SR en SPR voor bachelors
VIII
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
II
INHOUDSOPGAVE
DEEL 1.
ALGEMENE ORIËNTATIE
VIII
1
HOOFDSTUK 1. WAT IS STRAFRECHT? Afdeling 1. Het verschijnsel “strafrecht” Afdeling 2. Het begrip “strafrecht”
1 1 2
HOOFDSTUK 2. CODIFICATIE Afdeling 1. Het Belgisch strafwetboek Afdeling 2. Het Belgisch Wetboek van Strafvordering
3 3 4
HOOFDSTUK 3. SITUERING VAN HET STRAFRECHT TUSSEN ANDERE RECHTSDISCIPLINES Afdeling 1. De autonomie van het strafrecht § 1. De functionele autonomie van het strafrecht § 2. De conceptuele autonomie van het strafrecht § 3. Autonomie van het strafprocesrecht ten aanzien van het gerechtelijk recht Afdeling 2. Publiekrechtelijk karakter van het strafrecht
6 6 6 7 8 8
HOOFDSTUK 4. INDELINGEN VAN HET STRAFRECHT Afdeling 1. Algemeen strafrecht en bijzonder strafrecht § 1. Algemeen strafrecht § 2. Bijzonder strafrecht § 3. De toepasselijkheid van de beginselen van het algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht A. Algemene regel B. Uitzonderingen
Afdeling 2. Buitenlands en internationaal strafrecht § 1. Buitenlands strafrecht § 2. Internationaal strafrecht A. Het probleem van de definitie B. Beknopte voorstelling van enkele deeldomeinen 1. Materieel internationaal strafrecht 2. Rechtsmachtrecht 3. Internationale rechtshulp
9 9 9 10 11 11 12
13 13 14 14 14 14 15 16
SR en SPR voor bachelors
DEEL 2.
DE STRAFWET
IX
18
HOOFDSTUK 1. HET LEGALITEITSBEGINSEL
18
HOOFDSTUK 2. HET LEGALITEITSBEGINSEL EN DE BRONNEN VAN HET STRAFRECHT § 1. Formele bronnen van het strafrecht
19 20
§ 2. § 3.
A. Internationale verdragen 1. Verdragen m.b.t. grondrechten a. Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden b. Internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten 2. Verdragen in het kader van de Europese samenwerking en integratie 3. Andere internationale verdragen B. Federale strafwetgeving C. Strafwetgeving door de gemeenschappen en gewesten D. Lokale strafwetgeving
20 21 22 23 23 24 25
Legaliteitscontrole door hoven en rechtbanken Rechtspraak is onvoldoende om aan legaliteitsbeginsel te voldoen
26 27
HOOFDSTUK 3. HET LEGALITEITSBEGINSEL EN DE INTERPRETATIE VAN DE STRAFWET § 1. Het probleem van de interpretatie § 2. Bronnen van interpretatie
§ 3.
20 20
27 27 28
A. Wetgeving B. Rechtspraak C. Rechtsleer
28 29 29
Interpretatiemethoden in het strafrecht
29
A. Normale interpretatiemethoden B. Geen analogie in het nadeel van de verdachte
29 30
DEEL 3.
HET MISDRIJF
32
TITEL 1.
ALGEMENE BEGRIPPEN EN INDELINGEN
32
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGRIPPEN Afdeling 1. Het begrip “misdrijf” in het Belgische strafrecht Afdeling 2. De constitutieve elementen van het misdrijf § 1. Terminologie § 2. Constitutieve elementen: méér dan materieel en moreel element
32 32 32 32 33
HOOFDSTUK 2. DE VERSCHILLENDE INDELINGEN VAN MISDRIJVEN Afdeling 1. De strafwettelijke indeling van de misdrijven § 1. De drieledige indeling § 2. Belang van de drieledige indeling Afdeling 2. Indeling van misdrijven volgens de grondwet § 1. Politieke misdrijven
34 34 34 35 35 35
A. Situering in het Belgische strafrecht B. Bepaling en soorten van “politiek misdrijf” 1. Misdrijven waaraan de wetgever zelf een politiek karakter heeft gegeven 2. Zuiver politieke of objectief politieke misdrijven 3. Gemengde politieke misdrijven
35 36 36 36 37
SR en SPR voor bachelors
§ 2.
C. Belang van onderscheid tussen politieke misdrijven en misdrijven van gemeen recht
38
Drukpersmisdrijven
38
A. Constitutieve voorwaarden B. Juridisch karakter van het drukpersmisdrijf C. Belang van onderscheid tussen drukpersmisdrijven en misdrijven van gemeen recht
38 40
TITEL 2.
DE CONSTITUTIEVE ELEMENTEN VAN HET MISDRIJF
HOOFDSTUK 1. DELICTSTYPICITEIT Inleiding Begrip en belang § 1. Het begrip “delictstypiciteit” § 2. Belang A. Materieel strafrecht B. Strafprocesrecht
Afdeling 1. De objectieve bestanddelen van het misdrijf § 1. Algemene omschrijving § 2. Wettelijke omschrijvingen van objectieve bestanddelen van het misdrijf
§ 3.
X
40
42 42 42 42 42 42 43
44 44 45
A. Handelingsmisdrijven (commissiedelicten) B. Verzuimsmisdrijven (omissiedelicten) C. Veroorzaken van een gevolg: het causaliteitsprobleem 1. Situering van het causaliteitsprobleem in het strafrecht 2. Oplossing van het causaliteitsprobleem in het Belgische strafrecht a. De positie van de Belgische rechtspraak b. De equivalentieleer c. De adequatieleer en de leer van de efficiënte oorzaak D. Hoedanigheidsmisdrijven
45 45 46 46 46 46 47 48 49
Indeling van misdrijven volgens materiele uitvoeringswijze
49
A. Ogenblikkelijke (of aflopende) en voortdurende misdrijven B. Enkelvoudige en voortgezette (of collectieve) misdrijven C. Gelegenheids- en gewoontemisdrijven
49 50 51
Afdeling 2. De subjectieve delictsbestanddelen § 1. Inleiding § 2. Opzet
52 52 53
A. Het begrip “opzet” B. Graden van opzet 1. Algemeen opzet 2. Bijzonder opzet C. Modaliteiten van opzet 1. Direct opzet 2. Indirect, eventueel of mogelijk opzet
53 54 54 54 55 55 55
Onachtzaamheid
56
A. Het begrip “onachtzaamheid” of “fout” B. Modaliteiten van onachtzaamheid C. Beoordeling van de onachtzaamheid of de fout
56 57 58
Misdrijven met gemengde schuldvorm De problematiek van de schuldvorm bij stilzwijgen van de wetgever
58 58
§ 3.
§ 4. § 5.
SR en SPR voor bachelors
HOOFDSTUK 2. WEDERRECHTELIJKHEID Afdeling 1. Algemene omschrijving van de wederrechtelijkheid Afdeling 2. Wederrechtelijkheid en rechtvaardiging Afdeling 3. De rechtvaardigingsgronden § 1. Wettelijk voorschrift en overheidsbevel
§ 2.
§ 3.
§ 4. § 5.
XI
59 59 60 61 61
A. Algemeen beginsel B. Commentaar bij art. 70 Sw.
61 61
Noodweer of wettige verdediging
62
A. Situering B. Voorwaarden voor noodweer als rechtvaardigingsgrond 1. Voorwaarden m.b.t. de noodweersituatie a. Een onrechtmatige aanranding b. Van personen c. Dreigende of actuele en ernstige aanranding 2. Voorwaarden m.b.t. de verweerhandeling a. (Onmiddellijke) noodzakelijkheid om de verweerhandeling te stellen: subsidiariteitsbeginsel b. Evenredigheid (proportionaliteit) tussen aanranding en verweer C. De reikwijdte van de rechtvaardigende noodweer D. Putatieve noodweer en noodweerexces
62 63 63 63 64 64 64 64 65 65 66
Noodtoestand
66
A. Situering B. Voorwaarden voor de rechtvaardigende noodtoestand 1. De noodtoestand: dreigend en ernstig gevaar voor een goed of een belang dat men verplicht of gerechtigd is te behartigen 2. Voorwaarden m.b.t. de reactie a. Subsidiariteit b. Evenredigheid C. Putatieve noodtoestand en noodtoestandexces
66 67
Wettig verzet De toestemming van de benadeelde: een rechtvaardigingsgrond?
68 69
HOOFDSTUK 3. STRAFRECHTELIJKE SCHULD Afdeling 1. Het strafrechtelijk schuldbegrip § 1. Schuld als constitutief element van het misdrijf § 2. Betekenis van het begrip “schuld” in deze context Afdeling 2. Schulduitsluitingsgronden § 1. Algemene begrippen § 2. Gronden van niet-toerekenbaarheid A. Schulduitsluitende dwang of overmacht 1. Situering 2. Vormen van dwang of overmacht 3. Voorwaarden voor overmacht of dwang als schulduitsluitingsgrond a. Onweerstaanbaarheid van de dwang b. De dwang mag niet aan de dader te wijten zijn B. Dwaling en onwetendheid 1. Situering 2. Vormen van dwaling 3. Criterium voor de strafuitsluitende werking van dwaling 4. Opzetuitsluitende feitelijke dwaling
67 67 67 67 68
70 70 70 70 72 72 73 73 73 73 74 74 74 74 74 75 76 76
SR en SPR voor bachelors
§ 3.
XII
C. Goede trouw
77
Gronden van schuldonbekwaamheid
77
A. Strafrechtelijke minderjarigheid 1. De Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming a. Algemeen beginsel b. Uitzonderingen 2. Het nieuwe jeugdsanctierecht: Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade B. Geestesstoornis 1. Artikel 71 Sw. 2. Wet Bescherming Maatschappij en toekomstige Wet betreffende de internering 3. Toepassing van art. 71 Sw. na de Wet van 1930 C. Dronkenschap en aanverwante toestanden D. Rechtspersonen
77 77 77 78
HOOFDSTUK 4. DE STRAFWAARDIGHEID Afdeling 1. Algemene oriëntering Afdeling 2. Strafuitsluitende verschoningsgronden § 1. Begrip § 2. Kenmerken § 3. Overzicht A. B. C. D.
Aangifte aan de overheid Onderwerping aan de overheid Herstel van schade Bloed- en aanverwantschapsbanden 1. Misdrijven tegen de eigendom van de familie 2. Hulp aan familieleden E. Verschoningsgrond voortvloeiend uit de decumul van strafrechtelijke verantwoordelijkheid bij toepassing van artikel 5, lid 2 Sw.?
TITEL 3.
UITBREIDING VAN DE STRAFBAARHEID
HOOFDSTUK 1. STRAFBARE POGING Afdeling 1. Algemene oriëntering Afdeling 2. Algemene voorwaarden voor de strafbare poging § 1. Het voornemen om een misdaad of wanbedrijf te plegen § 2. Begin van uitvoering § 3. Het niet-voltooien van het misdrijf, buiten de wil van de dader Afdeling 3. Bijzondere gevallen van (strafbare) poging § 1. De ondeugdelijke poging § 2. Het putatieve misdrijf Afdeling 4. Bestraffing van de poging
78 79 79 80 81 81 82
82 82 82 82 83 83 84 84 85 85 85 86 87
88 88 88 89 89 90 91 92 92 93 93
SR en SPR voor bachelors
XIII
HOOFDSTUK 2. STRAFBARE DEELNEMING Afdeling 1. Algemene oriëntatie Afdeling 2. Algemene voorwaarden voor de strafbare deelneming § 1. De noodzaak van een hoofdmisdrijf
94 94 95 95
§ 2.
A. De vereiste van een door de wet als misdaad of wanbedrijf gekwalificeerd hoofdfeit B. De vereiste van de strafbaarheid in concreto van het hoofdfeit C. Niet vereist dat de hoofddader effectief gestraft wordt
95 97 98
De deelnemingsgedraging
99
A. Objectief element: een wettelijk bepaalde deelnemingsvorm 1. Daders of mededaders (art. 66 Sw.) a. Materiële daders b. Noodzakelijke medehelpers c. Zedelijke daders door individuele aanzetting of uitlokking d. Zedelijke daders door openbare of collectieve uitlokking 2. Medeplichtigen (art. 67 Sw.) a. Morele medeplichtigen b. Materiële medeplichtigen c. Nuttige hulp of bijstand B. Subjectief element: het deelnemingsopzet 1. Wilsovereenstemming 2. Inadequate wilsovereenstemming a. Het misdrijf wordt gepleegd op een andere wijze dan gepland of is vergezeld van reële verzwarende omstandigheden b. Het vooropgestelde misdrijf en het gepleegde misdrijf verschillen in hun constitutieve bestanddelen c. De dader van het hoofdfeit kiest bewust en uit vrije wil een ander slachtoffer
99 99 99 99 100 101 101 101 102 102 103 103 103 104 104 104
Afdeling 3. De bestraffing van de deelneming Afdeling 4. Bijzondere gevallen § 1. Terugtred van mededader of medeplichtige § 2. Heling van misdadigers (art. 68 Sw.)
105 105 105 106
HOOFDSTUK 3. DE TOEREKENING VAN MISDRIJVEN BIJ RECHTSPERSONEN Afdeling 1. Toerekening van misdrijven § 1. Wat? § 2. Wie? § 3. Waarvoor? § 4. Hoe? Afdeling 2. Vereiste band tussen gedrag natuurlijke persoon en rechtspersoon Afdeling 3. Cumul of decumul van strafbaarheid rechtspersonen en natuurlijke personen § 1. Situering § 2. Decumul van strafbaarheid van rechtspersoon en natuurlijke persoon bij onopzettelijk gepleegde misdrijven § 3. Cumulregel bij opzettelijk gepleegde misdrijven
107 107 107 107 108 108 109 110 110 111 112
SR en SPR voor bachelors
DEEL 4.
VORDERINGEN DIE ONTSTAAN UIT EEN MISDRIJF
XIV
113
INLEIDING
113
HOOFDSTUK 1. DE STRAFVORDERING Afdeling 1. Initiatief en uitoefening § 1. Het O.M.
114 114 114
A. Inrichting B. Taak 1. De uitoefening van de strafvordering: algemene beginselen 2. De uitoefening van de strafvordering door het federaal parket 3. De beslissing inzake de vervolging a. Vrijheid van vervolging b. Verplichting tot vervolging c. Afhankelijkheid van de vervolging 4. De uitwerking van het strafrechtelijk beleid en de coördnatie van de strafvervolging C. Kenmerken 1. Hiërarchische opbouw 2. Eenheid en ondeelbaarheid 3. Onafhankelijkheid
114 117 117 118 120 120 122 122 124 125 125 126 127
§ 2. Ambtenaren en organen die niet behoren tot het O.M. § 3. De burgerlijke partij Afdeling 2. Tegen wie wordt de strafvordering uitgeoefend § 1. Verdachte, inverdenkinggestelde en beklaagde § 2. Positie van de civielrechtelijk aansprakelijke partij Afdeling 3. Bemiddeling
127 127 129 129 129 130
HOOFDSTUK 2. DE BURGERLIJKE VORDERING Afdeling 1. Slachtoffer en “benadeelde persoon” Afdeling 2. Optierecht van de benadeelde Afdeling 3. De burgerlijke vordering voor de strafrechter § 1. Instelling en voorwerp
130 131 132 133 133
§ 2.
§ 3.
A. Voorwerp B. Instelling 1. De strafvordering is nog niet ingesteld 2. De strafvordering is reeds ingesteld
133 134 134 135
Voorwaarden
136
A. Algemene voorwaarden 1. Hoedanigheid 2. Belang B. Specifieke voorwaarden 1. Ontvankelijkheid van de strafvordering 2. Geen burgerlijke vordering hangende voor de burgerlijke rechter? 3. Beweren benadeeld te zijn
136 136 136 137 137 137 138
Tegen wie wordt de burgerlijke vordering uitgeoefend
139
A. Dader en civielrechtelijk aansprakelijke partij
Afdeling 4. De burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechter § 1. Toepasselijke rechtsregels
139
140 140
SR en SPR voor bachelors
§ 2.
XV
Verhouding tussen strafproces en burgerlijk proces
140
A. Uitspraak van de burgerlijke rechter vóór de inwerkingstelling van een strafvordering B. Instelling van de strafvordering vóór of tijdens de burgerlijke procedure
140 140
Afdeling 5. § 1. § 2.
Het fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders Beginselen Voorwaarden
DEEL 5.
DE RECHTSPLEGING IN DE ONDERZOEKSFASE
141 141 141
143
HOOFDSTUK 1. HET POLITIEWEZEN
143
HOOFDSTUK 2. TYPES VAN ONDERZOEK Afdeling 1. Het opsporingsonderzoek § 1. Definitie en draagwijdte § 2. Verantwoordelijkheid en rol van het O.M. § 3. Proactieve recherche § 4. Kenmerken
144 144 144 145 146 147
A. Schriftelijk B. Geheim 1. Principieel geheim van het onderzoek 2. Uitzonderingen a. Mededeling van kopie van het verhoor b. Persmededelingen c. Machtiging tot inzage door het O.M. C. Niet-contradictoir 1. Principieel niet-contradictoir karakter 2. Uitzondering: het “strafrechtelijk kort geding” a. Verzoek tot opheffing b. Verzoek tot vervreemding of teruggave tegen zekerheidstelling 3. Tussenkomst van de rechter in kort geding?
§ 5. De mini-instructie Afdeling 2. Het gerechtelijk onderzoek § 1. Definitie en draagwijdte § 2. Verantwoordelijkheid en rol van de onderzoeksrechter
§ 3.
147 148 148 148 148 148 149 149 149 149 149 151 151
151 153 153 154
A. Statuut B. Bevoegdheid C. Saisine 1. Totstandbrenging a. Het adiëren van de onderzoeksrechter b. Geen weigering van onderzoek 2. Omvang a. Saisine m.b.t. de feiten b. Saisine m.b.t. de personen 3. Einde rechtsmacht
154 155 156 156 156 157 158 158 158 159
Kenmerken
159
A. Schriftelijk
159
SR en SPR voor bachelors
B. Geheim 1. Principieel geheim van het onderzoek 2. Afwijkingen a. Mededeling kopie verhoor b. Wet voorlopige hechtenis c. Verzoek tot inzage in het dossier d. Persmededelingen e. Machtiging tot inzage door de procureur-generaal C. Niet-contradictoir 1. Positie van het O.M. 2. Positie van privé-partijen a. Het “strafrechtelijk kort geding” b. Verzoek tot aanvullend onderzoek c. Tussenkomst van de rechter in kort geding
HOOFDSTUK 3. ONDERZOEKSDADEN Afdeling 1. Het begrip heterdaad Afdeling 2. Lijst van onderzoeksdaden § 1. Proces-verbaal § 2. Ontvangen van klachten en aangiften § 3. Verhoor
§ 4. § 5. § 6.
§ 7.
XVI
160 160 161 161 161 161 163 164 164 164 165 165 167 169
169 169 170 171 171 172
A. Algemeen B. Tijdens het opsporingsonderzoek C. Tijdens het gerechtelijk onderzoek 1. Ondervraging van de verdachte 2. Getuigenverhoor D. Bijzondere regimes 1. Minderjarigen 2. Verhoor via audiovisuele media a. Opname van het verhoor b. Verhoor op afstand 3. Bescherming van bedreigde getuigen 4. Anonieme getuigen
172 173 174 174 176 178 178 179 179 179 180 181
Plaatsbezoek Inkijkoperatie Huiszoeking
182 183 184
A. Beginselen B. Tijdens opsporingsonderzoek 1. Zoeking in privé-woningen 2. Zoeking in plaatsen, toegankelijk voor het publiek 3. Heterdaad C. Tijdens gerechtelijk onderzoek 1. Beginselen 2. Beperkingen 3. Heterdaad D. Zoeking in een informaticasysteem
184 185 185 186 186 186 186 187 187 187
Beslag
189
A. Algemeen B. Heterdaad tijdens opsporingsonderzoek C. Informaticagegevens
189 190 190
SR en SPR voor bachelors
XVII
§ 8.
Aanstelling van een deskundige
191
A. Opsporingsonderzoek B. Heterdaad tijdens opsporingsonderzoek C. Gerechtelijk onderzoek
191 191 192
DNA-onderzoek
193
A. Opsporingsonderzoek B. Gerechtelijk onderzoek
193 194
§ 9.
§ 10. Fouillering § 11. Onderzoek aan het lichaam § 12. Maatregelen inzake telecommunicatie A. Identificatie van gebruikers B. Registratie of lokalisering van telefoongesprekken C. Afluisteren of opnemen van (telefoon)gesprekken 1. Begrip 2. Voorwaarden 3. Lot van de opnames
§ 13. Bijzondere opsporingsmethoden A. B. C. D.
Definitie en algemene voorwaarden De observatie De infiltratie De informantenwerking
195 195 196 196 196 197 197 198 199
200 200 201 203 204
§ 14. Onderscheppen en openen van post § 15. Inwinnen van bankgegevens § 16. Beknopt voorlichtingsrapport en maatschappelijke enquête
205 205 206
HOOFDSTUK 4. VRIJHEIDSBEROVING EN VOORLOPIGE HECHTENIS Afdeling 1. Voorlopige hechtenis § 1. Vrijheidsberoving vóór voorlopige hechtenis
207 207 208
§ 2.
A. Aanhouding of arrestatie 1. Betrapping op heterdaad (art. 1 V.H.W.) a. Afbakening van bevoegdheden b. Duur van de arrestatie c. Controle 2. Afwezigheid van heterdaad (art. 2 V.H.W.) a. Afbakening van de bevoegdheden b. Duur van de arrestatie c. Controle B. Bevel tot medebrenging (art. 3-15 V.H.W.) 1. Voorwaarden 2. Duur van de vrijheidsberoving
208 209 209 209 210 210 210 210 210 211 211 211
Eigenlijke voorlopige hechtenis
212
A. Het bevel tot aanhouding 1. Voorwaarden a. Materiële voorwaarden b. Vormvoorwaarden 2. Verbod van vrij verkeer a. Drie dagen na het eerste verhoor b. Uiterlijk tot de beschikking tot mededeling 3. Opheffing van het bevel tot aanhouding
212 212 212 214 215 216 216 216
SR en SPR voor bachelors
§ 3.
XVIII
B. Toezicht over voorlopige hechtenis 1. Toezicht door de raadkamer a. Eerste verschijning b. Latere verschijning(en) c. Verzoekschrift tot invrijheidstelling 2. Hoger beroep bij de K.I. a. Termijn, vorm en gevolgen b. Rechtspleging c. Uitspraak en gevolgen 3. Voorziening in cassatie a. Termijn, vorm en gevolgen b. Uitspraak en gevolgen 4. Toezicht na zes maanden door K.I. C. Schadevergoeding uit hoofde van voorlopige hechtenis 1. Onwettige voorlopige hechtenis 2. Onwerkdadige voorlopige hechtenis a. Voorwaarden b. Rechtspleging
217 217 217 219 221 221 221 222 222 223 223 223 224 224 224 225 225 225
Vrijheid onder voorwaarden
226
A. Oplegging van de vrijheid onder voorwaarden 1. Bevoegdheid 2. Vereisten 3. Borgsom 4. Open categorie van voorwaarden
226 226 227 227 228
HOOFDSTUK 5. TOEZICHT OP EN AFSLUITING VAN HET ONDERZOEK Afdeling 1. Afsluiting van het opsporingsonderzoek Afdeling 2. Toezicht op en afsluiting van het gerechtelijk onderzoek § 1. Tussenkomst van de raadkamer A. De raadkamer als onderzoeksgerecht 1. Taak, bevoegdheid en rechtspleging a. Inrichting en bevoegdheid b. Rechtspleging c. Taak 2. Beslissingen en gevolgen a. Weigering om de procedure te regelen b. Buitenvervolgingstelling c. Ontslag van onderzoek d. Overmaking van de stukken aan de procureur-generaal e. Verwijzing naar het vonnisgerecht f. Lot van de voorlopige hechtenis en rechtsmiddelen 3. Rechtsmiddelen inzake regeling van de rechtspleging a. Partijen en beslissingen b. Vorm en termijn B. De raadkamer als vonnisgerecht 1. Internering 2. Opschorting
229 229 230 230 230 231 231 231 233 236 236 236 239 239 239 242 242 243 245 246 246 246
SR en SPR voor bachelors
§ 2.
Tussenkomst van de K.I.
247
A. De K.I. als onderzoeksgerecht 1. Bevoegdheid en rechtspleging a. Inrichting en bevoegdheid b. Rechtspleging 2. Taak a. Toezicht op het gerechtelijk onderzoek b. Appelrechter c. Verwijzing naar het hof van assisen B. De K.I. als vonnisgerecht 1. Internering 2. Opschorting
247 247 247 248 248 248 254 255 255 255 255
DEEL 6.
DE RECHTSPLEGING IN DE FASE VAN HET VONNISGERECHT
HOOFDSTUK 1. HET VONNISGERECHT Afdeling 1. Bevoegdheidsregeling § 1. Gewone bevoegdheidsregels
§ 2.
§ 3.
XIX
256 256 256 256
A. Gerechtelijke organisatie 1. Politierechtbank 2. Correctionele rechtbank 3. Hof van beroep B. Bevoegdheid 1. Beginselen 2. Regeling a. Ratione materiae b. Ratione loci
256 256 256 257 257 257 258 258 258
Samenhang en onsplitsbaarheid
259
A. Samenhang 1. Begrip 2. Voorwaarden 3. Bevoegdheidsuitbreiding a. Ratione materiae b. Ratione personae c. Ratione loci B. Onsplitsbaarheid 1. Begrip 2. Gevolg
259 259 260 261 261 261 261 262 262 262
Controle van de bevoegdheid
262
A. Na dagvaarding 1. Drempelcontrole 2. Kwalificatiecontrole a. Herkwalificatie b. Bevoegdheidsregeling B. Na verwijzing door het onderzoeksgerecht 1. Verhouding onderzoeksgerecht-vonnisgerecht a. Onafhankelijkheid 2. Bevoegdheidscontrole a. Drempelcontrole
262 263 264 264 264 265 265 265 265 265
SR en SPR voor bachelors
b. Kwalificatiecontrole
XX
266
Afdeling 2. Aanhangigmaking § 1. Rechtstreekse dagvaarding
267 268
A. Beginselen B. Dagvaardingsexploot 1. Vorm en inhoud 2. Betekening a. Wijze van betekenen b. Dagvaardingstermijn 3. Onregelmatigheid
268 268 268 269 269 269 270
Verwijzing door het onderzoeksgerecht Andere vormen van aanhangigmaking
270 271
A. Vrijwillige verschijning B. Oproeping bij proces-verbaal
271 271
Afdeling 3. Samenstelling van de zetel § 1. Samenstelling § 2. Continuïteit in de samenstelling
271 271 272
HOOFDSTUK 2. VOORTDUREN VAN BEWARENDE MAATREGELEN Afdeling 1. Voorlopige hechtenis § 1. Beginsel § 2. Verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling
272 272 272 273
§ 2. § 3.
A. Beginselen B. Rechtspleging
Afdeling 2.
Het “strafrechtelijk kort geding”
HOOFDSTUK 3 FUNDAMENTELE WAARBORGEN Afdeling 1. Recht op een eerlijk proces § 1. Toepassingsgebied van art. 6 E.V.R.M. § 2. Beginselen § 3. Deelaspecten van het recht op een eerlijk proces § 4. Bijzondere waarborgen A. B. C. D. E.
Art. 6.3.a E.V.R.M. Art. 6.3.b E.V.R.M. Art. 6.3.c E.V.R.M. Art. 6.3.d E.V.R.M. Art. 6.3.e E.V.R.M.
273 273
274 275 275 275 276 276 277 278 278 278 278 279
Afdeling 2. Onafhankelijke en onpartijdige rechter § 1. Onafhankelijkheid § 2. Onpartijdigheid
279 279 280
A. Subjectieve onpartijdigheid van de rechter B. Objectieve onpartijdigheid van de rechter
280 280
Afdeling 3. Openbaarheid van de terechtzitting § 1. Behandeling van de zaak A. Openbare behandeling B. Sluiting van de deuren C. Behandeling in raadkamer
§ 2. Uitspraak Afdeling 4. Mondeling karakter van de rechtspleging
281 281 281 281 282
283 283
SR en SPR voor bachelors
Afdeling 5. Tegenspraak § 1. Algemeen § 2. Kennisgeving
XXI
284 284 284
A. Plaats en tijdstip van behandeling B. Tenlastelegging C. Wijziging van kwalificatie
284 285 286
Kennisname van het dossier
287
A. Strafdossier 1. Inzagerecht a. Draagwijdte b. Weren van stukken B. Voeging van stukken 1. Nieuwe stukken
287 287 287 287 288 288
§ 4. Terechtzitting § 5. Persoonlijke kennis van de rechter Afdeling 6. Redelijke termijn § 1. Grondslag en doelstelling § 2. Beoordeling
288 289 289 289 290
A. Begin en einde B. Criteria C. Bevoegde rechtsmachten
290 290 292
Rechtsgevolgen bij overschrijding
293
§ 3.
§ 3.
HOOFDSTUK 4. TERECHTZITTING Afdeling 1. Proces-verbaal van de terechtzitting Afdeling 2. Verschijning van partijen § 1. Regeling § 2. Verstek A. Begrip B. Voorwaarden C. Gevolgen
Afdeling 3. Verloop van de rechtspleging § 1. Correctionele en politiezaken
§ 2.
295 295 295 295 296 296 297 297
298 298
A. Voorlezing van processen-verbaal B. Onderzoeksverrichtingen 1. Ondervraging van de beklaagde 2. Getuigenverhoor a. Oproeping en verschijning b. Horen c. Eedaflegging d. Gebruik van audiovisuele middelen e. Anonieme getuige 3. Deskundigen 4. Maatschappelijke enquête 5. Plaatsbezoek C. Debatten
298 298 298 299 299 299 299 300 300 301 302 303 303
Hof van assisen
304
A. Organisatie, samenstelling en bevoegdheid B. Rechtspleging vóór de terechtzitting C. Preliminaire zitting
305 306 307
SR en SPR voor bachelors
D. Rechtspleging ter terechtzitting 1. Beginselen 2. Verloop
XXII
308 308 309
HOOFDSTUK 5. BEWIJSREGELING Afdeling 1. Bewijslast § 1. Beginselen
313 313 313
A. Vermoeden van onschuld B. Toepassingsgebied
313 314
Draagwijdte
314
A. Drager van de bewijslast 1. In de regel: de vervolgende partij 2. Nuancering voor strafuitsluitingsgronden 3. Het buitenbeentje: de verruimde verbeurdverklaring van vermogensvoordelen B. Omvang van de bewijslast 1. Bestaan en sanctionering van het misdrijf 2. Vermoedens
314 314 315 315 315 315 316
§ 2.
Afdeling 2. Bewijsvoering § 1. Vrijheid van bewijs
§ 2.
A. Beginsel B. Bewijsmiddelen 1. Beschikbare bewijsmiddelen 2. Initiatiefrecht van de strafrechter
317 317 317 318
Beperking van het bewijs
318
A. Onrechtmatig bewijs 1. Gronden a. Plegen van een misdrijf b. Miskenning van een regel van strafprocesrecht c. Schending van het recht op privacy d. Miskenning van het recht van verdediging e. Miskenning van het recht op menselijke waardigheid 2. Sanctie a. Situatie vóór het cassatiearrest van 14 oktober 2003 b. Invloed van de cassatierechtspraak sinds 14 oktober 2003 B. Niet-toelaatbaar bewijs
318 319 320 320 320 320 321 321 321 322 324
Afdeling 3. Bewijswaardering § 1. Begrippen
§ 2.
316 317
324 324
A. Bewijswaarde B. Bewijskracht
324 324
Beoordeling van de bewijswaarde
325
A. Vrije beoordeling B. Beperking van de vrije beoordeling 1. Vragen van extra-penale aard 2. Steunbewijs 3. Proces-verbaal met bijzondere bewijswaarde C. Slotsom: innerlijke overtuiging
325 326 326 326 326 327
SR en SPR voor bachelors
XXIII
DEEL 7.
328
DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES
HOOFDSTUK 1. INLEIDING
328
HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN Afdeling 1. Begrip en kenmerken § 1. Het begrip “straf” § 2. Kenmerken Afdeling 2. Indeling van de straffen Afdeling 3. Straffen toepasselijk op natuurlijke personen § 1. De hoofdstraffen
329 329 329 330 332 334 334
§ 2.
A. Vrijheidsstraffen 1. Criminele straffen 2. Correctionele straffen en politiestraffen 3. Vrijheidsstraf en voorlopige hechtenis B. De werkstraf 1. Algemene begrippen 2. Toepassingsgebied 3. Toepassingsvoorwaarden 4. Duur 5. Bijkomende straffen en modaliteiten van veroordeling tot de werkstraf 6. Verplichtingen van de vonnisrechter 7. Voorlichting van de rechter C. De geldboete 1. Algemene begrippen 2. Verhoging met opdeciemen 3. Strafrechtelijke geldboete en de euro 4. Vervangende gevangenisstraf
334 334 334 336 336 336 336 337 337 338 338 339 339 339 340 340 341
Bijkomende straffen
342
A. De geldboete B. De bijzondere verbeurdverklaring 1. Algemene begrippen 2. Verbeurdverklaring als (bijkomende) straf a. De traditionele verbeurdverklaring (art. 42, 1° en 2° Sw.) b. Verbeurdverklaring van vermogensvoordelen (art. 42, 3° en 43bis lid 2 Sw.) 3. Kaalpluk via verruimde verbeurdverklaring van vermogensvoordelen (art. 43quater Sw.) 4. Verbeurdverklaring in België van zaken buiten Belgisch grondgebied 5. Verbeurdverklaring als beveiligingsmaatregel 6. Bestemming van verbeurdverklaarde zaken 7. Taak COIV C. De bekendmaking van vonnissen en arresten D. De afzetting E. De ontzetting van de uitoefening van bepaalde burgerlijke en politieke rechten F. De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank G. Andere bijkomende straffen
342 342 342 343 343 345
Afdeling 4. Straffen toepasselijk op rechtspersonen § 1. De hoofdstraf A. Geldboete als hoofdstraf B. Het omzettingssysteem
348 351 352 352 353 353 354 354 356 357
358 358 358 358
SR en SPR voor bachelors
§ 2.
XXIV
C. Schematische voorstelling art. 41bis § 1 Sw. D. Vervangende gevangenisstraf, eurowetgeving en opdeciemen E. Het omzettingssysteem en de straftoemeting
360 361 362
De bijkomende straffen
362
A. B. C. D. E.
362 362 363 363 363
De bijzondere verbeurdverklaring De ontbinding Tijdelijk of definitief verbod om een bepaalde werkzaamheid te verrichten Sluiting van één of meer bedrijven Bekendmaking of verspreiding van de beslissing
HOOFDSTUK 3. STRAFRECHTELIJKE BEVEILIGINGS- OF BESCHERMINGSMAATREGELEN § 1. Algemeen § 2. Maatregelen bij minderjarigen § 3. Internering § 4. Terbeschikkingstelling
364 364 364 365 367
DEEL 8.
371
DE STRAFTOEMETING
HOOFDSTUK 1. SITUERING
371
HOOFDSTUK 2. STRAFTOEMETING BIJ NATUURLIJKE PERSONEN Afdeling 1. Regels die (kunnen) leiden tot strafverzwaring § 1. Verzwarende omstandigheden § 2. De wettelijke herhaling
372 372 372 374
A. Begrip B. Algemene voorwaarden voor de wettelijke herhaling C. Gevallen van wettelijke herhaling 1. Gemeenrechtelijk stelsel uit Boek I van het Strafwetboek 2. Herhaling met specialiteitsvereiste (herhaling van hetzelfde of ‘verwant’ misdrijf) D. Weerslag op de straftoemetingsproblematiek
Afdeling 2. Regels die (kunnen) leiden tot strafvermindering § 1. Strafverminderende verschoningsgronden
§ 2.
§ 3.
374 374 375 375 375 377
378 378
A. Begrip en kenmerken B. Voorbeelden van strafverminderende verschoningsgronden 1. Minderjarigheid 2. Uitlokking of provocatie 3. Aangifte van drugsmisdrijven C. Weerslag op de straftoemetingsproblematiek
378 378 378 378 380 380
Verzachtende omstandigheden
381
A. Begrip en kenmerken B. De toelaatbaarheid van verzachtende omstandigheden C. Weerslag op de straftoemetingsproblematiek 1. Verzachtende omstandigheden bij misdaden 2. Verzachtende omstandigheden bij wanbedrijven 3. Verzachtende omstandigheden bij overtredingen 4. De combinatie met andere straftoemetingsregels
381 382 382 382 384 384 384
Samenloop van misdrijven
385
A. Eendaadse samenloop
385
SR en SPR voor bachelors
B. Voortgezet of collectief misdrijf C. Meerdaadse samenloop
HOOFDSTUK 3. STRAFTOEMETING BIJ RECHTSPERSONEN
XXV
387 387
389
HOOFDSTUK 4. BIJZONDERE MODALITEITEN VAN STRAFTOEMETING: OPSCHORTING - UITSTEL – PROBATIE Afdeling 1. De Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie — Eerste kennismaking Afdeling 2. De opschorting van de uitspraak van de veroordeling Afdeling 3. Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen Afdeling 4. Probatie-opschorting en probatieuitstel Afdeling 5. Rechtspersoon en Probatiewet
390 390 393 395 397
HOOFDSTUK 5. STRAFTOEMETING BIJ OVERSCHRIJDING VAN REDELIJKE TERMIJN
399
HOOFDSTUK 6. DE ONDERLINGE COMBINATIE VAN DE WETTELIJKE REGELS INZAKE STRAFTOEMETING: EEN POGING TOT SYNTHESE
399
DEEL 9.
401
DE UITSPRAAK
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGINSELEN Afdeling 1. Totstandkoming § 1. Soorten en vormvereisten § 2. Uitspraak over de strafvordering A. B. C. D.
Besluitvorming Eenheid van de uitspraak Beslissing Bijzonder onderzoek naar vermogensvoordelen
§ 3. Uitspraak over de burgerlijke vordering Afdeling 2. Voorlopige hechtenis § 1. Lot van de voorlopige hechtenis § 2. Onmiddellijke aanhouding A. Voorwaarden B. Rechtspleging C. Invrijheidstelling
Afdeling 3. Motivering § 1. Aard en grondslag § 2. Algemene motiveringsplicht
§ 3.
390
401 401 401 401 401 402 402 403
405 405 405 406 406 407 407
407 407 409
A. Uitspraak over de grond B. Uitspraak over de straftoemeting
409 409
Bijzondere motiveringsplicht
411
HOOFDSTUK 2. UITVOERING
412
HOOFDSTUK 3. GEZAG VAN GEWIJSDE Afdeling 1. T.a.v. de strafrechter § 1. T.a.v. de veroordeelde § 2. T.a.v. andere personen
412 412 412 412
SR en SPR voor bachelors
Afdeling 2. T.a.v. de burgerlijke rechter § 1. Beslissing op strafgebied
XXVI
413 413
A. Draagwijdte B. Toepassing C. Invloed van het E.V.R.M.
413 414 414
HOOFDSTUK 4. BURGERLIJKE ASPECTEN
415
DEEL 10.
418
DE RECHTSMIDDELEN
HOOFDSTUK 1. HOGER BEROEP Afdeling 1. Voorwaarden § 1. Beslissingen en partijen
§ 2.
§ 3.
418 418 418
A. Beslissingen B. Partijen
418 418
Vorm
419
A. Principaal hoger beroep B. Incidenteel beroep
419 420
Termijn
420
A. Beklaagde en civielrechtelijk aansprakelijke partij B. Openbaar ministerie C. Burgerlijke partij
420 421 421
Afdeling 2. Gevolgen § 1. Schorsende werking § 2. Devolutieve werking A. Beginselen B. Toepassing 1. Beklaagde 2. Openbaar ministerie 3. Burgerlijke partij 4. Civielrechtelijk aansprakelijke of tussenkomende partij
§ 3. Evocatie Afdeling 3. Rechtspleging en uitspraak § 1. Rechtspleging § 2. Uitspraak A. Afstand B. Ontvankelijkheid C. Gegrondheid 1. Bevestiging vonnis in eerste aanleg 2. Vernietiging of hervorming vonnis in eerste aanleg
422 422 423 423 423 423 424 424 425
425 426 426 426 427 427 427 427 427
HOOFDSTUK 2. VERZET Afdeling 1. Voorwaarden § 1. Beslissingen en partijen § 2. Vorm § 3. Termijn
428 428 428 429 430
A. Gewone termijn B. Buitengewone termijn
430 430
SR en SPR voor bachelors
Afdeling 2. Gevolgen § 1. Schorsende werking § 2. Devolutieve werking Afdeling 3. Rechtspleging en uitspraak § 1. Rechtspleging § 2. Uitspraak A. B. C. D.
Afstand Ontvankelijkheid Ongedaanverklaring Gegrondheid
HOOFDSTUK 3. CASSATIEBEROEP Afdeling 1. Voorwaarden en gevolgen § 1. Voorwaarden
XXVII
431 431 432 433 433 433 433 433 433 434
436 436 436
A. Beslissingen en partijen B. Vorm C. Termijn 1. Eindbeslissing 2. Geen eindbeslissing
436 436 437 437 438
§ 2. Gevolgen Afdeling 2. Rechtspleging § 1. Voorstellen van cassatiemiddelen
438 439 439
A. Verzoekschrift B. Memorie C. Ambtshalve middelen
439 439 439
§ 2. Verloop van de rechtspleging Afdeling 3. Beslissingen § 1. Afstand § 2. Verwerping § 3. Verbreking
440 440 440 440 440
A. Met verwijzing B. Zonder verwijzing
DEEL 11.
DE TENUITVOERLEGGING VAN STRAFRECHTELIJKE SANCTIES
440 441
443
HOOFDSTUK 1. BASISBEGINSELEN
443
HOOFDSTUK 2. TENUITVOERLEGGING VAN DE VRIJHEIDSSTRAF Afdeling 1. Bevoegdheid Afdeling 2. Rechtspositie van de gedetineerde § 1. Interne rechtspositie § 2. Externe rechtspositie
443 443 444 444 445
HOOFDSTUK 3. TENUITVOERLEGGING VAN DE WERKSTRAF
446
HOOFDSTUK 4. TENUITVOERLEGGING VAN DE GELDBOETE § 1. De invordering van de geldboete § 2. Vervangende gevangenisstraf
448 448 448
SR en SPR voor bachelors
XXVIII
HOOFDSTUK 5. TENUITVOERLEGGING VAN MAATREGELEN § 1. De internering § 2. Terbeschikkingstelling § 3. Minderjarigen
449 449 451 452
HOOFDSTUK 6. TENUITVOERLEGGING VAN UITSTEL, OPSCHORTING EN PROBATIE § 1. Opschorting § 2. Uitstel § 3. Probatie
452 452 453 453
DEEL 12.
456
TOEPASSING VAN DE STRAFWET NAAR DE PLAATS
HOOFDSTUK 1. INLEIDING
456
HOOFDSTUK 2. OP BELGISCH GRONDGEBIED GEPLEEGDE MISDRIJVEN
457
HOOFDSTUK 3. BUITEN BELGISCH GRONDGEBIED GEPLEEGDE MISDRIJVEN
458
HOOFDSTUK 4. OP BELGISCH GRONDGEBIED GEPLEEGD? LOKALISERING VAN
DEEL 13.
HET MISDRIJF MET HET OOG OP DE TOEPASSING VAN DE STRAFWET
460
HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DE STRAFWET IN DE TIJD
462
HOOFDSTUK 1. PROBLEEMSTELLING
462
HOOFDSTUK 2. DE GELDINGSDUUR VAN STRAFWETTEN § 1. De inwerkingtreding van strafwetten § 2. Opheffing en vernietiging van strafwetten
462 462 462
HOOFDSTUK 3. CONFLICTEN VAN STRAFWETTEN IN DE TIJD: STRAFRECHTELIJK OVERGANGSRECHT
HOOFDSTUK 4. HERSTEL IN EER EN RECHTEN EN UITWISSING VAN DE VEROORDELING § 1. Herstel in eer en rechten § 2. Uitwissing
DEEL 14.
463 466 466 467
BELETSELEN VOOR DE NORMALE UITOEFENING VAN DE STRAFVORDERING, DE BURGERLIJKE VORDERING OF DE UITVOERING VAN DE SANCTIE
469
HOOFDSTUK 1. ONVERANTWOORDELIJKHEID VAN DE KONING
469
HOOFDSTUK 2. AMNESTIE (RETROACTIEVE OPHEFFING VAN DE STRAFWAARDIGHEID)
469
HOOFDSTUK 3. SCHORSING VAN DE STRAFVORDERING Afdeling 1. Schorsing wegens bijzondere status van de verdachte § 1. Immuniteiten volgens nationaal publiekrecht
470 470 471
A. Parlementaire immuniteiten
471
SR en SPR voor bachelors
XXIX
B. Immuniteiten van federale ministers, staatssecretarissen en leden van een Gemeenschaps- of Gewestregering
472
§ 2. Immuniteiten volgens internationaal publiekrecht Afdeling 2. Schorsing ingevolge prejudiciële vraag of prejudicieel geschil § 1. Principe: algemene bevoegdheid van de strafrechter § 2. Uitzondering: toepassing door de strafrechter van burgerlijk bewijsrecht § 3. Prejudiciële vraagstelling en prejudicieel geschil
473 474 474 475 475
A. Prejudiciële vragen B. Prejudiciële geschillen 1. Echtheidsgeschil 2. Laster en lasterlijke aangifte 3. Oneerlijke handelspraktijken
HOOFDSTUK 4. VERVAL VAN DE STRAFVORDERING Afdeling 1. Dood van de verdachte of beklaagde Afdeling 2. Amnestie Afdeling 3. Opheffing van de strafwet Afdeling 4. V.S.B.G. of “minnelijke schikking” § 1. Gemeenrechtelijk regime A. Beginselen B. Voorwaarden 1. M.b.t. de strafvordering 2. M.b.t. de straf 3. M.b.t. de schade C. Modaliteiten en gevolgen
§ 2. Bijzondere wetgeving Afdeling 5. Strafbemiddeling Afdeling 6. Onmiddellijke inning van een geldsom Afdeling 7. Administratieve geldboete Afdeling 8. Verjaring § 1. Verjaringstermijnen en gevolgen
§ 2.
§ 3.
476 476 476 476 477
478 478 479 479 479 479 479 479 479 480 480 480
481 481 482 483 484 484
A. Draagwijdte en gevolgen B. Termijnen 1. Toepasselijke termijnen 2. Berekening 3. Aanvang
484 485 485 486 486
Stuiting
487
A. Werking B. Daden van stuiting 1. Daden van onderzoek 2. Daden van vervolging C. Omvang van de stuiting
487 488 488 489 489
Schorsing
490
A. Werking B. Gronden van schorsing 1. Traditionele wettelijke gronden 2. Exceptie van onbevoegdheid, onontvankelijkheid of nietigheid 3. Inleiding van de zaak voor het vonnisgerecht a. Beginsel b. Uitzonderingen
490 490 490 491 491 491 492
SR en SPR voor bachelors
4. Jurisprudentiële gronden
Afdeling 9. Gezag van gewijsde en Ne bis in idem in de EU § 1. Draagwijdte § 2. Voorwaarden A. M.b.t. de vroegere beslissing B. M.b.t. de (nieuwe) vervolging
HOOFDSTUK 5. Afdeling 1. Afdeling 2. Afdeling 3. § 1. Regeling
§ 2.
VERVAL VAN DE BURGERLIJKE VORDERING Afstand van rechtsvordering en dading Gezag van gewijsde Verjaring
XXX
494
495 495 496 496 497
498 498 499 499 499
A. Oude regeling B. Regeling volgens de Wet van 10 juni 1998
499 499
Toepassingsgebied
500
HOOFDSTUK 6. Afdeling 1. Afdeling 2. Afdeling 3.
VERVAL VAN HET RECHT TOT UITVOERING VAN DE STRAFFEN Dood natuurlijke persoon en ontbinding rechtspersoon Verjaring van de straf Uitvoering in het buitenland en Ne bis in idem
HOOFDSTUK 7. DE GENADE
BIJLAGE: DOCUMENTEN UIT DE PRAKTIJK
500 500 501 503 503