MAGAZINE HET LEVEN IN SCHOONHOVEN NUMMER 7 AUGUSTUS 2011 € 4,95
Sport Chris Hartman en Gerrit Hoogendoorn bij het Comomeer.
De eerste wedstrijd van Avantri `de ronde van Schoonhoven’ 1964.
Uitgeverij Quadraat
COLOFON Het leven in Schoonhoven Nr. 7 Sport REDACTIE Madelon Dijkstra, Hans Fokker, Piet Niestadt, Ad de Vaal en Marliese van der Wal. EINDREDACTIE Madelon Dijkstra VORMGEVING José van Hattem, Carola Vermeer, Fecit Vormgevers, Vianen DRUKWERK Drukkerij De Groot, Goudriaan MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Robert van der Hek, Adry Hol, Cock van Holten, Gerrit de Jong, René Kappers, Hans Korevaar, Janny Litooy, Henny Looren de Jong, An Nagtegaal, Teus Verhoef, Ad Verhoeff, Riet Verschoor-de Zeeuw, Jaap Visser, Klaas de Wit, Bep van Wijk. Fotografie De in dit magazine opgenomen foto’s (tenzij anders aangegeven) zijn uit de ‘Collectie Cock van Holten’ en eigendom van de Stichting Behoud Cultureel Erfgoed Schoonhoven. ISBN 978 90 76940 85 4 NUR 693 REDACTIE-ADRES Niestadt, Lopikerstraat 34, 2871 BX Schoonhoven
[email protected] UITGEVER Uitgeverij Quadraat, Bakkerstraat 6, 4132 VC Vianen AFBEELDING OMSLAG VOORZIJDE Collage Elfstedentocht en shirt van Ad Verhoeff AFBEELDING OMSLAG ACHTERZIJDE Een aantal logo’s van nu nog bestaande Schoonhovense sportverenigingen COPYRIGHT Het auteursrecht van de in deze uitgave opgenomen artikelen berust - tenzij anders geregeld - bij de uitgever. Het auteursrecht op de in deze uitgave opgenomen afbeeldingen berust bij de rechthebbenden, zoals beschreven in de fotobijschriften. De uitgever heeft van alle hem bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming verkregen om deze af te drukken. Indien anderen menen zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt hen verzocht zich in verbinding te stellen met de uitgever: p/a Uitgeverij Quadraat, Postbus 33, 4130 EA Vianen. © Idee, concept en vormgeving, Uitgeverij Quadraat, Vianen. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.hetleveninschoonhoven.nl Website met aanvullende informatie over het magazine. Elke maand nieuw beeldmateriaal!
174
Burgemeester Wassenberg spuit de boot van oud-burgemeester Schouwenaar schoon. Collectie Jaap Visser.
Op 17 september 1945 zag watersportvereniging “De Zilvervloot” het levenslicht, dankzij het initiatief van de heer J. Oskam. De nieuwe vereniging onder voorzitter G. van Asperen begon met 35 leden, met een botenbezit bestaande uit kano’s en kleinere zeilboten. Na een jaar hadden zich al 83 leden aangemeld bij de nieuwe vereniging. Grote zorg van het bestuur was (en dat zou nog zeer lang zo blijven) een ‘jachthaven’. In de notulen van de jaarvergadering 1947 is te lezen: “Om een ligplaats te verkrijgen is de medewerking nodig van de ‘vroede vaderen’ en deze blijken de noodzaak daarvan niet in te zien. Zij erkennen nog niet de levensvatbaarheid van onze uit circa 80 leden bestaande vereniging”. Ligplaats De weinig boten hadden destijds veelal een ligplaats in de Scheepmakershaven (waarvoor havengeld werd betaald aan de gemeente) en in de Kil. Op een stuk weiland, dat aan deze Kil grensde en eigendom was van de heer Bons, werden aanvankelijk de boten Winterberging op de Waard. Collectie Piet Koudstaal.
geborgen. Later werd het terrein door de watersportvereniging gehuurd en werd een eenvoudige helling aan de Kilzijde gemaakt. In 1962, toen de rondweg werd aangelegd, ging het terrein over naar de gemeente. Nu kon de watersportvereniging een groter stuk huren voor dezelfde prijs. In de loop van de jaren is er veel aan dit terrein “De Waard” verbeterd en kreeg het terrein ook een professionelere aanblik en zelfs een eigen kantine, “Het Praathuis”. In 1993 werd een geheel in eigen beheer gemaakte afspuitplaats voor boten door burgemeester mevrouw D.W. Wassenberg officieel in gebruik genomen door de boot van oud-burgemeester A. Schouwenaar onder hoge druk schoon te spuiten.
Jachthaven In 1962 werd aangekondigd dat er een particuliere jachthaven zou komen. Terwijl de ontwikkelingen voor deze nieuwe jachthaven in volle gang waren, adviseerde de gemeente “De Zilvervloot” de prijzen van contributie, stalling en liggeld drastisch te verhogen vanwege een eventuele verhuizing naar die nieuwe haven. Zover is het echter niet gekomen. De grootte van het project en de grootte van de pachtsom hielden dit tegen. Het bestuur verzocht B&W om de oude havenbekkens (de Noodhaven, Scheepmakershaven en de Voorhaven) te pachten. 23 jaar na de oprichting is de watersportvereniging huurder van alle oude havenbekkens.
waren de middelen ook wat beperkter. Momenteel telt de club 150 leden en is “De Zilvervloot” nog steeds een vereniging die bestaat uit gewone leden die veel moeite moeten doen om de boot varende te houden. Het beeld van “De Zilvervloot” is voor een buitenstaande niet altijd duidelijk herkenbaar, omdat de vereniging geen wedstrijden organiseert en niet actief leden werft vanwege het beperkte aantal ligplaatsen. Kenmerkend voor “De Zilvervloot” is door zelfwerkzaamheid een bijdrage te leveren aan grote en kleine klussen zoals bijvoorbeeld het maken van steigers voor de havens. Een echte Zilvervloter kent zijn boot door en door en heeft meestal zelf iets aan zijn boot verbouwd zoals een nieuw keukentje, een boegschroefje, of een andere opbouw. Kortom iemand die niet alleen kan varen maar ook onderhoud en verbouwingen verricht.
Geen wedstrijden In de jaren zestig was de club wat kleinschaliger. Het aantal leden was ongeveer 60. Men trok veel met elkaar op. Zo was “De Bol” een favoriete plek om naar toe te gaan of met z’n allen een clubtocht naar Culemborg. In die tijd
Benoemingen Tijdens de viering van het 50-jarig bestaan werd een aantal leden voor hun verdiensten tot erelid benoemd: Koos Verlaan (jarenlang bestuursfunctie), Karel Stetter (diverse bestuursfuncties), Gerard Scheer (vele jaren havenmees-
↖ Steigers maken voor de havens; vlnr: Gert van de Bunt, Piet Huiskes, Jaap Gelderblom, Piet Koudstaal, Teunis Boonstoppel en Henk Suur. Collectie Piet Koudstaal. ↑ Tijdens het 50-jarig bestaan van de vereniging werden een aantal mensen voor hun verdiensten voor de vereniging benoemd tot erelid. Vlnr: Koos Verlaan, Karel Stetter, Gerard Scheer, Piet Koudstaal, Teunis Boonstoppel, Joost Winkelman. Collectie Jaap Visser.
ter), gestopt in 2005. Er wordt door sommige bezoekers van de haven nog steeds naar hem gevraagd, Piet Koudstaal (oud waardcommissaris), Teunis Boonstoppel (oud waardcommissaris) en Joost Winkelman (oud waardcommissaris). Ook in 2011 is het varen op de Lek gelukkig nog mogelijk, echter men moet goed weten om te gaan met de beroepsvaart en de stroming van de rivier. En zoals Jaap Visser, inmiddels alweer negentien jaar voorzitter, zegt: “De Zilvervloot hoort bij Schoonhoven en zolang er water door de Lek stroomt, zullen er Zilvervloters op de rivier varen.” Door Piet Niestadt m.m.v. Jaap Visser
175
Een ijsclub uit Schoonhoven moet Ad Verhoeff over de beginjaren van de ijsclub en atletiek/trimvereniging
Bij twee Schoonhovense sportverenigingen die in de jaren zestig het licht zagen - Avantri en De Zilveren Schaats - was Ad Verhoeff (71) van het begin af aan betrokken. Eind 1967 ging vanuit de gemeente Schoonhoven een oproep uit om te komen tot een nieuwe ijsclub. De oude had zijn glorietijd beleefd op de grote gracht, maar ging na de verhuizing naar de “Brouwer-locatie” ter ziele. “De oproep werd kracht bij gezet door de gemeenteraadsleden Bep Veer en Bas Molenaar”, diept Ad Verhoeff op. “Zij organiseerden in november 1967 een oprichtingsvergadering in de kweekschool aan het Doelenplein, nu het Dienstencentrum, maar er kwamen slechts vier belangstellenden opdraven. Niet zo gek, want diezelfde avond moest Feyenoord een wedstrijd voor de Europacup spelen.” Onder de paar mensen die wel present waren, was Ad Verhoeff. De schaatsliefhebber was wel te porren voor een ijsclub. “Ik ben altijd een natuurijsliefhebber geweest. In 1963 had ik bijvoorbeeld nog de Elfstedentocht geschaatst. Je weet wel, die editie die bekend staat als de meest barre ooit. Ik hoorde bij degenen die van het ijs werden gehaald door de politie. Vanwege de extreme weersomstandigheden werd het niet verantwoord geacht door te schaatsen. Natuurlijk heb ik toch nog geprobeerd de finish te halen, maar de politie had niet anders verwacht en haalde ons opnieuw van het ijs af. In plaats van een kruisje werd het een tocht naar het politiebureau in Leeuwarden.” Voor de volledigheid: de Schoonhovenaar reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht wel uit. Tweede poging Hoe dan ook, er werd op 14 december 1967 een tweede poging gewaagd een ijsclub van de grond te tillen. Ook nu puilde de kweekschool niet bepaald uit zijn voegen van de belangstellenden, 176
De eerste wedstrijd van Avantri `de ronde van Schoonhoven’ 1964. Vlnr: een militair, Van Beek, Gerrit de Jong, Teus Stuurman, Ad Verhoeff, een militair. Collectie Ad Verhoeff. → De eerste officiële ijsbaan van de ‘Zilveren Schaats’. Op deze plaats staat nu sporthal de Meent.
maar de basis bleek breed genoeg. Ad Verhoeff: “We besloten om huisaan-huis leden te gaan werven. Dat pakte goed uit: 513 mensen bleken bereid 2,50 gulden aan contributie te betalen.” Op 10 januari 1968 vond de oprichtingsvergadering in de Nutszaal (Koestraat) plaats en onder de 106 bezoekers was ook burgemeester Aten. Ad Verhoeff, die tijdens de bijeenkomst werd benoemd tot secretaris, weet nog goed dat alle aanwezigen het al snel eens werden over de naam van de nieuwbakken ijsclub. “Hoewel er ook stemmen opgingen voor namen als Uit Nood Ontstaan, Antarctica en Koning Winter was iedereen het er over eens dat een ijsclub uit Schoonhoven de naam ‘De Zilveren Schaats moest dragen.’ Huidige plek Het eerste ijsbaantje -op de plaats waar nu sporthal De Meent staat- werd al voor de oprichtingsvergadering on-
der water gezet. Het vroor dat het kraakte en zodoende konden al snel de schaatsen worden ondergebonden. “Dit was een eenmalig gebeuren, want vervolgens verhuisde de club naar de plaats waar het nu nog gevestigd is: de Groene Singel. Hier verrees in 1971 ook het clubgebouw.” Ad Verhoeff weet een leuke anekdote uit de jaren zeventig. “Dat peilen van de dikte van het ijs een kunst is, bewees Otto van Buren. Die beoordeelde dat de ijsvloer sterk genoeg was voor de veegmachine, die overigens werd bestuurd door zijn broer Frans. Toen deze net vond dat het ijs gevaarlijk golfde, zakte hij met machine en al door de ijsvloer.”
de Zilveren Schaats heten Atletiek Ad Verhoeff was zeven jaar secretaris van de ijsclub, waarop hij besloot zijn aandacht geheel te wijden aan zijn tweede liefde: atletiek- en trimvereniging Avantri. “Deze vereniging had in 1964 het licht gezien. Er kon daarvoor ook wel aan atletiek gedaan worden in Schoonhoven, zoals bij de atletiekafdeling van gymvereniging DOS, vanaf de jaren veertig, en vervolgens bij de atletiektak als onderdeel van de voetbalvereniging. Deze vereniging heette toen Voetbal & Atletiek Vereniging Schoonhoven. Het onderbrengen van atletiek bij een gym- dan wel voetbalvereniging bleek echter geen succes.”
Avantri De oprichtingsvergadering voor een nieuw op te richten atletiekvereniging was op 6 januari 1964 in Tino’s restaurant aan de Haven. De eerste voorzitter was de onlangs overleden Cees van den Dool. Overigens bleef de binding met de voetbalvereniging de eerste tien jaar bestaan; de leden konden hierdoor gebruik maken van de voetbalvelden en het materiaal dat was overgebleven van de atletiekafdeling. Op Koninginnedag 1964 werd de eerste wedstrijd gelopen: de Ronde van Schoonhoven, die dwars door het centrum van de Zilverstad ging. “Ik geloof dat ik derde werd, ofzo”, aldus Ad Verhoeff, sinds de oprichting een trouw lid. “Ik heb bij Avantri nooit een bestuursfunctie bekleed, maar ben tot op de dag van vandaag naast actief sporter ook trainer bij de vereniging. Daarnaast haalde ik in de beginjaren de contributie op voor de penningmeester. Geen probleem, want ik was toch postbode en kwam in die functie bij iedereen aan de deur.” Tevens ontwierp Ad Verhoeff het clublogo. “Ik zie nog voor me hoe mijn moeder de blauwe banen en het logo één voor één op de witte shirts naaide”. Zelf beschikt Verhoeff over een uniek shirt: eentje met daarop de handtekening van Fanny Blankers-Koen, die in 1988 het startschot gaf voor de Parkloop.
Stormbaan In 1967 huurde de vereniging de stormbaan aan de Nieuwe Singel, die na het vertrek van het garnizoen Van Heutsz uit Schoonhoven geen functie meer had. Het vormde de basis van de huidige sintelbaan en accommodatie met als toepasselijke naam ‘De Stormbaan’.
Winters gezicht van de authentieke stormbaan aan de Nieuwe Singel. Collectie Gerrit de Jong.
Zoals elke club in de beginperiode was het ook voor Avantri sappelen geblazen. “Zo konden we geen mat betalen waarop de atleten bij het polsstokhoogspringen konden landen. Er werd besloten een oproep in de krant te plaatsen om oude matrassen aan ons te schenken. Het leverde voldoende respons op, waardoor de polsstokhoogspringers alsnog zacht konden landen.” Avantri -welke naam een samentrekking is van het Franse Avant (voorwaarts) en “trimvereniging”- is tot op
de dag van vandaag een gezonde club. “Met de huidige 330 leden -op het hoogtepunt waren dat er 440- mogen we tevreden zijn. Alleen bij de junioren in de leeftijd vijftien-plus zou aanwas geen luxe zijn, maar dat geldt voor meer sportverenigingen”, aldus de sportieve zeventiger tot besluit. Door Robert van der Hek
→ Avantri shirt met de handtekening van Fanny Blankers-Koen
↓ Avantri 1974 Bovenste rij vlnr: Hans Sterrenburg, Chris Buitelaar, Ad Verhoeff, Kees v/d Heul, Teus Stigter, Ben Gubbels, Henk de Leeuw de Bouter, Gert Stigter, Wies Schepers, Jan Zijderlaan, Frans v/d Ham, Rob Voorsluis. Onderste rij vlnr: Jos Verleg, Bert v/d Dool, Hans Boon, Henk Schep, Wim Langeland, Dik v/d Dool, Gerrit de Jong, August Hoon, René Scherrenberg.
177
90 jaar gymnastiek Gymnastiekvereniging DOS werd op 20 augustus 1920 opgericht door onder andere de legendarische heer In ’t Veld. De vereniging heeft in al deze jaren veel Schoonhovenaren van klein tot groot de nodige basis gegeven om hun lichaam en spieren te leren gebruiken. In ’t Veld was niet alleen betrokken bij de oprichting van DOS maar was ook de eerste gymnastiekleider. Ook is er o.a. lesgegeven door de heren Tanger, Kok, Hak en Van den Adel en mevrouw de Lange. Gerrit Dorsman, bij sommigen bekend als Gerrit Dosman, heeft het langste lesgegeven bij DOS. Locaties Ook de locaties varieerden. Zo vonden de eerste lessen plaats in de “Kanonnenloods” (het huidige Bastion), vervolgens werd het kerkje in de Oranjestraat (nu het Klooster) een gymzaal, compleet met kolenkachel en kokosmatten. Wat een luxe, de eerste echte gymzaal werd de sportzaal naast het badhuis aan de Spoorstraat. Momenteel worden de meeste lessen in de gymzaal aan de Pasteurweg gegeven. Vaandel DOS had als enige gymnastiekvereniging in Nederland een bijzonder vaandel, omdat het dubbelzijdig was en met de hand geborduurd. Dit borduurwerk was van de hand van de echtgenote van In ’t Veld. Omdat het vaandel na jaren dienst in een slechte staat verkeerde, is er een nieuw vaandel gemaakt, geborduurd door Alies van Geelen. Jong en oud Eind jaren vijftig behaalde Gerrit Dorsman zijn gymnastiekleidersdiploma en begon op zijn achttiende met lesgeven. Daarmee had DOS iets unieks, namelijk de jongste leider en oudste turner van Nederland. De inmiddels tachtigjarige In ’t Veld hing en zwaaide namelijk nog aan de rekstok en de brug. 178
↑ Gymnastiekvereniging DOS, 15 augustus 1942.
De vereniging groeide en bloeide met in de jaren tachtig ruim duizend leden. DOS nam met grote groepen jongens en meisjes en dames en heren deel aan Kringwedstrijden. Ook was DOS van de partij bij grote wandelsportevenementen zoals de Zilverstadsmars en de Avondvierdaagse. De vele prijzen van deze sportevenementen werden aan het vaandel gehangen. DOS kreeg turnselectie groepen, die op wedstrijden mooie successen behaalden. Recentelijk stonden zij als enige met vier meisjesploegen in de finale van de Regionale Turn competitie in Amsterdam. Een prestatie van formaat. Volleybal en jazzdans In de zeventiger jaren ontstond vanuit DOS-gymnastiek de nieuwe vereniging DOS-volleybal. Een vereniging die ooit in het hoogste segment speelde. In dezelfde periode kwam onder leiding van Bep van Wijk een bloeiende Jazzdans afdeling, met zelfs optredens in het buitenland. Eén van de hoogtepunten van deze Jazz-afdeling was het optreden in de paleistuin van Soestdijk tijdens het afscheidsdefilé van Koningin Juliana op 31 mei 1980. Deze afdeling telde toen 300 dansende leden.
Kleding De oefenstof veranderde, de leiding veranderde en ook de gymnastiekkleding veranderde. Waren het eerst lange broeken voor de heren en lange rokken voor de dames, het werden korte broeken voor de heren en de zwarte pofbroek ↓ Afgevaardigde van de Turnkring, M. Kuijntjes feliciteert Gerrit Dorsman met zijn 25-jarig DOS-jubileum. Collectie Adry Hol.
Receptie 50 jarig jubileum DOS op grote boot aan de `Kat’; vlnr: mw. Stennekes, Gerard Goemans, Diny van der Kooij, D. Dorsman. Collectie Adry Hol.
vereniging voor de meisjes en dames met daarop een volgens een vast patroon met de hand gebreid truitje. Er zullen heel wat oma’s in die tijd uit Schoonhoven en misschien ook wel daarbuiten truitjes hebben gebreid. Op dat truitje en het hemd voor de jongens en heren, werd het speciale DOS embleem genaaid of bevestigd met vier drukknoopjes. Zo kon het gebeuren dat je als jongen op school zat en een hemd aanhad met vier drukknoopjes erop. Weer later kwamen de hoog opgesneden katoenen turnpakjes in beeld. Een enorm verschil met de turnpakken die op dit moment worden gemaakt van rekbare lycra stoffen, voorzien van glitter- en glamouraccenten.
Door de opkomst van veel nieuwe sportverenigingen en sportscholen in Schoonhoven is het ledenaantal wel gezakt. DOS gymnastiek bestaat nog steeds en heeft zeker bestaansrecht, want ook in de toekomst blijft het belangrijk de basisvormen van bewegen zoals lopen, springen, balanceren enzovoort te leren op een gymvereniging zoals DOS. Door Piet Niestadt m.m.v. Adry Hol en Bep van Wijk
↓ Dames in wandeltenue, 1952; vlnr: Ton Suur, Riet van Veen, de heer Kroon?, Ella Muilwijk, Lies Plantinga, L. van Lies, de heer Kooiman?, Henk de Zeeuw, onbekend, Arie de Lange. Collectie Janny Litooy.
Iedereen keek uit naar de jaarlijkse uitvoering door gymnasten in het Nutsgebouw van Jaap Voorsluis met bal na. Meisjes demonstreerden op het onderdeel brug en heren vertoonden hun kunsten aan de rekstok. Wat ik me daarvan goed herinner is dat de heer Jo Looren de Jong tijdens zijn uitvoering van de reuzenzwaai aan de rekstok een enorme zwaai maakte en daarbij vast kwam te zitten tussen de rekstok en het plafond. Hij herstelde zich slim door een stukje over het plafond te lopen om zijn uitvoering verder te vervolgen. Door Janny Litooy
Diversiteit De negentigjarige vereniging is in al die jaren altijd zeer veelzijdig geweest met turnen, jazzdans, aerobics, acrogym, trampoline springen en fitness groepen voor jong en oud. ↓ Optreden Jazz-dans groep van gymvereniging DOS tijdens een Koninginnedag; vlnr: Marijke Oosterom, Gerard de Jong, Sjaan van Leeuwen en Bep van Wijk. Collectie Bep van Wijk.
De familie In ’t Veld met het DOS-vaandel, 1950
179
Een vergeten voetbalclub Kinderen spelen graag buiten
Ze doen dat op de stoep, op straat, op een speelveld, in een speeltuin of op andere plaatsen. Tot ongeveer vijftig jaar geleden kon dit nog in Schoonhoven. Een conservenblik was de voetbal en een hoopje jassen diende als doelpaal. De teams werden samengesteld door eerst te ‘poten’, waarna de teamcaptains om beurten een keuze maakte uit de potentiële deelnemers. Wie als laatste werd gekozen wist dat hij niet tot de sterspelers hoorde, maar was minstens zo fanatiek als de favoriet van de buurt. Het gevolg was vaak wel een kapotte klomp of afgetrapte schoenen met kale neuzen. Soms groeiden die onderlinge partijtjes uit tot ware competities. In de crisistijd van de jaren dertig was er in Schoonhoven zo’n plaatselijke competitie. Minstens drie jongensclubs streden met elkaar om een taart van Bakker Bezemer. Van één van die clubs is het kasboekje bewaard gebleven. Ze hadden zelfs een naam en een clubembleem. ↓ Het kasboek van DWS. De ledenlijst, de inkomsten en de uitgaven zijn vier jaar in dit blauwe schoolschriftje bijgehouden.
De naam was ontleend aan de Amsterdamse eersteklasser Door Wilskracht Sterk, kortweg DWS, die in 1934 tegen PSV streed om het landskampioenschap. Zover heeft het Schoonhovense DWS het nooit geschopt. Inkijk Het kasboekje bestrijkt de periode van 1933, het jaar waarin de club 180
werd opgericht, tot 1937. Het waren voornamelijk jongens, die in of bij, wat men toen “De Woningbouw” noemde woonden. Dit is het gebied rond de Olivier van Noortstraat en het Olivier van Noortplein, de nieuwste woonwijk van Schoonhoven. Van de eerste leden leeft niemand meer. Het waren jongens die net de lagere school achter de rug hadden. Een aantal bezocht de vakschool. We zien hen later terug op de loonlijsten van de diverse
zilverfabrikanten. Interessanter is de laatste ledenlijst uit 1936. Hierop staan namen van jongens die nu nog leven. Eén ervan is Arie de Bruin. Hij is nu ver in de tachtig, maar als hem wordt gevraagd naar de jongensclub DWS, begint zijn gezicht te stralen. Met een ondeugende blik in de ogen geeft hij een verklaring voor het grote aantal ballen dat in één jaar werd gekocht en
↑ Het embleem van DWS. Dit embleem uitgezaagd in koper sierde eens de prijzenkast. Aan het zaagwerk is duidelijk te zien dat de maker nog maar een leerling was. De vormgeving verraadt de stijl waarop in de jaren dertig op de Vakschool werd gewerkt. ↓ De ledenlijst van 1936. De derde van onder op de rechter bladzijde is Huib van Putten. Op dezelfde bladzijde de achtste van onder is Arie de Bruin.
vaak ook weer werd doorverkocht. Het had alles te maken met de vrouw die in de winkel stond. Zij bood de jongens die een bal kwamen kopen een diepe inkijk in haar blouse als zij bukte om een bal te pakken. Dit was voldoende reden voor deze blagen om steeds weer een nieuwe bal aan te schaffen.
Aangestampt De contributie was niet hoog, gemiddeld 2 cent in de week. Behalve ballen werd daarvan onder andere een ruit betaald die sneuvelde, veergeld als er in Nieuwpoort of Groot Ammers werd gevoetbald, fruit en limonade na afloop en natuurlijk ook de scheidsrechter. Zijn vergoeding was 5 cent. De thuiswedstrijden waren op een terrein achter de gasfabriek, aan de Oranjesingel. Dit was een stuk gedempte stadsgracht waar nu huizen staan, die eind jaren veertig zijn gebouwd. Voor er gespeeld kon worden, werd de grond aangestampt en een touw gespannen tussen de bomen langs de singel, om het publiek op een afstand te houden. Sterspeler Op de laatste ledenlijst uit het kasboekje staat ook de naam voor van Huib van Putten. Hij was toen elf jaar en zou uitgroeien tot de sterspeler van de voetbalclub Schoonhoven. Wat in de jaren vijftig Abe Lenstra was voor Heerenveen en het Nederlands elftal, was in die tijd Huib van Putten voor
was gebeurd met Huib van Putten als voorhoede speler, als deze jongensclub was blijven bestaan. Misschien wel een geduchte concurrent voor de naamgenoot uit Amsterdam? Op de wijs van It's a long way to Tipperary. Schoonhovenaren dat zijn wij allen en daarop zijn wij wat trots Voor ons clubje het beste geven en voor haar pal staan als een rots.
We zijn de werkers van onze kleuren en we blijven trouw als lid. Zo zal onze club in glorie leven met de kleuren blauw-wit. Bij wedstrijden van ons zaterdag 1 team wordt het steevast enige malen vanuit de kantine afgedraaid en door velen luid meegezongen. Door Ad de Vaal, gepensioneerd hoofdofficier van de artillerie. De Vaal stamt uit een Schoonhovense familie van goud- en zilversmeden. Sinds zijn pensionering is hij op veel terreinen actief. Vooral muziek, kunst en geschiedenis hebben zijn belangstelling.
Kloosterwal, een fijne plek om te voetballen “Een geliefde plek om te voetballen was het ‘pleintje van Groeneveld’, zoals wij het noemden. Het lag aan de Kloosterwal, tussen de houten boxen die Groeneveld daar gebouwd had om te verhuren. Zelf had hij daar een werkplaats, waar hij van tijd tot tijd kwam. Op een middag waren wij daar aan het voetballen toen Groeneveld onverwacht om de hoek kwam. Ik zag hem als eerste en pakte de (rubberen) bal op en rende weg. Ik vergat echter dat ik mijn jas aan een deurknop had gehangen. Groeneveld pakte de jas op en nam hem later mee naar zijn huis aan de Spoorstraat. Hij had een gereedschapskist onder zijn arm en daar lag mijn jas
op. Zijn route was door de Koestraat en dan het Albrecht Beijlingpad. Mijn neef Piet Korevaar en Jan van der Vlist konden het hardst lopen en zij ondernamen op dat pad een run, één links en één rechts langs Groeneveld, en gristen de jas mee. De beste man was zó verrast, dat hij de gereedschapskist op de grond liet vallen. Mijn jas was gered. Later hoorden wij dat Groeneveld aan een van de huurders van de boxen, groenteman Bart de Vaal, had gezegd dat hij onze actie wel waarderen kon.” Door Hans Korevaar
↓ De garages aan de Kloosterwal werden in 2001 afgebroken.
↑ Uitgaven van DWS in 1935.
Sportclub Schoonhoven. Zijn specialiteit was het geven van messcherpe voorzetten. Bovendien scoorde hij vaak wel drie of vier doelpunten per wedstrijd. Ondanks belangstelling van clubs uit hogere afdelingen is hij altijd zijn club Schoonhoven trouw gebleven. Wie weet wat er met DWS 181
25 jaar Schoonhovense Hockeyclub SMHC in 2011
…mijmeren over de oprichting… “Als je nog in Schoonhoven hockeyen wil, dan moet je nu wel wat gaan doen”, riep ik omstreeks 1 november 1986 in de Lopikerstraat tegen Wientje Bonga. En ik stak haar nog een hart onder de riem met de toevoeging: “Ik bestuur wel mee, hoor.” Bij de ontwikkeling van ‘Schoonhoven Oost’ waren sportvelden gepland als groene buffer tussen de beschermde landelijk ogende Tiendweg en de nieuw te bouwen woonwijk. Er was ook een hockeyveld voorzien. Maar Schoonhoven had helemaal geen hockeyclub! Een belangrijk landelijk instituut had de gemeente geadviseerd een hockeyveld te plannen en dus stond dat al jaren op de tekeningen. Toen deze plannen definitief ‘door de Raad’ moesten, werd duidelijk dat het veld geschrapt zou worden als er geen club was. De familie Bonga was in 1986 in Schoonhoven komen wonen als jong ‘waarnemend-notaris’ echtpaar met drie kinderen. Een echt hockey-gezin; wekelijks ging het gezin meerdere keren naar Gouda om de kinderen te laten trainen en spelen. Dit leverde bij onze vriendschappelijke borrels meermalen de verzuchting op: ‘Waarom kan dat nou niet gewoon hier?’ Een derde man Tien dagen later meldde Wientje enthousiast dat ze bij de intocht van Sinterklaas op het Veer een man had
ontmoet die het Schoonhovense hockeyschip wel mee wilde vlottrekken. “Voor de kinderen, want hij speelt zelf niet”, wist Wientje mij nog te informeren. Nou dat trof, want ik speelde ook niet en mij gingen onze kinderen hierbij evenzeer ter harte. En zo zaten Gerard Muns en ik op dinsdagavond 9 december 1986 bij Wientje thuis in “De Beukenhof” in de Korte Weistraat als zelfbenoemd hockeycomité te vergaderen over de oprichting van een club. Het bestuur was er dan nu met Gerard als voorzitter, Wientje als technisch commissaris en ik als secretaris. Meer leden was het volgende punt. Gerard en ik herinnerden ons een oproep in de Lekstreek voor geïnteresseerden in een hockeyclub. Na wat heen en weer bellen, vonden we Frank Heldoorn die de lijst nog wel had, waarop zo’n zestig belangstellenden stonden. “Maar het was nooit tot een club gekomen”, zei hij. Het eerste uur Hierna ging het hard. Frank werd penningmeester. De eerste formele bestuursvergadering belegden we op dinsdag 23 december 1986 bij Gerard
↑ Meisjes D, eerste kampioen in het bestaan van SMHC op 11 april 1990. Vlnr: staand, Ruud Jaspar (voorzitter) Sandra Kathmann (trainster), Carolien Geerts, Kristel Blomaard, Judith van Meurs, Sharon Douglas, Suzanne van Wijnen, Mylene Sluijs, Daphne van der Kolk, Joke Kappers (coach); zittend, Annemarie Geerts, Karlijn Kragting, Denise Goutier, Willemijn Boetes, Iris Boesjes, Marjon Kappers; liggend, keepster Renske van Ooijen. Vlag met logo van de Schoonhovense Mixed Hockey Club, SMHC. De dwarsbalk symboliseert de rivier de Lek, de ‘S’ is de stad aan de rivier. Ontwerp, Dave Schottmans, Den Haag, 1987. Foto Piet van Oostrom.
182
↑ Het bestuur van SMHC ter gelegenheid van de eerste ledenvergadering op 16 februari 1987 in Restaurant Belvédère. Vlnr. René Kappers (secretaris), Frank Heldoorn (penningmeester), Gerard Muns (voorzitter), Wientje Bonga (technisch commissaris). Foto mevrouw Niestadt.
aan de Van ’t Hofplaats 22. Inmiddels had Wientjes man Folkert, als notaris de ontwerp-statuten gemaakt en als we wilden kon dat allemaal dit jaar nog officieel ‘passeren’. Inmiddels hadden we ook diverse geïnteresseerden van de lijst van Frank benaderd. Vrijwel iedereen was enthousiast zoals onder andere Jan en Marlie van Moorsel, Jan Troe, Menno en Marieke Boetes, Marja Jansen, Marjolein van Wamelen en Robert Spruyt. Natuurlijk werden al onze kinderen lid, want daar ging het tenslotte om. Waar we gingen trainen en hoe dat dan met wedstrijden en de competitie moest, dat zouden we nog wel zien. Eerst de club en de leden en dan het veld claimen. Op woensdag 31 december 1986 passeerde de oprichtingsakte van de Schoonhovense Mixed Hockey Club, SMHC, voor waarnemend notaris Folkert Bonga, ‘aan wie de comparanten bekend waren en welke comparanten op de volledige voorlezing van de akte geen prijs stelden’. Werk aan de winkel Op 2 januari recipieerden burgemeester Schouwenaar en de wethouders vanwege het nieuwe jaar 1987. Het kersverse bestuur van SMHC bood de burgemeester tijdens die gelegenheid een mini-hockeystick aan en meldde trots aan B&W dat Schoonhoven sinds drie dagen een heuse hockeyclub rijk was en dat we het geplande veld dus heel hard nodig hadden.
↑ Aanbieding van de ‘Mini-stick’ van SMHC aan burgemeester Schouwenaar op de nieuwjaarsreceptie van de Gemeente Schoonhoven op 2 januari 1987 in de Raadszaal van het stadhuis te Schoonhoven. Vlnr: Gerard Muns (voorzitter), Wientje Bonga (technisch commissaris), burgemeester Schouwenaar, René Kappers (secretaris). Foto mevrouw Niestadt.
rest van de attributen in het ontwerp spraken voor zich. Sloof schonk ons duizend zelfklevende clubstickers. De kersverse clubleden waren enthousiast en de mouwen werden gezamenlijk opgestroopt.
De eerste ledenvergadering was op 16 februari 1987 in Belvédère. Hoe kon het ook anders: daar was de nog armlastige nieuwe club van harte welkom zonder zaalhuur te betalen. Onze eerste sponsor dus. Tot onze grote verrassing was de opkomst uitbundig. Kennelijk dankzij onze nieuwsbrief ‘Push’, verzorgd door Marja Janssen. De Opkamer van Belvédère moest ook geopend worden om alle belangstellenden een plaats te geven. Het leverde zo’n dikke veertig leden op. Geen veld, geen clubhuis, geen training; alleen een ambitieus plan. In dat plan zouden we op heel korte termijn starten met training voor de jeugd om vervolgens een gooi te doen naar deelname aan de competitie in september. En ondertussen meedoen aan toernooien en vriendschappelijke wedstrijden. In onze nieuwe outfit natuurlijk: appelgroen shirt en donkerblauwe broek of rok. Wientjes kleuren en Ben Sloof Sport was onze tweede sponsor. Gerards schoonvader, Dave Schottmans ontwierp en tekende ons logo. De dwarsbalk symboliseerde de Lek; de
Eigen veld en thuishonk We onderhandelden met Avantri, Argento en de Schoonhovense voetbalclub voor een trainingsveld en spraken met de Goudse Mixed Hockey Club over mogelijke wedstrijden op hun velden. Uiteindelijk lukte het om het ‘gravel-veld’ bij de voetbalclub te gebruiken voor de training van jeugd. En we mochten van voetbalvereniging Cabauw een veld huren en aansluitend de bar gebruiken. Ons eerste thuishonk was geboren! Met voorzitter Vermeulen spraken we op donderdag 12 maart 1987 af dat we voor ƒ 150 per maand op woensdagavonden bij kunstlicht mochten trainen van 20.30 tot 23.00 en na afloop verder mochten oefenen aan de bar voor de derde helft. Win-win: want Cabauw kon hiermee de gewenste nieuwe kleedkamers financieren. Die eigen wekelijkse vaste plek creëerde een sterk saamhorigheidsgevoel. SMHC groeide voorspoedig. Op
→ Eén van de eerste trainingen van de jongste jeugd, op het veld van vv Cabauw, voorjaar 1987. Er is dan nog geen eigen tenue. Kerk Cabauw op de achtergrond. Vlnr: Doeke Bonga, onbekend, Marijn Bonga, Joost Kappers, Jasper Muns, trainster Sandra Kathmann. Foto Piet van Oostrom.
↑ “De Eerste Bal” op woensdagmiddag 29 april 1987 ter gelegenheid van de eerste vriendschappelijke jeugdwedstrijd van SMHC op een veld van vv Schoonhoven. Vlnr. René Kappers (achter hem deels zichtbaar Frank Heldoorn met op zijn schouders zoon Tom), de heer Kanters, KNHB Districtsvoorzitter, Gerard Muns, burgemeester Schouwenaar. Uiterst rechts, gebukt, Wientje Bonga die de jeugdige keeper Doeke Bonga helpt met het aantrekken van zijn ‘leggings’. Foto mevrouw Niestadt.
woensdagmiddag 29 april 1987 konden we burgemeester Schouwenaar dan ook uitnodigen om ‘de eerste bal’ te slaan gekleed in onze nieuwe clubtrui. Onze eerste wedstrijd: er werd door de jeugd een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld op het veld van de vv Schoonhoven in aanwezigheid van de KNHB Districtsvoorzitter de heer Kanters. Bij hem legden we en passant onze ‘competitiewensen’ maar vast in de week. Naar later dat jaar bleek, niet te vergeefs. Veld Eind 1987 was er veel bereikt. We trainden de jeugd in Schoonhoven en senioren in Cabauw. We speelden competitie op een veld van Gouda. We hadden een eigen toernooi georganiseerd, een feest gegeven en een eerste jaarvergadering gehouden. Het clubblad Push kwam regelmatig uit en we stonden bij het gemeentebestuur krachtig op de kaart. Het veld was daarmee definitief, maar ondanks onze eind 1987 fraai ogende ‘Kunstgrasnota’ zou het toch een natuurgrasveld worden. Er moest tenslotte nog iets te wensen overblijven. Door Rene Kappers
183
Schoonhovenaar Teus Verhoef (75) is al 64 jaar een bevlogen lid van V.V. Schoonhoven. Als geen ander kan hij de rijke historie van de 109 jaar oude vereniging schetsen V.V. Schoonhoven is, op Olympia uit Gouda na, de oudste vereniging uit de omgeving. In 2002 vierde zij haar 100-jarig bestaan met een groot feest en is de vereniging onderscheiden met de Koninklijke Erepenning. Van zwart-rood naar blauw-wit De oprichting vindt plaats op 9 oktober 1902 door achttien jongelui, op initiatief van luitenant J. Oostrijck van de - in Schoonhoven gelegerde - Instructie Compagnie. De club is dan een onderdeel van de vereniging van de Volksweerbaarheid die eerder in dat jaar is opgericht. De voetbal- en atletiekvereniging heet bij de oprichting ‘Olivier van Noort’, in 1905 wordt dit al ‘Voorwaarts’. De tenuekleuren zijn aanvankelijk zwart en rood, zoals in het stadswapen van Schoonhoven, maar na een ruzie met het gemeentebestuur veranderen de kleuren uit protest in blauw en wit. Het speelveld is het exercitieterrein bij 184
het Bastion. Voetballen op het grasveld Buiten de Veerpoort mag van de gemeenteraad niet op zondag. Op 20 oktober 1906 wordt er feestelijk een nieuw veld betrokken bij Both aan de Opweg dat voor 80 gulden per jaar wordt gehuurd. Gemeentewerken zou er nog wel eens wat afval dumpen waardoor het speelveld kleiner wordt; dit lijkt een treitereitje van de wethouder. Wanneer het veld in 1907 eens wordt afgekeurd omdat het te drassig is, mag er toch nog gebruik worden gemaakt van het harde, met grind bestrooide, exercitieterrein. In 1908 is er een nieuw voetbalveld dat parallel loopt met de Hemstoep en eigendom is van de familie Versluis. Opkomst van voetbal In 1920 promoveert ‘Voorwaarts’ naar de N.V.B. en met deze toetreding verandert de naam van de club in ‘V.V. Schoonhoven’. Vaak spreekt men echter over de ‘Sportclub’. In deze jaren
↑ Kampioensfoto van 28 mei 1933: Vlnr boven: Thijs Kouveld, Beugelaar, Bram Kars, Willem van Wijk, Toon de Lange, Rinus Hol, Piet Hogendoorn, Cor Mesker, Leen de Lange, Piet Mesker, Arie Kapoen, Cor Krins, Piet Stam, Janus de Lange, Adriaan Muilwijk, Gerard van Os van den Abeelen, Toon Ponsioen, A.J. den Haan (voorzitter). Vlnr onder: Arie Sterrenburg, Arie Bruins, Jo Ipenburg, Lijn van Wijk, Arie Mesker (jongen), Jan Mets, Gerrit de Haas (jongen), Barend Neuman.
bestaat er even een rooms-katholieke voetbalclub ‘Concordia’ die ook bij de Hem voetbalt. Vanaf 1934 wordt er gespeeld op het terrein aan de Nieuwe Singel. Daar is dan één veld, nu het derde veld.Verkleden moet in de oude kegelbaan avn Jonkers-Bot naast de Stadsherberg. Via een paadje langs de baggersloot komt men dan op het veld. Er komt een eerste eigen kantine dat op een landhuis lijkt. Teus Verhoef: “Eerst voetbalt men nog op klompen. Daarna komen er heuse voetbalschoenen met stalen neuzen en ‘indringende’ noppen. De broeken worden korter met de knieën bloot en de petten gaan af. Een voetbal is nog een ‘hoofdpijn’-bal met veters. Naar een uitwedstrijd wordt er gelopen,
↑ Training in 1946 onder leiding van Ottevanger, de eerste betaalde trainer van Sportclub. Vlnr boven: Arie Versteeg, Joop Fetter, Hennie Kromme, Huib Verkerk, Dirk Bakker, Klaas Roest, Wim Rond, Essie Huizer, Piet Muilwijk, Huib van Putten, Jaan Miltenburg, Arie van Buren, Piet Boef, Leen Kapoen, Ottenvanger (trainer). Vlnr onder: Gerrit Deerenberg, Kees Kok, Cock van Holten, Wout Heikoop, Teus den Ouden, Gijs de Heer.
gefietst of gebruik gemaakt van ‘Jan Plezier’, het spoortje SchoonhovenGouda of Rederij op de Lek.”
naar de vereniging gaan is er niet bij. Ook al spelen de jeugdelftallen hun wedstrijden op zaterdag, het is toch een zondagsclub. Gelukkig komt er in 1958 een zaterdag afdeling bij. Leden zijn vrij zijn om voor spelen op zaterdag of zondag te kiezen. Van Kooten is trainer van beide afdelingen. Het eerste zaterdagelftal wordt ingedeeld in de tweede klasse van de afdeling Gouda en
wordt de kampioen van de competitie van ’58-’59. Het tweede elftal promoveert in dat jaar van de derde naar de tweede klasse. De competitie bestaat uit veertien wedstrijden, meer elftallen zijn er dan nog niet. De volgende jaren handhaaft het eerste zich in de eerste klasse en promoveert in het succesvolle seizoen ’61-’62 zelfs
Van zondag naar zaterdag Bij veel mannen en jongens is voetbal een geliefd spel, ook bij die van hervormde en gereformeerde huize. Hans Korevaar herinnert zich nog het voetballen in de Havenstraat, bij de Kloosterwal en in de Spoorstraat maar → Zondagelftal 1 rond 1958. Vlnr boven: Jan van Holten, Kees Bakker, Alex Houtman, Dik Veer, Dolf Sibbes, Leen van Wijk, Gerrit Endeveld, Huib van Putten, Antoon van Dam, Frans Fransen, Hans Steeman, Wim van den Berg, Hennie Murk, Chris Straver, Jos Faay. Vlnr onder: Henk Brusse (verzorger), Aart van Meteren, Jan Verhoef, Jan Nachtegaal, Lies Ipenburg, Dirk van den Dool, mevrouw Faay– van Straaten.
185
naar de KNVB. Er moet wel eerlijk gezegd worden dat acht spelers van het elftal eerder op zondag speelden. De heer Faay drukt een groot stempel op de Sportclub. Van 1944 tot 1969 is hij voorzitter en bij zijn afscheid stelt hij ↓ Kampioen 64 zaterdag 1: Vlnr boven: Wim Monna (Erelid), Bram de Boer, Henk Rous, Jan Hegeman, Hans Korevaar, Lies Ipenburg, Gerrit Hak, Cor van Barlingen, Gerrit IJsselstein, Rinie van Bers, Alex Houtman, Piet Hoogendoorn en Arends (bestuursleden). Vlnr onder: Piet Molenaar, Daaf de Wit, Cock van Holten, Hennie Pardoel en Hans Verhaar.
186
de J.P. Faay-beker beschikbaar. Op zaterdag 20 augustus 1977 komt Schoonhoven 1 definitief in bezit van de beker door drie keer op rij te winnen. Dames en pupillen De competitie speelt zich af binnen de Goudse Bond, dat later District West II van de KNVB wordt. Het eerste team speelt afwisselend in de derde en vierde ↓ Oud eerste elftalspelers en bestuursleden in 1977: Vlnr: Toon de Lange, Piet Mesker, Gerard van Os van den Abeelen, Cor Mesker, Rinus Hol, Barend Neuman, Jo Ipenburg.
↑ Kampioen ‘50/’51. Vlnr boven: Henk de Bruin, Mauk Weber (stropdas), Wim de Boer, Jan Hegeman, Jos Kavelaar, Antoon van Dam (keeper), Kees Kok. Vlnr onder: Jo Duhen, Ben Rutten, Aart van der Horst (lutje), Jan de Boer, Huib van Putten, Peet de Graaf (grensrechter). Supporters van links naar rechts: Barend van Zoelen, Jan de Weger, Jan Kavelaar, Jur Stam, Chris Dickhoof, Adriaan Kuif, Wiezer en J.P. Faay.
klasse. De afdeling Gouda besluit in ’71-’72 een proefcompetitie damesvoetbal te houden met achttien elftallen. Het blijkt heel succesvol, de damescompetitie is een feit. In 1978 komt er
↑ Legendarische foto: In maart 1966 degradeerde de afdeling zaterdagvoetbal naar de Goudse bond maar op 27 mei 1967 werden ze weer kampioen en promoveerde terug naar de KNVB. De beslissende wedstrijd was op neutraal terrein in Haastrecht tegen RVC uit Waddinxveen en werd met 1-0 gewonnen door een doelpunt van Hans Baardwijk in de laatste minuut van de verlenging. Vlnr boven: Bert Wesdorp (elftalcommissie), J.P. Faay (voorzitter), Harrie Murk, M. van Olderen, Hans Baardwijk, Gerrit Meyer, Jan Smits, Kees Ipenburg, Bert van der Horst, Piet Molenaar, Bram de Boer. Vlnr onder: Van Kooten (trainer), André Arends, Hans Murk, Rinus den haan, Baaike Ooms, Jan de Jong, Cor Hak.
ook een damesafdeling in Schoonhoven die vierde wordt. Een jaar later zijn er al twee dameselftallen. Begin jaren tachtig ontstaat de huidige accommodatie van kantine en twaalf kleedruimtes onder leiding van Koos Klever, Jos Driesen en Harry Murk. In 1983 start er voor het eerst een Fpupillen-elftal voor jongens van zes tot acht, een goede impuls voor de jeugdafdeling. Oud en nieuw Eind vorige eeuw sponsoren veel bedrijven de vereniging via reclamebor-
den of via het uitdragen van hun naam op de kleding van de spelers. Tijdens het eeuwfeest wordt de legendarische Huib van Putten, nu 87 jaar, benoemd tot speler van de eeuw. Huib kwam maar liefst 25 jaar uit voor het eerste zondag team, speelde vijfhonderd wedstrijden en werd in de wijde omtrek geroemd. Hij kwam nooit op een straflijst te staan! Sinds oktober 2008 is er de Business Club V.V. Schoonhoven met zestig donateurs en daarmee de grootste ‘Club’ in de Krimpenerwaard. Zij ondersteunt de vereniging zowel financieel als maatschappelijk en draagt bij aan een financieel gezonde huishouding. V.V. Schoonhoven is een nog steeds groeiende en bloeiende vereniging met 650 leden en 45 jeugd- en seniorenteams en onlosmakelijk verbonden met het leven in Schoonhoven. Door Hans Fokker, met medewerking van Teus Verhoef, Hans Korevaar en de jubileumkranten van V.V. Schoonhoven.
←De eerste kantine leek op een landhuis.
187
We gaan naar Rome ← Een foto van het Nederlands elftal uit 1934.
Hartman “Ik ga mee!” Geld voor de reis was er niet, maar daar vonden ze wat op. Ze lieten kaarten drukken met een foto van het Nederlands elftal, die ze voor 10 cent per stuk verkochten. Het tweetal fietste dagelijks zo’n 130 kilometer. Vanwege sneeuw op de St-Gothardpas moesten ze een klein deel met de trein. Een forse aanslag op hun beperkte budget. Twaalf dagen na hun vertrek kwamen ze in Como aan, waar het Nederlands elftal verbleef. Ze werden er met open armen ontvangen. Van een vertegenwoordiger van de Een foto van Chris Hartman en Gerrit Hoogendoorn met hun fietsen bij het Comomeer.
‘We gaan naar Rome’, was in 1934 een razend populair lied bij de Nederlandse bevolking. Het Nederlands elftal zou in Rome wel even de Wereldcup binnenhalen. Samen met Willy Derby zongen alle Nederlanders: We gaan naar Rome, we gaan naar Rome En Vente neemt zijn kanjers mee We gaan naar Rome, we gaan naar Rome Bep Bakhuys doelpunt daar voor twee. En Mijnders, Wels, Van Heel en Smit, Die roepen om de beurt: Hij zit! Als ferme jongens, als beste jongens, Hollands jongens van Jan de Witt. Het vervelende is dat het Nederlands elftal nooit in Rome is aangekomen. In Milaan werd Oranje in de eerste ronde al met 3-2 uitgeschakeld. De "jongens van Jan de Witt" konden weer naar huis. Dit overkwam ook twee jonge mannen uit Schoonhoven. Met de fiets Iedereen was in de ban van het wereldkampioenschap. Ook de werkloze meubelmaker Gerrit Hoogendoorn, die in het koffiehuis “Hollandia” van Chris Hartman (nu eetcafé “De Stenenbrug”) het idee opperde om op de fiets naar Rome te gaan. Spontaan zei Chris 188
KNVB kregen toegangsbewijzen voor de wedstrijd Nederland-Zwitserland in Milaan, waar ze met eigen ogen de nederlaag aanschouwden. Bij thuiskomst werd het duo door een grote menigte opgewacht. Zo’n zeventig fietsers waren hen tegemoet gereden. Aan de kop van dit peloton reden ze de stad binnen, waar ze met luid gejuich werden ontvangen. In het koffiehuis verwelkomden burgemeester Nieuwenhuizen het tweetal. In het zonnetje De twee sportvrienden kregen ook een officieel ontvangst op het stadhuis. Muziekvereniging T.A.V.E.N.U. haalde ze op. Met een grote krans om hun schouders gingen de twee op de fiets achter de muziek aan naar het stadhuis. Daar werden de “Ferme jongens, stoere trappers”, zoals de burgemeester hen noemde, door diverse sprekers in het zonnetje gezet. In de Schoonhovense Courant van 9 juli 1934 lezen we dat onder de jongelui, die per fiets de reis naar Milaan hebben gemaakt, enkele prijzen waren verloot. De winnaar van
de hoofdprijs, een Fongers rijwiel, was de heer C.A. Hartman uit Schoonhoven. Op 15 juli meldt de krant dat Chris en Gerrit waren uitgenodigd om op de wielerbaan in Gouda een ereronde te rijden. Die dag reden ↓ Een foto van het publiek op de Stenenbrug met de muziekvereniging T.A.V.E.N.U.
↑ Een foto van de huldiging in het stadhuis.
beroemde Nederlandse Zesdaagserijders, waaronder Jan Pijnenburg, een wedstrijd. Tijdens de ereronde werden onze Schoonhovense fietsers nog een keer luid toegejuicht. Door Ad de Vaal, met dank aan Cock van Holten, die met plezier dit verhaal vertelt.
189
Sinds het ontstaan van de polders rond Schoonhoven is er ongetwijfeld door de boeren, jagers en stropers gebruik gemaakt van een polsstok om van het ene weiland op het andere te komen. Ook in Friesland werd de polsstok gebruikt bij het zoeken van kievitseieren, met de eerste polsstokwedstrijden in 1958. 1. Daar werden ook de eerste wedstrijden georganiseerd en in 1958 in Winsum zelfs het Kampioenschap van Friesland. over het Friese fierljeppen en de associatie met de Hollands sloten. De Landbouw Jongeren Groep (L.J.G.) Gouda en omstreken reageerde snel en besloot op hun jaarlijkse sportdag in 1960 een wedstrijd polsstokverspringen te organiseren. Er werden een paar stokken uit Friesland gehaald en op 3 september 1960 werd er voor de eerste maal gesprongen. Teus Vlot uit Stolwijk was zelfs naar Friesland gereisd om de kunst af te kijken en hij was dan ook de winnaar met een sprong van 8.65 m.
↑ Willem Brouwer, redacteur van de Schoonhovensche Courant heeft door middel van de krant het polsstokverspringen in de streek op de kaart gezet. In de beginjaren commentator bij de wedstrijden en 1e voorzitter Polsstokbond Holland. Collectie Klaas de Wit.
Rond 1960 vestigde Willem Brouwer zich in Schoonhoven. Als verslaggever van de Schoonhovensche Courant doorkruiste hij de Krimpener-, Alblasser- en Lopikerwaard op zoek naar nieuws. Toen moet hij met zijn gedachte terug gegaan zijn naar de polsstokwedstrijden in zijn geboorteplaats Winsum. Daar werden polsstokwedstrijden gehouden, dat moest hier toch ook kunnen met al die polders, al die sloten. Hij schreef een artikel in de Schoonhovensche Courant
190
Naar Schoonhoven Cees van Engelen, de uitbater van cafetaria Tino en liefhebber van de atletieksport, haalde in 1965 de polsstoksport naar Schoonhoven. Hij organiseerde met zijn broer Wim een wedstrijd over de Botersloot langs de Opweg. Zelfs burgemeester Aten en zijn dochter kwamen kijken naar de 36 deelnemers, waaronder de Schoonhovenaren Joop van der Grijn, Cor Kruyf, Dick Dijkstra en Piet Koorevaar. Ze waren niet opgewassen tegen de sprong van de in Schoonhoven geboren Leo de Ruiter uit Polsbroek. Hij won met een afstand van 12.65 meter. Vervolgwedstrijden In 1966 volgde opnieuw een wedstrijd over de Botersloot, waar zo’n 1.500 toeschouwers Jan Boer uit Stolwijk de
verste sprong zagen maken, slechts 3 cm verder dan de voor eigen publiek springende Joop van der Grijn. Willem Brouwer Jr., de zoon van de initiatiefnemer, deed voor het eerst mee aan een wedstrijd. In 1967 was het gras in het weiland van de Botersloot nog niet gemaaid. De wedstrijd kon niet doorgaan. De heren Van Engelen waren echter niet voor één gat te vangen en bouwden met medewerking van de gemeente Schoonhoven een schans aan de Mr. Kesperstraat. Een prima locatie getuige de 13.25 m. die winnaar Wiert den Otter uit Lexmond liet noteren. Zelfs voor zitplaatsen was gezorgd en zo konden opnieuw honderden toeschouwers genieten van een steeds populairder wordende sport. 62 deelnemers stonden er op de deelnemerslijst van commentator Willem Brouwer, die middels de geluidsinstallatie van Trompetter de toeschouwers op de hoogte hield van de prestaties van de Schoonhovense dames Herma van der Grijn en Nora Goemans. Bijna was deze wedstrijd in het water gevallen. ‘s Nachts hadden een drietal onverlaten enkele palen van de schans doorgezaagd, maar gelukkig werd dit bijtijds opgemerkt en konden de timmerlieden van de Gruyter & van Engelen de schade tijdig repareren. Enkele dagen later werden de drie door de politie aangehouden. Wedstrijd aan de Mr. Kesperstraat, 1967. Collectie Klaas de Wit.
Kegelen Tot 1971 werden er geen wedstrijden meer gehouden in Schoonhoven. Ondertussen was in Vlist een club opgericht, waar op de boerderij van Janus de Jong drie schansen waren gebouwd en het gehele seizoen getraind kon worden. Op 5 juni 1971 werd er met medewerking van Polsstokclub de Vlist opnieuw over de Botersloot een wedstrijd gehouden. Ondanks de grote inzet van de broers van Engelen kwamen er maar drie springers droog aan de overkant, door de modderige bodem Om de tientallen prijzen voor de springers werd in de avonduren gekegeld in de Engel. Sprong Gerrit van Dijk uit Lexmond naar de eerste plaats met een sprong van 11.94 m, Henny Langerak werd winnaar van de kegelwedstrijd. Laatste wedstrijd Ondanks twee nieuwe schansen in 1973, zagen de duizend toeschouwers geen spectaculaire sprongen. Opnieuw was de ondiepe en baggerige bodem de oorzaak van een matige afstand die winnaar Jaap den Boer uit Groot-Ammers in het zand zette. De laatste wedstrijd in Schoonhoven was op 29 juni 1974. Het derde lustrum van timmerbedrijf de Gruyter & van Engelen werd gevierd met een polsstokwedstrijd, maar alleen de junioren kwamen in actie. Regen maakte het onmogelijk om verder te springen en zo viel deze wedstrijd letterlijk in het water. Aart de With uit Benschop was op jeugdige leeftijd al een talent,
hij sprong 14.23 m en dit is tot nu toe dus het Schoonhovense record. In de eerste vijftien jaren van de polsstoksport is Schoonhoven toonaangevend geweest te midden van de Drie Waarden. De Schoonhovensche Courant bracht al die tijd in de maandageditie een uitgebreid verslag. De familie Kerremans (drukkerij van Nooten) stelde zelfs in 1964 een Zilveren Polsstok beschikbaar voor de winnaar van het Kampioenschap van Zuid-Holland en Utrecht. In 1970 werd Polsstokbond Holland opgericht en ook dat gebeurde in Restaurant Tino in Schoonhoven. Dankzij de publiciteit van het polsstokverspringen werd Wim van Engelen, eigenaar van het Keukencentrum in Schoonhoven, de eerste shirtsponsor van Polsstokbond Holland in 1973 en maakten de springers voor een bedrag van ƒ 1.000 per jaar reclame voor zijn bedrijf. 50 jaar polsstoksport Door het artikel van Willem Brouwer in de Schoonhovensche Courant is na 50 jaar polsstokverspringen in de streek nog steeds populair. De eerste jaren werden de wedstrijden georganiseerd door de agrarische jongerengroep in de 3 Waarden. Maar met de oprichting van Polsstokclub de Vlist in 1966 en de bouw van permanente schansen in Vlist kon er gedurende het gehele zomerseizoen getraind worden. Mede hierdoor kwamen er ook nieuwe verenigingen bij in bijvoorbeeld Groot-Ammers, Noordwijkerhout, Nieuwegein en Bodegra-
ven. Helaas zijn die na verloop van tijd weer ter ziele gegaan. Nu zijn er nog verenigingen in Jaarsveld, Polsbroekerdam, Linschoten en Vlist. Vanaf mei tot september wordt competitie gesprongen en er is jaarlijks een tweekamp tussen Holland en Friesland en een Nederlands Kampioenschap. In de eerste jaren sprong men met houten polsstokken, daarna met aluminium en sinds 2006 worden er afstanden van 20 meter en meer gesprongen met carbon. Polsstokspringer aller tijden is ongetwijfeld de sympathieke Aart de With uit Benschop. Hij behaalde vijftig titels. In 1996 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 1991 sprong hij met een aluminium stok een Nederlands record (19.40 m.) dat in 2006 pas werd verbeterd met een carbonstok door de Fries Bart Helmholt (19.48 m.). Meer informatie over het polsstokverspringen is te vinden op www.pbholland.com Door Klaas de Wit Klaas de Wit uit Vlist is jaren actief geweest in de beginjaren van het polsstokverspringen. Was secretaris en voorzitter van zowel Polsstokclub de Vlist als van Polsstokbond Holland en heeft in 2010 de expositie “50 jaar polsstokverspringen in Holland” mede vorm gegeven.
Wedstrijd aan de Botersloot, jaar onbekend. Collectie Klaas de Wit.
191
13 februari 1981 Het is al ruim dertig jaar geleden, maar Riet Verschoor herinnert zich nog levendig hoe Schoonhoven deelnam aan het Stedenspel van de NCRV-televisie, op vrijdag 13 februari 1981, in het jaar dat Schoonhoven het 700-jarig bestaan als stad vierde. Schoonhoven moest strijden tegen Amersfoort. Riet Verschoor vertelt: “Op donderdag 12 februari vertrok de groep sporters met de twee coaches Eddo Mondriaan en Cees Hagoort per bus naar Leiden, waar het spektakel zou plaatsvinden. De sporters hadden wekenlang getraind voor de voorgeschreven spelletjes. Hans van Haselen, met wie ik het duo denker/sporter vormde, had zich bekwaamd in het boogschieten en zelf had ik enkele weken dagelijks vijf kranten gelezen om me voor te bereiden op de actualiteitsvragen.” Repetities “In Leiden logeerden we in het Holiday-Inn hotel. Repetities waren in de Groenoordhallen. Vrijdag 13
192
februari arriveerde het denkteam onder leiding van burgemeester Schouwenaar, de ‘denktent’ werd ingericht en opnieuw werden er camerarepetities en natuurlijk de ‘generale’ repetitie gehouden. Zelf las ik de hele dag de nieuwste kranten en kreeg van de spanning geen hap door mijn keel. Aan het eind van de middag arriveerden meer dan tien bussen met ruim 600 enthousiaste supporters uit Schoonhoven. ↓ Het riddertoernooi. Collectie Riet Verschoor.
↑ Het hele team voor het vertrek naar Leiden, 1981. Bovenste rij vlnr: Egbert van Veen, Henk van Meurs, Eddo Mondriaan, Rinus van Buren, Hans van Haselen, André Hak, Wim Kroone, Albert Rietman, Riet Verschoor, Jaap v.d. Vlist en Cees Hagoort. Onderste rij vlnr: Hans Sterrenburg, Marie Chantal Purnot, Lia de Haan, Ellen Koudstaal, Marina van As, Thea Butter, Els Koudstaal, Baaike Ooms. Liggend vlnr: Erik-Jan Koudstaal, Rob Voorsluijs. Collectie Riet Verschoor
“Samen met die uit Amersfoort vulden ze de Groenoordhallen met een enorm lawaai.”
Startschot “Aan het begin van de live-uitzending op de televisie werd een promotiefilmpje over Schoonhoven vertoond met demonstraties van een zilversmid en een plateelschilder en het optreden van ‘Jacoba van Beieren’. Presentator Dick Passchier gaf daarna het startschot voor de verschillende onderdelen. • Elk denkteam kreeg een burgemeestersvraag en acht moeilijke vragen te beantwoorden met telefonische hulp van een groep deskundigen in het eigen stadhuis en eventueel uit het hele land. In een recordtempo werden de juiste antwoorden door beide partijen gevonden. Stand 10 – 10! • In vijf behendigheidsspellen met nogal veel water, streden de sporters tegen elkaar. • De ‘mannetjesputters’ moesten houten vaten met de voeten tegen een hellingbaan op rollen en zich voorttrekken aan kabels boven hun hoofd. De snelste tijd telde. • Bij het ‘windjammeren’ moesten emmers water gered worden die anders weggeslagen zouden worden door de giek van een zeilboot op rails, aangedreven door de tegenstander. • In het ‘riddertoernooi’ stonden spelers tegenover elkaar op lopende banden boven een bassin met water, gehuld in een schuimplastic paard, met een lange houten lans in de hand. Hoe meer ridders er in het water belandden, hoe mooier… ↓ De ‘denker/sporter’-teams van Amersfoort en Schoonhoven. Collectie Riet Verschoor.
• Bij het ‘fourage-spel’ werden zo snel mogelijk verschillende attributen in groepsverband overgebracht. • Tussendoor moesten de actualiteitsvragen om beurten beantwoord worden. Bij een misser moest de boogschutter zo snel mogelijk acht, negen of tien punten bij elkaar schieten, voordat we verder mochten. Na acht vragen leverde dat voor Amersfoort vijf punten op en voor Schoonhoven zeven. • Het laatste spel ‘vatdichten’ moest de beslissing brengen. De stand was inmiddels Amersfoort 29 en Schoonhoven 27 punten. Alles was nog mogelijk. Uit openingen in de zijkant van een groot vat, stroomde water. Elke ploeg moest gedurende twee minuten met handen, voeten, voorhoofd, tong e.d. zoveel mogelijk gaten dichten, zodat het meeste water bewaard bleef. Onder oorverdovend lawaai van de supporters verliep dit onderdeel bijzonder spannend, maar helaas.. Schoonhoven verloor.”
Amersfoort ging met 33 punten tegen Schoonhoven 31 punten met de grote beker naar huis. Het verlies werd sportief geïncasseerd en de feestelijke ontvangst later in ‘Het Bastion’ in Schoonhoven maakte veel goed. De reacties van de Schoonhovenaren waren erg leuk, bloemen en complimenten waren ons deel. Het was zenuwslopend, maar een belevenis om aan dit spel mee te doen. Een miniatuur van de Amersfoortse kei op mijn bureau herinnert me nog vaak aan het evenement. In een openbrief bedankte burgemeester Schouwenaar later alle medewerkers, organisatoren en supporters voor de inzet en het enthousiasme waarmee ze Schoonhoven aan de televisiekijkers hadden gepresenteerd en de saamhorigheid en eensgezindheid onder de bevolking hadden getoond in het jubileumjaar 1981.” Door Riet Verschoor-de Zeeuw, gepensioneerd lerares.
193
Daar komen de Schutters ‘Daar komen de schutters’: het zijn de beginwoorden van een liedje van de dichter-zanger Koos Speenhof uit 1904. Zijn liedje gaat over de Rotterdamse Schutterij. Het lied is gekruid met ironie en het beeld dat hij oproept is niet bepaald positief. Maar gelet op de populariteit van dit liedje, dat tot de bekendste werken van zijn uitgebreide oeuvre hoort, was dit een algemeen beeld van de stedelijke schutterijen aan het begin van de 20e eeuw. In Schoonhoven bestond in die tijd ook een schutterij. Het was een bij de wet geregelde vorm van dienstplicht. In het fotoarchief van Cock van Holten is uit die periode een foto terug te vinden met daarop afgebeeld de Schoonhovense schutters. De mannen op deze foto vertonen niet bepaald een krijgshaftig uiterlijk. Anders is dat met een foto van de schutters van de Schietvereniging Albrecht Beijling, een onderafdeling van de Weerbaarheids Vereniging afdeling Schoonhoven. Deze vereniging was op 10 februari 1902 opgericht met als doelstelling het bevorderen van lichaamsoefeningen zoals gymnastiek, schermen en zwemmen. En als tweede doelstelling had deze vereniging de bevordering van de schietvaardigheid.
ook schietwedstrijden georganiseerd. Daarover lezen we in de zomer van 1906 in de Schoonhovense Courant, dat de Schietvereniging Albrecht Beyling een onderlinge wedstrijd houdt, en na afloop begeleid door “de vroolijke muziek van T.A.V.E.N.U. onder de welwillende leiding van de heer Em van Wageningen” naar de Stadsherberg gaat voor de prijsuitreiking. Zij zullen
zeker als marslied niet het Schutterslied van Koos Speenhof hebben gezongen. Misschien werd dat wel gedaan door een paar opgeschoten jongens die de stoet zagen passeren.
Alle weerbaarheidsverenigingen zijn door de Duitsers in 1940 verboden. In Schoonhoven is daarna geen schietvereniging meer opgericht. Wel zijn er pogingen gedaan door de vereniging de Lekschutters, die in 1966 werd opgericht, om in Schoonhoven een locatie voor een schietbaan te krijgen. Dit is op niets uitgelopen en zij hebben zich in Nieuwpoort gevestigd.
Schietoefeningen en -wedstrijden Voor deze laatste tak van sport maakten zij gebruik van de schietbaan van het garnizoen. Deze lag aan de wal tussen het Bastion en de Utrechtsedijk op een stuk gedempte stadsgracht. De schietvereniging Albrecht Beijling telde op haar hoogtepunt 55 leden. Naast het houden van schietoefeningen werden ↑ De Schoonhovense schutters. ← Schietvereniging Albrecht Beijling.
Een fragment uit het schutterslied van Koos Speenhof. Vooral bij oudere mensen bekend. Daar komen de schutters. Ze lopen zich lam, De mannetjesputters van Rotterdam! O, wat een geschitter! Wat maken ze lef! Dat komt van de bitter en 't plichtsbesef. Door Ad de Vaal
194
De oorsprong van Hengelsportvereniging ‘Het Baarsje’ uit Schoonhoven, vond 87 jaar geleden plaats dankzij stropers. Zij werden zo vaak door de koddebeier (veldwachter) achter hun vodden gezeten, dat men besloot een eerlijke visclub op te richten.
op een zondag in 1935 gehouden in de Botersloot, nadat de gemeente toestemming geeft gegeven om onder kerktijd te vissen.
De heren G. Suur, D. Korevaar, H. Pardoel, C. den Butter, B. Stekelenburg, J. Roos en J. Lensen beleggen op 21 februari 1924 een oprichtingsvergadering die wordt gehouden in het café van B. van der Weg aan Tol 7. De heer Suur wordt als voorzitter gekozen en de heer J. Rikkoert als secretaris. De functie van penningmeester wordt in de boeken niet vermeld. Volgens het reglement mogen alleen Schoonhovenaren lid worden. Staan er op de eerste lijst zestig leden, al gauw loopt het aantal terug naar zo’n veertig. Toch voorziet de vereniging in een behoefte, want naast voetbal en atletiek is er in Schoonhoven nog niet veel anders.
Samenwerking voor viswater Wanneer de kosten voor de pacht te hoog worden en de visprijs laag is, wordt de pacht op het gemeentewater opgezegd. De vereniging huurt voortaan
Tijdens de eerste reguliere vergadering op 6 maart 1924 wordt een volledig bestuur benoemd en een afdeling voor aspirant-leden aan de vereniging toegevoegd. Ook komt er een commissie voor de afdracht van de gelden bij de Rijksbank. De heer M. Meyer zal als eerste bode de contributie ophalen. Wedstrijd Zaterdag 14 juni is de dag van de eerste wedstrijd aan de Groote Gracht. Hiervoor komt ƒ 15,-- uit de kas en tijdens de wedstrijd verkoopt men vlaggetjes. De deelnemers worden feestelijk opgehaald door muziekvereniging T.A.V.E.N.U. om in een gezamenlijke optocht naar het viswater te gaan. Met meters lange hengelstokken over de schouder marcheert men in gelid achter de muziek aan. Wie dit eerste concours wint is niet bekend maar na afloop wordt weer onder begeleiding van de muziek naar het verenigingsgebouw teruggekeerd. De prijzen bestaan in die tijd uit hengelsportartikelen. Verwarring Aangezien er in het eerste jaar geen
↑ Vissers in gesprek aan de Gracht. v.l.n.r. Siem Pardoel, Joop Kuijf en Teus Endeveld. Man op de achtergrond geeft de maat van de vis aan.
eigen viswater is, probeert de vereniging gemeentewater te pachten en een vergunning van de Rotterdamse Jongeneel te krijgen om te vissen in de Vlist. In het tweede jaar wordt het gemeente viswater voor ƒ 200,-- gepacht van de gemeente Schoonhoven. Er is verwarring. Een aantal leden krijgt een procesverbaal, omdat ze in de Botersloot vist. Volgens de Gemeente Schoonhoven is het water hen, terwijl omwonende beweren dat het hun land is. De bekeuringen worden later toch ingetrokken. In 1926 is er voor het eerst melding van het ‘opvissen van de Groote Gracht’ met 533 pond vis. Deze opbrengst wordt verdeeld tussen de heer Monteban uit Nieuwpoort en de vereniging zelf, wat een netto bedrag van ƒ 65,34 oplevert. In januari 1928 worden de Noodhaven en de Scheepmakershaven opgevist, waar 2.873 pond vis wordt gevangen, met een netto opbrengst van ƒ 76,08. Het eerste Nationaal concours wordt
↑ Graskarpers uitzetten in 2000 door burgemeester Schouwenaar
een deel van de Lek, vanaf het Schoonhovense Veer tot aan de eerste krib. Toch wordt vanaf 1940 weer gemeentelijk viswater gepacht. In 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog, komt er een verordening die stelt dat broodvissen vóór sportvissen gesteld wordt. Er breekt een moeilijke periode aan voor Het Baarsje. Pas in 1948 is er weer succes met een eerste prijs op een Nationaal concours in Alblasserdam. Begin jaren vijftig treedt de vereniging toe tot de Kring IJsselLek en worden als corps en individueel veel successen geboekt. Het is wel frustrerend dat in deze tijd de beroepsvissers hun netten door de Havens en langs het Veer mogen halen, terwijl de visclub geen eigen viswater heeft. In 1954 wordt de Zondagswet gewijzigd zodat er ook op zondag concoursen mogen worden gehouden. Tijdens de Spomuzaweek in 1958 komen er 180 deelnemers naar het Nationaal concours in Schoonhoven en in 1960 zijn het er zelfs 220. 195
De lang verwachte Koninklijke Goedkeuring komt in 1962, zodat de vereniging zelfstandig viswater kan pachten. Op 5 mei 1963 bundelen hengelsportverenigingen De Weeraal, De Concurrent (Bergambacht), De Springer (Ammerstol), Ons Genoegen (ook uit Schoonhoven) en Het Baarsje hun krachten door de oprichting van hengelsportvereniging ‘De Combinatie’. Samen krijgen zij het water in de Bergambachtse Buurt in handen, zodat ze niet meer op de Grote Gracht is aangewezen. In 1964 besluit het bestuur dat gevangen vis voortaan nat bewaard moet worden en dat ze na het wegen uit moet worden gezet in het water van ‘De Combinatie’. An Nagtegaal wordt in 1964 samen met drie andere vrouwen lid. Zij herinnert zich dat er in de wintermaanden wordt gevist in het zwembad. Opwarmen kan in het Veerhuis bij Piet Veen. Wanneer kinderen tien kikkers vangen, krijgen ze van badmeester Reijerkerk een gevulde koek. Het clubhuis en weeglokaal is in een bovenzaaltje bij uitbater Jos Faay aan de Opweg en later in het Nutsgebouw. De dode vis gaat naar de varkens. Na afloop van een concours is het gezelschap vaak te vinden in de één of andere kroeg en belandt een lid nog wel eens zelf in de Grote Gracht. Tijdens het bijtjes vissen in de wintercompetitie herinnert An zich Tinus de Boer met zijn kar op het ijs met koffie en koek, en vooral vieux en cognac. De vereniging kent ook bijeenkomsten waarop er niet gevist wordt maar bekers worden gepoetst. Andere tijden De visserij verandert snel. Hengels worden langer, net als de wedstrijden. De bamboestok maakt plaats voor meerde↓ Cré Verheijen met een karper gevangen in de Grote Gracht.
196
hoeven te schrobben en dweilen. Na veel verschillende clubhuizen is vanaf 1985 café ‘Het Veerhuis’ het clubhuis van de vereniging. Het ledental stijgt verder naar 200.
← Sportvissers aan de Buitensingel in Schoonhoven.
lige hengels van spaans riet en kunststof, tot zo’n zeven meter. Er worden voortaan ballen voer in het water gegooid om de vis te lokken. Het ledental stijgt naar 100 en bij een jeugdwedstrijd in dat jaar doen er 144 jongens en meisjes mee. Vanaf 1968 mag er worden gevist vanaf de steigers bij de jachthaven. De club verwacht een eldorado, maar dat valt tegen. Begin jaren zeventig zijn er problemen met de bediening van de sluizen. De slechte doorstroming van het water en achterstallig onderhoud aan de sloten veroorzaakt vissterfte in de singels en de gracht. De Grote Gracht wordt uitgebaggerd. Het ledental loopt op tot 145. Vanaf 1976 is er samenwerking met ‘Ons Genoegen’, de andere hengelsportvereniging in Schoonhoven. Er is voor de jeugd een eigen competitie op de woensdagavond. In de loop van de jaren valt ‘de Combinatie’ uiteen als ‘Ons Genoegen’ , ‘De Springer’ en de ‘Weeral’ verdwijnen. Vanaf 1980 wordt de vis buiten gewogen, zodat de dames Nagtegaal en Veenvliet voortaan het weeglokaal niet meer
In 1988 zet de vereniging samen met de gemeente graskarpers uit in de Singels van de nieuwbouw. Begin jaren negentig zijn er rond de 250 leden, het aantal jeugdleden blijft echter klein. In 1993 wordt het leefnet ingevoerd als vervanging van de emmer. De heer H. van Putten wordt benoemd tot erelid van ‘Het Baarsje’ vanwege zijn vijftig jaar lidmaatschap en vele verdiensten voor de club. Hij ontvangt de ‘Gouden baars’. Die wordt later ook uitgereikt aan de heren J. Kuijf (2004), H. de Jong (2007) en J.H. de Jong (2008) vanwege hun grote verdiensten voor de vereniging. Tegenwoordig komt men bijeen in kegelclub ‘De Engel’. De club heeft rond de 320 leden maar kent geen jeugdleden meer. Elke zaterdagochtend trekken de sportvissers er vroeg op uit. An Nagtegaal is daar nog elke week bij, met haar ouderwetse hengel. Door Hans Fokker, met dank aan Henny Looren de Jong en An Nagtegaal
↓ Buiten de Veerpoort, het ijsvissen op het bevroren water rond De Kat met links op voorgrond een vrachtschip van Ouweneel, 1953. Opschrift achterop de foto: Gerard van Gessel (emmer voor de voeten), Piet Lagerweij (naast van Gessel), Henny Murk (rechts van Emmer), Herman Beekhuizen (half boven boot), Huib Benschop (linkerhand in zak), Dirk Korevaar (rechts van Benschop), Teus in ‘t Veld (rechts van Korevaar), Henk Murk (handschoen uit jas). Collectie Groene Hart Archieven.
Dinsdagavond waterpolo-avond In het oude Schoonhovense zwembad was het in de zomermaanden op dinsdagavond altijd druk. Niet door de zwemmers, want die moesten al eerder het bad uit, maar vanwege de competitiewedstrijden waterpolo die er gespeeld werden. SZ&PC - Schoonhovense Zwem- & Poloclub was in de jaren vijftig van de vorige eeuw populair. Bij de thuiswedstrijden kwam veel publiek kijken en dat roerde zich flink. Clubs uit Bergambacht, Oudewater, Bodegraven en Gouda kwamen met enige vrees op bezoek. Een keer kwam een zevental van GZC of DONK uit Gouda op een tandem aangereden. Niet zomaar een tandem, maar een zespersoons! Dat was een bezienswaardigheid. Toen de polo-ers na de wedstrijd weer vertrokken, fietsten wij er achteraan, tot aan de Voornebrug…, want dat wilden we wel meemaken.
Badmeester Herman Kühlemeier weet het ook niet meer, zulk slecht weer!, 26 juni 1991. Herman is sinds 1978 badmeester, dus alweer 33 jaar.
Het oude zwembad eind jaren 30 gezien vanaf de lekzijde met op de brug badmeester Rikkoert.
Bekende namen bij SZ&PC waren: Gerard Scheer, Gijs van der Leede, Gerrit Deerenberg - de fameuze keeper - , Herman Duel, Maarten Smit, Ab van Dijk (keeper), Jan de Jong (keeper), Henk Rikkoert, Kees Reijerkerk, Co Oudshoorn, Bram den Hollander, Jan Schilt, Goof van Asperen, Nico van Dam, Wout de Gruijter. En bij de vrouwen: Meta Pluut, Ali Rikkoert, Ali Driesen, Annie en Riet Snoei, Annie Baars, To Quak, Gré Hoogendoorn, Fré Kramer, zusjes Malingré, Gerrie Reijerkerk en nog velen meer. Door Hans Korevaar
Het oude zwembad eind 1940. → Inzet: Badmeester Reijerkerk en ma Veen. Collectie Janny Littooy.
197
Schoonhovense tabaksdoos omgekat tot Onlangs werd op Ebay vanuit Engeland een zilveren tabaksdoos aangeboden. Voor de kenners overduidelijk afkomstig uit Schoonhoven. De 19e eeuwse ‘M’ van Waarborgkantoor Schoonhoven overleeft namelijk menige polijst- en poetsbeurt en blijft door zijn unieke vorm -met name de karakteristieke bovenzijde van de ‘M’- vrijwel steeds herkenbaar. Ook hier.
Zilveren tabaksdoos. Foto Diggerlee, UK; bewerking RKa.
Het meesterteken werd tot heden niet definitief toegeschreven ondanks dat het ‘een makkie’ leek. Door vergelijking van alle Schoonhovense meestertekens met deze vierkante vorm, met vier letters en/of cijfers, met de ‘letterbasisvormen’ en met de werkzame jaren van de diverse zilversmeden, lijkt het er op dat Cornelis Hooijkaas (1844-1909), een broer van de bekende Herbert Hooijkaas, de maker was in 1882. Hij sloeg CH boven 12 in een vierkant als meesterteken en werkte in Schoonhoven van 1868 tot 1891; daarna in Den Haag. De doos is blijkens de ‘gaande leeuw’ 2e gehalte zilver en heeft verder de jaarletter ‘x’ van 1882. De inscriptie “R.C.Y.C. One Design and Seabird Joint Races 1911. Won by Mallard H.Viner.”
Vanuit Schoonhoven kwam de tabaksdoos kennelijk in Ierland terecht waar hij door het aanbrengen van een inscriptie werd bestempeld tot prijs bij zeilwedstrijden gehouden in 1911. De Seabird was (en is) een open zeilboot van 6,20 meter lang. Hij werd ontworpen in 1898 in Engeland en als klasse geregistreerd door de West Lancashire Yacht Club. De boot mocht compleet niet meer kosten dan 35 Pond. De boten moesten namen van zeevogels dragen. Andere clubs adopteerden het ontwerp, maar onder andere namen: Seashells, Cariads en Gaels. In 1905 werd voor al deze boten een One Design Association opgericht met als doel het oorspronkelijke concept te bewaken. Het idee achter elk ‘One design’ concept is ervoor te zorgen dat slechts de vaardigheden van de bemanningen bepalend zijn in de race, omdat alle boten precies hetzelfde zijn. Er is dus ook een officiële lijst: daarop prijken 106 gebouwde en officieel gemeten boten. De oudste uit 1898 en de jongste uit 2010. De Seabird is de oudste nog varende ‘One Design’ zeilboot ter wereld. R.C.Y.C., ofwel de Royal Cork Yacht Club uit de Ierse stad Cork is de oudste Yacht club van de wereld, opgericht in 1720. Deze club organiseerde in 1911 de zeilwedstrijden voor de Seabirds en de andere boten uit deze nieuwe klasse: er waren toen pas 41 boten officieel gemeten. De winnaar werd Mallard H. Viner. Een illegale doos Ierland gebruikte voor zilver tussen 1807 en 1 april 1923 hetzelfde gehalte als Engeland: Sterling ofwel 1e gehalte. ← Inscriptie binnenzijde deksel. Foto Diggerlee, UK.
198
Ook import moest hieraan voldoen. Tot 1935 werd geïmporteerd werk gestempeld met drie speciale merken. We moeten daarom concluderen dat de doos qua waarborg illegaal werd geïmporteerd en verkocht aan de organisatoren van de races. Gravure uit 1882 of 1911? Onder de Schoonhovense goud- en zilversmeden waren goede graveurs. Daarnaast waren er specialisten in de zilverstad werkzaam. Er werd menige onderscheiding met graveerwerk gewonnen. De vlotte stijl en kwaliteit van de gravure op het deksel zouden daarom Schoonhovens kunnen zijn. Gelet op de voorstelling, twee identieke schepen (one design en joint races) en de eenvoudige open zeilboten met fok en grootzeil (het Seabird concept), zou je de gravure kunnen karakteriseren als ‘speciaal voor deze gelegenheid’. De twee schippers met bolhoeden gaven echter de doorslag: een Engelse of Ierse gravure, speciaal voor deze races in de Seabird klasse in 1911. Omgekat De illegaal geïmporteerde Schoonhovense tabaksdoos uit 1882, van te laag gehalte voor Ierse begrippen, werd dus niet alleen door de inscriptie aan de binnenzijde van de deksel in 1911 ‘omgekat’ tot Ierse Sportprijs, maar ook door de gelegenheidsgravure op de deksel. Winnaar Mallard H. Viner zal er desondanks wel niet minder blij mee geweest zijn. Door Rene Kappers , bestuurslid Historische Vereniging Schoonhoven. René Kappers onderzoekt de geschiedenis van Schoonhoven als zilverstad.
↓ Twee open zeilscheepjes met ieder een schipper met bolhoed, op het water onder vol zeil met vlag en wimpel, in een cartouche van florale motieven. Foto Diggerlee, UK.
Het leven in Schoonhoven
Om de nummers goed te bewaren verschijnt er een VERZAMELBOX. De verzamelbox kost € 12,50.
Onder de titel Het leven in Schoonhoven verschijnen twaalf themanummers waarin het leven in Schoonhoven wordt belicht. De serie bestaat uit de volgende thema’s:
NR.
MAAND
THEMA
01
februari
Garnizoensstad (978 90 76940 74 8)
02
maart
Eten en drinken (978 90 76940 81 6)
03
april
Middenstand (978 90 76940 82 3)
04
mei
Zilver (978 90 76940 83 0)
05
juni
Cultuur (978 90 76940 87 8)
06
juli
Geloof (978 90 76940 86 1)
07
augustus
Sport (978 90 76940 85 4)
08
september
Monumenten (978 90 76940 90 8)
09
oktober
Wonen, werken en welzijn (978 90 76940 88 5)
10
november
Onderwijs (978 90 76940 89 2)
11
december
Feest en muziek (978 90 76940 91 5)
12
januari 2012
Vervoer (978 90 76940 84 7)
↘ Tekening van een vroeg 18e eeuwse zilversmidswerkplaats (links) door Willem Johannes Graves Kooiman, 1983. Het volgende nummer van Het Leven in Schoonhoven gaat over Monumenten.
199
Sport verbindt mensen
“Sport is een middel om groepen mensen met elkaar te verbinden”, zei prinses Maxima als beschermvrouw van het Oranjefonds. Hiermee gaf zij uitleg aan het programma ‘De Kracht van Sport’, dat stelt dat sport wordt ingezet als middel om minimaal 2 verschillende groepen mensen met elkaar in contact te brengen, en als middel om sociale effecten binnen één specifieke doelgroep te bewerkstelligen. Dat is vandaag zo, en het was vroeger niet anders. Er ontstond in de eerste helft van de 19e eeuw een grote diversiteit aan sporten en het aantal sportverenigingen groeide met de belangstelling voor sport. Zo ook in onze stad. De Zwem- en Badinrichting van ‘Volksweerbaarheid’ (80% van de schooljeugd heeft in 1951 een zwemdiploma), de gymnastiekvereniging (D.O.S.), de atletiek afdeling (later als Avantri), de polsstokvereniging, de zwem- en poloclub (S.Z.&P.C.), de wandelsportverenigingen, de kegelclubs (’t Touwtje, Nooit Gedacht, Tweedracht en Belvedère), de biljartclubs (T.O.P. en Schoonhoven), de watersportvereniging (Zilvervloot), en in de tweede helft van de 19e eeuw kwamen er nog evenzoveel clubs en verenigingen bij. De scherpe randen tussen groepen, die er ook in de begintijd waren, werden juist binnen de sportverenigingen - uiteindelijk - verwijderd. Zondagen zaterdagsporters werden één team. Katholieken en niet-katholieken sportten samen in één vereniging. De krant van zaterdag 30 juni 1951 gaf het treffend
weer: “Ook het Schoonhovense sportleven doet zich kennen door een grote mate van verdraagzaamheid en niet alleen dat alle godsdienstige gezindten elkaar in de sportverenigingen ontmoeten, ook over standsverschil breekt niemand zich het hoofd.” (H.J. Looman) Johan Cruijff stelt het nu ongeveer zo: “Als onderdeel van een team ervaar je dat je alleen door samen te spelen tot goed resultaat kunt komen. Je leert technieken om jezelf te ontwikkelen en wat voor initiatieven je moet nemen om bij te dragen aan het spel. Je ontdekt hoe je eigen creativiteit integreert met de kwaliteiten van anderen in sociale betrokkenheid en respect voor elkaar. Je staat voor elkaar klaar en voelt verantwoordelijkheid voor het geheel en laat daarmee zien wie je bent.” [vrij naar de 14 regels van Johan Cruijff]
Vandaag mag je stellen dat het verenigingsleven in Schoonhoven nog steeds leeft. De diversiteit is alleen maar groter geworden. Over leden hebben de meeste verenigingen niet te klagen. Recent onderzoek heeft laten zien dat de meeste kinderen aan sport doen en een groot gedeelte zelfs lid is van twee of meer verenigingen. De betekenis van sportverenigingen voor het leven in Schoonhoven is dus groot. De lange bestaansgeschiedenis van Schoonhovense sportverenigingen laat dat zien. Inwoners van de stad ontmoeten elkaar daar en maken er nieuwe vrienden. De sportverenigingen en openbare speelplekken vormen voor hen vertrouwde gemeenschappen. Er wordt waardevol sociaal kapitaal opgebouwd onder condities van gelijkwaardigheid die onderlinge verschillen verkleint. In een tijd van sterke individualisering zijn de verenigingen misschien wel de belangrijkste bindende elementen geworden. Sport verbindt mensen.