SPECIALIST LEREN: PROFIEL REKENEN EN DYSCALCULIE Algemeen Leraren hebben de taak passend onderwijs te bieden aan alle leerlingen. Maar wat te doen als een leerling niet aan het werk gaat, ongemotiveerd lijkt, of het huiswerk niet maakt of leert? Wat te doen als een leerling teksten niet vlot leest of begrijpt, grote moeite heeft met rekenkundige bewerkingen, de uitspraak van het Engels, steeds dezelfde spellingfouten maakt of dyslectisch is? Voor elk leergebied en voor elke fase van het leren zijn specialistische kennis en vaardigheden noodzakelijk om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te kunnen begeleiden. De opleiding tot Specialist Leren biedt nieuwe kennis en inzichten die u kunt toepassen in uw onderwijssetting voor de ontwikkeling en het leren van uw leerlingen. De opleiding tot ‘Specialist leren’ binnen de masteropleiding Special Educational Needs kent drie profielen: • Remedial Teaching • Lezen en dyslexie • Rekenen en dyscalculie In deze factsheet staat het profiel rekenen en dyscalculie centraal. Het onderwijs heeft de taak om belemmeringen en kansen van het rekenonderwijs binnen de school in kaart te brengen. Dan kunnen er passende maatregelen genomen worden op school-, groeps- en leerlingniveau. Een duidelijke rekenvisie is een noodzakelijke voorwaarde voor een stimulerend rekenklimaat voor alle leerlingen. Elke leerling krijgt dan de kans om met zijn reken- en wiskundemogelijkheden binnen de maatschappij zo optimaal mogelijk te functioneren en functioneel gecijferd te worden. Het in kaart brengen van de specifieke rekenwiskunde situatie binnen de school en het initiëren en begeleiden van vernieuwingen op dit terrein is een taak voor de rekenspecialist. In het werken met leerlingen en collega’s gaat het vooral om de vormgeving van de rekenwiskunde aanpak volgens de drie sporen en het stappenplan zoals beschreven in het Protocol Ernstige Rekenwiskunde-problemen en dyscalculie. Hierin komen tevens de uitgangspunten van handelingsgericht werken (Pameijer, van Beukering & de Lange, 2009) tot uiting. Voor wie Deze opleiding is bedoeld voor leraren en coördinatoren die zich verder willen professionaliseren op het gebied van het onderwijs aan leerlingen met speciale onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Onze studenten zijn werkzaam in: • Basisonderwijs, speciaal basisonderwijs • Speciaal onderwijs/ de regionale expertisecentra • Praktijkonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, vmbo, mbo, voortgezet onderwijs • Bureau voor remedial teaching De opbouw De opleiding in jaar 1 Onderwijseenheden Digitaal portfolio PraktijkGericht Onderzoek Orthopedagogiek Taalontwikkeling – primair onderwijs Of Geletterdheid: stellen en spellen - voortgezet onderwijs Geletterdheid: lezen - primair onderwijs Of Geletterdheid: lezen en dyslexie - voortgezet onderwijs Of Interventies gedragsproblemen Gecijferdheid Totaal
Studiepunten (European credits) 10 5 5 5
5 30
De opleiding in jaar 2 Onderwijseenheden
Studiepunten (European credits)
Digitaal portfolio PraktijkGericht Onderzoek Rekenproblemen en dyscalculie Rekenbeleid en Onderwijsbehoeften Interventies gecijferdheid Keuzeperiode
10 5 5 5 5
Totaal
30
Een beschrijving van de onderwijseenheden Digitaal Portfolio U werkt vanaf het begin van de opleiding met een digitaal, ontwikkelingsgericht portfolio (Winvision). Dit is een digitale map waarin u gedurende uw opleiding uw studiemateriaal verzamelt en zo uw ontwikkeling tot Master Special Educational Needs beschrijft en verantwoordt. Praktijkgericht Onderzoek U wordt uitgedaagd om uw professionele ontwikkeling te versterken en te verdiepen door een praktijkgericht onderzoek op te zetten en uit te voeren. Het praktijkgericht onderzoek (PGO) richt zich op de verheldering van een aspect of onderdeel van uw dagelijkse onderwijspraktijk dat u als problematisch, onduidelijk, of vatbaar voor verbetering, definieert. In het eerste jaar van uw studie zult u vooral bezig zijn met het verwerven van onderzoeksvaardigheden en het opstellen van een onderzoeksplan. In het tweede jaar zult u het onderzoek daadwerkelijk gaan uitvoeren. Orthopedagogiek Dit thema vormt de de start van de opleiding. Het is bedoeld om een kader voor de tweejarige studie te maken. U bestudeert wat verstaan kan worden onder orthopedagogiek en de verschillende stromingen en opvattingen daarover van de afgelopen eeuw. De orthopedagogiek is de wetenschap die zich richt op leerlingen in problematische onderwijs-, leer- en opvoedingssituaties. Orthopedagogiek is een handelingswetenschap, die opvoeders en leraren perspectief biedt om hun handelingsverlegenheid op te heffen en weer perspectief te bieden aan de betrokkenen. U bestudeert de meest recente publicaties op het gebied van handelingsgericht werken en passend onderwijs en u gaat na hoe handelingsgericht u werkt in uw onderwijssetting en wat handelingsgerichter zou kunnen (Pameijer, van Beukering & de Lange, 2009). U bestudeert theorie en praktijktoepassingen over de oplossingsgerichte benadering (Cauffman & van Dijk, 2009) in het onderwijs en gaat in gesprek met leerlingen en collega’s. U bestudeert een onderwerp uit de sociale psychologie en de psychologie van het leren. In dit thema wordt u uitgedaagd uw impliciete ideeën over orthopedagogisch denken en handelen te expliciteren. Uw handelen in de praktijk dient immers theorie geleid te zijn. Taalontwikkeling Het taalonderwijs is gebaseerd op het goed doorlopen van de fasen van de taalverwerving in de moedertaal en in het Nederlands als tweede taal. Een goede woordenschatontwikkeling is hierbij van cruciaal belang. Dit thema focust op het onderwerp taalontwikkeling, de tussendoelen mondelinge communicatie, de doorlopende leerlijnen en referentieniveaus van taal en de ontwikkeling van taal als basis van functionele geletterdheid. U bestudeert hoe u de woordenschatontwikkeling kunt stimuleren. Specifieke aandacht is er voor de rol die interactief taalonderwijs hierbij speelt en de rol van media en ict. Daarnaast komen ook onderwerpen als gebruikstaal, schooltaal, vaktaal en meertaligheid aan de orde. Stagnerende taalontwikkeling tijdig signaleren kan veel lees- en spellingproblemen voorkomen. Naast afstemmen en samenwerken met collega’s en ouders is ook de samenwerking met de logopedist hierbij essentieel.
Geletterdheid: stellen en spellen – voortgezet onderwijs Teksten schrijven zonder spelfouten is zelfs met de computer met spellingcorrector niet voor elke leerling weggelegd. In dit thema leert u spellingproblemen bij leerlingen te signaleren, te diagnosticeren en de gegevens te verwerken in een handelingsplan. Om leerlingen met problemen tijdig te signaleren en te begeleiden moet u gedegen kennis verwerven van het orthografische systeem van het Nederlands en van het spellingproces. Keuzeonderwerp is een analyse van het spellingonderwijs op uw school en het opstellen van een verbeterplan. Geletterdheid: lezen - primair onderwijs Vrijwel alle leerlingen kunnen vlot leren lezen. Onderzoek leert ons dat de leraar hierin een cruciale rol vervult. Zo heeft hij onder andere hoge verwachtingen van de leerlingen, werkt doelgericht, creëert een stimulerende leesomgeving, heeft leesinhoudelijke kennis, kent zijn leesmethode goed, verzorgt effectieve instructie inclusief verlengde instructie, roostert voldoende tijd in voor alle leerlingen en extra tijd voor de risicoleerlingen, signaleert risicoleerlingen vroegtijdig en weet de toetsresultaten te interpreteren en hieraan consequenties te verbinden voor zijn handelen in de klas. Wanneer alle inspanningen hebben geleid tot het gewenste resultaat is het zaak om de verworven leesvaardigheid van de leerlingen in de bovenbouw van het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs te onderhouden. Deze basale voorwaarden op schoolniveau vormen het uitgangspunt van dit thema dat vooral focust op het proces van het lezen; beginnend, aanvankelijk en voortgezet lezen. U ontwikkelt competenties om risicoleerlingen op het gebied van lezen en spellen te signaleren, te onderzoeken en te begeleiden volgens de protocollen leesproblemen en dyslexie (www.masterplandyslexie.nl) en in het kader van het Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling (PDDB). Naast aandacht voor de leerlijnen en tussendoelen geletterdheid en het monitoren van de taal-leesontwikkeling is er ook aandacht voor de leesomgeving, de leescirkel en de rol van de leraar die model staat als goede en gemotiveerde lezer. Geletterdheid: lezen en dyslexie – voortgezet onderwijs Binnen dit thema ontwikkelt u competenties om leesproblemen te signaleren en te diagnosticeren met behulp van toetsen en observaties, onder meer uit de protocollen leesproblemen en dyslexie voor het voortgezet onderwijs (www.masterplandyslexie.nl). Kennis van het leesproces, de rol van functionele geletterdheid en de aard van leesproblemen zijn noodzakelijk. Zowel voor het thema ‘Stellen en spellen’ als voor het thema ‘Lezen en dyslexie’ zijn de uitgangspunten dat u diverse mogelijkheden kent voor signalering en toetsing, zodat u schriftelijk werk kwantitatief en kwalitatief kunt analyseren. Wanneer de signalering onvoldoende houvast biedt voor het opstellen van een handelingsplan, is een procesonderzoek nodig om de benodigde informatie te verkrijgen. Goede gespreksvaardigheden zijn daarbij essentieel. U leert met behulp van een gemaakte video-opname te reflecteren op uw communicatie met de leerling. Vervolgens maakt u in samenspraak met de leerling een handelingsplan dat is afgestemd op de hulpvraag van de leerling. Waar nodig begeleidt u collega-docenten om in de vaklessen aan te sluiten bij de instructiebehoeftes van de casusleerling. U bestudeert daartoe publicaties over taalgericht vakonderwijs. Interventies bij gedragsproblemen Binnen dit thema is het model van handelingsgericht werken het theoretische kader voor de omgang met gedragsproblemen. Handelingsgericht werken houdt in dat een leraar een verantwoord stappenplan doelbewust en planmatig doorloopt met als doel (probleem-) gedrag van leerlingen te beïnvloeden. U krijgt handvatten aangereikt waarmee u meer mogelijkheden krijgt om op een adequate wijze met probleemgedrag om te gaan. Het hanteren van interventies bij probleemgedrag wordt vanuit een viertal theoretische benaderingen uitgewerkt: de gedragstherapeutische, de interactionele, de cognitieve en oplossingsgerichte benadering. Nadat probleemgedrag is gesignaleerd, wordt het gedrag van het kind binnen de context van de schoolsituatie geobserveerd en geanalyseerd. De uitgangspunten van de functionele analyse worden hierbij als leidraad gehanteerd. Vervolgens wordt, aan de hand van gedragsinterventies, een plan ontwikkeld waarmee individueel of groepsgewijs gewerkt kan worden. Het kind wordt nadrukkelijk betrokken bij de afstemming van de doelen van het gedragsveranderingsplan. De leerling wordt gezien als een actieve deelnemer aan het opvoedingsproces. Voor welke interventie er ook gekozen wordt om probleemgedrag aan te pakken, de rol van de leraar kan hierbij niet buiten schot blijven . Er zijn veel materialen en middelen op de markt die als interventie bij probleemgedrag ingezet kunnen worden. Om tot een verantwoorde keuze te komen, wordt er vanuit een tweetal invalshoeken naar de materialen gekeken: theoretisch uitgangspunten en aangetoonde effectiviteit (evidence-based) enerzijds en praktische inzet en haalbaarheid anderzijds.
Gecijferdheid Vrijwel alle leerlingen kunnen leren rekenen. Hierbij vervult de leraar een grote rol. Dit thema richt zich zowel op de speciale onderwijsbehoeften van leerlingen op groepsniveau als op individueel niveau. Dit thema begint met een inleiding in de ontwikkeling van gecijferdheid en de leerlijnen en de tussendoelen die u daarbij per leerjaar kunt volgen voor het rekenwiskundeonderwijs (aan de hand van de TAL-brochures en de tussendoelen van het SLO). Vanzelfsprekend worden de referentieniveaus rekenen-wiskunde uitgebreid besproken. Onderwerpen die uitgediept worden zijn onder andere: de telontwikkeling, getalbegrip en automatisering. U bestudeert hoe u groepsplannen op kunt stellen (handelingsgericht werken op groepsniveau), hoe u deze evalueert en nieuwe doelen kunt stellen. U bestudeert onderzoeksgegevens en literatuur over de recente werkwijzen binnen de didactiek (o.a. interactie, oplossingsstrategieën, werken vanuit contexten en modellen) van het rekenwiskunde onderwijs en reflecteert op de waarde daarvan voor leerlingen in uw eigen setting. Door het voeren van diagnostische rekengesprekken met kinderen (handelingsgericht werken op individueel niveau) en diagnostisch onderwijzen krijgt u zicht op de specifieke onderwijsbehoeften. U stemt hierbij af op strategieën die leerlingen hanteren bij (beginnende) gecijferdheid en maakt kennis met een aantal differentiatiemodellen, instructievormen, materialen en hulpprogramma’s. Daarbij leert u gecijferde leeromgevingen ontwerpen, waarin uw leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. In het eerste jaar kan een keuze gemaakt worden voor de u itwerking van interventies op groepsniveau of interventies op individueel niveau. Rekenproblemen en dyscalculie Vanuit aangeboden recente literatuur maakt u zich theoretische concepten binnen het rekengebied eigen. Op basis daarvan ontwikkelt u een visie op rekenonderwijs, die u kunt vergelijken met de rekenvisie binnen de school. Daarnaast bestudeert u het in 2011 te verschijnen Protocol Ernstige Rekenwiskunde-problemen en dyscalculie. Ernstige rekenwiskunde-problemen en dyscalculie komen uitgebreid aan bod. De consequenties voor het handelen op individueel, groeps- en schoolniveau worden bestudeerd. Rekenbeleid en Onderwijsbehoeften Vanuit een opgebouwde rekenwiskunde-visie komen de volgende onderwerpen binnen het rekenbeleid aan de orde: • Interpreteren van de uitslagen van het leerlingontwikkelingvolgsysteem op school-, groeps- en leerlingniveau • Opzetten van rekenwiskunde groepsplannen; • Begeleiden bij het (leren) differentiëren binnen het rekenonderwijs in de groepen; • Diagnostisch onderwijzen binnen de groep, bijv. met Diagnosticeren en plannen in de onderbouw (Cito, 2009); • Organisatie van de remedial teaching binnen de school; • Organisatie van het rekenonderwijs op VMBO en MBO Interventies gecijferdheid Als de rekenontwikkeling bij de leerling niet vanzelfsprekend verloopt, is het zaak om onderzoek en begeleiding te coördineren. De rekenspecialist verdiept zich inhoudelijk in de rekenproblematiek. U werkt samen met alle betrokkenen en adviseert om een optimale rekenontwikkeling voor de leerling mogelijk te maken en geeft vorm aan specifieke interventies op groepsniveau of individueel niveau. In dit thema verdiept en verbreedt u uw kennis over evidence based rekeninterventies en de toepassing ervan. Het is mogelijk dat u, als rekenspecialist, een handelingsgericht diagnostisch onderzoek uitvoert. Keuzeperiode U kunt aan de hand van eigen leervragen vorm en inhoud geven aan uw keuzeruimte. Door de keuzeruimte kunt u het programma nog meer afstemmen op de specifieke eisen van het competentieprofiel van de door u gekozen specialisatie. Eindkwalificaties In de opleiding Master Special Educational Needs werkt u aan eindkwalificaties in drie domeinen: A. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken met en voor leerlingen, met aandacht voor: • Leer-en leefomgeving, begeleiding van leerlingen, de leraar als persoon B. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken in en voor de organisatie, met aandacht voor: • Schoolontwikkeling, begeleiding van collega’s, kenniscirculatie, de leraar als participant in de verandering C. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het professioneel handelen en beroepsontwikkeling, met aandacht voor: • Onderzoekende houding, maatschappelijk besef, reflectie en ontwikkeling
Bronnen U maakt gebruikt van recente praktijkwetenschappelijke bronnen met betrekking tot het rekenwiskunde onderwijs. Daarbij zullen de publicaties van de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken-WiskundeOnderwijs (www.nvorwo.nl) niet ontbreken, waaronder het Protocol Ernstige Rekenwiskunde-problemen en Dyscalculie (webpublicatie gereed in januari 2011, gedrukte versie februari 2011). Ook de publicaties van het Freudenthal Instituut (www.fi.uu.nl) zijn richtinggevend voor uw studie en uw professionele handelen in uw onderwijssetting. Binnen de thema’s zijn specifieke artikelen en boeken aanbevolen. Daarnaast gaat u zelf op zoek naar relevante en recente publicaties van zowel nationale als internationale herkomst. Prestaties In dit profiel specialiseert u zich in het handelingsgericht werken en oplossingsgericht omgaan met verschillen tussen leerlingen in de ontwikkeling van gecijferdheid. Ook krijgt u bij de diverse thema’s steeds de gelegenheid om cases uit uw eigen praktijksituatie in te brengen en nader te onderzoeken. U sluit elk thema af met een prestatie waaruit blijkt dat u in staat bent theorie en praktijk met elkaar te verbinden, zoals een onderzoeksverslag, een toets met meerkeuzevragen, een literatuurstudie met een praktijktoepassing, een verslag van een door u uitgevoerde interventie, maar ook presentaties voor uw schoolteam of leerteam behoren tot de mogelijkheden. Beroepsontwikkeling U sluit dit profiel af met het internationaal erkende diploma Master Special Educational Needs. U kunt als specialist rekenen en dyscalculie functioneren als leerlingbegeleider van leerlingen met een stagnerende rekenwiskundeontwikkeling of als kenniscoördinator rekenwiskunde binnen uw onderwijssetting. Als er aan het profiel Rekenen en Dyscalculie een eerste opleidingsjaar jaar remedial teaching of leerproblemen is voorafgegaan, is uw MasterSEN diploma voldoende basis voor de opleidingseisen voor een registratieaanvraag als remedial teacher bij de Landelijke Beroepsvereniging Remedial Teachers (LBRT). Voorwaarde daarbij is dat ook Taal of Geletterdheid deel uit maakt van uw Master-SEN opleiding. Voor de registratievoorwaarden zie www.lbrt.nl. Mocht het laatste niet op u van toepassing zijn, neem dan contact op met de studieleider om een individueel traject samen te stellen. Sleutelwoorden Rekenspecialist, dyscalculie, gecijferdheid, Landelijke Beroepsvereniging Remedial Teachers (LBRT), handelingsgericht werken, oplossingsgericht denken en handelen. Meer info Bezoek onze informatiebijeenkomsten of neem contact op met de regiokantoren. Kijk voor meer informatie op www.seminarium.hu.nl