6
J a a rg a n g 2 0 , n r. 2
Spiritualiteit voor managers Go with the flow naar Nyenrode Rob Nanninga
Spiritualiteit is overal. Ook in het bedrijfsleven, waar visionair en resonerend leiderschap mythen creëert, het krachtenveld aanroept en allen bezielt met hetzelfde ideaal. Om de geestelijke energie in nieuwe banen te leiden, riep de Nyenrode Business Universiteit in 2006 een leerstoel voor Business Spiritualiteit in het leven. De bejaarde jezuïet Paul de Chavigny de Blot (geb. 1924) was een ideale kandidaat voor dit hoogleraarschap. In zijn oratie ontvouwde hij zijn visie: ‘In elke medewerker zijn innerlijke zekerheden nodig, ontstaan vanuit een spirituele visie, geworteld in een gemeenschappelijke spirituele bron van ondernemingsvisie en corporatieve spiritualiteit.’ Gebrek aan ‘spirituele zingeving’ leidt volgens De Blot tot een verlaagd prestatievermogen, een hoger ziekteverzuim, meer arbeidsconflicten en minder winst. Pater de Blot definieert het begrip ‘spiritualiteit’ als ‘innerlijke ervaring die mijzelf overstijgt, richting geeft aan mijn leven en mijn bestaan zinvol maakt’. Spiritualiteit heeft evenals religie betrekking op een bovennatuurlijke of niet-empirische werkelijkheid. Maar het zou dom zijn om het religie te noemen, want dat woord roept bij velen negatieve associaties op. Het doet denken aan dogmatisch leergezag, starre regels, lege rituelen en conflicten met andersdenkenden. Spiritualiteit klinkt veel beter en kan voor iedereen wat anders betekenen. Het is vaak een soort religie à la carte, waarbij men vrijelijk elementen kan overnemen uit diverse religieuze en occulte tradities. De nadruk ligt op individuele ervaringen en persoonlijke groei. Spiritualiteit wordt gewoonlijk aangeboden in de vorm van cursussen of seminars. Het is een product dat verhandeld kan worden, een soort rebranding van religie, die goed past binnen het marktdenken. De leveranciers van spiritualiteit maken gebruik van het aura van mystieke authenticiteit dat oude religies omgeeft, zonder last te hebben van alle ballast. In het zakenleven wordt spiritualiteit steeds vaker gezien als een middel dat de productiviteit en efficiëntie kan verhogen. Het kan worden gebruikt om werknemers te doordringen van de heilige missie van hun bedrijf.
Bedrijfsmythen Paul de Blot werd al in 1979 door zijn orde naar Nyenrode gestuurd om daar als campusmoderator studenten te begeleiden. Hij was eigenlijk van plan een baan te zoeken in de psychiatrie, maar zijn superieuren hadden een vooruitziende blik en vonden dat het bedrijfsleven een hogere prioriteit verdiende. De Blot wilde op Nyenrode geen vreemde eend in de bijt blijven en ging daarom evenals de studenten colleges volgen. Zijn studie in de bedrijfs-
kunde mondde uiteindelijk uit in een omvangrijk proefschrift over de organisatievisie van Ignatius van Loyola (1491-1556), de stichter van de jezuïetenorde. Nyenrode verleende hem hiervoor in januari 2004 een doctoraat. De jezuïetenorde is volgens De Blot een ‘schoolvoorbeeld’ van business spiritualiteit. De orde ‘staat model voor een succesvol bedrijf dat op spirituele basis is geschoeid’. Ignatius verenigde realisme met grote idealen. Hij stichtte een visionaire organisatie met het holistische karakter van een netwerkorganisatie en het vermogen zich overal bij de omstandigheden aan te passen – alles in dienst van een hoger doel: ‘beter dienen’. Door zijn medewerkers geestelijke oefeningen voor te schrijven, zorgde Ignatius ervoor dat ze inzicht kregen in hun diepste verlangens. De kernvisie werd bij elk lid van de orde in het hart gegrift. De jezuïeten houden het daarom al eeuwen vol, terwijl veel bedrijven spoedig weer het veld moeten ruimen wegens gebrek aan innerlijke bezieling. Elke ziel heeft een levensopdracht en dat geldt ook voor de ziel van een onderneming. De spiritualiteit van een bedrijf is volgens De Blot geworteld in de droom, het ideaal of diepste verlangen van de oprichter. Zo’n ‘zijnservaring’ blijft dikwijls het best bewaard in een familiebedrijf, dat alle medewerkers bezielt met dezelfde geest, met
Skepter, winter 2007
7
een gemeenschappelijk verlangen en ideaal. Iedereen voelt zich een deel van het geheel en is loyaal aan de onderneming. Spiritualiteit kan het personeel motiveren en inspireren. Het verhoogt hun inzet en arbeidsvreugde. De Blot voert Walt Disney, Henry Ford en Anton Philips op als inspirerende voorbeelden van spirituele ondernemers die een hoog ideaal voor ogen hadden. Walt Disney ‘wilde kinderen blij maken met zijn tekeningen’, Henry Ford gunde iedere Amerikaan een auto en Anton Philips ‘wilde licht in de wereld brengen’. Het klinkt alsof het heiligen waren in plaats van handige ondernemers. Maar dat is niet erg, want mythevorming is volgens professor De Blot een essentiële component van een spirituele organisatiecultuur. Managers kunnen de zingeving bevorderen door geromantiseerde verhalen te vertellen over de oorsprong en geschiedenis van hun bedrijf. Ze kunnen wat dit betreft een voorbeeld nemen aan de Bosjesmannen. Managers moeten zich bewust worden van ‘de diepere lagen van het bestaan tot op het zijnsniveau’. Daar kunnen ze innerlijke zekerheid vinden en metafysische waarden die zin geven aan het zakendoen: Waarheid, Goedheid, Eenheid, Schoonheid en Wording. Vanuit het diepste zijnsniveau ‘kunnen werkzaamheden op het doenniveau transparant worden voor een spiritueel inzicht van vernieuwing’ en kan er een ‘organisatorische “bekering”’ plaatsvinden. De Blot adviseert om technieken te gebruiken die zijn ontwikkeld door esoterische en religieuze scholen. De tijd is er rijp voor: ‘na een evolutieproces van ruim vier eeuwen bereiken we nu het punt waarop organisaties spiritueel ontwaken’.
Synchronistisch management Ignatius van Loyola zag achter veel gebeurtenissen de wil van God en was daar ook voortdurend naar op zoek. Zo reed hij op een dag op zijn ezel toen er een Moor naast hem kwam rijden die hem zwaar beledigde. Ignatius wilde de Moor wel aan zijn dolk rijgen, maar was er niet zeker van of God daarmee instemde. Hij besloot zijn ezel bij de volgende wegsplitsing de vrije teugel te geven. Als het dier dezelfde weg zou kiezen als de Moor, was dat een teken om hem dood te steken. Op deze wijze ontdekte Ignatius dat het Gods Wil was om de Moor te laten leven. (De Blot geeft twee verschillende versies van dit verhaal.) Gods Wil is niet iets waar moderne managers mee uit de voeten kunnen. Maar dat is geen probleem omdat we volgens De Blot evengoed kunnen spreken over ‘zinvol toeval’, een betekenisvolle samenloop van omstandigheden die zich niet rationeel laat verklaren. Ignatius liet zich dikwijls leiden door het toeval en maakte optimaal gebruik van mogelijkheden die zich toevallig voordeden. Dit is ook weggelegd voor spirituele managers, die niet alles rationeel willen plannen. De Blot verwijst daarbij naar het boek Management met synchroniciteit van dr. Ruud Heijblom (2005), die hierover ook een hoofdstuk schreef in De brug naar business spiritualiteit (2006), een uitgave van Nyenrode. ‘Synchronisch management is momentmanagement: het juiste moment waarin de dingen tezamen komen gezien je bestemming’, aldus De Blot. De term synchroniciteit werd oorspronkelijk bedacht door de psychiater Carl Gustav Jung. Hij merkte op dat een innerlijke voorstelling of gedachte een opvallende overeenkomst kan vertonen met een uiterlijke gebeurtenis, zonder dat er sprake is van een causaal verband. Zulke zinvolle coïncidenties treden volgens hem vooral op in crisissituaties, wanneer er sprake is van sterke archetypische emoties. Jung heeft het over een niet aan ruimte of tijd gebonden Zin, die zich zowel in de psyche van een persoon als in een concrete gebeurtenis uitdrukt, zonder dat die twee elkaar beïnvloeden. Magische krachten spelen daarbij geen rol, want zulke
ideeën acht Jung kenmerkend voor de primitieve mens. Ruud Heijblom beschouwt synchroniciteit als ‘de verbinding tussen een innerlijke gedachte (intentie) en een uiterlijke manifestatie’. Externe omstandigheden kunnen onze intenties en gemoedstoestand reflecteren. Heijblom gelooft dat intenties een soort ‘magneetwerking’ hebben. Dingen komen niet toevallig op je pad. Ze hebben een bedoeling en kunnen je naar je bestemming leiden. Het is ‘alsof een grote onzichtbare hand iets naar je toestuurt’. Betekenisvolle toevallen zijn naar zijn oordeel van belang voor managers omdat ze mogen worden gezien als een signaal dat men in de goede richting gaat. Als je het gevoel krijgt dat er een samenhangend patroon zit in toevallige gebeurtenissen en dat dingen onafwendbaar bij elkaar komen, dan weet je dat je een goede verbinding hebt met het krachtenveld. Je mag er dan op vertrouwen dat je op het goede spoor zit en dat je intuïtief de juiste beslissingen neemt. Positieve intenties versterken de signalen en de energie uit het krachtenveld. Via het zevende chakra, dat zich 13 inches boven ons hoofd bevindt, kunnen we in contact komen met de kosmische krachten. ‘In spiritueel management verbinden we ons innerlijk met het krachtenveld. Als je eenmaal in verbinding bent, kunnen connecties ontstaan.’ Door ons af te stemmen op het krachtenveld ‘worden we een ijzersterke change agent in onze organisatie’. Om assistentie van boven te ontvangen, moeten we het krachtenveld vragen om ons te helpen, alsof het een god is. ‘De kracht van ontvangen ligt in het vragen. Wie niet vraagt, zal niet ontvangen. Vraag helder in stilte het krachtenveld om je te helpen. Stel deze vraag duidelijk en toegesneden op de situatie om het ontvangstproces zo soepel mogelijk te laten verlopen.’ Je mag er dan op vertrouwen dat het antwoord niet ver uit de buurt is. Loop maar eens een ruimte binnen waar mensen aan het praten zijn, zet de televisie aan of open een willekeurig tijdschrift. Er is dan alle kans dat het eerste wat je hoort of leest een antwoord op je vraag is of
8
J a a rg a n g 2 0 , n r. 2
Het synchroniciteitskwadrant van Ruud Heijblom.
daarmee in verband kan worden gebracht. De kans op synchronistische gebeurtenissen kan worden vergroot door vaste routines te doorbreken. Vooral tijdens reizen kunnen er onverwachte dingen gebeuren. Het is ook belangrijk om goed te letten op gedachten die plotseling bij je bovenkomen en op mogelijke symbolische interpretaties. Houd altijd een opschrijfboekje bij de hand om toevalligheden te noteren. Bij synchronistisch management is het de bedoeling dat alle medewerkers van het bedrijf gespitst raken op toevalligheden en hun ervaringen met elkaar delen. Zo gaan ze beseffen dat alles met elkaar verbonden is. ‘Maak van het zien van synchroniciteit een nieuwe kerncompetentie binnen jouw bedrijf.’
Resonerend leiderschap Ruud Heijblom geeft verscheidene voorbeelden van toevalligheden die hem zelf overkwamen of die hij hoorde van mensen die zijn seminars bezochten. Het zijn allerminst wonderbaarlijke toevallen (hoogstens meevallers) en ze lijken niet op wat men doorgaans onder synchroniciteit verstaat. Zo beschrijft Heijblom hoe hij een lekke band kreeg toen hij naar een vergadering reed. Dat kwam hem goed uit, want hij had geen zin in de saaie vergadering. Een IT-manager vertelde hoe hij in de buurt van Las Vegas een vriend tegenkwam, die daar eveneens samen met zijn gezin in een camper rondreed. De vriend was recentelijk ontslagen. Een half jaar later werd de manager ook ontslagen. Toen moest hij terugdenken aan zijn eerdere ontmoeting. ‘Op de één of andere manier droeg de ontmoeting in de woestijn bij aan het voor hem ontvouwende carrièrepad’, meent Heijblom. Maar het wordt niet duidelijk hoe. Een directeur van een bedrijf in kindermeel, die wel eens wat anders wilde gaan doen, viel thuis van een trap en moest enkele weken rust houden. Daarna besloot hij te gaan reizen. Toen hij terugkwam, bood iemand hem aan directeur van een scheepvaartmuseum te worden. ‘Deze deelnemer had het gevoel dat dit moment van het ongeluk voor hem bedoeld was een wending te geven aan zijn carrière.’ Zo is alles ergens goed voor. Een marketingdirecteur werd in zijn auto van achteren aangereden, wat veel blikschade opleverde. De man die het ongeluk veroorzaakte, bleek op zoek te zijn naar een baantje. De directeur wist dat zijn bedrijf wel iemand kon gebruiken en verwees hem door. Heijblom meent dat dit voorval ‘beantwoordt aan de intentie van nieuw personeel’. ‘Het lijkt wel of het krachtenveld aangeeft “u wenst en wij draaien”.’ Maar waarom was daar een ongeluk voor nodig? Een andere deelnemer aan Heijbloms seminar vertelde hoe ze
tijdens een autorit een tussenstop had gemaakt op een parkeerplaats. Terwijl ze daar stond, kwam er een man op een fiets aanrijden, die onverwacht op de grond viel en bewusteloos raakte. Toen de man in een door de vrouw gealarmeerde ambulance werd geschoven, kwam hij weer bij kennis en zei: ‘Ik wist dat u er was, dank u wel.’ Heijblom schrijft hierover: ‘Ze vroeg zich af wat dit allemaal voor betekenis heeft. Ze vond het een echte synchronistische gebeurtenis.’ Blijkbaar had Heijblom haar nog niet duidelijk kunnen maken wat synchroniciteit betekent. Ten slotte nog een voorbeeld van ‘geclusterde synchroniciteiten’, die tot bijzondere inzichten kunnen leiden: Je komt toevallig een oude vriend tegen in Singapore, die je uitnodigt om wat te gaan eten bij kennissen. Dat komt goed uit, want je hebt net gehoord dat je vergadering niet doorgaat. Tijdens de maaltijd raken twee mensen met elkaar in discussie. Dit doet je denken aan een woordenwisseling die je eerder met je leidinggevende had. De disgenoot blijkt dezelfde voornaam te hebben als deze persoon. Gelukkig eindigt de avond vredig. Als je later in je auto zit, hoor je op de radio het lied Give peace a chance. Dat kun je interpreteren als een aansporing om het conflict met de leidinggevende op te lossen. Heijblom ontwikkelde het zogenoemde synchroniciteitskwadrant, een leercirkel voor managers om ontvankelijk te worden voor synchroniciteit. Eerst moeten ze leren dat alles trilt. Zo heeft de aarde volgens de occulte bronnen waarop Heijblom zich baseert, een trillingsfrequentie van 136,1 hertz (32 octaven hoger dan één cyclus per jaar). Tijdens meditatie kunnen we ons op deze aardetrilling afstemmen. Ook stenen trillen en er zijn volgens Heijblom leden van oude natuurvolken die deze trilling met hun stem kunnen doorgeven. De ‘ware geneeskunde’ werkt eveneens met trillingen, ‘de subtiele energie van ons lichaam’. Het is opmerkelijk dat zulke informatie in een uitgave van Nyenrode te vinden is. Als manager moet je goed zijn afgestemd op de gedachten en emoties van je medewerkers. Heijblom noemt dit resonerend leiderschap en geeft allerlei tips om het gevoel van resonantie te versterken. Zo kan men in een kring gaan staan en elkaars handen vasthouden om energie door te geven. In het bedrijf kan gregoriaanse muziek worden gedraaid, er kan wierook worden gebrand of men kan samen de mantra ATOEM ATON ATON ATOEM zingen, die zeer krachtig werkt. Ook het gebruik van klankschalen brengt je in harmonie met jezelf en in verbinding met anderen. ‘De effecten die klankschalen voortbrengen, werken wel 36 uur door, omdat ze ons energieveld penetreren.’ Een workshop ‘Gong en Management’ is zeer geschikt om je meer inzicht te geven in je intenties en een resonerende leider te worden:
Skepter, winter 2007
Men moet zich bijvoorbeeld afvragen hoe, waar en wanneer men een schaal aanslaat. Dit vanuit het principe dat de energie onze gedachten volgt. (…) Het is de kunst een beeld, een voorstelling te maken van wat men met een bepaalde slag beoogt. Intentioneel denken staat centraal. (…) Vraag je telkens af wat er van je gevraagd wordt en hoe je met de ander, de luisteraar (de mensen in de organisatie) kunt resoneren. (…) Zorg voor resonantie. Dat betekent dat men precies op dát moment juist dát doet wat nodig is. Alleen dan immers gaat de ontvanger (de ander) met de zender harmonisch meetrillen. (Heijblom in Business Spiritualiteit Magazine Nyenrode, 2008)
Vreemde universiteiten Voorin het boek De brug naar spiritualiteit & leiderschap (2007), het vierde deel uit deze reeks, staat wat informatie over Ruud Heijblom: ‘Prof. dr. Ruud Heijblom is directeur van het adviesbureau Marketing Koers dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen van de strategische richting voor bedrijven. Hij is Professor Research in Innovative Business Models aan de Research Universiteit Russell Hobbes en Professor Psyconomie aan Alba-university; bovendien is hij verbonden aan de University of the Free State (Bloemfontein, Zuid-Afrika) en diverse andere Business Schools.’ Elders kunnen we nog lezen dat hij ook energetisch auratherapeut en klankmassagetherapeut is, en mede-oprichter van de ‘School of Luck’. Navraag leert dat Heijblom verbonden is aan de School of Management van de Zuid-Afrikaanse UFS, die hem jaarlijks uitnodigt om als gastdocent een aantal colleges te geven. Het klinkt alsof Russell Hobbes en Alba eveneens buitenlandse universiteiten zijn. Deze niet-erkende opleidingsorganisaties zijn echter in Nederland actief. De Universiteit Russell Hobbes, waar men diverse PhD’s kan behalen, heeft volgens haar website (www.urh-edu.org) leer- en onderzoekscentra in zeven Nederlandse steden. Een vestigingsadres wordt niet genoemd, alleen een inschrijfbureau, dat zich bevindt in een bedrijvenverzamelgebouw in Eindhoven. Russell Hobbes wordt geleid door de onbekende professor Peter Plagmeijer, naar eigen zeggen ‘Dr op het gebied van Organisatieverbetering en Non-
9
Rationale Managementtechnieken’. Zijn Executive University en Universiteit van Brasschaat waren op hetzelfde zakenadres gevestigd. De Alba-university (alba-university.nl en alba-university.eu) werd in 2006 opgericht door Ien Peijnenburg (1950), oorspronkelijk een verpleegkundige die zich na een omscholing bezighield met de werving en selectie van managers. In 2002 begon ze een eigen coachingspraktijk, Albaconsult. Twee jaar later startte ze een beroepsopleiding voor coaches, de Alba-academie, en vervolgens een universiteit die opleidt tot Master in Coaching. De opleiding kan binnen anderhalf jaar worden voltooid, met één lesavond in de week, enkele werkstukken en een Thesis tot besluit. De kosten bedragen 14.500 euro. De Engelstalige website meldt dat de campus van de universiteit een ideale leeromgeving biedt, met ruime lokalen, comfortabele kamers en diverse sportfaciliteiten. De campus is beter bekend als Hotel en Congrescentrum Koningshof in Veldhoven, waar Alba een kamer heeft gehuurd. Mevrouw Peijnenburg was in september 2007 een keynotespeaker op een conferentie voor beroepscoaches, waaraan Nyenrode onderdak bood. Ze vertelde over de missie van haar universiteit. Veel directeuren en managers zijn hun dromen en hun ware zelf kwijtgeraakt. Zij hebben wetenschappelijk geschoolde coaches nodig om burnouts en depressies te voorkomen. De begeleidingswetenschap is een inclusieve wetenschap, met ruimte voor hart en ziel, intuïtie, verbondenheid, zingeving en andere ‘onmeetbare’ zaken. Wellicht is het hierbij nodig om het begrip wetenschap opnieuw te definiëren. ‘Dat moeten we dan maar doen!’, sprak Ien Peijnenburg kordaat. De Psyconomie werd onlangs omgedoopt tot Coaching Science & Meaning, met dr. Johan Brouwer als nieuwe hoogleraar. Hij was voorheen bijzonder hoogleraar geestelijke verzorging aan de Universiteit van Kampen. Een CV van Ruud Heijblom is te vinden op de website van de Spinoza University (zie Skepter 20/1), waaraan hij ook verbonden was. Heijblom vermeldt dat hij in 1985 is gepromoveerd aan de Clayton University in St. Louis. Dit was volgens het onderwijsministerie van Missouri een niet-geaccrediteerde universiteit zonder campus, gevestigd in het plaatsje Clayton en geleid door de oprichter Eugene G. Stone. Zijn universiteit schijnt korte tijd een
10
soort kandidaatsstatus te hebben gehad, maar nadat de onderwijswet in 1985 was aangescherpt, werden de activiteiten naar het buitenland verplaatst. Er waren vestigingen in Hong Kong, Japan en zelfs in San Marino. Stone overleed eind 2004. In het CV staat nog een tweede PhD, die later (het jaartal ontbreekt) door de Preston University zou zijn verstrekt. Helaas heeft deze universiteit evenmin een goede reputatie. Ruud Heijblom schreef mij dat hij zijn titel naar Amerikaans gebruik voor zijn naam heeft geplaatst. Maar in Nederland heeft men daarvoor toestemming nodig van de IB-Groep, en die heeft Heijblom niet. Wie zonder daartoe gerechtigd te zijn een doctorstitel voert, kan volgens het Wetboek van Strafrecht een geldboete krijgen van de tweede categorie. In de praktijk is er echter niemand die zich geroepen voelt de boetes te incasseren.
Thètagolven Chaos biedt in de visie van prof. Paul de Blot een rijkdom aan mogelijkheden. Managers kunnen daarbij lering trekken uit het scheppingsverhaal: ‘In het begin was er chaos. Dan komt de Geest en er komt ordening in de chaos.’ Managers hoeven zich niet machteloos te voelen tegenover onvoorspelbare gebeurtenissen. ‘Dat toont het synchroniciteitsmanagement en het flowmanagement. Ook wanneer we het toeval religieus interpreteren, kunnen we Gods Wil pragmatisch hanteren. … Wat ons toevalt, is namelijk een concrete mogelijkheid om Gods Wil aan af te lezen.’ (Broekstra et al., 2006) Zoals voor boeddhistische monniken de verlichting het hoogste ideaal is, zo streven spirituele managers naar een geestestoestand die ze de flow noemen, een soort meditatie in actie. Wie in de flow verkeert, wordt geleid door intuïtie of een verborgen potentieel van wijsheid en creatieve intelligentie. Men doet dan automatisch en moeiteloos wat in een gegeven situatie nodig is en maakt optimaal gebruik van onverwachte mogelijkheden. Twijfels, innerlijke conflicten, negatieve emoties en andere storende factoren zijn afwezig, zodat niets je succes in de weg staat. Tijdens de flow ga je volledig op in wat je aan het doen bent, zonder dat je ego daarbij een rol speelt. Jan Bommerez (Broekstra et al., 2006) – een ‘veelgevraagd spreker’ voor multinationals, beroepsverenigingen, hogescholen en universiteiten – omschrijft de flow als een toestand van ontspannen concentratie, zonder innerlijk verzet en zonder frictie met de buitenwereld. In de flow volgen we ons hart, worden we geleid door intuïtie en ‘bovenbewustzijn’ en zijn we één met het geheel. Alles gaat vanzelf en we voelen ons gelukkig of extatisch. We zijn dan ‘in synchronisatie met de diepere intelligentie van het Leven zelf’. We ‘stromen’ met het leven mee, zonder iets anders te willen. We zijn als ‘vlinders die vrolijk rondfladderen en van het leven genieten als onschuldige kinderen’. Dit blijkt een ideaal te zijn dat veel gestresste managers aanspreekt. Bommerez beweert dat de hersenen thètagolven (4-8 Hz) produceren wanneer we in de flow zijn, al is daar geen wetenschappelijk bewijs voor. Hij blijkt ook een aanhanger te zijn van achterhaalde ideeën over het alfabewustzijn (8-12 Hz), dat in de jaren 1970 populair was (Beyerstein, 1985). In de alfastaat kunnen we volgens hem ontspannen en flexibel denken en voelen, ‘waarbij er zaken vanuit onze hogere intelligentie kunnen worden binnengelaten’. In alfa kunnen we ook beter naar anderen luisteren en ontwikkelen we meer zelfkennis. Bommerez wijst de lezers op de mogelijkheid een ‘alfatraining’ te volgen bij ‘dr.’ José Silva, beter bekend als Silva Mind Control. De Encyclopedia of Religion and Society (Swatos, 1998) noemde dit een ‘quasi-religious human potential movement’, met leden die geloven dat ze hun paranormale vermogens ontwikkelen.
J a a rg a n g 2 0 , n r. 2
De meeste mensen hebben er niet veel moeite mee om alfagolven te produceren. Daarvoor hoeven ze alleen de ogen te sluiten, te ontspannen en de aandacht nergens op te richten. Met open ogen is het lastiger, want de verwerking van visuele informatie belemmert de alfagolven. We zouden managers kunnen aanraden een blinddoek voor te binden en zich ook in gedachten niets voor te stellen. De alfafrequentie is echter geen garantie dat iemand in een ontspannen of meditatieve toestand verkeert. Zo waren er bijvoorbeeld angstige en hyperactieve personen met veel alfagolven. Uiteenlopende bewustzijnstoestanden kunnen gelijksoortige EEGpatronen opleveren. Tegenover het alfabewustzijn plaatst Bommerez het bètadenken (15-35 Hz), dat al het slechte in zich verenigt. Bètadenken is een ‘spanningsverschijnsel’. Het is ‘patroonmatig’ denken, een soort ‘bewustzijnsvernauwing’. In bèta blijven we vastzitten aan oude geloofssystemen over wat ‘normaal’ is en overschatten we ons denkende brein schromelijk. We worden ‘gedomineerd door een reactieve cache’. In deze ‘cache’ zitten allerlei onbewuste overtuigingen die onder meer geldzorgen en gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken. ‘Je hoeft het niet met me eens te zijn’, schrijft de auteur ruimhartig, ‘maar dat is op eigen risico. Het is alsof je het oneens bent met de wet van de zwaartekracht.’
Bhagavad Gita Prof. dr. ir. Gerrit Broekstra, de promotor van Paul de Blot SJ, gaat in zijn bijdrage aan De brug naar business spiritualiteit nog een stap verder. Hij heeft het ook over de zwaartekracht, maar beschouwt dat louter als een constructie van de geest. Er zijn evengoed andere constructies mogelijk. Broekstra blijkt een voorkeur te hebben voor de ‘eeuwige wijsheid’ uit het oosten. Zo acht hij het nuttig om in navolging van oude Indiase bronnen (van circa vijf eeuwen voor Christus) drie kwaliteiten of krachten in de wereld te herkennen. Dat zijn de drie guna’s: sattva, rajas en tamas. Broekstra gebruikt ze onder meer om mensen in drie groepen te kunnen verdelen. De ‘sattvische’ mens wil in harmonie met de Natuur leven. ‘Rajasische’ personen houden van actie en zijn impulsief. En wie door tamas wordt gedomineerd is lui, onzorgvuldig, dogmatisch en egocentrisch. De Bhagavad Gita is naar het oordeel van prof. Broekstra het ‘beste, briljantste managementboek ooit geschreven’! Het epische gedicht gaat over de wagenmenner Krishna, die de krijger Arjuna ‘de weg wijst naar de juiste actie’. Broekstra vertelt daar niet bij dat Krishna niemand minder is dan God in menselijke gedaante. Arjuna heeft een probleem. Hij moet ten strijde trekken tegen een leger waarin zijn eigen goeroe, zijn grootvader en verscheidene neven meevechten. Krishna geeft hem adviezen om zijn weerstand te overwinnen. Arjuna moet mediteren, zich concentreren op de uiteindelijke realiteit en zich overgeven aan God. Bovendien moet hij zijn plicht doen en handelen met een onverstoorbare geest, zonder te hechten aan de vruchten van zijn acties. De Gita wordt ook gelezen op Amerikaanse business schools, waar veel docenten uit India werkzaam zijn. Daaruit ontwikkelde zich het zogenoemde ‘karma kapitalisme’. Je werkt dan niet meer voor het geld of voor een promotie, maar omdat werken het doel van je leven is en je heilige plicht. Work is worship, zoals Bhagwan al zei, toen hij zijn volgelingen een stad liet bouwen. Wanneer je werk een spirituele oefening wordt, kun je niet meer teleurgesteld of ontevreden raken, want je ego is dan uitgeschakeld. Begeerte en afgunst spelen geen rol meer. Je streeft er enkel nog naar het opgedragen werk zo goed mogelijk te doen, innerlijk vrij en onthecht. Professor Broekstra (emeritus) roept de lezers op zich niet te identificeren met hun geest of ego, maar met hun ware aard, hun diepste Zijn, het Zuivere Bewustzijn. Dit ZB stelt je in staat om
Skepter, winter 2007
11
Amerikaanse hoogleraar Clare W. Graves, ‘die hiervoor vele duizenden mensen interviewde over een periode van enkele tientallen jaren’. Hij vergeet daarbij te vermelden dat Graves (1914-1986) al lang dood is en vrijwel niets over zijn onderzoek publiceerde. De gegevens (uit de jaren 1950 en 1960) zijn ook niet meer beschikbaar omdat Graves het meeste weggooide toen hij na zijn pensionering zijn schuur opruimde. Het meest fascinerende artikel in het nieuwe spirituele tijdschrift werd geschreven door Jacolijne Coops, die in 1996 in Groningen afstudeerde als arbeids- en organisatie- en sociaal psycholoog. Ze hield eigenlijk meer van paarden en opende daarom in 2007 The Horse Assisted Leadership Academy (www.thala.eu), onder met motto ‘Why talk to a guru when you can whisper to a horse?’. Bij paarden ‘gaat samenwerken boven concurreren, lerend vermogen boven strategie, emotie en intuïtie boven logica en proces boven doel’. Paarden leven compleet in het nu, ze accepteren hun positie in de rangorde, laten zich niet leiden door egogedrag en hebben een hoge hartcoherentie. Ze geven je objectief feedback op je intuïtieve en onbewuste leiderschapsgedrag. Managers kunnen daarom veel van hen leren. Paul de Blot mocht een dag op de Academie doorbrengen en vertelde enthousiast over zijn ervaringen:
De Bhagavad Gita, ‘het briljantste managementboek ooit geschreven’.
spontaan en moeiteloos te handelen (wellicht ook als er ontslagen vallen). Broekstra citeert de spirituele goeroe Deepak Chopra, die enige tijd de leer van Maharishi Mahesh Yogi en zijn TM-beweging uitdroeg. Op uitnodiging van het bedrijf Nieuwe Dimensies, dat samenwerkt met de leerstoel Business Spiritualiteit, zal Chopra op 16 april komen spreken in de schouwburg van Almere. Het kost €595,- (exclusief btw) om daarvan getuige te zijn. Zijn onthechte geest belet Chopra niet om 50.000 voor een optreden te vragen.
Horse Assisted Leadership Paul de Blot en Gerrit Broekstra vormen samen met Sharda Nandram de redactieraad van het nieuwe tijdschrift Business Spiritualiteit Magazine Nyenrode. Dr. Nandram is Senior Researcher aan de Nyenrode Business Universiteit. Ze blijkt evenals Broekstra veel affiniteit te hebben met de boodschap van Indiase goeroes: ‘Het uiteindelijke doel is het vinden van je Purusha door te doen wat bij je karma past.’ Recentelijk voerde ze een onderzoek uit waarbij ze ondernemers en managers ondervroeg over de rol die spiritualiteit in hun leven speelt. Velen wilden daar niets van weten omdat ze het in verband brachten met religie, maar na enig doorvragen leken er toch wel perspectieven te zijn voor Indiase spiritualiteit. Naast oude en beproefde methoden verschijnt er de laatste jaren ook allerlei nieuws op de spirituele businessmarkt, waarvoor in het tijdschrift van professor De Blot reclame mag worden gemaakt. Zo vertelt Maarten Wilts, een voormalig salesmanager die vanaf 2006 als coach en trainer werkt, over Profile Dynamics®. Dat is verwant aan Spiral Dynamics (zie Skepter 19/3) en het zou zeer geschikt zijn voor de werving en selectie van personeel. Het levert een profiel op dat uit zeven kleuren bestaat en waaraan je meteen kunt zien ‘of iemands functie aansluit op zijn roeping’. Wilts schrijft dat de methode is gebaseerd op het wetenschappelijk onderzoek van de
Met paarden kan ik op een dieper niveau de aanwezigheid van ander leven ervaren. Omdat er geen vervalsing plaats heeft en geen verbaal contact kom je tot een communicatie op zijnsniveau. Dat is de diepste spirituele ervaring. (…) De ervaring van de dag heeft me verrijkt en de verdieping komt vanzelf tot leven in de omgang met anderen. Het paard heeft me tot een dieper bewustzijn gebracht. Dit leer je niet kennen door er over te praten of te lezen, dat moet je ervaren. Ik werk daarom in de toekomst graag met jullie samen.
Paul de Blot staat open voor alles en dat lijkt ook te gelden voor de Nyenrode Business Universiteit. We mogen ons afvragen of er nog wel voldoende reden is om het een universiteit te blijven noemen.
Literatuur Beyerstein, Barry (1985). The myth of Alpha Consciousness. Skeptical Inquirer, 10(1), 42-59. Blot SJ, Paul de Chauvigny de (2004). Vernieuwing van organisaties in een chaotische omgeving door vernieuwing van de mens: de organisatievisie van Ignatius van Loyola. Breukelen: Nyenrode Business Universiteit. (proefschrift, verkrijgbaar via internet) Blot SJ, Paul de Chauvigny de (2006). Business spiritualiteit als kracht voor organisatievernieuwing. Breukelen & Eemnes: Nyenrode en Nieuwe Dimensies. (oratie, verkrijgbaar via internet) Blot SJ, Paul de Chauvigny de e.a. (2007). De brug naar spiritualiteit & leiderschap. Eemnes: Uitgeverij Nieuwe Dimensies. Blot SJ, Paul de Chauvigny de & Petra Pronk (2007). Business spiritualiteit. Kampen: Uitgeverij Ten Have. Broekstra, Gerrit, Paul de Blot, Ruud Heijblom, Jan Bommerez & Kees van Zijtveld (2006). De brug naar business spiritualiteit. Eemnes: Uitgeverij Nieuwe Dimensies. Coops, Jacolijne (2008). Is ons huidige leiderschapsmodel up-to-date? Business Spiritualiteit Magazine Nyenrode, 1(1), 47-53. Heijblom, Ruud (2005). Management met synchroniciteit. Soest: Uitgeverij Nelissen. Heijblom, Ruud (2008). Pendules volgen de pendule met de grootste uitslag. Business Spiritualiteit Magazine Nyenrode, 1(1), 64-67. Nandram, Sharda (2008). What is the significance of Indian Spirituality to Business? Business Spiritualiteit Magazine Nyenrode, 1(1), 19-23. Rob Nanninga is hoofdredacteur van Skepter.