Pagina 1
Zandloper
ZANDLOPER
INFORMATIEBULLETIN VAN, VOOR EN DOOR VRIENDEN DIENSTVAK LO/SPORT
Back in BMX P-aangelegenheden Formule 1 en vliegen WWW.FITFORACTION.NL
Juni 2015
Pagina 2
Zandloper
Inhoudsopgave Van de redactie Door: Jan Welling
03
Van de Commandant LO/Sportorganisatie Door: Luitenant-Kolonel Jan van den Dool
04
De mooiste sportmomenten van... Door: Eric Noorlander
05
Investeren in Uitblinken van toekomstige collega’s Door: Hans Wakelkamp
07
Crossboxing, interview met Rudy van Laere Door: Paul Lindeboom
09
Agressie in de sport Door: Jasper Schout
12
Personeelsaangelegenheden
19
LO/Sport kort Diverse korte LO/Sportweetjes
20
Schermen met Anne-Marieke van Hulst Door: Anne-Marieke van Hulst
23
Formule 1 en de relatie tot vliegen Door: Wil Maaswinkel
25
Stipnoteringen Door: Jan Joosen
26
BIMS jaardag 2015 Door: Paul Lindeboom
27
Waar zijn ze gebleven: interview met Jeroen Out Door: Paul Lindeboom
28
Van de Medezeggenschapscommissie Door: Christiaan Bakhuizen
30
De pen Door: Jan-Alexander Heins
31
Vrienden in Bedrijf: de Lanterfanter Door: Wil Maaswinkel
33
Optimale talentontwikkeling met het Athletic Skills Model Door: Hans Wakelkamp
35
Katja’s Bodyscan, interview met Rik Wolting Door: Paul Lindeboom
38
Rapportage Sport 2014 Door: Sociaal Cultureel Planbureau
40
De mooiste sportmomenten van... Door: Herold Dat
42
Interview sgt1 Freek Door: Paul Lindeboom
44
Back in BMX Door: Wouter Oostindjer
45
De pen Door: Ruud Lenferink
47
Dikke nekken Door: Wil Maaswinkel
48
Colofon
51 WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 3
Zandloper
Van de redactie Door: Jan Welling
Juni 2015, de vakantieperiode ligt weer voor ons Voor de één is die periode wat dichterbij dan voor de ander. Uw eindredacteur had zich ten doel gesteld nummer drie van 2015 vóór zijn vakantie online te krijgen. Dat is gelukt! Voor u ligt Zandloper nummer 3 van 2015, de zomeruitgave. Het maken van de Zandloper vergt wat tijd, maar is vaak ook een feestje. Alle artikelen die op www.fitforaction.nl staan krijg ik weer door mijn handen. En dat is vaak een feestje… Eric Noorlander beschrijft zijn drie mooiste sportmomenten. Bij plaatsen van dit artikel kreeg ik weer kippenvel bij zijn beschrijving van de ‘keeperswissel’ van Louis van Gaal, in Brazilië. Mooi werk! Ook kippenvel bij het verhaal over het terugvinden van een oude liefde… Op pagina 45 vertelt Wouter Oostindjer hier openhartig over… Mooi verhaal! Uiteraard ontbreken de vaste onderwerpen zoals: ‘van de Commandant’, ‘Stipnoteringen’, ‘van de MC’ en ‘P-aangelegenheden’ niet. Twee artikelen over schermen: Annemarieke van Hulst vertelt ons over haar schermervaringen en -ambities. Jasper Schout heeft voor zijn trainersopleiding een onderzoek gedaan naar het (on)nut en belang van agressie in de sport, en de vertaling hiervan gemaakt naar de schermsport. Wil Maaswinkel maakt een vergelijking tussen de Formule 1 en het vliegen bij de Luchtmacht. In twee artikelen daagt hij de collega’s van de Luchtmacht uit om hierop te reageren. Ik kan alvast verklappen dat in de volgende Zandloper dit ook het geval zal zijn.
Naar mijn bescheiden mening weer een zeer gevarieerde en lezenswaardige editie van de Zandloper om voor, tijdens of na de vakantie te lezen. Waar dan ook! De Zandloper staat wereldwijd online! Hoe dan ook: de redactie wenst u een prachtige zomer!
Op–/aanmerkingen of ideeën over de Zandloper kunt u kwijt op het mailadres, welke in de colofon te vinden is. Mocht u niet willen wachten op de nieuwe Zandloper met artikelen kijk dan regelmatig op: http://www.fitforaction.nl/ Jan Welling Eindredacteur
Hans Wakelkamp deelt zijn visie met ons op het gebied van Investeren in Uitblinken, gericht op de VeVa en zijn ervaringen met het Athletic Skills Model (ASM). Vakkennis!! In de pen laten collega’s wat meer van het achterste van hun tong zien: mooie verhalen weer!! En we lezen waar oud-collega Jeroen Out is gebleven...
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 4
Zandloper
Van Commandant LO/Sportorganisatie Door: Luitenant-Kolonel Jan van den Dool
Genieten Terwijl ik deze column zit te tikken schijnt de zon uitbundig, het gaat bijna 30 graden worden vandaag. Bijna weekend en de vakantie komt er aan, altijd een mooie tijd. Vorig jaar rond deze tijd nam ik het commando over van Henk Stuut, alweer een jaar geleden en soms lijkt het vorige week.
Personeelsbeleid Naar aanleiding van mijn vorige column heb ik van verschillende kanten reacties gekregen over het feit dat ik wat teleurgesteld klonk. Dat was ook zo, omdat ik vond dat DP&O niet voldoende rekening hield met onze bijzondere positie als LO/Sportorganisatie. Men name voor de in-, door- en uitstroom werd de speelruimte erg beperkt. Na enkele goede gesprekken is men gelukkig weer wat bijgedraaid en Chef Staf Jan Maree is inmiddels volop bezig met de verplaatsingen van het LO/Sportpersoneel in 2016. Ik ben mij er van bewust dat niet iedereen altijd zijn eerste keuze krijgt, maar met de ruimte die we nu hebben kunnen we heel goed rekening houden met de wensen, competenties en toekomstplannen van het LO/Sportpersoneel. In juli zitten we nog een keer met Directeur P&O om de tafel en daarna hopen we, na overleg met de MC, de langverwachte personeelsrichtlijnen voor het LO/Sportpersoneel te kunnen uitgeven.
Werkbezoek De voorjaarsbezoeken aan de LO/Sportgroepen zijn inmiddels afgerond en samen met de Stafadjudant Jan Joosen kijk ik daar wederom met plezier op terug. We hebben een hele open en positief kritische sfeer ervaren en we zijn regelmatig verrast door de goede ontwikkelingen die op de LO/Sportgroepen plaatsvinden. Op de meeste vragen en punten van kritiek konden we een antwoord gegeven, vaak bevredigend en soms niet. Ook hebben we een aantal zaken meegenomen om later een antwoord te kunnen geven. We komen in het najaar graag weer op bezoek!
Genieten Mijn eerste jaar als C-LO/Sportorganisatie is omgevlogen. Als ik terugkijk zie ik een organisatie die na een sterke reductie met volle inzet aan de slag is gegaan, een organisatie die ook regelmatig nee moet verkopen en toch kwaliteit levert. Een bruisende organisatie die steeds weer naar verbetering zoekt en zichzelf ontwikkelt. Ik krijg regelmatig complimenten voor het professionele personeel en het product dat jullie leveren. Ook is er begrip voor het feit dat we niet alle vraag kunnen honoreren. Dat is uw verdienste en laten we daar af en toe ook even van genieten. In het najaar starten we een nieuw reorganisatietraject en het is nog afwachten of bovengenoemde waardering ook concreet iets oplevert. Dan kunnen we ook vooruit gaan kijken naar 2016-17 en onze doelstellingen voor die periode verder uit gaan werken.
Voor het zover is krijgen we eerst nog een ongetwijfeld mooie zomer met voor de meesten een aantal vrije dagen. Ik wens u allen een prettige vakantie, geniet ervan!
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 5
Zandloper
De mooiste sportmomenten van... Door: Eric Noorlander
Richard Krajicek Wimbledon 1996 Zondag 7 juli 1996, een droge zonnige dag. Ik was dertien en ging met mijn ouders en vrienden naar het Doornse Gat om daar een beetje te ontspannen en te barbecueën. Ik had er wel zin in maar wilde die middag liever voor de televisie door brengen. Richard Krajicek zou namelijk de Wimbledon finale spelen tegen Malivai Washington. Het 110de mannentoernooi had ik vanaf het begin gevolgd. Er deden vier Nederlanders mee dit keer. Paul Haarhuis werd in de 8ste finale uitgeschakeld door Washington en Krajicek had de finale gehaald. Krajicek was in topvorm en dat bewees hij wel door in de kwartfinale de als eerste geplaatste Pete Sampras te verslaan in drie sets. In de halve finale versloeg hij Jason Stoltenberg, weer in 3 sets. Als er ooit een Nederlander de meest prestigieuze tennistitel kon winnen was het nu! Maar ik zat ergens op een grasveld zonder televisie. De oplossing had ik al bedacht: dan maar in de auto radio 1 luisteren. Ik ben die middag weinig buiten geweest. In de auto zat ik vol spanning te luisteren naar het commentaar op radio 1. Het was geen Jack van Gelder-verslag maar het was duidelijk dat Marcella Mesker ook voelde aankomen dat dit een historische dag voor het Nederlands tennis kon gaan worden. Het was geen objectief verslag van een tennispartij maar een optelsom van aanmoedigingen voor Richard Krajicek die moest winnen. Na het winnen van de eerste twee sets kon het bijna niet meer misgaan. De service van Krajicek liep super . Hij liet zien dat als hij blessurevrij en in vorm is, hij bij de beste tennissers van de wereld behoort. De derde set won Krajicek met 6-3 en daarmee is hij de enige Nederlander die Wimbledon heeft gewonnen. Tevens wordt dit beschouwd als het beste resultaat van een Nederlandse tennisser tot op heden. Ondanks dat ik het niet live gezien heb is dit een van de mooiste sportmomenten die ik heb meegemaakt. Lewis Hamilton F1 Wereldkampioen 2008 Bij een favoriet sportmoment zullen er niet veel mensen denken aan de autosport. Een aparte tak van sport waarbij de combinatie mens en machine het succes bepaald. Naast de hoge snelheden en het overweldigende geluid van de bolides is de entourage bij de wedstrijden iets dat de F1 bijzonder maakt. Sterren worden ingevlogen, veel te mooie vrouwen staan een uur met een paraplu te zwaaien en honderdduizenden mensen komen af op dit spektakel. In 2008 ging het hier niet om. In Brazilië was op 2 november op Interlagos de laatste race van het seizoen. Lewis Hamilton, rijdend voor McLaren, stond in de stand eerste met een paar punten voorsprong op Felipe Massa. Die kon met zijn Ferrari in zijn geboorteland wereldkampioen worden als hij zou winnen en Lewis Hamilton zesde of lager zou eindigen. Door de regen werd het een fantastische wedstrijd. Massa reed de gehele race aan kop. Hamilton reed bijna de hele race op plek vijf. Echter dertien ronden (hoe toepasselijk) voor het einde kregen de coureurs te horen dat er een regenbui aan kwam. Bijna het hele veld ging de pits in voor intermediates. Hamilton maakte in de regen een fout en Sebastian Vettel ging hem voorbij. Hij lag nu zesde en bij deze stand zou Massa wereldkampioen worden. Timo Glock reed in zijn Toyota nog voor Hamilton op slicks. Hij verloor veel tijd en was de enige hoop voor Hamilton. In de laatste ronde reed Massa nog eerste en Hamilton zesde. Op het moment dat Massa over de finish kwam dacht iedereen dat hij wereldkampioen was. De Ferrari pitbox ontplofte en iedereen vloog elkaar in de armen. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 6
Zandloper
De mooiste sportmomenten van...(vervolg) Opeens kwam er een monteur de pitbox binnenrennen, schuddend met zijn hoofd en met grote ogen. Lewis Hamilton was in de laatste bocht van de laatste ronde voorbij gegaan aan Timo Glock. Een paar pitboxen verderop ging het dak eraf. Een bizarre ontknoping van het wereldkampioenschap dat tot aan de laatste bocht spannend bleef. Geweldig om te zien hoe dicht winst en verlies bij elkaar kunnen liggen in sport. De spanning die bij iedereen voelbaar was en de emoties die loskwamen maken dit sportmoment zo mooi. Tim Krul WK Voetbal Brazilië 2014 Mijn favoriete sport blijft toch voetbal. Dus vandaar dat er een voetbalmoment bij mijn mooiste sportmomenten zit. Het is waarschijnlijk het meest besproken moment van het Nederlands Elftal tijdens het WK Voetbal 2014 in Brazilië: De keeperswissel voor de strafschoppenserie tegen Costa Rica. 111 minuten stond het duel Nederland – Costa Rica nul-nul. Dan gaat de camera naar de zijkant van het veld. Daar begint Tim Krul aan zijn warming-up. ‘Wat gaan we nu krijgen,’ zegt commentator Frank Snoeks. De klok staat op 117 minuten als Krul richting de Nederlandse bank loopt. Hij fatsoeneert zijn kleding en is klaar om in te vallen. Even lijkt het fout te gaan want de bal wil maar niet uit gaan. Maar in de toegevoegde tijd van de verlening mag hij eindelijk in het veld. De duidelijk teleurgestelde Jasper Cillissen trapt een waterzak om na zijn wissel. Tim Krul had nog geen minuut gespeeld en moest het nu gelijk laten zien. In een buitengewoon goede strafschoppenserie van Nederland, houdt Krul twee strafschoppen tegen en wordt hij onze held. Ik vind het prachtig om te zien dat tactiek en lef van grote invloed zijn op een goed resultaat. Louis van Gaal en zijn staf hebben van te voren allerlei scenario’s doorgenomen. En een van die scenario’s was: als het 0-0 blijft zetten we Krul in. Niemand wist van dit plan, dat werd wel duidelijk door de reactie van Jasper Cillissen. Mooi om te zien hoe de andere spelers van het Nederlands elftal gelijk meegaan in het nieuwe plan. Iedereen moedigt Krul aan en krijgt een soort boost dat het goed gaat komen; Krul is onze man, hij gaat de penalty’s stoppen. Dat gevoel kreeg ik zelf ook. Louis van Gaal heeft veel lef getoond door zijn wissel hiervoor te bewaren. En dan is het geweldig dat het zo goed uitpakt. Bijkomend effect is dat tijdens dit WK werd onderstreept dat voetbal een teamsport is: iedereen in de selectie is van groot belang en heeft een belangrijke rol om te komen tot succes. En tijdens deze wedstrijd was die belangrijke rol voor Tim Krul die van bankzitter zonder speeltijd in een klap de held van Oranje werd. Plaatjes die door velen nog altijd als ‘kippenvelmomenten’ worden ervaren...
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 7
Zandloper
Investeren in Uitblinken van toekomstige collega’s Door: Hans Wakelkamp
Inleiding (Wil Maaswinkel). Op het afscheid van Hans van Leeuwen trof ik Hans Wakelkamp. We hadden het al snel over uitblinken en hoe belangrijk het is om in je jeugd alzijdige bewegingservaring op te doen! “Weet je dat Marco van Basten als jongetje heel goed was op de één meterplank. Hij oefende allerlei sprongen in zwembad De Hommel, in Utrecht. Prima voor de ontwikkeling van zijn ruimtelijke oriëntatie-vermogen, nodig om met een omhaal een doelpunt te maken” zei Hans! Alzijdig bewegen is één van de belangrijke uitgangspunten van het programma lichamelijke opvoeding, op de opleidingen Veiligheid en Vakmanschap (VeVa) op de Regionale Opleidingscentra(ROC’s)! Dat is investeren in (het uitblinken van) toekomstige collega’s. De vraag aan Hans, wil je daar eens wat over schrijven voor www.fitforaction.nl wordt hieronder ingelost! Fundament door beter bewegen. Onze maatschappelijke werkelijkheid is dat we er, in vergelijking met 30 jaar geleden, fysiek slechter voor staan. Deze generatie is meer passief, kent bewegingsarmoede en heeft minder bewegingsonderwijs. Daardoor heeft deze generatie meer kans op blessures en meer kans op drop outs.
De jeugd vindt in onze samenleving steeds minder uitdagingen om fysiek actief te zijn. Zij vertoont regelmatig sedentair gedrag (activiteit met laag calorie gebruik). De overdaad aan alternatieven, zoals spelletjes op de Nintendo, Playstation, de WII, de tablet, maar ook televisie kijken, zorgt ervoor dat er minder wordt buiten gespeeld. Bewegingsarmoede, het toenemende gebrek aan speelruimte, eenzijdige voeding en ook het gebrek aan goed bewegingsonderwijs, op vooral de basisschool, zijn daarvoor belangrijke redenen. Deze bewegingsarmoede uit zich in een afname van motorische vaardigheden, ook op latere leeftijd. De realiteit is dat jeugdige sporters eerder hun grenzen bereiken, doordat ze fysiek (zeer) matig zijn. En dan hebben we het vooral over coördinatie, stabiliteit, evenwicht, vormspanning en kracht.
Deze ontwikkelingen staan in contrast met wat Defensie zoekt. Wij zoeken juist werknemers die vaardig, stevig belastbaar en stabiel zijn en goed kunnen samenwerken. Aan een krijgsmacht, die overal kan worden ingezet, worden hoge eisen gesteld ook waar het gaat om bewegingsvaardigheden. Het is van groot belang om gedurende de loopbaan van de militair te streven naar een goede opbouw, waardoor de militair succesvol is in zijn taakuitvoering (Fit for Function, Fit for Action) en blijft (Fit for Life).
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 8
Zandloper
Investeren in Uitblinken van toekomstige collega’s (vervolg) Belastbaar maken voor instroom Defensie Een militair moet veelzijdig en vaardig kunnen bewegen, onder diverse omstandigheden en zich aanpassen onder alle mogelijke omstandigheden (optreden in bergachtig terrein, verstedelijkt gebied, onder arctische omstandigheden, jungle, verschillende dreigingen, dag, nacht, etc.) Een militair moet dubbeltaken kunnen uitvoeren. Denk daarbij aan lopen met uitrusting en kaartlezen, leiding geven (communiceren) in gevechtsacties en snelle verplaatsing door oneffen terrein en terrein oriëntatie. Daarnaast moet hij een optimale fysieke fitheid hebben en mentaal stabiel zijn. Door effectief, in de periode die voorafgaat aan de militaire-opleiding (de pre-initiële fase), in te spelen op problemen als: overgewicht en bewegingsarmoede, bereidt men de scholieren voor op de voor een baan bij Defensie nodige fysieke belasting. Het fysiologische proces is hierbij gericht op het verhogen van de belastbaarheid. Door het aanbieden van grondvormen van bewegen en sociale vaardigheden zal de scholier een goede basis krijgen om in de toekomst, in diverse contexten, vaardig te bewegen. Oriënterende activiteiten op een militaire locatie zijn geschikt voor de beeldvorming. Sociaal maken ze nog geen deel uit van de defensiecultuur, maar het is wel mogelijk om er kennis mee te maken. Begrijp ik deze organisatie en ga ik me er in thuis voelen? Aan het eind van deze periode wordt de fysieke belastbaarheid vastgesteld. Door fysieke en mentale processen zorgvuldig op elkaar af te stemmen krijgt het individu inzicht in de gestelde eisen en de mate waarin hij zich thuis voelt in deze organisatie. Positieve boost De 10.000 uren training zijn nodig om bij militairen (zeker voor de zwaardere gevechtsfuncties) de absolute top te kunnen bereiken. De sensitieve perioden, die mogelijk door de gevolgen van de huidige maatschappelijke werkelijkheid niet optimaal zijn doorlopen, kunnen met een Veiligheid en Vakmanschap (VeVa) opleiding niet ingehaald worden, maar wel een bijzonder positieve boost krijgen!
De VeVa periode is het eerste moment waarop Defensie invloed kan hebben op de fysieke ontwikkeling van haar toekomstige personeel. De VeVa is uitermate geschikt voor een brede ontwikkeling. Door ze meerdere sporten en oefengebieden aan te bieden worden ze als allround bewegers gevormd. Dat resulteert in een solide, stevig fundament waarop, vanaf de initiële periode, verder kan worden gebouwd. Het werkt blessure preventief (o.a. minder eenzijdigheid en groter aanpassings-vermogen). Het zorgt voor een grotere bewegingsintelligentie en een hogere fysieke eindprestatie. Het is voorwaardelijk voor een succesvolle militaire loopbaan (fit for function, fit for action, fit for airpower). Het legt de basis voor een fit for life mentaliteit, zin in sportbeoefening, aandacht voor een gezonde leefstijl en voor een fit en gezond leven. Vooral de leeftijd van de midden adolescent (15,16,17 jaar) zit in een gevoelige periode om de coördinatieve vermogens (verder) te verdiepen. Ook zijn grote effecten op het uithoudingsvermogen en kracht te verkrijgen. De vooruitgang die, in de midden adolescentie, met 3 jaar doelgerichte training kan worden bereikt, krijgt een volwassene in 10 jaar nog niet bij elkaar getraind! Intake De verschillen bij de intake van de ROC’s zijn groot. Bij de intake van de Veva moet goed gekeken worden naar het trainingsverleden, het blessureverleden, stabiliteit, de belastbaarheid en het vermogen zich makkelijk nieuwe bewegingen eigen te maken. Ik zie hierin nog goede kansen liggen.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 9
Zandloper
Crossboxing, interview met Rudy van Laere Door: Paul Lindeboom
De Oranjekazerne is een van de militaire domeinen waar zich steevast interessante ontwikkelingen voordoen op het gebied van trainen en vormen. Crossboxing is een van die nieuwe takken van sport, alhoewel die zijn oorsprong vinden in reeds bestaande sportvormen. Rudy van Laere is een van de 'opleidingsontwikkelaars'. Welke sport(en) heb je vroeger allemaal bedreven en wat was daarvan je meest favoriete sport? Eigenlijk ben ik altijd heel allround geweest. In mijn jeugd zijn er weinig momenten geweest waarop ik slechts één sport bedreef. Dit liep uiteen van wielrennen/bmx, voetbal, taekwondo/jiu-jitsu, survival, boksen/kickboksen, atletiek en alle buitensporten. In alle disciplines deed ik eigenlijk hartstikke leuk mee maar ik heb het nooit echt doorgezet in één richting. Ik zie dit uiteindelijk als een groot voordeel, daar ik nu durf te zeggen dat ik ook als sportinstructeur erg allround ben en ook hier weer probeer mij in alle richtingen te specialiseren. Vechtsport, en dan met name het boksen/ kickboksen, is toch wel mijn grote favoriet, dit is gewoon een fantastisch middel. Bij veel sportgroepen is het geven van Crossfit lessen heel populair. Hoeveel uur per week wordt daar gemiddeld op de Oranjekazerne aan besteedt en in welke verschillende combinatievormen? Hoe enthousiast reageert de kazernepopulatie hierop? Rudy: Crossfit is inderdaad erg populair. En terecht! Ik ben er zelf nu een jaar of 3 mee bezig en heb eigenlijk direct geopperd dat deze vorm van training perfect zou aansluiten bij onze doelgroep, de militair. Alles zit erin, uiteraard begint het ook hier weer met de technieken maar dan zitten we vervolgens toch al heel snel in een super trainingsprikkel. Dan hebben we het nog niet eens over de voordelen die deze manier van trainen heeft op onze doelgroep als je kijkt naar het vormingsproces. Crossfit is hard gaan en net even verder dan waar een ander zou stoppen. Het daagt onze militairen enorm uit op een manier waar iedereen vol voor die prikkel gaat, maar ook met een brede glimlach weer de les uit loopt. Heerlijk vinden de mannen het. En laten we wel wezen: met name bij een eenheid als de onze, luchtmobiel, heeft Crossfit veel raakvlakken met de daadwerkelijke taakstelling. Hoge intensiteit, stuk korter in de duur, grote ketens. Oftewel, gewoon vol er opklappen en zorgen dat je in no-time weer die dominante positie hebt! Als we gaan, gaan we hard!! Een bijkomend voordeel voor ons als sportinstructeur is ook nog eens dat je door de hoge intensiteit en kortere duur vaak in je dubbele lesuur voldoende tijd hebt om deze te clusteren. Zo pak je bijvoorbeeld eerst lekker dat aanleermoment op in een vervolgmodule MZV en vervolgens klappen die mannen een heerlijke WOD in. Uiteraard dan weer het liefst gecombineerd met bewegingsvormen vanuit de eerste helft van de les. In mijn beleving heb je het dan over echt functioneel trainen en zit je bij die mannen direct hoog in het enthousiasme. Het aantal uren per week dat Crossfit op het rooster staat is natuurlijk afhankelijk van de eenheidsinstructeur, maar bij ons zie je ze zeker dagelijks op het rooster voorbij komen!
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 10
Zandloper
Crossboxing, interview met Rudy van Laere (vervolg)
Hoe ben jij op het idee van PinkBoxing/ CrossBoxing gekomen? Kun je beschrijven op welke wijze er globaal getraind wordt (en eventueel welke middelen en apparatuur je gebruikt)? Vanuit mijn ervaringen als vechtsporter en als trainer gaf ik altijd al boks- en kickbokslessen. De deelnemers die in mijn lessen stonden waren vaak erg enthousiast over de indeling van de lessen, vooral omdat ik de lessen net even wat anders aanpak dan de gemiddelde boksleraar. Die is misschien wat meer de coach, ik veel meer de trainer. Met name door dit trainingsaspect kreeg ik ook steeds meer vragen van dames/ meiden die graag deze lessen wilden volgen. Mijn reactie hierop was: ‘natuurlijk, waarom kom je dan niet gewoon?’ Al snel werd dan duidelijk dat alles valt of staat met sfeer. En ja, in de gemiddelde boksschool zie je inderdaad veel ‘haantjesgedrag’ terugkomen en is het beeld veelal grote bezwete kerels die op elkaar in staan te rammen en hetzelfde geluid maken als een roedel straathonden die net even te lang niks te eten hebben gehad!! Natuurlijk moet het iets genuanceerder zijn maar ik denk dat ik het beeld, wat de dames in ieder geval hadden, zo redelijk omschrijf. Ik als trainer (doel/methode/middel) vond dit een enorme gemiste kans daar ik boksen juist een fantastisch middel vind. Het daagt enorm uit, heeft een hoge funfactor en pakt het hele lichaam aan. Wat verder de grote bulk mensen nog tegen houdt om te gaan boksen, is het feit dat het een contactsport is. Men blijft toch bang voor dat blauwe oog, die scheve neus, etc. Vanuit deze gedachte heb ik het concept ‘PinkBoxing’ ontwikkeld en hier vrij snel mijn collega sportinstructeur en nu compagnon Bart Voet bij betrokken. ‘PinkBoxing’ is een les alleen voor vrouwen. Dit doet gewoon heel veel met de sfeer en hierdoor gaan die meiden gewoon tien stappen harder dan wanneer die ‘dominante’ kerels ook in de les zouden staan. Samen hebben we het concept verder ontwikkeld en zijn we alle trainingsprogramma’s gaan schrijven. Uiteindelijk zijn we allebei gestart met een eigen locatie en binnen no-time kwam er interesse vanuit allerlei richtingen. Daar wij als sportinstructeur op de Oranjekazerne ook alles behalve stil zitten en het onderste uit de kan willen halen hebben wij het bewust wel wat kleiner gehouden. Het is gewoon alleen al super om die dames met jouw kleding en logo door de Jumbo te zien lopen en te zien dat wij het grote publiek aan spreken. Boksen is bij ons puur het middel, geen fysiek contact en zeker geen sparvormen. En dus voor iedereen toegankelijk! Het boksen hebben we gecombineerd met circuittraining (HIIT/Crossfit/ Tabata, etc) waarmee we altijd de laatste fase van de les uitklappen. Dit maakt ons product tot een complete workout waarbij fantastische resultaten worden behaald. Alles is lekker dynamisch en met name ook functioneel. In onze programma’s werken we dan ook continu met materialen als sandbags, medicin ballen, battleropes, speedladders, kettlebells, balance boards, trx’en, springtouwen, slamm balls, elastic tubes, etc. Deze vorm van trainen spreekt enorm aan en is in mijn beleving de toekomst. Dit bleek ook nadat we ‘opeens’ alweer de zestiende locatie openden. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 11
Zandloper
Crossboxing, interview met Rudy van Laere (vervolg) Vanaf dit moment zijn we spontaan de aandacht gaan trekken van grotere sportketens en uiteindelijk ook van Adidas die graag met ons samen wil werken. Zij willen exact hetzelfde als wij, de grote menigte aan het boksen/ bewegen krijgen!! Sinds begin dit jaar werken we met Adidas aan de verdere ontwikkeling van ons product, met als doel de grote menigte aan het boksen te krijgen. We zitten momenteel enorm in de lift en er zitten fantastisch mooie ontwikkelingen aan te komen. Vanuit deze ontwikkelingen is nu ook de vraag ontstaan naar ‘CrossBoxing’. De sportscholen aan wie wij ons concept verkopen zijn niet allemaal even groot. Zo zijn er veel sportscholen die maar één groeples-zaaltje hebben. Deze sportscholen zijn heel enthousiast over ons product want zowel boksen als Crossfit zijn op het moment enorm populair. Laten wij deze dan toevallig samengevoegd hebben! Het probleem dat zij hebben is dat ze onze les dus direct op prime-time willen hebben maar dat is lastig met PinkBoxing, want waar laten ze de mannen dan? Vanuit deze behoefte is ‘CrossBoxing’ ontstaan. Dezelfde achterliggende gedachte als PinkBoxing, heerlijk en max aan de bak met alle voordelen die het boksen biedt maar niet de nadelen, het contact. Er is alleen even een net iets ‘mannelijker’ sausje over de les heen gegoten en dit zie je direct terugkomen in zowel de bewegingsvormen bij het boksen als mede de krachtoefeningen. Resultaat is een nog grotere doelgroep die we wekelijks aan het bewegen krijgen! Misschien is het mooiste nog wel de ontwikkeling die je zelf ook doormaakt. Het runnen van je eigen bedrijf en je eigen concept blijven ontwikkelen en vernieuwen is toch weer een hele andere tak van sport! Hoe kun je Instructeur worden op je eigen locatie? Naast dat we ons concept verkopen aan bestaande sportscholen werken wij ook veel en met name ook heel graag met losse locaties. Gewoon die personal trainer/zzp’er die graag een mooi product als basis weg wil zetten en zichzelf vanuit hier ook weer verder gaat ontwikkelen. Ook een aantal collega sportinstructeurs van ons geven inmiddels de lessen. Dit doen zij gewoon door een leuk zaaltje in hun omgeving te zoeken (kan bijv. gewoon een gymzaaltje zijn wat in de avond niet wordt gebruikt) en bij ons het concept en materiaal af te nemen. Samen starten we dan een leuke nieuwe locatie op. Alle promotiemiddelen zoals flyers, internetsites, facebook, apps, templates, logo’s, banners, merchandise, etc. hebben wij al en deze krijgen zij dus ook gewoon direct van ons om hun eigen locatie mee te promoten. Maandelijks betalen zij aan ons hun licentiekosten en verder zijn ze volledig eigen baas op hun eigen locatie. Voor ons super natuurlijk dat er collega’s enthousiast zijn en ons product oppakken, want zo help je elkaar en weten wij dat we weer een locatie hebben met een top instructeur!! Iedere locatie die we opstarten staat binnen no-time vol en zo heb je een leuk inkomen naast je vaste werk. Heb je interesse, neem dan snel een keer vrijblijvend contact op!! Een tijdje geleden stond er op Fitforaction.nl een alinea over Crossfitwedstrijden bij de Politie (interview met Annet van Werkhoven). Denk je dat deze tak van sport ook kans van slagen zou hebben op de Sportkalender of in de vorm van een lokaal kampioenschap in Schaarsbergen? Zeker!! Dit zou iedere militair aan moeten spreken. Los van het feit dat het natuurlijk ook gewoon hartstikke belangrijk en goed is om als defensie met de tijd mee te gaan! Er zit zoveel in. En wat is nu eigenlijk het verschil tussen die Burpee en die contactdrill? En zwaar tillen, moet dat dan per se een halter zijn of gewoon die kist met munitie of die punt50 met affuit en driepoot? Als we het dan toch over functioneel hebben, met een beetje creativiteit is die link met het werkveld op zoveel vlakken zo snel gelegd. En dan, zoals ik al eerder aangaf, naast alle fysiologische aspecten ook het mentale. Het net even verder gaan, toch die nieuwe tijd willen zetten, die extra herhaling willen pakken en met name never nooit niet opgeven voordat je werk er op zit!!! En ja, in competitieverband, ik zou bijna zeggen iets met de wil om te winnen…
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 12
Zandloper
Agressie in de sport Interview met Deborah Gravenstijn en Remy Bonjasky Door: Jasper Schout
De voor en nadelen van agressie in de (scherm)sport. Een blik in de wereld van de sportpsychologie. Bovenstaande is de titel van het profielwerkstuk voor de schermopleiding van collega, Sgt1 Jasper Schout (LO/Sportgroep Strijpse Kampen). Een onderwerp wat bij velen van ons de interesse wekt, temeer omdat het ook raakvlakken heeft met onze dagelijkse werkzaamheden. De redactie bewerkte het werkstuk zodat u kunt lezen wat deze toppers over dit onderwerp hebben te zeggen. Inleiding Ik wilde onderzoeken welke, zowel positieve als negatieve, aspecten agressie had op de sport(ers) en hun prestatie. Voor dit kleine onderzoek of beter gezegd, voor deze casus, heb ik de volgende onderzoeksvraag gehanteerd: Wat zijn de effecten van agressie op de prestatie van een sporter? Omdat de reguliere meetinstrumenten niet toereikend waren voor het onderwerp en de onderzoeksvraag hebben is er voor gekozen om het open interview als meetinstrument te hanteren. Door twee (top)sporters te interviewen zou er een kleinschalig maar toch reëel beeld moeten ontstaan van de effecten van agressie op de prestatie.
Vanwege het vooroordeel dat er nog steeds heerst dat vechtsporters agressief zouden zijn, heb ik er voor gekozen om twee vechtsporters te interviewen. Deze twee vechtsporters zijn de winnares van Olympisch zilver, judoka Deborah Gravenstijn en viervoudig Wereldkampioen K1: Remy Bonjasky. Met deze 2 topsporters zijn we tot een verrassende en duidelijke conclusie en visie over agressie gekomen. Vanuit deze uiteenzettingen en conclusie heb ik vervolgens de transfer gemaakt naar de schermsport, met als hoofdvraag: Zijn de effecten van agressie binnen de schermsport hetzelfde als bij andere (vecht)sporten? Theorie agressie Allereerst kunnen we de vage term “agressie” uitsplitsen in de volgende termen; Woede, instrumentele agressie, reactieve agressie en vijandige agressie. Woede Woede is een samenvattende term voor alle innerlijke mogelijke kwade gevoelens die een sporter of mens ervaart. Deze gevoelens kunnen als drijfveer dienen. Deze gevoelens uiten zich dan niet naar buiten als gedrag. Verschil woede <-> agressie Er is dus een duidelijk verschil tussen woede en agressie, aangezien woede verandert in agressie wanneer zich dit naar buiten uit. Woede is intern en agressie extern. Woede kan dus wel omslaan in agressie, waarbij de gevoelens aanleiding zijn om agressie te uiten. Instrumentele agressie Bij deze vorm van agressie wordt agressie als instrument gebruikt om een ander doel te bewerkstelligen. Het wordt bewust en doelgericht toegepast om bijvoorbeeld de tegenstander uit zijn concentratie te halen. Reactieve agressie Dit is altijd een reactie op een stimulus. Mogelijk kan het een reactie zijn op instrumentele agressie of de frustratie die hierdoor is ontstaan. Reactieve agressie is puur gericht op het schade toebrengen aan de tegenstander of andere persoon. Het vindt vaak onbewust plaats, en is totaal niet doelgericht. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 13
Zandloper
Agressie in de sport (vervolg) Vijandige agressie Deze vorm van agressie is er ook puur op gericht om de ander pijn te doen of schade toe te brengen. Het verschil met reactieve agressie is echter dat er hier niet specifiek gereageerd te worden op een stimulus. Reactieve agressie is dus wel altijd vijandig, maar vijandige agressie is niet altijd reactief. Overige theorie Om het onderzoek, de interviews en de conclusie goed te kunnen begrijpen is nog wat extra theorie met betrekking op de sportpsychologie benodigd. Deze kennis richt zich op enkele termen uit de sportpsychologie die hieronder worden uitgelegd. Arousal Letterlijke vertaling hiervan is de staat van opwinding. Hierbij moet u niet denken aan de seksuele term van het woord maar puur aan de fysieke en mentale staat van het lichaam. Deze kan variëren van 0 (diepe slaap) naar 100 (stuiteren). Elke sporter heeft een arousal level waarop hij/zij optimaal presteert, dit is voor elke sporter verschillend! Focus Het richten van je aandacht op taak of situatie. Deze focus kan Breed of heel smal/specifiek gericht zijn. Ook kun je deze focus intern (naar binnen, gevoelens e.d.) of extern (naar buiten) richten. Hoe hoger de focus, des te minder is een sporter gevoelig voor prikkels/afleidingen van buitenaf. Als de focus dus goed is komt dit de prestatie ten goede. Mentale weerbaarheid Een specifiekere term voor jezelf afsluiten voor (negatieve) prikkels voor buitenaf. Of beter gezegd de reactie hierop controleren en/of uitsluiten. Sporters die mentaal weerbaarder zijn kunnen hun focus beter behouden, wat weer leidt tot betere prestaties.
De interviews Met welke arousal presteert u het beste? Deborah Gravenstijn (DG): Ik presteer het beste als de druk hoog is. Veel (vijandig) publiek en grote gevolgen. Zelf ben ik onder deze omstandigheden niet gespannen. Zelfs zo ontspannen dat ik vaak slaap voor en zelfs vlak voor de wedstrijd. Na mijn voorbereiding ga ik even slapen, dan werk ik rustig mijn warming-up af en pep ik en mijn coach mijzelf een beetje op. Dan ga ik weer even slapen tot 10 min. voor de wedstrijd. Tot slot is het weer een klein beetje oppeppen. Remy Bonjasky (RB): Ik presteer het beste als ik rustig ben, mijn trainers en coaches proberen de prestatiedruk weg te halen door rust om mij heen te creëren. Mijn opkomst muziek is ook een rustig nummer, dit is kenmerkend voor mijn gevoel dan en versterkt het gevoel dat ik wil bereiken Wat weet u over agressie en woede binnen de sport in het algemeen, en uw sport in het bijzonder? DG: I k vind agressie over het algemeen een negatieve lading hebben. Bij agressie en woede heb ik ook een negatief beeld. Binnen het judo is er geen plaats voor ongecontroleerde agressie of woede. Ik wil dus ook niet spreken over woede als een drijfveer. Dit noem ik in plaats daarvan mijn innerlijke drive. Waarbij je jezelf wel kan oppeppen als je wat slapjes bent. Maar het is niet de bedoeling dat je opgefokt raakt, omdat je dan weer ongecontroleerd bezig bent. RB: Bij agressie denk ik vooral aan paniek en angst. M ensen die agressief zijn vechten vaak ongecontroleerd en raken erdoor hun focus kwijt. Bij woede heb ik ongeveer hetzelfde beeld. Zoals je merkt als je ooit in een gevecht ben geraakt als kind bijvoorbeeld, ben je hierbij binnen enkele seconde uitgeput wanneer je even door het rooie gaat. Het vraagt heel veel energie, welke je beter ergens anders voor had kunnen gebruiken. Je kunt het je dus in een K1 gevecht niet veroorloven. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 14
Zandloper
Agressie in de sport (vervolg) Woede Maak je jezelf wel is kwaad voor, tijdens of na een wedstrijd? Hoe uit zicht dat? Ondervind je hier voor- of nadelen van? Heb je een manier om deze woede als een voordeel te gebruiken? DG: Kw aad vind ik w eer zo negatief en ongecontroleerd klinken. Wel heb ik het tijdens de laatste Olympische spelen gehad dat ik wat slapjes/mat was en zonder spirit of drive aan mijn warming-up begon. Dit merkte mijn coach ook en toen moest ik even ‘opgepept’ worden door mijn coach en mijzelf. Dit oppeppen kan gebeuren door me in mijn gezicht te klappen, door zelf even hard op mijn wang te bijten of door op een andere manier mijn zenuwen te prikkelen. Omdat ik mijn drive er mee op kan peppen naar het juiste niveau ondervind ik er voordelen van. Deze drive moet altijd functioneel en gecontroleerd zijn. Hier coacht mijn coach ook op met aanwijzingen als ‘harder vastpakken’. Ook kan je deze woede instrumenteel gebruiken om je tegenstander uit zijn concentratie te halen. RB: I k maak me nooit kw aad voor een w edstrijd. I k w il juist rustig zijn. I k zorg w el dat in de loop naar de wedstrijd toe dat ik me even laat oppeppen. Dit gebeurt voornamelijk verbaal door mijn trainer. Simpele kreten als: kom op, nu is hij van jou! Zo kan ik mezelf ook oppeppen (selftalk). Ik begin altijd langzaam in de tunnel en bouw vanaf mijn warming-up, ongeveer 30min voor de wedstrijd, rustig op naar de wedstrijd. Als we eenmaal de zaal inlopen is mijn trainer de enige die ik nog hoor, de rest voelt als een zwarte vlek. Is er voor de wedstrijd een plan voor het verloop van je woede? Heb je voor de wedstrijd een plan over hoe om te gaan met de agressie van de tegenstander? Welke rol heeft de coach hierin? DG: Samen met mijn coach evalueer ik elke w edstrijd en halen w e de fouten eruit en kijken w e of ik bijvoorbeeld meer instrumentele agressie moet gebruiken. In de voorbereiding op de aanstaande wedstrijd kijken we hoe we de volgende tegenstander aan moeten pakken. Als voorbeeld heb ik hiervoor mijn halve finale van de recente Olympische spelen in Peking. In deze wedstrijd moest ik tegen mijn grote Spaanse rivale. Zij paste altijd heel veel instrumentele agressie toe waardoor ik afgeleid werd van mijn hoofdtaak en vaak verloor. Voor die halve finale hadden mijn coach en ik ons voorgenomen om haar eigen wapen tegen haar te gebruiken. Nu paste ik meer instrumentele agressie toe dan haar, wat haar van haar stuk bracht. Ze merkte dat haar instrumentele agressie toen ook geen effect meer had. Toen werd zij gedwongen om zich weer te richten op de primaire taak, het judo. Aangezien ik deze primaire taak beter beheerste heb ik die wedstrijd uiteindelijk ook gewonnen. Mijn coach en ik stellen beide ons eigen plan op. Deze plannen vergelijken we vervolgens, waarna mijn coach dat van mij wel of niet goedkeurt. Ook spreekt hij met mij een persoonlijk doel/plan af waar hij mij tijdens de wedstrijd aan zal houden. Binnen deze plannen kan instrumentele agressie zoals gezegd dus ook een rol spelen. RB: Zoals ik aangaf ben ik vooral met mijn eigen w edstrijd verloop bezig, wat de tegenstander doet moet en heeft hier geen invloed op. Van tevoren heb ik wel altijd met mijn coach de tegenstander bekeken en een tactisch plan uitgewerkt, zo ook voor als het een ‘agressief’ persoon is. Mijn coach is er vooral bij gebaat om te zien wanneer ik het moeilijk hebt en me dan verbaal te begeleiden. Maar mijn tactiek is altijd om te vechten en ik verlaag me niet tot de onzekerheid van de tegenstander door te reageren op zijn gedrag. Instrumentele agressie Gebruik je wel eens instrumentele agressie? Hoe uit zich dat? Werkt dit provocerend? Heb je manieren om goed om te gaan met uw agressie? DG: I nstrumentele agressie is bijna verbonden aan topsport. Als de tegenstander het ook gebruikt moet je het ook wel gebruiken om je niet af te laten troeven. Ook moet je het gebruiken om de tegenstander uit zijn concentratie te halen. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 15
Zandloper
Agressie in de sport (vervolg) De tegenstander bewust extra pijn doen met als doel haar uit haar concentratie of ritme te halen. Dit kan door haar extra, verkeerd en/of te hard vast te pakken. Haar bij het pakken ‘per ongeluk’ te slaan. En door haar bijvoorbeeld ene knietje te geven. Dit kan provocerend werken en tot frustratie leiden bij de tegenstander. Dit zorgt voor negatieve energie wat er toe leidt dat je minder energie kan kanaliseren op je hoofdtaak. Dat is trainbaar. Hoofdzaak is dat je gefocust moet blijven en je niet moet laten afleiden door je eigen of de instrumentele agressie van je tegenstander. Er mag geen (negatieve) energie gaan naar ergernis. Je moet alles kanaliseren in positieve agressie. RB: M ijn uitgangspunt is altijd het respect voor de tegenstander. Sommige proberen tegenstanders elkaar al tijdens de persconferentie te imponeren maar dat laat ik allemaal gaan. Het is het niet waard om energie aan te verspillen. Ik maak geen gebruik van instrumentele agressie. Door zelf onaantastbaar te zijn in mijn verdediging raken tegenstanders geïrriteerd. Mijn instrumentele agressie zou je het houden aan mijn tactiek kunnen noemen, doordat tegenstanders niet om kunnen gaan met deze tactiek (en/ of verdediging) gaan anderen soms wel over de schreef.
Gebruikt je tegenstander wel eens instrumentele agressie? Hoe uit zich dat? Werkt dit provocerend? Welke manieren heb je om goed om te gaan met de agressie van de tegenstander? DG: J a, als voorbeeld hierbij heb ik de 1/ 4e en de 1/ 2e finale van de Olympische spelen in P eking. Toen stond ik tegen twee zeer agressief judoënde tegenstandsters. Deze pasten net als wat ik beschreef veel instrumentele agressie toe door slaan en knijpen. Hierdoor lijkt het judo wedstrijd vaak meer op een kickbokswedstrijd dan op judo als je begrijpt wat ik bedoel. Het kan je op dusdanige manier provoceren dat je er gefrustreerd door raakt. Dit kost je negatieve energie, waar je moet proberen om zo efficiënt mogelijk met je energie om te gaan. Ook kan het er toe leiden dat je iets van de tegenstander weg blijft waardoor je weer een straf voor passiviteit kan krijgen, waar eigenlijk de tegenstander een straf verdient voor provoceren. Wel zal ik echter nooit reactief ingaan op deze agressie. Want dan is het ongecontroleerd. Je moet jezelf er voor proberen af te sluiten en dat is heel goed train baar. Je focust je dan tijdens de training op één taak en laat niks of niemand die focus verstoren. Ook heb ik gebruik gemaakt van mentale training om me af te sluiten. Hierdoor kan je in je ritme blijven en je eigen plan uitvoeren zonder afgeleid te worden door de tegenstander. RB: Zoals ik zei proberen sommige tegenstanders je al in de persconferentie te irriteren. Ze geven bijvoorbeeld een duwtje bij de verplichte persfoto’s, of gaan kop aan kop staan om je te imponeren. Ik blijf hier gewoon heel rustig onder en laat me niet imponeren. Ik pak ze wel in de ring terug waar het er echt omgaat. Het feit dat anderen dat al nodig hebben zie ik alleen als een teken van zwakte. Het is een stuk onzekerheid van ze dat ze proberen te verstoppen door agressief gedrag. Vroeger zou ik me misschien wel hebben laten pakken bij zo’n persconferentie. Door terug te gaan duwen. Of als zij me boos aankeken nog bozer terug te kijken of juist lachen om ze te irriteren. Maar met ervaring kom je er ook achter dat het onnodig is. Ik richt me liever op het gevecht. In 2006 in een wedstrijd tegen Leco ben ik twee keer vol tussen mijn benen getrapt zo erg dat ik de wedstrijd bijna niet meer kon afmaken. Natuurlijk probeerde hij mij hiermee uit de wedstrijd te halen. Ik had toen alleen het gevoel van: ‘wat doe je nou!?!’ dat heb ik volgens mij zelfs nog geroepen toen. Ik heb wel de wedstrijd af kunnen maken en gewonnen. Dat is toch het beste antwoord dat je kunt geven. Ik probeer er gewoon altijd boven te staan. Ik blijf altijd rustig om zo mijn focus te houden, dat vind ik toch het belangrijkste. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 16
Zandloper
Agressie in de sport (vervolg) Reactieve agressie Ben je wel eens ongecontroleerd ingegaan op deze provocatie/intimidatie? Wat gebeurde er? Hoe reageerde je? Hoe voelde dat? / Hoe ervoer je dat? DG: I k ben nog nooit tijdens een w edstrijd ongecontroleerd ingegaan op provocatie of instrumentele agressie van de tegenstander. Tijdens een training is er wel eens sprake van lichte reactieve agressie zoals jij het noemt, wanneer men elkaar onnodig pijn doet, bijvoorbeeld door iemand onnodig van de mat af te laten vallen op het beton. Dit komt bijna altijd door onnodige frustratie. Wel heb ik eens tijdens een wedstrijd, waarbij mijn tegenstander zeer (instrumenteel) agressief was en ik dit moest overtreffen een knietje gegeven in de ribben. Dit kwam voor mij in een grijs gebied tussen instrumenteel en reactief, omdat ik mij er ongemakkelijk bij voelde en eigenlijk zo ver niet wilde gaan. RB: I k heb het nooit meegemaakt in een w edstrijd. I n een training met Rose heb ik w el iets vergelijkbaars gehad. Hij probeerde me in een spartraining vol in de ribben te raken met een knie. Dat doe je gewoon niet als je weet dat je partner snel een wedstrijd heeft. Voor hetzelfde geld breekt hij mijn ribben! Dat is wel frustrerend, ik probeer het dan eerst altijd verbaal op te lossen door zelf aan te geven dat hij rustig moet doen. Toen dat niet werkte heb ik er ook een schepje bovenop gedaan. Reactief tegen reactief, maar zelfs dan blijf ik gecontroleerd binnen mijn grenzen. Heb je ooit meegemaakt dat een tegenstander ongecontroleerd agressief werd? Wat gebeurde er toen? Hoe reageerde je hierop? DG: Tegen mijzelf is nog nooit een tegenstander ongecontroleerd agressief gew orden. W el heb ik in een andere wedstrijd is gezien dat een vrouw die haar tegenstandster in een arm klem had, en hoorde te wachten op het signaal van de scheidsrechter, de arm klem extra aanzette en zo bewust de arm van de tegenstandster brak. Ook is er het voorbeeld van de vorige Olympische spelen en de loting van de Turken tegen de Grieken, deze judoën of niet tegen elkaar of het is tot de dood. Die Turk groet zijn tegenstander, loopt naar hem toe, geeft hem een kopstoot en breekt hiermee zijn neus. Hij werd gediskwalificeerd maar was vanwege zijn agressie een held in zijn land. Ook is er de vete tussen Iran en Israël, de Iraniërs kozen er tijdens de loting bij de OS tegen Israël voor om gewoon niet te judoën. RB: Toen Laco me tussen mijn benen trapte w as ik zeker even gefrustreerd. M aar ik pak hem terug door de wedstrijd te winnen, niet door me tot hetzelfde te verlagen. Laatst in de WK finale van de K1 trapte Badr Hari me ook na toen ik op de grond lag, toen was ik ook zeker boos. Mijn coach nam me toen apart in mijn hoek om me te laten herstellen. In die tijd kwam ik weer terug in mijn focus. Ik blijf echt altijd rustig. Hij was juist degene die bang was. Hij werd gefrustreerd omdat hij mij niet kon pakken en uitte dat zo. Ik ben er van overtuigd dat dit komt door angst en onzekerheid van hem waar hij niet mee om kon gaan. Omgeving Is er vanuit de omgeving tijdens wedstrijden uiting van agressie? Beïnvloed dit je of andere tegenstanders? Wat is je tactiek om hiermee om te gaan? DG: Sinds 1 januari van dit jaar mogen coaches niet meer coachen tijdens de wedstrijd. De coaches stonden toch altijd symbool voor de onvrede en konden tegen de scheidsrechter ingaan. Nu deze dit niet meer mogen doen ben ik bang dat het publiek emotioneler en WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 17
Zandloper
Agressie in de sport (vervolg) agressiever wordt richting scheidsrechter en judoka’s. Verder bevind ik me wel eens in een vijandig publiek, als je bijvoorbeeld in Peking maar met een kleine delegatie NL supporters bent, maar deze worden nooit echt agressief. De druk die mijn omgeving mij oplegt ervaar ik als positief. Ik kan hier mijn innerlijke drive mee oppeppen en ondervindt hier dus enkel voordeel van. Ik probeer uit de druk en vijandigheid positieve energie op te wekken. En de nadruk en mijn focus ook op deze energie te leggen. RB: Bij een w edstrijd in Haarlem tegen J ennifer Allis. I k werd toen afgeleid door het geschreeuw van mijn ex-vriendin. Ik heb toen ook niks meer van me kunnen laten zien in de wedstrijd, ik was totaal afgeleid. Dit is echt de eerste keer dat ik dat ooit meegemaakt heb. Een vijandige sfeer in een zaal kan ook erg oppeppend werken vind ik. Wanneer je dan goed presteert kan je juist het publiek meenemen en de sfeer om laten slaan in je eigen voordeel. Conclusie Denkt u dat agressie en/of woede een positief of negatief effect heeft op een prestatie? Denkt u dat agressie en/of woede een speciale plek heeft binnen uw tak van sport? Zit daarin dan nog een verschil tussen recreatief en topsport niveau? DG: Dat verschilt, om dit het beste uit te kunnen leggen gebruik ik even de begrippen die jullie mij geïntroduceerd hebben; Reactieve agressie is naar mijn mening altijd negatief, omdat het ongecontroleerd is. Woede mits je het anders verwoord in ‘Drive” vind ik positief, door jezelf te prikkelen kan je een boost krijgen. Instrumentele agressie heeft naar mijn mening een positief effect, voorwaarde hiervoor is wel dat je het in de juiste mate gebruikt en het effect moeten hebben door een balansverstoring of het opwekken van frustratie. Ik denk dat je bij het judo in eerste instantie je eigen vijand bent. Je moet eerst je eigen woede oplossen en/of kanaliseren en je focus houden. Voor reactieve agressie is binnen de judosport geen plaats denk ik, omdat je vanaf de start normen en waarden als wederzijds respect krijgt aangeleerd. Dat denk ik zeker. Bij het recreatieve gedeelte krijgt iedereen eerst de normen en warden als wederzijds respect aangeleerd. Hierbij is bijna geen plaats voor agressie. Zodra je de overstap maakt naar topsport komt agressie erbij kijken. Wanneer de druk om te presteren goot of groter is zijn alle voordelen die je kunt bewerkstelligen meegenomen. Als je dan een voordeel kunt behalen door instrumentele agressie toe te passen dan doe je dat. RB: I k denk dat het heel erg sport gebonden is. Bij bijvoorbeeld gew ichtheffen is het goed om jezelf voor 1 actie op te pompen. Maar wanneer je moet nadenken en momenten objectief moet inschatten, werkt het alleen maar negatief denk ik. Bij een vechtsport is het negatief. Alles wat je afleid van je focus werkt tegen je en gebruikt onnodig energie. De nieuwe generatie is een stuk agressiever dan de oudere generaties. Er is minder respect voor de tegenstander en de sport in het geheel. Er zitten hele talentvolle jongens tussen maar die kunnen nog beter worden als ze leren zich te controleren. Ik denk dat de nieuwe generatie trainers ook minder nadruk leggen op het respect voor de tegenstander. Dit vloeit dan voort in hoe deze jongens vechten. Uiteenzetting bevindingen en vergelijking Deborah en Remy presteren allebei het best met een lage arousal. Deborah houdt het liefst de arousal de hele wedstrijd laag. Remy gaf aan dat naar de wedstrijd toe er wel een kleine stijging is. Zowel Deborah als Remy gaven aan het begin van het interview aan een negatief beeld van agressie binnen de sport te hebben. Ook gaven zij aan dat volgens hen agressie over het algemeen nadelig op de prestatie werkte. Ze gaven aan dat het belangrijkste was om focus te houden en met je WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 18
Zandloper
Agressie in de sport (vervolg) eigen ‘game-plan’ bezig te zijn en dat agressie afleidt van dit plan. Wat ik ook heb geconstateerd is het volgende. Deborah gaf aan de ene kant aan dat binnen het dames top Judo instrumentele agressie een onmisbaar deel van de wedstrijden is geworden. Zonder het toepassen hiervan is het onmogelijk om de top te halen. In haar ervaring is dit een trend die de laatste jaren gaande is in de dames Judo, dat de sport steeds agressiever wordt. Remy echter vond dat ook instrumentele agressie nadelig werkte op de prestatie. Hij zag dit meer als het verstoppen van angst of onzekerheid van de sporter. Hij constateerde dat het bij de jongere vechters steeds vaker voorkomt en was van mening dat als ze hun agressie zouden kunnen controleren dat ze nog beter zouden presteren. Binnen de K1 vond Remy het jammer dat agressieve momenten vaak de krantkoppen hadden en veel aandacht opeisten. Volgens hem wordt dit te weinig tegengewerkt door de organisatie. Beide sporters gaven aan dat bij reactieve agressie de sporter de controle kwijt was. Zonder deze controle is een wedstrijd bij voorbaat al verloren onder andere door de onnodige energie die deze ‘blinde agressie’ in beslag neemt. Tegelijkertijd gaven beiden aan dat ze nooit zelf reactie agressie hebben ervaren in wedstrijd verband. Voor beide sporters was respect voor de tegenstander een belangrijke pijler binnen hun sport. Het liefst zouden ze hun sport zien zonder agressie, instrumenteel of reactief, waardoor de focus op de tactische en technische vaardigheid van de sporter komt te liggen. Conclusie De conclusie omvat enkele aanbevelingen naar de geïnterviewde topsporters en natuurlijk de antwoorden op mijn onderzoeksvragen; Wat zijn de effecten van agressie op de prestatie van een sporter? Als ik terugkijk op onze bevindingen is hier geen eenduidig antwoord op te geven. Aan de ene kant wordt er gezegd dat instrumentele agressie altijd een voordeel biedt. Deborah geeft dit zelf ook aan. Aan de andere kant geeft Remy aan dat elke vorm van agressie afleidt van zijn hoofddoel en focus en dat het hem niet raakt. Ik wil dus concluderen dat het gebruik van instrumentele agressie meestal een voordeel oplevert voor de prestatie van de sporter zolang deze persoon zijn of haar doel niet voorbij schiet. Alle andere vormen van agressie hebben verlies van focus als gevolg en hebben dus een nadelig effect op de prestatie. Zijn de effecten van agressie binnen de schermsport hetzelfde als bij andere (vecht)sporten? De effecten zijn het zelfde, echter is het gebruik er van sterk aan banden gelegd. Waar bij een sport als voetbal een harde tackle of een verbale uitlating zijn toegestaan, komt het gebruik van instrumentele of reactieve agressie je bijna altijd te staan op een zwarte kaart. Enkel het schreeuwen na een treffer zou gezien kunnen worden als verbale instrumentele agressie. Dit zou dus een voordeel op kunnen leveren zolang de persoon die het toepast zelf hiermee niet voorbij schiet aan zijn doel/focus. Degene waar dit op toegepast wordt kan op zijn beurt ‘de geleden schade’ minimaliseren door zijn mentale weerbaarheid te vergroten. Een aanbeveling aan de topsporters. Zowel Deborah als Remy geven aan dat zij wel eens afgeleid zijn door instrumentele agressie en dat het hen vervolgens tijd kostte om hun focus te herwinnen. Dit zouden zij kunnen voorkomen door hun ‘mental toughness’ ofwel mentale weerbaarheid te trainen/vergroten. Wanneer zij toch geraakt worden door deze agressie en hierdoor zelfs mogelijk zelf woede voelen op komen kunnen zij dit met kanaliseringoefeningen ofwel arousal verlagende oefeningen weer snel onder controle brengen. WWW.FITFORACTION.NL WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 19
Zandloper
Personeelsaangelegenheden Medailles Aooi Bart Haggeman, de Gouden medaille Sgt1 Jeroen Hartog, de Bronzen medaille Sgt Kay Lamers, de Bronzen medaille
Bevordering Sgt Kaei Bekkers tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Arnoud Botma tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Danny Derks tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Jorrit Dreijer tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Rik van Geffen tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Eric Gent tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Robin Italiaander tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Sietse Jonkers tot Sergeant der Eerste klasse Sgt Fred Schoenmakers tot Sergeant der Eerste klasse
Nieuwe strepen voor Sgt1 Rik van Geffen
Bart Haggeman krijgt de Gouden medaille opgespeld door C-MRC, LKol Jeroen Hulst
Volgens traditie worden de strepen nat gemaakt, hier bij Sgt1 Danny Derks Wnd C Regio-N, Kap Michel Ham, decoreerde Jeroen Hartog
Bij LO/Sportgroep GSK (Ermelo) moest het nette pak aan, ter ere van de uitreiking van de Bronzen medaille aan Sgt1 Jeroen Hartog. Dat leverde dit mooie plaatje op.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 20
Zandloper
LO/Sport kort Bezoek Noorse LO/Sport delegatie Op 28 april mocht Henri van der Linde een afvaardiging uit Noorwegen een kijkje gunnen in de organisatie van hun Nederlandse tegenhanger op de Bernhardkazerne. Henri: "Een 4-tal Noorse collega's, waaronder 2 Sportofficieren o.l.v. de Nelderlandse Liason Officier bij het Inlichtingen Bataljon in Noorwegen (maj Eugene Wieffer) hebben een bezoek gebracht aan de LO/Sportorganisatie. Ze hebben naast een rondleiding en uitleg over onze LO/ Sportinfra en -materialen ook inzicht gekregen in de structuur van de LO/Sportorganisatie KL.
Vrienden Dienstvak LO/Sport Laten we elkaar bereiken, boeien, binden, betrekken en bedienen! Ondersteun ons door jaarlijks vijf euro bij te dragen.
Daarnaast werd uitleg gegeven over onze Missie en Visie en hoe wij vorm geven aan 'Professioneel Trainen' in het licht van de doelstelling FMI 2020. Deze uitleg werd enthousiast ontvangen."
Natuurlijk kan de Stichting Vrienden Dienstvak LO/Sport zonder inkomsten niet bestaan. In de toekomst willen we via sponsors en adverteerders proberen inkomsten te genereren maar voorlopig zijn we afhankelijk van onze vrienden. Daarom rekenen we op onze LO/Sportvrienden (van alle krijgsmachtdelen). Ondersteun je de doelstellingen van de Stichting "Vrienden Dienstvak LO/Sport"? Voor slechts vijf euro ben je vriend van de Stichting tot 1 januari 2016. Voor "vrienden" zullen er allerlei voordelen gaan komen zoals toegang tot extra informatie op de site en financieel voordeel bij activiteiten. Belangrijkste doelstelling in de opstartfase is vooralsnog echter het ondersteunen van de Stichting. Inmiddels hebben al een aantal LO/Sportinstructeurs en oud-LO/Sporters aangegeven donateur te willen worden en de leden van het LO/Sportofficierenfonds worden ook allen vriend/donateur. Hopelijk krijgen zij veel navolging. Wil je “Vriend Dienstvak LO/Sport” worden, neem dan contact op met penningmeester Michel van Dongen via
[email protected] of maak €5 over op Rabo-bankrekening 148 44 89 76 van de Stichting Vrienden Dienstvak LO/Sport o.v.v. donateur en je naam en (e-mail) adres.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 21
Zandloper
LO/Sport kort Fonds LO/Sportofficieren formeel opgeheven Onlangs is het fonds LO/Sportofficieren formeel opgeheven! Doordat de behoefte aan het bestaan van het fonds steeds kleiner werd en de doelstelling van het fonds ‘Het versterken van de onderlinge saamhorigheid en verbondenheid met de LO/Sportorganisatie KL’ in voldoende mate ingevuld wordt door de Stichting ‘Vrienden van het Dienstvak LO/Sport’, is na het raadplegen van alle leden de beslissing gevallen om het fonds definitief op te heffen. Het huidige bestuur vond het een mooi gebaar om dit formeel te doen in aanwezigheid van de oprichter van het fonds, de LKOL b.d. Harry Kok. Onder het genot van een drankje werden oude verhalen opgehaald en vertelde Harry enthousiast over de periode waarin hij C-LO/Sportorganisatie was (1984-1990). In die periode ziet de nieuwe systematiek van de LO in de KL het levenslicht en zegt hij: “Bij de aanvaarding van het commando heb ik in het vinden van het theoretisch fundament van ons denken en handelen als één van de belangrijkste doelstellingen gezien. Dat fundament is neergelegd in ‘de Systematiek van de LO in de KL’. De noodzakelijke uniformiteit in denken en doen is binnen onze organisatie gewaarborgd. Ik ben van mening dat nog niet eerder in de geschiedenis van de LO in de KL een zo duidelijk leesbaar en daardoor zo praktisch hanteerbare leidraad is gecreëerd.” Geweldig om zo iemand weer te spreken en te merken hoe gedreven hij nog steeds is. Zijn betrokkenheid bij de LO/Sportorganisatie is groot en het was dan ook mooi om aan te kunnen geven dat het fundament vanuit die tijd nog steeds staat en dat we na aanpassingen richting de huidige periode momenteel de ‘Vernieuwde Systematiek’ aan het implementeren zijn.
LO/Sport kort GRAND DÉPART LO/Sport in volle gang! De LO/Sportorganisatie is (natuurlijk) ook betrokken bij het grootste wielerspektakel ter wereld: de Tour de France, dat dit jaar van start gaat in Utrecht... Luuk Nissen is projectofficier om op donderdag 2 juli Generaal de Kruijf en een gewondenploeg vanuit Rhenen (na afloop van de Grebbeberg Masters) een fietstocht te organiseren richting Utrecht. Joop van de Poll is hoofd fietstocht. Ook deze tocht wordt een spektakel. In een karavaan (een gewondenploeg fietsers (waaronder een handbiker), 1 á 2 VIPS, een cameraploeg van omroep MAX, de ploegleiderswagen van de militaire wielerselectie en een Fennek) rijden met C-LAS van Rhenen en via o.a. Amerongen, de dijk bij Wijk van Duurstede, Cothen richting het Spoorwegmuseum fietsen. Later volgt ongetwijfeld een verslag. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 22
Zandloper
Aanloop naar de Vasaloppet
LO/Sport kort Door: Ed Janssens
Landmacht basketbal team 2e geworden op het NMK Basketbal te Den Helder. 15 april 2015 is zoals elk jaar het NMK Basketbal gehouden op de marine kazerne in Den Helder. Het werd een zwaar toernooi voor het team van trainer/coach Jesse van der Mijl en assistent Freek Bolland, vooral ook omdat het aantal beschikbare spelers beperkt was. De 1e wedstrijd mocht het Landmacht team aantreden tegen de Luchtmacht (vorig jaar 2e geworden). Deze wedstrijd werd met 30-20 gewonnen. De Marine bleek in de 2e wedstrijd een maatje te groot, na een spannende wedstrijd werd het 35-33. Om de finale te bereiken moest van de Marechaussee worden gewonnen. In deze wedstrijd bleek het beperkt aantal spelers een grote handicap. De vermoeidheid werd zo groot dat de assistent coach werd ingebracht als speler. Door moed, toewijding en veerkracht werd de wedstrijd gewonnen toch gewonnen: 39-36. Na het berekenen van de doelsaldo’s bleken beide teams nog een keer tegen elkaar uit te moeten komen: in de finale. Hier liet het team van de Marechaussee zich niet nogmaals verrassen en sloeg de vermoeidheid bij het Landmachtteam onverbiddelijk toe. Eindstand van de wedstrijd: 47-37. Met de beperkte middelen een goede prestatie. Eindstand tournooi: 1. KMAR 2. CLAS 3. CZSK 4. CLSK Ook volgend jaar willen we strijden om de 1e plaats. Meld je aan bij ondergetekende, om ons team te versterken. Sgt1 Jesse van der Mijl LO/Sportgroep LTK
LO/Sport kort Veel LO/Sportinstructeurs houden van fysieke uitdagingen, in de Zandloper lezen we hier regelmatig over. Voor collega Sieger Everts (LO/Sportgroep JWF, Assen) was het , in het afgelopen weekend van 18/19 april tijd voor een Triathloon. Dit evenement in Assen bestaat vijf kilometer hardlopen, ca. 25 km ATB’en en twee
kilometer kanoën. Na het lopen kwam hij als 15de door in ruim 20 minuten. Het fietsen ging erg goed en Sieger kwam, totaal onverwacht, als 2de terug van het fietsen. In de wissel van fietsen naar kanoën werd hij nog ingehaald maar deze plaats kon weer worden goed gemaakt met het kanoën. Eindresultaat dus een tweede plaats
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 23
Zandloper
Schermen met Anne-Marieke Door: Anne-Marieke van Hulst
Inleiding Reclame willen maken voor je geliefde sport, dan ben je met recht bezeten van je sport. Anne-Marieke van Hulst (LOSS) is bezeten van schermen en wil graag een lans breken voor deelname of bezoeken van een Scherm Assaut of het NMK. De redactie greep de kans om een kort interview af te nemen over haar eigen schermkunsten.
Verderop in je artikel lezen we dat je schermopleiding een paar jaar geleden hebt afgerond. Wat doe je sinds het behalen van je diploma met je trainersbevoegdheid? “In de periode dat ik werkzaam was op DGLC gaf ik in de avonduren schermtrainingen aan militairen. Tijdens mijn uitzending naar Adana had ik ook schermspullen mee genomen en gaf ik kennismakingslessen. Drie personen vonden het leuk om deze sport te leren en ik gaf hen wekelijks schermlessen. Ik vind het leuk om te zien als schermers groeien in de sport maar kan ook zeker plezier beleven in het spelletje. Zo heb ik Sgt1 Jasper Schout enthousiast gekregen voor het schermen toen hij eerstejaars Cadet was op de KMA. Door zijn inzet is hij dadelijk een volwaardige schermleraar. Op dit moment heb ik de militaire schermspullen opgeslagen in gebouw AG in Amersfoort omdat ik nu niet werkzaam ben op een sportbureau. Als er belangstellenden zijn die graag willen schermen of een kennismaking les willen volgen dan doe ik dit graag. Sinds vorig jaar is er weer een militair schermteam. Van dit team ben ik nu de trainer/coach.” Ben je zelf ook (nog) actief in de wedstrijdsport? Zo ja, kun je daar iets over vertellen? “Ik heb een lange periode problemen gehad met een schouderblessure, die steeds weer terug kwam. Hypermobiliteit in kombinatie met te veel steek- en zwembewegingen zijn niet echt bevorderlijk voor het herstel. Ik heb bewust niet geschermd en gezwommen, veel fysio- en houdingsoefeningen gedaan en nu kan ik weer pijnvrij schermen en op mijn schouder liggen. Mijn doel is zeker weer om deel te nemen aan scherm wedstrijden. Ik ben ook weer lid geworden van een schermvereniging, in de omgeving van Amersfoort. Ik heb gewoon plezier in het spelletje en de gezelligheid naast de loper. Op dit moment scherm ik alleen nog op recreatief niveau. Maar als ik kijk naar mooie (scherm)wedstrijd momenten uit het verleden dan schieten de volgende toernooien me te binnen: Mijn actieve moderne 5 kamp periode (luchtpistool schieten, schermen, zwemmen, paardrijden springparcours en cross country). Als Nederlands kampioen deelname aan WK en EK. Tijdens NMK Schermen, verschillende podium plaatsen behaald in de afgelopen jaren. En drie jaar geleden de 1e plaats met de dames equipe tijdens een internationale wedstrijd te Woensdrecht.”
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 24
Zandloper
Schermen met Anne-Marieke (vervolg) Heb je zelf ook meegedaan aan het NMK Schermen op 24 maart jl. in Oirschot? “Nee, ik kon niet mee doen met het NMK. We hadden een VTO-3 opleiding lopen, waarbij ik niet een week kon en wilde missen. Het coachen van het militaire team tijdens de internationale wedstrijd vind ik belangrijker dan zelf mee doen.” Ontstaan van de KMSV De Koninklijke Militaire Scherm Vereniging bestaat in zijn huidige hoedanigheid nu 19 jaar. De KMSV is een samenvoeging van de KOS, de Koninklijke Officiers Schermbond, en de KOOS (Koninklijke Onderofficiers Schermbond). In het verleden floreerden beide verenigingen. Het ledental van beide verenigingen gezamenlijk was in de hoogtijdagen tegen de 1000. Binnen defensie werd er veel geschermd. Ook onder de sportinstructeurs waren velen opgeleid tot prévôt of maître. Dit zijn speciale rangen instructeur op de drie wapens, waarbij maître de hoogste rang is. Zij maakten de militairen enthousiast voor deze mooie sport. Verzakelijking vs Achtergrond Door de toenemende verzakelijking binnen defensie maakt het schermen geen onderdeel meer uit van de initiële opleiding, en is de sport als militaire sport naar de achtergrond verdrongen. De oude manier van examineren door de overkoepelende Nederlandse schermbond droeg niet bij aan het enthousiasmeren van geïnteresseerden voor de opleiding tot schermleraar. (Als ik collega's spreek die in de laatste militaire schermklas zaten, dan hadden zij geen positieve reacties over de wijzen van examineren.) Ad en Leo Binnen de Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond is sinds 2012 het hele opleidingstraject voor Schermleraren veranderd. Vier maîtres (waarvan 2 oud-sportinstructeurs bij defensie Ad van der Weg en Leo Sannen) hebben deze vernieuwde opleiding vorm gegeven. Zelf heb ik deze opleiding een paar jaar geleden afgerond. In juni gaat Sgt1 Jasper Schout op voor zijn examen lesgeven. Dan zijn wij de twee instructeurs die het schermen binnen defensie levend willen houden.
Ad van der Weg
Leo Sannen
Scherm Assaut Een belangrijke activiteit van de KMSV is het jaarlijkse scherm assaut. Assaut betekent een vriendschappelijke ontmoeting tussen 2 schermers. Nou, deze ontmoetingen vinden deze dagen zeker plaats. Wij als bestuur organiseren voor onze leden (militairen en oud-militairen) een driedaags schermactiviteit, bestaande uit wedstrijden op sabel, floret, degen en geweer. Een dag is het NMK degen, waar alle militairen aan deel kunnen nemen. Een wedstrijd met een hoog landelijk niveau. Veel schermende militairen nemen in hun privétijd ook deel aan landelijke schermwedstrijden. Kijkende naar de Nederlandse ranglijst, liggen de militaire schermers dicht bij elkaar waardoor ik dit jaar spannende, gelijk oplopende, wedstrijden verwacht.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 25
Zandloper
Formule 1 en de relatie tot vliegen Door: Wil Maaswinkel
Formule 1, Vliegen, Fit For Airpower Hij is 17 jaar, heeft nog geen rijbewijs, maar raast wel met 300 kilometer over Formule 1 circuits. Het gaat over Max Verstappen de jongste Formule 1 coureur ooit! (Volkskrant artikel van oktober). Is het verantwoord een zeventienjarige te laten racen in de Formule 1? Een neuropsycholoog stelt dat het tienerbrein uit kan blinken in complexe motorische vaardigheden, zoals turnoefeningen. Maar dat de cognitieve vaardigheid “risico inschatting” vaak minder ontwikkeld is. Formule 1 fitheid Interessant is ook het gedeelte dat gaat over de fysieke belasting tijdens een Formule 1 race. Twee uur lang volledige concentratie bij snelheden tot 350 km per uur! Hartfrequenties: Max 200 gemiddelde 140-150. Vocht verlies: afhankelijk van de luchtvochtigheid tijdens de race 5 tot 10% van het lichaamsgewicht. VO2max: van een Formule 1 coureur wordt een VO2max van tenminste 60ml/kg verwacht. Kracht van de benen: nieuwe carbonremmen vereisen 100kg van het linkerbeen. G-krachten Het meest interessant voor mij is echter de belasting van de G-krachten. Bij het optrekken, afremmen en in de bochten! Die kracht kan oplopen tot 4,5 G. Dat betekent dat er, uitgaande van een totaalgewicht van hoofd en helm van 7kilo, een kracht van28 kilo op de nekspieren drukt. Dat is vergelijkbaar met een overvolle vakantiekoffer die heen en weer slingert van links naar rechts. Dikke nekken Dat brengt mij terug in de negentiger jaren. De periode waarin de LO/Sportorganisatie in nauwe samenwerking met TGTF bezig was met het kiezen van de Fitness apparatuur voor de krijgsmacht. Frank Bertina (Destijds Hfd TGTF) was fan van de door het Amerikaanse leger gebruikte (en peperdure) Nautilus apparatuur. Voor de training van de straaljagerpiloten was er een specifiek apparaat, waarmee de nekspieren (buigers, strekkers en rotatoren) getraind werden. Om te overtuigen stonden er in de brochure portretten van Amerikaanse straaljagerpiloten. Daarop was te zien hoeveel weken er nodig waren om een stierennek te krijgen. Onder de foto’s werden de boordmaten van het nieuwe overhemd vermeld! Dat nekspieren zo goed te trainen zijn, zou komen omdat we (evolutionair gezien) niet zo lang geleden op handen en voeten liepen. In die houding moeten nekspieren continu (hard) werken! Trampoline springen Ook herinner ik me een Fins onderzoek waarin gekeken werd wat de nekbelasting van straaljagerpiloten was en op welke wijze de nekbelasting van straaljagerpiloten kon worden beperkt. De aanpassingen werden gezocht in het verlagen van het gewicht van de vliegerhelm. Aanpassingen aan het rug- gedeelte van de vliegerstoel. Voor de LO/Sport interessant specifieke fysieke training voor de vliegers. Meest in het oogspringend van dat programma: het met een vliegerhelm op op een trampoline springen. Luchtsteun gevraagd Met de JSF dichtbij, misschien interessant om onze collega’s van de Luchtmacht uit te nodigen/dagen ons eens bij te praten over de kennis en ervaring die zij hebben over: De (fysieke) belasting van vliegend personeel; meer specifiek de nekbelasting van vliegend personeel; hoe met deze belasting wordt om gegaan of hoe specifieke trainingen het omgaan met die belasting kunnen beïnvloeden.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 26
Zandloper
Stipnoteringen Door: Jan Joosen “Aan het elastiek” Zoals de meeste van jullie wel weten, leg ik heel wat kilometers af op de fiets. De fiets, of het nu een race, toer of mountainbike is, het maakt mij niet uit. Deze manier van bewegen heeft mijn hart gestolen. Door de interesse in deze sport werd ik gegrepen door een typische sportterm uit de wielrennerij. “Hij hangt aan het elastiek” de betekenis is gelukkig niet letterlijk. Het houdt in dat een wielrenner nog net de groep kan volgen. Soms een gaatje moet laten maar telkens toch weer het achterste wiel kan volgen. Het zal je niet verbazen dat het vaak een kwestie van tijd is dat deze renner moet lossen en alleen verder moet gaan. Als hij geluk heeft dan mindert de groep wat vaart en kan hij herstellen en de groep weer langer volgen. Het mooie ervan is dat je niet veel tijd nodig hebt om te herstellen om weer volledig mee te kunnen draaien in de groep. De metafoor die ik hiermee wil maken is de huidige periode waarin we verkeren als LO/Sportorganisatie. Er zijn van die momenten dat het voelt dat je “aan het elastiek hangt”, drukke werkzaamheden op de LO/Sportgroep, persoonlijke administratieve zaken die bijgehouden moeten worden, op niveau blijven als vakman, planning, begeleiden, voorbereidingen. Het zijn enkele werkzaamheden die ons dagelijks bezig houden. Het is dus continue prioriteiten stellen van je werkzaamheden buiten de uren om, die voor je bepaald worden. Het is dan ook niet gek dat je soms het gevoel hebt van “aan het elastiek te hangen” Maar zoals ook in de wielersport zijn we in staat om te herstellen wanneer daar mogelijkheden voor zijn. Als die mogelijkheden er niet meer zijn dan wordt het oppassen. Het elastiek op spanning kan lang goed gaan maar de rek gaat er wel uit. Gelukkig komt er een periode aan van vakanties. Een periode waarin eenieder gaat zorgen dat de spanning van “het elastiek” af gaat. Ik wens dan ook iedereen een hele fijne, ontspannen vakantieperiode toe.
Stafadjudant Jan Joosen WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 27
Zandloper
BIMS jaardag 2015 Door: Paul Lindeboom
Opening Ruben Driever Tijdens de opening van de Jaardag 2015 blikte dagvoorzitter Ruben Driever samen met zijn grote schare toehoorders terug op het afgelopen sportjaar. Waaruit met het oog op de Sportkalenderactiviteiten een flink aantal sporten in deelnemersaantallen gestegen waren, maar internationaal eens te meer bleek dat Nederland slechts een klein militair sportland is nadat in 2012 de Defensie Topsport Selectie stopte, daar waar in andere landen veel pure topsporters opgesteld staan. Een mooie video over de aanstaande Wereldspelen (van 2 t/m 11 oktober) in Korea fleurde de ietwat karige prijzenschaal wel enigszins op. Cor van der Geest De presentatie van de voormalige judocoach over ‘Leiderschap binnen de Topsport’ zou wel in de prijzen vallen als het gaat om performance, bevlogenheid, passie en geestdrift. Gelardeerd met vele voorbeelden uit zijn rijke carrière als bondscoach, trainer, sportschoolhouder en vader van twee topjudoka’s (Elco en Dennis) gaf hij zijn kijk op leiderschap prijs. Na elk trefwoord gaf hij daarvan zijn persoonlijke definitie en onderbouwde dat met een voorbeeld. Soms treffend, soms humorvol, soms ingetogen sprekend met verrassend fanatieke uithalen, waarmee hij blijk gaf dat temperament een karaktereigenschap is en eigenzinnigheid eveneens. Leiderschap Een voorbeeld was het trefwoord ‘passie’. Ooit gaf hij een lezing aan een flink aantal sportartsen. Hij stelde hen de vraag: “wie van jullie is er niet 24 uur per dag, zeven dagen lang beschikbaar als ik jullie nodig heb? Degene die dat niet zijn kunnen nu OPROTTEN!!!!!! Als ik je vrijdagavond laat bel, moet je niet opnemen maar al in de auto zitten.” Dat is wat ik bedoel met PASSIE!!” Topsport Ook een mooi voorbeeld was de bijna anekdote die hij vergezelde bij ‘Diepe Energie’. Een pas gescheiden moeder heeft het zwaar met 4 kinderen. Op een bloedhete dag is zij boodschappen wezen doen en sjouwt met 4 zware tassen vol boodschappen naar huis. Zij zucht en zij steunt,, heef t het zo zwaar dat ze bij huis aangekomen eerste even moet uitrusten voordat de trappen naar 4-hoog tergend langzaam beklommen worden. Ze redt het amper om boven te komen, bezwijkt bijna onder de zware last. Het is buiten 30 graden, dus de ramen van de woonkamer staan open. Buiten hoort de moeder eerst piepende autoremmen, daarna de schreeuw van een kind, die zij herkent als een van haar. Hoe snel denk je dat de moeder beneden is? Die energie die vrijkomt, is de energie die Van der Geest in zijn pupillen naar boven wil halen. Diepe energie. Presentatie Aan het begin van deze energie-opwekkende presentatie begon Van der Geest overigens met het vermelden dat hij na het doorlopen van de Hogere Zeevaartschool slechts een jaar gevaren had, omdat hij altijd zeeziek was. Hierdoor moest hij toch de militaire dienst in, en nam hij (met het oog op een vrije dag) na een redelijk lange inactieve periode deel aan het NMK Judo en kreeg de smaak weer te pakken. Reden waarom Van der Geest met plezier deze presentatie aan de trainers en coaches van Defensie gaf. En met passie, vuur en geestdrift. Waardoor ik aan zijn lippen hing, ook al doordat hij afsloot met de anekdote over de Olympische Spelen van Athene, 2004, de wedstrijd van Dennis van der Geest tegen de Italiaan Paolo Bianchessi. Toevallig een van mijn favoriete sportmomenten. CISM Stars of Sports Merit Vlak voor de lunch werden een tweetal leden van de LO/Sportorganisatie geëerd voor hun jarenlange deelname aan Militaire Wereldkampioenschappen. Een gouden medaille voor 6 keer MWK werd uitgereikt aan Pieter van Beekveld en Michel van Dongen. J.C. Maassenprijs De lunch was bijzonder smakelijk doordat collega Rob Zijlstra totaal onverwacht, en onder toeziend oog van vrouw en zoon, de bijzondere onderscheiding uitgereikt kreeg voor zijn jarenlange verdiensten in de militaire sport, in dit geval Volleybal. Rob is vanaf 1987 onafgebroken aan de bak in zijn geliefde sport, eerst 6 jaar lang als speler, daarna tot 1996 als assistent-trainer, waarna hij tot aan de dag van vandaag (net als particulier) de functie van hoofdtrainer bij de mannen bekleedt.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 28
Zandloper
Waar zijn ze gebleven: interview met Jeroen Out Door: Paul Lindeboom
Hoelang heb je bij de LO/Sportorganisatie gewerkt? Wat heeft je doen besluiten daar al vrij snel een einddatum aan te geven? "Ik ben in 2000 opgekomen op de KMS. Na de VTO1 in Amersfoort ben ik geplaatst op Lpl Harskamp. Daar ben ik één jaar werkzaam geweest, waarna ik geplaatst werd op de KvOK in Hilversum onder het commando van Aoo Hans Verstappen. De periode op de KvOK kenmerkte zich door veel differentiatie aanbrengen binnen de lessen. Hierdoor ben ik zeker een betere lesgever geworden. Ondanks dat ik het enorm naar mijn zin had als LO/Sportinstructeur, ben ik in die periode gaan nadenken over hoe het toekomstplaatje er voor mij uit zou gaan zien. Of bij de sport blijven en hopen dat je fase 3 kan worden en dan kan doorgroeien of een andere carrière keuze. Ik heb toen in 2004 besloten voor het laatste en ben begonnen met de opleiding fysiotherapie aan de THIM Hogeschool in Nieuwegein. Ik zat daar onder andere in de klas met (ex-) LO/Sportinstructeur Patrick Houwen. Eind 2006 heb ik de VTO2 gedaan met als cursusleiders (toen nog) Aooi Rik van Trigt en Smi Jon Tak. Binnen de groep die toen de VTO2 heeft gedaan, zijn er inmiddels vele die de LO/Sportorganisatie hebben verlaten. En ik dus ook. Ik was in 2008 klaar met mijn opleiding en heb toen meteen aan de monitor GNK laten weten dat ik beschikbaar was om als militair fysiotherapeut aan de gang te gaan. Ik werd aangenomen voor een functie in Schaarsbergen. Gelukkig kon ik hierdoor binnen Defensie blijven. Ik heb het daar prima naar mijn zin gehad, maar helaas maar voor een korte periode. Want ook binnen de GNK gelden de doorstroomregels en die belemmerden mij om langer militair fysiotherapeut te kunnen blijven. Dit omdat een militair fysiotherapeut niet kan doorstromen naar een fase 3-contract. Als gevolg hiervan ben ik toen gaan solliciteren naar een burger stoel en ben zo terecht gekomen op de Dumoulinkazerne in Soesterberg. Daar ben ik van 2010 tot eind vorig jaar
Staand v.l.n.r.: Rik van Trigt, Robin de Ridder, Jeroen Out, Gerwin Bregman, Johan Veenstra, Wijnand Veen, Dave van de Maat, Jeroen Bink, Jon Tak, Philip Steverink en Patrick de Ronde. Geknield v.l.n.r.: Pier Niermeijer, Adam Mahulette en Nathalie Oharek. werkzaam geweest.
En nu werk ik in Amersfoort. De plaatsing naar Amersfoort is het gevolg van een personeelstekort. De centra Soesterberg en Amersfoort konden beide de zorg niet meer leveren die men wenst en gewend is binnen defensie, en toen is er besloten om ons samen te voegen met als locatie gezondheidscentrum Amersfoort." Je blijkt nog steeds actief te zijn bij een tak van defensiesport: het volleybalteam van de dames. Waartoe, als voetballer, deze keus voor een geheel andere balsport? Wat zijn je taken en met welke frequentie doe je dit? Wat is tot nu toe je mooiste ervaring bij het volleybalteam? "De keuze voor het Militair Volleybalteam dames was voor mij geen keuze voor een andere richting. Ik vind eigenlijk alle sporten met een bal leuk. Van tennis en squash tot voetbal en volleybal: alle balsporten vind ik leuk om te doen en de meeste sporten kan ik ook redelijk goed. In mijn tijd als LO/Sportinstructeur zijn er maar weinig potjes kicken en tennis verloren gegaan En ook het volleyballen gaat mij goed af. Zo heb ik deel mogen uitmaken van het winnende team van het KL volleybalkampioenschap 2015. De keuze voor het volleybalteam kwam ook doordat ik een tijd met de voormalige trainer van de volleybalequipe, Hans WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 29
Zandloper
Waar zijn ze gebleven: interview met Jeroen Out (vervolg) Verstappen, heb gewerkt. Hij had mij al eerder gevraagd of ik daar interesse in had. Ik zat toen echter midden in mijn eindexamen en scriptieperiode en had toen dus geen tijd om bij de ploeg aan de gang te gaan. Maar vanaf 2009 zit ik er inmiddels bij. Ik zit natuurlijk als fysiotherapeut bij de ploeg. In die functie word ik geacht de dames te behandelen tijdens de trainingen en toernooien. Buiten het doen waar je als fysiotherapeut voor opgeleid en goed in bent, is het moment van behandelen vaak ook een uitlaatklep voor de meiden. Ze kunnen dan even wat frustratie kwijt. Voornamelijk tijdens de toernooien is dat wel lekker, omdat ze dan langere tijd bij elkaar op de lip zitten. Daarnaast stel ik trainingsschema's op voor in de voorbereidingsperiode. Het is elk jaar een leuke uitdaging om de juiste trainingsschema's samen te stellen voor de meiden, zodat zij zo fit en sterk mogelijk op het gewenste niveau zijn waar wij als staf ze willen hebben. De training (voorbereidings-)periode begint meestal 3 maanden voor het toernooi. Binnen deze periode zit dan weer een opbouw van één dag naar meerdere dagen achter elkaar trainen en dan uiteindelijk het toernooi zelf. Dit alles komt erop neer dat je 4 maanden per jaar met de ploeg bezig bent, naast je werk op het gezondheidscentrum. Ik heb tot nu toe 3 Militaire Wereldkampioenschappen mee gemaakt. Mijn eerste toernooi was in 2010 in Amerika, North Carolina. In 2012 hadden wij een thuistoernooi in Amsterdam en vorig jaar zijn we naar Rio de Janeiro geweest. Elk kampioenschap op zich is een hele mooie ervaring. Maar de mooiste ervaring komt toch uit mijn eerste jaar (2010) toen het toernooi in North Carolina (USA) was. De prestatie die we daar neer zetten was een hele mooie goede 3de plek." Je bent ook nog nauw betrokken bij de LO/Sportorganisatie vanwege de SMR op de Bernhardkazerne. Hoe vind je dat deze vorm van revalidatie verloopt? Geeft het betere resultaten t.o.v. de vroegere SMAT? "Of het betere resultaten oplevert is moeilijk te zeggen. Ik denk het persoonlijk wel. Want nu wordt een patiënt die in het SMR zit eigenlijk helemaal tot het einde van zijn revalidatie begeleid. Daarnaast wordt er richting de commandant regelmatig gecommuniceerd hoe het verloop van de revalidatie is. Dit zorgt vaak voor een beter beeld bij de commandant hoe het ervoor staat met zijn personeelslid. Wat je namelijk vaak merkt is een stukje frustratie over waarom iemand bepaalde dingen niet kan of mag doen. Dit wordt in het SMR (theoretisch) goed opgevangen. Ook de samenwerking van de fysiotherapeut met de sport is erg belangrijk binnen dit traject. De overstap van fysiofitfase naar sportfitfase moet soepel verlopen. Het officiële overstapmoment is natuurlijk de DCP. Maar niet iedereen is na het behalen van de DCP op dezelfde manier te belasten. Daar moet de LO/Sportinstructeur goed op inspringen. Wat ik tot nu toe mee heb gemaakt, en wat ik niet anders had verwacht, is dat het op een goede manier gebeurt." Hiervoor was je actief op Groot-Heidekamp en Soesterberg. Waren de werkzaamheden die je daar deed (vanwege de relatie met TGTF) significant anders dan het werk dat je nu doet? "Het werk op Groot-Heidekamp/Oranjekazerne was enigszins anders te noemen omdat je daar met parate eenheden en een schoolbataljon te maken had. De populatie van de parate eenheden is relatief jong en erg sportief, maar men was regelmatig weg op oefeningen of uitzendingen. Daarnaast had je bij het schoolbataljon patiënten die sneller dan mogelijk weer fit wilden worden om uitval uit de opleiding te voorkomen. Daar moet je tactisch mee om kunnen gaan. Het is daarom goed dat TGTF een Fieldlab op Groot-Heidekamp heeft om de uitval al zoveel mogelijk, als dit kan, te beperken. Als je dan kijkt naar de patiëntenpopulatie in Soesterberg en Amersfoort, dan is die een stuk ouder. Daar zit dan weer qua klachten een verschil in met die uit Schaarsbergen. Bij de oudere kom je wat meer chronische- en slijtageklachten tegen. En dat gaat met het ophogen van de FLO-leeftijd alleen maar meer worden."Hoe vind je dat de LO/Sportorganisatie, vanuit je blikveld als ‘klant’, zich ontwikkelt? "Wat ik lees en zie van de ontwikkeling is alleen maar positief. Ik denk dat de LO/Sportorganisatie zichzelf altijd aan het doorontwikkelen is en mee wil in de goeie, nieuwe wegen die worden ingeslagen. De vraag die dan bij mij opkomt, is of alle klanten dit ook zo zien? Ik zelf hou alle (sociale-) media van de LO/ Sportorganisatie regelmatig in de gaten. Doet een “normale” klant dit ook en ziet die de ontwikkelingen? Maar dat ook de LO/Sportorganisatie aan de weg blijft timmeren, ondanks het inkrimpende personeelsbestand, laat weer zien dat het een professionele organisatie is. Ik ben er nog steeds trots op dat ik van die organisatie deel heb mogen uit maken!" WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 30
Zandloper
Van de Medezeggenschapscommissie Door: Christiaan Bakhuizen
Bijscholing MC: de Navigator methode In de maand mei heeft de MC zich laten bijscholen. Het hoofdonderwerp was het kennismaken met de Navigator methode. Een methode die baanbrekend is in de wereld van de medezeggenschap en ondernemingsraden. 17 juni heeft deze bijscholing een vervolg gekregen, waarbij ook onze C-LO/Sportorganisatie aanwezig was. Toelichting Navigator methode: De Navigator werkmethode van de ondernemingsraad is een algemeen inzetbare manier van werken voor een vertegenwoordigend medezeggenschapsorgaan. De methode moet: ervoor zorgen dat de medezeggenschap zich verder blijft ontwikkelen in datgene waarvoor het bedoeld is; vertegenwoordigen en invloed uitoefenen. het mogelijk ‘stoffige’ imago omzetten in de dynamiek van een autorally waarin de MC de levende bijrijder is van de coureur (commandant). Principes van de Navigator methode zijn: Niet de wet maar de inhoud
De MC wordt geen serieuze gesprekspartner door het zwaaien met de wet, maar door met kennis van
zaken te praten over wat er (niet) moet gebeuren. Die kennis moet de kennis van de werkvloer zijn. Alle andere kennis heeft het management al tot zijn beschikking. De vraag 'wat vinden onze medewerkers ervan?' kan alleen door hun vertegenwoordigers beantwoord worden. Niet wachten, maar doen
Wie wacht totdat hem wat gevraagd wordt, kan lang wachten. En hoe langer je wacht, des te minder doet
je mening ertoe. Vroegtijdige betrokkenheid is iets anders dan vroegtijdig geïnformeerd worden. Niet vragen, maar vinden
Elke inhoudelijke vraag versterkt de afhankelijkheid van de vragensteller. Door met eigen voorlopige meningen te komen krijgt de MC vanzelf de informatie die hij mist. Het is geen schande om je mening te moeten herzien als de ander relevante informatie tot dusver achter hield. De toepassing van de Navigator methode levert voordelen op voor de commandanten en de MC’s . Dankzij de Navigator werkmethode: wordt de besluitvorming niet onnodig vertraagd; wordt het overleg concreter; wordt het gesprek tussen de commandant en zijn MC waardevoller; wordt er gepraat over stellingen en niet over vragen; ontstaat er meer draagvlak voor veranderingen; wordt de MC nog pro actiever; wordt de betrokkenheid van de achterban vergroot. Deze opsomming is nog niet klaar maar u begrijpt dat de vele voordelen de MC enthousiast heeft gemaakt en hier graag met de C-LO/Sportorganisatie mee aan de slag gaat. Evaluatie Besluit Medezeggenschap Defensie 2008 In de komende maanden wordt het Besluit Medezeggenschap Defensie 2008 (BMD) geëvalueerd. Ook de MC LO/ Sportorganisatie is gevraagd om hier aan deel te nemen en dat gaan wij natuurlijk ook doen. Tijdens een aantal bijeenkomsten komen in ieder geval de volgende onderwerpen aanbod. Verkiezingen: kan het eenvoudiger? Medezeggenschapwerk: meerwaarde voor de loopbaan? Eigen werk en medezeggenschapswerk in balans? Het imago van de MC: kan het beter? Voor vragen, opmerkingen en suggesties horen wij van u. Want u weet: ‘alleen gaat het sneller, samen komen wij verder’. Foto: Ook tijdens een bijscholing ‘kan de boog niet altijd gespannen zijn’.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 31
Zandloper
De pen
Door: Jan-Alexander Heins Bedankt Michiel! Weet je wel hoe druk ik in mijn eentje ben?! Een beetje een stukje schrijven over hoe ik verschillende sportgroepen heb ervaren en mijn survival carrière??? Nou ja, zeg. Waar moet ik de tijd vandaan halen?! Enfin, ik heb toch, tussen alle bedrijven door, onder andere ook nog in Bad Reichenhall (waarbij B.S.M. Anne Bouma ook nog de nodige aandacht opeiste), nog wat tijd gevonden om een menuutje in elkaar te flansen (om maar verder te gaan op het thema voeding). Een zogenaamd 4-gangen menu dat zal bestaan uit een: 1) Voorafje (voorstellen) 2) Hoofdgerecht (survivallen) 3) Toetje (verschillende LO/S-groepen) 4) Een afzakkertje (overdragen van de Pen) 1) Het voorafje bestaat uit een eenvoudig voorstellinkje gecombineerd met een klein weetje. Mijn naam is Jan-Alexander Heins, mijn roepnaam bij Defensie is gewoon Heins. Inmiddels alweer 40 jaar “oud” en woonachtig in het gemoedelijke en landelijke Gelselaar. Waar???? Zoekt u maar op als u wilt weten waar dat ligt. In ieder geval in het oosten van het land (daar waar de wijzen vandaan komen….tenminste, dat heb ik ooit ergens in een dik boek gelezen). En oh ja, voor zover u dat nog niet ten gehore is gekomen, het huisje dat ik bewoon barst uit zijn voegen van de vele schoenen. Sinds ‘97 draai ik alweer mee in het Defensie-wereldje, hierbij heb ik mijn jaartje als dienstplichtig cavalerist van ‘92-‘93 niet meegerekend. Mijn eerste 10 jaar heb ik bij Luchtmobiel doorgebracht als hospik (dat is de mannelijke genezerik). Hopelijk vindt u het volgende een leuk weetje, de vrouwelijke genezerik wordt een verbanddoos genoemd….excuses voor mijn platte taalgebruik. Kijkt u maar hoe u dit hapje verteert. In 2008 maak ik de overstap naar de LO/Sport. In eerste instantie ben ik werkzaam in Eibergen, om vervolgens in Schaarsbergen geplaatst te worden, om via Eibergen in Münster terecht te komen, om, jawel, nu weer in Eibergen werkzaam te zijn. 2) We zijn bij het hoofdgerecht aanbeland, waarbij ik u mijn zogenaamde survival-carrière voorschotel. Ik ben met de survivalsport in aanraking gekomen, doordat ik, naar ik meen, ergens 2005/2006 door het BIMS gevraagd werd om de Franse delegatie te begeleiden tijdens het (toentertijd nog internationale) NMK survival. Het was niet gepland dat ik mee zou doen, maar de mogelijkheid werd mij geboden. Sportminded als ik toen ook al was, zei ik natuurlijk geen nee, en heb toen zonder specifieke voorbereiding meegedaan en eindigde ik ergens (tot mijn grote verbazing) in de top-20. Een nieuwe discipline was ontdekt. Ik heb vanaf toen jaarlijks meegedaan aan het NMK-survival. Maar het heeft jaren geduurd voordat ik eindelijk mijn eerste medaille mocht scoren. Dat kwam niet omdat ik steeds beter werd, maar juist steeds ouder. Jawel, ik kwam uit in de veteranen-categorie. Na 2 jaar achter elkaar 4e te zijn geworden - hoe frustrerend is dat -, eindigde ik in 2012 eindelijk een keer op het podium. Weliswaar het laagste schavot, maar toch…ik was trots. Omdat ik van verschillende kanten te horen kreeg dat een survival in de burger veel zwaarder is, wilde ik dat aan eigen lijf even ondervinden en zodoende schreef ik mij in voor de Survival van Beltrum (de Strijd tegen de elementen). En ja, in vergelijking met het NMK Survival was deze beduidend WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 32
Zandloper
De pen (vervolg) zwaarder. De zwaarste beproeving was echter, 2 maanden later, tijdens de Survival van Gendringen. Mijn hemel, wat heb ik daar afgezien……heel veel ijskoud water in combinatie met een snijdende wind. Vreselijk! Mijn beste en mooiste prestatie is verleden jaar geweest, waarbij ik als eerste eindigde bij de Urban Army Masters (ja, in de veteranencategorie en nee, dat is geen echte survival) en vijfde overall. Het mooie daaraan, is dat ik 4 dagen eerder zonder er specifiek voor getraind te hebben een marathon heb gelopen. Het enige wat ik in de voorbereiding gedaan had, was het wekelijkse 9km Aa-See loopje in Münster. Toen ik startte aan deze Urban Army Masters voelde ik nog wel dat die marathon in mijn benen zat en zodoende ging ik er vanuit niet helemaal voorin te eindigen, maar gaandeweg kwam ik in een lekker ritme en merkte dat ik mij langzaam een weg naar voren baande en mij uiteindelijk op de vijfde plek bevond met zowaar een kans op een derde plaats overall. Door een te laat ingezette eindspurt moest ik genoegen nemen met die vijfde plaats overall. 3) Nu is het de beurt aan het nagerecht (het toetje). Daar serveer ik u als een soort van grand-dessert, de verschillende plaatsingen op de verschillende LO/S-groepen. Laat ik daarbij beginnen met het volgende plagiaat: elk voordeel heb z’n nadeel. In 2008 ben ik mijn LO/S-carrière begonnen in het immer gezellige en zonnige Eibergen, waarbij ik de eer en het genoegen had met Smi René de Jager te mogen samenwerken (die ik toen nog helemaal niet kende). We zaten al gauw op één lijn en ik kreeg van René genoeg vrijheid om mijn lessen in te kleden. Dat ervoer ik als zeer prettig. Daarnaast was het ook erg prettig dat ik, als beginnend instructeur, een beroep kon doen op de ruime kennis van de ervaren René. Daar heb ik dan ook een hoop van kunnen leren. Door die eerder genoemde klik was, en is, een erg prettige samenwerking mogelijk. Concluderend: om een 2-mans sportbureau succesvol te maken, is het belangrijk dat je met elkaar op één lijn zit en elkaar voldoende vrijheid geeft, anders zou het wel eens lastig kunnen worden (je bent per slot van rekening op elkaar aangewezen). Het is een kwestie van geven en nemen, waardoor er een balans ontstaat. In 2012 word ik in Schaarsbergen op de OK geplaatst, waarbij ik te maken krijg met een echte LO/S-groep met nadruk op GROEP. Na mijn eerder genoemde 10 jaar voelde dat als weer terug te zijn op het nest. Heel veel collega’s met verschillende achtergronden, specialiteiten, interesses en bagage. Het grote voordeel van een grote LO/S groep is dat je heel veel kan leren (ideeën kan opdoen) van de lessen van je collega’s en de manier van lesgeven. Tevens kunnen deze collega’s je een helpende hand bieden als je even niet meer weet hoe je bepaalde zaken dient aan te lopen en bij het voorbereiden van een les. Waar ik tevens positief op terugkijk, is de sfeer tijdens de pauzes. Er valt bijna altijd wel wat te lachen/te beleven. Ook het gezamenlijk sporten (kicken, survivallen…een stukje lopen/fietsen) is een behoorlijke plus. Je blijft op een grote LO/S-groep ook beter geïnformeerd over wat zich in den lande afspeelt. Op een kleine LO/S-groep, zeker Eibergen en Münster (ver weg gestopt) ben je toch enigszins verstoken van de meest recente nieuwtjes. Dan, na een korte periode te hebben gefunctioneerd in Münster (9 maanden) waarbij ik heb samengewerkt met de zeer ervaren Smi Niek van Gils, ben ik nu weer terug in Eibergen wat in vergelijking met een aantal jaren terug inmiddels een éénmansfunctie is geworden. Ik vervang daar Smi Rene de Jager - hij is tijdelijk op de Sportcommissie geplaatst- waarbij ik, voor de time being, Eibergen waarneem. Ik ben nu dan ook volledig op mezelf aangewezen. Wat ik daarbij als zeer prettig ervaar, is dat ik mijn tijd vrij kan indelen. Natuurlijk staan de lesmomenten vast, maar daar omheen bepaal ik voor een groot gedeelte zelf wat ik doe en wanneer. Een absoluut nadeel van het geheel op jezelf aangewezen te zijn, is dat je (bijna) alles zelf moet uitzoeken/regelen, waarbij je voorheen je collega’s kon raadplegen. Dat maakt dat je zo nu en dan je benen onder je lijf vandaan rent, les hier, les daar, vergadering hier, vergadering daar, storing hier, storing daar…etc…etc… 4) Het afzakkertje is van het huis en dat is niets meer, maar ook niets minder dan het overdragen van De Pen. En die eer valt aan jou…Aooi Ruud Lenferink. Je komt met enige regelmaat bij mij op het LO/S-bureau om “even” aan je herstel te werken (dat gaat zeer voorspoedig) en zodoende borrelde de vraag op hoe je zo in het atletiekwereldje terecht bent gekomen en hoe dat je daar nu, gezien je blessure, invulling aan geeft. Succes met je herstel en De Pen. Oh ja, je mag De Pen niet langer overdragen aan een rode pet. Ik hoop dat u genoten heeft en dat alles naar wens is geweest. Denkt u er wel aan, u heeft nu rijkelijk geconsumeerd en lang stil gezeten….het is nu de hoogste tijd voor wat beweging………KEEP ON MOVING…….begin te bewegen, stelletje luie pax’n! Het gaat u ALLEN goed! WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 33
Zandloper
Vrienden in Bedrijf Door: Wil Maaswinkel
Warming Up: Smi LO/Sport Ed Janssens is bij iedereen, die de afgelopen 35 jaar in de LO/Sport heeft gewerkt en ook bij de militairen, die actief sporten zeer bekend. Op de KMS, op het KCT, in Bad Reichenhall en op nog veel meer plaatsen, heeft hij zijn kennis/ervaring vergaard en gedeeld! De rol van zijn echtgenote Git Dewulf, is bij “Vrienden LO/ Sport” minder bekend. Maar daarin komt, hopelijk, verandering. Git is de drijvende kracht achter het succes van Sporthotel “De Lanterfanter”. De Lanterfanter is de eerste onderneming, die toetreedt tot “Vrienden in Bedrijf”. Daarom laten we Git vertellen over De Lanterfanter. Hieronder haar verhaal. Een verhaal dat veel vertelt over het meest gewaardeerde sporthotel van België, maar ook iets over Git, Ed en hun twee jongens! Git en Ed, hoe hebben jullie de prachtige plek waar de Lanterfanter ligt ontdekt? Hoe is het kiezen en de start van de Lanterfanter verlopen? In het uiterste hoekje van België, op de grens met Duitsland en Luxemburg, hebben we 12 jaar geleden onze thuis ontdekt. Het plan om naar de Ardennen te verhuizen bestond al jaren, de horecapapieren waren gehaald en het ondernemingsplan lag klaar. Toen onze jongste zoon werd geboren, was het tijd om actief te gaan zoeken naar een passend pand. En na een jaar kwamen we verrassend uit in Schönberg, in het natuurpark Hoge Venen-Eifel, een plek waar we zelf nog nooit waren geweest. Het pand was zwaar verwaarloosd maar het voelde ´goed´ aan, het had een ziel. De streek is geen toeristische trekpleister maar de dichte bossen en het prachtige Ourtal bekoorden ons direct. De drukte in de toeristische gebieden kan dan wel commercieel interessanter zijn, maar de rust die je hier vindt is pure luxe. En dat was doorslaggevend. De verbouwing duurde bijna een jaar en was een heftige klus, maar gelukkig konden we rekenen op de steun van familie en vrienden. Een paar jaar geleden hebben we nog uitgebreid met extra faciliteiten voor fietsers en voor onszelf een nieuwe woning bijgebouwd. Ondertussen zijn we zo gewend aan klussen dat we onze hand bijna nergens meer voor omdraaien. Ook praktisch. Wat heeft ertoe geleid dat jullie nu het best gewaardeerde hotel van België zijn? Onze gasten zijn buitensporters: fervente wandelaars, mountainbikers, een triathlonteam of een wielerselectie, iedereen die hier komt, is actief bezig met zijn sport. En wij zorgen voor de nodige faciliteiten voor deze sporters qua inrichting, voeding, begeleiding,... Dat is voor ons niet zo ingewikkeld omdat sport ook onze passie is. Daarnaast is de Lanterfanter ook een tweede thuis is voor onze gasten. De informele sfeer zorgt ervoor dat zowel de gasten als wij gewoon onszelf kunnen zijn. Het credo ´klant is koning´ gaat hier niet op want wie wil er nu als een klant behandeld worden als hij ook te gast kan zijn! En de Lanterfanter is een eco-hotel: ons duurzaam beleid is voor het derde jaar onderscheiden met het eco-label ´Green Key´. De combinatie van professionaliteit met gezelligheid zorgt ervoor dat we meer dan 70% stamgasten hebben. Reclame maken doen we niet zelf, dat laten we aan onze gasten over want hun mening telt. Dat resulteerde in 2014 tot de Zoover Award als best gewaardeerde hotel van België 2014 (zie Zandloper 4 van 2014). Als je nu terugkijkt naar meer dan twaalf jaar ondernemerschap, waar zijn jullie dan het meest trots op? Op ons gezin uiteraard. Ondanks de vele werkuren en het feit dat Ed veel weg is, hebben we toch een warm nest. We zijn alle vier gek op sport, dus trekken we er samen op uit in de mooie natuur. Soms is de scheiding WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 34
Zandloper
Vrienden in Bedrijf (vervolg) tussen privéleven en werk moeilijk, maar omdat we dezelfde interesses delen met onze gasten, is dat niet onoverkomelijk. Ook ben ik trots op het feit dat we mensen echt kunt samenbrengen. Als je zorgt voor duidelijke regels, een hoop gezelligheid en je het leven niet te serieus neemt, dan voelt iedereen zich meteen thuis. Dan kan men zich ontspannen, wordt er hartelijk gelachen en zijn de dagelijkse beslommeringen ver weg. Veel van de Lanterfanter kunnen we zien op op www.lanterfanter.be . Maar leidt ons eens rond en vertel waar de gasten van de Lanterfanter van kunnen genieten? De Lanterfanter verschilt van een standaardhotel door de inrichting en de gemoedelijkheid. Zo zijn alle kamers verschillend ingericht. De tien slaapkamers bieden plaats aan 30 gasten en hebben comfortabel eenpersoonsbedden. De gezellige verblijfsruimte is het centraal punt in huis. Er is plaats genoeg voor iedereen aan de lange tafels en in de knusse zithoek bij het haardvuur. Men kan er tv kijken, draadloos internetten, spelletjes spelen of lekker kletsen bij een trappist. Voor de wellnessbeleving kan men terecht in de sauna, de infraroodcabine of de massageruimte. Buiten is er een speeltuin en een voetbal/basketveld. Op lange zomeravonden is het heerlijk vertoeven onder de veranda en in de winter is een glühwein bij het kampvuur niet te missen. Verder zijn er een fietsenkelder met sleutelplek, een bikewash en een droogruimte met wasmachine en -droger. Er is ook nog een afsluitbare buitenparking voor motoren. Veel sportliefhebbers hebben de Lanterfanter al ontdekt, wat spreekt hen zo aan? Onze accommodatie is buitengewoon geschikt als groepsverblijf voor zowel recreatieve als professionele sporters. Zo organiseert de KNWU de hele zomer door trainingskampen voor diverse selecties bij ons, dat al twaalf jaar lang. De rustige ligging verzekert privacy en een prima nachtrust. De voeding voor sporters is zeker afwijkend van gewone restaurantmaaltijden. Daarom worden bij ons de maaltijden in samenspraak met de coaches bepaald. Bij gezelschappen met bourgondische inslag komen natuurlijk andere menu´s op tafel als bij wielerteams, maar er wordt iedere dag vers en gezond gekookt met de nadruk op biologische en lokale producten. In onze wondermooie regio kunnen wielrenners – maar ook motorrijders - ongelimiteerd hoogtemeters maken over rustige wegen. Wandelaars komen volop aan hun trekken in de ongerepte bossen en de mysterieuze Hoge Venen. Voor mountainbikers is er een uitgebreid netwerk aan bewegwijzerde tochten, een MTB-park en een eigen technisch parcours naast het hotel. En wij helpen iedereen graag op pad met tips, kaarten, routes en gps-tracks. Hoe ziet de organisatie en het team dat voor zoveel tevredenheid bij de gasten zorgt eruit? Eigenlijk is het een minibedrijfje met één vaste werknemer: ik ben kokkin, schoonmaakster, boekhoudster en klusjesvrouw. In drukke tijden kan ik rekenen op enkele vlijtige studentes in de keuken en de bediening. Ook onze zonen verrichten hand-en-spandiensten in het hotel, maar als mtb-gidsen zijn ze onovertroffen: ze mountainbiken bij een wedstrijdteam en kennen de streek als hun broekzak. Als Ed thuis is, dan is hij meestal rundum Hause aan het zagen, hakken of klussen. Verwachten jullie nog vernieuwingen in de sportieve recreatie of veranderingen in de hotelbranche? Zijn er nog hoogtepunten voor gasten in 2015? Zowel in Nederland als in Vlaanderen is het fietstoerisme in opmars. Dit zal zeker nog een aantal jaren aanhouden. Opvallend is de toename van het aantal vrouwen op de racefiets. Ook steeds meer fietsers willen met een gids op pad. Afgelopen seizoen hebben we met succes de eerste mtb-clinics georganiseerd. In de toekomst willen we deze clinics ook uitbreiden met voedingstips, trainingsadvies en fietsonderhoud. Is de Lanterfanter af, of zijn er nog mooie plannen voor de toekomst? Het Lanterfanter-concept blijft ongewijzigd: Door sporters voor sporters. Klein, gezellig en professioneel. Nu alle verbouwingen achter de rug zijn, is het ook ons streven om zelf wat meer te lanterfanten, want tot nu toe is dat er weinig van gekomen. Graag tot ziens! De Lanterfanter Sporthotel *** Schönberg http://www.lanterfanter.be WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 35
Zandloper
Optimale talentontwikkeling met het Athletic Skills Model Door: Hans Wakelkamp
Op pagina zeven van deze Zandloper las u een bijdrage van Hans Wakelkamp in het kader van de serie: ‘Investeren in Uitblinken’. In deze serie is een aantal keren het Athletic Skillsmodel (ASM), ter sprake gekomen. In onderstaand artikel beschouwt Hans dit model wat diepgravender in relatie tot de VeVa-opleiding en de doorlopende leerlijn binnen de Landmacht. Inleiding Op de Dienstvakdag 2014 (DVD) dag kwam ik oud-collega Jan Kasper tegen. Hij heeft rond 1976 de LO/Sportorganisatie KL verlaten, maar is op zijn 70 jarige leeftijd nog fit, actief en intensief betrokken bij het Athletic Skills Model (ASM) team. Jan vertelde dat zij een interessante ASM docenten opleiding verzorgden en dat die opleiding een uitstekende aanvulling is op wat wij bij de opleiding Veiligheid Vakmanschap (VeVa) doen. Maar dat de visie ook past bij de doorlopende leerlijn zoals gehanteerd bij Defensie en de preventie van blessures en aanpak van de revalidatie. Eind november kreeg ik bericht dat er in januari 2015 een ASM docenten opleiding van start ging. Deze is verzorgd door o.a. prof. Geert Savelsbergh (afdeling bewegingswetenschappen op de VU Amsterdam), René Wormhoudt (conditie en herstel trainer Nederlands voetbal elftal), Ronald Mijzen (jeugdtrainer Ajax), e.a. Visie en filosofie ASM Het ASM is een holistisch talentontwikkelingsmodel. Voor zowel breedte- als voor de topsport, van jong tot oud en van minder valide tot valide bewegers. Het ASM richt zich op het atletisch vermogen door een veelzijdig en gestructureerd oefenprogramma. Met volop aandacht voor gezondheid, welzijn en prestaties. Het ASM model is een combinatie van een aantal andere modellen zoals: Ericson 1993, een Amerikaanse psycholoog, richt zich vooral op delebarate practise, waarbij oefenen en/of trainen niet leuk hoeft te zijn, als je maar de 10.000 uur haalt. Coté 1999 richt zich op zowel delebarate play als delebarate practise. Hij vond het belangrijk dat je ook veel speeltijd hebt. Hierdoor word je creatiever en behoud je meer plezier aan bewegen. De Long Term Development van Balyi is een Canadees model dat in veel landen wordt gebruikt. Het is een internationaal concept dat zich richt op een leven lang sporten. Het bevat 7 stappen die je moet hebben doorlopen, om de uiteindelijke top te kunnen behalen. Verder stelt (ook) Balyi dat hiervoor ongeveer 10.000 trainingsuren nodig zijn. Het ASM berust op drie pilaren, te weten performance (prestatie), life style (gezonde leefstijl, fit en gezond leven) en rehab (revalidatie). Naast voor prestatie en gezonde leefstijl kan het ASM model uitstekend in de revalidatie, in al zijn aspecten, worden toegepast. Heb je talent of ben je een talent? Michael ‘Áir’Jordan Iedereen heeft wel een bepaald beeld bij het begrip Cristiano Ronaldo ‘talent’. Vele trainers, coaches en talentscouts zeggen talent te herkennen als ze het zien. Ze hebben er een soort ‘Fingerspitzengefühl’ voor. Maar wat het precies is dat ze zien, is lastig onder woorden te brengen. Bovendien vergissen ze zich met enige regelmaat en worden latere toppers niet altijd als talent herkend in hun jeugd (Ankersen, 2012). Bekende voorbeelden van toppers van wie het talent aanvankelijk niet werd herkend, zijn de Portugese topvoetballer Cristiano Ronaldo of ’s werelds beste basketballer Michael Jordan.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 36
Zandloper
Optimale talentontwikkeling met het Athletic Skills Model (vervolg) Is talent vooral aangeboren of wordt het juist gevormd? Bestaat er zoiets als ‘eeuwig talent’? Is talent sportgebonden of sportoverstijgend? In Nederland worden kinderen veelal als talent aangemerkt in relatie tot een bepaalde sport. Vrijwel altijd zijn dat de kinderen die op dat moment het beste presteren, bijvoorbeeld bij de beste 10% behoren van hun leeftijdscategorie. Maar is dat ook zo? Een specifiek uitzonderlijk voorbeeld daarvan is Tiger Woods. Al vanaf zijn jonge jaren moest hij van zijn vader keihard trainen en is hij al vroeg een wereldtopper geworden. Tiger Woods is nooit gestopt om beter te worden! Talent komt je niet aanwaaien. Voordat je iets echt goed kunt, moet je veel, heel veel hebben geoefend: wel ongeveer 10.000 uur. De 10.000 uur-regel is afkomstig van de Amerikaanse psycholoog Anders Ericsson. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat toppers in hun vakgebied veel ervaring hebben: oefening baart kunst. Talent betekent voor een belangrijk deel dat je zo veel van een vak houdt dat je bereid bent jezelf daar aan te wijden, op een bijna obsessieve manier. Een definitie van talent die met “liefde” begint, is een goede definitie. Maar ook de omstandigheden zoals ouders, vereniging, trainers, coaches, accommodatie, etc. Sven Kramer heeft sportieve ouders, werd door zijn ouders al vroeg mee naar de schaatsbaan genomen en heeft altijd vlak bij een schaatsbaan (Thialf) gewoond. Peak Height Velocity Wanneer de groeispurt op zijn hoogst is, wordt gesproken van Peak Height Velocity (PHV). Het ASM model richt zich vooral op de biologische leeftijd en geeft aan dat vooral kijken naar de PHV belangrijke richtlijnen geeft of iemand talent heeft of niet. Ze gaan ervan uit dat ieder kind zijn eigen tempo en timing heeft, waar de trainers rekening mee moeten houden. Het ASM maakt gebruik van een fase indeling in drie periodes rondom de groeispurt, waarbij er een verschil zit tussen jongens en meisjes. Door de groeispurt heeft de jonge adolescent een verhoogde kans op het krijgen van blessures, mede doordat de motoriek verstoord raakt. Het is van belang dat er meer gekeken wordt naar de biologische leeftijd (de leeftijd t.o.v. het PHV). De jeugd van Ajax speelt hier al op in. De jonge talenten krijgen 2 tot 3 maal per week op de Athletic Skills Track binnen hun eigen groep met dezelfde biologische leeftijd een veelzijdig beweegprogramma aangeboden alvorens ze naar de voetbaltraining gaan. Op de ASM site staat een formule (www.athleticskillsmodel.nl/asm-groeimodel/asm-groeiberekening/) waarmee je kunt uitzoeken in welke fase een kind zich bevindt.
Selecteren of geduld? Kinderen vertonen zelden een rechtlijnige ontwikkeling. Er zijn opleidingsinstituten (clubs en verenigingen) die kinderen al op vroege leeftijd scouten en vervolgens bijzonder specialistisch (eenzijdig) met hen aan de slag gaan. Deze clubs kiezen dan vaak voor die kinderen die van nature goede bewegers zijn. In veel sporten wordt er aan het eind van het seizoen doorgeselecteerd. Dit betekent zoveel als: ’Zijn er ergens anders in de regio betere leeftijdgenootjes op dit moment?’ Soms lijkt het erop dat doorselecteren belangrijker wordt gemaakt dan geduld en het opleiden en trainen van de op dat moment minder ontwikkelde kanten van dat kind. Dit type prestatiegerichte omgeving voelt niet zo veilig voor kinderen en is meer gericht op de korte termijnontwikkeling dan op het ontwikkelingsproces voor de langere termijn. Uitgangspunt is dat plezier in bewegen het fundament vormt voor succes en uiteindelijk persoonlijke topprestaties. Deze komen tot stand door het werken aan heldere en realistische doelen. Bij het succesvol afleggen van de weg naar de top gaat het niet alleen om sport specifieke kwaliteiten maar duidelijk ook om domein overstijgende kwaliteiten, zoals zelfregulatie. Inzicht in talentherkenning en -ontwikkeling is daarmee niet slechts interessant voor potentiële topsporters, maar voor een ieder die het beste uit zichzelf wil halen en zijn grenzen wil verleggen.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 37
Zandloper
Optimale talentontwikkeling met het Athletic Skills Model (vervolg) Bouwstenen ASM Het ASM richt zich vooral op een combinatie van vroege betrokkenheid en een late specialisatie. De weg van essentiële basisvaardigheden in een mega periodisering weggezet volgens de ASM filosofie ziet er als volgt uit: Een veelzijdig goede beweger. Deze goede beweger wordt een atleet. De atleet ontwikkelt een specialisatie. De specialist binnen de sport is een atleet. De bouwstenen waarop het ASM berust zijn: Basic Movement Skills (BMS). Het ASM richt zich op grondvormen van bewegen. Coördinative Ability (CA). Het ASM richt zich op 7 coördinatieve vermogens. Conditions of Movement (COM). Het ASM kiest voor 5 Conditions of Movement, te weten: agility (wendbaarheid en behendigheid), flexibility (lenigheid), stability (houding en balans), power (kracht en snelheid) en endurance (uithoudingsvermogen). Omdat elke ‘condition’ meerdere elementen van de grond motorische eigenschappen in zich heeft, kiest het ASM voor de meer praktisch werkbare bovenstaande COM. In de macrocyclus worden de bouwstenen BMS, CA, COM, multisporten, donorsporten en motorische toolbox van het impliciete leren weggezet. Invloed Defensie heeft pas invloed op de ontwikkeling vanaf de leeftijd van ongeveer 16 jaar. Dat gebeurt voor ¾ van de tijd op de ROC’s en voor ¼ van de tijd binnen de poorten van Defensie tijdens de BPV perioden. De leeftijd van 16 jaar is nog uitstekend om te investeren in coördinatieve vermogens. De effecten zullen minder groot zijn als bij de gevoelige sensitieve perioden die in hun leven zijn voorbij gekomen, maar helpen wel degelijk om een goed fundament te leggen, alvorens in te stromen bij Defensie. Analyse van het geheel van fysieke aspecten van het beroep van militair levert de conclusie op dat de militair: vaardig en veelzijdig moet kunnen bewegen, een goed uithoudingsvermogen moet hebben en dat de militair fysiek sterk moet zijn. Daarnaast is mentale stabiliteit en belastbaarheid van groot belang. De sensibele perioden zijn niet in te halen, maar in de start van de doorlopende leerlijn kunnen we een stevig fundament leggen die we binnen de poorten van Defensie van de veelzijdige goede beweger tot succesvolle militaire specialist kunnen ontwikkelen die overal ingezet kan worden. Het ASM gedachtengoed van René Wormhoudt, Jan Willem Teunissen en Geert Savelsbergh past uitstekend bij de ontwikkeling van een mega periodisering voor militairen. Ik raad iedereen, die nieuwsgierig is geworden en het beste wil halen uit optimale ontwikkeling, aan om het boek ‘Athletic Skills Model voor optimale talentontwikkeling’ aan te schaffen. http://www.athleticskillsmodel.nl/asm-boek/
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 38
Zandloper
Katja’s Bodyscan Door: Rik Wolting
De Landmacht verleent regelmatig haar medewerking aan tv-programma’s. Soms is daarin een (grote) rol weggelegd voor een collega LO/Sportinstructeur. Sergeanten der eerste klasse Rik Wolting en Dennis Roeloffzen verleenden hun medewerking aan het programma: Katja’s Bodyscan. Hierin werden de fysieke en mentale effecten van vasten bekeken. De uitzending was op 26 maart jl. De redactie vroeg Rik naar zijn ervaringen. Rik: “Vasten heeft effect op je lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Eten geeft energie om te kunnen presteren. Door het leveren van een fysieke inspanning op de hindernisbaan wilde Katja aantonen wat de effecten zijn van het gedurende 4 dagen vasten op haar fysieke prestatie en haar geestelijk vermogen. Op maandag heeft Katja de hindernisbaan inclusief een cognitieve test gedaan. De vrijdag daarop heeft ze een soortgelijke test gedaan waarbij uiteindelijk de verschillen in prestaties op zowel fysiek als mentaal gebied zichtbaar werden.” Wat was de specifieke taak van onze LO/Sportinstructeurs? In hoeverre werd je functioneren bemoeilijkt doordat je iemand moest begeleiden zonder een enkele ervaring op de hindernisbaan? Rik: “De taak van Dennis en mij was om de demo’s en uitleg te verzorgen, om Katja zodoende de hindernisbaan op een veilige en economische wijze te kunnen aanbieden. In het kader van PRM (Personeels Risico Management, redactie) mochten we de hogere hindernissen niet aanbieden. Ondanks dat ze een professional is in haar vak, is ze namelijk ook nog steeds een “BB-er” (Bekende BURGER). Voor ons als LO Sportinstructeurs was het een uitdaging om Katja de basistechnieken aan te leren en om haar deze te laten toepassen in het nemen van de volledige hindernisbaan (m.u.v. hindernissen hoger dan 2,5 m). Hierbij verzorgde Dennis de demo’s en vervulde ik de rol als instructeur en begeleider. Dennis was tevens Katja’s buddy bij de “test”, waarbij ik als instructeur en motivator meeliep. Verder was het de taak van ons om op maandag alvast een link te leggen naar de vrijdag. In de tussenliggende dagen zou ze immers vasten en dit zou natuurlijk gevolgen hebben voor haar fysieke en mentale gesteldheid. Met name het economisch (energiezuinig) nemen van de hindernissen was dan ook een accentpunt, evenals het geconcentreerd uitvoeren van de aangeleerde basistechnieken. Veiligheid boven alles!” Op welke wijze werd je vooraf geïnformeerd of geïnstrueerd door de opnameleiders? Hoe lastig was het in de praktijk om te werken met de wetenschap dat alles zo goed mogelijk in beeld van de camera moest komen? Rik: “Kort voor elke opname of elk shot kwamen de opnameleiders bij ons om een en ander door te spreken. De ene keer werd verteld op welke positie we moesten staan, de andere keer moesten we belangrijke teksten duidelijker overbrengen. Natuurlijk was niet goed opnieuw, dus dat was dan even “cut”. Uiteraard moesten we constant rekening houden met het feit dat we de LO/Sportorganisatie vertegenwoordigden en dit er dus professioneel uit moest zien. Majoor Dijkstra van de PAO (Public Affairs Office) was dan ook op de achtergrond aanwezig voor tips en tools. Het feit dat er constant meerdere camera’s op ons gericht waren, voelde in het begin onwennig. Na korte tijd echter raakte ik er aan gewend en was ik in mijn element op de hindernisbaan. Het prettige was dat ik vanuit mijn expertise kon spreken en Katja enthousiast en leergierig was.”
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 39
Zandloper
Katja’s Bodyscan (vervolg) Belangrijkste vraag vanuit het mannelijke perspectief gezien: hoe is Katja in de dagelijkse omgang mét en zonder camera’s in de buurt? Rik: “Haha, Katja is een hele sociale en enthousiaste meid. Bijkomend voordeel is dat ze er ook nog eens niet verkeerd uitziet. Aan alles merk je dat ze een tv-persoonlijkheid is. Ze weet exact hoe ze moet lopen, wanneer ze moet lachen en wat ze wil zeggen. “Off-camera” is ze een normale meid zonder kapsones en met veel humor. “ Leuk om te vertellen: ze vroeg me om haar hakken in te tapen om blaarvorming tegen te gaan. Natuurlijk heb ik toen over m’n hart gestreken. Ook was het wel grappig dat ze vrijdag tussen de bedrijven door aangaf wel heel veel zin te hebben in Mc Donalds. Oja, heb al heel veel reacties gehad op de tv opnames maar nee, met de scheiding met Thijs Römer heb ik echt niks te maken. Ben jij het meest fotogeniek dat de keuze op jou viel? (Of waren het andere criteria die de doorslag gaven?) Hoe heb je het geheel ervaren? Rik: “Buiten het feit dat ik de meest fotogenieke LO/Sportinstructeur ben, wilde de crew een ervaren, iets ouder uitziende, grote Sgt1 LO Sportinstructeur. Ik vind 1.78 niet groot maar die ouwe kop heeft denk ik de doorslag gegeven, haha. Het waren twee leuke, leerzame en gezellige opnamedagen. Een unieke ervaring! Bekijk hier de betreffende uitzending: http://tvblik.nl/katjas-bodyscan/vasten
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 40
Zandloper
Rapportage Sport 2014
Door: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Begin 2015 verschenen: Rapportage Sport 2014: de stand van de sport in Nederland. PERSBERICHT | Sociaal en Cultureel Planbureau Het aandeel Nederlanders dat wekelijks aan sport doet, is de afgelopen 10 jaar licht gestegen (van 52% naar 56% in 2013) en tweederde van de Nederlanders beweegt voldoende.
Steeds vaker sporten mensen alleen of in zelf georganiseerde groepjes, tegelijkertijd is het lidmaatschap van sportverenigingen stabiel gebleven.
Het overgrote deel van de Nederlanders (87%) is tevreden met het sport- en beweegaanbod in de buurt. 11% van de Nederlanders is maandelijks actief als sportvrijwilliger en 23% bezoekt sportwedstrijden of -evenementen. Dit aandeel neemt niet toe, maar ook niet af. Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Rapportage sport 2014, die vrijdag 23 januari 2015 verschijnt en is aangeboden aan minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en sport (VWS). Onder redactie van drs. Annet Tiessen-Raaphorst schetsen 22 auteurs van diverse onderzoeksinstituten de ontwikkelingen in de sportsector in de afgelopen jaren. Eerdere edities van de Rapportage sport verschenen in 2003, 2006, 2008 en 2010. De Rapportage sport wordt in opdracht van het ministerie van VWS opgesteld. Achterstand in sport blijft bij ouderen, lager opgeleiden, mensen met slechtere gezondheid en bij inwoners uit buurten met matige leefbaarheid Ruim de helft van de Nederlanders (56%) sportte in 2013 wekelijks of vaker, maar tegelijkertijd doet een kwart van de bevolking (25%) niet of nauwelijks aan sport. Leeftijd, opleidingsniveau en gezondheid blijven belangrijke factoren van sportdeelname. De verschillen tussen jong en oud zijn sinds 2001 kleiner geworden, maar tussen lager en hoger opgeleiden juist iets toegenomen. Mensen met een matige of ernstige fysieke handicap zijn de afgelopen jaren meer aan sport gaan doen, maar hun wekelijkse sportdeelname is nog steeds veel lager dan die van mensen zonder handicap (34% versus 63% in 2013). Inwoners uit buurten met een matige leefbaarheid sporten minder en zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan inwoners uit buurten met een (zeer) positieve leefbaarheid. Nederlanders is teer het lokale sport- en beweegaanbod Grote meerderheid tevreden met lokale aanbod Het overgrote deel van de Nederlanders (87%) geeft aan dat ze tevreden zijn over het lokale sport- en beweegaanbod, zoals het aantal wandel- en fietspaden in de buurt, aanwezige sportaccommodaties en keus uit voldoende sporten. Ten opzichte van inwoners uit andere Europese landen scoort de tevredenheid van Nederlanders hoog. Wel hangt deze waardering samen met de buurt waarin men woont: inwoners uit buurten met een (zeer) positieve leefbaarheid zijn meer tevreden dan inwoners uit de buurten met een matige leefbaarheid. Bijna de helft van de sporters actief in georganiseerd verband 45% van de sporters is lid van een sportvereniging of andere (veelal commerciële) sportaanbieder. Steeds vaker kiezen sporters ervoor ook alleen te sporten of zelf een groepje om zich heen te organiseren, een trend die ook in andere maatschappelijke sectoren zichtbaar is. Dit heeft gevolgen voor de inrichting van de openbare ruimte (zoals verlichting van wandel- of fietspaden) en het type accommodaties (zoals multifunctionele ruimtes). n opzichte van andere Europeanen zijn Nederlanders kampioen ‘zitten’ Nederlanders bewegen meer, maar zitten ook veel Twee derde van de Nederlanders beweegt voldoende volgens de geldende beweegnormen. De afgelopen tien jaar is dit percentage zeer licht gestegen. Ten opzichte van andere Europeanen bewegen Nederlanders veel; maar tegelijkertijd zijn Nederlanders ook kampioen ‘zitten’. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 41
Zandloper
Rapportage Sport 2014 (vervolg) Het aantal sportblessures neemt toe Het aantal sportblessures is gestegen tot 2 blessures per 1.000 uur sport. Een verklaring voor deze stijging is voor een deel de toegenomen populariteit van fitness en hardlopen. Aandacht voor ongewenst gedrag in de sport blijft nodig Van de regelmatige sporters of wedstrijdbezoekers voelt 73% zich doorgaans veilig op en rondom sportwedstrijden; maar 38% heeft ook wel eens ongewenst gedrag ondergaan of gezien. Wangedrag in de sport komt voor in alle leeftijdsgroepen en bij alle sporten, maar bij teamsporten relatief vaak. Excessen blijken vooral een voetbalprobleem te zijn. Groepen die relatief vaak wangedrag meemaken zijn niet-westerse migranten, lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender sporters en gehandicapte sporters, evenals topsporters. Een groeiend aantal sportbonden en sportverenigingen heeft aandacht voor sportiviteit en respect. Desondanks blijft het van belang sportverenigingen te triggeren om de ontwikkelde (beleids)instrumenten actief in te zetten. Nederlandse topsportbeleid scoort op planning en coördinatie Uit een internationale vergelijking blijkt dat het Nederlandse topsportbeleid in 2011/’12 goed scoort ten opzichte van andere landen op terreinen waar langetermijnplanning en coördinatie belangrijk zijn, zoals sportparticipatie en de organisatie en structuur van de topsport. Op terreinen die meer financiële middelen vragen, zoals internationale competities, wetenschappelijk onderzoek en trainingsfaciliteiten, scoort Nederland gemiddeld. NOC*NSF heeft eind 2012 de focus gericht op een beperkt aantal sporttakken. Het is de vraag of dit tot meer succes gaat leiden: prestaties van landen die al langer een focusbeleid voeren, zijn niet perse succesvoller dan landen die dit niet doen. De schaarste aan middelen en de toegenomen internationale concurrentie dwingen tegelijkertijd wel tot prioritering. De komende jaren zal het effect blijken. Economische impact sportevenementen vooral regionaal De economische impact van sportevenementen is vooral op regionaal niveau zichtbaar; de omvang hangt samen met de schaal, duur en type sport(en). Bij de lokale bevolking bestaat een groot draagvlak en veel waardering voor het organiseren van evenementen, maar dit wisselt wel naar type evenement en de regio. Van de Nederlanders bezoekt 23% maandelijks of vaker een sportwedstrijd of -evenement. Bezoekers die niet aan sport doen, lijken niet van plan dit wel te gaan doen door toedoen van het evenement. hun begroting niet rond Overheidsbijdrage blijft van belang voor sportsector De overheid (rijk, provincies en gemeenten) gaf in 2012 netto ruim 1,2 miljard euro uit aan sport, waarvan het merendeel door gemeenten aan de exploitatie van sportaccommodaties werd besteed. Dit bedrag is stabiel sinds 2010. Deze overheidsbijdrage blijft met name belangrijk voor exploitanten van zwembaden en voor sportverenigingen. Subsidies en andere donaties vormen bij hen respectievelijk 36% en 9% van hun totale baten. Zonder de overheidsbijdrage zouden zij hun begroting niet rond kunnen krijgen. Voor exploitanten van andere overdekte of openluchtsportaccommodaties geldt deze redenering niet, bij hen vormen subsidies 4% van alle baten. Minder sportaccommodaties door clustering en multifunctioneel gebruik Sinds 2000 is het totaal aantal sportaccommodaties afgenomen. In 2012 waren er minder zwembaden (–8%) en openluchtsportaccommodaties (–7%) onder andere vanwege clustering. De clustering heeft daarentegen niet geleid tot minder wedstrijdvelden en –banen in de openlucht (+5%). Het aantal overdekte sportaccommodaties (+2%) is licht gestegen. Steeds meer overdekte sportaccommodaties zijn multifunctioneel, waardoor ruimtes voor meerdere sporten geschikt zijn. In het afgelopen decennium ligt de exploitatie van zwembaden en openluchtsportaccommodaties steeds vaker bij stichtingen of bedrijven. Bij overdekte sportaccommodaties is deze trend niet te zien en blijft doorgaans de gemeente de beheerder. Aandeel vrijwilligers in de sport stabiel In 2012 was 11% van de bevolking maandelijks of vaker actief als vrijwilliger in de sport. Voor verenigingen zijn zij van groot belang: bij 82% van de sportclubs zijn vrijwilligers actief. Omgerekend vervullen zij gezamenlijk 56.000 onbetaalde voltijdsbanen. WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 42
Zandloper
De mooiste sportmomenten van... Door: Herold Dat
SPORT VERBROEDERD...... !!! Op nummer 1: Eén dag later na de dodelijke val van Fabio Casartelli in de Tour van 1995 De uitspraak “sport verbroederd” kennen we allemaal, maar ik vraag me af of het juist de sport is die verbroederd of de gemeenschappelijke deler van het weten wat de andere sporter en jij er voor moeten doen om te komen tot mooie prestaties. Deze vraag heb ik me vaak gesteld, en toen ik afgelopen week bij mijn oud-concurrent en sportvriend Jurgen van Pelt op bezoek was om hem voor zijn 41e verjaardag een gemeende hand te schudden, viel het kwartje. Ook hij zei dat juist het weten wat afzien betekent datgene is wat maakt dat wij elkaar nog steeds met enige regelmaat zien en spreken. Niet de sport, maar juist het wederzijdse respect wat er ontstaat door het weten wat de ander en jij er voor moeten doen, verbroederd. Alleen met er veel voor doen kom je er echter niet, er veel voor laten is het tweede wat nodig is om te presteren. Soms leven als een monnik, regelmaat, discipline en rust zijn de sleutel tot succes. Bij de Internationale Militaire Sportbond (CISM) is het motto Friendship Through Sports. Deze overkoepelende organisatie kun je vergelijken met het IOC, alleen dan voor militaire sporters. Zoals jullie wellicht weten, zijn in veel landen topsporters verbonden aan uniforme beroepen zoals de Politie, Brandweer en Defensie. Op deze manier kan de topsporter zijn sport combineren met een maatschappelijke loopbaan. Een keer in de vier jaar vindt er, net zoals de Olympische Spelen, een Militaire Wereldspelen plaats, deze worden vaak als test case gezien voor de Olympics van twee jaar later. Tijdens de Militaire Wereldspelen van Rome in 1995 was ik daar als atleet en verkeerde ik in een goede vorm. Van het motto Friendship Through Sports heb ik het een en ander destijds slechts oppervlakkig beleefd. Nu ik gisteren die foto van de openingsceremonie met 8500 atleten nog eens terug keek, bekroop mij een gevoel van kippenvel wat reikte van top tot teen. Ik bedacht me dat ik met de Italiaan Fabio Casartelli heb mogen wedijveren in Olympia's Tour van Nederland in 1992, waar diverse militaire landenteams aan deelnamen. Hij reed voor de Italiaanse Militaire ploeg. In datzelfde jaar werd hij Olympisch Kampioen, Erik Dekker werd toen tweede. Een kleine twee jaar later kwam deze oud Olympisch Kampioen als 2e jaars prof in de ploeg van Hennie Kuiper zwaar ten val en overleed op de flanken van de Col de Portet d'Aspet. Deze dag dat Fabio ten val kwam in de Tour van 1995 kan ik mezelf nog goed heugen. Niet zo zeer het feit dat ik hem oppervlakkig kende maakte dat dit bij mij aankwam, maar juist het feit dat ik als sporter ook met enige regelmaat dezelfde risico's nam in mijn sport maakte dat dit mij zo raakte. Een gelijkgestemde sportbroeder was komen te overlijden bij een activiteit die hem juist zoveel plezier gaf, een jonge sportman die zijn hele ziel en zaligheid in zijn sport legde was niet meer. De rouwtocht in de Tour een dag later kunnen de echte wielerliefhebbers zich waarschijnlijk nog goed herinneren. De reactie van Erik Breukink na de streep herinner ik me als de dag van gister: "Ik ken de jongen niet goed maar God, wat vind ik dit erg...." waren zijn woorden. Dat gevoel bij die herinnering is waar verbroedering over gaat. Zoals Jurgen van Pelt mij in 1999 de zege gunde een week nadat mijn moeder overleden was. Hij had veel betere benen die dag, maar wist als sportbroeder wat ik nodig had op dat moment.... dat gevoel van die dag tijdens de Ronde van Vlokhoven in mei 1999 nemen ze ons niet meer af, Jurgen .... https://www.youtube.com/watch?v=U8seKLBCBKo
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 43
Zandloper
De mooiste sportmomenten van...(vervolg) Op nummer 2: M aarten van der W eijden, OS Beijing 2008, 10 km Open Water Zwemmen Ik weet nog goed hoe Maarten van der Weijden in Beijing Olympisch kampioen werd. Een aantal jaren daarvoor was hij doodziek en had hij acute leukemie. Niemand gaf nog een kwartje voor zijn leven, laat staan voor zijn carrière in de topsport. De band met zijn vader hield hem overeind, met name de openheid en stimulerende rol van zijn vader was de sleutel tot zijn succes. Tijdens zijn herstel trainde hij veel met Pieter van den Hoogenband, wat de waarde van dit soort vriendschappen is heb ik hierboven beschreven. De blijdschap en de reactie bij de finish van Pieter vond ik meesterlijk, dat raakte mij op dat moment enorm. Pieter schreeuwde zijn longen uit zijn lijf voor zijn maatje, puur, onvoorwaardelijk en uit liefde voor zijn vriend. Een gevierde sportman die zijn vriend en trainingsmaatje het podium gunt en hem vooruit schreeuwt. Supergaaf: “jaaaahhhh, je hebt hem, je hebt hem.” Ik sprong op uit mijn stoel bij het kijken van deze tvbeelden, met gebalde vuisten stond ik voor de TV, en riep ik: “ Yes, yes….yes”. Ik dacht, wow, die komt van ver. De woorden van Pieter onderstreepten deze gedachte want hij zei: “Alle credits voor Maarten, hij heeft het helemaal zelf gedaan, ik stap nu uit beeld, Maarten is een held.” Het verhaal achter dit succes kwam pas daarna in diverse praatprogramma’s naar boven. In het programma “24 uur met Wilfried de Jong” was Maarten daar heel open over. Op 22 minuten in dat filmpje van “24 uur met..” beschrijft Maarten hoe zijn vader hem voorbereidde op een eventuele dood in verband met zijn ziekte. Hij beschrijft hier de 2 keuzes die hij had: Sterven of Leven. Bij het op zoek gaan naar kracht liet zijn vader hem kiezen tussen deze twee uitersten. De opvoeding waarin zijn vader hem stimuleerde om het beste uit zichzelf te halen, benoemt hij daarnaast als een belangrijk fundament van zijn succes. Dit heeft hij kunnen gebruiken in zijn toewijding en trainingen in zijn aanloop naar zijn Olympische race. Ik heb ook zo’n vader, hij heeft mij geleerd dat overwinnen vaak zoeter smaakt dan het winnen zelf. https://www.youtube.com/watch?v=8sZ8dP5Bnso http://www.npo.nl/24-uur-met/26-01-2009/VPRO_1131328 Op nummer 3: De goal van M arco Van Basten tijdens het EK voetbal in 1988 Wat een goal, niet normaal, uit de lucht vol op de wreef en met een mooie boog over de keeper heen. Het Nederlands elftal was in mijn ogen toen een echt collectief. De rol van Rinus Michiels was hierbij belangrijk, hij smeedde van het team een collectief. “Succes maak je samen”, waren zijn woorden. Ik geloof daar zelf ook in. In de teamtrainingen die ik verzorg bij www.datvooru.nl spreek ik altijd over Samenwerkt. Wat ik knap vond, is dat het hem lukte om de individuele klasse van spelers zoals Gullit, van Basten, Rijkaard, Van Breukelen en anderen aan elkaar te verbinden. Kennelijk hebben coaches die gaan voor het proces, en daarin de ruimte laten voor de individuele prestaties van de spelers, uiteindelijk het gewenste resultaat. Heel Nederland was gehuld in Oranje, het volksfeest tijdens de grachtentocht heb ik voor de TV gevolgd. Er sprongen mensen bij het voorbij komen van de kampioensboot spontaan in de Amsterdamse grachten om de spelers persoonlijk te feliciteren. Er zonken woonboten omdat er teveel mensen op de daken van deze boten stonden. Daarna heb ik het Nederlandse volk nooit meer zo massaal achter het Nederlands Elftal zien staan. Het laatste WK grensde daar aan, maar overtrof het zeker niet in mijn optiek. Zo mooi als het volk achter de sport gaat staan want immers; Sport is emotie, sport verbroederd. https://www.youtube.com/watch?v=cC5iZWDzOrU https://www.youtube.com/watch?v=OhQ0VTtD7EE https://www.youtube.com/watch?v=loXDG-crJbI
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 44
Zandloper
Interview
Door: Paul Lindeboom De interviewer heeft, voordat de overstap naar duursport werd gemaakt, het genoegen mogen smaken een jaar of 12, 13 een mooie balsport te kunnen spelen. Niet helemaal onbevooroordeeld dus wordt er nu, na interviews met Rob Zimmermann en Sjors Röttger, ‘alweer’ aandacht geschonken aan handbal, een oefengebied die onterecht bijna niet meer op het Lesprogramma voorkomt. Hoog tijd om sgt1 Freek, instructeur op de Genm Kootkazerne, de definitieve lans te laten breken. Bij welke vereniging speel je, op welk niveau, op welke positie en hoeveel keer in de week trainen jullie? “Ik speel momenteel bij Achilles in Apeldoorn. We spelen eerste divisie. Het team traint 3 keer (gemiddeld 1,5-2 uur per training, red.), ik train zelf maar 1 keer i.v.m. een opleiding die ik nu volg. Voorheen speelde ik 10 jaar als linkerhoek, waarvan 5 jaar in de eredivisie. En op dit moment speel ik midden opbouw, zodat ik weer een uitdaging heb, ook al is het niveau wat lager.” Hoe gaat het momenteel in de competitie? Liggen jullie op koers v.w.b. de vooraf bepaalde doelstelling? “Onze competitie zit er alweer op. Het team is dit afgelopen seizoen gepromoveerd en we zijn dit jaar 6e geëindigd. Dat was voor de club de beste prestatie ooit.” Heb je een dusdanig talent dat je (ooit) voor regionale- of landelijke selecties afgevaardigd bent? Heb je ooit ambities gehad voor een hoger niveau? Denk je dat er nog wel rek zit in je groei? “Ik heb een aantal jaar geleden voor Jong Oranje gespeeld. En met de Limburgse selectie zijn we 2x Nederlands kampioen geworden. Ik heb het helaas nooit geschopt tot het nationale team. Ook had ik vroeger nog wel ambitie om in bijvoorbeeld Duitsland te gaan spelen. Maar heb 6 jaar geleden bewust gekozen voor Defensie en ben er toen 2 jaar uit geweest v.w.b. handbal. Dit was toen een zeer zware beslissing, maar ik heb daar geen spijt van.” Handbal is binnen de Landmacht, in tegenstelling tot niet zo heel lang geleden, niet meer een sport waar een militaire selectie voor bestaat. Met Rob Zimmermann, Peter Janssen, Sjors Rottger, Stefan Sogtoen en Richard Soree bestaat er wel een rijke historie. Handbal wordt ook nog nauwelijks gebruikt als oefengebied. Zou jij niet een lans willen breken voor deze mooie, fysiek zware sport en vermelden waarom dit juist wel als militaire sport gebruikt zou moeten worden? “Allereerst is het richting het fysieke vlak een ideale sport. Qua uithoudingsvermogen is het een sport die in beide energiesystemen voorziet (anaeroob en aeroob systeem) en waar beide goed getraind moeten zijn, omdat het spel snel op en neer gaat en je constant in beweging bent. Omdat het een “full-contact” sport is, is het kracht aspect ook van essentieel belang. Over het algemeen worden in krachttraining net zo veel uren geïnvesteerd als in tactiek-/techniek training. De fysieke eisen komen overeen met de eisen die aan militairen gesteld worden zoals een sterke “core”, goed loopvermogen, juiste coördinatie, explosiviteit, sprongvermogen, snelheid en een sterk uithoudingsvermogen. Verder zijn er door het contact en belang van samenwerken ook aardig wat mentale componenten die getriggerd worden zoals: incasseringsvermogen, kameraadschap, discipline en prestatiegericht. Door mijn handbal achtergrond heb ik op de KMS geen problemen/uitdagingen gehad met betrekking tot de sport en fysieke training, dat zegt wel wat over hoe compleet het handbal is.” Heb je speciaal een trainersdiploma behaald of doe je deze functie op grond van je spelerservaring? Heb je ambities om later trainer/coach bij dames-/herensenioren te worden? Denk je dat je een minder goede trainer zou zijn zonder je spelerservaring op niveau? “Op dit moment heb ik mijn HT3 diploma, waarmee ik mag trainen/coachen tot en met 2 e divisie niveau. In het verleden heb ik ook al aanbiedingen gehad van teams op eerste divisie niveau. Ik weet wel zeker dat ik een minder goede trainer zou zijn als ik niet op het hoogste niveau gespeeld zou hebben. Door op dit niveau te spelen, heb ik mogen werken met toptrainers en internationals en heb daar door de jaren heen met de bril van trainer naar gekeken. Zo heb ik de nuttige en goede dingen kunnen filteren uit de vele visies en trainingsvormen die ik allemaal gezien en meegemaakt heb. Mijn ambitie is om binnen 5 jaar een eredivisie team te trainen. Op lange termijn zou ik graag trainer willen zijn in handballand Duitsland en misschien ooit zelfs wel bondscoach van Nederland. Heb je een meerjarenplan om je extra benodigde opleidingen te gaan volgen om bondscoach te kunnen worden? “Dit wil ik bereiken door eerst op eredivisie niveau te trainen. En dan hopen dat ik gevraagd wordt als jeugd (assistent) bondscoach.” Zou jij op de komende Dienstvakdag een clinic/workshop willen leiden als daar de mogelijkheid voor zou bestaan. Zo ja, welk onderdeel van handbal zou je willen laten beoefenen of op welke manier zou je daar uitvoering aan willen geven? “Dat zou ik zeker erg leuk vinden. Ik vind het mooiste aspect van handbal het fysieke deel ervan, het full contact mogen hebben. Helaas weten instructeurs hier nog maar weinig van en vinden ze dit aspect blessure gevoelig. Daardoor zullen veel mensen kiezen om het contact deel er uit te halen, maar dan is het niet het spel handbal zoals het bedoeld is. Na wat uitleg over spelregels en methodieken zouden mensen handbal op een veilige en leuke manier moeten kunnen spelen en geven.” WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 45
Zandloper
Back in BMX
Door: Wouter Oostindjer “Riders ready?! Watch the gate!” Zo luidt het begin van elke BMX race, jaar in jaar uit heb ik dit zelf mee mogen maken. Van een clubwedstrijd in mijn eigen regio, tot reizen door heel Europa. In het jaar 1995 is de liefde voor fietscross ontstaan, samen met mijn broer en zusje waren we actief bij de fietscross vereniging Flying Birds uit Winschoten. In mijn meest actieve periode (2001-2004) trainde ik 4 maal per week, gedurende 1,5 uur per training. Op maandag in Winschoten, dinsdag en woensdag bij Fc Unitas in Assen en op donderdag weer in Winschoten. Vrijdag had ik een rustdag, geen overbodige luxe aangezien er elk weekend, van half maart tot eind oktober, 2 wedstrijden per weekend werden gereden. Dit had te maken met de 2 fietscross bonden in Nederland, namelijk de KNWU (Koninklijke Wieler Unie) en de NFF (Nederlandse Fietscross Federatie). Bij de NFF was er op een gegeven moment niet erg veel concurrentie meer en ben ik overgestapt naar de bond waarbij je internationaal kon fietsen. Via het KNWU lidmaatschap in Assen heb ik uiteindelijk verschillende Europese en zelfs een wereldkampioenschap mogen fietsen met als beste resultaat een 6 e plaats tijdens het WK in Valkenswaard 2004. Na het WK ging het allemaal snel minder. Door de drive die ik had en weinig professioneel onderbouwde sturing, heb ik zoveel getraind dat door de pijn in mijn knieën normale zaken zoals fietsen, lopen en traplopen bijna onmogelijk werd. Hierdoor moest ik in februari 2005 noodgedwongen stoppen met mijn carrière als fietscrosser. Na mijn stop ben ik aan beide knieën geopereerd, waarbij mijn kraakbeen glad is geschaafd en beschadigd weefsel is verwijderd. Hierna zag ik geen mogelijkheid meer om terug te stappen op de fiets. Op dit moment, exact 10 jaar later, ben ik weer actief lid van dezelfde fietscross vereniging waar ik in 1995 voor het eerst een ronde heb gefietst. Door de jaren heen heb ik veel rijders leren kennen en veel afscheid zien nemen. Tot mijn verbazing bleek dat er veel van deze jongens, waarmee ik eerder heb getraind, weer hobbymatig zijn begonnen met fietsen. Hierdoor heb ik zelf besloten om afgelopen december weer een fiets aan te schaffen en de rest van het verplichte materiaal, waaronder een helm, handschoenen en een crosspak. Tijdens mijn eerste trainingen bleek dat ik het nog niet verleerd had: mijn starts waren redelijk, de technieken waren nog niet vergeten en mijn basis uithoudingsvermogen was prima. Echter, door het explosieve karakter van deze sport kostte het mij veel energie om van duurtrainingen op het werk terug te gaan naar het kortere intervalwerk. In de afgelopen 3 maanden heb ik 2 maal per week getraind om mijn niveau weer bij te schaven. Tijdens deze trainingen kreeg ik vaak de vraag of ik wedstrijden ging fietsen? “Nee”, was mijn antwoord, “gewoon trainen voor de lol.” Door aanhoudende vragen over wedstrijden fietsen, heb ik besloten om op zondag 29 maart jl. toch weer een wedstrijd te fietsen. Mijn verwachting was niet hoog, even weer het gevoel krijgen. Hoe zat het ook alweer? Welke startplek is het beste? Welke techniek gebruik ik waar en wat is mijn concurrentie? Allemaal vragen die ik mijzelf in mijn fietscross carrière elke wedstrijd weer afvroeg. Zondag = racedag! Mijn eerste wedstrijd... in 10 jaar tijd! Het 2e Afdelingskampioenschap Noord/Oost van de KNWU. Starten met de training. 1,5 uur de tijd om mijn thuisbaan nogmaals te leren kennen en goed kijken wat de beste startplek is. Tijdens de training heb ik rustig aan gedaan, kijken wat de overige deelnemers doen. Geen brokken maken om zelfvertrouwen te krijgen voor de wedstrijd. Dit verliep prima. Rond de klok van 11:00 uur werden de wedstrijdlijsten (indeling WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 46
Zandloper
Back in BMX (vervolg) van rijders in leeftijd groepen) opgehangen met informatie over welke race en welke startplek in de eerste 3 manches. De eerste 4 rijders gaan door naar een A-finale, alle overige komen in de B-finale. Race 29, startplek 8 -4-5. Eerste wedstrijd, eerste start en dat vanaf startplek 8! Niet ideaal, maar ok, focussen! Voor aanvang van de race sta ik in het Parc Ferme, een gesloten rij waarin alle rijders in dezelfde race staan. Hierna lopen we de startheuvel op en gaan aan het hek staan. Iedereen is onrustig en probeert zich te concentreren. Voor mij niet anders, en zeker spannend! Uiteindelijk hoor ik de kreet “Riders Ready?!, Watch the gate!” Na een goede start rijd ik op plek 3! Dit weet ik uiteindelijk vast te houden in de 40 seconden durende krachtmeting. Plek 3, prima! Nu focussen op race 2. Race 2 leek wel een herhaling van 1, weer een 3 e plaats. In race 3 lag de druk wat lager. Met een 4e of 5 plaats was het nog steeds mogelijk om in de A-finale terecht te komen. Doordat de druk misschien lager was, ging race 3 beter dan mijn vorige races! Door een goede start en een zeer snel eerste stuk lag ik 2. Dit wist ik vast te houden en had hiermee voldoende punten verzameld om door te gaan naar de A-finale. A-finale, nooit verwacht en toch stiekem op gehoopt. Daar sta ik dan, wachten voor het starthek. Wachten tot 4 voorgangers een keuze hebben gemaakt waar ze aan het starthek gaan staan. Ik sta op 5, een goede plek links van het midden. De omroeper hoorde ik nog zeggen: “ Wouter Oostindjer, terug van weg geweest!”. Het hek valt, de slechtste start van de dag, en als 7e van de startheuvel.. Niet nadenken maar volle bak.. Uiteindelijk weet ik op het eerste stuk terug te komen en duik als 4 e de eerste bocht in. In bocht 2 profiteer ik van de fout van mijn voorganger, waarbij ik plek 3 over neem richting de laatste bocht. Hier volle bak doorheen en als 3e over de finish! Zeer tevreden! Dat was het dan, mijn “eerste race”! Na al die jaren lijkt er niet veel veranderd, iedereen nog even goede vrienden naast de baan en op de baan de grootste vijanden. Precies zoals toen ik begon in 1995. Nu kijk ik rustig verder naar het komende seizoen. De lol in het fietsen staat voorop, af en toe een wedstrijd en mijn kennis en ervaring op het gebied van trainen en wedstrijden rijden delen met de jongere fietscrossers.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 47
Zandloper
De pen
Door: Ruud Lenferink Een leven lang leren, maar just enough! Ik heb “de Pen” door Jan Alexander Heins toegespeeld gekregen via een smakelijk 4 gangen diner. Ik ben niet zo’n begenadigd schrijver dus dat huzarenstukje herhalen gaat mij niet lukken. Ik ben gevraagd om wat te schrijven over mijn rol bij de Atletiekunie. Al ruim 25 jaar ben ik op de een of andere manier betrokken bij de atletieksport. In de jaren ‘90 stond ik minimaal 4 avonden per week op het veld om trainingen te verzorgen. Ik stond 2 avonden op het atletiekveld bij 2 verschillende verenigingen: AVH in Haaksbergen en ASV in Eibergen. Daarnaast trainde en coachte ik een jeugdteam bij de plaatselijke voetbalvereniging. Deze nevenactiviteiten in combinatie met een volledige baan als sportinstructeur waren wat teveel van het goede. Na mijn opleiding aan de KMS heb ik alleen de activiteiten bij de plaatselijke atletiekvereniging weer opgepakt; 2 avonden in de week een jeugdtraining verzorgen. In het midden van de 90’er jaren nam het hardlopen een geweldige vlucht en aangezien er geen recreatieve loopafdeling bij de AVH was, ben ik begonnen met het verzorgen van looptrainingen. Begonnen met enkele vaders van atleten die ik trainde, is de loopafdeling nu uitgegroeid tot ruim 120 lopers die op verschillende avonden in diverse niveaugroepen trainen. Omdat er steeds meer lopers kwamen had de vereniging ook steeds meer gekwalificeerde trainers nodig. Door in de beginjaren zelf regelmatig “assistenten” op te leiden, stond er altijd iemand voor de groep die mijn trainingen kon uitvoeren als ik als gevolg van werkzaamheden weer eens in het buitenland was. De belangstelling om als opleider iets te betekenen voor andere mensen werd steeds groter en toen de Atletiekunie rond 2007 hun opleidingen vernieuwden, ben ik eens gaan praten met het Hoofd Opleidingen. Dat gesprek resulteerde in het feit dat ik als opleider aan de slag kon voor de opleiding tot Basis looptrainer 3. Een nieuwe rol: opleiden in plaats van trainen. Mensen opleiden als trainer door ze te leren leren. Begrippen als metacognitie, just in time and just enough, zelfreflectie en de waarde van feedback krijgen en ontvangen begon ik van een andere kant te bekijken. Ik maakte kennis met een Elektronische Leer Omgeving (ELO) waardoor ik cursisten en hun praktijkbegeleiders op afstand kon begeleiden. Bijzonder praktisch als je ook nog regelmatig in het buitenland bent, je kunt het leerproces blijven monitoren. Inmiddels heb ik samen met verschillende opleiders meerdere BLT 3 cursussen verzorgd. Na mijn start als opleider bij de atletiekunie ben ik mij ook verder gaan ontwikkelen als PvB beoordelaar (Proeve van Bekwaamheden niveau BLT3). Ook verzorg ik bijscholingen voor praktijkbegeleiders in de loopsport. Door het volgen van bijscholingen verzorgd door de atletiekunie en de ASK (Academie voor SportKader) blijven de opleiders up-to-date. Praktisch gezien sta ik nog regelmatig op de baan; ik verzorg de wekelijkse looptrainingen bij de vereniging en de praktijksessies in de cursussen. Momenteel is het verzorgen van een goed voorbeeld even wat lastiger: een paar maanden geleden heb ik een kijkoperatie ondergaan waarin iets meer letsel werd geconstateerd dan ik verwacht had. De voorbeelden haal ik nu uit de groep, het voordeel daarvan is dat ik tijdens de uitvoering aanwijzingen kan geven. Ik ben volop bezig om weer te herstellen zodat ik op termijn de demo’s van de loopscholingsoefeningen weer zelf kan verzorgen. De laatste jaren zie je dat de civiele opleidingen en de “militaire” opleidingen steeds meer raakvlakken en overeenkomsten gaan vertonen. Dit wordt voor mij momenteel nog eens extra geaccentueerd door de implementatie van de vernieuwde systematiek LO/S en de toepassing van de ECOD leerlijnen (conversie mentor). In de functie op de LOSS word ik me nog meer bewust van de rol als opleider en de invloed die je hebt op anderen. Door op te leiden vorm je de deelnemers, je geeft hen iets blijvends mee. Door al deze ervaringen wordt je zelf ook steeds rijker en completer als persoon. Overigens moet je hier wel voor open staan, als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Ik ben voorlopig nog niet uitgeleerd maar wel graag just in time and just enough. Er valt namelijk nog zoveel te genieten in het leven. Je moet blijven lachen!
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 48
Zandloper
De pen (vervolg) Een van die dingen om van te genieten is muziek. Wel eens gehoord van Marcus Miller? Een bassist van wereldklasse waarvan ik een poos geleden een concert heb bijgewoond. Ik sprak hier toevallig over met Anthony de Miranda die ook basgitaar speelt. Anthony, ik wil jou vragen om ons deelgenoot te maken van jouw passie voor muziek en draag de Pen hierbij aan jou over.
Ruud Lenferink, niet alléén loop– en klimspecialist, maar ook levensgenieter...
Dikke nekken Door: Wil Maaswinkel
Fit For Airpower Max Verstappen, de 17-jarige Formule 1 coureur, moet mentaal en fysiek flink aan de bak. Dat kon je lezen in een eerder artikel zie: http://fitforaction.nl/formule-1-vliegen.html (zie blz. 25 van deze uitgave) De fysieke belasting, die coureurs ondergaan bij het Formule 1 racen is deels te vergelijken met de fysieke belasting waaraan F16 piloten worden bloot gesteld. Vooral de G-krachten zijn een zware belasting voor het lichaam, nek en rug. Dat roept de vraag op: ‘wat doet de Luchtmacht om vliegend personeel te helpen daarmee om te gaan?’
Krachtraining voor de nek Informatie uit de jaren negentig leert dat Amerikaanse vliegers met specifieke Nautilus apparatuur de nekkracht trainden. Dat leverde plaatjes op van vliegers met “dikke nekken”! Onduidelijk was wat die dikke nekken oplosten/opleverden. Reden onze luchtmacht collega ’s te vragen wat onze Koninklijke Luchtmacht op dit gebied doet? (Lucht)steun gevraagd De twee vragen aan onze Luchtmacht LO/Sport- collega’s luidden: hebben vliegers specifieke nekproblemen, zo ja hoe wordt daarmee om gegaan, volgen de vliegers een specifiek LO/Sport-trainingsprogramma? Ard Vermeulen hoofd Vakgroep Militaire Sport bij de Koninklijke Luchtmacht wees op een tweetal artikelen uit het blad “ Veilig Vliegen”, waarin uitgebreid aandacht werd besteed aan “nek gerelateerde” klachten bij vliegend personeel. Ook leverde hij een artikel over de vernieuwde doctrine van de Militaire Sport bij de Luchtmacht. Deze (lucht)steun wordt zeer op prijs gesteld en de vernieuwde doctrine wordt (binnenkort) op www.fitforactionnl gepubliceerd.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 49
Zandloper
Dikke nekken (vervolg) Veilig Vliegen Het eerste artikel “Niet alleen kracht die je nekt” van Drs. Marieke van den Oord, Ergonoom/ fysioloog Afdeling Luchtvaartbewegingsfysiologie Centrum Mens en Luchtvaart (CML), gaat vooral in op: de complexiteit van de nek, factoren die bijdragen aan nek klachten, mogelijke preventie en behandeling van nekklachten. Ondanks dat je globaal de samenstelling en bouw van de nek kent, word je toch weer verrast door de complexiteit van de nek. De staafvormige wervelkolom is het skelet van de romp. De nekwervels zijn het bovenste deel van die wervelkolom. De nekwervels beginnen hoog in de romp en eindigen aan de basis van de schedel. De cervicale wervelkolom ( 5 halswervels en de atlas en draaier) en meer dan 40 nekspieren en andere structuren maken buigen, strekken en roteren mogelijk. Ze zorgen samen voor stabiliteit en bescherming van de nek! Die functionele eenheid draagt het hoofd (ca. 4-5 kilo) en maakt hoofdbeweging mogelijk. Het geheel is complex en bij (extreme) krachten, vooral van buiten, kwetsbaar! Factoren die bijdragen aan nekklachten De schrijfster geeft een opsomming van factoren die kunnen bijdragen aan nekklachten bij vliegend personeel en licht die toe. Ze noemt: 1.De houding 2. De hoofdbeweging 3. De vliegeruitrusting 4. Individuele factoren zoals aantal vlieguren 5. Plotselinge beweging 6. Onvoldoende rust 7.Trillingen. Houding, hoofdbeweging en vliegeruitrusting Wat gezegd wordt over houding, hoofdbeweging en vliegeruitrusting is relevant. Schrijfster geeft aan: dat bij het hoofd in neutrale positie, met de wervels keurig verticaal gestapeld de grootste stabiliteit wordt bereikt. Maar bij het waarnemen is het vaak noodzakelijk om de nek onderin licht te buigen en bovenin wat te strekken. Dat heeft direct gevolgen voor de kracht die door de spieren moet worden geleverd! Ook de iets langere Chinookvlieger heeft problemen om zijn hoofd in neutrale positie te houden. Ook dat heeft gevolgen voor de kracht die door de nekspieren moet worden geleverd. Dit wordt nog versterkt als er met Night Vision Goggles ( NVG’s) op de vliegerhelm wordt gevlogen. Ook de taken van de loadmasters, die allerlei onnatuurlijke houdingen aannemen bij hun werk, zijn (extra) nek belastend. Dus het zijn niet alleen de G-krachten, maar ook de zwaartekracht en trillingen, die vooral bij langdurig vliegen nekklachten veroorzaken. Individuele factoren Ondanks vergelijkbare werksituaties ontwikkelen niet alle vliegers en loadmasters nekklachten. Aannemelijk is dat individuele verschillen (lichaamsbouw, algemene conditie, kracht, enz.) een rol spelen bij het ontwikkelen van nekklachten. Het is zeker dat hoe meer vlieguren, hoe groter de kans op nekklachten. Mogelijk speelt ook de lengte van de nek, hoe korter de nek hoe kleiner de hefboom en de kracht van de nekspieren een rol bij (over) belasting van de nek spelen.
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 50
Zandloper
Dikke nekken (vervolg) Cumulatie van microtrauma’s Blessures lijken te worden veroorzaakt door een incident. Ineens heb je een keer last van je nek en er is meestal wel een logische reden te bedenken waardoor het komt. Maar meer waarschijnlijk is dat er aan de (plotseling) ontstane nekpijn een aantal microtrauma’s vooraf gaan. Dat zijn de cumulatieve (mede) veroorzakers van de nekpijn! Preventie Ervaring leert dat het veel tijd en energie kost om blessures te herstellen. Proberen microtraumata ’s te voorkomen is dus efficiënter. Daarom wordt gekeken naar mogelijke preventie en de behandeling van nekklachten. Genoemd worden: 1.Selectie. 2.Flight- G warm ups. 3. Inflight technieken. 4. Krachtraining. 5. Specifieke nektraining. 6. Vroege diagnose. Krachttraining Voor ons lijkt het meest interessant wat er geschreven is over krachttraining en specifieke nektraining. Gesteld wordt dat: “De krachttraining zal leiden tot toename van de spiermassa” en hiermee zou kunnen worden geconcludeerd dat krachttraining leidt tot een lager risico voor het optreden van nekklachten. Zoals eerder gesteld, bestaat de nek uit meer dan 40 verschillende spieren. Met krachttraining worden uitsluitend de grote oppervlakkig liggende spieren geactiveerd. De kleine, korte diepgelegen spieren - juist deze zorgen voor de stabiliteit van de nekwervels- worden daarbij overgeslagen”. Niet duidelijk is of deze constatering een veronderstelling is of is gebaseerd op onderzoek. Wie maakt ons wat wijzer!? Specifieke nektraining Over specifieke nektraining wordt gezegd: “ geoefend worden hoofd- en nekbewegingen die tijdens het werken veel voorkomen. Ook coördinatietraining is een belangrijk aspect van deze specifieke nektraining. Op deze manier worden ook de dieper gelegen spieren geactiveerd”. Ik ben nieuwsgierig hoe deze training eruit ziet. Welke oefeningen, frequentie, intensiteit, omvang? (Lucht)steun van LO/Sport-collega’s is zeer welkom! Reacties naar:
[email protected]
WWW.FITFORACTION.NL
Pagina 51
Zandloper
Colofon De Zandloper is het informatiebulletin van, voor en door Vrienden Dienstvak LO/Sport Jaargang 22 - Nummer 3 - Juni 2015
Redactieraad Zandloper
Kopij-Redactieadres Stichting Vrienden Dienstvak LO/Sport T.a.v. P. Lindeboom Postbus 3003 3800 DA Amersfoort Mob: 06-83645996 E-mail:
[email protected] Bestuursleden Stichting Voorzitter Secretaris Penningmeester Lid Lid
www.fitforaction.nl
Jan van den Dool Richard Wichhart Michel van Dongen Wil Maaswinkel Johan Bouman
Eindredacteur
Jan Welling
Hoofdredacteur Redacteur Redacteur
Paul Lindeboom Wil Maaswinkel Johan Bouman
Redacteur Redacteur
André Wijnberger Léonie van Lamsweerde
De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs de mening van de LO/Sportorganisatie of de Stichting Vrienden Dienstvak LO/Sport. De redactie behoudt zich het recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikel blijft voor rekening van de schrijver. Artikelen uit dit blad mogen overgenomen worden, mits de bron wordt vermeld. Artikelen zijn eerder geplaatst geweest op www.fitforaction.nl
Correspondenten: Jan Kasper Hans Wakelkamp Joep van Renswouw Els Bosveld Sander Flier Joe van Bergen Jasper Schout Stefan Bousma Luuk Nissen Pieter Hacquebard Oscar Prins Raimond van der Boom Henri van der Linde Rik van Trigt Daniël van Merriënboer Rob Zijlstra
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
www.
FITFORACTION.nl WWW.FITFORACTION.NL