Sport op eigen benen: verzorgd of bezorgd?
rekenkameronderzoek naar privatisering buitensportaccommodaties Weststellingwerf
De rekenkamercommissie Weststellingwerf 5 februari 2007
Colofon Rekenkamercommissie Weststellingwerf Sinds 1 januari 2006 beschikt de gemeente Weststellingwerf over een rekenkamercommissie. Deze commissie kan op verzoek van de raad of op eigen initiatief een onderzoek instellen. Het werkterrein van de commissie strekt zich uit over alle gemeentelijke organen. De leden van het college en de ambtenaren zijn verplicht informatie te verstrekken als de commissie daarom vraagt. Elk onderzoek resulteert in het uitbrengen van een rapport aan de raad. De rekenkamercommissie onderzoekt of het gemeentebestuur het afgesproken beleid efficiënt, doeltreffend en rechtmatig heeft uitgevoerd. De rekenkamercommissie wil met haar werkzaamheden bijdragen aan de kwaliteit van het lokale bestuur in de gemeente Weststellingwerf, aan de transparantie van het gemeentelijke handelen en aan de versterking van de publieke verantwoording daarover. De rekenkamercommissie bestaat uit vier raadsleden en een externe voorzitter. De rekenkamercommissie opereert vanuit een onafhankelijke positie ten opzichte van het gemeentelijke organisatie en de gemeenteraad. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.
Samenstelling rekenkamercommissie Weststellingwerf Mark Boumans, voorzitter Teun Stoker Sippe Bron Albert Prins Ton Mulder Inge Ruijs, ambtelijk secretaris
De rekenkamercommissie is bij de uitvoering van het onderzoek naar de kadernota ondersteund door J.W. van Dalen van bureau Cyclus projecten en interim-management uit Steenwijk.
Contact Rekenkamercommissie Weststellingwerf Postbus 60 8470 AB Wolvega www.weststellingwerf.nl
Foto’s op de voorpagina zijn afkomstig van de sportclubs: - tennisaccommodatie ATW Wolvega - skeelerbaan IJs- en Skeelerclub Lindenoord - korfbalaccommodatie Leonidas Noordwolde - voetbalveld VV De Blesse
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 2
Inhoudsopgave Colofon ................................................................................................................................................2 Voorwoord ...........................................................................................................................................4 Samenvatting.......................................................................................................................................5 1
Inleiding .....................................................................................................................................6
2
Onderzoeksvragen en onderzoeksmethode .............................................................................7 2.1 Onderzoeksvragen..........................................................................................................7 2.2 Onderzoeksmethode ......................................................................................................7
3
Achtergrondinformatie privatisering sportaccommodaties........................................................8 3.1 Buitensportaccommodaties in Weststellingwerf .............................................................8 3.1.1 Gemeentelijke buitensportaccommodaties.................................................................... 8 3.1.2 Niet-gemeentelijke buitensportaccommodaties............................................................. 8 3.1.3 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Gemeentelijke (onderhouds)subsidies .......................................................................... 8 Planvorming tot privatisering buitensportaccommodaties ..............................................9 Beoogde doelstellingen van de privatisering ..................................................................9 Aanvankelijke investeringsraming voor privatisering....................................................10 Aanvankelijke exploitatiebegroting vóór privatisering...................................................11 Uitwerking privatiseringsconcept ..................................................................................11
3.6.1 Belangrijkste elementen uit de privatiseringsovereenkomsten ................................... 12 3.6.2 Uitvoering van de privatiseringen ................................................................................ 12 3.6.3 Bijstellingen over het proces en tussenrapportages.................................................... 13 4
Een rondje langs de sportvelden ............................................................................................14 4.1 Privatiseringsafspraken per vereniging ........................................................................14 4.1.1 Sportpark De Berk, voetbalvereniging De Blesse ....................................................... 14 4.1.2 Sportpark Molenwiek, korfbalvereniging SIOS ............................................................ 15 4.1.3 Sportpark Spokedam in Noordwolde, voetbalvereniging Olyphia ............................... 16 4.1.4 Sportpark Spokedam in Noordwolde, korfbalvereniging Leonidas.............................. 17 4.1.5 Sportpark Spokedam in Noordwolde, tennisvereniging LTCN .................................... 18 4.1.6 Tenniscomplex Wolvega, tennisvereniging ATW ........................................................ 19 4.1.7 IJs- en skeelerclub Lindenoord.................................................................................... 20 4.2 Van oudsher al geprivatiseerde sportaccommodaties..................................................20
5
Beantwoording van de onderzoeksvragen .............................................................................22
6
Conclusies...............................................................................................................................27
7
Aanbevelingen ........................................................................................................................29
8
Reactie college van Burgemeester en Wethouders ...............................................................30
Bijlage 1: jaarlijkse exploitatie-uitgaven ............................................................................................31 Bijlage 2: Lijst met gehouden interviews en geraadpleegde stukken ...............................................32
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 3
Voorwoord De privatisering van de gemeentelijke buitensportaccommodaties in Weststellingwerf speelt al vanaf begin jaren 90. De rekenkamercommissie was benieuwd naar de resultaten. Zijn de beoogde doelstellingen bereikt? En hoe verloopt het bij de sportverenigingen? De rekenkamercommissie heeft dit onderzoek met veel plezier uitgevoerd. Dit geldt in het bijzonder voor de prettige en open gesprekken met de bestuurders van sportverenigingen en de bezoeken op de sportlocaties. De rekenkamercommissie heeft een grote betrokkenheid bij de sportbestuurders ervaren, bereidwilligheid om te vertellen hoe zaken zijn verlopen en op dit moment lopen. Vol trots hebben de sportclubs laten zien welke verbeteringen zij de afgelopen jaren aan hun accommodaties hebben gerealiseerd. Dit is het eerste rapport van de rekenkamercommissie Weststellingwerf. De rekenkamercommissie hoopt met dit rapport een stimulans te geven aan verdere verbeteringen van de samenwerking tussen sportverenigingen en gemeente. De rekenkamercommissie dankt de sportbestuurders en medewerkers van de gemeente hartelijk voor hun bereidheid medewerking te verlenen aan dit onderzoek.
Mark Boumans Voorzitter rekenkamercommissie
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 4
Samenvatting In de jaren ‘90 zijn flinke achterstanden in het onderhoud van de buitensportaccommodaties ontstaan. Om dit weer op orde te krijgen waren flinke investeringen nodig. In 1992 heeft de gemeenteraad daarom kaders gesteld voor de privatisering en in 1999 heeft de raad het plan van aanpak privatisering buitensportaccommodaties vastgesteld. Kern van dat plan is het beheer en onderhoud van de gemeentelijke sportaccommodaties aan de sportverenigingen over te dragen. Als tegenprestatie zou de gemeente de verenigingen een stimuleringsbijdrage en een afkoopsom betalen om het achterstallig onderhoud aan te pakken. Bovendien zouden de verenigingen van de gemeente jaarlijks een onderhoudsvergoeding krijgen, net als verenigingen die van oudsher al over een eigen accommodatie beschikten. Doel van deze operatie was om de kosten te verlagen, de betrokkenheid van verenigingen met ‘hun’ accommodatie te vergroten en om verenigingen met een gemeentelijke en met een private accommodatie gelijk te behandelen. Het heeft erg lang geduurd voordat het privatiseringsproces daadwerkelijk op gang kwam en er zijn lange periodes geweest waarin er geen vaart in het proces zat. Uiteindelijk zijn in de periode tot en met 2004 zeven privatiseringen afgerond: van VV De Blesse en VV Olyphia (voetbal), van tennisverenigingen ATW en LTCN, van korfbalverenigingen SIOS en Leonidas en van ijs- en skeelerclub Lindenoord. De privatiseringen van voetbalverenigingen FC Wolvega en De Westhoek /VOG lopen nog. De geprivatiseerde accommodaties zijn uiteindelijk flink opgekapt en de verenigingen zijn daar trots op. Het achterstallig onderhoud van de accommodaties is opgeheven. Dat is bereikt door veel zelfwerkzaamheid van de sportverenigingen en een flinke financiële injectie van de gemeente. Door de eigen verantwoordelijkheid is de betrokkenheid van sportverenigingen bij hun accommodatie vergroot. Dit geldt vooral voor het bestuur en de vrijwilligers en in beperkte mate voor de sporters zelf. Verenigingen worden nu gedwongen zelf de handen uit de mouwen te steken. Het blijkt dat verenigingen in het algemeen goed in staat zijn het beheer en onderhoud te organiseren en om zo meer vrijwilligers bij de club te betrekken. De investeringskosten voor de gemeente zijn een stuk hoger uitgepakt dan in de jaren ’90 was voorzien, ook als rekening wordt gehouden met prijsinflatie. Dit komt onder andere doordat de aanvankelijke kostenramingen en budgetten bij voorbaat te krap waren en doordat in de loop der jaren weer nieuwe onderhoudsachterstanden zijn ontstaan. Het is in de financiële administratie onvoldoende inzichtelijk bijgehouden hoe de extra investeringskosten zich verhouden tot besparing op de jaarlijkse exploitatiekosten voor beheer en onderhoud. Al met al is de gemeente niet direct minder geld kwijt, maar is het geld wel doelmatiger en doeltreffender besteed. Verenigingen met een gemeentelijke accommodatie hebben meer (financiële) ondersteuning van de gemeente gehad dan verenigingen met een eigen accommodatie. Naast de gemeentelijke bijdragen voor investeringen aan achterstallig onderhoud, heeft de gemeente jarenlang de hogere nutslasten betaald, omdat in de huur alleen de trendmatige huurverhoging was opgenomen. Voor de toekomst is de ongelijke behandeling opgeheven. In het algemeen zijn de gemeente en de verenigingen tevreden over het eindresultaat van de privatisering. Verenigingen houden nog wel een slag om de arm. Ze hebben nog onvoldoende inzicht of ze financieel en organisatorisch in staat zijn om de gewenste kwaliteit van het beheer en onderhoud voor de toekomst te kunnen waarborgen. De meeste verenigingen zijn ook nog niet begonnen met het reserveren van toekomstig groot onderhoud. Aanbevolen wordt om samen met verenigingen een meerjarenraming voor groot onderhoud te maken, periodiek een schouw op het beheer en onderhoud te organiseren en via een platform samenwerking en uitwisseling tussen sportverenigingen en gemeente te organiseren. Verder wordt aanbevolen om bij dergelijke grote projecten de kaders vooraf duidelijker te stellen en de begroting en (project)administratie inzichtelijker te maken om beter te kunnen verantwoorden en (bij)sturen.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 5
1 Inleiding In 1999 heeft de gemeente Weststellingwerf na een aantal jaren van discussie besloten tot het privatiseren van de buitensportaccommodaties. De gemeenteraad heeft hiervoor in 1999 het Plan van Aanpak privatisering buitensportaccommodaties vastgesteld. Daarin is een concreet plan van aanpak uitgewerkt met uitgangspunten voor de privatisering van buitensportaccommodaties. De gemeente heeft daarbij gekozen voor een gefaseerde maatwerkinvoering. Er is voor gekozen om de exploitatie en (een deel van) het eigendom van de accommodaties over te dragen en daarbij een gelimiteerde gemeentelijke subsidie te verstrekken aan de gebruikers. Aanleiding voor de privatisering is dat verenigingen beter dan de gemeente in staat worden geacht om de exploitatie van een accommodatie efficiënt uit te voeren. Door zelfwerkzaamheid van de gebruikers en directere betrokkenheid bij het beheer en onderhoud van de accommodaties kan een besparing op het gemeentelijk budget gerealiseerd worden. Bovendien wordt de verantwoordelijkheid van gebruikers voor gemeenschapsvoorzieningen groter en wordt het verschil tussen gemeentelijke en private accommodaties opgeheven. De rekenkamercommissie Weststellingwerf heeft de resultaten van de privatisering van de gemeentelijke buitensportaccommodatie onderzocht. Het doel van het rekenkameronderzoek is vast te stellen of de doelstellingen van het privatiseringsbeleid zijn bereikt en of dit beleid doelmatig en doeltreffend is geweest. Proces De rekenkamercommissie heeft op 13 december 2006 het concept rapport afgerond. Dit concept rapport is vervolgens op grond van de verordening rekenkamercommissie vertrouwelijk aan de betrokken ambtenaren voorgelegd om de bevindingen uit het onderzoek te verifiëren en daarna is aan het college gevraagd om zijn zienswijze op het onderzoeksrapport kenbaar te maken. De reactie van het college is in hoofdstuk 8 integraal in dit rapport opgenomen. Op 5 februari 2007 heeft de rekenkamercommissie het rapport definitief vastgesteld. Leeswijzer Dit rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 bevat de onderzoeksvragen en de onderzoeksmethode. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 de feitelijke achtergrondinformatie over de privatisering weer. Wat was het aanvankelijke plan? Wat waren de financiële kaders? En hoe is dit opgepakt? Daarna gaat hoofdstuk 4 nader in op de situatie van de verschillende accommodaties en verenigingen. In hoofdstuk 5 komen de antwoorden op de onderzoeksvragen aan de orde. Het rapport sluit af met conclusies in hoofdstuk 6 en aanbevelingen in hoofdstuk 7.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 6
2 Onderzoeksvragen en onderzoeksmethode 2.1
Onderzoeksvragen
De centrale onderzoeksvraag is: Zijn de doelstellingen van het privatiseringsbeleid van gemeentelijke buitensportaccommodaties gerealiseerd en hoe hebben betrokken partijen het proces ervaren? Hiervan zijn de volgende deelvragen afgeleid: 1. Is de betrokkenheid van gebruikers vergroot? • Is het verschil tussen gemeentelijke en private accommodaties opgeheven? 2. Is er een besparing op gemeentelijk sportbudget gerealiseerd? 3. Zijn de verenigingen en de gemeente achteraf tevreden over het proces en over het resultaat? 4. Is de continuïteit en de kwaliteit van het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties ná privatisering voldoende gewaarborgd?
2.2
Onderzoeksmethode
De rekenkamercommissie heeft de uitvoering van dit onderzoek uitbesteed aan onderzoeksbureau Cyclus management uit Steenwijk. In de eerste plaats zijn relevante stukken bestudeerd, zoals collegeadviezen, raadsvoorstellen en inventarisatie-rapporten. Daarnaast is een analyse gemaakt van de begrote en gerealiseerde kosten over de verschillende jaren. Verder zijn interviews gehouden met de ambtelijke verantwoordelijken, met de voormalige en huidige portefeuillehouder sport en met zeven verschillende sportverenigingen, waarvan één vereniging (korfbalvereniging SCO) van oudsher al over een eigen accommodatie beschikte. De leden van de rekenkamercommissie hebben actief in de interviews geparticipeerd.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 7
3 Achtergrondinformatie privatisering sportaccommodaties 3.1
3.1.1
Buitensportaccommodaties in Weststellingwerf
Gemeentelijke buitensportaccommodaties
De gemeente Weststellingwerf bezit van oudsher verschillende gemeentelijke buitensportaccommodaties. De gemeente heeft die accommodaties zelf gebouwd en is eigenaar. De gemeente is daarbij verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud en draagt daarvoor ook de kosten. Tevens betaalt de gemeente de kosten voor energie, water en belastingen. De gemeente verhuurt die accommodaties aan sportverenigingen, zoals voetbalverenigingen, tennisverenigingen en korfbalverenigingen. De verhuurtarieven worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.
3.1.2
Niet-gemeentelijke buitensportaccommodaties
Naast de gemeentelijke buitensportaccommodaties zijn er binnen de gemeentegrenzen ook een aantal zogenaamde private (niet-gemeentelijke) sportaccommodaties. Deze zijn veelal door sportverenigingen zelf opgericht, meestal met (financiële) steun van de gemeente in de vorm van een subsidie en soms aangevuld met een renteloze lening. De verenigingen zijn vervolgens zélf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. En ook de kosten voor energie, water en belastingen komen voor rekening van die verenigingen.
3.1.3
Gemeentelijke (onderhouds)subsidies
Ter ondersteuning aan het beheer en onderhoud ontvangen de geprivatiseerde sportvereniging jaarlijks een onderhoudssubsidie van de gemeente en verzorgt de gemeente het maaiwerk op de velden. De jaarlijkse onderhoudssubsidie bestaat uit een basisbedrag voor de kleedaccommodatie, een bedrag per kleedkamer en een bedrag per veld (voetbal, korfbal) of baan (tennis). Jaarlijks stelt de gemeenteraad deze onderhoudsbijdragen vast. In 2004 en in 2005 heeft de gemeenteraad de bedragen voor onderhoudssubsidies van kleedkamers, velden en tennisbanen structureel verhoogd. De subsidiebedragen zijn verhoogd omdat tijdens de privatiseringsgesprekken bij de verenigingen was gebleken dat de vergoeding voorheen wel erg aan de lage kant was. Conform de subsidieverordening kan de gemeente verenigingen voor nieuwe investeringen (groot onderhoud/herinrichting/nieuwbouw/uitbreiding) subsidie verstrekken tot 50% van het investeringsbedrag. De gemeente had in 1994 besloten dat deze subsidieregeling vanaf 2000 niet meer van toepassing zou zijn op tennisaccommodaties. In de raadsvergadering van 17 december 2001 wordt dit besluit echter weer teruggedraaid. Naast de onderhoudssubsidies verstrekt de gemeente ook algemene subsidies aan sportorganisaties. Dit betreft een basisbedrag per vereniging, een bedrag per jeugdlid en een bijdrage in de cursuskosten voor het opleiden van kader. De hoogte van de onderhoudssubsidies zijn historisch bepaald. De hoogte van de onderhoudssubsidies zijn niet gerelateerd aan de werkelijke onderhoudskosten. Ook bij de verhoging van de subsidies in 2004 en 2005 lag er geen nadere onderbouwing aan de hoogte van de subsidies ten grondslag. In principe worden de subsidies jaarlijks geïndexeerd volgens de door de gemeente gehanteerde prijsindex. Aangezien de gemeente de afgelopen jaren in de begroting steeds de 0-index heeft toegepast, zijn de subsidies in 2005 en 2006 niet met de prijsinflatie verhoogd.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 8
3.2
Planvorming tot privatisering buitensportaccommodaties
Al in het collegeprogramma 1990 – 1994 is aangegeven dat de gemeente Weststellingwerf de betrokkenheid van verenigingen bij beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties wilde vergroten. Uit een vergelijking tussen gemeentelijke accommodaties en particuliere accommodaties bleek dat er sprake was van ongelijke behandeling. In 1992 stelt de gemeenteraad de uitgangspunten voor de privatisering van de buitensportaccommodaties vast. Hiermee bepaalde de raad dat het sportbeleid gericht is op gelijke behandeling van gebruikers van gemeentelijke en particuliere buitensportaccommodaties. De weg om dat te bereiken is om het beheer en onderhoud van de gemeentelijke sportaccommodaties aan de verenigingen/ gebruikers over te dragen. Als tegenprestatie krijgen de verenigingen dan een bijdrage van de gemeente in de onderhoudskosten. In 1996 heeft NOC*NSF in opdracht van de gemeente de onderhoudsituatie van de gemeentelijke tennisaccommodaties (gebouwen en banen) in Noordwolde en Wolvega geïnventariseerd en heeft ingenieursbureau Oranjewoud de onderhoudsituatie in beeld gebracht van de voetbalaccommodaties (gebouwen en terreinen) in Noordwolde, De Blesse, Wolvega en Munnekeburen, alsmede van de korfbalaccommodatie in Noordwolde. NOC*NSF en Oranjewoud hebben becijferd dat meerjarig tot en met 2006 voor €498.000 (prijspeil 1996, incl 17,5% BTW) aan (achterstallig) groot onderhoud en renovatie nodig was. In de periode 1996 – 1997 is een plan van aanpak opgesteld voor de privatisering van alle gemeentelijke buitensportaccommodaties. Kernpunten uit dit plan van aanpak zijn: • De gemeente draagt het beheer en onderhoud van de sportaccommodaties over aan de verenigingen. De gemeente blijft alleen het maaiwerk nog doen; • De gebouwen worden in eigendom aan de vereniging overgedragen en voor de terreinen wordt een bruikleenovereenkomst afgesloten; • Verenigingen ontvangen een afkoopsom om het (achterstallig) groot onderhoud uit te voeren; • Alle lasten komen voor rekening van de vereniging (uitgezonderd de kosten voor het maaiwerk); • De gemeente verstrekt conform de subsidieregels een onderhoudssubsidie per veld/baan en kleedaccommodatie en de vereniging is na overdracht geen huur meer verschuldigd; • De gemeente verstrekt een gewennings- en stimuleringsbijdrage om dit proces te bewerkstelligen. Na een eerste behandeling in het college van B&W in maart 1997 duurt het nog twee jaar voordat de gemeenteraad uiteindelijk op 21 juni 1999 het geactualiseerde plan van aanpak behandelt en vaststelt. In de tussentijd verandert het plan van aanpak inhoudelijk overigens nauwelijks. Volgens de ambtenaren heeft de besluitvorming over het plan van aanpak vanwege budgettaire redenen zo lang geduurd. De gemeente had namelijk hiervoor in de begroting geen financiële middelen opgenomen en daarmee werd de besluitvorming over het plan van aanpak steeds een jaar opgeschort. In het plan van aanpak is geen alternatief aangegeven voor het geval een privatisering met een vereniging niet zou lukken. In financiële zin is wel vermeld dat de gemeente streefde naar een meer kostendekkende exploitatie van de sportterreinen. Dat zou dan moeten leiden tot doorbelasting van de kosten van de nutsvoorzieningen, waarvoor de tarieven jaarlijks met 10% extra zouden moeten stijgen. Deze mogelijkheid is verder niet concreet gemaakt.
3.3
Beoogde doelstellingen van de privatisering
De gemeente heeft in het plan van aanpak destijds de volgende beleidsdoelstellingen geformuleerd: • vergroten van de betrokkenheid van gebruikers; • opheffen van het verschil tussen gemeentelijke en private accommodaties; • realisatie van een besparing op het gemeentelijk sportbudget. Verder is destijds aangegeven dat aspecten van continuïteit en kwaliteit ook ná de privatisering gewaarborgd dienen te blijven.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 9
Voor het proces en de aanpak heeft de gemeenteraad de volgende koers aangegeven: • Het overdragen van de exploitatie van de buitensportaccommodaties; • Het overdragen van de eigendom van de gebouwen; • Voor het beheer en onderhoud een gemeentelijke subsidie te verstrekken; • Per accommodatie en per vereniging hierover afspraken in een overeenkomst vast te leggen; • In een grote openheid met de gesprekspartners omgaan.
3.4
Aanvankelijke investeringsraming voor privatisering
In het plan van aanpak uit 1999 is aangegeven dat er €659.000 aan investeringen nodig zijn. Dit bedrag was nog steeds gebaseerd op de rapportages van NOC*NSF en Oranjewoud uit 1996 met €160.000 extra voor installaties en onvoorzien (zie tabel 1). Tussentijdse veranderingen en reeds uitgevoerd achterstallig onderhoud, zoals de renovatie van twee tennisbanen in Wolvega, zijn niet in de cijfers verwerkt. Het plan van aanpak geeft daardoor vanaf het begin geen actueel financieel overzicht.
Tabel 1: Aanvankelijke kostenraming grootschalig onderhoud en renovatie 1996- 2006 excl kosten voor voorbereiding- en begeleiding, prijspei 1996, incl 17,5% BTW
kleedaccommodatie tennispark Wolvega tennispark Noordwolde
banen/ velden
38.000
€
123.000
€
161.000
€
30.000
€
76.000
€
106.000
€
267.000
totaal tennis
voetbal FC Wolvega voetbal Munnekeburen voetbal De Blesse voetbal Olyphia korfbal Leonidas
totaal
€
€
12.000
€
9.000
€
€
4.000
€
-
€
4.000
€
8.000
€
21.000
€
29.000
€
4.000
€
13.000
€
17.000
totaal korfbal/voetbal
€
231.000
totaal tennis/korfbal/voetbal
€
498.000
extra tennis
€
1.000
pm 160.000
€
12.000
€
169.000
installaties
€
53.000
onvoorzien
€
107.000
totaal
€
659.000
€
19.000
overige éénmalige kosten stimuleringsbijdragen
€
30.000
overdrachtskosten
€
11.000
gewenningsbijdragen
€
35.000
totaal
€
76.000 geeft jaarlast van
over 5 jaar (tegen 7% rente) uit plan van aanpak, obv rapportages NOC*NSF (tennis) en Oranjewoud (voetbal/korfbal)
Uit de tekst van het plan van aanpak blijkt dat er bovenop de €659.000 nog een éénmalig bedrag nodig was van €76.000 om verenigingen een financiële tegemoetkoming van de gemeente te geven ‘ter gewenning en stimulering’ en dat er verder sprake was van éénmalige overdrachtskosten. Bedoeling Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 10
was om deze kosten – uitgesmeerd over 5 jaar- uit de besparing op de jaarlijkse exploitatielasten te dekken omdat ná privatisering de gemeentelijke kosten zouden afnemen.
3.5
Aanvankelijke exploitatiebegroting vóór privatisering
In het plan van aanpak (1999) wordt een overzicht gegeven van de te verwachten besparing op het jaarlijkse exploitatiesaldo voor de gemeentelijke buitensportaccommodaties. Dit overzicht is in tabel 2 samengevat. In 1997 (vóórafgaand aan de privatisering) was het begrote exploitatietekort €157.000. In de eerste vijf jaar ná privatisering zou dit jaarlijkse exploitatietekort worden teruggebracht tot €123.000 en daarna tot €103.000. De besparingen voor de gemeente in de exploitatie worden gerealiseerd doordat een fors lagere inzet vanuit de gemeente nodig is, zowel vanuit de buitendienst als vanuit de binnendienst. Er zijn frictiekosten opgenomen omdat deze besparing niet direct kan worden gerealiseerd. In de eerste jaren ná privatisering is er nog sprake van tractiekosten, veegkosten en uren technische dienst en accommodaties. Na 5 jaar is nog steeds een structureel frictiebedrag van in totaal €46.000 opgenomen. Uit de dossiers kon overigens niet worden opgemaakt hoe dit frictiebedrag is becijferd.
Tabel 2: exploitatiebegroting gemeentelijke buitensportaccommodaties gegevens uit bijlage bij raadsvoorstel 1999
Beginsituatie in 1997 begrote kosten gemeente bedragen x 1000, prijspeil 1996 begr97
begr 1e 5 jr
maaien sportparken tractiekosten uurkosten TD + accommodaties uurkosten groen onderhoud derden kosten vegen
€ € € € €
energie en water verzekeringen/belastingen
€ €
23 8
algemeen+automatisering uurkosten welzijn/sport jaarlijkse rapportage frictiekosten groen en overig
€ €
7 29
subsidie kleedaccom, velden, banen huuropbrengst
€
42-
totaal
€
begr na 5 jr
€
33
5 5 46
€ € €
5 5 47
€
13
€
13
€
123
€
103
jaarlast stimulering, gewenning, etc.
€
19
structurele besparing tov begr 1997
€
15
€
53
fl
312
fl
228
aansluiting in guldens met raadsvoorstel
3.6
fl
27 17 8 47 32
157
345
€ € €
33 4 8
€
8
€ € €
Uitwerking privatiseringsconcept
Na vaststelling van het plan van aanpak heeft de gemeente het privatiseringsconcept nader uitgewerkt. Opeenvolgend is met iedere vereniging een overleg gestart. Als basis voor de gesprekken heeft de gemeente een extern bureau opdracht gegeven tot het maken van een geactualiseerd onderhoudsrapport van de betreffende accommodatie. Dit was nodig omdat de onderhoudsrapportages
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 11
uit 1996 te sterk verouderd waren. De onderhoudsrapporten zijn vervolgens met de verenigingen besproken en de verenigingen hebben hierop aanvullingen ingebracht. In hoofdlijnen is het concept steeds hetzelfde geweest. Inzet van de discussie was een extern opgesteld en geactualiseerd onderhoudsrapport. Op basis daarvan hebben de gemeente en de betreffende vereniging onderhandeld over de vergoeding / afkoopsom. Naar aanleiding van de onderhandelingen zijn nadere verfijningen van het privatiseringsconcept aangebracht. Zo is voor de financiële ondersteuning van de gemeente aan de vereniging de volgende formule ontstaan: • een jaarlijkse onderhoudssubsidie per kleedkamer, veld en baan. • een éénmalige afkoopsom voor achterstallig groot onderhoud en legionella-aanpassingen - 100% van de geraamde kosten voor installatiewerk (omdat dit door vakmensen moet worden uitgevoerd) - 75% van de geraamde kosten voor bouwkundig onderhoud (omdat de vereniging met zelfwerkzaamheid een flinke kostenbesparing kan realiseren) • een éénmalige gewenningsbijdrage voor de overname van de kleedaccommodaties, verdeeld over 5 jaar. In latere overeenkomsten heeft de gemeente aanvullend ook garanties gegeven voor onvoorziene kosten aan de riolering en nutsleidingen en vervanging van de CV-ketel. Verder is in de overeenkomsten opgenomen dat verenigingen de mogelijkheid hebben om op grond van de algemene subsidieverordening een subsidie bijzonder onderhoud aan te vragen. Die subsidie bedraagt momenteel tot 50% van de investeringskosten. Het is echter geen contractuele verplichting van de gemeente om zo’n subsidie ook daadwerkelijk toe te kennen, maar alleen een morele verplichting. De gemeente kan bijvoorbeeld om budgettaire redenen een aangevraagde subsidie weigeren.
3.6.1
Belangrijkste elementen uit de privatiseringsovereenkomsten
De afspraken met de verenigingen zijn in een overeenkomst vastgelegd. De belangrijkste elementen uit de overeenkomsten zijn: • De gemeente geeft de velden en tennisbanen in bruikleen aan de vereniging. • Opstallen (zoals kleedaccommodaties en lichtmasten) worden voor een symbolisch bedrag in eigendom aan de vereniging overgedragen. • Bij de notaris wordt een recht van opstal gevestigd voor de eigendom van de aan de vereniging toebehorende opstallen (zoals gebouwen en lichtmasten). • De vereniging heeft de verplichting te zorgen voor regulier beheer en onderhoud. • De vereniging is verantwoordelijk voor schade en verzekering. • Na enkele jaren vindt een schouw plaats.
3.6.2
Uitvoering van de privatiseringen
Voor de uitvoering van de privatisering heeft het college een projectleider vrijgemaakt. In juni 2000 wordt gestart met de eerste gesprekken (met SIOS en VV De Blesse). Daarna zijn opeenvolgend de gesprekken met de andere verenigingen gestart. Bij de meeste verenigingen heeft de privatisering al met al een tijdspanne van ruim een jaar gevergd. Inmiddels zijn 7 privatiseringen afgerond en de overdracht van de voetbalaccommodatie in Munnekeburen met verenigingen De Westhoek en VOG zal op grond van een overeenkomst tussen de gemeente en beide verenigingen in september 2007 plaatsvinden. De volgende tabel geeft een overzicht van de privatiseringen.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 12
vereniging
accommodatie
start
korfbalvereniging SIOS voetbalvereniging De Blesse tennisvereniging ATW tennisvereniging LTCN voetbalvereniging Olyphia korfbalvereniging Leonidas skeelerclub Lindenoord voetbalverenigingen Munnekeburen voetbalvereniging FC Wolvega atletiekvereniging Start '78
sportpark Molenwiek Wolvega sportpark De Berk tenniscomplex Wolvega tenniscomplex Spokedam Noordwolde sportpark Spokedam Noordwolde sportpark Spokedam Noordwolde skeelerbaan Linderoord Wolvega sportpark Scheeneveld sportpark Molenwiek Wolvega sportpark Molenwiek Wolvega
medio 2000 april 2001 medio 2000 april 2001 begin 2001 april 2002 begin 2001 april 2002 begin 2001 mei 2002 2002 oktober 2003 2003 mei 2004 begin 2002
3.6.3
afronding
nog niet
Bijstellingen over het proces en tussenrapportages
Over de stand van zaken is diverse malen verslag uitgebracht aan het college van B&W en aan de raadscommissie. Op basis daarvan is de raad akkoord gegaan met de bereikte onderhandelingsresultaten en zijn daarvoor extra financiële middelen beschikbaar gesteld. Uit de tussenrapportages kan het volgende worden opgemaakt: • Er waren steeds extra financiële middelen nodig. Voor een belangrijk deel komt dit doordat in de beschikbaar gestelde kredieten geen rekening was gehouden met extra achterstallig onderhoud en met de prijsinflatie, maar ook omdat de oorspronkelijke kostenraming (uit 1996) niet volledig bleek te zijn. • Het college heeft de rapportages diverse malen aangehouden, waarschijnlijk vanwege de financiële consequenties. In de begroting was namelijk geen rekening gehouden met de extra financiële middelen en daardoor moest de raad in de nieuwe begroting aanvullend budget worden gevraagd en daarmee werd de besluitvorming opgeschort. • In de rapportages wordt diverse malen gemeld dat “onderhandelingen met clubs bijna zijn afgerond”, terwijl dit uiteindelijk veel langer heeft geduurd en bij FC Wolvega en De Westhoek / VOG nog duurt. Dit duidt er op dat de finale afronding van het proces bij een aantal verenigingen is onderschat. • Het privatiseringsproces heeft bij alle verenigingen tijd nodig gehad. Verenigingen moesten eerst aan het idee van de privatisering wennen, daarna moest overeenstemming worden bereikt over de inventarisatie en de afkoopsom en vervolgens was er nog ruim tijd nodig voor het formele besluitvormingsproces binnen de vereniging (bestuur, algemene ledenvergadering) en binnen de gemeente (ambtenaar, college, raad).
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 13
4 Een rondje langs de sportvelden In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de resultaten bij de verschillende geprivatiseerde verenigingen. De rekenkamercommissie heeft zes van de zeven geprivatiseerde verenigingen bezocht. Achtereenvolgens wordt besproken: sportpark De Berk (VV De Blesse) sportpark Molenwiek (SIOS) sportpark Spokedam (Olyphia, Leonidas, LTCN) tenniscomplex Wolvega (ATW) ijs- en skeelerbaan Lindenoord (ijs- en skeelerclub) en de van oudsher geprivatiseerde korfbalaccommodatie De Hoolt-tuun van SCO uit Oldeholtpade Per vereniging wordt ook een indicatie gegeven van het gemeentelijke exploitatietekort vóór en na de privatisering. Deze cijfers zijn weliswaar gebaseerd op de gemeentelijke boekhouding, maar van sommige kosten is per accommodatie een schatting gemaakt, omdat gebleken is dat de kosten niet altijd zuiver per accommodatie zijn geboekt er soms ook sprake was van een kostenverschuiving over de boekjaren heen. In de cijfers in de volgende tabel cijfers is ook geen rekening gehouden met prijsverschillen over de jaren heen. Benadrukt wordt dus dat het dus om indicatieve cijfers gaat.
4.1 4.1.1
Privatiseringsafspraken per vereniging Sportpark De Berk, voetbalvereniging De Blesse
Voetbalvereniging De Blesse maakt gebruik van sportpark De Berk in Blesdijke. De vereniging verzorgde altijd al het beheer en onderhoud van de velden (uitgezonderd het oefenveld). Alleen de kleedaccommodaties en het oefenveld waren nog in eigendom en onderhoud bij de gemeente. In het Oranjewoud-rapport uit 1996 was €4.000 opgenomen voor achterstallig onderhoud. Op basis van een eigen rapportage geeft VV De Blesse aan zich niet met het Oranjewoud-rapport te kunnen verenigen omdat het daarin genoemde meerjarenplan uit 1996 te veel verouderd is, niet compleet en geen realistisch beeld vormt van de nieuwe situatie en omdat bovendien de kosten niet gerelateerd zijn aan de te verrichten werkzaamheden. Vervolgens is een revisie-onderhoudsrapport opgesteld. Op basis hiervan is een afkoopsom voor het achterstallig onderhoud overeengekomen van in totaal €24.000, waarvan €6.000 voor aanpassingen ivm legionella. Aanvullend ontvangt VV De Blesse verdeeld over 5 jaar een gewenningsbijdrage van ruim €8.000 op basis van 6 kleedkamers. Deze afspraken zijn op 1 juni 2001 in een overeenkomst tussen gemeente en vereniging vastgelegd. VV De Blesse heeft na overdracht van de accommodatie het achterstallig onderhoud voortvarend aangepakt.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 14
Structurele gemeentelijke jaarbedragen ivm VV De Blesse vóór en ná privatisering kosten gemeente structurele kosten éénmalig structureel VV De Blesse raming realisatie vóór ná vóór ná energie, water en belastingen € 6.000 voor club onderhoud € 2.000 deel voor club voor club begeleiding en overhead € 3.000 huur € 1.000€ 1.000 subsidie € 1.000 € 4.000 € 1.000- € 4.000onderhoud gebouwen (1996) € 4.000 onderhoud velden bijdrage gemeente € 9.300 afkoopsom (in 2001) € 24.000 gewenningsbijdrage (in 2001) € 8.000
afgeronde bedragen, indicatief
totaal maaiwerk
€ 13.300 € 32.000 € 11.000 pm pm pm
€
4.000
€
-
€
4.000-
Geconstateerd wordt dat de jaarlijkse kosten voor de gemeente met afgerond €7.000 afnemen. Daartegenover staat in totaal een éénmalige gemeentelijke bijdrage van €32.000. Deze investering verdient zich dus na bijna 5 jaar terug.
4.1.2
Sportpark Molenwiek, korfbalvereniging SIOS
Op sportpark Molenwiek zijn korfbalvereniging SIOS, FC-Wolvega en atletiekvereniging Start ’78 gevestigd. Alleen de privatisering van SIOS is gerealiseerd. Het privatiseringsproces met FC Wolvega loopt momenteel nog en daarna kan het privatiseringsproces met Start ’78 (betreft slechts enkele onderdelen) ook starten. Na de opheffing van de huisvesting bij de oude drafbaan heeft korfbalvereniging SIOS zich in 1996 nieuw gevestigd op sportpark Molenwiek. De vereniging heeft de kantine en kleedaccommodaties in 1996 met steun van de gemeente nieuw in eigen beheer opgericht en de vereniging zorgt van het begin af voor het beheer en onderhoud en, voor zover bekend, droeg SIOS ook de kosten van de nutsvoorzieningen. De twee velden werden echter nog van de gemeente gehuurd. Het privatiseringsproces betrof de overdracht van deze twee velden. SIOS wilde aanvankelijk niet instemmen met de privatisering omdat de club de jaarlijkse onderhoudssubsidie van €834 voor de velden veel te laag vond. Op basis hiervan heeft het college de raad uiteindelijk voorgesteld de onderhoudssubsidies voor alle verenigingen structureel te verhogen. Dit is in 2004 en 2005 daadwerkelijk gerealiseerd. Behalve over de privatisering is ook gesproken over de aanleg van een kunstgrasveld. Hiervoor heeft de gemeente een subsidiebedrag van €89.000 toegekend, waarvan €16.000 gedekt uit het privatiseringskrediet. Verder heeft SIOS van de gemeente verdeeld over 5 jaar een gewenningsbijdrage van afgerond €5.500 ontvangen op basis van 4 kleedkamers. De afspraken zijn op 27 april 2001 in een overeenkomst tussen gemeente en vereniging vastgelegd.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 15
Gemeentelijke kosten ivm korfbalvereniging SIOS vóór en ná privatisering kosten gemeente éénmalig structureel vóór ná energie, water en belastingen € € onderhoud onbekend € begeleiding en overhead onbekend € huur € 2.000- € subsidie € 1.400 € 2.700 bijdrage gemeente € 4.500 aanleg kunstgrasveld € 89.000 gewenningsbijdrage € 5.500 € 5.500
afgeronde bedragen, indicatief
totaal maaiwerk
€ 10.000 pm
€ 94.500
€ pm
600- €
2.700
structurele kosten SIOS vóór ná voor club
voor club
deel voor club voor club
€ €
2.000 1.400- €
2.700-
€
2.700-
€
600
De kosten voor onderhoud, begeleiding en overhead zijn in de gemeentelijke boekhouding niet apart zichtbaar De kosten voor aanleg kunstgrasveld komen voor €16.000 ten laste van privatiseringsbudget
4.1.3
Sportpark Spokedam in Noordwolde, voetbalvereniging Olyphia
Voetbalvereniging Olyphia maakt gebruik van het voetbalveld Spokedam in Noordwolde. De accommodatie bestaat uit 4 velden, 4 kleedkamers en een kantine. De gemeente was altijd verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de kleedaccommodaties en de velden. De gemeente betaalde ook de nutslasten. Olyphia huurde de accommodatie van de gemeente. In het Oranjewoudrapport uit 1996 was €29.000 opgenomen voor achterstallig onderhoud van de velden én de accommodatie. Begin 2001 start de gemeente met de privatiseringsgesprekken met Olyphia. Begonnen wordt met het laten opstellen van een geactualiseerd onderhoudsrapport. Hieruit blijkt dat het achterstallig onderhoud aan de kleedaccommodaties fors was opgelopen. Het gevolg van een jarenlange verwaarlozing van het onderhoud. Er werd zelfs overwogen de accommodatie geheel nieuw op te trekken. Op basis van dit rapport en aanvullende gebreken die Olyphia heeft aangedragen, wordt overeenstemming bereikt over een éénmalige vergoeding van €90.000 voor het opknappen van de kleedaccommodatie, inclusief €5.500 voor aanpassingen ivm legionella. Verder is in opdracht van de gemeente het tweede voetbalveld voor €15.000 gerenoveerd. Aanvullend ontvangt VV Olyphia een gewenningsbijdrage van €5.500 op basis van 4 kleedkamers en een stimuleringsbijdrage van €4.500 voor de aanschaf van een eigen materiaalbergruimte. De definitieve afspraken zijn op 29 mei 2002 in een overeenkomst tussen gemeente en vereniging vastgelegd.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 16
Gemeentelijke kosten ivm voetbalvereniging Olyphia vóór en ná privatisering kosten gemeente structurele kosten éénmalig structureel Olyphia vóór ná vóór ná energie, water en belastingen € 4.000 € € voor club onderhoud (schatting) € 8.000 € € voor club begeleiding en overhead (schatting) € 3.000 € huur € 3.000- € € 3.000 subsidie € € 3.300 € 3.300€ renovatie grasvelden € 8.000 € 15.000 renovatie kleedaccommodatie € 21.000 afkoopsom € 90.000 bijdrage bergingshok € 4.500 € 4.500 gewenningsbijdrage € 5.500 € 5.500
afgeronde bedragen, indicatief
totaal maaiwerk
€ 39.000 € 115.000 € 12.000 pm pm pm
€ 3.300 pm
€
3.000
€
3.300-
Uit de boekhouding is niet precies te herleiden welke kosten voor het maaien en welke kosten voor overig onderhoud en voor aanschaf materialen (zoals doelpalen, e.d.) zijn gemaakt.
4.1.4
Sportpark Spokedam in Noordwolde, korfbalvereniging Leonidas
Korfbalvereniging Leonidas maakt gebruik van het korfbalcomplex op Spokedam in Noordwolde. Op de locatie bevindt zich een groot veld, een veld met verlichting, vier kleedkamers en een kantine/ clubgebouw. De kantine/clubgebouw was al in beheer en eigendom van Leonidas. Bij de privatisering is het beheer en onderhoud van de kleedruimtes overgedragen, alsmede het beheer en eigendom van het veld met verlichting. Het grote korfbalveld blijft in beheer en onderhoud bij de gemeente. Leonidas blijft dit van de gemeente huren. In het Oranjewoud-rapport uit 1996 was €17.000 opgenomen, waarvan €17.000 voor achterstallig onderhoud van de velden en €4.000 voor het gebouw. Begin 2001 start de gemeente met het laten opstellen van een geactualiseerd onderhoudsrapport voor de gebouwen. Hieruit blijkt dat het achterstallig onderhoud aan de kleedaccommodaties was opgelopen. Op basis van dit rapport en een flink aantal aanvullende gebreken die de privatiseringscommissie van Leonidas zelf heeft aangedragen, wordt uiteindelijk overeenstemming bereikt over een éénmalige vergoeding van €27.000 voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud aan de gebouwen, inclusief €10.000 voor aanpassingen ivm legionella. Aanvullend ontvangt Leonidas verdeeld over meerdere jaren een gewenningsbijdrage van in totaal €5.500 op basis van 4 kleedkamers. De definitieve afspraken zijn op 10 oktober 2003 in een overeenkomst tussen gemeente en vereniging vastgelegd. Aanvankelijk had Leonidas grote aarzeling over de privatisering, maar vanaf 2002 heeft Leonidas zich ingespannen om tot een goede privatiseringsafspraak te komen. De aarzeling had betrekking op de grootte van het terrein. Er is namelijk sprake van structurele overcapaciteit op de locatie. Alleen bij het evenement “de korfbalseries” heeft Leonidas de hele accommodatie nodig. Uiteindelijk is afgesproken dat de club alleen de oefenhoek en de kleedaccommodatie van de gemeente overneemt en dat Leonidas verder het (korfbal)veld tm 1 juli 2006 van de gemeente blijft huren. Daarna zal over dat veld een nieuwe afspraak tussen gemeente en Leonidas worden gemaakt. Er wordt geen éénmalige vergoeding verstrekt voor de eventueel achterstallig onderhoud aan het oefenveld. Per brief van 10 juni 2003 zegt de gemeente wel toe op termijn bereid te zijn in afwijking van de subsidieregels 75% te willen vergoeden voor groot onderhoud van het oefenveld in plaats van 50%. Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 17
Uit het onderhandelingslijstje blijkt dat de gemeente de meeste claims van Leonidas heeft gehonoreerd uitgezonderd de claims voor bouwkundige aanpassingen voor energiebesparing. Gemeentelijke kosten ivm korfbalvereniging Leonidas vóór en ná privatisering kosten gemeente structurele kosten éénmalig structureel Leonidas raming realisatie vóór ná vóór ná energie, water en belastingen € 5.000 € € voor club onderhoud (schatting) € 3.000 € 2.000 € deels voor club begeleiding en overhead (schatting) € 2.000 € 1.500 huur € 2.000- € 1.000- € 2.000 € 1.000 subsidie € € 2.000 € € 2.000renovatie grasvelden € 13.000 € renovatie gebouw € 4.000 overige bijdrage gemeente € 4.500 afkoop onderhoud gebouw € 27.000 gewenningsbijdrage € 5.500 € 5.500
afgeronde bedragen, indicatief
totaal maaiwerk
€ 27.000 € 32.500 € 8.000 pm pm pm
€ 4.500 pm
€
2.000
€
1.000-
Uit de boekhouding is niet precies te herleiden welke kosten voor het maaien en welke kosten voor overig onderhoud en voor aanschaf materialen zijn gemaakt. Deze zijn geschat.
4.1.5
Sportpark Spokedam in Noordwolde, tennisvereniging LTCN
Tennisvereniging LTCN heeft eigen accommodatie op Spokedam in Noordwolde. Op de locatie bevinden zich 4 tennisbanen en een kantine met kleedaccommodatie. De kantine/clubgebouw was al in beheer en eigendom van LTCN. Bij de privatisering is het beheer en onderhoud van de kleedruimtes overgedragen, alsmede het beheer en onderhoud van de tennisbanen. In het NOC*NSF-rapport uit 1996 was €106.000 opgenomen voor achterstallig onderhoud van de banen en de kleedaccommodatie. Het merendeel daarvan betrof de renovatie van de tennisbanen. De tennisvereniging heeft in 1997 diverse keren contact met de gemeente gezocht om afspraken over de privatisering te maken. De gemeente heeft hiermee gewacht totdat de raad het plan van aanpak in 1999 heeft vastgesteld. In 2001 heeft de gemeente eerst een actualisatie laten maken van het onderhoudsrapport uit 1996. Op basis hiervan heeft de gemeente de tennisbanen laten renoveren en zijn de verlichtingsmasten aangepast. Hiervoor was een investeringsbedrag van €65.000 gemoeid. Verder heeft de gemeente de waterleiding in verband met legionella voor €5.000 aangepast. Op basis van een onderhoudsrapport van Oranjewoud is daarnaast een afkoopbedrag van €12.800 overeengekomen voor achterstallig onderhoud aan de kleedaccommodaties. En verder heeft LTCN een éénmalige gewenningsbijdrage van €2.700 ontvangen, gebaseerd op twee kleedkamers. De definitieve afspraken zijn in april 2002 in een overeenkomst tussen de gemeente en LTCN vastgelegd.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 18
Gemeentelijke kosten ivm tennisvereniging LTCN Noordwolde vóór en ná privatisering kosten gemeente structurele kosten éénmalig structureel LTCN raming realisatie vóór ná vóór ná energie, water en belastingen niet bekend voor club onderhoud (schatting) € 5.000 € voor club begeleiding en overhead (schatting) € 2.000 kapitaallasten € 4.000 € 4.000 huur € 7.000€ 7.000 € subsidie € 1.900- € € 1.900 renovatie banen € 76.000 € 95.000 renovatie kleedruimtes € 30.000 overige bijdrage gemeente € 2.300 afkoop onderhoud gebouw € 12.800 bijdrage legionella € 5.000 gewenningsbijdrage € 2.700 € 2.700
afgeronde bedragen, indicatief
totaal
€ 111.000
€ 115.500
€
4.000
€
2.100
€
7.000
€
1.900
In de gemeentelijke boekhouding zijn geen kosten voor energie, water en belastingen teruggevonden. Waarschijnlijk heeft de gemeente de kosten hiervan op een ander onderdeel verantwoord.
4.1.6
Tenniscomplex Wolvega, tennisvereniging ATW
Tennisvereniging ATW heeft een eigen accommodatie midden in Wolvega. Op de locatie bevinden zich 8 tennisbanen en een kantine met kleedaccommodatie. De kantine/clubgebouw was al in beheer en eigendom van ATW. Bij de privatisering is het beheer en onderhoud van de kleedruimtes overgedragen, alsmede het beheer en onderhoud van de tennisbanen. In het NOC*NSF-rapport uit 1996 was €161.000 opgenomen voor achterstallig onderhoud van de banen en de kleedaccommodatie. Het merendeel daarvan betrof de renovatie van de tennisbanen. In 2001 heeft de gemeente eerst een actualisatie laten maken van het onderhoudsrapport uit 1996. Op basis hiervan heeft de gemeente vier tennisbanen laten renoveren en zijn de verlichtingsmasten aangepast. Hiervoor was een investeringsbedrag van €111.000 gemoeid. Verder heeft de gemeente de waterleiding in verband met legionella voor €5.000 aangepast. Op basis van een onderhoudsrapport van Oranjewoud is daarnaast een afkoopbedrag van €9.200 overeengekomen voor achterstallig onderhoud aan de kleedaccommodaties. Daarnaast heeft ATW een éénmalige gewenningsbijdrage van €2.700 ontvangen, gebaseerd op twee kleedkamers. De definitieve afspraken zijn op 17 april 2002 in een overeenkomst tussen de gemeente en ATW vastgelegd. Vier kunststofbanen zijn in 1998 aangelegd met afschrijvingstermijn toplaag 8 jaar. Die moeten in 2006 dus mogelijk worden gerenoveerd.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 19
Gemeentelijke kosten ivm tennisvereniging ATW Wolvega vóór en ná privatisering kosten gemeente structurele kosten éénmalig structureel ATW raming realisatie vóór ná vóór ná energie, water en belastingen € 3.000 € € voor club onderhoud (schatting) € 9.000 € voor club begeleiding en overhead (schatting) € 2.000 kapitaallasten € 11.000 € 11.000 huur € 11.000€ 11.000 € subsidie € € 3.800 € € 3.800renovatie tennisbanen € 123.000 € 111.000 renovatie gebouw € 38.000 overige bijdrage gemeente € 2.300 afkoop onderhoud gebouw € 9.200 gewenningsbijdrage € 2.700 € 2.700
afgeronde bedragen, indicatief
totaal
€ 166.000
€ 122.900
€ 14.000
€ 14.800
€
11.000
€
3.800-
Uit de boekhouding is niet precies te herleiden welke kosten voor het maaien en welke kosten voor overig onderhoud en voor aanschaf materialen zijn gemaakt. Deze zijn geschat.
4.1.7
IJs- en skeelerclub Lindenoord
Al in 1992 besluit de gemeenteraad om de privatisering van IJs- en skeelerclub Lindenoord in gang te zetten. De club zou daarmee de eerste geprivatiseerde vereniging worden. Aanleiding hiervoor was de oprichting van een nieuwe ijsen skeelerbaan aan de rand van Wolvega. Tot 1997 vinden diverse gesprekken met de gemeente plaats, maar uiteindelijk lukt het niet om de privatisering contractueel af te ronden. Volgens de club was het knelpunt dat de club niet goed de gevolgen kan overzien voor met name het groot onderhoud. In praktijk wordt er echter wel gewerkt alsof de club geprivatiseerd zou zijn. In 2003 worden de formele gesprekken opnieuw geopend en komt men uiteindelijk wél tot een formele afronding door het ondertekenen van een overeenkomst op 10 mei 2004. In die overeenkomst is opgenomen dat de club naast de reguliere gemeentelijke bijdrage voor de twee kleedaccommodaties jaarlijks een bijdrage van €5.262 (2003) ontvangt en vanaf 2004 structureel een bedrag van €660 extra.
4.2
Van oudsher al geprivatiseerde sportaccommodaties
Binnen de gemeente maken verschillende sportverenigingen van oudsher al gebruik van een eigen sportaccommodatie. De rekenkamercommissie heeft een gesprek gehad met een van die verenigingen, korfbalvereniging SCO uit Oldeholtpade. Deze vereniging heeft in het verleden regelmatig aandacht gevraagd voor de ongelijke behandeling tussen clubs met een eigen accommodatie en clubs met een gemeentelijke accommodatie. SCO maakt gebruik van een eigen buitensportaccommodatie De Hoolt-tuun in Oldeholtpade. In de winter wordt echter gebruik gemaakt van sporthal De Steense in Wolvega. De buitenaccommodatie wordt dus niet het hele jaar gebruikt. SCO heeft steeds het gevoel gehad dat geprivatiseerde clubs er financieel het beste van af zijn gekomen. Die clubs hebben extra geld gekregen voor onderhoud en voor gewenning. Weliswaar is de accommodatie van SCO in het verleden ook met steun van de gemeente gebouwd, maar al het regulier Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 20
onderhoud (op het maaiwerk na) wordt voor eigen rekening door de club zelf uitgevoerd, terwijl daar al die jaren slechts een beperkte onderhoudssubsidie tegenover stond. Bovendien moet SCO financiële tegenvallers (zoals de aansluiting op de riolering) geheel zelf opvangen. De club is daar (met sponsoring) wel toe in staat, maar dit betekent wel dat dit geld niet geïnvesteerd kan worden in bijvoorbeeld de jeugdopleiding. De vereniging heeft veel organisatievermogen en is daarmee in staat de accommodatie op een goed niveau te onderhouden. Door zelfwerkzaamheid wordt de betrokkenheid bij de club groter. Op klussendagen is er meestal een hoge opkomst. SCO ziet voor de toekomst de rol van de gemeente breder dan louter het maaien van het gras en het leveren van een financiële bijdragen voor onderhoud en renovaties. De club zou graag van de gemeente een stimulans zien om sportverenigingen onderling meer van elkaar te laten leren en om samen gemeentebreed sportbeleid te ontwikkelen. De gemeente zou dit kunnen initiëren met een platform voor sportverenigingen, waarin ideeën en informatie tussen gemeente en sportverenigingen en tussen sportverenigingen onderling kunnen worden uitgewisseld.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 21
5 Beantwoording van de onderzoeksvragen In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vijf onderzoeksvragen. Bij de vragen is aangegeven op basis van welke normen de bevindingen zijn beoordeeld.
1. Is de betrokkenheid van gebruikers vergroot? Vóór de privatisering is de betrokkenheid van de gebruikers niet objectief vastgelegd. Het is daarom lastig vast te stellen of de betrokkenheid van de gebruikers is vergroot. Wél kan uit de interviews worden afgeleid of er binnen een vereniging sprake is van een kleine of grote betrokkenheid met de sportaccommodatie. Bij de beoordeling van de betrokkenheid met de sportaccommodatie wordt onderscheid gemaakt in de betrokkenheid van het bestuur, de vrijwilligers en de sporters binnen een vereniging. Betrokkenheid bestuur
Uit de interviews blijkt dat de besturen van alle verenigingen een nauwe betrokkenheid met de accommodatie hebben. • Bestuursleden zijn er zich zeer van bewust dat het belangrijk is het onderhoud adequaat te regelen, zowel in financieel als in organisatorisch opzicht. • Bij alle clubs heeft het bestuur commissies ingesteld voor het onderhoud van de accommodatie. • Korfbalvereniging Leonidas heeft zelfs een meerjarig onderhoudsplan opgesteld om het achterstallig onderhoud van het gebouw gefaseerd aan te pakken. De club heeft hiervoor een apart bestuurslid verantwoordelijk gesteld. • Bestuursleden beseffen dat ze moeten reserveren voor renovatie en groot – onderhoud. Echter dat gebeurt nog niet door alle clubs, mede omdat de afgelopen jaren de nadruk heeft gelegen op het wegwerken van het achterstallig onderhoud. Opgemerkt wordt dat een deel van geïnterviewde besturen de privatisering wel als een last en extra zorg voor de toekomst ziet. Verenigingen die al meerdere jaren op een geprivatiseerde wijze werken (zoals SIOS, ijs- en skeelerclub Lindenoord, VV De Blesse en SCO) zijn wel beter in staat om de gevolgen voor de toekomst in te schatten.
Betrokkenheid vrijwilligers
Alle clubs beschikken over een of meerdere vrijwilligers om het reguliere en projectmatige onderhoud te verzorgen. Deze vrijwilligers hebben een nauwe band met de club en door het organiseren van onderhoudsdagen wordt de band met de club en de accommodatie vergroot. Hierbij worden wel grote verschillen tussen verenigingen geconstateerd, zoals: Tennisvereniging ATW heeft een groot deel van de onderhoudstaken tegen betaling uitbesteed; De voetbalclubs Olyphia en De Blesse en korfbalclub SIOS beschikken over een behoorlijke ploeg vrijwilligers voor het onderhoud van de velden en het groen en over een ploeg vrijwilligers die de kleedkamers schoonmaakt. Korfbalvereniging SCO heeft voor 20 uur per week een gesubsidieerde medewerker in dienst en daarnaast full-time een vrijwilliger voor het onderhoud van de velden en het schoonmaken van de kleedkamers. SCO organiseert verder klussendagen. Deze hebben een zeer hoge opkomst. Leonidas beschikt over een onderhoudsman en daarnaast worden ad-hoc ook andere vrijwilligers voor het onderhoud gevraagd. Met een beperkt
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 22
aantal vrijwilligers blijft het onderhoud wel kwetsbaar.
Betrokkenheid sporters
De betrokkenheid van de sporters zelf met de accommodatie is door de privatisering niet aantoonbaar vergroot. Wel worden de sporters sneller om hun medewerking gevraagd omdat de vrijwilligers voor het onderhoud de sporters direct aanspreken op hun gedrag. Ook hier zijn er verschillen tussen de clubs, zoals • Bij skeelerclub Lindenoord komen veel skeeleraars alleen om te rijden. Hun lidmaatschap is meer een toegangsabonnement. Deze leden voelen dan ook weinig extra binding met de accommodatie. • Bij voetbalvereniging Olyphia zijn ouders en oudere jeugd ‘vrijwillig verplicht’ om taken binnen de club uit te voeren.
2. Is de verschillende behandeling van clubs met een gemeentelijke en of een private accommodatie opgeheven? Vóór de privatisering was er sprake van verschillende behandeling van verenigingen met een private accommodatie en verenigingen met een gemeentelijke accommodatie. Maar ook tussen verenigingen met een publieke accommodatie werden verschillen in behandeling geconstateerd. In de volgende tabel staat een overzicht van de belangrijkste verschillen: Verenigingen met private accommodatie
Vereniging met gemeentelijke accommodatie
Kosten energie, water en belastingen
•
Voor rekening vereniging
• •
Voor rekening gemeente; bij SIOS afzonderlijke afspraak
Beheer en onderhoud velden en kleedruimtes
Voor rekening vereniging Uitvoering door vereniging
Voor rekening gemeente Uitvoering door gemeente
Verrekening gemeente en vereniging
Vereniging ontvangt onderhoudssubsidie
Vereniging betaalt huur
Schoonmaak
Uitvoering door vereniging
Uitvoering door vereniging
Maaiwerk
•
Uitvoering door gemeente
Uitvoering door gemeente
Kosten renovatie en groot onderhoud
•
50% voor rekening vereniging en 50% gemeentelijke subsidie
100% voor rekening gemeente maar voor een groot deel ook niet uitgevoerd.
•
Het financiële verschil tussen geprivatiseerde en niet-geprivatiseerde verenigingen bestaat uit twee componenten. Aan de ene kant blijkt de onderhoudssubsidie die geprivatiseerde verenigingen van de gemeente ontvingen, de kosten slechts voor een beperkt deel dekte. Na verhoging van de onderhoudssubsidie in 2004 en 2005 is dat nog steeds zo. Aan de andere kant dekte de huur die verenigingen aan de gemeente betaalden bij lange na niet de kosten voor energie/water/belastingen en het beheer en onderhoud. In sommige gevallen was de huur zelfs lager dan de kosten voor energie, water en belastingen. Het blijkt dat de jaarlijkse kostenstijging van energie, water en belastingen niet in de huurtarieven werden doorberekend. Met de realisering van de privatisering van de buitensportaccommodaties vallen de geprivatiseerde sportclubs allen onder dezelfde gemeentelijke beleids- en subsidieregels. Daardoor is het verschil in behandeling van de verschillende clubs op termijn opgeheven. Echter in de overgang naar de privatisering is er nog wél sprake van een verschillende behandeling:
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 23
•
•
•
De nieuw-geprivatiseerde verenigingen hebben extra financiële steun van de gemeente gekregen om hun accommodatie te renoveren en om “te wennen” aan hogere jaarlijkse lasten; de oudgeprivatiseerde clubs hebben een dergelijke financiële steun niet gehad; De huurtarieven voor verenigingen die niet wilden privatiseren zijn op het oorspronkelijke niveau ruim onder de kostprijs gebleven. Opmerkelijk is dat extra kosten voor energie, water en belastingen niet in de huurtarieven zijn doorberekend; Het verschil in behandeling met de nog niet-geprivatiseerde accommodaties van FC-Wolvega en De Westhoek /VOG is (nog) niet opgeheven.
Overigens kunnen verschillen in accommodatie, verschillen in de sportsoort en verschillen in de vereniging best een verschillende behandeling rechtvaardigen. Soms houdt de gemeente daar rekening mee. Zo verschilt de onderhoudsbijdrage voor een tennisbaan van de onderhoudsbijdrage voor een buitensportveld. En voor de ijs- en skeelerclub is er een aparte regeling. In Munnekeburen wordt rekening gehouden met locale omstandigheden (ondergrond veld en ontbreken van kantine-inkomsten). Soms speelt de gemeente ook niet in op de verschillen. Zo is de 50% subsidieregeling voor reconstructie en groot onderhoud gelijk voor alle verenigingen, rijk en arm.
3. Is er een besparing op gemeentelijk sportbudget gerealiseerd? Om de besparing in beeld te brengen zijn de geboekte exploitatielasten over de jaren 2001 tot en met 2005 in beeld gebracht en vergeleken met de begroting 1997. Hieruit is een indicatief beeld ontstaan. Het is lastig gebleken om een zuivere vergelijking te maken. Oorzaken hiervoor zijn: • in 2000 is overgestapt op een nieuw boekhoudpakket en is het rekeningschema gewijzigd; • het is vaak niet te achterhalen of een deel van de kosten op andere onderdelen zijn verantwoord; • de kosten zijn over de jaren niet altijd op dezelfde eenduidige manier geboekt. Zo zijn de kosten voor energie en water soms in het verkeerde jaar verantwoord (waarschijnlijk vanwege een vertraagde afrekening van het energiebedrijf); • het is niet zeker of de doorbelasting van de interne kosten (uurkosten personeel, doorbelasting tractie) in al die jaren realistisch begroot en toegerekend is; frictiekosten personeel en tractie zijn in ieder geval niet apart zichtbaar gemaakt; • een deel van de kosten is in de loop der jaren (op zich overigens terecht) verantwoord ten laste van het incidentele krediet “privatisering sportaccommodaties”, waardoor de reguliere exploitatiekosten lager uitvallen, maar de totale kosten uiteraard niet. De gemeente heeft in de periode tussen 1997 en 2005 een reguliere prijsstijging gehanteerd van 23%. Dit percentage wordt gehanteerd om de kosten tussen de jaren te kunnen vergelijken. Daarnaast hebben zich naast extra éénmalige investeringen voor legionella van €32.000 voor zover bekend verder geen bijzondere autonome ontwikkelingen en extra eisen voorgedaan. Om te kunnen beoordelen of een besparing op het gemeentelijk sportbudget is gerealiseerd, zijn drie elementen van belang: • het jaarlijkse exploitatietekort (kosten minus huuropbrengst) • de éénmalige investeringen • besparing door zelfwerkzaamheid verenigingen.
exploitatietekort
Door de privatisering zijn de jaarlijkse exploitatiekosten voor de gemeente fors verminderd. De belangrijkste gemeentelijke besparingen zijn: • Structurele lasten voor energie, water en belastingen zijn aan de verenigingen overgedragen. • Minder ureninzet gemeentelijke organisatie voor coördinatie en uitvoering beheer en onderhoud In de volgende tabel worden de cijfers uit de begroting 1997 en de rekeningcijfers 2005 met elkaar vergeleken. Benadrukt wordt dat dit slechts een
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 24
indicatie betreft. Dit komt omdat niet achterhaald kon worden hoe nauwkeurig de begroting 1997 was opgesteld en of in 2005 de kosten niet bij andere producten zijn verantwoord. Een specificatie van de kosten (exclusief maaiwerk) is in bijlage 1 opgenomen.
Exploitatietekort 1997 Prijsinflatie 23% (van 1997 naar 2005) Exploitatietekort 2005 Onderhoudssubsidies geprivatiseerde clubs Verhoging onderhoudssubsidie in 2004 en2005 Totaal exploitatietekort
Begroting 1997 Rekening 2005 €157.000 € 36.000 €134.000 €25.000 €12.000 €205.000
€159.000
Geconstateerd kan worden dat de extra kosten voor onderhoudssubsidies en de gederfde huurinkomsten ruimschoots opwegen tegen de gemeentelijke besparingen. Er is indicatief een besparing van €46.000 gerealiseerd. De in 1999 beoogde besparing van €65.000 (€53.000 plus 23% prijsinflatie) is niet gehaald.
éénmalige investeringen
zelfwerkzaamheid
Tegenover de besparing op de exploitatie staat wel dat de gemeente de verenigingen forse éénmalige afkoopsommen heeft betaald om het achterstallig onderhoud te bekostigen. Deze afkoopsom kon enigszins worden beperkt omdat verenigingen met zelfwerkzaamheid de renovatie van de gebouwen goedkoper kunnen uitvoeren dan de gemeente (op die onderdelen is een vergoeding van 75% van de raming afgesproken). Daar staat wel weer tegenover dat ook enkele onderhoudsclaims extra van verenigingen zijn gehonoreerd. In vergelijking met de “oude” situatie, waarin de gemeente te weinig aan onderhoud heeft gedaan, is er sprake van extra kosten. Maar beseft moet worden dat de gemeente deze kosten anders ook een keer had moeten maken. De éénmalige investeringen vallen hoger uit dan de €659.000 uit het plan van aanpak 1999. Tot oktober 2006 is inmiddels €809.000 uitgegeven en is het beschikbaar gestelde krediet opgehoogd tot €1 miljoen om extra investeringen in Munnekeburen en voor FC Wolvega te dekken. Waarschijnlijk is nog extra budget nodig. De extra kosten zijn te wijten aan: • Prijsinflatie. Tussen 1999 en 2006 moet rekening worden gehouden met ongeveer 25% prijsinflatie, waardoor latere investeringen steeds hoger uitvallen. • Oorspronkelijke kostenraming bleek veel te krap • Extra tegenvallers in achterstallig onderhoud • Extra kosten voor aanpassingen ivm legionella van €32.000 • De kosten voor de projectleider en éénmalige kosten als de gewenningsbijdrage, stimuleringsbijdrage en de overdrachtskosten zijn ten laste van het investeringskrediet gebracht, terwijl ze niet in het krediet waren begroot.
Overig
Op de balans van de gemeente staan nog enkele oude investeringen waarop wordt afgeschreven. De kapitaallasten daarvan drukken op het sportbudget. De kapitaallasten zijn afgenomen van €153.000 (in 2001) naar €48.000 in 2005 en uiteindelijk valt dit volledig vrij. In het plan van aanpak uit 1999 was met dit voordeel geen rekening gehouden.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 25
Samenvattend kan het volgende worden geconstateerd: • Er is een besparing op het exploitatiebudget gerealiseerd, zij het minder dan aanvankelijk geraamd. • De investering in renovaties en afkoopsommen valt hoger uit dan geraamd. • Door vrijval van oude investeringen komt budgettaire ruimte vrij voor herinvesteringen. • Per saldo is er door de extra investeringen geen sprake van kostenverlaging. Wel kan gesproken worden van een kostenbesparing. Immers, door de privatisering konden de accommodaties met minder geld op een betere manier worden opgeknapt.
4. Zijn de verenigingen en de gemeente achteraf tevreden over het proces en over het resultaat? Uit de interviews is gebleken dat zowel de verenigingen als de gemeente over het algemeen tevreden zijn over het proces en het bereikte resultaat. De geïnterviewde verenigingen geven aan dat de gemeente hen goed en serieus heeft behandeld. Verenigingen hebben met de afkoopsom een betere accommodatie gerealiseerd, waar ze in het algemeen erg trots op zijn. Verenigingen houden over hun tevredenheid nog wel een slag om de arm. Vooral de verenigingen die nog niet zo lang geleden zijn geprivatiseerd, kunnen namelijk nog onvoldoende overzien wat op termijn de gevolgen van de privatisering zijn in financieel en organisatorisch opzicht. Geconstateerd wordt dat de mate waarin een vereniging ‘zorg heeft voor de toekomst’ mede bepalend is voor het tevreden gevoel. De tevredenheid op termijn zal ook afhangen van de gemeentelijke ondersteuning (subsidie) bij groot onderhoud en renovatie.
5. Is de continuïteit en de kwaliteit van het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties ná privatisering voldoende gewaarborgd? Bij de privatisering hebben de verenigingen van de gemeente een afkoopsom gekregen om hun buitensportaccommodaties op te knappen. Alle verenigingen hebben het geld hier ook voor ingezet of gaan het geld daar nog voor inzetten. Bij de meeste verenigingen is in de overeenkomst vastgelegd dat er na enkele jaren een schouw zal plaatsvinden om vast te stellen dat het achterstallig onderhoud is weggewerkt . En indien blijkt dat er dan nog steeds sprake is van achterstallig onderhoud, dan zal de gemeente dit conform de overeenkomst op kosten van de vereniging alsnog op orde brengen. Dergelijke schouwen hebben niet of nog niet plaatsgevonden. Het is vervolgens aan de verenigingen zélf om door goed beheer en onderhoud de kwaliteit van de accommodatie in stand te houden. Er zijn echter geen harde waarborgen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. De gemeente kan op grond van de overeenkomst niet afdwingen dat de verenigingen de accommodatie in de toekomst voldoende onderhouden. Hoewel er dus geen garanties zijn, is het in praktijk wel gebleken dat de verenigingen zeer serieus met het beheer en onderhoud omgaan. Een aantal verenigingen is begonnen met het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan. Sommige verenigingen zijn ook al begonnen met reserveren voor groot onderhoud. De meeste verenigingen komen daar nog niet aan toe, deels omdat ze tot nu toe vooral nog bezig zijn geweest met het wegwerken van achterstallig onderhoud, deels ook omdat ze daar nu niet de financiële mogelijkheden voor zien.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 26
6 Conclusies 1. Privatiseringsproces niet erg voortvarend aangepakt Als in 2007 de laatste privatiseringen worden afgerond, heeft het privatiseringsproces vanaf 1992 maar liefst 15 jaar geduurd. In alle fasen van initiatief, planvorming, besluitvorming, uitwerking en uitvoering zijn er lange periodes geweest dat er totaal geen vaart in het privatiseringsproces zat. Zo zat er 7 jaar tussen de start in 1992 en de besluitvorming over het plan van aanpak in juni 1999. Vervolgens heeft het nog een vol jaar geduurd voordat in juni 2000 de eerste privatiseringsgesprekken zijn gestart. Daarna vlotte de uitwerking weliswaar gestaag, maar ook erg langzaam. Door de keuze om de privatiseringen opeenvolgend aan te pakken in plaats van parallel aan elkaar heeft het vier jaar (tot medio 2004) geduurd voordat de privatiseringen van de eerste 7 verenigingen zijn afgerond. 2. Kwaliteit sportaccommodaties is uiteindelijk flink verbeterd De buitensportaccommodaties zijn na de privatisering flink opgeknapt. Verenigingen zijn daar best trots op. Met financiële steun van de gemeente hebben verenigingen daar ook zelf veel aan gedaan. Verbetering was ook hard nodig, want het gemeentelijk onderhoud van de sportaccommodaties was jarenlang ver onder de maat gebleven. 3. Niet direct goedkoper voor de gemeente, wél beter en efficiënter voor gemeente en verenigingen De investeringskosten en de kosten voor begeleiding van het proces zijn uiteindelijk een stuk hoger uitgevallen dan aanvankelijk geraamd, onder andere doordat de gemeente in de tussentijd (vanaf 1996) het reguliere onderhoud heeft verwaarloosd. Voor dit geld hebben de verenigingen echter wel een goedopgeknapte accommodatie kunnen realiseren. Door zelfwerkzaamheid van de verenigingen kon uiteindelijk meer en beter onderhoud met hetzelfde geld worden gedaan. 4. Eigen verantwoordelijkheid heeft organisatievermogen en betrokkenheid bij clubs vergroot Door de privatisering zijn clubs gedwongen het beheer en onderhoud zelf te organiseren. Alle geprivatiseerde verenigingen blijken daartoe in staat te zijn. Clubs kunnen niet meer achterover leunen en klagen over het achterstallig onderhoud van de gemeente. Dit vergt wel veel inzet van de besturen om vrijwilligers te mobiliseren. Hoewel er enige zorg is om het onderhoud ook voor de toekomst te waarborgen, blijken de clubs inventief te zijn om het onderhoudswerk efficiënt te regelen. Door het organiseren van onderhoudsdagen worden meer vrijwilligers bij de club betrokken. 5. Ongelijke behandeling sportverenigingen heeft lang voortgeduurd Verenigingen met een eigen (private) buitensportaccommodatie hebben in al die jaren veel minder (financiële) ondersteuning van de gemeente gehad dan verenigingen met een van oudsher gemeentelijke accommodatie. Zo hebben deze verenigingen het jarenlang moeten doen met een beperkte onderhoudsvergoeding, hebben ze altijd zelf de volledige kosten voor energie, water en belasting moeten dragen en hebben ze geen extra ondersteuning gehad bij tegenvallers. Pas op termijn wordt die ongelijke behandeling opgeheven. 6. Kostenramingen en budgetten te krap Vanaf het begin van de privatisering is er te weinig helderheid geweest over de benodigde budgetten. De kostenramingen waren direct al achterhaald en gedurende het proces bleken de beschikbaar gestelde kredieten steeds weer ontoereikend. Door het ontbreken van een gedegen en geactualiseerde kostenraming was er ook te weinig meerjarig inzicht om op het juiste moment de benodigde kredieten beschikbaar te stellen. Dit heeft mede een duidelijke financiële kaderstelling belemmerd. Ook voor de toekomst heeft de gemeente nog onvoldoende inzicht in de te verwachten financiële bijdrage aan verenigingen voor groot onderhoud. Een goede financiële sturing op benodigde meerjaren onderhoudsbudgetten is daardoor niet mogelijk.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 27
7. Onvoldoende inzicht in kostenontwikkeling De kostenontwikkeling was te weinig inzichtelijk door de manier van registreren. De financiële administratie en de aanvankelijke opzet van de investerings- en exploitatiebegroting sloten niet op elkaar aan. Een deel van de éénmalige kosten is via éénmalige investeringskredieten verrekend, terwijl in het plan van aanpak was voorgenomen dit via de reguliere exploitatierekening te laten lopen. Verder zijn frictiekosten in de administratie niet zichtbaar gemaakt. Hierdoor is niet goed vast te stellen of de beoogde kostenbesparing is gehaald. 8. Privatisering soms te veel een doel op zich Vanuit de gemeente is de privatisering sterk als doel op zich ingestoken in plaats van een middel. Er was van het begin af aan ook geen serieus alternatief voor het geval privatisering niet zou lukken of privatisering voor de betrokken vereniging niet passend zou zijn. Forse tariefsverhogingen zijn wel naar voren gebracht, maar dat was niet gebaseerd op duidelijke afspraken tussen college en raad.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 28
7 Aanbevelingen 1. Maak inzichtelijke en realistische meerjarenraming voor groot onderhoud Stel in afstemming met de geprivatiseerde verenigingen een meerjarenraming op waarin is opgenomen in welk jaar welke bedragen aan investeringssubsidie nodig zijn. Zorg er voor dat die meerjarige begroting jaarlijks in overleg met de verenigingen wordt geactualiseerd en neem de resultaten daarvan op in de meerjarenprogrammabegroting. Conform de uitgangspunten uit de subsidieverordening kunnen verenigingen voor groot onderhoud en renovatie namelijk 50% subsidie bij de gemeente aanvragen. Om het groot onderhoud ook daadwerkelijk te kunnen realiseren is het dus nodig dat zowel de vereniging als de gemeente hiervoor tegelijk en op het gewenste moment voldoende budget beschikbaar hebben. 2. Schouw op beheer en onderhoud Organiseer periodiek samen met de verenigingen een schouw op het beheer en onderhoud en leg dat vast in een kort verslag. Benut die momenten niet alleen om vast te stellen of de vereniging de zaak op orde heeft, maar ook om in contact te blijven met de vereniging en zo ideeën en ontwikkelingen onderling af te stemmen. 3. Houd onderhoudsubsidies waardevast Gebruik een objectief vastgestelde inflatiecorrectie voor de jaarlijkse aanpassing van de onderhoudssubsidies, zodat de onderhoudssubsidies waardevast blijven. Kies daarvoor een vaste prijsindex waarvan de hoogte jaarlijks objectief door het Centraal Bureau van de Statistiek wordt vastgesteld. Hiermee wordt de onderhoudssubsidie niet uitgehold en wordt invulling gegeven aan de contract-afspraak dat de onderhoudssubsidies jaarlijks worden geïndexeerd. 4. Organiseer platform voor sportverenigingen Initieer en faciliteer samenwerking en uitwisseling tussen de sportverenigingen en de gemeente en tussen verenigingen onderling. Benut dit platform ook om informatie van de gemeente aan de verenigingen kenbaar te maken, zoals de gemeentelijke subsidieregels. 5. Verbeter kaderstelling, inzicht, verantwoording en sturing Maak van te voren bij dergelijke projecten de kaders duidelijker en explicieter. Zorg voor een betere begroting en (project)administratie. Maak vooraf helder hoe de kosten worden bijgehouden en hoe de resultaten worden gemeten, geëvalueerd en verantwoord. Zorg er tevens voor dat de kostenbegroting en de benodigde budgetten realistisch zijn. Dit maakt het dan mogelijk om te sturen.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 29
8 Reactie college van Burgemeester en Wethouders De rekenkamercommissie heeft het college uitgenodigd zijn zienswijze op het concept-rapport kenbaar te maken. De reactie van het college is hieronder integraal weergegeven:
Aan de voorzitter van de rekenkamercommissie Weststellingwerf Geachte heer Boumans, Het college heeft met belangstelling kennis genomen van het rapport van de rekenkamercommissie betreffende het onderzoek naar de privatisering van de buitensport accommodaties. Wij stellen het op prijs dat u het college vraagt om een bestuurlijke reactie op het rapport. U geeft aan dat u deze bestuurlijke reactie integraal wilt opnemen in uw rapport. Hierdoor wordt het voor u helaas niet mogelijk om een eventuele reactie in het rapport te verwerken. Ten aanzien van het rapport en haar conclusies en vooruitlopend op de discussie met de raad en geheel in lijn met de teneur van het rapport, moet, waar het gaat om de verschillende conclusies, in het oog worden gehouden dat de verantwoordelijkheden van gemeente en verenigingen met betrekking tot de buitensportaccommodaties helder geformuleerd en van elkaar onderscheiden blijven. Waar nu onduidelijkheden worden geconstateerd, en dit geldt ook voor die zaken die niet direct met de afbakening van verantwoordelijkheden te maken hebben maar meer op het financieel technische vlak liggen, moeten deze in een vervolgtraject worden weggenomen. Over de vraag of dit langs de lijn zal zijn die door de rekenkamercommissie in haar aanbevelingen wordt voorgesteld willen wij graag, zoals gezegd, met de raad in gesprek gaan, nadat deze een oordeel over het rapport heeft uitgesproken. Met vriendelijke groet, het college van B&W van de gemeente Weststellingwerf.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 30
Bijlage 1: jaarlijkse exploitatie-uitgaven In de volgende tabel is een overzicht gegeven van de totale jaarlijkse uitgaven en inkomsten van de gemeente in verband met de gemeentelijke buitensportaccommodaties (exclusief maaiwerk). Deze gegevens komen uit de gemeentelijke boekhouding. Bij de cijfers moet worden opgemerkt dat bij sommige posten sprake is van een verschuiving in de kostenverantwoording over de jaren heen. Zo zijn in 2002, 2003 en 2004 de kosten voor energie, water en belastingen en huur niet altijd in het juiste jaar verantwoord. De cijfers van 2005 lijken evenwel een realistische indicatie te geven.
Totale uitgaven exploitatie gemeentelijke buitensportaccommodaties
totaal
bedragen x € 1000
begr 97
65.30.1300 gebouwen én 65.31.1000 groen energie/water belastingen & heffingen huren (min = opbrengst) onderhoud gebouwen/installaties overig g&d+ verzekering uren sportambtenaar doorberekening tractie+ applicaties materialen + uitbesteed onderhoud terreinen/groen uren ingenieursbureau uren gemeentewerken+inhuur onderhoudssubsidies geprivatiseerde clubs subtotaal kapitaallasten reservering
totaal
totaal
totaal
2002
2003
2004
2005
23 7 -40 4 2 15 37 49 4 43
28 9 158 1 17 44 38 3 48
6 13 107 2 13 49 37 2 63
16 8 192 2 1 48 39 3 29
11 6 -16 6 1 11 38 43 2 32 25
7 29 17 59 8 47 -
-
157
145
157
totaal
2001
23 8 -42
niet bekend
totaal
153
298
niet bekend
niet bekend
niet bekend
182
184
129
95
61 79
52
277
324
181
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 31
159 48
208
Bijlage 2: Lijst met gehouden interviews en geraadpleegde stukken
Gehouden interviews
Korfbalvereniging Leonidas te Noordwolde: de heer J.M. Krösschell (voormalig voorzitter) en de heer G. Kerkvoorde (bestuurslid planning/onderhoud) Voetbalvereniging Olyphia te Noordwolde: de heer P. Eijer (voorzitter), de heer P. Bergsma (coördinator materialen) en de heer J. van der Walle (secretaris) IJs- en skeelerclub Lindenoord: de heer S. Slump (voorzitter) en de heer J. Bouma (secretaris) Korfbalvereniging SIOS te Wolvega: de heer C. Bonnema (voorzitter) Voetbalvereniging De Blesse: de heer G. Kamans (voorzitter) en de heer A. Olde Byvanck (penningmeester) Tennisvereniging ATW te Wolvega: de heer H. Plantega (voorzitter), de heer Reitsma (penningmeester) en de heer Nuyens (lid accommodatiecommissie) Korfbalvereniging SCO te Oldeholtpade: de heer Æ Frieswijk (voorzitter) en S. Koelma (penningmeester) De heer M. Dijkhoff (hoofd Welzijn, Onderwijs en Sport en voorheen projectleider privatisering buitensportaccommodaties) en de heer P. Kaastra (beleidsmedewerker sport) De heer C. Trompetter, wethouder en portefeuillehouder Onderwijs De heer K. van der Kooij, voormalig wethouder en portefeuillehouder Sport (van 1998 tot 2006)
Geraadpeegde stukken • • • • • • •
Raadsvoorstel 9 juni 1992: Vaststelling uitgangspunten voor de overdracht van het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties, voorstelnummer 1992/64 nr 17 Collegevoorstel 17 maart 1997:Plan van aanpak privatisering en te volgen procedure Raadsvoorstel 7 juni 1999: Plan van aanpak privatisering buitensportaccommodaties, Raad 21 juni 1999, voorstelnummer 1999/67 punt 8 Collegevoorstel 10 oktober 2002: Stand van zaken en financiële gevolgen privatisering buitensportvoorzieningen, niet behandeld in B&W ? Collegevoorstel 16 januari 2003: stand van zaken en financiële gevolgen privatisering buitensportvoorzieningen, B&W 18 februari 2003 Collegevoorstel 25 februari 2002: privatisering accommodaties VV Olyphia-Noordwolde Raadsvoorstel 9 april 2002: uitvoering Plan van Aanpak privatisering van buitensportaccommodaties, raad 22 april 2002, voorstelnummer 2002/40 punt 10, betreffende voetbalvereniging Olyphia.
Rekenkamercommissie Weststellingwerf, onderzoek privatisering buitensportaccommodaties, pagina 32