Spelenderwijs ontdekken
Feels like home
Supports my life
Pedagogisch Format Spelenderwijs ontwikkelen door focus, positiviteit en openheid
Het kind centraal Ik heb ruimte nodig, tijd een omgeving om te kunnen ontdekken wie ik ben te experimenteren onderzoeken wat ik met dingen kan met andere kinderen op mijn eigen wijze mijn eigen tempo begrip respect heb ik nodig liefdevolle verzorging aandacht vind ik fijn maar niet de hele tijd help mij het zelf te doen ik kan meer dan jullie denken schenk mij ruimte vertrouwen begeleid me in mijn avontuur ik ben competent heb zelfvertrouwen ik wil leren groeien ervaren ik ben nieuwsgierig leergierig ik ben ik goed zoals ik ben mooi compleet mens Auteur: Manja Haze
Inhoudsopgave 1. Even voorstellen 1.1 1.2
Wie zijn wij en voor wie zijn wij er Onze missie en kernwaarden 1.2.1 Spelenderwijs ontdekken 1.2.2 Creativiteit 1.2.3 Veiligheid 1.2.4 Openheid
2. Onze visie op pedagogisch handelen 2.1 2.2
Intro op ons pedagogisch handelen Onze opvoedingsdoelen en eigenschappen 2.2.1 De 7 eigenschappen van Happy Kids volgens Sean Covey 2.2.2 De 4 opvoedingsdoelen van Riksen-Walraven
3. Hoe wij ontwikkelingsgebieden stimuleren
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Sociaal-emotionele ontwikkeling Cognitieve- en taalontwikkeling Motorische- en lichamelijke ontwikkeling Zintuiglijke ontwikkeling Zelfredzaamheid Nieuwsgierigheid Spelontwikkeling
4. Ons Activiteitenaanbod
4.1 Onze activiteiten met een gestructureerd karakter 4.2 Vrij spel 4.3 Waarom wij graag buitenspelen
5. Hoe wij omgaan met structuur 6.1 6.2 6.3 6.4
7.
Ouderbetrokkenheid
2 2 3 3 3 3 4
Pag. Pag. Pag. Pag. Pag.
4 4 4 4 6
Pag. Pag. Pag. Pag. Pag. Pag. Pag. Pag.
7 7 8 9 9 9 10 10
Pag. Pag. Pag. Pag.
10 10 10 11
Pag. 11
6. Hoe wij ons willen profileren naar en in contact met anderen
Pag. Pag. Pag. Pag. Pag. Pag. Pag.
Beroepshouding naar kinderen Beroepshouding naar ouders Beroepshouding naar collega’s Beroepshouding externe contacten
Pag. Pag. Pag. Pag. Pag.
11 11 11 12 12
Pag. 12
8. Hoe wij willen kennismaken met ouder en kind
Pag. 12
9. De dagelijkse contacten met ouders
Pag. 13
10. De oudercommissie; wij horen graag wat u er van vindt
Pag. 13
11. Hoe gaan wij om met zorgkinderen
Pag. 13
12. Hoe wij onze pedagogische kwaliteiten borgen
Pag. 13
13. Bijlagen
13.1 13.2 13.3 13.4
Pag. 14
Een persoonlijk woord van Sean Covey tot ouders, leerkrachten en pm’ers Mw. prof. dr. J.M.A. Riksen-Walraven Reggio Emilia Thomas Gordon
Pag. 14 Pag. 15 Pag. 16 Pag. 18
1
1. Even voorstellen Wij zijn de medewerkers van – de labels – De Avonturiers, House & Kids en Nanny Association. Wij geven samen dagelijks vorm aan het complete kinderopvang- en (persoonlijke) ontwikkelingsaanbod van moederorganisatie Daycare Developments. Vanuit de moederorganisatie is een integraal pedagogisch format ontwikkeld voor alle aangesloten labels. Dit format is het kader voor de diverse werkplannen – scripts genaamd – die behoren bij de verschillende kinderopvangvormen van de labels. In dit pedagogisch format is verwoord hoe de labels gezamenlijk hun visie en manier van werken vormgeven. De scripts (werkplannen) geven afzonderlijke informatie over de specifieke pedagogische invulling binnen of van het betreffende label. Wij zien het overall als onze passie om kinderen een stimulerende omgeving te bieden, waarin spelenderwijs ontdekken, creativiteit, veiligheid en openheid centraal staan. Wij willen kinderen de kans bieden om zich in eigen tempo en op eigen niveau te ontwikkelen tot evenwichtige persoonlijkheden. Dit zal voornamelijk terug te zien zijn in onze houding waarmee wij de ontwikkelingen van de kinderen stimuleren. 1.1 Wie wij zijn en voor wie wij er zijn Kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang De Avonturiers biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 6 weken tot 13 jaar. De ouders zijn overdag werken of studeren; de kinderen zijn gedurende deze tijd bij De Avonturiers. De Avonturiers biedt de kinderen de mogelijkheid hun sociale vaardigheden en ontwikkeling verder uit te breiden en te verdiepen. Dit gebeurt door interactie met de andere kinderen en door wisselwerking met de pedagogisch medewerkers. House & Kids biedt opvang aan (gast)kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. House & Kids is een formule voor kleinschalige kinderopvang – gastouderopvang – in het huis van de professionele gastouder. De gastkinderen van House & Kids krijgen de mogelijkheid hun sociale vaardigheden en ontwikkeling verder uit te breiden en te verdiepen. Dit proces verloopt door persoonlijk (1 op 1) contact met de gastouder en de interactie met de overige aanwezige (gast)kinderen. Nanny Association biedt opvang aan kinderen van 0 tot 13 jaar. In gezinnen waar beide partners ‘het gezinsleven’ combineren met een carrière ‘buitenshuis’, geeft een Nanny van Nanny Association rust en ondersteunt zij ouders in hun drukke en veeleisende combinatie van werk en privé. De Nanny geeft ondersteuning in de thuissituatie van het gezin. Het is de laatste decennia steeds meer gemeengoed geworden dat beide ouders in het gezin een aantal dagen werken en daarom – formele – kinderopvang nodig hebben. Aan formele kinderopvang zitten tal van pedagogische voordelen tegenover informele opvang. Zelfs wanneer ouders geen specifieke ‘opvangbehoefte’ zouden hebben. Wij willen onze knowhow, kwaliteiten en focus zoveel mogelijk delen met betrokkenen en belangstellenden. We willen ons elke dag opnieuw, bewust inzetten om kinderen niet alleen ‘op te vangen’ maar om kinderen professioneel te begeleiden en te ontwikkelen vanuit een betrokken ‘partnerschap’ met ouders, verzorgers en opvoeders (scholen, verenigingen, familieleden, etc.).
2
1.2 Onze missie & kernwaarden In 2012 is een stuurgroep – bestaande uit medewerkers van alle labels – gekomen tot een gezamenlijke missie. Deze missie luidt als volgt: “Spelenderwijs ontwikkelen door focus, positiviteit en openheid”. Om deze missie te realiseren opereren we vanuit de volgende 4 kernwaarden: 1. Spelenderwijs ontdekken (stimuleren) 3. Veiligheid zowel fysiek als emotioneel 2. Creativiteit 4. Openheid 1.2.1 Spelenderwijs ontdekken: wij vinden het belangrijk dat een kind zich op een plezierige wijze kan ontwikkellen door de wereld om zich heen te ontdekken en te ervaren. Met de kernwaarde spelenderwijs ontdekken gaan wij ervan uit dat kinderen leren, hun wereld verbreden en onthouden door te ervaren. Wanneer deze ervaringen aansluiten bij de aanwezige kennis en vaardigheden, dan bouwt het geleerde voort op de basis die het kind al heeft. Dit gebeurt ook wanneer het kind zelf op ontdekking gaat en een stapje verder doet vanuit het bekende naar een nieuwe ervaring. Door deze ervaring spelenderwijs op te doen, gaat het ontdekken en opdoen van nieuwe ervaringen gepaard met een gevoel van plezier. Hierdoor krijgt het kind zelfvertrouwen om door te gaan met ontdekken en kan zich zo ontplooien en verder ontwikkelen. Wij begeleiden (coachen) en faciliteren de kinderen in het proces van Spelenderwijs Ontdekken. Wij volgen het initiatief van het kind en borduren hierop voort. Hierbij zullen we het kind enthousiasmeren in het doen van de volgende stap in zijn of haar ontwikkeling. 1.2.2 Creativiteit: wij vinden het belangrijk dat een kind leert om creatief om te gaan met nieuwe situaties. Met deze kernwaarde gaan wij uit van de visie dat creativiteit ondersteunend is aan een creatieve en vrije manier van denken. Later in het leven kan dit helpen bij het omgaan met uitdagingen en oplossen van problemen. Daarnaast kan creativiteit ondersteunend zijn bij het ervaren en uiten van emoties. Wij ondersteunen kinderen in hun creativiteit door creatieve activiteiten aan te bieden en kinderen op een speelse wijze vraagstukken voor te leggen die passend zijn bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. 1.2.3 Veiligheid: wij vinden het belangrijk dat een kind zich op zijn gemak voelt en dat de ruimte hieraan bijdraagt. We vinden het belangrijk dat kinderen zich prettig, op hun gemak, veilig en geborgen voelen. Met veiligheid bedoelen wij de emotionele en fysieke veiligheid. Kinderen hebben een gevoel van emotionele veiligheid nodig om zich te kunnen ontwikkelen en te kunnen leren. Een kind heeft emotionele veiligheid dan ook nodig om creatief en open te zijn en spelenderwijs te kunnen ontdekken. Veiligheid is van deze vier kernwaarden dus de basis van allemaal. Wij zorgen ondermeer hiervoor door de opvang zoveel mogelijk met vaste pedagogisch medewerkers te laten plaatsvinden. Zo hebben wij bij de gezinnen thuis ook altijd een vaste Nanny, bij House & Kids altijd vaste gastouder en bij De Avonturiers ook zoveel mogelijk dezelfde pedagogisch medewerkers op vaste (stam)groepen. Daarnaast dragen wij zorg voor de emotionele veiligheid van het kind door het kind op een positieve en respectvolle manier te benaderen. Ook is fysieke veiligheid nodig om emotionele veiligheid te kunnen
3
ervaren. Wij zullen er dan ook alles aan doen om oog te hebben en te houden voor de fysieke veiligheid van het kind. 1.2.4 Openheid: wij vinden het belangrijk dat ouders en kinderen hun behoeften en verwachtingen naar ons kunnen uitspreken. Wij hebben als doel om een open sfeer te creëren voor ouders en kinderen. Dit is iets wat wij nastreven in het contact met ouders, kinderen en met collega’s onderling. Wij staan open voor de behoeften en verwachtingen van ouders en kinderen en wij zijn in staat om hierover in gesprek te gaan en hier zoveel mogelijk aan tegemoet te komen. Daarnaast willen wij een sfeer creëren waarin kinderen en ouders hun verhaal kunnen doen en waarin alle bijbehorende onderwerpen bespreekbaar zijn. Op die manier is de open sfeer ondersteunend aan de emotionele veiligheid van ouders en kinderen en medewerkers.
2. Onze visie op pedagogisch handelen 2.1 Intro op ons pedagogisch handelen In paragraaf 1.2 staan beknopt de vier kernwaarden die de basis vormen van ons pedagogisch handelen. Iedere werkvorm – ieder label – heeft daarnaast zijn eigen script (werkplan). De scripts zijn een concrete vertaalslag van het dagelijks pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers. Periodiek zullen we de scripts evalueren en zo nodig actualiseren. Onze medewerkers zijn gezamenlijk gekomen tot een ‘overstijgende’ pedagogische visie voor de aangesloten labels. 2.2 Onze opvoedingsdoelen en eigenschappen: Wij zijn geïnspireerd door de visie van Sean Covey, waarin hij uitgaat van de 7 eigenschappen van Happy Kids. 2.2.1 De 7 eigenschappen van Happy Kids - volgens Sean Covey - die wij kinderen willen meegeven: Eigenschap 1: Wees proactief; jij bent de baas over je eigen leven We ondersteunen kinderen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven, plezier en geluk. Als een kind zich bijvoorbeeld verveelt in plaats van plezier maakt, dan ondersteunen wij het kind om zelf een plan te maken en iets te gaan doen wat hij wel leuk vindt. Op die manier leert een kind om voor zijn eigen plezier te kiezen. En door de ondersteuning leert het kind hoe hij dit een volgende keer weer kan doen. Eigenschap 2: Begin met het einde voor ogen; maak een plan Er wordt vaak niet voor niets gezegd, dat een goed begin het halve werk is. Door kinderen te leren om hun behoeften uit te spreken en stappen te zien, te formuleren en actie te ondernemen om die behoeften te realiseren, leren kinderen ook hierin weer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen plezier en geluk. Daarnaast leren de kinderen structuur aan te brengen in hun handelen en acties. Hierdoor behouden zij overzicht en weten wat nodig is om te realiseren wat ze graag willen. Eigenschap 3: Belangrijke zaken eerst; eerst werken, dan spelen Er zijn nou eenmaal dingen in het leven die gedaan moeten worden en niet altijd even leuk zijn. Vaak zijn mensen geneigd om die dingen uit te stellen of voor zich uit te schuiven. Door kinderen te leren dat ze juist met die dingen kunnen beginnen, zullen
4
kinderen ervaren dat ze trots op zichzelf kunnen zijn als de minder leuke dingen af zijn. Door het gevoel van trots zal hun zelfvertrouwen groeien en kunnen ze nog meer genieten van de leuke dingen. Aangezien ze de minder leuke dingen al gedaan hebben. Eigenschap 4: Denk win-win; iedereen kan ‘samen’ winnen Hierbij gaat het erom dat kinderen leren om zowel aan het belang van de ander te denken, als dat ze leren voor zichzelf op te komen en voor zichzelf te zorgen. Kinderen leren dat het mogelijk is om je eigen behoeften aan te geven, te realiseren en tegelijk ook de ander tegemoet te komen en de behoeften van de ander te zien en daarin een oplossing te vinden. Zo is iedereen tevreden, heeft iedereen plezier en wint dus iedereen. Eigenschap 5: Eerst begrijpen, dan begrepen worden; luister voordat je praat Hiermee bedoelen we dat je pas tot win-win kunt komen als je de behoeften van de ander leert kennen. Dit kan door te luisteren. En dan bedoelen we meer dan alleen luisteren met je oren, maar ook door te kijken naar de lichaamstaal van de ander. Door al die signalen van de ander te zien en te horen kun je een ander pas echt begrijpen. En als een ander het gevoel heeft door jou gehoord te worden, zal hij ook eerder bereid zijn om naar jou te luisteren. Wij zullen de kinderen attent maken op elkaars signalen en de kinderen ondersteunen hiermee te oefenen en het eigen te maken. Eigenschap 6: Synergie; samen is beter Met synergie bedoelen we het erkennen van elkaars verschillen en samenwerken. Samen tot een beter of mooier resultaat komen, dan dat je alleen had kunnen bereiken. Door dit mee te geven aan de kinderen, leren kinderen naar de eigen en elkaars kwaliteiten te kijken, om hulp te vragen en in samenwerking en betrokkenheid hun succes en resultaat te vieren en te erkennen. Hierdoor groeit het gemeenschappelijke en individuele zelfvertrouwen van de kinderen. Eigenschap 7: Houd de zaag scherp; evenwicht voelt het best Bij deze eigenschap gaat het erom dat kinderen leren voor zichzelf te zorgen. Soms is het nodig voor kinderen om hun energie te uiten door lichamelijk bezig te zijn, soms willen zij zich ontwikkelen door geestelijk uitgedaagd te worden, soms willen ze hun hart vullen door samen te zijn met anderen en iets aardigs te doen voor een ander en soms is het belangrijk om tot rust te komen en energie op te doen. Het is belangrijk om deze dingen af te wisselen en op die manier in evenwicht te zijn, zodat het kind voldoende energie en focus heeft om zich op alle fronten te kunnen ontwikkelen. Wij bieden de kinderen activiteiten aan die deze vier elementen in zich hebben, waardoor het kind kan ervaren wat het effect is van deze vier typen activiteiten en leert daar zelf keuzes in te maken. Wij willen graag dat de kinderen die wij opvangen ‘Happy’ zijn en blijven. Daarom ondersteunen en begeleiden wij de kinderen in de dagelijkse structuur en gebeurtenissen, om de 7 eigenschappen van Happy Kids toe te passen en eigen te maken. Op die manier ondersteunen wij de kinderen in het ontwikkelen van hun (persoonlijke) leiderschap en geluk. Naast de 7 eigenschappen, richten wij ons ook op de 4 opvoedingsdoelen van ontwikkelingspsychologe prof. dr. Riksen-Walraven.
5
2.2.2 De 4 opvoedingsdoelen van Riksen-Walraven: Doel 1: Creëren van een gevoel van emotionele veiligheid Doel 2: Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie Doel 3: Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie Doel 4: Kans om zich normen en waarden eigen te maken Doel 1: Hoe wij een gevoel van emotionele veiligheid creëren voor de kinderen: Om spelenderwijs te kunnen ontdekken, creatief en open te kunnen zijn is het voor een kind belangrijk dat het zich emotioneel veilig voelt. Dit houdt in dat het kind zich bij ons veilig, vertrouwd en prettig voelt en bij de eventuele groepsgenootjes of andere kinderen in het gezin, maar ook in de ruimte waar de opvang plaatsvindt. Het uitgangspunt is dat wij met elk kind een vertrouwensrelatie opbouwen en dit ook stimuleren tussen kinderen onderling. Wij willen het kind goed leren kennen, omdat het dan gemakkelijker is om de signalen die een kind uitzendt, juist te interpreteren en er op te reageren. Doordat wij het goede voorbeeld geven met de 7 eigenschappen van ‘Happy Kids’, en dus eerst luisteren voordat we praten, streven naar synergie en denken in winwin, geven wij het kind het gevoel gezien en gehoord te worden. Hierdoor stimuleren wij het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van het kind. Gecombineerd met emotionele veiligheid, openheid en ontdekken, maakt dat we het basiskenmerk zelfvertrouwen kunnen creëren, waardoor het kind zijn of haar creativiteit kan uiten. Uiteraard is veiligheid in ‘fysieke’ zin ook van groot belang. Eenmaal per jaar wordt daarom een uitgebreide Risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid uitgevoerd en waar nodig worden ‘veiligheidsacties’ ondernomen. Doel 2: Hoe wij kinderen de gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van hun persoonlijke competentie: Kinderen die zelfvertrouwen hebben en weinig last hebben van emotionele belemmeringen, hebben vaak een gezonde nieuwsgierigheid naar de wereld om hen heen en de drang om zich goed en steeds een stapje verder te kunnen ontwikkelen. Naast genetische aanleg, spelen invloeden van buitenaf een rol bij de ontwikkeling. Voornamelijk opvoeders bepalen in hoeverre een kind wordt gestimuleerd, dan wel geremd in zijn of haar ontwikkeling. Door initiatieven van kinderen te ontvangen en de activiteiten af te stemmen op de interesse van het kind, ondersteunen wij de kinderen om de eigen competenties uit te bouwen. Wij zijn ons ervan bewust dat ouders een belangrijke keuze maken, op het moment dat zij hun vertrouwen in ons uiten, door hun kind door ons te laten opvangen. Wij willen dan ook elk kind stimuleren zich zo goed mogelijk te ontwikkelen in een tempo waarbij het kind zich prettig voelt. Aan goede samenwerking met ouders hechten wij daarom veel waarde. Doel 3: Hoe wij kinderen de gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competentie: De vorming van de identiteit ontstaat wanneer kinderen zich gaan spiegelen en vergelijken met anderen. Zij ontdekken waarin zij uniek zijn. Een heel menselijk proces is om ergens bij te willen horen en te voelen dat je wordt opgenomen in de groep met al je eigenheden. Wij horen en zien de kinderen zoals ze zijn, nemen de
6
kinderen serieus en reiken de kinderen manieren aan om met emoties om te gaan. Kinderen ervaren zelf hoe zij een probleem of een conflict met een ander kind of volwassene kunnen oplossen. Hiermee stimuleren we sociaal-communicatieve vaardigheden, waardoor het zelfvertrouwen groeit. Ondersteunend hierbij zijn de volgende 3 eigenschappen van Sean Covey: • Denk win-win; iedereen kan ‘samen’ winnen, • Eerst begrijpen, dan begrepen worden; luister voordat je praat • Synergie; samen is beter Ook volgen wij de filosofie van Reggio Emilia (zie 13.3) In het socialisatieproces met andere kinderen speelt deze filosofie een belangrijke rol. Doel 4: Hoe wij kinderen kansen geven om zich normen en waarden eigen te maken: Iedere cultuur kent zijn eigen normen en waarden, als basis voor ons handelen. Wat als gewenst en ongewenst gedrag wordt beschouwd, is afhankelijk van de cultuur en maatschappij waarin een kind opgroeit en het gezin waar hij uitkomt. Dit socialisatieproces vindt ook plaats binnen de ‘opvangsituatie’. Doordat wij tijd met de kinderen doorbrengen dragen ook wij normen en waarden over aan de kinderen. Om dit proces in goede banen te leiden, laten wij hierin zelf het goede voorbeeld zien, zoals: respect tonen voor elkaar en naar elkaar luisteren. Ook hierin laten wij ons inspireren door de 7 eigenschappen van ‘Happy Kids’. We zorgen dat de regels aansluiten bij het niveau en de leeftijd van de kinderen en bewaken ook de naleving hiervan. Regels worden zoveel mogelijk vanuit een positieve benadering opgesteld. Bij het intakegesprek met de ouder(s)/verzorger(s), bespreken wij graag de normen en waarden binnen het gezin. Wij streven ernaar om zoveel mogelijk op één lijn te komen met de normen, waarden en regels van ouders.
3. Hoe wij ontwikkelingsgebieden stimuleren In paragraaf 2.2.1 worden de 7 eigenschappen volgens Sean Covey beschreven en in paragraaf 2.2.2 de vier opvoedingsdoelen van ontwikkelingspsychologe RiksenWalraven. Wij gebruiken de richtlijnen, handvatten en inspiratie die deze twee invalshoeken ons bieden graag om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Hieronder worden enkele ontwikkelingsgebieden bij het kind toegelicht. 3.1 Sociaal-emotionele ontwikkeling Zoals al blijkt uit de vier opvoedingsdoelen, genoemd in paragraaf 2.2.2, is het voor ons belangrijk dat we bijdragen aan het opbouwen van het zelfvertrouwen van het kind; het opbouwen van een veilige vertrouwde band met elkaar. Zo leert het kind ook contacten aan gaan en onderhouden met andere volwassenen en kinderen. We doen dit door actief te luisteren naar het kind en te redeneren vanuit ‘ik-boodschappen’, zoals ook Thomas Gordon erg belangrijk vindt (zie 13.4). Dit is onmisbaar voor het leren omgaan met gevoelens. In onze werkwijze zijn wij consequent en voorspelbaar. Hierdoor creëren we emotionele veiligheid. Belonen en straffen willen wij hier ook toelichten. Positief gedrag zullen we belonen door het kind verbaal en non-verbaal een compliment te geven. Het vragen om aandacht op een negatieve manier, we - voor zover dat mogelijk is - negeren. Wij stimuleren kinderen dit gedrag te vervangen door positief gedrag, dat dan wordt beloond. Belonen werkt over het algemeen sterker dan straffen en negeren. Straffen
7
kan om die reden dan ook nooit zonder het belonen van het gewenste gedrag. Conflicten spreken wij altijd uit, of wij ondersteunen de kinderen dit zelf te doen. De lengte en vragen tijdens zo’n gesprek zijn afhankelijk van de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind. Wij streven ernaar de kinderen bewust te maken van oorzaak-gevolg en hun eigen aandeel in de ruzie. Voorbeeld: een kind dat expres de puzzel van een ander kind van tafel gooit, zullen we vragen de stukjes van de puzzel van de grond te pakken en aan het kindje terug te geven. Dit kan ook al bij peuters plaatsvinden. Wanneer er een ‘conflict’ tussen een kind en een pedagogisch medewerker heeft plaatsgevonden, wordt positieve aandacht aan het kind gegeven, zodra het weer positief gedrag laat zien. Hiermee maken we het kind duidelijk dat hij of zij nog steeds gewaardeerd wordt en dat het conflict ging over gedrag in plaats van over de identiteit van het kind. 3.2 Cognitieve- en taalontwikkeling De cognitieve ontwikkeling wordt gevormd door het denken, redeneren en oplossen van problemen van de kinderen. Kinderen leren en ontwikkelen hun cognitieve vermogen door het contact en de communicatie met anderen. Wij stimuleren de cognitieve ontwikkeling van het kind, door speelgoed aan te bieden en vragen te stellen die aansluiten bij de interesse en de belevingswereld van het kind. Door aan te sluiten bij de belevingswereld en de kennis van het kind, kan het kind de nieuwe informatie en vaardigheden koppelen aan de kennis die hij of zij al heeft. Hierdoor wordt het handelingsrepertoire van het kind uitgebreid en maakt het een stapje verder in de eigen ontwikkeling. Omdat de cognitieve vaardigheden van kinderen zich leeftijdsgewijs ontwikkelen, zullen wij het spelaanbod aanpassen aan de leeftijd van de kinderen. Bijvoorbeeld activiteiten voor 2 tot 4 jaar, 4 tot 7 jaar en 7 jaar en ouder. Ook de taalontwikkeling wordt gestimuleerd door de communicatie en het contact dat het kind heeft met anderen. Door anderen te zien en te horen en dit na te doen, leren zij nieuwe woorden en zinnen. Wij stimuleren en vergroten de taalontwikkeling door veel (ABN) taal te gebruiken in het contact met de kinderen. Daarnaast leggen wij de betekenis van het woord uit, vervolgens laten we zien wat de betekenis is (door bijvoorbeeld bij het woord ‘beker’ een beker te laten zien, te laten voelen en gebruiken) en ten slotte breiden we het woord uit met woorden die de betekenis van het woord ondersteunen (bijvoorbeeld door het woord beker uit te bereiden met de woorden drinken en melk). Op die manier leren kinderen het begrip en gebruik van taal verder uit te breiden. Ook zullen we al op jonge leeftijd de basis leggen voor het latere leesgedrag. Door voor te lezen komen kinderen spelenderwijs in aanraking met geschreven taal en met vormaspecten van taal. Kinderen die twee- (of nog meer)talig worden opgevoed, hebben in eerste instantie vaak een kleine taalachterstand. Ze moeten zich immers twee systemen tegelijk eigen maken. Het taalvermogen van deze kinderen is vaak gelijk aan dat van kinderen die met één taal opgroeien, het taalvermogen is alleen verdeeld over twee talen. Hierdoor lijkt het alsof de kinderen de taal minder snel oppakken. Kinderen leren in dat geval dus even snel als andere kinderen, ze moeten alleen hun kennis, vaardigheden en energie verdelen over twee talen. Dit zorgt in dat geval voor een achterstand, als er naar de kennis en het taalvermogen van één van de talen gekeken wordt. Wanneer het taalaanbod rijk is en ook van goede kwaliteit, zien we deze achterstand in de
8
basisschoolleeftijd vaak verdwijnen. Door ook deze kinderen een rijk en uitgebreid taalaanbod te bieden, streven wij ernaar deze achterstand zo snel mogelijk te laten verdwijnen en/of zo klein mogelijk te laten zijn, zodra kinderen naar school gaan. 3.3 Motorische en lichamelijke ontwikkeling Naast aandacht voor de sociaal-emotionele en de cognitieve ontwikkeling, hebben wij ook aandacht voor de motorische ontwikkeling. Het is belangrijk voor kinderen om dagelijks even flink te bewegen en daarmee de grove motoriek te oefenen en de energie kwijt te kunnen. Wij bieden dan ook dagelijks zowel binnen als buiten bewegingsactiviteiten aan. Dit is ook belangrijk in het kader van de 7 eigenschappen van Sean Covey en in het bijzonder de eigenschap ‘Houd de zaag scherp; evenwicht voelt het best’. Alle ontwikkelingsgebieden staan met elkaar in verbinding. De motorische ontwikkeling zal de ontwikkeling op andere gebieden ondersteunen. Ook met de fijne motoriek zullen we spelenderwijs oefenen in diverse activiteiten die aansluiten bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind. 3.4 Zintuiglijke ontwikkeling Baby’s zijn veel bezig met de zintuiglijke ontwikkeling. Ze ontdekken de wereld door te proeven, te kijken, te luisteren, te ruiken en te voelen. Ook oudere kinderen onderzoeken door hun zintuigen te gebruiken. De zintuigen stellen ons in staat om onze buitenwereld waar te nemen. Om via de zintuigen de wereld te ervaren is er tijd en aandacht nodig om de prikkels tot je te laten komen en ze te verwerken. De zintuiglijke ontwikkeling is heel belangrijk in de motorische ontwikkeling, waarbij bewegen en ervaren een belangrijke samenwerking hebben. De zintuiglijke ontwikkeling vormt ook de basis voor de cognitieve ontwikkeling. De eerste zeven jaren van het leven van een kind zijn essentieel voor de latere ontwikkeling op de basisschool. Kinderen moeten in die jaren via de zintuigen ervaringen hebben opgedaan om deze om te kunnen zetten in kennis. Wij oefenen spelenderwijs de zintuigelijke ontwikkeling door bijvoorbeeld bewust te luisteren naar de vogels, de trein of verschillende muziekinstrumenten. Daarnaast ook door spelletjes zoals samen in de spiegel kijken, zodat het kind kan aanwijzen en benoemen wat hij ziet. We laten de kinderen kennismaken met allerlei geuren en smaken. Ook tast-spelletjes bieden ons een scala aan mogelijkheden om de zintuigelijke ontwikkeling te stimuleren. 3.5 Zelfredzaamheid Zoals eerder al genoemd, dagen wij de kinderen uit qua ontwikkeling steeds een stapje verder te gaan. Dit geldt in situaties als het zelf leren eten en drinken, het zelf je jas aan doen als je naar buiten gaat, zindelijkheid, tot aan het zelfstandig naar huis kunnen gaan na het uitoefenen van een hobby of een BSO middag. Het is goed voor het zelfvertrouwen van ieder kind wanneer het merkt dat het steeds meer dingen zelf aankan en moeilijke dingen toch op een prettige manier kan oplossen. Of dit nu op het gebied van de motorische ontwikkeling is, de cognitieve ontwikkeling of het omgaan met emoties en contacten met anderen.
9
3.6 Nieuwsgierigheid Kinderen zijn de motor van de eigen ontwikkeling. Dat houdt in dat kinderen die lekker in hun vel zitten, vaak een gezonde nieuwsgierigheid hebben naar de wereld om hen heen en de drang voelen om zich op allerlei gebieden goed te kunnen ontwikkelen. Door de signalen van de kinderen te volgen en hierop in te spelen, ondersteunen wij de ‘basisnieuwsgierigheid’ van kinderen, zodat zij vanuit hun eigen nieuwsgierigheid de wereld verder spelenderwijs kunnen ontdekken. 3.7 Spelontwikkeling Door spel leren kinderen ontzettend veel van en over elkaar. Spel is voor een kind erg belangrijk om zich op meerdere gebieden verder te ontwikkelen en te kunnen uiten. Wij bieden hier extra handvatten voor, door kinderen te stimuleren in hun spel en mee te spelen met kinderen. Vanuit de signalen en initiatieven van kinderen zelf, stimuleren we kinderen op een creatieve manier bezig te zijn. Op die manier leren kinderen hun creativiteit te vergroten en deze in te zetten en creatief om te gaan met uitdagingen. Daarnaast krijgen kinderen van ons de ruimte om hun eigen fantasie in te zetten en uit te breiden, zodat zij vorm kunnen geven aan hun eigen wensen en dromen. De filosofie van Reggio Emilia (zie 13.3) gaat er ook vanuit dat kinderen gestimuleerd moeten worden om in hun spel de ruimte te krijgen om die dromen en wensen te uiten.
4. Ons Activiteitenaanbod Wij bieden de kinderen dagelijks zowel gestructureerde als ‘ongestructureerde activiteiten’ aan (vrij spel). 4.1 Onze activiteiten met een gestructureerd karakter Wekelijks bereiden wij een gevarieerd aantal activiteiten voor. De activiteiten sluiten aan op de belangstelling van de kinderen en hun leeftijd en worden in thema’s aangeboden. Bij gestructureerde activiteiten hebben wij een begeleidende taak om ervoor te zorgen dat de kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. De ene keer zal de activiteit meer gericht zijn op de motorische ontwikkeling, de andere keer meer op de cognitieve of sociale ontwikkeling. Voorop staat dat alle kinderen plezier hebben in de activiteit. Belangrijk daarbij is ook dat kinderen zelf de keuze en zeggenschap hebben om deel te nemen aan een activiteit en dus ook de keuze hebben om niet deel te nemen als ze dat niet willen. De aard van de activiteiten zijn o.a.: creatief, culinair, sport en bewegen, muzisch en natuur. 4.2 Vrij spel Naast gestructureerde activiteiten is er binnen en buiten ook veel tijd voor vrij spel. In het vrij spel wordt de fantasie van de kinderen geprikkeld en staat het eigen initiatief centraal. Kinderen bedenken zelf wat zij gaan doen en worden door ons op weg geholpen wanneer zij zelf geen initiatief nemen. In een vrij spel situatie kunnen kinderen tot de volgende spelsoorten komen: fantasiespel, bewegingsspel, cognitieve leerspelletjes, exploratie- en constructiespel. Exploratiespel leent zich bij uitstek voor ontdekking en onderzoek, het al spelend uitproberen van dingen. Wij lokken dit uit door materiaalkeuze en de inrichting van de omgeving. Kijken, imiteren, exploreren en herhalen worden gestimuleerd tijdens het spel. We blijven in dit proces op gepaste afstand. We doen wel mee tijdens het
10
spel, maar geven kinderen de ruimte om zelf te exploreren. Tijdens het vrij spel willen we de tijd en ruimte nemen om ontwikkelingskansen te zien en te benutten door kinderen zelfstandig te laten samenspelen en hen daarin te begeleiden als dat nodig is. 4.3 Waarom wij graag buitenspelen Door de ervaring van ruimte, het weer, de grond, materialen en de natuur spelen kinderen buiten andere dingen en op een andere manier. Daarnaast is buitenlucht erg goed voor de gezondheid van kinderen. Buitenspelen bevordert de motorische ontwikkeling en tevens de andere ontwikkelingsgebieden. Het spelen in een uitdagende buitenruimte stimuleert het spelenderwijs ontdekken van kinderen. Kinderen raken bekend met natuurlijke materialen, kinderen leren meten en schatten en doen spelenderwijs ruimtelijk inzicht op. Zij ervaren verschillende omstandigheden, zoals koud en warm en zon en schaduw, en vinden nieuwe uitdagingen in hun spel. Het buiten bewegen biedt kinderen de mogelijkheid om vaardigheden te oefenen en het eigen lichaam en de fysieke mogelijkheden te leren kennen. Ons doel is om met de kinderen iedere dag buiten te spelen, ook als het koud is. Uitzonderingen zijn extreme weeromstandigheden.
5. Hoe wij omgaan met structuur Structuur in de regels en het dagritme, is van belang en draagt ertoe bij dat een kind zich emotioneel goed kan ontwikkelen doordat de dag voor hem of haar voorspelbaar wordt. Deze voorspelbaarheid zorgt voor een gevoel van emotionele veiligheid bij het kind. Wij willen dit gevoel nog versterken door de dagstructuur en eventuele veranderingen of afspraken met de kinderen te bespreken en uit te leggen. De uitgangspunten ‘Begin met het einde voor ogen, maak een plan’ en ‘Belangrijke zaken eerst’(7 eigenschappen van Happy Kids, Sean Covey) helpen structuur te geven aan de dag en de activiteiten.
6. Hoe wij ons willen profileren naar en in contact met anderen 6.1 Beroepshouding naar kinderen Wij willen graag een veilig, warm en uitdagend leefklimaat voor de kinderen creëren, zodat het kind een stap verder kan maken op de gehele brede ontwikkeling. Wij doen dit door ontwikkelingsgericht te werken, waarbij we in ogenschouw nemen dat zonder ‘plezier’ niet geleerd kan worden. Door onze positieve houding stimuleren we het zelfvertrouwen van het kind. Daarnaast stimuleren wij de kinderen om de 7 eigenschappen van Happy Kids zelf toe te passen en eigen te maken, door enerzijds als voorbeeld te dienen en anderzijds deze eigenschappen zelf ook toe te passen. 6.2 Beroepshouding naar ouders Ouders spelen voor ons een centrale rol en wij zien ouders dan ook als klanten en samenwerkingspartners. De relatie met de ouder is een belangrijke basis voor de ondersteuning van de ontwikkeling van het kind. Als ouders zich niet op hun gemak voelen of geen vertrouwen hebben in ons, dan is dit voelbaar voor het kind. Dan kan het kind ook geen vertrouwen en veiligheid ervaren. Daarom vinden wij het ook erg belangrijk om te investeren in een goede relatie met ouders. Door duidelijke afspraken met en verwachtingen uit te spreken aan ouders, willen we een prettig,
11
open en ontspannen contact met ouders creëren. Dit gebeurt onder andere door dagelijks contact bij bijvoorbeeld de breng- en haalmomenten, oudergesprekken, uitnodiging tot deelname of hulp bij activiteiten en de mogelijkheid tot deelname in de Oudercommissie (OC). Ook door deelname aan het tevredenheidonderzoek dragen ouders bij aan handhaving of bevordering van de kwaliteit van de opvang. Ook in de samenwerking met ouders zullen wij zoveel mogelijk handelen vanuit de 7 eigenschappen van leiderschap volgens ‘Covey’. 6.3 Beroepshouding collega’s Door een ‘overstijgende’ pedagogische visie, wordt het makkelijker voor collega’s om met elkaar samen te werken, elkaar waar nodig te ondersteunen, bij elkaar in te vallen en met elkaar mee te denken in eventuele (inter)visie groepen. Ook maakt deze centrale pedagogische visie en manier van werken (scripts) het mogelijk om werkzaam te zijn bij meerdere werkvormen. In het geval dat er samengewerkt wordt met collega’s, zoals het geval is binnen het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang, dan is feedback geven en ontvangen erg belangrijk. In dat geval wordt er namelijk intensief met elkaar samengewerkt, de groepsruimtes worden gedeeld en activiteiten worden gezamenlijk voorbereid en ondernomen. Binnen deze samenwerking vinden wij het belangrijk dat collega’s denken en handelen vanuit de 7 eigenschappen van leiderschap van Covey (o.a. Happy Kids). 6.4 Beroepshouding externe contacten Naast contact met ouders, kinderen en collega’s, hebben wij ook weleens contact met andere volwassenen. Denk aan een docent van school, een medewerker van een consultatiebureau of de trainer van een sportclub. Ook in dit contact is de basishouding en de 7 eigenschappen van leiderschap (Happy Kids) van belang. In dit contact gaan wij uit van synergie en staan wij open voor het uitwisselen van informatie en werkwijzen. Zo kunnen we van elkaar leren en de leefwereld van het kind zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de behoefte van het kind.
7. Ouderbetrokkenheid In de scripts behorende bij de betreffende labels (werkvormen), staat specifiek benoemd hoe en met welke activiteiten vorm gegeven wordt aan de ouderbetrokkenheid. Voor alle locaties en scripts samen geldt dat we met enige regelmaat themabijeenkomsten en workshops aanbieden aan ouders. Ouders kunnen zich hiervoor inschrijven en deelnemen aan de workshop of themabijeenkomst van hun keuze. Tijdens deze bijeenkomst kunnen zij - naast het opdoen van nieuwe kennis en informatie - ook kennismaken en informatie uitwisselen met ouders die gebruik maken van een andere vorm van opvang.
8. Hoe wij willen kennismaken met ouder en kind Wanneer u besluit om uw kind(eren) bij een van de opvangvormen (labels) onder te brengen, maken wij graag met u een afspraak voor een intakegesprek. Tijdens dit gesprek informeren wij u over de praktische zaken zoals wennen en ons pedagogisch handelen. Daarnaast gaan wij graag met u in gesprek om de wederzijdse verwachtingen van de samenwerking af te stemmen. Tijdens dit gesprek vernemen wij ook graag van u wat de eventuele bijzonderheden zijn van uw kind, zodat wij hier rekening mee kunnen houden.
12
9. De dagelijkse contacten met ouders De dagelijkse contacten die wij met ouders hebben, worden vooral vormgegeven door de dagelijkse gesprekjes. Met dagelijkse gesprekjes bedoelen we: • Gesprekjes bij de overdracht met ouders (denk hierbij aan de breng- en haalmomenten) • Momenten samen met de kinderen en ouders. Denk hierbij aan inloopmomenten; Ouders kunnen nog even iets met kun kind doen. Bijvoorbeeld een boekje lezen of puzzelen, eventueel een kopje koffie of thee drinken of een activiteit waaraan de ouders, kinderen en pedagogisch medewerker(s) gezamenlijk meedoen. Tijdens deze contacten kunnen we verwachtingen, waarden, normen en pedagogische aanpak bespreken en zoveel mogelijk op elkaar afstemmen ten gunste van het kind. Wij streven ernaar een plezierig contact met ouders te realiseren. Dit begint, wat ons betreft, met een warm contact en goede informatieoverdracht en uitwisseling.
10. Oudercommissie: wij horen graag wat u ervan vindt Vanwege de geografische afstand bij Nanny Association en House & Kids, is het niet altijd mogelijk om voldoende leden voor de Oudercommissies (OC) te installeren. Ondanks dat is er wel het streven om binnen de labels een OC of klantenraad te vormen. Deelname en betrokkenheid van ouders stellen we zeer op prijs. Bij De Avonturiers is er wel een oudercommissie aanwezig. De OC heeft jaarlijks ten minste driemaal overleg met de directie of het management en krijgen hierdoor de gelegenheid om mee te denken en hebben (wettelijke) inspraak over de gang van zaken bij de betreffende werkvorm.
11. Hoe gaan wij om met zorgkinderen Zorgkinderen definiëren we als kinderen die meer dan gebruikelijk zorg en aandacht van ons nodig hebben. Wij houden de ontwikkeling van ieder kind dat onder onze hoede valt, nauwlettend in de gaten. In de verschillende scripts staat beschreven hoe we omgaan met observatie en registratie. Dit biedt ondersteuning om de eventuele zorgvraag rondom een kind in kaart te brengen, te volgen en mogelijk te verbeteren. Er zijn specifieke protocollen gemaakt, waarin omschreven staat hoe we omgaan met zorgkinderen. In het protocol staat opgenomen, welke stappen we ondernemen, welke gesprekken (met ouders en andere instanties) er al dan niet zullen plaatsvinden en wie deze gesprekken voert.
12. Hoe wij onze pedagogische kwaliteit borgen Op meerdere manieren geven we uiting aan het bewaken van een goed pedagogisch klimaat voor alle aanwezige kinderen. De borging van deze kwaliteit verschilt per label. Denk hierbij aan kindbesprekingen en teamoverleg op het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang, intervisiebijeenkomsten met de Gastouders van House & Kids en themaworkshops voor de Nanny’s van Nanny Association. Wij vinden het erg belangrijk dat de pedagogische kwaliteit geborgd blijft en verdiept wordt. Daarom hebben we (na)scholing en talentactivatie hoog in het vaandel staan en is hieruit volgend Nanny Academy opgericht. Vanaf medio 2012 zijn de trainingen van Nanny Academy van start gegaan (zie www.nannyacademy.nl). Zo blijft het pedagogisch handelen bespreekbaar en centraal staan in de begeleiding van de kinderen. Voorts blijven wij de ontwikkelingen binnen de psychologie en pedagogiek volgen om de kinderen het beste te kunnen blijven bieden. Een verdere specifieke uitwerking van de borging van de pedagogische kwaliteit staat in het script op labelniveau (per werkvorm) verwoord.
13
13. Bijlagen 13.1 Een persoonlijk woord van Sean Covey tot ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers Als volwassenen zijn we het over een heleboel dingen oneens. Maar één ding hebben we allemaal gemeen: onze liefde en zorg voor onze kinderen. Ik heb nu acht kinderen, waarvan er vier jonger zijn dan tien: Het zijn lieve kinderen…, nou ja meestal. Ik moet toegeven dat ik behoorlijk gefrustreerd kan raken door Nathans eindeloze plagerijen en Allies driftaanvallen die elk moment de kop op kunnen steken. Ik was ook in alle staten toen Weston de nietmachine had ontdekt en mijn muren met nietjes had doorzeefd. Maar ondanks alles ben ik dol op ze. En ben ik vaak verrast hoe slim ze zijn. Jaren geleden heb ik een boek geschreven: Zeven eigenschappen die jou succesvol maken! Het was gebaseerd op de bestseller van mijn vader: De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Toen ik aan het boek voor jongeren begon, was ik bang dat ik het achterliggende gedachtegoed moest afzwakken, zodat jongeren zouden snappen wat er met die eigenschap werd bedoeld. Tot mijn grote verrassing hoefde er helemaal niets afgezwakt te worden. Ze hadden het direct door. Een nog grotere verrassing was dat de zeven gewoonten op een groot aantal basisscholen over de hele wereld werd opgenomen in het lesprogramma en dat het een groot succes was. Wie had gedacht dat kinderen de natuurlijke wetten die in de zeven gewoonten besloten liggen zo snel zouden oppikken en toepassen? Ik had ze weer onderschat (als je trouwens meer wilt weten over de mogelijkheden om de zeven gewoontes op je eigen school te gebruiken, kijk dan op de Engelstalige website www.theleaderinme.org) Dus toen de uitgever me vroeg of ik een kinderboek over de zeven eigenschappen wilde schrijven, was ik door het dolle heen, net als vroeger wanneer de laatste les voor de vakantie was afgelopen. Ik denk dat dit boek kinderen op drie manieren kan helpen. Ten eerste laat het hun zien wat de kracht is van het leven volgens bepaalde principes. Principes zoals verantwoordelijkheid nemen en plannen, respect, samenwerking en evenwicht. Principes zijn net zoals de zwaartekracht tijdloos, universeel en evident. En ze zijn vandaag de dag harder nodig dan ooit. Ten tweede biedt het kinderen een gemeenschappelijke taal die ze met hun ouders en ‘leerkrachten’ kunnen gebruiken. Het is heel handig als je kunt zeggen: ‘belangrijke zaken eerst ’of ‘laten we een ‘win-win’ oplossing zoeken’ en iedereen begrijpt precies wat je bedoeld. Ten derde, of ze zich nu met Goof de Beer of Elsie Eekhoorn identificeren, kinderen zullen zich hoe dan ook in deze toegankelijke personages herkennen en zodoende leren ze de zeven gewoonten in hun eigen leven toe te passen. Je zult zien dat elk verhaal in dit boek één bepaalde gewoonte illustreert. Aan het eind van het verhaal richt ik me tot de ouders en ‘leerkrachten’ of pedagogisch medewerkers (‘Het ouderhoekje’), met een aantal suggesties om de gewoonten van dat verhaal eruit te lichten. Vervolgens formuleer ik een lijst met vragen die je de kinderen kunt stellen (‘Samen praten’) en een lijst met kleine stappen die kinderen
14
kunnen zetten om de gewoontes in de praktijk te brengen (‘Babystapjes’). Achter in het boek staat een afbeelding die laat zien hoe de zeven gewoonten onderling samenhangen. En vergeet niet een kijkje te nemen op de website www.seancovey.com (Engelstalig). Daar staan een heleboel dingen die kinderen kunnen doen, zoals quizzen, spelletjes en kleurplaten die ze kunnen inkleuren tijdens het lezen of wanneer ze voorgelezen worden. Laten we ons samen inzetten om van elk kind een Happy Kid te maken! Sean Covey 13.2 Prof. dr. J.M.A. Riksen-Walraven Al tijdens haar psychologiestudie (1967-1973) aan de Nijmeegse universiteit raakte Marianne Riksen-Walraven gefascineerd door de invloed van vroege sociale ervaringen op de ontwikkeling van kinderen en dat thema is sindsdien altijd het voornaamste onderwerp van haar onderzoek gebleven. Haar promotieonderzoek (1974-1977), een experimentele interventiestudie bij 100 ouder-kind paren, toonde het grote belang aan van de responsiviteit van ouders tijdens de dagelijkse interacties met hun kind in het eerste levensjaar. Verhoging van de responsiviteit van ouders bleek een positief effect te hebben op de exploratiedrang van de kinderen en hun vermogen om het verband te ontdekken tussen hun eigen gedrag en de gevolgen daarvan. Longitudinale follow-up van deze groep in de jaren daarna liet zien dat de responsiviteit van ouders in het eerste levensjaar van hun kind langdurige effecten heeft op de ego-veerkracht van het kind, d.w.z. het vermogen om gedrag en emoties te reguleren en zich flexibel aan te passen aan veranderende en vooral stressvolle omstandigheden. In latere jaren begeleidde zij onderzoek naar de vroege opvoeder-kind interactie in verschillende culturen (o.a. in Japanse, Indonesische en Surinaams-Nederlandse gezinnen) en in groepen met een verhoogd risico op problemen in de opvoeder-kind interactie, zoals doof blinde kinderen en baby’s van moeders met een postpartumdepressie. Van 1998 tot 2001 was Marianne Riksen-Walraven hoogleraar op de leerstoel “Theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang” aan de Universiteit van Amsterdam, en in 2000 werd zij aan de Radboud Universiteit Nijmegen benoemd tot hoogleraar op de persoonlijke leerstoel “Ontwikkelingspsychologie, in het bijzonder de vroegkinderlijke ontwikkeling”. In de afgelopen jaren is haar onderzoek zich ook meer gaan richten op de aard en invloed de ervaringen die jonge kinderen opdoen in kinderdagverblijven. In diverse projecten is/wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de omgang van baby’s en peuters met andere kinderen in het kinderdagverblijf en de mogelijke invloed daarvan op het ontstaan van gedragsproblemen (met promovenda Mirjam Gevers DeynootSchaub), naar factoren die de kwaliteit van de leidster-kind interactie bepalen (met NWO-promovenda Elles de Schipper), en naar de ontwikkeling van de zelfregulatie van baby’s die vanaf de leeftijd van 3 maanden een kinderdagverblijf bezoeken (met NWO-promovenda Esther Albers). Samen met collega’s in het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) wordt met subsidie van het Ministerie van SZW langlopend onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang. In dat kader wordt een instrument ontwikkeld om de kwaliteit van de kinderopvang - met als kernelement de leidster-kind interactie - nauwkeurig in beeld te brengen. Bron: Universiteit Nijmegen
15
13.3 Reggio Emilia Wat is Reggio Emilia Reggio Emilia is een stadje gelegen in Noord Italië en is de hoofdstad van de gelijk genaamde provincie Reggio Emilia. Reggio Emilia verwijst dus naar een plaats en niet naar een persoon. In 1945 ontstond hier de eerste kleuterschool die volgens het principe van de pedagogiek van Reggio Emilia werkte. Dit ontstond uit onvrede bij een aantal ouders over het huidige onderwijs in Reggio Emilia. Zij wilden daarom een eigen kleuterschool oprichten. Met geluk kwamen zij in contact met Loris Malaguzzi, een pedagoog en filosoof, die verschillende pedagogische en onderwijskundige idealen nastreefde. Samen met de ouders werd de eerste kleuterschool opgericht en kon hij zijn pedagogische ideeën verder ontwikkelen. Dit was een succes want hieruit zijn drieëndertig peuter- en kleuterscholen ontstaan die volgens het principe van Malaguzzi werken. De scholen zijn onderverdeeld in scholen voor kinderen van 0 tot 3 jaar, de asilo nido genoemd en vergelijkbaar met onze kinderdagverblijven. Daarnaast zijn er schooltjes voor kinderen van 3 tot 6 jaar, scuole dell’ Infanzia genoemd, deze zijn vergelijkbaar met onze peuterspeelzalen en kleuterklassen.
Het tweede uitgangspunt heeft te maken met het aanbieden van materiaal. Hierdoor kunnen kinderen zelf ontdekken en experimenteren. Zo kun je als docent bij biologie bijvoorbeeld een slak of een worm meenemen. Laat de kinderen vragen stellen aan de worm of slak en laat ze deze zelf beantwoorden of in de vorm van een klassengesprek. Ze kiezen op deze manier zelf wat ze willen weten over het dier. Het derde uitgangspunt hangt samen met het tweede punt en draait om kijken en luisteren naar objecten, maar ook van leraren en leiders die op een andere wijze kijken naar de ontwikkeling van de kinderen. Zij maken hiervan verslagen en laten de kinderen ontwikkelen in de richting die zij zelf aangeven. Hierdoor wordt bij de kinderen een eigen identiteit gecreëerd en komt creativiteit naar boven. Door te beginnen met bovenbeschreven aanpak voordat de kinderen naar het reguliere onderwijs gaan, wordt een stevige basis gelegd. Hierdoor wordt het volgen van onderwijs en leren makkelijker voor de kinderen. Door kinderen zelf te laten ontdekken hoe ze willen leren, zijn ze sterker gemotiveerd. Zo beginnen ze op scholen die de visie van Reggio Emilia volgen, al met de Engelse taal op de leeftijd van twee jaar. De peuters leren dan simpel Engels dat past bij de belevingswereld van het kind. Vanaf groep vijf krijgen de kinderen tweetalig onderwijs, waardoor zij vloeiend meerdere talen leren spreken. De pedagogiek van Reggio Emilia in de praktijk
Inmiddels bestaat deze aanpak al meer dan vijftig jaar en wordt de pedagogiek van Reggio Emilia nog steeds verder ontwikkeld door kinderen, ouders, begeleiders en pedagogen die in de stad wonen. Wat is de visie van de pedagogiek van Reggio Emilia De pedagogiek van Reggio Emilia is ontwikkeld door Loris Malaguzzi. Hij werd geboren op 23 februari 1920 en overleed op 30 januari 1994, beide in Reggio Emilia. Zijn meest gevleugelde uitspraak was: “Een kind heeft honderd talen, maar de school en de samenleving stelen er negenennegentig van”. Deze uitspraak vat het concept van Reggio Emilia goed samen. De honderd talen slaan op de manier van communiceren. Kinderen kunnen hun potentie op meerdere manieren uiten. Zij kunnen zichzelf uitdrukken met gebaren, in dans, in muziek, in drama, in klei, op papier, in ballet, door te schrijven, door te tekenen. In elk van deze talen kan een kind tot bloei komen. Er zijn dus talloze mogelijkheden waarin kinderen kunnen communiceren, terwijl we gewend zijn alleen naar taal te kijken. De visie van Reggio Emilia heeft drie uitgangspunten en gaat uit van wat kinderen wel kunnen en niet van wat kinderen niet kunnen. In praktijk blijkt namelijk dat kennis en vaardigheden al aanwezig zijn in kinderen. Een andere uitspraak van Malaguzzi is dan ook: “Kinderen hebben geen ‘lege hoofden’ die om opvulling vragen maar ‘kinderhoofden dienen gevormd te worden”. Door kinderen spelenderwijs te laten ontdekken, komt deze kennis tevoorschijn en kan tot ontwikkeling komen.
Wat de kinderen willen leren geven ze zelf aan. Dit betekent dus dat er veel vrijheid is en geen vast leerplan. De docenten en begeleiders observeren de kinderen voortdurend en spelen hierop in. Zij hebben vooral een begeleidende rol. Als de kinderen op een gegeven moment veelal met iets bezig zijn, kunnen ze materiaal aanbieden wat hierbij past of iets gaan bezoeken. Als het bijvoorbeeld herfst is en de kinderen hebben het over kastanjes en eikels dan kun je met de kinderen naar het bos en ze laten kijken, luisteren, laten zoeken naar alles wat met de herfst te maken heeft. Vervolgens kun je de kinderen laten spelen met materiaal dat ze mee hebben genomen uit het bos. Belangrijk hierbij is dat er van te voren geen opdracht wordt gegeven maar dat de kinderen zelf bepalen wat ze in het bos doen en wat ze eventueel met het materiaal gaan maken. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld dieren. Hebben de kinderen het over olifanten, dan is het misschien leuk een tripje naar de dierentuin te plannen. Of als het over varkens gaat, een uitstapje naar de kinderboerderij te maken. Alles wat de kinderen doen wordt vastgelegd. Dit kan in de vorm zijn van notities, foto’s, video’s en het werk van de kinderen zelf. Dit materiaal kan later geanalyseerd worden om de ontwikkeling van de kinderen te volgen en te kunnen reflecteren. Bron: Wikipedia
Het eerste uitgangspunt van de visie gaat over de inrichting van de ruimtes waar kinderen zich bevinden op school of bij de opvang. Kinderen moeten worden uitgedaagd zodat ze gaan ontdekken en experimenteren. Hierdoor leren ze meer en gaan ze steeds meer kunnen. Men probeert dan ook in gebouwen de binnenruimtes te verbinden met de buitenruimtes.
16
17
13.4 Thomas Gordon Thomas Gordon (geboren op 11 maart 1918 in Parijs) was een Amerikaanse klinisch psycholoog. Hij werd vooral bekend vanwege zijn zogenaamde Gordon-methode. Zijn methode (de Gordon-methode) richt zich vooral op beter leren communiceren met kinderen. Hij introduceerde begrippen als “actief luisteren” en de “ik-boodschap”. Met zijn boek ‘’luisteren naar kinderen’’ lanceerde hij een methode om de opvoed stijl en de relatie tussen ouders en kinderen te verbeteren. Het was in de tijd van de “antiautoritaire opvoeding” (die een reactie was tegen de voorheen autoritaire opvoedingsstijl) een samenvatting. Later paste hij de methode ook toe op andere situaties zoals onderwijs, sociale reclassering, kinderopvangverblijven, en dergelijke. Hij schreef 9 boeken die in 28 talen zijn vertaald en waarvan er al meer dan 6 miljoen zijn verkocht over de hele wereld. Zijn ‘’Parent Effectiveness Training’’, die hij in 1962 introduceerde werd een populaire trainingscursus, door meer dan 1 miljoen ouders in 43 landen gevolgd. Sinds de officiële introductie van de Gordoncursus ‘’Effectief omgaan met kinderen’’ in 1979 in Nederland, hebben 49.000 mensen de opleiding gevolgd. Thomas Gordon werd in 1997, 1998 en 1999 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede. In 1999 ontving Thomas Gordon van de APF (American Psychologal Foundation) de Gold Medal Award voor zijn voortdurende bijdragen aan de toegepaste psychologie. De Gordon-methode laat zien dat het ook anders kan: Het uitgangspunt van de Gordon-methode is een goede communicatie binnen het gezin; iedereen luistert naar elkaar, elk gezinslid wordt gerespecteerd en gehoord, maar uiteindelijk houden de ouders de regie. Niet door autoritair te zijn, maar juist door te luisteren. Het is een methode die werkt bij de peuter die alles zelf wil doen, maar ook bij de puber die zich tegen de ouders afzet. Door te luisteren en conflicten harmonieus op te lossen, creëren we een liefdevolle gezinssituatie en brengen we onze kinderen effectief verantwoordelijkheidsbesef bij. De kenmerken van de Gordon methode zijn: • Zó luisteren dat kinderen zich begrepen voelen • Zó praten dat kinderen je ook begrijpen • Zó conflicten oplossen dat niemand verliest • Zó afspraken maken dat iedereen zich eraan houdt Met als gevolg: • Meer zelfvertrouwen bij opvoeder en kind • Meer begrip en geduld voor elkaar • Een betere sfeer • Minder conflicten • Betere oplossingen voor conflicten • Meer verantwoordelijkheidsgevoel bij het kind • Positievere gevoelens Bron: Wikipedia
18
Het Pedagogisch Format© is ontwikkeld door Daycare Developments voor De Avonturiers, House & Kids en Nanny Association. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/of verspreid zonder toestemming van Daycare Developments.