Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.
Parlez français à la pause-café.
Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.
Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion.
Spreek Nederlands aan de telefoon.
Parlez français au téléphone.
Bestel je lunch in het Nederlands.
Commandez votre sandwich en français.
Vraag in het Nederlands hoe laat het is.
Demandez l’heure en français.
Wat doe je graag in het Nederlands? Vertel het aan je collega’s.
Qu’aimez-vous faire en français? Parlez-en à vos collègues.
Nodig je collega’s uit om samen te lunchen.
Begroet je collega’s in het Nederlands.
Invitez vos collègues à manger avec vous.
Saluez vos collègues en français .
Nodig je collega’s uit voor een kopje koffie.
Schrijf een mail in het Nederlands naar een collega.
Invitez vos collègues à boire un café.
Ecrivez un mail en français à un collègue.
Wat doe je graag in het Nederlands? Vertel het aan je collega’s
Beschrijf jezelf in het Nederlands. Gebruik 5 adjectieven.
Qu’aimez-vous faire en français? Parlez-en à vos collègues.
Décrivez-vous en français. Utilisez 5 adjectifs.
Vertel aan je collega’s hoe je weekend was.
Vraag een dag verlof in het Nederlands.
Racontez votre week-end à vos collègues.
Demandez un jour de congé en français.
Praat over het weer met je collega’s.
Luister naar het weerbericht.
Parlez du temps qu’il fait avec vos collègues.
Ecoutez la météo en français.
Wat vind je moeilijk in het Nederlands?
Ken je dialectwoorden in het Nederlands?
Spreek erover met je collega’s.
Spreek erover met je collega’s.
Que trouvez-vous difficile en français ?
Connaissez-vous l’argot français ? Parlez-en avec vos collègues.
Parlez-en avec vos collègues.
Doe eens een test in het Nederlands op www.psychologies.be.
Lees je horoscoop in het Nederlands.
Faites un test sur www.psychologies.be.
Lisez votre horoscope en français.
Gebruik een Nederlandstalige recept om te koken.
Luister naar de aankondigingen in het station of in de metro. Onthoud 3 nieuwe woorden.
Lisez une recette en français pour préparer votre repas.
Ecoutez les annonces à la gare, dans le métro… Mémorisez 3 nouveaux mots.
Stel jezelf voor in het Nederlands.
Schrijf een kaartje in het Nederlands voor een verjaardag, pensioen, geboorte… van een collega.
Présentez-vous en français.
Ecrivez une carte à un collègue pour un anniversaire, un mariage, une naissance…
Zet vandaag je intranetpagina in het Nederlands.
Lees je functieprofiel in het Nederlands.
Aujourd’hui, lisez votre intranet en français.
Lisez votre description de fonction en français.
Gebruik vandaag 5 nieuwe woorden in het Nederlands.
Vertel aan je collega’s wat je gisterenavond gedaan hebt.
Aujourd’hui, utilisez 5 nouveaux mots en français.
Parlez de votre soirée en français.
Wat is je lievelingsmuziek?
Heb je een lievelingsboek?
Spreek erover met je collega’s.
Vertel erover aan je collega’s.
Quel est votre chanteur préféré ? Parlez-en à vos collègues.
Quel est votre livre préféré ? Parlez-en à vos collègues.
Zoek 3 nieuwe woorden in een Nederlandstalige mail.
Vraag een uitdrukking aan je collega’s. Gebruik ze de hele dag.
Cherchez 5 nouveaux mots dans un mail en français.
Demandez une expression française à vos collègues. Utilisez-la plusieurs fois.
Plak een post-it op 5 voorwerpen in je bureau Schrijf het juiste woord erop.
Faites votre liste de courses en néerlandais.
Collez un Post-it sur 5 objets au bureau. Ecrivez leur nom en français.
Maak je boodschappenlijstje in het Nederlands.
Heb je een lievelingsfilm? Vertel erover aan je collega’s.
Lees eens een artikel op Wikipedia.
Quel est votre film préféré ? Parlez-en à vos collègues.
Lisez un article sur Wikipédia.
Luister naar een Nederlandstalig liedje.
Spreek 1 minuut in het Nederlands: actualiteit, hobby, werk…
Ecoutez une chanson en français.
Parlez 1 minute en français : actualité, hobby, travail…
Maak vandaag je planning in het Nederlands.
Wens je collega’s een prettige avond, een prettig weekend…
Faites votre planning du jour en français.
Dites au revoir à vos collègues en français. Souhaitez-leur une bonne soirée, un bon week-end…
Noteer in het Nederlands wat er op je bureau staat.
Gebruik 5 beleefdheidsformules in het Nederlands.
Notez en français ce qui se trouve sur votre bureau.
Utilisez 5 formules de politesse en français.
Bezoek Patatifed.be: kies een activiteit en test ze eens uit.
Lees de reclameboodschappen in de metro, in de straat...
Visitez Patatifed.be: testez une activité qui vous plaît.
Lisez les publicités dans le métro, dans la rue…
Koop en lees een Nederlandstalig tijdschrift.
Achetez et lisez un magazine francophone.
Luister naar een Vlaamse radiozender
Ecoutez la radio en français.
Vertel een grapje in het Nederlands.
Vraag 5 beleefdheidsformules aan je collega’s. Gebruik ze in een mail.
Racontez une blague en français.
Demandez 5 formules de politesse. Utilisez-les dans un mail.
Beschrijf je taken op het werk.
Zeg iets in het Nederlands tijdens je koffiepauze.
Parlez de vos tâches au travail.
Dites une phrase en français pendant la pause café.
