Onderwerp:
Specifieke subsidieregeling duurzame energie en energiebesparende maatregelen gemeente Overbetuwe 2008-2011
Ons kenmerk: 10bwb00075 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Overbetuwe 2008 en 2 van de Algemene subsidieregeling gemeente Overbetuwe 2008; gelet op de beschikking van 15 december 2008 van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland tot subsidieverlening in het kader van de Subsidieregeling vitaal Gelderland 2008, Thema: 2.11 Sociaal Economisch Beleid, Projectnaam: Overbetuwe pakt uit met energiebox, energieadvies aan huis; besluiten: vast te stellen de
Specifieke subsidieregeling duurzame energie en energiebesparende maatregelen gemeente Overbetuwe 2008-2011 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze regeling verstaat onder: a. college b. gemeente c. Gedeputeerde Staten d. e.
raad subsidieontvanger
f. g.
Awb DE-voorziening
h.
energiebesparende maatregelen
i.
EPC
: het college van burgemeester en wethouders; : de gemeente Overbetuwe; : het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland; : de gemeenteraad; : een natuurlijk persoon of non-profitinstelling waaraan het college subsidie heeft verstrekt; : Algemene wet bestuursrecht; : een duurzame energievoorziening in de vorm van PV-cellen, een zonneboiler(systeem), kleinschalige windtoepassing, voorziening voor koude- en warmteopslag of andere energiebesparende installaties zoals een bioinstallatie, die zich bevindt in de gemeente; : zoals isolatie, toe te passen in/aan eigen woning, onder te verdelen in dak, vloer en spouwmuurisolatie. De waarde van isolatie wordt aangegeven met R. Hoe groter de waarde, hoe beter de isolerende werking. HR ++ glas, HR staat voor hoog rendement en ++ staat voor extra isolerende werking van het glas; : Energie Prestatie Coëfficiënt: het theoretisch berekende energieverbruik van een gebouw aan de hand van een genormeerde berekening, *10bwb00075*
j.
EPN
:
k.
kleinschalige windtoepassing
:
l.
netgekoppelde PV-cellen
:
m.
koude- en warmteopslag
:
n.
zonneboiler
:
o.
bio-installatie etc.
:
waarbij rekening wordt gehouden met het energieverbruik voor verwarming (isolatie en ventilatie), koeling, bevochtiging, ventilatoren, pompen, warm tapwater en verlichting bij een bepaald gebruikersgedrag; de Energie Prestatie Norm in de zin van de Regeling Bouwbesluit 2003, waarbij bij een aanvraag de EPN wordt gehanteerd zoals die geldt op de datum van ontvangst van de aanvraag; windtoepassing in de vorm van kleine verticale of horizontale turbines voor in de bebouwde omgeving, op daken en dergelijke; panelen voor het opwekken van elektriciteit, uitgezonderd wildroosters en openbare verlichting, die nagelvast zijn bevestigd op of aan één of meer percelen, openbare verlichting of gebouwen die zich bevinden in de gemeente; duurzame energie in de vorm van energieopslag, waarbij warmte in het ene seizoen in een buffer wordt opgeslagen en in een kouder seizoen wordt gebruikt of omgekeerd; een boiler met een opbrengst van 3 of meer gigajoule, aangebracht en geleverd door een derde, zijnde een ondernemer erkend conform REW1994 of REG 1994, bestemd voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, waarbij de opbrengst wordt bepaald volgens NPR 7976 Bepaling van de energetische opbrengst van zonneboilers of het EnergiePrestatieKeur voor zonneboilers (EPK). een zodanige hoogrendement installatie die de CO2-uitstoot volledig neutraliseert.
Artikel 2 Toepassingsbereik 1. Deze regeling is van toepassing op alle door het college te verstrekken subsidies aan particuliere eigenaren van bestaande of nieuwe woningen en aan non-profitinstellingen voor het realiseren van een DE-voorziening en energiebesparende maatregelen in de gemeente in de periode januari 2008 tot en met december 2011. 2. Als non-profitinstelling, als bedoeld in het eerste lid, worden een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet en een vereniging van eigenaren aangemerkt. Een onderneming wordt niet als non-profitinstelling aangemerkt. Artikel 3 Subsidieplafond 1. Voor de periode januari 2008 tot en met december 2011 heeft de raad een bedrag van 2. € 80.000 beschikbaar gesteld. Per jaar geldt een gemeentelijk subsidieplafond van 3. € 20.000,--. *10bwb00075*
4. Voor de periode van 15 december 2008 tot en met 1 juli 2010 hebben Gedeputeerde Staten een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld, wat als provinciaal subsidieplafond voor deze regeling heeft te gelden. 5. De verdeling van het beschikbare bedrag vindt naar volgorde van binnenkomst plaats. 6. In afwijking van het bepaalde in het derde lid kan het college een andere verdeling toepassen. Artikel 4 Subsidiebedragen 1. Aan de particuliere eigenaar van een woning kan subsidie worden verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten van: a. voor de aanschaf en installatie van PV-cellen: eenmalig een bedrag van € 2,-- per watt-piek tot een maximum van € 1.600,--; b. voor de aanschaf en installatie van een zonneboiler: eenmalig een bedrag van 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; c. voor de aanschaf van een kleinschalige windenergie-installatie: eenmalig een bedrag van 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; d. voor de aanschaf van een installatie voor koude- en warmteopslag: eenmalig een bedrag van 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; e. voor de aanschaf van andere energiebesparende aanschaf/installatiekosten zoals bio-installaties etc. 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; f. voor de aanschaf van dakisolatie, criterium R > 2,5: 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; g. voor de aanschaf van vloerisolatie, criterium R > 2,5: 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; h. voor de aanschaf van spouwmuurisolatie, criterium R > 1,3: 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; i. voor de aanschaf van HR++ glas, criterium U < 1,2 of een spouw van meer dan 15 mm, uitgaande van een richtprijs van € 120,-- per m2, 50% van de kosten van aanschaf en plaatsing tot een maximum van € 1.000,--. 2. Aan een non-profitinstelling kan subsidie worden verstrekt ter tegemoetkoming in de kosten van: a. voor de aanschaf en installatie van PV-cellen: eenmalig een bedrag van € 2,-- per watt-piek tot een maximum van € 1.600,--; b. voor de aanschaf en installatie van een zonneboilersysteem: eenmalig een bedrag van 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; c. voor de aanschaf van een kleinschalige windenergie-installatie: eenmalig een bedrag van 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; d. voor de aanschaf van een installatie voor koude- en warmteopslag: eenmalig een bedrag van 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; e. voor de aanschaf van andere energiebesparende aanschaf/installatiekosten zoals bio-installaties etc. 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; f. voor de aanschaf van dakisolatie, criterium R > 2,5: 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; g. voor de aanschaf van vloerisolatie, criterium R > 2,5: 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--; h. voor de aanschaf van spouwmuurisolatie, criterium R > 1,3: 50% van de kosten tot een maximum van € 1.000,--;
*10bwb00075*
i.
voor de aanschaf van HR++ glas, criterium U < 1,2 of een spouw van meer dan 15 mm, uitgaande van en richtprijs van € 120,-- per m2, 50% van de kosten van aanschaf en plaatsing tot een maximum van € 1.000,--.
Artikel 5 Subsidiecriteria 1. In geval van een duurzame energievoorziening met netgekoppelde systemen moet de aansluiting op het elektriciteitsnet voldoen aan de door elektriciteitsleverancier en EnergieNed gehanteerde richtlijnen. 2. Netgekoppelde systemen moeten voldoen aan NEN 1010 en aan de door EnergieNed opgestelde Richtlijn voor de elektrische installatie van netgekoppelde PV-systemen, dan wel de op enig tijdstip geldende opvolger van deze richtlijn. 3. Alle voorzieningen die meer dan 450 watt opleveren, moeten zijn aangebracht door een vakkundig bedrijf. Voor installatiewerkzaamheden moet een erkende installateur conform REI 1994 de installatie ten minste op veiligheid hebben gecontroleerd. 4. Om voor een subsidie voor een DE-voorziening in of aan een nieuw gebouw in aanmerking te komen, moet de aanvrager met een berekening van de EPC aantonen dat aan de EPN wordt voldaan ook zonder dat de voorziening daarin is meegenomen. 5. Voor de vaststelling van de subsidie moet de aanvrager aantonen dat tot het aanschaffen en installeren van de DE-voorziening separaat opdracht is verleend en moet hij daarvan een afzonderlijk betalingsbewijs overleggen. 6. De DE-voorzieningen dan wel energiebesparende maatregelen moeten ten minste vijf jaar in stand worden gehouden, te rekenen vanaf de verzenddatum van de subsidiebeschikking. Artikel 6 Aanvraag om subsidie 1. Een aanvraag om subsidie kan eerst worden ingediend nadat met het realiseren van de DE-voorziening dan wel de energiebesparende maatregelen is gestart. 2. Een aanvraag om subsidie moet door middel van een aanvraagformulier, zoals door het college vastgesteld, worden ingediend. 3. Per kalenderjaar kan een aanvrager slechts één aanvraag indienen; een aanvraag kan meerdere voorzieningen betreffen. 4. Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst. Voor onvolledige aanvragen geldt als datum van ontvangst die waarop de aanvraag is aangevuld. 5. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid. Artikel 7 Beslistermijn aanvraag subsidie 1. Het college beslist op een aanvraag binnen 13 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. 2. Het college kan deze termijn voor ten hoogste 13 weken verdagen. Artikel 8 Vaststellen en weigeren subsidie 1. Het college stelt de subsidie conform artikel 4 van de regeling vast. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt de subsidie tot 1 december 2009 als volgt vastgesteld: a. Zolang het gemeentelijk subsidieplafond niet is bereikt: conform de systematiek van artikel 4 van de regeling, met dien verstande dat als het maximum van € 1.000,-respectievelijk € 1.600,-- is bereikt, daarboven op 50% van het restant aan subsidiabele kosten wordt vergoed; b. Als het gemeentelijk subsidieplafond is bereikt: 50% van de kosten wordt vergoed. *10bwb00075*
3. Bij de subsidievaststelling worden eerst de gelden uit het door de raad beschikbare budget aangewend tot het gemeentelijk subsidieplafond is bereikt. Als het gemeentelijk subsidieplafond is bereikt, worden vervolgens uit het door Gedeputeerde Staten beschikbare budget gelden aangewend tot het provinciaal subsidieplafond is bereikt. 4. Als zowel het jaarlijkse gemeentelijk subsidieplafond als het voor deze regeling geldende proviniaal subsidieplafond zijn bereikt, weigert het college de subsidie. 5. Het college kan de subsidie, naast de gevallen als bedoeld in artikel 4:35, tweede lid Awb, ook weigeren, als: a. de subsidieontvanger een financieel wanbeleid voert; b. de subsidieontvanger zichzelf bij besluit heeft, dan wel bij rechterlijk vonnis is geliquideerd of ontbonden; c. bij de subsidieontvanger conservatoir of executoriaal beslag is gelegd op het vermogen of een deel ervan. Artikel 9 Uitbetaling 1. De subsidie wordt niet eerder uitbetaald, dan nadat de subsidie is vastgesteld. 2. De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt op welke wijze de subsidie zal worden uitbetaald. Artikel 10 Hardheidsclausule Het college kan één of meerdere artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het realiseren van duurzame energie en energiebesparende maatregelen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2008. Artikel 12 Tijdelijke regeling Deze regeling geldt van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011. Artikel 13 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Specifieke subsidieregeling duurzame energie en energiebesparende maatregelen gemeente Overbetuwe 2008-2011. Aldus besloten in de vergadering van 9 februari 2010. Het college van burgemeester en wethouders, de gemeentesecretaris, de burgemeester, Th.M.M. Hoex.
E. Tuijnman.
Algemene toelichting Bij beschikking van 15 december 2008 heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland besloten tot subsidieverlening aan de gemeente Overbetuwe in het
*10bwb00075*
kader van de Subsidieregeling vitaal Gelderland 2008, Thema: 2.11 Sociaal Economisch Beleid, Projectnaam: Overbetuwe pakt uit met energiebox, energieadvies aan huis. Eén van de aan deze subsidie verbonden voorwaarden was dat de gemeente een subsidieregeling in het leven zou roepen. Daaraan wordt met de vaststelling van deze specifieke subsidieregeling gehoor gegeven. Op grondslag van deze regeling, waarmee de Algemene subsidieregeling wel, maar de Algemene subsidieverordening niet buiten spel wordt gezet, kan het college dan ook rechtmatig subsidies aan particuliere eigenaren en nonprofitinstellingen die in de gemeente Overbetuwe de DE-voorzieningen en energiebesparende maatregelen willen realiseren, verstrekken. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit artikel worden de begrippen zoals gehanteerd in deze regeling omschreven. Artikel 2 Toepassingsbereik Hiermee wordt het bereik van de regeling omschreven. De regeling ziet enkel en alleen op het verstrekken van subsidie aan natuurlijke personen en non-profitinstellingen. Het tweede lid van dit artikel bepaalt wat er onder een non-profitinstelling moet worden begrepen. Artikel 3 Subsidieplafond In dit artikel is bepaald dat er een jaarlijk subsidieplafond is. Verder wordt de verdeling van het beschikbare budget geregeld. Het college kan een andere verdeling toestaan. Artikel 4 Subsidiebedragen In dit artikel worden de subsidiebedragen vermeld. Artikel 5 Subsidiecriteria Dit artikel bepaalt waaraan voldaan moet worden wil men voor subsidie in het kader van deze regeling in aanmerking komen. Artikel 6 Aanvraag om subsidie Een aanvraag om subsidie kan eerst, door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier, worden ingediend nadat met het realiseren van de DE-voorziening dan wel de energiebesparende maatregelen is gestart. Per kalenderjaar kan een aanvrager slechts één aanvraag indienen. Wel kan een aanvraag meerdere voorzieningen betreffen. Verder worden op grond van dit artikel aanvragen behandeld in volgorde van binnenkomst. Voor onvolledige aanvragen geldt als datum van ontvangst die waarop de aanvraag is aangevuld en dus als complete aanvraag heeft te gelden. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel. Artikel 7 Beslistermijn aanvraag subsidie Het college moet binnen 13 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag een besluit op de aanvraag nemen. Deze termijn kan het college voor ten hoogste 13 weken verdagen. Uiteraard moet de aanvrager van een eventuele verdaging bericht krijgen. *10bwb00075*
Artikel 8 Vaststellen en weigeren subsidie Het college stelt de subsidie vast als aan de criteria e.d. van deze regeling wordt voldaan. Bij de vaststelling wordt eerst het door de gemeenteraad beschikbare geld besteed, waarbij het subsidieplafond van € 20.000,-- per jaar geldt. Als dat plafond is bereikt, wordt het door Gedeputeerde Staten beschikbare geld besteed. Als ook dat geld is uitgenut, wordt de subsidie geweigerd (overschrijden subsidieplafond is immers een weigeringsgrond op grond van artikel 4:25, tweede lid Awb). N.B. De weigeringsgronden als vermeld in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening zijn onverkort van toepassing. De verordening gaat immers boven deze specifieke subsidieregeling. Verder kan het college, naast de in artikel 4:35, tweede lid (onjuiste of onvolledige gegevensverstrekking dan wel faillietverklaring, verlening van surséance van betaling of bij een schuldsanering) omschreven gevallen, subsidie weigeren in de in het vierde lid van dit artikel omschreven gevallen. Artikel 9 Uitbetaling Dit artikel regelt wanneer de subsidie wordt uitbetaald. De beschikking moet vermelden op welke wijze het uitbetalen gebeurt. Artikel 10 Hardheidsclausule Met dit artikel is het mogelijk af te wijken van de regeling dan wel deze buiten toepassing te laten. Dit kan alleen als het gaat om ten tijde van het vaststellen van de regeling niet voorziene gevallen die dusdanig uitpakken dat dit, gelet op het belang van het realiseren van DE-voorzieningen en energiebesparende maatregelen, een onbillijkheid van overwegende aard zal opleveren. In de regel zal dit niet gauw voorkomen. Als het wel voorkomt, betekent dit impliciet dat de regeling moet worden aangepast. Het is immers een voorzienbaar geval geworden. Artikel 11 Inwerkingtreding Dit artikel hoeft geen toelichting. Artikel 12 Tijdelijke regeling Deze regeling is tijdelijk van aard: voor de jaren 2008 tot en met 2011. Artikel 13 Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
*10bwb00075*