de staat een studie hebben gedaan.” Tineke: “Dan gaan er méér vrouwen werken, maar dan komen er niet automatisch meer vrouwen in de top.” Melanie: “Als je er meer hebt, krijg je ook meer doorstroom. Daarbij denk ik ook dat vrouwen het krijgen van kinderen soms als excuus gebruiken. Mannen lopen er ook wel eens tegenaan dat hun carrière misschien niet helemaal gaat zoals ze willen of hopen en dan moeten ze doorzetten. Ik heb
“N ederlanders meer feminien”
zijn
wel eens het idee dat vrouwen die een kind krijgen dan ‘even voor hun kind kiezen’ en zo een excuus hebben voor een carrière die niet helemaal loopt.” Tineke: “Onlangs was het Inter nationale vrouwendag. Is zo’n speciale dag nog nodig? Er was in Nederland nauwelijks aan dacht voor in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerika.”
Melanie: “Hier is het eigenlijk ook niet nodig. Maar het is ínternationale vrouwendag en het zou wel goed zijn om ook hier aandacht te besteden aan de vrouwen in landen waar ze het veel moeilijker hebben en niet gelijke rechten en plichten hebben.” Dominique: “In Amerika is het ook
staalmagazine mei 2010
23
gewoon commercieel, net als Valentijnsdag. Maar ik vind het wel interessant dat jij zegt dat het in Nederland niet meer hoeft, terwijl als je kijkt naar Europa dan ligt Nederland qua vrouwenparticipatie in hogere functies achter.”
Tineke: “Over andere kenmer ken gesproken: de afgelopen periode hoorde je nogal eens: als vrouwen het voor het zeg gen hadden gehad, dan was de wereld niet in zo’n financiële crisis beland. Hoe denken jullie daarover?”
Tineke: “Hebben jullie een rolmodel?”
Dominique: “Dat geloof ik niet. Misschien zijn vrouwen minder hebberig en meer bezig met: wat is goed voor
Bijna in koor: “Neelie Smit Kroes.” Antoinette: “Een heel stoer mens.” Melanie: “En bijvoorbeeld ook Marjan Oudeman die bij Corus in een echte mannenwereld functioneert.”
schappelijk belang voorop zet.Vanuit de oertijd is het wel zo dat vrouwen eerder aan dat laatste denken.” Tineke: “Ook als ze hogerop de ladder komen?”
Melanie: “Ja. Het is natuurlijk niet alleen aan vrouwen voorbehouden die manier van handelen, veel van mijn mannelijke collega’s hier werken ook zo. Het draait om feminien en mas-
“Met drie dagen trainen
geen goudenmedaille”
win je
Tineke: “Wat kenmerkt een vrouw die het redt aan de top?”
Antoinette: “Passie.” Melanie: “Hard werken.Veel Nederlandse vrouwen werken parttime, maar je wint ook geen gouden medaille op de Olympische Spelen als je maar drie dagen in de week traint.” Patricia: “Er niet zo bij stil staan dat je een vrouw bent.” Dominique: “Het zijn geen andere kenmerken dan van mannen aan de top.”
24
mijn klanten en goed voor ons bedrijf, dan met: wat is goed voor mijn eigen positie.”
culien handelen en Nederlanders zijn over het algemeen wat meer feminien.”
Tineke: “Zeg je daarmee dan niet dat vrouwen het anders gedaan zouden hebben?”
Tineke: “Hoe komt het dat de financiële sector wegkomt met die hele manier van werken en reageren op de crisis?”
Dominique: “Ja, maar de vraag is of daarmee de crisis voorkomen zou zijn.” Melanie: “Maar het gaat wel over leiderschap en of je eigenbelang en maat-
Melanie: “Als je niet in contact staat met de buitenwereld, met je klanten en de medewerkers onder je, dan zie je dat helemaal niet.”
Patricia: “De crisis heeft ook niet geholpen om dat te veranderen. Ik heb meer het gevoel dat het juist wordt aangegrepen om zich er achter te verschuilen. Onlangs pasten wij ons businessmodel aan en hadden we een nieuwe lening nodig. Na veel gedoe konden we dan eindelijk geld krijgen, tegen een rente van boven de tien procent. Dat aanbod hebben we natuurlijk afgeslagen. De banken krijgen veel kritiek dat ze minder financieren, maar pareren dat door te zeggen dat ze het wel aanbieden, maar dat ondernemers niet willen lenen. Ja, tegen dat soort rentepercentages…” Dominique: “Omdat Staalbankiers geen bedrijven financiert, kan ik daar weinig over zeggen, maar dit klinkt inderdaad alsof ze jullie geen geld willen uitlenen en daarom een aanbieding doen waarop je toch nee gaat zeggen. Banken moeten door de nieuwe regels meer kapitaal aanhouden en streven naar minder risico’s, maar ik vind dit wel schandelijk. Zeg dan gewoon dat je het niet ziet zitten, omdat je de risico’s onvoldoende kan beoordelen.” Patricia: “We hebben ook gelijk al
v.l.n.r. Antoinette Wessels, Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, Patricia Boer, Dominique Bech en Tineke Verburg staalmagazine mei 2010
ons geld daar weggehaald en naar Staal overgebracht.” Dominique: “Dat klinkt me dan weer als muziek in de oren.” Tineke: “Ik leer deelnemers aan mijn trainingen dat commu nicatie ontstaat als je genoeg zelfvertrouwen hebt om kwets baar te zijn. Is dat kwetsbaar zijn meer vrouwen eigen?”
Melanie: “Of je kwetsbaar kunt zijn, ligt ook aan de bedrijfscultuur. Bij Achmea doen we aan 360 graden feedback en daardoor moet je je heel kwetsbaar opstellen. Mannen en vrouwen.” Tineke: “Miste je die intervisie in de politiek of had je dat daar ook?” Melanie: “Nee! Zelfs al vroeg je erom bij ambtenaren, dan zeiden ze dat je het geweldig deed.Als je zelf aangaf dat je iets misschien niet helemaal goed vond, kreeg je daar maar mondjesmaat reactie op.” Tineke: “Komt spiegelen, feedback en je kwetsbaar opstellen in het bedrijfsleven wel meer op?” Antoinette: “Ja, maar het gaat mij nog te langzaam. Je ziet daar waar het management het wel kan, dat het personeel erin meegaat en zelfs de bedrijven die eromheen staan. Zo stuw je elkaar omhoog.” Dominique: “Het is heel afhankelijk van de leiding die bij bedrijven zit. Ik denk dat het wel beter gaat nu er steeds meer jongere leidinggevenden komen. Als je verandering wilt in het systeem moet je namelijk al niet vastzitten in het oude systeem. Daar heb je jonge mensen voor nodig.” Melanie: “Mensen die altijd willen blijven leren. Ik zeg gewoon dat ik nog niet alles weet: vertel het me maar. Het scheelt natuurlijk ook dat ik uit ‘een andere wereld’ namelijk de politiek kom, daardoor is het niet gek dat ik niet alles weet.” Antoinette: “In verschillende branches gewerkt hebben, helpt ook volgens mij. Zoals jij Melanie
van overheid naar bedrijfsleven bent gegaan, hebben Patricia en ik ervaring opgedaan in de modebranche en de tandheelkunde voordat we ons op de financiële sector stortten.” Patricia: “En je moet als manager wel weten waar je mensen mee bezig zijn. Je hoort wel zeggen dat je als leidinggevende het vak niet hoeft te beheersen, maar ik kan er toch niets over zeggen als ik niet weet wat mijn mensen doen? Ik denk ook dat daar wel weer een verschil tussen mannen en vrouwen zit: vrouwen nemen nog wel eens de tijd terug te kijken en mannen kijken niet meer om als ze eenmaal hoger op de ladder staan. Even gechargeerd hè?” Tineke: “Tot slot: wat willen jullie nog meegeven?”
Melanie: “Nevenfuncties zijn belangrijk, daarmee toon je een brede interesse en doe je veel contacten op. Mensen vragen soms hoe ik daar nog tijd voor heb, maar juist als je het druk hebt kun je altijd nog iets bij hebben.” Patricia: “Helemaal mee eens! Als je één ding moet organiseren dan kost dat veel moeite, maar nog één ding meer organiseren is lang niet zoveel werk. Mijn motto is dan ook: doen! Niet altijd alles wikken en wegen. Antoinette en ik hebben onze beste beslissingen het snelst genomen.” Antoinette: “Soms stond iets al tijden op de agenda ‘daar moeten we het nog eens over hebben’ en hakten we tijdens een telefoongesprek in de auto op weg naar huis gewoon opeens de knoop door. Creatief blijven denken is mijn belangrijkste devies. Ik probeer altijd out of the box te redeneren.” Dominique: “Doe waar je plezier in hebt. Dat wil heus niet zeggen dat ik altijd fluitend naar mijn werk ga, ik heb ook weleens een baaldag. Maar doen waar je van houdt en daar verder in willen groeien, is het allerbelangrijkste.” Melanie: “Blijf altijd leren. Ik zie dan oude mensen voor me die nog een twinkeling in hun ogen hebben.”
wie
is wie
Antoinette Wessels (45) en Patricia Boer (39) zijn de oprichters van FlexFront, specialist in virtueel detacheren. Eind 2008 verkochten ze hun andere bedrijf (Nationale Waarborg), vlak voor het ineenzakken van de woningmarkt. Nu werken ze aan een verandering van de strategie van FlexFront, dat per 1 maart is omgedoopt in FlexFront Service Partner. Zie voor meer informatie www.ffsp.nl Patricia heeft twee kinderen (9 en 7). “Het samenwerken met Antoinette en op die manier elkaars sterke kanten benutten en de zwakke kanten aanvullen heeft ertoe geleid dat ik dit bereikt heb. Naast een eigen dosis doorzettingsvermogen, ergens volledig in vastbijten en de passie en drive om iets neer te zetten. Het hoofd boven het maaiveld uit en eigen koers varen. Zoals wij altijd zeggen ‘de dood of de gladiolen’.” Antoinette heeft twee kinderen (12 en 8). “Wat mij geholpen heeft om zo ver te komen is mijn drive, gewoon keihard werken en altijd bedenken wat beter kan. Niet conformeren aan conventies, maar creatief blijven denken. Niches zien en oppakken.” Dominique Bech (50) is sinds 2006 lid van de Statutaire Directie van Staalbankiers. In haar aandachtsgebied vallen Marketing & Communicatie en Corporate Development. Dominique is dertig jaar actief in het bankwezen, voor Staalbankiers bouwde ze Rabo Securities op, het aandelenbedrijf van de Rabobank in Nederland. De veertien jaar daarvoor bekleedde zij diverse functies bij ABN AMRO, zowel in commercial als investment banking. Dominique heeft een partner en merkt niet veel van een glazen plafond. “Wat mij heeft geholpen zo ver te komen? Volg je gevoel. Doe wat je leuk vindt. En durf te kiezen voor het onbekende.” Melanie Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (39) is directeur Zorginkoop bij Achmea Zorg. Daarvoor zat ze in de landelijke politiek (staatssecretaris Verkeer en Waterstaat) en de lokale politiek. Melanie is getrouwd en heeft twee kinderen (3 en 5). Ze gelooft in hard werken en de kracht van nevenactiviteiten. Ze is dan ook lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Zorg Binnen Bereik; lid van de Raad van Commissarissen Ballast Nedam; chairman of the Board of the World Population Foundation; voorzitter Raad van Toezicht Instituut voor Beeld en Geluid en voorzitter Raad van Toezicht Stichting Jeugd en Samenleving. Tineke Verburg (54) werd in 1979 omroepster bij de TROS. Vervolgens presenteerde ze programma’s waaronder TROS Aktua en Triviant. Daarnaast begeleidde en coachte ze nieuwe omroepsters en presentatoren. In 2001 vertrok ze bij de TROS, ze volgde de docentenopleiding aan de Media Academie. Tineke heeft haar eigen bedrijf, is presentator, dagvoorzitter en geeft presentatie- en mediatrainingen.
staalmagazine mei 2010
25
Wat is de actuele stand van zaken?
Over kapitaalinjecties
en renteschommelingen Lichte economische groei. Kijk! Aan het einde van de tunnel schijnt licht. Ook het centrale rentetarief speelt een belangrijke rol in de economie. Tarieven liggen momenteel nog laag. Stijgen die, wat heeft dat dan voor een effect? De belangrijkste vragen en antwoorden over het centrale rentetarief op een rij. Door Marc Evers en Hans Smits, fotografie Hollandse Hoogte
26
staalmagazine mei 2010
De kredietcrisis ijlt nog flink na en de economie verkeert in woelig water.Voorlopig staat Azië (China) te boek als emerging market (opkomende markt). De groei zit daar alweer op het oude niveau. De Chinese overheid is centraal geleid. Er is gestimuleerd voor miljarden en nog eens miljarden, vooral in binnenlandse infrastructurele projecten, om de economie een boost te geven. De Verenigde Staten krabbelen (voorlopig) ook op. Geld in de economie pompen was hier het credo. De Amerikaanse overheid heeft veel stimuleringsmaatregelen genomen, die de staat een negatieve balans opleveren.Valt het effect van de kapitaalinjecties weg, dan is het maar de vraag hoe de markt zich dan zal gaan gedragen. Zullen de consumptie van de particulieren en de investeringen van bedrijven dit opvangen? Het herstel in Europa verloopt mondjesmaat. De meeste economieën kruipen voorzichtig uit de recessie.Wat opvalt, is dat zelfs Engeland weer een kleine groei van de economie laat zien, 0,1 procent in het vierde kwartaal van vorig jaar. De Eurozone kenmerkt zich door een bescheiden en ongelijkmatig herstel. Zo blijft Griekenland ver achter, evenals Ierland, terwijl bijvoorbeeld Duitsland aardig voorop loopt.
Waarom is de rente zo laag? De economie vertoonde een sterke groei van grofweg 2005 tot eind 2007. De rente was toen erg laag. Dat stimuleerde speculatie. Risicovolle assets werden hoog gewaardeerd. In 2008 barstte de bom. De kredietcrisis was geboren en laat in het jaar ging de geldmarkt op slot. Banken leenden elkaar (bijna) geen geld meer. Of alleen tegen hele hoge tarieven. Veel banken kwamen in acute liquiditeitsproblemen.Vervolgens verschaften de centrale banken veel liquiditeiten om de markt tot rust te brengen. De markt is sindsdien aan het normaliseren, maar is zeker nog niet als vanouds. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de officiële rente sinds oktober 2008 teruggebracht van 4,25 % naar 1 %, het laagste niveau sinds de invoering van de euro in 1999. De lage rente moest ervoor zorgen dat het goedkoop werd voor burgers en bedrijven om geld te lenen, zodat zij met hun bestedingen de economie konden stimuleren. Toch doet de gedaalde rente niet wat je normaal zou mogen verwachten. Bedrijven hebben in deze onzekere tijden minder behoefte om te investeren. Bovendien schatten banken de risico’s nu hoger in en krijgen bedrijven minder snel een lening. De
behoefte bij banken aan geld voor de korte termijn is hierdoor - en door alle overheidssteun, de lage ECB rente en het strengere uitleenregime - minder groot geworden.
Hoe krachtig is het herstel? Hierboven viel de term al: stimuleringsmaatregel. Het zijn vooral die kapitaalinjecties die zorgen voor een opleving van de economie. De consumentenbestedingen dragen nu ook weer op een positieve manier bij, maar groots is het niet. Immers, er is ook een keerzijde, de toenemende werkloosheid. Mensen zonder baan besteden veel minder. De vraag is gerechtvaardigd of overheden hun economieën nu permanent stabiliseren, of slechts tijdelijk. De miljarden die Amerika bijvoorbeeld in haar economie heeft gepompt, hoopt de overheid grotendeels door toekomstige belastinginkomsten weer te kunnen compenseren. Een uiterst onzeker scenario. Parallel hieraan speelt de leidende rol die overheden hebben en de terugtrekkende beweging die daarop volgt. Overheden voeren een exitstrategie. Dat is de manier waarop en de snelheid waarmee de overheid zich terugtrekt en haar economische steunmaatregelen afbouwt. De ECB is al begonnen met het geleidelijk afromen van liquiditeiten. In de VS heeft de federale centrale bank (FED) recentelijk een signaal afgegeven door de discount rate (het toptarief waartegen banken geld kunnen lenen van de FED) te verhogen. In een later stadium zullen verhogingen van de officiële rente volgen.
Wanneer gaat de rente weer stij gen en in welk tempo? Centrale banken verhogen de rentes pas als ze de economische groei afdoende vinden. Immers, een verhoging van de officiële rente heeft een krappere markt tot gevolg. Een onderzoek van Bloomberg onder een grote groep economisch analisten wijst uit dat ‘de gemiddelde econoom’ verwacht dat de officiële rente in Amerika (FED) vanaf het derde kwartaal van 2010 zal worden opgeschroefd (van thans 0,25 % tot 1,50 % in het tweede kwartaal van 2011). Volgens hetzelfde onderzoek volgt Europa (ECB) een kwartaal later. Halverwege volgend jaar is de officiële rente in Europa dan naar verwachting 2 % (nu 1 %). Hoe de weg loopt richting herstel, is lastig te voorspellen. Is het een geasfalteerd pad recht vooruit, of een landweggetje door heuvelachtig terrein? (Lees hierover meer in het vorige nummer van Staal
Soorten rentes Euribor: staat voor Euro Interbank Offered Rate. Euribor is het rentetarief waartegen banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. De looptijden variëren van 1 week tot 12 maanden. Dit tarief wordt tevens gebruikt door banken om hun variabele tarieven op te baseren (bijvoorbeeld voor persoonlijke leningen en hypotheken met variabele rente, maar ook voor kortlopende spaardeposito’s). Op het moment dat Euribor gaat stijgen, is de kans groot dat deze tarieven zullen volgen. Eonia: staat voor Euro OverNight Index Average. Dit rentetarief brengen banken elkaar in rekening voor leningen in euro’s met een looptijd van één dag. Kortlopende rentestanden: variabele rentetarieven en rentes met een korte rentevaste periode van maximaal 1 jaar. Deze kortlopende rentes worden sterk beïnvloed door de ontwikkelingen op de geldmarkt, waar wordt gehandeld in leningen met een korte looptijd. Termijn spaarrentes (van 1 tot 4 jaar) zijn hier dikwijls aan gekoppeld. Langlopende rentestanden: rentes met een rentevaste periode langer dan 1 jaar, zoals 5-, 10-, en 20-jaars rentes. Deze langlopende rentes worden beïnvloed door de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, waar wordt gehandeld in leningen met een looptijd langer dan een jaar. Hypotheekverstrekkers baseren hierop hun tarieven voor hypotheken met een vaste periode rente. Swap rente: kort- en langlopende rente waar banken onderling mee werken. Deze rente ligt normaal zo’n 0,2 tot 0,3 % boven de rente die de staat vergoedt. In turbulente tijden kan het verschil met de staatsrente een stuk groter zijn. Het woord ‘swap’ is afkomstig van het Engelse werkwoord to swap (ruilen, omwisselen).
Magazine, december 2009:‘Lange klim uit het dal’) De toekomst blijft lastig te voorspellen en is uiteraard anders dan de vereenvoudigde weergave van mogelijke scenario’s. Zo is een mix van scenario’s ook heel goed mogelijk. Eén ding is wel duidelijk: bij aantrekkende economieën zal de rente, zowel kort als lang, een opwaartse trend te zien geven.Aanvankelijk een stabiel tot licht oplopende rentetrend, die naar verwachting in 2011 aan kracht zal winnen. De korte rente zal daarbij relatief iets sneller kunnen stijgen dan
staalmagazine mei 2010
27
co l u m n / Toekomst Rente toont op termijn een opwaartse trend • In 2010 wordt aanvankelijk een stabiel tot licht hogere rente voorzien. • Eind 2010 kan de rentetrend sterker worden. • In 2011 kan de opwaartse trend aan kracht winnen. • Vooralsnog lage rente is positief voor vrijwel alle asset categorieën. • Oplopende rente tast als eerste de categorie staatsobligaties aan, later ook andere obligaties. • Uitgebalanceerde spreiding van een beleggingsportefeuille is altijd geboden. • Enorme liquiditeitsverschaffingen plus feit dat de centrale banken meestal achter de feiten aanlopen, kunnen op lange termijn hoge inflatie betekenen. • Gevolg: nog hogere rentestanden, want de belegger wil zijn risico gecompenseerd zien.
de lange rente, waardoor de rentecurves (de lijn van de rentes met een verschillende looptijd) in 2011 een enigszins vlakker patroon kunnen gaan vertonen.
Wat is een normaal rentepercentage en wat zijn daarvan de effecten? Een Europese lange rente (10-jaars) van 5 tot 7 % zou % – in historisch perspectief geplaatst – absoluut niet 5,0 slecht ogen. De meeste economen schatten in dat 4,5 lange rente tussen de 4 en 5,5 % realistisch is een op4,0middellange termijn (2 à 3 jaar). De officiële rente van de Amerikaanse FED staat nu nog op 3,5 0,25 %, maar zou heel goed terug kunnen richting de3,05,25 % van medio 2007. De lange rente ligt daar 2,5 altijd een stuk boven. Stijgt de rente, dan is de spaarder met een hoger rentepercentage op zijn te2,0 goed de grote winnaar. Wanneer de rentevoet stijgt, 1,5 zijn leningen echter duurder. Neem bijvoorbeeld 1,0 hypotheken met een lange looptijd (lange termijnrentepercentages) die duurder worden. Europa en 0,5
Wat kan ik als Staalbankiers-klant nu het beste doen? Beleggers met obligaties in hun pakket zien de koersen van met name staatsobligaties dalen wanneer de rente oploopt. Grote kans dat beleggers daarop anticiperen en hun assets binnen bepaalde categorieën gaan heralloceren, herverdelen dus.
Amerika houden elkaar bij de vaststelling van de officiële tarieven nauwlettend in de gaten. Als in de VS de rente stijgt, zullen institutionele beleggers een deel van hun beleggingen naar Amerika kunnen overhevelen. Andersom zijn Amerikaanse beleggers juist geneigd om hun kapitaal in Europa te beleggen wanneer de Europese interestvoet stijgt. De vraag naar euro’s op de valutamarkt zal daardoor stijgen wat weer een positieve uitwerking heeft op de wisselkoers van de euro ten opzichte van de US dollar.
Een voorbeeld. Een klant heeft 50 % in aandelen zitten, en de overige 50 % is voor 30 % verdeeld in obligaties en voor 20 % in andere assets. De obligaties zijn verdeeld over staatsleningen (15 %), bedrijfsleningen (7,5 %) en emerging markets leningen (7,5 %). Wanneer de rente gaat oplopen zal er een verschuiving
Een ander effect van het economische herstel: bedrijven die obligaties uitgeven, gaan het beter doen. Het risico van een bedrijfsobligatie neemt af. Dat wil zeggen dat de opslag (spread) die de markt eist boven 3 maands overheidsobligaties, kan dalen en dan wordt het relatief gunstiger om bedrijfsobligaties in het beleg2 jaar gingspakket te hebben. Een belangrijke marktindi10 jaar cator op basis waarvan het impliciete kredietrisico in
kunnen plaatsvinden vanuit obligaties (minder aantrekkelijk) naar aandelen. Bijvoorbeeld als volgt: aandelen 54%, obligaties 26% (andere assets blijven 20%). Binnen genoemde categorieën naar bijvoorbeeld 9 % staats leningen (minder aantrekkelijk), en 8,5 % in zowel bedrijfsleningen als emerging markets leningen (hoger verwacht rendement) zeer goed denkbaar.
dec-12
sep-12
jun-12
mrt-12
dec-11
sep-11
jun-11
mrt-11
dec-10
sep-10
jun-10
mrt-10
Forward rates voor euro rentes (op 23 feb 2010) %
ECB
%
5,0
3 maands 5,0
4,5
2 jaar
4,5
4,0
10 jaar
4,0 3,5
3,5
3,0
3,0
2,5
2,5
2,0 1,5
2,0
1,0
3 maands
1,5
0,5 0,0
2 jaar
jun-11
mrt-11
dec-10
sep-10
jun-10
mrt-10
10 jaar
delijke prestaties worden geleverd. Maar de finetuning van de clubs is essentieel. De verschillen in prestaties in het topgolf zijn erg klein. Oneindig veel details moeten worden meegewogen om de kans op een topplaats te vergroten. Doordat Robert-Jan ziet dat alle details kloppen, heeft hij peace of mind als het gaat om zijn uitrusting. Behalve dat hij een topgolfer is, heeft hij ook de mensenkennis en de kwaliteiten om een hecht team van mensen om zich heen te verzamelen dat met alle plezier aan een topprestatie meewerkt. Ik kan vertellen: het is fantastisch om bij dat team te horen.”
In korte tijd zat Robert-Jan – toeval of niet? – drie keer bij mij in de cockpit.Tijdens die ontmoetingen kwamen ook mijn werkzaamheden als clubfitter aan de orde. Door tegenvallende ervaringen in het verleden maakte dit aanvankelijk weinig indruk op Robert-Jan. Ik vertelde hem dat ik als eerste op het Europese vasteland het hoogste niveau in clubfitting had behaald, maar ik denk dat de persoonlijke ‘klik’ de belangrijkste reden voor Robert-Jan was om eens met zijn vader, ook zijn manager, poolshoogte te komen nemen. Sindsdien hebben we samen talloze dagen aan zijn clubs gewerkt en heel wat veranderingen in zijn materiaal doorgevoerd. Het is heerlijk samenwerken. Robert-Jan heeft een gedegen kennis van zijn materiaal, werkt zeer nauwkeurig en is een scherpe denker. Hij speelt op zijn gevoel, maar maakt ook uitstekend gebruik van high tech om tot betere resultaten te komen. Zo gebruiken we de Trackman, een peperdure radar, om verschillende clubs met elkaar te vergelijken. Dit apparaat meet werkelijk alles.Tot aan de hoek en het aantal omwentelingen per minuut waarmee de bal op 270 meter afstand op de grond neerkomt.
dec-12
sep-12
jun-12
mrt-12
dec-11
sep-11
jun-11
mrt-11
dec-10
sep-10
0,0 jun-10
“I
k ontmoette Robert-Jan voor het eerst in de cockpit van een Boeing 747 onderweg naar Kuala Lumpur. Dat was in 2003, in mijn ‘vorige leven’ als gezagvoerder van het bewuste toestel. De purser meldde dat er een golfer, onderweg naar een ‘toernooitje’ in Maleisië, graag een kijkje in de cockpit wilde nemen.Vliegen interesseert Robert-Jan mateloos. Maar bovenal: het teamwork in de cockpit. De golfer zag veel overeenkomsten in de samenwerking tussen captain en copiloot enerzijds en golfer en caddy anderzijds. Inmiddels heeft Robert-Jan zelfs een respectabele flight simulator thuis staan.
Van alle mensen rondom de topgolfer is de clubfitter vaak het minst zichtbaar; het werk aan de clubs is al lang gedaan voordat de uitein-
0,5
mrt-10
dec-09
1,0
28
Fitting Robert-Jan Derksen
het obligatiestuk (nu 26%) is een verschuiving over de drie
0,0
Rentevoorspellingen economen Eurozone
Theo Erben werd in 2009 voor de vierde maal op rij verkozen tot een van de honderd beste clubfitters ter wereld. Ook Robert-Jan Derksen voorziet hij al enkele jaren van de perfecte clubs, volledig afgestemd op zijn unieke swing, lichaamsbouw en aanleg. Theo over zijn bijzondere samenwerking met Robert-Jan.
de economie gemeten kan worden, is die spread.We spreken over verschillende spreads. Het kan gaan om het verschil tussen de rente op overheidsobligaties en de interbancaire rente (de swap rente) of om het verschil tussen overheidsobligaties en bedrijfsobligaties. Een grote spread impliceert dat het kredietrisico voor banken of bedrijven groot is. Banken of bedrijven moeten duur inlenen.Als de vereiste vergoeding voor het lopen van risico afneemt, dan daalt de spread.
staalmagazine mei 2010
staalmagazine mei 2010 %
ECB 3 maands
29
president van Haïti, daartoe ook aangespoord door de Nederlandse consul, konden de adopties versneld worden. En dat was maar goed ook, want het was in de chaotische omstandigheden moeilijk hun veiligheid en voedsel- en watervoorziening te blijven garanderen.” Het gaat relatief goed met de adoptiekinderen, meldt Van Santbrink. “Sommigen gaan al naar school of het kinderdagverblijf.Wel is onze nazorg intensiever dan gebruikelijk vanwege het dubbele trauma dat deze kinderen hebben opgelopen.”
Ingestort Deze versnelde adoptieprocedure was niet het enige waaraan personeel en vrijwilligers van Wereldkinderen koortsachtig werkten in de nasleep van de aardbeving.Wereldkinderen ondersteunt twee projecten in Haïti. Van Santbrink herinnert zich de
aantal is lastig vast te stellen, omdat niet alle kinderen permanent wonen in het projectgebouw. Sommigen wonen bij hun ouders en komen regelmatig voor aanvullende hulp. Het gebouw van het andere project,‘la Maison ‘l’Arc-enCiel’, was wel beschadigd, maar niet ingestort.”
Door Joke van Rooyen, fotografie Wereldkinderen
30
staalmagazine mei 2010
et beeld van een vliegtuig vol Haïtiaanse kindertjes die in een koud land een nieuwe toekomst tegemoet gaan, staat waarschijnlijk in menig geheugen gegrift. De Vereniging Wereldkinderen kwam in januari vlak na de aardbeving in Haïti uitgebreid in het nieuws. In samenwerking met de Nederlandse Adoptie Stichting en het Ministerie van Justitie konden via Wereldkinderen versneld dertig adoptiekinderen uit Haïti overkomen. Deze kinderen verbleven op het moment van de aardbeving al in opvanghuis Maison de l’Espérance, in afwachting van hun adoptie. “Normaal gaan er maanden overeen, voordat de benodigde handtekeningen gezet zijn.Taaie bureaucratie, gecombineerd met onwil of een lakse werkhouding, zijn daarvan de oorzaak. Maar dat was nu snel bekeken. Dankzij een handtekening van de
momenten van tergende onzekerheid vlak na het verschrikkelijke nieuws. “Ons kantoor was in rep en roer.We maakten ons grote zorgen om alle betrokkenen.” Het duurde anderhalve dag voordat nieuws begon binnen te druppelen. Het gebouw van project Lakay was ingestort, daarbij zijn veel slachtoffers gevallen. Het precieze
Lizzie Saffrie adopteerde met hulp van Wereldkinderen een driejarig meisje uit Haïti.
Vrijgevigheid De twee weken erna werkten alle medewerkers van Wereldkinderen intensief mee om de hulpverlening en de financiering daarvan op gang te krijgen, zoals voor watervoorziening en tenten en ook traumabegeleiding. Van Santbrink was onder de indruk van de saamhorigheid en de vrijgevigheid na de ramp.“Van een serviceclub in Groningen tot een basisschool uit Enschede, uit alle hoeken en gaten kwamen reacties en donaties. De bereidheid om te helpen en ook mee te werken aan de adoptievlucht was
Wereldkinderen helpt Haïti H Nederland is allang weer met andere zaken bezig, maar in Haïti liggen de puinhopen nog in de straten. Op kleinere schaal zijn er wel vorderingen. De Vereniging Wereldkinderen, een relatie van Staalbankiers, steunt er twee projecten en begeleidt adoptieprocedures. Algemeen directeur Albert Jaap van Santbrink blikt terug op de voorbije periode.
* e i l o J
enorm.Van Santbrink herinnert zich een moment waarop hij in het weekend ’s avonds om zeven uur naar het ministerie van Binnenlandse Zaken wandelde.“Binnen zaten mensen van onder meer diverse ministeries om de tafel om de vlucht rond te krijgen. Dan kun je heel snel zaken regelen.”
Vereniging Wereldkinderen Wereldkinderen ondersteunt projecten waarmee kinderen zonder thuis kunnen opgroeien in een gezin of gezinsvervangende situatie in eigen land. Wanneer een kind in eigen land geen kans heeft op wonen in een gezinssituatie, dan bemiddelt Wereldkinderen bij interlandelijke adoptie. Wereldkinderen is actief in Afrika, Azië en LatijnsAmerika. De vereniging telt ruim 6.000 leden, 5.000 sponsors, 350 vrijwilligers
In november 2009 ging ze haar ter plaatse ophalen. Jolie is deze maand vier jaar geworden en maakt het prima. Lizzie koos heel bewust voor Wereldkinderen en geeft hoog op van het professionele karakter van de organisatie.“Het adopteren van een kind is een emotioneel proces, waarbij je over een lange adem moet beschikken. Ik ben dit proces als alleenstaande ouder aangegaan en vond het belangrijk daarin professioneel ondersteund te worden. In totaal zijn zeven jaren verstreken, tussen het moment van de eerste aanvraag, tot het in mijn armen sluiten van mijn dochter. Dat vraagt veel van je en het is fijn als je terug kunt vallen op Wereldkinderen. Sinds Jolie bij mij is, kan ik als ik dat wil wekelijks hun nazorgspreekuur bezoeken. Daar krijg ik pedagogische tips waar ik echt veel aan heb.” De rampzalige aardbeving en de nasleep bleven Jolie en Lizzie gelukkig bespaard.“Ik ben behoorlijk nuchter en zwelg niet in het gevoel ‘dat had ons kunnen overkomen’, maar dat neemt niet weg dat het je enorm raakt. Ik ben heel dankbaar dat dit Jolie bespaard is gebleven. Ik vraag me wel af wat er met haar biologische familie is gebeurd. Ik heb nog niets over hun lot vernomen.Als het land een klein beetje overeind gekrabbeld is, ga ik op zoek naar informatie.Want later zal Jolie ongetwijfeld met vragen over haar biologische familie komen en dan wil ik haar kunnen vertellen wat er gebeurd is.”
staalmagazine mei 2010
31
Steun aan
561 Thaise kinderen H Ook in Thailand ondersteunt de vereniging Wereldkinderen projecten. Ben van Druten, Commercieel Directeur Institutendesk bij Staalbankiers, en zijn echtgenote José, bezochten tijdens hun backpackvakantie begin dit jaar één project. Een verslag. Verslag en fotografie Ben van Druten
Ben en José van Druten bij de ‘Daughters of Charity’
32
staalmagazine mei 2010
et busje dat ons van Chiang Mai naar Phayao in het noorden van Thailand heeft gebracht, valt van ellende uit elkaar, maar de airco werkt fenomenaal. Met bevroren ledematen strompelen we uit de vrieskou van de bus de hitte van de dag tegemoet. In de verte komt onze gastvrouw, zuster Johanna, aangelopen. Zij is een religieuze van de ‘Daughters of Charity’, een congregatie van missionarissen van Frans origine uit de 19de eeuw. Op hartverwarmende wijze heet Johanna ons welkom. Bij de ingang van haar onderkomen hangt een groot spandoek waarop in het rood geschreven staat: ‘Welkom José en Ben van Druten’.
In Phayao, zorgt de religieuze orde Daughters of Charity, met steun van Wereldkinderen, ervoor dat kinderen die slachtoffer zijn van hiv of aids, onderwijs en zorg krijgen.We hadden verwacht enkele zieke kinderen te ontmoeten, maar die zitten gewoon op school. In plaats daarvan worden we opgewacht door een delegatie van 34 moeders en grootmoeders, die hun met hiv of aids besmette kinderen een betere toekomst proberen te geven. In het gebied rondom Phayao in Noord-Thailand is aids een groot probleem. Jonge meisjes worden door de armoede thuis gedwongen om in Zuid-Thailand (vooral Pattaya is berucht) te gaan werken in de seksindustrie. Het aantal slachtoffers neemt steeds meer toe. Een groot aantal van de meisjes is inmiddels besmet met het hiv-virus of is overleden aan aids. De sociale structuur van de leefgemeenschap raakt hierdoor ernstig verstoord. Grootouders nemen de –veelal zelf ook besmette- kinderen van de overleden ouders vaak onder hun hoede, met als gevolg dat hun eigen ‘oudedagsvoorziening’ verdwijnt. Het project van ‘Daughters of Charity’ in Phayao steunt 561 kinderen tussen de 4 en 15 jaar. In de meeste gevallen zijn beide ouders aan aids overleden, soms is één ouder aan aids overleden.Wereldkinderen draagt bij aan de medische kosten, aan onderwijs, eten
D
en transport.Vooral onderwijs biedt deze kinderen de kans om in de toekomst in hun eigen levensonderhoud en dat van de grootouders te voorzien.
oor de crisis zijn banken voorzichtiger geworden. Daarnaast beperkt nieuwe regelgeving het bedrag dat iemand kan lenen voor de financiering van een woning. De crisis heeft voor startende kopers echter ook voordelen. Het aanbod van woningen is behoorlijk toegenomen en de huizenprijzen staan onder druk.Tevens komen er vanuit de overheid verschillende initiatieven om het kopen te stimuleren. Starters kunnen de woningmarkt immers een duw in de rug geven. In de praktijk blijken deze initiatieven echter maar beperkt bij (potentiële) huizenkopers bekend te zijn. Landelijke regelingen zijn Koopsubsidie, een SVn-lening en Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het verdient dus aanbeveling om te bezien of deze regelingen wellicht ook voor uw dochter en toekomstige schoonzoon van toepassing zijn.
In een soort ronde tafelbijeenkomst worden wij voorgesteld aan de moeders en grootmoeders. Hun verhalen zijn schrijnend en emotioneel. Uiteindelijk zitten wij met 34 huilende vrouwen aan tafel… Als zuster Johanna en daarna José eveneens overmand worden door emoties, voel ik me tamelijk wanhopig. Het vakantiegevoel is nu definitief verdwenen, ik neem me ter plekke voor dit vrijblijvende bezoek om te buigen in een missie waaraan ik me zal gaan committeren. Er is op dit moment onvoldoende geld voor onderwijs. Zuster Johanna, die zelf moet rondkomen van 500 Baht per maand ( ± €10, -), vertelt dat er jaarlijks € 70.000, - aan financiële middelen beschikbaar moet komen, wil het onderwijsproject slagen. Met dat geld kunnen 561 zieke wezen en halfwezen onderwijs krijgen. De volgende dag vertrekken we met rugzakken op naar de Mekong rivier en gaan stroomafwaarts in de slowboat op weg naar Luang Trabang in Laos. Phayao ligt achter ons maar ik heb me voorgenomen om bij thuiskomst werk te gaan maken van het onderwijsproject. Ik heb met eigen ogen kunnen zien wat er gebeurt als er geen toekomstperspectief is. Bij Staalbankiers breng ik dagelijks de voordelen van zogeheten duurzaam ingerichte beleggingsportefeuilles bij de klanten van de Institutendesk onder de aandacht. De situatie waarmee wij thans worden geconfronteerd, vloeit feitelijk voort uit armoede. Bestrijding van armoede, en daarmee kinderen de mogelijkheid geven om onderwijs te kunnen volgen, is in mijn beleving een uiting van streven naar duurzaamheid op micro-niveau. En daar gaat het toch om?
Geven?
Wilt u vrijwilliger of donateur worden van Wereldkinderen? Ga naar www.wereldkinderen.nl voor meer informatie.
Financiële mogelijkheden
Familiebank iets voor u? Uw dochter heeft haar studie succesvol afgerond en is begonnen aan haar eerste baan. Ze wil graag met haar partner een appartement kopen in de Utrechtse binnenstad. Helaas is het voor starters tegenwoordig niet eenvoudig om een hypotheek van de bank te krijgen. U wilt haar dus financieel ondersteunen en klopt bij ons aan voor advies. Door Richard de Wit FFP Senior Private Banker Staalbankiers, fotografie Edwin Weers
Het is prima dat de overheid met stimuleringsregelingen komt, maar hier kleven vanzelfsprekend de nodige voorwaarden aan.Voorwaarden die nu net niet blijken te passen bij uw dochter. Er zijn dan grofweg twee andere mogelijkheden: - een reguliere bankfinanciering; - de familiebank.
Reguliere bankfinanciering Uw dochter kan samen met haar partner een reguliere bankfinanciering aanvragen. U heeft de mogelijkheid uw dochter te ondersteunen door bijvoorbeeld het doen van een (eenmalige) schenking (zie pagina 5). Indien uw vermogen ‘vastzit’ in vastgoed of een effectenportefeuille, kunt u ook borg staan voor uw dochter bij de bank.Voordeel is dat de bank tegen een scherper tarief kan financieren, ze loopt immers minder risico.Tevens bestaat de mogelijkheid van mede
staalmagazine mei 2010
33
schuldenaarschap of om zelf de financiering aan te gaan met de bank en dit bedrag vervolgens weer door te lenen aan uw dochter.
De familiebank U kunt uw dochter ook helpen door zelf voor bank te spelen. Hiermee kunt u een hoger rendement realiseren op uw spaargeld terwijl uw dochter de gewenste financiering rond krijgt. Bijkomend voordeel is dat de fiscus meebetaalt. In plaats dat uw dochter het geld leent bij een financiële instelling, wordt het geld gedeeltelijk of in zijn geheel door u aan uw dochter geleend. U ontvangt net als de bank rente en afsluitprovisie.Voor u valt de vordering in box 3, terwijl voor uw dochter de renteaftrek in box 1 van toepassing is. Het fiscale voordeel ontstaat door de aftrekbaarheid van de rente in combinatie met schenkingen. De te ontvangen rente is voor u onbelast.Voor de heffing in box 3 maakt het immers geen verschil of uw geld nu op de bank staat of dat u het aan uw dochter leent. Als uw dochter de lening gebruikt voor de aankoop, onderhoud of verbouwing van haar woning, dan kan zij de betaalde rente aftrekken. De na aftrek verschuldigde netto rente kan vervolgens door middel van
De fiscus betaalt mee
34
staalmagazine mei 2010
schenkingen geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd.
Financiële planning Voordat u überhaupt een lening gaat verstrekken aan uw dochter, raden we u aan eerst te bekijken of dit past binnen uw eigen financiële doelstellingen. Het lijkt een veilige belegging echter uw spaargeld komt wel “vast” te zitten in de bakstenen van uw dochter. U moet uw geld dus voor langere tijd kunnen missen. Daarnaast hebt u ook nog een studerende zoon die u hetzelfde gunt als uw dochter. Met behulp van financiële planning kan inzicht worden gegeven in de haalbaarheid van de familiebank.Wellicht volgt hieruit het advies dat uw dochter en haar partner ook voor een deel zijn aangewezen op de reguliere kredietverstrekkers.Ten slotte dient er geen twijfel te zijn met betrekking tot de discipline van uw dochter om de rente te betalen, en de stabiliteit van de relatie met haar partner. Dat kan namelijk tot veel ergernis leiden in de familie. Ook fiscaal heeft dit de nodige consequenties!
De rente en de fiscus Het is fiscaal voordelig om een zo hoog mogelijke rente te vragen. Dat wil overigens niet zeggen dat u helemaal vrij bent in het bepalen van de hoogte ervan. U bent fiscaal gezien verplicht een marktconforme rente te rekenen.Wijkt u daarvan te veel af, dan is de rente mogelijk (deels) niet aftrekbaar. Als sprake is van een lange renteherzieningsperiode, een “topfinanciering” of als hypothecaire zekerheid ontbreekt, dan is een hogere rente gerechtvaardigd. Op grond van jurisprudentie is een rente gangbaar die maximaal 25% hoger ligt dan de reguliere tarieven bij banken. Bij de huidige hypotheektarieven van rond de 5 procent voor vijf jaar vast kunt u dus (5,0% x 1,25 ) 6,25% rente in rekening brengen. Het is wel van belang dat de rente daadwerkelijk betaald wordt door uw dochter. Niet betaalde rente is namelijk niet aftrekbaar, ook niet als de rente wordt verrekend met een schenking. Er dient dus daadwerkelijk geldverkeer plaats te vinden.
Wel of niet naar de notaris? Het afzien van een hypothecaire inschrijving rechtvaardigt weliswaar een hogere rente maar gaat wel ten koste van de zekerheid voor u als schuldeiser. Stel dat om wat voor reden dan ook uw dochter of haar partner failliet gaat, dan zal er beslag gelegd worden op de woning. Indien de juridische aspecten
zwaarder wegen dan het financiële voordeel is de gang naar de notaris zondermeer aan te raden. De notaris kan dan eveneens helpen bij het opstellen van de leningovereenkomst.Tevens kan de notaris adviseren over een eventueel op te maken testament (wat als onverhoopt uw dochter komt te overlijden en de partner een nieuwe liefde ontmoet?). De notariële kosten zijn voor rekening van uw dochter. De notariskosten voor het opstellen van de hypotheekakte zijn bij haar aftrekbaar.
Afsluitprovisie Ook als u afsluitprovisie in rekening brengt aan uw dochter, is deze voor u onbelast en voor uw dochter aftrekbaar. Het kan dus zeer voordelig zijn om uw kind 1,5% afsluitprovisie in rekening te brengen. In het jaar van betaling is maximaal € 3.630, - aftrekbaar. Het surplus dient uitgesmeerd te worden over de looptijd van de lening.
Voorbeeld Stel, uw dochter betaalt éénmalig (1,5% x € 200.000, -) € 3.000, - afsluitprovisie. Als het inkomen in het 42%-tarief valt, kost dit uw dochter netto € 1.740, -, terwijl de afsluitprovisie bij u onbelast is. Door middel van een schenking binnen de vrijstelling van € 5.000,- (2010) compenseert u vervolgens uw dochter. Het belastingsvoordeel voor de familie bedraagt dus € 1.260, -.
Spaarcontract voor aflossing Om de normale financieringssituatie van uw dochter zoveel mogelijk te benaderen, kan het wenselijk zijn om een vorm van aflossen overeen te komen.Aflossen is fiscaal echter niet voordelig, dus in plaats daarvan kan wel worden gedacht aan een spaarcontract dat uw dochter bij uzelf afsluit. Door middel van periodieke stortingen en eventueel een eenmalige inleg wordt zo een bepaald streefkapitaal opgebouwd. U kunt hierbij dezelfde rente vergoeden als die zij betaalt voor de lening. Het hanteren van een hoge spaarrente is weer gunstig in het kader van successieplanning. Binnen de familiebank kan er behalve gefinancierd desgewenst dus ook nog worden gespaard. Is een familiebank iets voor u? Uw bankier kan u nader adviseren of deze constructie past in uw financiële doelstellingen.
Staal magazine graag geziene gast Misschien bent u één van de 330 lezers van Staal magazine die het onlangs gehouden lezersonderzoek heeft ingevuld. U waardeert het blad gemiddeld met een 7,3. Een mooi cijfer voor een relatieblad (het landelijk gemiddelde voor een bankrelatiemagazine ligt op 6,7). Maar u heeft wel verbetertips.
M
et de enquête heeft Staalbankiers onderzocht of u het blad waardeert en of u mogelijkheden ziet om het blad te verbeteren.Van de zesduizend lezers reageerden er 330. De algemene waardering 7,3 voor Staal magazine geeft aan dat het blad de band tussen de klanten en de bank daadwerkelijk versterkt. Dat 95% van de lezers aangeeft dat het blad past bij de uitstraling van Staalbankiers, wijst ook in die richting. Er waren respondenten die een laag cijfer aan het blad geven (11% van de lezers waardeert het magazine met een onvoldoende), maar daar staat tegenover dat een 8 het meest gegeven cijfer is (34% van de respondenten), twee mensen geven zelfs een 10.
o n d e r zo e k / vindt Staal magazine niet meer dan oppervlakkig verstrooiend. Betekent dit dat de redactie tevreden op de automatische piloot kan terugschakelen? Allerminst, u geeft een aantal heldere verbeterpunten aan. Hoewel 37% van de lezers de journalistieke kwaliteit van het magazine goed vindt, en de vormgeving ook voldoende tot goed wordt ervaren (94%), geven 114 lezers aan (35%) dat het blad best diepgaander en kritischer zou mogen zijn. Lezers geven relatief vaak expliciet aan dat ze verhalen van klanten en uitingen van Staaalbankiers zelf het minst waarderen.Wij geloven er als redactie onverminderd in dat klantenverhalen toegevoegde waarde hebben en gaan op zoek naar invalshoeken die u beter bevallen. Hetzelfde geldt voor de uitingen van Staalbankiers zelf.
Er zijn meer resultaten die tevreden stemmen: zo blijkt uit het onderzoek dat 81% van de lezers die aan het onderzoek deelnamen het blad graag ontvangt, 23% van de respondenten geeft zelfs actief aan dat het magazine de relatie met de bank versterkt. De frequentie waarin u het blad op de mat krijgt, vindt 64% van de respondenten passend.
Het web is ‘hot’ en daarom peilden we uw belangstelling voor een digitale nieuwsbrief. De cijfers laten echter zien dat u gemiddeld genomen tevreden bent met het gedrukte exemplaar. Slechts 22% van de respondenten geeft aan prijs te stellen op een digitale nieuwsbrief naast Staal magazine, 7% zou een digitale nieuwsbrief in plaats van Staal magazine willen ontvangen en maar liefst 71% van de respondenten reageert afwijzend op een digitale nieuwsbrief. Deze afwijzende houding geldt zowel voor de jongere als de oudere respondenten in het onderzoek. Overigens is 74% van de respondenten ouder dan 50 jaar. Uit onderzoek is bekend dat ouderen minder graag om teksten van een beeldscherm lezen dan jongeren.
Inhoudelijk gezien raakt het blad bij veel lezers de juiste snaar. Bijna de helft van de lezers (42%) geeft aan dat het blad ze soms aan het denken zet, 40% vindt er regelmatig nuttige informatie in; 17% van de lezers wordt soms geraakt door de artikelen. Slechts 13%
Tot slot danken wij u hartelijk voor uw medewerking. Bij de invulling van het magazine nemen wij de resultaten zoveel mogelijk mee en streven naar nog betere lezersgerichtheid, onder meer door kritisch te kijken naar onderwerpen en invalshoeken.
staalmagazine mei 2010
35
h e t at e l i e r / ADRESSEN KANTOREN
Regio Den Haag Lange Houtstraat 8 Postbus 327 2501 CH Den Haag Telefoon 070 310 15 10 Regio N-Holland Prinsen Bolwerk 1 Postbus 5070 2000 GB Haarlem Telefoon 023 553 59 00 Regio Midden Maliebaan 72 Postbus 13210 3507 LE Utrecht Telefoon 030 239 80 30 REGIO OOST Stationsweg 44 Postbus 272 6860 AG Oosterbeek Telefoon 026 339 65 00
Marrigje de Maar fotografeert interieurs waar ze een gevoel bij heeft. “Een ruimte moet me aanspreken.” Haar foto’s spreken liefhebbers over heel de wereld aan. Ze won er vele (internationale) prijzen mee en exposeerde in binnen- en buitenland. Door Joke van Rooyen, fotografie Hollandse Hoogte We zien vooral interieurs op uw foto’s.Waarom is dat? “Eigenlijk is dat bij toeval gebeurd.Aanvankelijk richtte ik me vooral op lege, afgedankte gebouwen. Die intrigeerden me enorm. Dat hield toen vooral verband met mijn persoonlijke omstandigheden. Ik was 50 jaar en afgekeurd en voelde me woedend daarover. Waarom schrijven we mensen of gebouwen die nog veel te bieden hebben, zomaar af? Waarom investeren we daar niet in? De lege gebouwen waren mijn afstudeerproject. Maar in het kader van mijn studie kon ik drie maanden naar Finland. Ik voelde me daar als een vis in het water. Het was een feest! Daarbij paste de woede om de teloorgang van gebouwen niet. Een docent zei: waarom draai je het niet om? Toen ben ik begonnen met het fotograferen van bewoonde ruimtes.”
Waarom zien we geen bewoners in uw beelden? “Bert Teunissen, een fotograaf die me inspireert, fotografeert ook interieurs en stelt de bewoner centraal. Ik doe dat bewust niet. Ik plaats de kijker in de rol van bezoeker, die, terwijl de bewoner even weggelopen is, het interieur gadeslaat en daardoor dingen over de bewoner leert.” Marrigje de Maar studeerde in 2004 af aan de Academie Minerva, Faculteit der Kunsten, Hanzehogeschool Groningen. Al tijdens haar studie fotografeerde ze in het buitenland. Na de studie vertrok ze met een beurs naar China en ze keert er regelmatig terug.
Regio Noordoost Eekwal 3 Postbus 1081 8001 BB Zwolle Telefoon 038 429 76 70 Regio Twente M.H. Tromplaan 9 Postbus 194 7500 AD Enschede Telefoon 053 487 87 10 Regio Zuid Parklaan 66 Postbus 6045 5600 HA Eindhoven Telefoon 040 265 75 00