Specialiseren in de Psychologie informatie over de afstudeerrichtingen
Specialiseren in de Psychologie Inhoudsopgave Voorwoord Afstudeerrichtingen Arbeids- & Organsatiepsychologie
1
Algemeen Interviews met studenten
4 8
Algemeen Interview met student Klinische Ontwikkelingspsychologie Algemeen Interviews met studenten
12 16
Algemeen Interviews met studenten Ontwikkelingspsychologie Algemeen Interviews met studenten Psychologische Methodenleer Algemeen Interviews met studenten Pyschonomie Algemeen Interview met student Sociale Psychologie Algemeen Interviews met studenten Algemene & Vrije Bachelor Psychologie Algemeen Interviews met studenten
26 30
Klinische Neuropsychologie
Klinische Psychologie
Colofon
18 22
34 36 40 42 46 50 52 54 58 60 64
Voorwoord 'Zie de specialisatie niet als een dwangbuis, maar kies een specialisatie omdat het vakgebied, de docenten en de vakken die ze verzorgen je aanspreken.' Klaas Visser, Onderwijsdirecteur Dit boekje gaat over het kiezen van een specialisatie in de psychologie. Die keuze maak je na twee jaar. In die twee jaar heb je je breed kunnen oriënteren in de psychologie. Je hebt kennisgemaakt met alle deelgebieden van de psychologie. Daarnaast heb je bij VRT-2 en het Onderzoekspracticum zelf onderwerpen kunnen kiezen zodat je een kijkje hebt genomen in de keuken van enkele specialisaties. Bovendien heb je in het tweede jaar ook keuzevakken, kernthema’s of misschien zelfs al specialisatievakken gevolgd. We gaan er dan ook vanuit dat je nu voldoende breed bent opgeleid om een goede keuze te kunnen maken. In dit boekje komen alle acht specialisaties die de opleiding kent aan de orde. Daarnaast komt de mogelijkheid om een bachelor ‘algemene psychologie’ te kiezen aan de orde en wordt uitgelegd wat een ‘vrij bachelor’ inhoudt. Ook komen er studenten van elke specialisatie aan het woord. Die vertellen vanuit hun eigen ervaring over de specialisatie die zij gekozen hebben. Je kiest straks eerst voor een specialisatie. De specialisatie omvat je hele derde jaar en wordt voortgezet in de masterfase. Je kunt overigens natuur-
lijk ook na je bachelordiploma stoppen, maar om de specialisatie echt af te ronden en psycholoog te worden moet ook de aansluitende master worden gevolgd. De vakken in het derde jaar vormen de basis van een specialisatie en de vakken in de master bouwen daarop voort. Bovendien loop je in het masterjaar je stage en doe je je afstudeeronderzoek. Het specialisatie-programma van het derde bachelorjaar en de master vormen dus samen een eenheid. In principe kiezen studenten in het derde jaar één specialisatie en krijgt iedereen daarin een vrij gestructureerd programma aangeboden. Op die manier hopen we te bewerkstelligen dat een goede basis verkregen wordt op het gebied van de specialisatie en dat studenten redelijk snel hun bachelordiploma halen, zodat ze vervolgens in de master meer armslag hebben om eigen keuzes te maken. Die laatste fase van de studie is immers het meest interessant. 1
Je kunt kiezen tussen de volgende speom een bachelor “algemene psychocialisaties: logie” of een “vrij bachelor examen”. - Arbeids- en Organisatiepsycho-logie Verder in dit boekje vind je hierover (incl. de route Psychologie van Arbeid meer informatie. Ook kun je binnen & Gezondheid) je specialisatie soms vakken van een - Klinische Psychologie andere richting erbij kiezen. Voor deze - Ontwikkelingspsychologie (incl. de optie verwijzen we naar de studiegids route Schoolpsychologie) (of vraag meer informatie bij een van - Psychologische Methodenleer de studieadviseurs). - Psychonomie Hiernaast moet je je bedenken dat - Sociale Psychologie er geen één op één relatie is tussen - Klinische Ontwikkelingspsychode specialisatie en het werk dat je logie (KLOP) later gaat doen. Natuurlijk is het zo - Klinische Neuropsychologie (KNP) dat je om psychotherapeut te worden waarvan de eerste zes worden verzorgd een klinische richting (KP, KNP of door de gelijknamige programmagroep. KLOP) moet kiezen, maar psychologie De specialisatie KLOP wordt verzorgd is geen beroepsopleiding. Het is een vanuit Ontwikkelingspsychologie wetenschappelijke opleiding, die je in samenwerking met Klinische kwalificeert voor tal van beroepen. Zo Psychologie. zitten er psychoDe specialisalogen als recrui- Er is geen één op één relatie tie KNP wordt ting officer bij tussen de specialisatie en het verzorgd vanuit de ABN-AMRO Psychonomie in en wordt een werk dat je later gaat doen samenwerking klinisch psymet Klinische choloog soms Psychologie en Ontwikklingspsyminister van financiën of uitgever bij chologie. een educatieve uitgeverij. Je keuze is weliswaar vrij definitief, Het karakter van de opleiding - een maar je kunt ook beslissen dat je wetenschappelijke opleiding - brengt geen keuze wilt maken en zelf een met zich mee dat je uitgebreid wordt programma samenstellen uit onderdegetraind in het doen van onderzoek. len van meerdere specialisaties en dat Niet omdat we denken dat iedereen voorleggen aan de examencommissie onderzoeker wordt (dat is maar wegvan Psychologie. Ook kun je je studie gelegd voor een kleine groep), maar uitbreiden met een minor. Afhankelijk omdat een wetenschappelijke training van wat je precies wilt kan het gaan de beste basis is voor de praktijk. 2
VOORWOORD
Zie de specialisatie niet als een dwangTot slot: de overgang van de basisopbuis maar kies een specialisatie omdat leiding (het eerste en tweede jaar) naar het vakgebied, de docenten en de vakde specialisatie is groot. Het onderwijs ken die ze verzorgen je aanspreken. is kleinschaliger en meer specialistisch Je moet je inhoudelijk thuisvoelen en van aard en je bent plotseling met dat uitgedaagd weten. Immers, je zult niet gebied van de psychologie bezig waar alleen een serie vakken volgen bij de je je met hart en ziel aan wilt en moet specialisatie van je keuze, maar ook wijden. In de specialisatiefase is er nog je afstudeereen overopdracht (een gang: van stage en een de bachelor werkstuk) zul naar de mas- We raden af om je keuze je op dit gebied ter en in de te baseren op het idee dat je doen. master ook met een bepaalde specialisatie Er zijn in de nog eens van veel meer of minder kansen hebt afgelopen jaren vakken naar op de arbeidsmarkt verschillende de afstudeeronderzoeken opdracht. De verricht onder afstudeerafgestudeerden. opdracht Enerzijds om na te gaan wat afgestubestaat uit een stage en een werkstuk deerden achteraf van de opleiding von(en colloquia) en je kunt niet vroeg den, anderzijds om te bekijken welk genoeg beginnen met de planning van werk afgestudeerden hebben gevondie onderdelen. Elke programmagroep den. Meer dan 90 procent van de afgepubliceert een gidsje over deze onderstudeerden vindt binnen een half jaar delen. werk waarvan twee derde een baan heeft waarvoor een psycholoog werd Veel succes met het maken van de gevraagd. De afgestudeerden in de keuze en de verdere studie, Methodenleer hebben de beste kansen op werk en de Klinisch Psychologen Klaas Visser, Onderwijsdirecteur de minst goede kansen, maar de verOnderwijsinstituut Psychologie schillen zijn klein. We raden dus af om je keuze te baseren op het idee dat je met een bepaalde specialisatie veel meer of minder kansen hebt op de arbeidsmarkt. 3
Arbeids- & Organisatiepsychologie ‘A&O-psychologen houden zich bezig met het individueel en gezamenlijk functioneren en presteren van mensen in arbeidssituaties.’ Arne Evers, onderwijscoördinator Hoe komt het dat sommige mensen het prettig vinden om onder een bepaalde druk te werken, terwijl anderen ziek worden of snel opbranden? Wat onderscheidt effectieve van minder effectieve ondernemers? Hoe kan discriminatie bij personeelsselectie worden voorkomen? Hoe ontstaan verschillen in loopbaanontwikkeling tussen mannen en vrouwen? Dit soort vragen staat centraal in arbeids- en organisatiepsychologisch onderwijs en onderzoek. A&O-psychologen houden zich dus bezig met het individueel en gezamenlijk functioneren en presteren van mensen in arbeidssituaties. Thema’s die in het afstudeerprogramma van A&O worden behandeld zijn: conflicthantering en onderhandelen, creativiteit en besluitvorming in groepen, motivatie en arbeidsgedrag, leiderschap, personeelsselectie en discriminatie, stresstheorieën, de relatie tussen arbeid en welbevinden, persoon-organisatie fit en het functioneren van zelfsturende
teams. Kenmerkend voor de A&O is dat op een fundamenteel-theoretische manier vragen uit de praktijk van organisaties worden onderzocht. Naast solide theorievorming zoeken we dus tevens naar geschikte toepassingen van deze kennis. Het bachelor- en het masterprogramma kent drie accenten die door een juiste keuze van vakken kunnen worden aangebracht: personeelspsychologie (P), psychologie van arbeid en gezondheid (A&G) en sociale processen in organisaties (O). In de bachelor komt men deze driedeling zowel tegen bij de meer theoretische basisvakken (Werving, selectie en arbeidsprestaties = P; Arbeid, gezondheid en werkstress = A&G, Werken in groepen = O) als bij de meer toepassingsgerichte vakken (Loopbaanontwikkeling = P, Interventies in de A&G-psychologie = A&G, Organisatieverandering = O). De theoretische vakken zijn voor alle hoofdrichtingstudenten verplicht, ongeacht het accent dat men verder wil aanbrengen. De programmagroep gaat er namelijk van uit dat een brede basiskennis van de A&O-psychologie is vereist om later optimaal te kunnen 4
ALGEMEEN functioneren. Voor alle A&O-studenten Organisatieonderzoek 2 en 3 verplicht zijn verder de cursussen Motivatie en (PDA = Practicum Data Analyse en arbeidsgedrag en Organisatieonderzoek VOO = Vraagstelling en ontwerp van 1 (DOA = Design, Operationalisatie & Organisatieonderzoek). Deze vakken Analyse) verplicht. Voor het onderbouwen voort op de cursus DOA en werp motivatie als verplicht onderzijn bedoeld als voorbereiding op deel is gekozen, omdat motivatie een de afstudeeropdracht. Verder kan men centrale rol speelt in het functioneren vrijelijk kiezen uit de vakken die door van mensen. A&O in het Zonder kenmasterpro- Kenmerkend voor de A&O is nis van dit gramma wordat op een fundamenteel-theoretische onderwerp zal den aangebomen immers den. Wanneer manier vragen uit de praktijk van als A&Omen het organisaties worden onderzocht psycholoog accent wil in geen van leggen op de de drie spePersoneelspsychologie kiest men uitercialisaties een goede bijdrage kunaard het onderdeel Personeelsselectie. nen leveren. De cursus DOA is voor Ook ligt dan de keuze voor het vak alle studenten verplicht, omdat men in Prosociaal gedrag in de HRM-praktijk de praktijk van de A&O-psychologie voor de hand. Wil men het accent legonvermijdelijk met onderzoeksvragen gen op Sociale processen in organite maken krijgt, ook wanneer men saties (of de Organisatiepsychologie) zich niet expliciet als onderzoeker dan komen met name de vakwil bekwamen. In deze cursus wordt ken Conflicten & Coöperatie en geleerd hoe men een onderzoek in Beoordelen en beslissen in organisaties arbeidsorganisaties moet opzetten. in aanmerking. Voor de aantekening Uit de drie toepassingsgerichte vakken Psychologie van Arbeid & Gezondheid moet men er (verplicht) één kiezen. zijn de vakken Angststoornissen en Ten slotte kan nog een keuze worden Stemmingsstoornissen bij Klinische gemaakt uit twee cursussen die centrale Psychologie verplicht¹. De cursus thema’s binnen de A&O-psychologie Adviesvaardigheden is bedoeld voor behandelen, namelijk Leiderschap en studenten die de ambitie hebben later Organisatiestructuur en -cultuur. als adviseur in organisaties op te treBinnen het masterprogramma den. De cursus richt zich op de ontzijn de beide studieonderdelen wikkeling van sociale vaardigheden 1. De specialisatie Psychologie van Arbeid & Gezondheid is programmagroep overstijgend en leidt (wanneer men aan alle voorwaarden heeft voldaan) tot een aantekening op de bul. De beide andere specialisaties moet men meer zien als aanbevolen studieroutes of accenten die men in zijn/haar studieprogramma kan aanbrengen om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een bepaalde sector van de arbeidsmarkt voor A&O-psychologen. Voor deze studieroutes krijgt men geen aantekening; men is ook vrij om vakken uit deze studieroutes te mengen.
5
en is relevant voor alledrie de richtinmogelijkheden. Enkele voorbeelden gen. De cursus Persoon & Organisatie zijn: organisatieadviseur bij een orgaricht zich op de wisselwerking tussen nisatieadviesbureau; hoofd opleiding, persoon enerzijds en het team of de training en vorming bij grote onderorganisatie waar de persoon deel van nemingen; medewerker op de afdeling uitmaakt anderzijds. De cursus is daarPersoneel en Organisatie van een groot door relevant voor bedrijf; medezowel studenten werker bij een die het accent op ARBO-dienst; - De arbeidsmarkt voor de Personeelsbeleidsmedepsychologie als A&O-psychologen is al jarenlang werker bij een die het accent op overheidsinzonder meer gunstig Sociale processen stelling; zelfwillen leggen. standig gevesWanneer men tigd organisanog studieruimte of studietijd over tieadviseur of onderzoeker; onderzoeheeft kunnen vakken van andere proker/docent bij een universiteit; docent grammagroepen of faculteiten gevolgd bij een instelling voor HBO. worden. Voorbeelden hiervan zijn: Arbeidsrecht (voor specialisatie in de A&G-richting), Bedrijfseconomie (voor specialisatie als organisatieadviseur) of onderdelen van het Social Skills Lab (gegeven door Sociale Psychologie, voor specialisatie als Voor meer informatie kun je loopbaanadviseur, trainer of persoterecht bij Arne Evers. neelsconsulent). Spreekuur: De arbeidsmarkt voor A&O- psycholomaandag 13.00-14.00 uur en gen is al jarenlang zonder meer gunstig woensdag 13.00-16.00 uur en de meeste studenten vinden direct Tel: 020 - 525 6751 na hun afstuderen een baan. De afstuE-mail:
[email protected] deerrichting A&O biedt vele beroeps-
6
7
Arbeids- & Organisatiepsychologie Fleur Embrechts 24 jaar
‘Hoe zorg je ervoor dat mensen gemotiveerd blijven en betrokken zijn bij het bedrijf?’
Ik heb eerst heel lang getwijfeld tussen Klinische Psychologie en Arbeidsen Organisatiepsychologie (A&O). In eerste instantie koos ik toch voor Klinische Psychologie vanwege de vakken, die vond ik leuker. Na een jaar had ik mijn bachelor gehaald, maar ik dacht: nee, ik wil geen Klinische Psychologie doen! Wat me tegenstond bij Klinische Psychologie is dat je zo vast zit aan protocollen, je kan niet echt dingen veranderen als je in een zorginstelling werkt. Ik ben iemand die graag dingen wil veranderen. Bij A&O kun je veel makkelijker je eigen inbreng doen laten gelden. Het is misschien ook een wat snellere omgeving dan Klinische Psychologie. Dus ben ik toch geswitcht. Omdat ik alleen de
basisvakken hoef te doen en ik geen bachelorthese meer hoef te schrijven, doe ik nu mijn bachelor en master in één jaar. Het eerste semester was goed te doen, maar het tweede semester waren er wat overlappende vakken. Dat betekende harder werken en prioriteiten stellen! Soms vind ik dat laatste wel lastig: ik wil graag van alles tegelijk doen. Zo werk ik twee dagen per week bij Elevate Consulting Group, een human resources consultancy bureau. Daar kom ik veel in aanraking met A&O gerelateerde dingen. We werken daar als headhunters, doen assessments, en maken gebruik van persoonlijkheidsvragenlijsten om de juiste persoon op de juiste plek te kunnen zetten. 8
STUDENT Dat laatste vind ik vooral leuk aan oppervlakkig. Er wordt alleen gekeken A&O: past de functie bij de persoon? naar iemands kwaliteiten en dan wordt Wat kunnen we het best adviseren? een match gemaakt met een functie. Daarnaast ben ik ook voorzitter bij de Het zou beter zijn wanneer echt meeSectie Psychologie Studenten van het gedacht wordt met diegene: wat vindt Nederlands Instituut voor Psychologen hij leuk? Wat niet? Wat zou de vol(SPS NIP). Ik dacht vorig jaar: ik heb gende stap in zijn carrière zijn? Een op nog nooit in een bestuur gezeten, nu de organisatorische ladder wat lagere moet ik mijn kans grijpen! Per week manager kijkt vaak meer naar het indistaat voor een bestuursschap bij het viduele gedeelte, een hogere manager SPS NIP 5 tot 8 uur, maar vaak gaat er meer naar het organisatorische. meer tijd in zitten. Officieel zit ik ook Ik vind het zonde dat de meeste vaknog bij de studentenfractie van A&O, ken in werkgroepvorm worden aangemaar omdat ik het al zo druk heb, doe boden. Aan de ene kant kan het heel ik daar op het moment niet zo veel. leuk zijn, als je een leuk groepje hebt. En dan moeten natuurlijk alle leuke Je leert leuke mensen kennen, dus dan dingen daarbuiten ook nog aan bod is er niks aan de hand. Maar aan de komen. Erg druk ja, maar tot nu toe andere kant zitten er soms ook meelifgaat het nog goed! ters tussen. Omdat je een gezamenlijk De vakken zijn niet een reden om A&O project moet inleveren, betekent dat te doen. Het is gewoon droge stof, er vaak dat ik er toch harder aan ga werworden zoveel modellen aangeboden. ken, om alsnog een goed product af te Docenten doen hun best er wat van te kunnen leveren. Daar baal ik dan van. maken, maar niet elke docent brengt Aan tweedejaarsstudenten wil ik de het even levendig. Het is vaak eigenlijk volgende tip geven: bekijk de praktigewoon een beetje saai. Maar omdat ik sche kant van elke specialisatie goed. al wat werkervaring heb, leeft het voor Het kan namelijk heel erg tegenvallen mij wat meer. A&O bestaat uit twee in de praktijk! Ga vooral naar veel niveaus: een individueel niveau en een naar lezingen en excursies, en bezoek organisatorisch niveau. Beide niveaus sprekers uit het werkveld. Je krijgt dan spreken mij erg een veel beter aan. Hoe zorg beeld van hoe - Bekijk goed de praktische kant je ervoor dat het er nou echt van elke specialisatie mensen gemoaan toe gaat. tiveerd blijven Sommige menen betrokken zijn bij het bedrijf? Dat sen kunnen je ook echt inspireren. is een vraag die je kunt stellen op Het is ook een goed idee om ergens te organisatorisch niveau. Op individueel gaan werken waar je later misschien niveau: zit iemand goed op zijn plek? iets mee wil doen. Dat is moeilijk, je Heeft hij talent voor wat hij doet? krijgt niet zomaar een baan binnen de Dit laatste wordt ook wel werving en Psychologie. Maar houd je oren en selectie genoemd. Hoe dat wordt aanogen open! geboden, vind ik tot nu toe een beetje 9
Arbeids- & Organisatiepsychologie Tim Schipper 23 jaar
‘In het bedrijfsleven wordt psychologie steeds meer erkend.’
Nadat ik tussendoor een half jaar door Azië gereisd heb, ben ik nu bezig aan het tweede semester van Arbeidsen Organisatiepsychologie (A&O). Hoewel het dus al een tijd geleden is weet ik nog goed hoe ik mijn specialisatiekeuze maakte. Ik vond de andere richtingen minder interessant. Als ik wegstreepte wat ik niet wilde doen, bleven Sociale Psychologie en A&O over. Deze twee leken me het meest toegepast. Toen ik begon met studeren wilde ik Klinische Psychologie doen, maar ik merkte al snel dat ik niet alleen met de negatieve problemen van andere mensen bezig wilde zijn. Liever houd ik me bezig met iets positiefs en toegepasts.
Om te kiezen tussen de overgebleven twee opties, bekeek ik het vanaf de beroepsmatige kant. Het bedrijfsleven lijkt me een interessant werkvlak. In het bedrijfsleven wordt de psychologie namelijk steeds meer erkend en daarom ziet het toekomstperspectief er naar mijn idee rooskleurig uit. Financieel gezien is het ook geen slechte keuze denk ik. Hoewel ik mijn keuze goed overdacht heb, blijven er natuurlijk wel twijfels. Bij Sociale Psychologie heb je veel interessante vakken, maar A&O is meer toegepast en heeft daardoor toch mijn voorkeur. Ik ben namelijk niet echt een onderzoeker en werk liever direct met mensen. Naar mijn 10
STUDENT idee is het verschil tussen Sociale zijn van de werkvloer, vind ik het zelf en A&O psychologie vooral dat je heel leuk en nuttig om de theorieën die bij Sociale meer onderzoek doet naar je leert meteen toe te passen in het echt. groepen, en bij A&O meer onderzoek Bij A&O heb je vooral theorievakken met teams. Bij A&O is de theorie dus en omdat de theorie heel toegepast is, direct toegepast op een kleinere specizou ik deze graag zelf willen uitprobefieke groep mensen in een specifieke ren in praktische oefeningen. Helaas situatie en dit vind ik erg interessant. is het aanbod van praktische vakken Sociale Psychologie en A&O lijken vrij klein bij A&O. Daarom heb ik het veel op elkaar, daardoor heb ik toch practicum Teamwerk gevolgd bij het nog wel getwijfeld. Toen ik net begonSocial Skills Lab. nen was met A&O voldeden de vakken Ik ben nog steeds heel blij met mijn die ik volgde niet helemaal aan mijn keuze. Het contact met medestudenverwachtingen. Maar ik ben er toch ten is eveneens leuk. Vorig jaar had mee doorgegaan. Uiteraard is niet alles ik niet heel veel contact met andere even interessant, maar dan denk ik studenten, maar doordat ik dit jaar in gewoon even aan de toekomst. de A&O studentenfractie ben gestapt Voor studenten die nu gaan kiezen heb is dat meer geworden. Met de fractie ik wel enkele tips. Neem bijvoorbeeld organiseren we veel activiteiten met deel aan het Loopbaansymposium. onder andere als doel meer onderling Hier spreken psychologen uit het veld contact te creëren. Het is natuurlijk ook en kun je zien waar je interesse ligt. aan de studenten zelf, maar er worden De A&O studentenfractie organiseert genoeg momenten aangedragen waar ook veel activije contact teiten voor stukunt maken - Bij A&O wordt de theorie direct met mededenten. Zo kun je A&O gerelatoegepast op een kleine specifieke studenten. teerde lezingen groep mensen in een specifieke situ- Na de keuze en workshops voor een atie en dat vind ik interessant bijwonen, of specialisanaar de A&O tie blijft er borrel komen om de sfeer te proeven. natuurlijk genoeg te kiezen over. Ik Ook andere specialisaties hebben een denk aan de aansluitmaster bij A&O, of studentenfractie waar je kunt deelneanders de Trainersroute bij het Social men aan allerlei activiteiten. Skills Lab (bij Sociale Psychologie). Ik ben op dit moment bezig met het De vaardigheden die je leert tijdens behalen van een aantekening als de Trainersroute zijn volgens mij erg Sportpsycholoog. Daarnaast werk ik waardevol, ook als A&O psycholoog. nu twee dagen per week bij een consultancy bureau. Aangezien de theorieën uit de boeken bijna allemaal afkomstig 11
Klinische Neuropsychologie ‘Neuropsychologen houden zich bezig met de vraag hoe onze hersenen ons in staat stellen om waar te nemen, te denken, te voelen, te bewegen, en andere dingen te doen.’ Karin van Bronswijk, stagecoördinator
Neuropsychologen bestuderen de werking van de hersenen op gedragsniveau. Dat wil zeggen dat ze zich bezighouden met de vraag hoe onze hersenen ons in staat stellen om waar te nemen, te denken, te voelen, te bewegen, en allerlei andere dingen te doen. Vroeger onderzochten neuropsychologen vooral patiënten met hersenbeschadigingen, tegenwoordig doen ze ook onderzoek bij gezonde mensen met behulp van scanners waarmee de werking van de hersenen in beeld gebracht kan worden. Klinische Neuropsychologie, de naam zegt het al, is de klinische toepassing van de neuropsychologie. De kennis die door hersenonderzoekers is vergaard, wordt door klinisch neuropsychologen toegepast in de gezondheidszorg. Maar ze zetten ook de oude traditie voort van wetenschappelijk onderzoek bij neurologische (en tegenwoordig ook psychiatrische) patiënten met het doel
om meer te weten te komen over de werking van de hersenen. Zowel in de gezondheidszorg als in het patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek werken klinisch neuropsychologen altijd samen met andere disciplines. Ze moeten van veel markten thuis zijn, omdat ze enige kennis moeten hebben van die aanpalende disciplines. Allereerst zijn dat een aantal andere specialisaties binnen de psychologie, te weten Klinische Psychologie en psychotherapie, kinder- en jeugdpsychologie, gerontologie, en psychologische functieleer of cognitieve psychologie. Op het gebied van de geneeskunde moeten ze het nodige weten over neurologie en neuroanatomie, en over psychopathologie en psychiatrie. Ook moeten ze iets weten over lichamelijke ziekten, omdat die ziekten gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van de hersenen. Suikerziekte, bijvoorbeeld, kan een effect hebben op de hersenfunctie omdat suiker de belangrijkste energiebron is voor de hersenen. Bovendien kan een teveel 12
ALGEMEEN aan suiker schade aan de hersencellen patiënt die klaagt over vergeetachtigveroorzaken. Bij ouderdomsdiabetes heid en die bang is dat hij dement aan kunnen op den duur de bloedvaten het worden is, kan de neuropsycholoog beschadigd raken, zodat de bloedtoehet geheugen onderzoeken om na te voer aan de hersenen in het gedrang gaan of er echt een geheugenstoornis kan komen. Neuropsychologen behanis. delen ook patiënten, vooral in revaliOok als al wel duidelijk is wat er datiecentra. Dus ook op het gebied van medisch gezien met een patiënt aan de gedragstherapie en andere psychologihand is, kan een NPO informatie oplesche interventiemethoden moeten ze veren die belangrijk is voor de behanthuis zijn. deling van de patiënt. Bijvoorbeeld, bij Klinisch neuropsychologen werken in een kind bij wie ADHD is vastgesteld de somatische en geestelijke gezondkan een NPO duidelijkheid geven over heidszorg, of in het patiëntgebonden wat precies de zwakke kanten zijn in wetenschappelijk onderzoek, en somhet functioneren van het kind, en voormigen werken in al ook wat zijn beide sectoren sterke kanten tegelijk. Ze zijn - Klinisch Neuropsychologen moeten zijn. Dat laatste te vinden in algeis belangrijk, van veel markten thuis zijn mene ziekenhuiomdat van de zen, psychiatristerke kanten sche ziekenhuigebruik kan zen, revalidatiecentra, verpleeghuizen, worden gemaakt bij de behandeling. en gespecialiseerde klinieken zoals Dit is een algemeen principe in de epilepsiecentra. Wetenschappelijk revalidatie van patiënten met hersenonderzoek op het gebied van klinische aandoeningen. neuropsychologie gebeurt voornameDe neuropsychologische behandeling lijk in academische ziekenhuizen. gebeurt vooral in revalidatiecentra, Klinisch neuropsychologen houden maar ook wel in psychiatrische ziekenzich bezig met patiënten die ziekten en huizen en verpleeghuizen. Ook daar beschadigingen van de hersenen hebzijn weer veel andere disciplines bij ben, en met patiënten bij wie dat nog betrokken: artsen, fysiotherapeuten, niet duidelijk is maar die ervan ‘verlogopedisten en ergotherapeuten, om dacht’ worden. Ze dragen een steentje er een paar te noemen. De neuropsybij aan de medische diagnostiek door choloog vervult vaak een spilfunctie in met behulp van gesprekken en neurohet behandelteam. psychologische tests te onderzoeken Het wetenschappelijk onderzoek op of er cognitieve of emotionele funchet gebied van de klinische neuropsytiestoornissen zijn, en zo ja, welke dat chologie is vrijwel altijd patiëntgebonzijn en wat de ernst ervan is. Dat heet den onderzoek. Onderzoeken waarbij een ‘neuropsychologisch onderzoek’ medewerkers van de programmagroep (NPO). Bijvoorbeeld, bij een oudere Psychonomie zijn betrokken, richten 13
zich op ADHD, autisme, schizofrenie, dwangneurose, hersenvliesontsteking, de ziekte van Parkinson, en de ziekte van Alzheimer. Verder zijn ze betrokken bij onderzoek naar de schadelijke werking op de hersenen van oplosmiddelen (‘schildersziekte’) en van ecstasy. Neuropsychologen die in een klinische setting werken hebben meestal Klinische Neuropsychologie gestudeerd aan een universiteit, en de opleiding tot gezondheidszorg-psycholoog gedaan. Daarna kunnen zij zich verder specialiseren tot klinisch neuropsycholoog. Neuropsychologen die een onderzoeksloopbaan ambiëren, beginnen na hun universitaire studie over het algemeen als AIO in een onderzoeksproject. Na hun promotie komen zij vaak alsnog in een klinische baan terecht, of in een gecombineerde klinische en onderzoeksbaan. In het laatste jaar van de bachelor studie (3e studiejaar) volg je het basisprogramma Brein en Cognitie van Psychonomie. Dat is een intensieve cursus van een half jaar (fulltime). Je leert van alles over het normale functioneren van de hersenen. Verweven met het basisprogramma zijn de cursus
Klinische Neuropsychologie, waarin de functiestoornissen en ziektebeelden worden behandeld, en practica waarin je kennis maakt met de (neuro)psychologische tests die in de klinische praktijk gebruikt worden. In het tweede semester volg je cursussen psychodiagnostiek, psychologische behandeling, psychopathologie, en statistiek. Ook schrijf je de bachelorthese. In het master jaar volg je cursussen neuropsychologische diagnostiek en neuropsychologische revalidatie, en je volgt enkele keuzevakken. Je gaat praktijkstage lopen in een klinische setting en je doet je afstudeeronderzoek. Zie voor de details het studieprogramma in de studiegids.
Voor meer informatie kun je terecht bij Karin van Bronswijk. Spreekuur: woensdag 14.00 - 15.00 uur Tel: 020 - 525 6118 E-mail:
[email protected]
14
15
Klinische Neuropsychologie Arianne Mensink 24 jaar
‘Je leert wat er mis kan gaan in de hersenen en hoe je dit kunt compenseren.’
Op de middelbare school werd mij gezegd dat ik geen Psychologie moest gaan studeren “omdat ik geen statistiek kon”. Toen heb ik eerst een jaar rechten gestudeerd maar dat vond ik verschrikkelijk. Ik besloot toch Psychologie te gaan doen omdat het de studie was die mij het meest trekt. Statistiek heb ik vervolgens gewoon in één keer gehaald. Ik had nog geen idee welke richting ik op wilde. Over mijn specialisatie heb ik dan ook heel lang nagedacht, al wist ik wel dat ik de klinische kant op wilde. Het is voor mij heel erg afstrepen geweest. Vakken uit het eerste jaar als A&O en Sociale Psychologie vond ik allemaal niet zo leuk. Ik wilde liever niet iets met kinderen dus toen bleven
eigenlijk alleen Klinische en Klinische Neuropsychologie over. In het eerste jaar had ik alleen niet meteen het idee dat ik meer over de hersenen wilde weten. Psychofysiologie vond ik erg interessant maar ook enorm moeilijk waardoor ik twijfelde of ik het wel zou kunnen. Tijdens het Onderzoekspracticum heb ik onderzoek gedaan bij Psychonomie en dat heeft me denk ik onbewust die richting opgestuurd. Ik ben vervolgens wel vier keer bij de studieadviseur geweest om advies te krijgen over welke richting ik moest kiezen. Mij is als tip gegeven dat ik stageverslagen en onderzoeken van de verschillende specialisaties kon doorlezen om een beeld te krijgen van wat de studierichtingen inhouden. Dat 16
STUDENT heeft mij vooral geholpen om erachter te komen wat ik niet wilde. Ook werd aangegeven dat als ik het echt niet wist ik altijd nog kon switchen. Zo heb ik eigenlijk een dag van tevoren besloten om Klinische Neuropsychologie te gaan doen en vanaf moment één wist ik meteen ‘ja dit is het’, terwijl het eigenlijk een beetje een gok was. Wat ik zo leuk vind aan Klinische Neuropsychologie is dat je voordat je begint nog heel weinig weet over de dingen die in je brein gebeuren. Dat was niet alleen best wel moeilijk, maar het vroeg ook om een hele andere manier van nadenken en met Psychologie bezig zijn. Als er iets in je hersenen gebeurt, kunnen er allerlei dingen in je cognitie veranderen. Van de Klinische kant kende ik vooral de depressieve mensen en al die stoornissen waarin ik ook altijd erg geïnteresseerd was. In Klinische Neuropsychologie vind ik toch meer uitdaging. Je leert hoe het in de hersenen werkt en voornamelijk wat er gebeurt als er iets mis is in je hersenen, hoe zich dat uit en hoe je dit kunt compenseren. Bijvoorbeeld na uitval bij een tumor of bij hersenletsel na een botsing. Ook leer je van alles over wat er gebeurt met bepaalde neurotransmitters, als die niet functioneren. Je werkt vooral veel met profielen en psychologische tests om te kijken welke stoornis het beste bij de cognitieve uitval aansluit. Het derde jaar is erg theoretisch en het leuke is dat je in je masterjaar écht ziet waar je mee bezig bent. Je neemt in groepen testjes af bij een ouder persoon, interviewt een neuropsycholoog in een revalidatiecentrum en je loopt stage. Het wordt een stuk levendiger en tastbaar
en veel meer praktijkgericht. Wel vond ik het derde jaar erg zwaar. De stof vond ik heel moeilijk en je volgt heel veel uren per week college. Daar moet je echt heen omdat het anders moeilijk is om bij te houden. Dan heb je ook nog werkgroepen en practica en elke maand zo’n beetje twee tentamens. Dat was wel een behoorlijke omschakeling. Het is allemaal heel erg intensief waarbij het voordeel wel weer is dat je iedereen van je specialisatie goed leert kennen. Ook de vakgroep is erg leuk en toegankelijk. Het is heel makkelijk om bij docenten langs te gaan. Wel jammer is trouwens dat je tegenwoordig geen keuzeruimte meer hebt in je derde jaar maar alleen in je master. Klinisch Neuropsychologen komen in de praktijk vaak in een revalidatiecentrum of in een ziekenhuis terecht. Ik zit nu aan het begin van m’n onderzoek en ik moet ook nog stage gaan lopen. Als ik ergens een GZ-opleiding zou kunnen doen zou ik het wel enorm leuk vinden, maar het is zo moeilijk om een plek te krijgen. Ik wil wel graag de richting op van Klinische Neuropsychologie, maar hoe en wat weet ik nog niet precies, misschien dat m’n stage de doorslag zal geven. Om een keuze te maken zou ik vooral aanraden om met studenten te praten, stageverslagen te gaan lezen, naar voorlichtingsdagen gaan, kijken welke vakken je uit het eerste jaar leuk vindt en kijken of het vakgebied van je Onderzoekspracticum je aanspreekt. Ikzelf heb absoluut geen spijt van m’n keuze en ik vind Klinische Neuropsychologie ontzettend leuk, maar je moet je er wel op voorbereiden dat je ook heel hard moet bikkelen. 17
Klinische Ontwikkelingspsychologie ‘In de Klinische Ontwikkelingspsychologie probeert men te begrijpen op welke wijze afwijkend gedrag ontstaat en hoe dit gedrag in stand wordt gehouden.’ Mariëtte Huizinga, onderwijscoördinator De Klinische Ontwikkelingspsychologie betreft het onderwijs en onderzoek dat is gericht op afwijkende ontw i k k e l i n g s v e rlopen. Hiertoe behoren in de eerste plaats stoornissen die worden aangeduid als ‘ontwikkelingspsychopathologie’. Dit betreft externaliserende ontwikkelingsstoornissen (e.g., ADHD, gedragstoornissen, verslavingen), internaliserende ontwikkelingsstoornissen (e.g., angsten en depressie) en pervasieve ontwikkelingsstoornissen (e.g., autisme, PDD-NOS). Daarnaast is er aandacht voor stoornissen in meer algemene zin zoals deze zich kunnen voordoen op het gebied van cognitief functioneren (e.g., mentale retardatie), sociaal functioneren (e.g., hechtingsstoornissen) en emotioneel functioneren (e.g., regulatiestoornissen). In de Klinische Ontwikkelingspsychologie probeert men te begrijpen op welke wijze afwijkend gedrag ontstaat en hoe dit gedrag in stand wordt gehouden. Daarnaast zijn diagnostiek en inter-
ventie van belang. In het onderwijs op dit gebied krijgen studenten een ‘stateof-the-art’ overzicht van de Klinische Ontwikkelingspsychologie en wordt er ruim aandacht besteed aan het verwerven van vaardigheden op het gebied van diagnostiek en interventie. Dit laatste geschiedt met name in het kader van de klinische praktijkstage. Ten slotte kunnen studenten zich verdiepen in het onderzoek op het gebied van de Klinische Ontwikkelingspsychologie, in het kader van zowel de eenjarige aansluitmaster als de tweejarige Research Master. Studenten die kiezen voor de Klinische Ontwikkelingspsychologie hebben meestal de wens om na hun studie werkzaam te zijn op het brede gebied van de geestelijke volksgezondheid. In de opleiding ligt er daarom een sterk accent op diagnostische scholing en kennismaking met interventiemethoden. De programmagroep Klinische Psychologie beschikt over een gevarieerd aanbod van stageplaatsen waar studenten zich kunnen voorbereiden op de latere beroepsuitoefening in het praktijkveld.
18
ALGEMEEN
Onderzoek op het gebied van de Klinische Ontwikkelingspsychologie
(contactpersoon prof. dr Pier Prins). Aangezien steeds meer kinderen worden aangemeld voor behandeling van Het onderzoek op het gebied van de ADHD groeit de noodzaak om risicoKlinische Ontwikkelingspsychologie factoren te identificeren die van belang vindt plaats binnen de onderzoekszijn voor het ontstaan en het in stand programma’s van de programmahouden van, met name, het impulsieve groepen Ontwikkelingspsychologie gedrag van deze kinderen. Naast op en Klinische Psychologie. het kind en gezin gerichte interventies Binnen de programmagroep wordt ruime aandacht besteed aan de Ontwikkelingspsychologie ligt het ontwikkeling van preventieve methoaccent op de neurocognitieve aspecden en technieken. Ten slotte is het ten van ontvan belang op wikkelingspsyte merken dat chopathologie - In ons onderwijs krijgen studenten in het onder( c o n t a c t p e r - een ‘state-of-the-art’ overzicht van de zoeksprogramsoon prof. dr. Klinische Ontwikkelingspsychologie - ma naar ontReinout Wiers). wikkelingspsyDe vraag die in chopathologie dit onderzoek centraal staat betreft de niet alleen externaliserende stoornisrelatie tussen ontwikkelingspsychopasen in de belangstelling staan. Ook thologie en de ontwikkeling van de internaliserende stoornissen komen hersenen. Zo kunnen aandachtstekoraan bod evenals cognitieve stoornisten en impulsief gedrag van kinderen sen (e.g, (lichte) mentale retardatie) en met ADHD begrepen worden in tersociaal-emotionele stoornissen. men een a-typische gedragsregulatie vanuit de prefrontale hersengebieden Het specialisatieprogramma begint in en het suboptimaal functioneren van het eerste semester van het Bachelor neurotransmittersystemen in het brein. jaar met een grote “basiscursus” Een ander voorbeeld betreft versladie naast het onderdeel Klinische vingsstoornissen (e.g., alcohol, gokOntwikkelingspsychologie uit onderken) waarvan uit het onderzoek gebledelen bestaat op het gebied van de ken is dat deze vooral het gevolg zijn cognitieve, sociale en emotionele ontvan automatische, impliciete proceswikkelingspsychologie en de schoolsen die zich in onze hersenen afspelen psychologie. Het cursorisch onderen niet van rationale, expliciete afwewijs wordt gevolgd door onderwijs gingen. Binnen de programmagroep op het gebied van de (klinische) ontKlinische Psychologie ligt het accent wikkelingspsychologische diagnosmet name op de ontwikkeling van, op tiek en methoden en technieken van ouders en kind gerichte, interventies (klinisch) ontwikkelingspsycholo19
gisch onderzoek. Daarnaast wordt er heidszorg en justitie. De toegang tot onderwijs aangeboden op het gebied de praktijkvelden wordt verschaft door van interventies. Studenten Klinische een uitgebreid netwerk van stageplaatOntwikkelingspsychologie hebben een sen waarin de nadruk vooral ligt op zeer beperkte keuzeruimte wanneer het voortgezette training in diagnostische gaat om cursorisch onderwijs of vaarvaardigheden, interventie, en beleid. digheidsonderwijs. In vrijwel alle gevalGedurende de externe stage kan, in len kwalificeren studenten Klinische voorkomende gevallen, ook het werkOntwikkelingspsychologie zich voor stukonderzoek plaatsvinden. Het uitde NIP diagnostiekaantekening en de voeren van onderzoek op het gebied GZ-aantekening van de Klinische (d.i., de ingangsOntwikkelingseis voor de psychologie - Veel Klinisch Ontwikkelingspost-doctorale vergt meestal GZ-opeiding). psychologen zijn werkzaam in de een ruime voorIn uitzonderlijke zorgverlening aan kinderen in het bereiding (e.g., gevallen kiest de kader van onderwijs, de gezond- beschikbaarheid student Klinische van de klinische heidszorg en justitie Ontwikkelingspopulatie, selecpsychologie tie van deelvoor een combinemers aan het natie tussen de opleiding Klinische onderzoek, medisch-ethische kwesOntwikkelingspsychologie en de ties). Het is daarom verstandig om Research Master Psychology. Dit betezich in een zo vroeg mogelijk stadium kent dat de student zowel onderwijs te oriënteren en contact op te nemen volgt dat binnen de eenjarige aansluitmet de betreffende coördinatoren (zie master wordt aangeboden als onderhierboven). wijs dat wordt verzorgd binnen de De onderzoeksopleiding stelt de stutweejarige Research Master. Studenten dent in staat om op vruchtbare wijze moeten wel bedenken dat men voor de vervolgopleidingen te genieten in tweejarige Research Master op studiede onderzoeksscholen waarin de aan prestaties en motivatie wordt geselecOntwikkelingspsychologie en Klinische teerd. Het verdient derhalve aanbevePsychologie verbonden onderzoekers ling om hier in een vroeg stadium van participeren. Dit zijn de Experimentele de studie rekening mee te houden. Psychologie Onderzoeksschool Veel Klinisch Ontwikkelingspsy cho(EPOS), het Instituut voor Opleiding logen zijn werkzaam in de zorgverlein de Psychometrie en Sociometrie ning aan kinderen en jeugdigen in het (IOPS), en de onderzoeksschool kader van het onderwijs, de gezondExperimentele Psychopathologie 20
(EPP). Tevens zijn er goede contacresidentiële zorg, ziekenhuizen, forenten met het Institute for the Study of sische/justitiële jeugdinstellingen, zorg Education and Development (ISED). voor mensen met een verstandelijke Daarnaast bestaat de mogelijkheid om beperking, speciaal onderwijs, beleid onderwijs te volgen in het kader van en overheid, wetenschap en onderhet Cognitive zoek. Overigens Science Center zijn veel funcAmsterdam. Tot ties in de ‘offi- Het is verstandig om zich in slot vinden stuciële’ hulpvereen zo vroeg mogelijk stadium denten die de leningsinstelonderzoekerslingen slechts te oriënteren opleiding hebtoegankelijk ben gevolgd hun voor afgestuweg bij vervolgdeerden die na opleidingen aan hun masteropandere universiteiten en niet-academileiding de beroepsopleiding tot sche onderzoeksinstellingen. In somGezondheidszorgpsycholoog hebben mige gevallen bestaat de mogelijkheid gevolgd. om een deel van de onderzoeksopleiding in het buitenland te volgen. Klinisch Ontwikkelingspsychologen zijn vooral werkzaam bij instellingen op het gebied van de geestelijke gezondheid, van onderwijsbegeleiVoor meer informatie kun je ding, bij specifieke instanties inzake terecht bij Mariëtte Huizinga. leermoeilijkheden, ontwikkelingsproSpreekuur: blematiek, ontwikkelingsachterstand, dinsdag 14.00-15.00 uur. kinderbescherming, adoptie en crimiTel: 020 - 525 6776 naliteit en bij meer algemene instanties E-mail:
[email protected]. voor diverse vormen van jeugdbeleid. Voorbeelden betreffen instellingen op het gebied van de kinder- en jeugdpsychiatrie, instellingen voor (semi)
21
Klinische Ontwikkelingspsychologie Adinda Post Uiterweer 22 jaar
‘Ik wil graag met kinderen werken; in het speciaal onderwijs of als therapeut.’
Ik heb bij mijn specialisatiekeuze best wel getwijfeld tussen Klinische Ontwikkelingspsychologie (KLOP) en Klinische Neuropsychologie (KNP). Eigenlijk wilde ik toch wel iets met kinderen doen, maar het vak Ontwikkelingspsychologie in het eerste jaar vond ik niet heel leuk. De meer neuropsychologische vakken juist weer wel. Zoals voor wel meer studenten geldt was de vraag of ik moest kiezen voor de vakken die ik op dat moment leuk vond, of dat ik vooral rekening moest houden met wat ik er uiteindelijk mee zou willen bereiken. Voor een beroep met kinderen ligt de keuze voor Ontwikkelingspsychologie
natuurlijk voor de hand. Toen ik echt moest kiezen kon ik op twee na alle specialisaties snel wegstrepen. Alleen KLOP en KNP bleven over. Die twijfel bleef eigenlijk tot het laatste moment. Voor het maken van de specialisatiekeuze zijn er eigenlijk meerdere manieren. Niet één weg is de goede. Je moet natuurlijk op tijd beginnen met nadenken. Je kunt bijvoorbeeld alvast goede keuzevakken kiezen. Daarnaast kun je bedenken wat voor stage je wilt gaan volgen, en daarna wat voor beroep je zou willen hebben. Maar minder aan de toekomst denken en kiezen voor wat je nu leuk lijkt om te doen kan ook goed zijn. Ik zit zelf in 22
STUDENT
de Opleidingscommissie, dus ik kon waardoor alles simpel en logisch leek. praten met hogerejaars studenten. Dat Nu in het derde jaar blijkt pas hoe leuk kan ook helpen. en ingewikkeld het allemaal kan zijn. Zoals bij alle specialisaties zitten ook Toch is het niet heel zwaar. Ik werk aan KLOP leuke en minder leuke kaner nog naast als overblijfjuf en verten. De specialisatie is meer werk dan der ben ik lid van de studentenfractie ik had verwacht. Maar eigenlijk is het Klinische Ontwikkelingspsychologie wel fijn dat het iets zwaarder is dan de en zoals gezegd in de Opleidingsvoorgaande jaren. Verder wordt er aan commissie. het begin veel herhaald. Dat is heel Aan het eind van het jaar heb ik m’n nuttig, maar soms moeilijk om je aanbachelor, daarna wil ik er een jaar tusdacht bij te houden. Ook doe je veel senuit. Reizen en werken met kinderen opdrachten, meestal in groepjes. En in het buitenland. Ik ben studeren wel natuurlijk is er een beetje zat veel leeswerk. nu en ik weet - In het derde jaar blijkt pas hoe nog niet zeker Bovendien heb leuk en ingewikkeld het allemaal wat ik hierje eigenlijk geen is. Toch is het niet heel zwaar keuzeruimte. na wil. Een De opdrachten Master aan de kunnen echUvA zou kunter wel heel leuk zijn. Laatst hebben nen, of misschien in het buitenland. we op een school de leesvaardigheid Ook bij Development Studies hebben van kinderen getest en hun begeleider ze interessante Masters. Ik zou best geïnterviewd. via Development Studies een paar jaar Ik vind het prettig dat KLOP niet zo’n met kinderen in een ontwikkelingsland grote richting is. Het is een sociale willen werken, maar misschien is dat groep, je kent de mensen om je heen. geestelijk wel heel zwaar. Ik hoop dat Verder vind ik het goed dat de richting ik dat aan kan. specifiek over kinderen met stoornisIn elk geval weet ik zeker dat ik met sen gaat. Daardoor kun je meer de kinderen wil werken. Wie weet in het diepte in. Dat is ook wat ik in het eerste speciaal onderwijs. Of als therapeut in jaar miste bij Ontwikkelingspsycholoeen kleine kliniek, waar ik veel vrijgie: het was nog redelijk oppervlakkig, heid heb. 23
Klinische Ontwikkelingspsychologie Julia Tiemersma 24 jaar
‘Het is een pittige en mooie opleiding voor zowel mannen als vrouwen.’
Ik begon in 2003 met de opleiding Psychologie aan de UVA. Na mijn tweede jaar koos ik de specialisatie Klinische Ontwikkelingspsychologie (KLOP). Inmiddels ben ik bezig met mijn stage, het laatste onderdeel van mijn masterjaar. De reden dat ik voor de specialisatie KLOP heb gekozen is dat ik graag hulpverlener wilde worden. Ik ben toen eigenlijk een beetje gaan afstrepen. Klinische Psychologie en KLOP bleven toen over als mogelijkheden. Het werd KLOP omdat ik mezelf later niet in een praktijk zag zitten met een oude psychotische man waar ik weinig mee zou kunnen bereiken. Ik wilde
met kinderen werken omdat ik geloof dat ik bij hen meer kan veranderen en verbeteren. Toen ik een keuze ging maken voor mijn specialisatie probeerde ik mij een voorstelling te maken van de studierichting en mijn uiteindelijke baan als ik klaar zou zijn. Ik ben vooral gaan informeren bij Klinische Psychologie en KLOP. Bij Klinische Psychologie zou je voornamelijk vanuit de DSM-IV gaan werken, je kijkt daar heel stoornisgericht. Bij KLOP kijk je voornamelijk vanuit het kind, je zou kunnen zeggen dat KLOP een convergente werkwijze hanteert en dat de Klinische Psychologie divergent werkt. Dat ‘in 24
STUDENT
hokjes plaatsen’ stond mij tegen. Dit meer van de praktijk gezien. Nu ik gaf voor mij dan ook de doorslag om stage loop ontdek ik dat het heel voor KLOP te gaan. Binnen KLOP nuttig en leuk is om met kinderen werd een mooi, strak programma aanin aanraking te komen. Een blik op geboden. Dit betekende wel dat ik de praktijk is er overigens wel. Bij weinig zelf kon kiezen, maar dat vond Diagnostiekpracticum 2 komen er twee ik geen probleem. kinderen van een school die je gaat Momenteel is er een nieutesten, heel interessant was dat. Bij we route bijgekomen binCognitieve Ontwikkelingspsychologie nen Ontwikkelingspsychologie; doe je een onderzoekje bij kinderen ‘Schoolpsychologie’. Deze route lijkt naar het moment waarop zij een ‘theory mij heel erg leuk, maar het is te veel of mind’ ontwikkelen, dus wanneer zij om naast KLOP ook de andere richkunnen bedenken wat een ander denkt. tingen te volgen. Dus als iemand nu Dat was ook heel erg leuk. Verder voor die keuze is het contact staat zou ik binnen KLOP zeggen dat het tussen studenbelangrijk is ten ook goed. - Ik wilde met kinderen werken, te bedenken Je werkt in omdat ik geloof dat ik bij hen meer hoe je jezelf het derde jaar kan veranderen en verbeteren als hulpverleveel samen ner met kindeen dat is mij ren ziet: ‘Wil goed bevalje meer psylen. Ook sluit chiatrisch bezig zijn, in ziekenhuizen de master goed aan op de bachelor werken, op scholen werken, of kindeKLOP. Soms is er zelfs sprake van te ren met leerproblemen begeleiden?’. veel overlap wat mij betreft. Aan de hand van dat beeld kun je dan Ik vind dat mensen die nu voor hun een richting binnen KLOP kiezen, het specialisatiekeuze staan, moeten weten is in ieder geval niet meer mogelijk dat de specialisatie KLOP zeker niet alles te doen, de opleiding is breder alleen voor studenten is die kinderen geworden. schattig vinden. Dat is een misverIk ben zelf nog steeds heel blij met stand. Het is een pittige en mooie mijn keuze. Het is een heel mooie opleiding voor zowel mannen als vrouspecialisatie. Ik had wel graag wat wen. Ik zou zeggen doen! 25
Klinische Psychologie ‘Klinisch Psychologen kunnen werkzaam zijn als onderzoeker, diagnosticus, hulpverlener, docent, preventie- of beleidsmedewerker, of een combinatie daarvan.’ Kitty Rolf, mentor/studiecoördinator
Het vakgebied Klinische Psychologie bestrijkt afwijkend of als problematisch ervaren gedrag bij patiënten in alle leeftijdfasen. Afwijkend gedrag wordt breed opgevat: hieronder vallen gedragsstoornissen (bijvoorbeeld verslaving), cognitieve en emotionele stoornissen (bijvoorbeeld psychosen, angsten en fobieën), maar ook problemen in de ouder-kind- of partner-relatie. Het onderzoek van de programmagroep is divers. De doelstellingen van het onderzoek sluiten aan bij het vakgebied klinische psychologie en daarbinnen in het bijzonder bij de geestelijke en somatische gezondheidszorg en de gezondheidspsychologie. De onderzoeksvragen hangen samen met problemen op het gebied van psychisch disfunctioneren. Daarmee is de psychopathologie een kerngebied. Het onderzoek over psychopathologie kan ingedeeld worden naar de drieslag
diagnostiek, etiologie en behandeling. Diagnostiek, ooit notoir onbetrouwbaar, is in hoge mate betrouwbaar geworden. Psychometrisch onderzoek heeft gevalideerde tests opgeleverd die aanwezigheid en ernst van specifieke disfuncties en klachten meten. Onderzoek naar etiologische mechanismen verschaft inzicht in onder meer cognitieve en neurobiologische processen die specifieke vormen van psychopathologie bevorderen en instandhouden. Belangrijke vooruitgang werd geboekt in de behandeling van emotionele stoornissen en recent ook van persoonlijkheidsstoornissen. Ernstige beelden zoals dwangstoornissen, paniekstoornissen, posttraumatische stress-stoornis en depressies, die tot voor enkele decennia niet of nauwelijks waren te behandelen, blijken goed te reageren op recent ontwikkelde gedragstherapeutische en farmacotherapeutische interventies. Onderzoek binnen de programmagroep Klinische Psychologie kan worden onderverdeeld in grofweg drie onderzoekslijnen: 26
ALGEMEEN
1. Experimentele klinische psycholoDaarnaast kan men binnen de specialigie satie Klinische Psychologie een zeker 2. Klinische kinder- en jeugdpsycholoaccent leggen, bijvoorbeeld omdat men gie/ontwikkelingspsychopathologie zich al vroeg wil voorbereiden op een 3. Toegepaste klinische psychologie specifiek werkterrein. Door middel van De onderwijsdoelstellingen van de de keuzevakken kan men de studie een programmagroep behelzen: inzicht eigen accent geven. Bovendien is het verschaffen in de individuele repermogelijk om de Verklaring Vereisten toires van gedragsmogelijkheden en Postmaster Opleiding Gezondheidsmethoden om deze te onderkennen; zorgpsycholoog (VVPOG) en de Basis inzicht verschaffen in fenomenologie Aantekening Psycho Diagnostiek en etiologie van psychopathologie en (BAPD) te behalen. methoden om deze te onderkennen; Tijdens de specialisatie Klinische kennis en vaarPsychologie volg digheden leren je een basispromet betrekking gramma met - Door middel van keuzevakken tot de methoden daar de vakken om veranderinPsychiatrische kan men de studie gen aan te brenclassificatie en een eigen accent geven gen in de diverse Psychopathovormen van psylogie, Angst-, chopathologie; Stemmings-, inzicht verschaffen in de vigerende Somatoforme- en Cognitieve functheorieën over het ontstaan, instandtiestoornissen en psychosen. Verder houden en afleren van psychiatrische krijg je onder andere onderwijs in stoornissen en inzicht verschaffen in Diagnostiek en Interventies. de experimentele designs, waarmee Afgestudeerden met Klinische klinische fenomenen onderzocht kunPsychologie als specialisatie (bachelor nen worden. Klinische Psychologie én voltooide Om de specialisatie Klinische master) hebben een breed scala van Psychologie af te ronden (bachelor en beroepsmogelijkheden. Zij kunnen master) is een aantal vakken verplicht. werkzaam zijn als onderzoeker, diag27
nosticus, hulpverlener, docent, prevendie na hun master de beroepsopleiding tie- of beleidsmedewerker, of een comtot Gezondheidszorgpsycholoog (verbinatie daarvan, in tal van instellingen. der aangeduid met ‘GZ-psycholoog’) Voorbeelden zijn: hebben gevolgd. Dit is een tweejarige - Universiteiten, onderzoeksinstituten voltijdopleiding (of vierjarige deelen opleidingsinstituten tijd), waarin men vier dagen per week - Afdelingen en poliklinieken van alge(of twee dagen in deeltijd) in een prakmene ziekenhuizen, verpleeghuizen en tijkinstelling relevante werkervaring revalidatiecentra opdoet (aangesteld en betaald als ‘juni- Psychiatrische ziekenhuizen, PAAZorpsycholoog’) en één dag per week afdelingen van algemen ziekenhuizen, binnen een opleidingsinstituut cursocrisiscentra en afkickcentra risch onderwijs volgt. In Nederland RIAGG’s, zijn zes van zelfstandige deze opleipsychologendingsinstituten, - Voor functies in de hulpverlening praktijken, verdeeld over zijn postdoctoraal behaalde dagcentra, het hele land en registraties steeds vaker vereist Rutgershuizen, alle gekoppeld CAD’s, paedoaan een unilogische instituversiteit. Voor ten en bureaus meer informavoor studentenpsychologen tie zie: www.rino.nl) - Scholen, schoolbegeleidingsdiensten Een klein deel van de afgestudeerden en onderwijsbegeleidingscentra ambieert een baan als onderzoeker bin- Personeelsdiensten van bedrijven en nen de universiteit of onderzoeksinstiorganisatie- en adviesbureaus tuut. De AIO/OIO-opleiding voor het - Instellingen van Ministeries van wetenschappelijk onderzoek bedraagt Justitie of Defensie 4 jaar fulltime. Voor de functies in de hulpverlening (diagnostiek en behandeling van patiënten) zijn postdoctoraal behaalde registraties steeds vaker vereist. Dit is het gevolg van de de invoering van Voor meer informatie kun je terecht de wet Beroepen in de Individuele bij dr. K. Rolf. Gezondheidszorg (BIG). De belangSpreekuur: dinsdag, woensdag en rijkste consequentie is dat veel funcdonderdag van 10.30-12.00 uur en ties in de ‘officiële’ hulpverlenings13.30-14.30 uur. instellingen (RIAGG’s, algemene en Afspraken via secretariaat KP: psychiatrische ziekenhuizen) slechts Tel: 020 - 525 6810 toegankelijk zijn voor afgestudeerden E-mail:
[email protected] 28
29
Klinische Psychologie Baer Jonkers 23 jaar
‘Ik vind het bestuderen van extremen in de psychologie interessant.’
Na een half jaar Psychologie in Maastricht te hebben gestudeerd, ben ik Psychologie in Amsterdam gaan studeren. In Maastricht zat ik niet helemaal op mijn plek. Mijn eerste jaar in Amsterdam, waar ik twee jaar over heb gedaan, liep niet helemaal lekker. Toen ik met het tweede jaar begon had ik pas echt de motivatie om het goed te doen en ik heb ook het idee dat ik in mijn tweede jaar heel veel heb geleerd. Het voelde echt als studeren. Toen ik op het punt stond een specialisatie te kiezen was dit niet heel moeilijk. Ik wist altijd wel dat ik de klinische kant op wilde, maar ik wist eigenlijk nog heel weinig van de andere richtingen. Ik ben naar de voorlichtingsda-
gen geweest en ben toen gaan afstrepen wat ik niet leuk vond. Er bleven drie richtingen over: Klinische (KP), Klinische Ontwikkelings- (KLOP) en Sociale Psychologie (SP). SP vond ik interessant, omdat het sociale aspect in de Psychologie zo belangrijk is. Ik ben er van overtuigd dat de (sociale) omgeving van grote invloed is op de mens, en voornamelijk de eerste 15 jaar van iemands leven. Bij SP komt de klinische kant daarvan minder naar voren, en bij KLOP wel. Alleen vond ik KLOP al te specifiek en wilde ik liever breed beginnen. Ik vind het bestuderen van extremen in de psychologie interessant; iemand die heel erg depressief is, iemand die heel veel talenten heeft. Ik 30
STUDENT
vind het mooi om te zien hoe sommige gedaan zijn. Soms is het wel jammer natuurlijke eigenschappen bij mensen dat er geen optie is voor werkgroepen zijn uitvergroot. Ik vind niet alleen het bij KP. Het lijkt me heel nuttig om ‘helpen’ van deze mensen interessant, werkgroepen te hebben, alleen is het maar nog meer het observeren. KP of moeilijk te organiseren door het grote eigenlijk Psychologie in het algemeen, aantal KP-studenten. is een studie die nooit ophoudt, die Omdat er best veel KP-studenten zijn is altijd verder gaat, want mensen zijn het volgens mij wel belangrijk, afhanconstant in ontwikkeling en hieraan is kelijk van je doel, om te zorgen dat je verandering onderhevig. Het is belangopvalt. Ik denk dat het belangrijk is rijk dat bestaande behandelmethodes goede cijfers te hebben en te laten zien daarom steeds worden aangepast en dat je gemotiveerd bent. Netwerken dat nieuwe methodes worden ontwikis daarbij ook van belang. Ik zit in de keld en daar studentenwil ik wel fractie van een steentje KP en vind aan bijdra- Maak een praatje met de studieadviseur het belanggen. rijk goed van de vakgroep om een goed beeld te c o n t a c t De vakken krijgen van een specialisatie bij KP sprete hebben ken me heel met de proerg aan. Een grammaonderwerp groep. Het als angststoornissen wordt volgens mij is belangrijk te weten met welke vraag steeds belangrijker en actueler. De je waar terecht kan. Ik vind het leuk colleges van Klinische Psychologie om met studenten en docenten te prazijn interessant; er wordt vaak gebruik ten over interessante onderwerpen in gemaakt van videofragmenten. de Psychologie en dat kan heel goed Hierdoor worden de colleges levendiop de borrels van de fractie. Als je niet ger. Omdat de specialisatievakken mij weet welke specialisatie je wilt gaan echt interesseren, besteed ik er ook doen, zou ik studenten aan raden om veel tijd aan en dat is ook echt wel bij elke programmagroep even langs nodig. Het is een verschil met het 1e te gaan en een praatje te maken met jaar, waar ik twee dagen van tevoren de studieadviseur van de specialisatie begon met het leren voor een tentawaar je interesse in hebt, om een goed men. Ik heb ook gemerkt dat naarmate beeld te krijgen van de richting. de studie vordert, de boeken steeds minder essentieel zijn en dat de nadruk ook meer ligt op de onderzoeken die 31
Klinische Psychologie Marys Bakker 24 jaar
‘Ga leren wat je het meest interesseert en waar je goed in bent!’
Omdat ik mij afvroeg waarom mensen denken wat ze denken en waarom ze zich gedragen zoals ze doen ben ik in 2003 begonnen aan de studie Psychologie. Psychologie leek mij de juiste studie om daarop antwoorden te vinden. Inmiddels zit ik in mijn 5e studiejaar. Aan het begin van mijn 3e jaar heb ik twee keuzes gemaakt. Allereerst wilde ik mij specialiseren in de Klinische Psychologie omdat ik meer wilde weten over psychische stoornissen. In de specialisatie Klinische Psychologie komen alle psychische stoornissen ruim aanbod: Depressie, angst, somatisatie, eetproblemen, persoonlijkheidsstoornissen enzovoort. Het feit dat ik
niet zeker wist of ik therapeut wilde worden speelde geen rol. Ik heb mijn keuze gebaseerd op wat ik het meest interessant vond binnen de psychologie. Vooral het derde jaar, bachelor Klinische Psychologie, is gericht op de basiskennis van psychische stoornissen. Het vierde jaar, Master Klinische Psychologie, is meer gericht op diagnostiek en interventie. Je wordt voorbereid op de verplichte praktijkstage en het mogelijke vervolg te gaan werken als therapeut. Het is ongebruikelijk je klinische praktijkstage in het buitenland te doen, maar ik heb mijn stage in Parijs gelopen. De reden is dat ik overwoog in Frankrijk te gaan 32
STUDENT wonen en het was voor mij belangrijk ze later willen worden. Ik heb dat niet te weten hoe de praktijk en de arbeidsgedaan. Ik heb gekeken naar wat ik het mogelijkheden daar waren. Tijdens leukst vond (Klinische Psychologie) mijn stage heb ik besloten dat ik na en waar ik goed in bleek te zijn (ondermijn studie niet direct wilde investezoek gerelateerde vakken). Ik merk ren in doorstuderen voor GZ-therapeut met de tijd dat hoe meer ik doe wat (daar gaan meestal werkervaringsplekme het meest interesseert en waar ik ken aan vooraf), en te meer omdat ik er goed in ben mij brengt waar ik heen niet direct warm of koud van werd als wil. Nu doe ik een onderzoeksstage in psycholoog te werken. het UMC Utrecht waar ik hersenonderDat kwam goed uit omdat ik in mijn zoek doe met epilepsiepatiënten. Wie derde jaar eveneens had besloten de had dat ooit gedacht? Research Master te gaan doen, omdat Enkele vragen waar ik mee rondloop een docent mij persoonlijk hierover zijn nog niet beantwoord en zullen had aangesproken en mij op indrinonbeantwoord blijven. Dat is misgende wijze erop had gewezen dat ik schien een troosteloze gedachte maar ‘geen clinicus was en meer aan methoonderzoek geeft me de mogelijkheid dologie moest denken.’ Dat heeft mij hier een positieve bijdrage aan te levetoen een week ren. Mijn kenof twee van mijn nis van de stuk gebracht normale en en ik heb lopen de abnormale - Als je kiest wat je boeit kom je tobben over wat mens helpt mij altijd daar waar je moet zijn. ik nu moest kiedaarbij enorm. zen. Uiteindelijk Wanneer menheb ik besloten sen voor een me niet alleen te keuze staan specialiseren in Klinische Psychologie lijkt het belangrijk rationeel af te maar ook in onderzoek. Zo ben ik na wegen wat de voor- en nadelen zijn. Klinische Psychologie bij de Research Ik ben daar geen voorstander van. Het Master terecht gekomen. Hier word ik bewuste weet slechts een glimp van opgeleid tot onderzoeker, waarbij ik wat het onbewuste weet. Ga leren wat me verdiep in onderzoeksmethoden en je het meest interesseert en waar je technieken. Het is de beste keuze ooit goed in bent! Soms is het niet direct geweest, maar de Master Klinische duidelijk wat je in de praktijk kunt met Psychologie had ik nooit willen misbepaalde kennis. Dat geeft niets. Als sen - mijn kennis van de Klinische je kiest wat je boeit kom je altijd daar Psychologie is waardevol en voor psywaar je moet zijn - daar waar je enerchologisch onderzoek onmisbaar. gie in wil steken en elke dag met goede Voor sommigen is de studie en/of moed graag het bed voor uitstapt! specialisatie keuze gebaseerd op wat 33
Ontwikkelingspsychologie ‘Het onderwijsprogramma biedt steeds prominenter modulen aan die zich richten op de zeer vroege kinderjaren, maar ook op de latere levensfasen van de hele levensloop.’ Mariëtte Huizinga, onderwijscoördinator De naamgeving van de programmagroep maakt duidelijk dat het onderwijs zich richt op het gedrag van de mens als functie van leeftijd. Omdat de jeugdjaren bij uitstek gekenmerkt worden door ontwikkelingsprocessen neemt deze periode in het onderwijs van de programmagroep een centrale plaats in. De meeste vakken zijn dan ook afgestemd op kinderen en adolescenten. In toenemende mate echter richt de programmagroep zich daarnaast ook op veranderingsprocessen gedurende de gehele levensloop. Vanuit dit perspectief biedt het onderwijsprogramma steeds prominenter modulen aan die zich richten op de zeer vroege baby- en kinderjaren, maar ook op de latere levensfasen. Zo behoort een verdieping in de verouderingsprocessen dan ook tot de mogelijkheden van het studieprogramma. Ook kan binnen het onderwijsprogramma een accent gelegd worden op de ontwikkeling van kinderen en jeugdigen in een
schoolse context. Dit kan via de route Schoolpsychologie. Naast de praktijkopleiding in de route Schoolpsychologie is er voor studenten de mogelijkheid om zich te kwalificeren tot onderzoeker binnen de specialisatie Algemene Ontwikkelingspsychologie. De programmagroep biedt een rijk geschakeerd aanbod van onderzoeksplaatsen. Waarbij het accent ligt op de cognitieve ontwikkeling en veroudering. Hierbij wordt niet alleen gebruik gemaakt van experimentele methoden en technieken maar ook van computationele en psychofysiologische analyse. Naast normale ontwikkeling komen ook deviante ontwikkelingsverlopen (bijv. ADHD, autisme, dyslexie) en individuele verschillen aan bod (bijv. temperament, IQ). Ontwikkelingspsychologie hecht veel waarde aan een degelijke onderzoeksprogrammering. De verscheidenheid aan fundamenteel en toegepast onderzoek berust vooral op twee pijlers: 1. Onderzoek binnen een neurocognitief kader waarbij karakteristieke aan leeftijd-gerelateerde veranderingen bestudeerd wordt in relatie tot het de ontwikkeling en veroudering van de 34
ALGEMEEN
hersenen. In dit kader vindt tevens Het specialisatieprogramma van onderzoek plaats naar ontwikkelingsAlgemene Ontwikkelingspsychologie stoornissen en cognitieve problematiek bestaat uit een derde bachelorjaar en die samenhangt met het ouder woreen master. In dat derde bachelorjaar den (contactpersoon: prof.dr. Richard volg je in het eerste semester een grote Ridderinkhof). basiscursus bestaande uit onderdelen 2. Onderzoek dat zich richt op de op het gebied van de cognitieve, socicognitieve ontwikkeling en de analyse ale en emotionele psychologie en daarvan ontwikkelingsprocessen. Vragen naast onderdelen op het gebied van die hierbij centraal staan zijn ‘Wat ontde klinische ontwikkelingspsychologie wikkelt zich?’ en ‘Hoe ontwikkelt het en schoolpsychologie. Het cursorisch zich?’ Specifieke onderwijs wordt onderwerpen zijn gevolgd door de ontwikke- - Ontwikkelingspsychologie hecht onderwijs op het ling van cognigebied van de veel waarde aan een degelijke tieve strategieën, ontwikkelingsonderzoeksprogrammering sprongsgewijze psychologische ontwikkeling, diagnostiek en neurale netwerk-modellen van ontwikmethoden en technieken van ontwikkeling en modellen van hersenactiviteit kelingspsychologisch onderzoek. (contactpersoon dr. Hilde Huizenga). Voor meer informatie kun je terecht bij Mariëtte Huizinga. Spreekuur: dinsdag 14.00-15.00 uur. Tel: 020 - 525 6776 E-mail:
[email protected].
Naast deze speerpunten in het onderzoek van Ontwikkelingspsychologie wordt tevens onderzoek verricht dat zich richt op de sociaal-cognitieve ontwikkeling (contactpersoon: prof.dr. L. Oppenheimer). Het meer toegepaste onderzoek van Ontwikkelingspsychologie richt zich op de diagnostiek van met name school- en leerproblemen. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar effecten van preventieprogramma’s van sociale en cognitieve aard en naar ontwikkelingsaspecten van scholingsactiviteiten. (contactpersoon: dr. Patrick Snellings).
35
Ontwikkelingspsychologie Mirjam van der Zee 25 jaar
‘In de stage wordt de link tussen theorie en praktijk duidelijk.’
Voordat ik Psychologie ging studeren heb ik de bachelor Media & Cultuur gedaan. Ik wilde altijd iets met televisie doen, maar na een tijdje kwam ik er achter dat ik het eigenlijk helemaal niet leuk vond. Het was allemaal veel van hetzelfde. Toen dat omslagpunt gekomen was, vertelde iemand mij over de studie Psychologie, en dat klonk eigenlijk wel heel leuk. Ik wilde ook nog niet meteen werken na mijn eerste studie, dus toen ben ik met het eerste jaar Psychologie begonnen, terwijl ik mijn bachelorscriptie voor Media & Cultuur nog aan het schrijven was. Dat was wel een zwaar jaar. Ik vond in het eerste jaar het vak Ontwikkelingspsychologie al wel
meteen leuk, maar ik was er nog helemaal niet zeker van welke richting ik op wilde. Ik vond Sociale Psychologie ook heel leuk, dus tussen die twee richtingen twijfelde ik. De vakken van Sociale Psychologie trokken mij wel aan, ook vanwege mijn media-achtergrond, maar wat je ermee kon doen vond ik minder interessant. Daarom heb ik uiteindelijk voor Ontwikkelingspsychologie gekozen. De keuze was niet heel moeilijk en ik denk ook dat je vaak pas achteraf weet of je de goede keuze hebt gemaakt. Ik kan nu zeggen dat ik een goede keuze heb gemaakt, alles heeft goed uitgepakt. Ik heb de route Schoolpsychologie 36
STUDENT gevolgd die in het jaar dat ik begon onderzoeksgericht en je krijgt ook veel (2006) nieuw was. Leerproblemen statistiek, maar ik vind dat niet erg. Ik en dingen zoals taal intereskan me voorstellen dat andere studenseerden mij altijd al. De route ten dat onderzoeksgerichte niet leuk Schoolpsychologie lijkt veel op vinden, maar omdat ik al heel blij ben Klinische Ontwikkelingspsychologie dat ik iets doe wat ik interessant vind, en verschilt slechts op een paar vakmaakt het me niet uit. Het is soms wel ken. Daarnaast moeten je bachelorvervelend dat de studie raar is ingethese en je stage wel op schoolpsychodeeld, met in sommige perioden veel logie gericht zijn. Het leek mij heel zware vakken en in andere perioden heftig om echt met de klinische kant juist heel weinig zware vakken. van OP bezig te zijn. Ik zou dan echt bang zijn om mijn werk mee naar huis Bij het vak cognitieve ontwikkeling te nemen door de problemen van al die gaf iemand van het IWAL een college. kinderen. Ik ben dus heel blij met de Toen ik later zag dat het IWAL op de keuze voor Schoolpsychologie. lijst van stages stond, was dat meteen Het eerste jaar was wel een heftig mijn eerste keuze. Ik vind het werk jaar in vergelijking met de eerste twee heel leuk en het team waar ik mee jaar Psychologie. Ze waarschuwen je werk is nog jong en de sfeer is lekker altijd aan het begin van het jaar dat het informeel. Het werken met de kindeeen zwaar jaar wordt, maar pas in het ren vind ik leuk, ze zijn zo enthousiast derde jaar voelde het ook echt zo. In en je kan leuke gesprekken met ze hebhet derde jaar had ik aanwezigheidsben. Het is ook leuk om te merken hoe plicht bij veel meer colleges, dus dat je in de loop der tijd een band opbouwt kostte wel veel met de kindetijd. Nu loop ren. - Het werken met de kinderen ik tot maart Ik blijf dus ook stage bij IWAL na mijn stage vind ik leuk, ze zijn zo enthousiast Instituten voor werken bij het en je kan leuke gesprekken met ze Dyslexie en na IWAL en ik ga hebben. mijn stage blijf daar ook mijn ik er ook werafstudeeronderken. Ik doe daar de diagnostiek en de zoek doen. Het onderzoek dat ik ga behandelingen. Naast mijn stage ben doen gaat over het toevoegen van ik student-assistent voor het diagnoseen nieuwe impliciete leertaak aan tiekpracticum op de UvA. Ik heb echt de behandeling om daarmee ook het veel geleerd van mijn stage. Soms is leestempo van dyslectische kinderen te het moeilijk een link te maken tussen verhogen. In principe kan ik komende de theorie die we leren in de studie zomer klaar zijn met mijn studie, maar en de praktijk, maar door mijn stage het heeft niet zo’n haast; met de leuke wordt die link duidelijker. baan bij het IWAL ben ik voorlopig Ontwikkelingspsychologie is wel nog wel even zoet. 37
Ontwikkelingspsychologie Tjitske Sijbrandij 24 jaar
‘Ik wil me gaan richten op ontwikkelingshulp en beleid dat gericht is op kinderrechten.’
Ik weet nog goed dat ik mijn specialisatierichting moest kiezen. Kinderpsychologie had me altijd wel aangetrokken, maar toen het echte keuzemoment naderde wist ik absoluut niet wat ik moest kiezen. Toen ik begon met studeren was ik meteen al erg gemotiveerd en ik vond alle vakken wel interessant. Door het honoursprogramma neigde ik steeds meer in de richting van Psychonomie, omdat veel van mijn medestudenten daarmee bezig waren. Ontwikkelingspsychologie verdween een beetje op de achtergrond, omdat ik nu ook andere leuke onderwerpen tegenkwam. Dat ik uiteindelijk toch voor Algemene Ontwikkelingspsychologie (OP) geko-
zen heb, heeft vooral te maken met de Master die ik wil gaan doen. Na mijn studie Psychologie zou ik namelijk heel graag de Master International Development Studies willen gaan volgen, en daarbinnen wil ik me dan bezighouden met ontwikkelingshulp en -beleid dat op kinderen en kinderrechten gericht is. Een Bachelor Algemene Ontwikkelingspsychologie is dan een goede keuze, omdat je dan ook veel weet over de kinderen zelf, en niet alleen maar over welk beleidsplan het best bij hen past. Ik denk dat je eerst een goed beeld moet hebben van de ontwikkeling van een kind en wat de normen zijn, voordat je er iets mee gaat doen. 38
STUDENT
Bij het kiezen van mijn specialisatiede samenhang tussen de verschillende richting heb ik wel veel afwegingen vakken vergroot mag worden, dat het gemaakt. Ik wilde graag een programmeer één geheel wordt. Ook werd er ma volgen dat én samenhangend is, niet bij elk vak de mogelijkheid gegeén ruimte biedt om vakken te volgen ven om het honourstraject te volgen. die passen bij de Master die ik wil Het contact met andere studenten is gaan doen. Ik heb voor Algemene OP goed. Je hebt sowieso een gemeengekozen omdat dit mij erg interessant schappelijke interesse en met zo’n 40 leek en ik daar ruimte heb voor andere beginnende studenten in deze specivakken. alisatie leer je via via snel mensen Een vak binnen OP dat ik erg leuk vind kennen. Bovendien heeft de programis Emotionele ontwikkeling, over hoe magroep Ontwikkelingspsychologie kinderen hun emoties ontwikkelen en een actieve studentenfractie die o.a. wat daarop allemaal van invloed kan borrels organiseert: altijd erg gezellig! zijn. Dat heeft Een tip die ik ook te maken studenten, die met mijn inteop het punt resse in ontstaan hun spe- Wees niet bang om gewoon te wikkelingscialisatierichzeggen: 'Ik weet het niet', hulp, daar tref ting te kiezen, als dat zo is. je vaak kindemee wil geven ren die leven is dat het goed of geleefd hebis om veel om ben in conflictje heen te kijgebieden en daardoor trauma’s ontken en gewoon eens te gaan praten met wikkelen. Verder dacht ik eerst dat ik docenten en studieadviseurs, gewoon de klinische vakken minder leuk zou om eens te kijken wat bij je past en vinden, maar dat bleek niet zo te zijn; wat de mogelijkheden voor jou kunnen ik vind het juist interessant te leren zijn. Die ruimte is er, men staat er open over stoornissen en de interventies die voor, en wees niet bang om gewoon te je daarbij kunt doen. zeggen “ik weet het niet”, als dat zo is. Het programma binnen Algemene Ik heb mijn keuze pas gemaakt toen de Ontwikkelingspsychologie is divers. druk weg viel, toen ik bedacht dat kieWe krijgen verschillende onderwijszen niet iets is dat moet, dat het later vormen zoals hoorcolleges, groepsopook had gekund. Dan kan je bijvoordrachten en presentaties die we moeten beeld een tijdje iets anders gaan doen, geven. Dan ben je veel bezig met de totdat je het wel weet. Wees niet bang stof, daar leer je veel van en de afwisom de verkeerde keuze te maken, het seling is leuk. Wat ik wel vind is dat komt namelijk uiteindelijk wel goed. 39
Psychologische Methodenleer ‘Bij Methodenleer leer je alles over de wetenschapsfilosofische, technische en algemeen-methodologische aspecten van psychologisch onderzoek.’ Annemarie Zand Scholten, bachelorcoördinator
Bij de proden worden beschreven en complexe grammagroep hypotheses kunnen worden getoetst. Psychologische Bij Methodenleer leer je alles over de Methodenleer wetenschapsfilosofische, technische en word je opgeleid algemeen-methodologische aspecten tot onderzoeker van psychologisch onderzoek, maar je in de psychologie. In het onderwijs kunt dit prima combineren met inhoukomen onderwerpen uit de eerste twee delijke aspecten door elders keuzevakjaar van de studie terug, maar nu op ken te volgen of door een inhoudelijk een hoger en ook specifieker niveau. theseonderwerp te kiezen. Er wordt aandacht besteed aan de Na het derde bachelorjaar kun je kiezen verklarende waarde van theorieën, het om door te gaan met een aansluitmasmeetbaar maken van begrippen, het ter Methodenleer. Als je deze master ontwerpen, opzetten en uitvoeren van hebt afgerond heb je voldoende kennis onderzoek, de statistische of kwalitaen vaardigheden om als onderzoeker in tieve analyse het bedrijfsvan onderleven (bijzoeksresul- De programmagroep Psychologische voorbeeld bij taten, en de marketing- of Methodenleer is een stuk kleiner inhoudelijke onderzoeksen informeler dan andere interpretabureaus) of programmagroepen tie van die in de nonanalyses. profit sector Speciale aan(bijvoordacht gaat naar het werken met psybeeld bij de gemeente) te gaan werchometrische modellen, waarmee perken. Je kunt ook de studieroute Testsoonlijkheidskenmerken en vaardigheen Vragenlijstconstructie volgen. Je 40
ALGEMEEN
wordt dan opgeleid tot testconstructeur volgen korte cursusmodules met veel en kan bijvoorbeeld bij onderzoekspractica en opdrachten. In het tweede bureaus (Interview NSS, CITO etc.) semester is er ruimte voor keuzevakaan de slag. Voor meer informatie ken en het schrijven van je these. In de over deze studieroute kun je bij Harrie aansluitmaster of Research Master kun Vorst terecht. Een andere mogelijkje zelf een meer algemeen-methodoheid is om na logische of juist je bachelor voor een technische de Research richting geven - Heb je een kritische houding Master te kieaan je studie. zen, met als Heb je een krien interesse in onderzoek? z w a a r t e p u n t Dan zit je goed bij Psychologische tische houding Methodenleer. en interesse in Methodenleer Je wordt dan onderzoek? Dan opgeleid tot zit je goed bij academisch Psychologische onderzoeker en kan behalve in het Methodenleer. Heb je vragen, wil je bedrijfsleven ook bij de universiteit weten of je geschikt bent, zoek je aan de slag. Wat je ook kiest, de concretere voorbeelden van carrièrearbeidsperspectieven als afgestudeerd mogelijkheden of wil je een beter methodoloog zijn zeer goed. beeld van Methodenleer? Kom dan De programmagroep Psychologische naar de informatiebijeenkomsten die Methodenleer is een stuk kleiner en in het tweede semester worden georgainformeler dan andere programmagroeniseerd, informeer bij het secretariaat pen. Onze medewerkers zijn behalve (
[email protected], kamer ambitieuze onderzoekers ook enthou524, 020-5256870), bij de bachelorcosiaste docenten en hebben veel tijd ördinator Annemarie Zand Scholten of voor studenten. Er worden regelmatig stap binnen bij een docent. lezingen en borrels georganiseerd. Een mentor (op vrijwillige basis) helpt je bij het plannen van je studie. Het Bachelorcoördinator Annemarie onderwijs in het derde bachelorjaar is Zand Scholten, kamer 529. intensief en kleinschalig. We beginE-mail:
[email protected] nen met introductieweek om elkaar en Telefoon: 020 - 525 8869 Methodenleer te leren kennen. Daarna 41
Psychologische Methodenleer Guus Dietvorst 23 jaar
‘Ik heb het idee dat je bij Methodenleer tot echte waarheden komt.’
Ik heb mijn keuze voor Psychologie gemaakt nadat ik eerst een aantal andere opties had overwogen. Ik wilde eigelijk Nederlands gaan studeren omdat taal echt een passie van mij is. Maar ik zag in Nederlands niet echt goede loopbaanmogelijkheden, dus besloot ik toch Psychologie te gaan doen. De propedeuse viel mij in eerste instantie wat tegen. Ik vond het heel breed en vaag, veel open deuren zonder dat naar mijn idee al te veel diepgang werd bereikt. Ik had het gevoel dat er weinig concreets boven tafel kwam. Het enige vak waarbij ik dit wel vond was MvO1 van Denny Borsboom. Ik vond dat hij ook ontzettend leuk college gaf, hij wist mij daarmee echt te enthousiasmeren voor de Methodenleer.
Ik heb mijn keuze voornamelijk gebaseerd op het gegeven dat er bij Methodenleer gewerkt wordt met concrete informatie. Anders dan bij andere richtingen in de psychologie heb ik het idee dat je via Methodenleer tot echte waarheden komt. Natuurlijk heeft de Methodenleer ook zijn ‘kwaaltjes’ zoals de nogal arbitrair gekozen p-waarden, maar toch valt er meer concreets te vinden dan bij enkele andere specialisaties. Zo deed mijn vriendin, die net is afgestudeerd in een andere specialisatie binnen de Psychologie, onderzoek waarbij ze de vragenlijsten zelf samenstelde zonder dat er enige validiteit of manipulatiecheck werd gedaan. Juist deze kwesties, van hoe je goed onderzoek doet, spreken mij 42
STUDENT ontzettend aan omdat dit volgens mij de basis is van het wetenschappelijke werk. Er zijn in de eerste jaren wel een aantal vakken die je voorbereiden op Methodenleer. In het eerste jaar vond ik, zoals ik reeds zei, MvO1 ontzettend leuk. Inhoudelijk natuurlijk nog lang niet zo diepgaand als tijdens de specialisatie, maar het wordt leuk gegeven en het geeft een redelijk beeld van hoe Methodenleer werkt. Statistiek is een ander belangrijk vak voor Methodenleer, wat ik persoonlijk niet zo vind. Pieter Koele geeft het wel heel leuk, maar het blijft gewoon een zure appel waar je even doorheen moet. Niet dat het echt vervelend is, maar het zal nooit mijn hobby worden. In het tweede jaar is MvO2A leuk, hier wordt wat diepgang bereikt en het wordt enthousiast gegeven. MvO2B vind ik persoonlijk wat minder boeiend, meer voor de vorm dan de inhoud. Het belangrijkste vond ik het schrijfonderwijs, de VRT’s. Deze zijn natuurlijk voor elke richting belangrijk maar voor Methodenleer misschien nog wat extra omdat er juist hier veel aandacht is voor de methodensectie die bij andere richtingen nog wel eens wordt onderbelicht. Het grootste pluspunt aan Methodenleer vind ik dan ook de concrete werkwijze. Verder vind ik het heel fijn dat de programmagroep vrij klein is. Er zijn niet zo veel studenten in verhouding tot docenten, wat voor het onderwijs echt prettig is. Je krijgt hierdoor namelijk enorm veel aandacht, een beetje zoals ik mij voorstel hoe het er op de prestigieuze Amerikaanse universiteiten aan
toe gaat. Dan zit je met z’n drieën en een docent twee uur lang interessante discussies te houden in plaats van met z’n honderden louter naar de docent luisteren. Voor de beleving van je studie is dit ook echt fijn, je kent de docenten persoonlijk waardoor je jezelf veel meer bij je studie betrokken voelt. Minder leuk aan Methodenleer vind ik de statistiek, hoewel ik het ook niet echt vervelend vind. Het moet gewoon gedaan worden, en is in ieder geval lekker concreet. Wat ik echt minder leuk vind zijn de vakken over computerprogramma’s die niet meer gebruikt worden. Dan moet je hiermee leren werken terwijl niemand dit nog doet. Ik snap dat het goed is om dit te doen zodat je leert van het verleden maar echt leuk is het niet. Wat ik nog een pluspunt vind van PML is dat je behalve de docenten ook de studenten goed leert kennen. Ik heb hier een aantal vrienden opgedaan en kan ondertussen wel zeggen dat ik bijna iedereen bij Methodenleer wel ken. Als ik studenten nog een tip zou moeten geven zou ik zeggen: wees niet bang voor de statistiek. Dit kan bij tijd en wijle best leuk zijn omdat het veel diepgang verschaft, zeker zoals ze bij Methodenleer wordt gegeven. Het waarom van verschillende methoden is bovendien cruciaal voor de wetenschap. Als je er al uit bent en het wordt Methodenleer, let dan goed op bij de methode-vakken, dat blijkt later best handig. Maar vooral: ga eens langs op de programmagroep en stel de mensen daar vragen die je nog hebt, ze zullen zeker voor je open staan en helpen je graag op weg. 43
Psychologische Methodenleer Iris Smits 22 jaar
‘Je wordt echt uitgedaagd�������������� en leert analytisch denken.’
Na de middelbare school ben ik meteen Psychologie gaan studeren. Ik had de UvA uitgekozen, omdat ik wist dat deze universiteit heel onderzoeksgericht is. Ik heb in eerste instantie getwijfeld tussen Klinische Psychologie en Methodenleer, maar uiteindelijk heel bewust voor Methodenleer gekozen. Ik had namelijk het idee dat ik nog niet genoeg afwist van onderzoek doen en wilde daar juist meer over weten. Daarnaast vond ik methodologische vakken erg leuk en ook van het tweedejaarsvak Onderzoekspracticum werd ik heel enthousiast over het uitvoeren van onderzoek. Bij Methodenleer leer je heel kritisch
te kijken naar onderzoek. Dit leer je bijvoorbeeld bij het vak Kritisch Lezen, waar je onderzoeksartikelen van top tot teen kritisch moet bekijken om te zien of alles klopt. Een van de leukste vakken die ik gevolgd heb! Daarnaast vind ik het leuk dat er binnen deze richting een combinatie bestaat van zowel praktische vakken als theoretische en filosofische vakken. Je wordt echt uitgedaagd en leert analytisch denken. Verder vind ik de groep mensen binnen Methodenleer heel leuk en dan heb ik het over zowel de studenten als de docenten. Het is een kleine gezellige groep, iedereen kent elkaar. De 44
STUDENT
mensen zijn erg toegankelijk en helpen elkaar graag. Meteen nadat ik gekozen had voor Methodenleer, was er een introductiefeest. Dat was thuis bij docent Harrie Vorst, in de binnentuin. Heel bijzonder.
Sinds vorig jaar werk ik twee uur per week bij de methodologiewinkel. Daar kunnen studenten naar toe met vragen als ze bijvoorbeeld niet goed weten welke analyse ze het best kunnen gebruiken bij het opzetten van hun werkstuk. Verder begeleid ik werkgroepen bij Methoden van Onderzoek 2A. Deze bezigheden sluiten heel goed aan bij mijn studierichting en naast dat ik er enorm veel van geleerd heb, vind ik het ook enorm leuk om te doen.
Een minpunt van Methodenleer is misschien dat je niet echt duidelijk voor een vak studeert zoals bij Klinische Psychologie bijvoorbeeld vaak het geval is. Bij Methodenleer word je namelijk relatief breed opgeleid. De keuze voor wat je later gaat doen is daarom misschien moeilijker, al is de arbeidsmarkt over het algemeen goed voor afgestudeerde methodologen.
Ik zou mensen die een studierichting gaan kiezen, aan willen raden met een open blik te kijken naar Methodenleer. Je hoeft geen bepaald type te zijn om voor Methodenleer te kiezen. Ook Na het derde jaar ben ik de Research hoeft de richting helemaal niet zo Master gaan doen, daarvan zit ik nu in moeilijk te zijn zoals veel mensen denmijn tweede jaar. Veel studenten binnen ken. Als de vakken je leuk lijken, volg Methodenleer ze dan! Ook kiezen voor als je voor een deze Master, andere rich- Ook als je voor een andere omdat de meesting hebt gekorichting kiest, is het leuk om bij te van deze zen, is het heel Methodenleer een keuzevak te mensen geïnleuk om keuvolgen teresseerd zijn zevakken bij in het doen van Methodenleer onderzoek. De te volgen. De Research M§aster sluit erg goed aan vakken lopen heel erg uiteen en je kan op de bachelor van Methodenleer en bij Methodenleer makkelijk keuzevaker is veel overlap tussen de gewoken volgen. ne Master van Methodenleer en de Research master. 45
Psychonomie ‘Psychonomie is de studie van de mens als informatieverwerkend en handelend systeem.’ Ronald Hamel, onderwijscoördinator
De psychonomie omvat een breed scala aan onderwerpen, variërend van elementaire perceptuele processen tot probleemoplossen, met een breed scala aan onderzoeksmethoden, van simpele reactietijdmetingen tot neuro-imaging studies en computersimulaties. De psychonomie heeft ook duidelijke verbanden met meer praktijkgerichte onderwerpen zoals de ergonomie en de neuropsychologie. Het onderzoek binnen de programmagroep Psychonomie concentreert zich op drie thema’s: ‘de Perceptie-Actie Cyclus’, ‘Geheugen’ en ‘Bewustzijn’. Het is aan te bevelen om kennis te maken met de programmagroep Psychonomie door naast het onderwijs colloquia, werkstukbesprekingen en bijeenkomsten van groepen onderzoekers bij te wonen. De specialisatie Psychonomie richt zich op de belangrijkste functies van menselijk gedrag (perceptie, geheugen, taal etc.) inclusief de biologische
basis van die functies. Psychonomie is de studie van de mens als informatieverwerkend en handelend systeem. Het onderzoek concentreert zich op de thema’s Perceptie-Actie Cyclus, Geheugen en Bewustzijn. Het menselijk brein is primair ontworpen om informatie van buitenaf te verwerken en deze informatie op een voor het individu zo zinvol mogelijke manier om te zetten in gedrag. In die zin kan het brein worden beschouwd als niets anders dan een immens complexe reflexboog. Door die complexiteit, bestaande uit de aanwezigheid van veel verbindingen, mechanismen voor tijdelijke opslag (werkgeheugen) en vele controle-systemen (aandacht), is de mens in staat om zijn input-output gedragingen zo complex te maken dat deze niet meer in simpele termen zijn te vangen en we kunnen spreken van cognitieve processen. Daarmee is de mens niet langer de slaaf van zijn omgeving, maar is hij in staat impulsen naar keuze te verwerken, al naar gelang zijn doelstellingen voor de korte en lange termijn. Doel van het onderzoek binnen het thema PerceptieActie Cyclus is om dat soort processen te ontrafelen en zoveel mogelijk 46
ALGEMEEN te reduceren tot de meest elementaire het geheugen gevangen in kwantitabouwstenen. Het koppelen van die tieve en neurale netwerkmodellen bij bouwstenen aan neurale mechanismen normale proefpersonen en bij patiënten is daarbij een belangrijke doelstelling. (bijvoorbeeld lijdend aan dementie). Flexibiliteit in gedrag op de wat langere De neuropsychologie is in dit clustermijn is aanwezig, omdat het brein in ter sterk vertegenwoordigd. Daarnaast staat is om de manier waarop informawordt experimenteel onderzocht welke tie wordt verwerkt en wordt omgezet processen een rol spelen bij zowel in gedrag, te veranderen aan de hand de opslag als de retrieval van inforvan opgedane ervaringen en behoefmatie in de context van elementaire ten: net als alle dieren heeft de mens geheugentaken, maar ook tijdens de een geheugen. Eerdere ervaringen ververwerking van zinnen en verhaaltjes, anderen voor korte of langere tijd de gezichten, omgevingskenmerken en toestand van het brein, en daarmee het emotioneel sterk geladen stimuli systeem van input-output mappings. Waar men in de vorige twee theMaar de relatie met perceptie-actie, ma’s nog een heel eind komt door de en met de meer cognitieve systemen, mens en zijn cognitieve capaciteiten te is niet eenbeschouwen duidig. Dat in termen hangt mede van comsamen met plexe inter- Psychonomie is een werkveld het feit dat acties tusvan beperkte omvang, maar de sommige sen input, specialisatie Psychonomie leidt op tot h e r s e n geheugen structuren en output, algemene onderzoeksvaardigheid en daaraan staat in dit gekoppelde derde thema systemen centraal dat meer gespecialiseerd zijn in de opslag veel van die interacties gepaard gaan van informatie dan andere, en met met bepaalde fenomenale ervaringen. het feit dat er opslag van informatie Van sommige binnenkomende inforplaatsvindt met verschillende tijdsmatie worden we ons bewust, van constanten, dat wil zeggen, de ene andere niet, terwijl in beide gevallen informatie wordt sneller geleerd dan een invloed op gedrag dan wel geheude andere, en sommige dingen worden gen mogelijk is. Naast dit fenomenale lang vastgehouden en andere maar karakter heeft bewustzijn wellicht ook even. Doel van het onderzoek bineen sturende invloed. Bovendien kunnen het thema Geheugen is tweelenen we bewustzijn ook definiëren als dig: ten eerste wordt geprobeerd het een toestand. In de meest extreme vorm menselijk geheugen zoveel mogelijk uiteraard als het verschil tussen slapen kwantitatief en formeel te beschrijven. en waken, maar ook als we wakker Daarbij wordt de (wan)prestatie van zijn, bevinden we ons in wisselende 47
toestanden van alertheid, en al deze toestanden hebben een invloed op onze capaciteit tot informatieverwerking. Binnen het thema Bewustzijn wordt onderzocht wat het verschil is tussen bewuste en onbewuste informatieverwerking, met name met betrekking tot visuele perceptie en emotie, en wat het neurale substraat van dit onderscheid is. Daarbij komt ook het zogenaamde mind-matter probleem in meer algemene zin aan de orde. Daarnaast wordt onderzocht hoe de kwaliteit of het stadium van slaap, en meer algemeen bioritmische verschijnselen, maar ook hoe al dan niet geïnduceerde wisselingen van arousal een invloed hebben op informatieverwerking.
grammagroep Psychonomie vervullen, zijn: promovendus, medewerker bij de ontwikkeling van computerondersteund onderwijs, medewerker op het gebied van de informatisering, medewerker voor het onderzoek van onderwijs, kennisingenieur, psychofysioloog bij een medische faculteit, neuropsycholoog en researchmedewerker bij een farmaceutisch bedrijf. Inlichtingen Voor algemene inlichtingen over onderwijs en onderzoek bij de programmagroep Psychonomie kan men terecht bij het secretariaat (kamer 620). Jaarlijks verschijnt daarover de brochure Informatie over Psychonomie. Op het secretariaat is een map met een overzicht van scripties, stages en werkstukken ter inzage. Inlichtingen over de mogelijkheden voor scriptie, stage en werkstuk kunnen het beste direct bij de docenten worden ingewonnen.
Beroepsmogelijkheden Afgestudeerden met Psychonomie als specialisatie komen vooral terecht bij wetenschappelijke onderzoeksprojecten, in het wetenschappelijk onderwijs, in onderwijskundige functies en curriculumontwikkelingsprojecten. Voorts bij toegepast onderzoek dat zich in klinieken, overheidsinstellingen als TNO, of industriële laboratoria afspeelt. Men bedenke het volgende: weliswaar is Psychonomie in eigenlijke zin een werkveld van beperkte omvang, maar de specialisatie Psychonomie leidt op tot algemene onderzoeksvaardigheid. Enkele voorbeelden van functies die eerdere afgestudeerden van de pro-
De onderwijscoördinator van de programmagroep is Ronald Hamel. Spreekuur: maandag, dinsdag en woensdag van 13.00 tot 14.00 uur. Telefoon 020 - 525 6854 E-mail:
[email protected]
48
49
Psychonomie Allard Zwart 22 jaar
‘Bij pyschonomie ben je een informatiegever over hoe het brein werkt.’
Ik ben begonnen met mijn studie in 2004. Van psychologie vond ik altijd de exacte kant heel erg leuk. Op de middelbare school heb ik het profiel Natuur en Gezondheid gedaan. Daar heb ik bij biologie al veel dingen gehad die nu weer naar voren komen. Nu ga ik er alleen veel dieper op in. Het was niet de reden dat ik Psychologie als studie heb gekozen, want Psychologie was eigenlijk de enige niet-beta studie die ik voor ogen had. Ik dacht meer aan iets als Natuurkunde, Scheikunde of Bouwkunde. Tot ik er na een oriëntatiejaar toch achterkwam dat ik Psychologie wel heel erg interessant vond. In het eerste jaar vond ik Psychobiologie meteen al heel erg leuk. Ook het vak
psychopathologie sprak me wel erg aan, maar ik had geen zin om mensen op die manier te gaan helpen in de richting van Klinische (Neuro) Psychologie. Ook Sociale Psychologie vond ik een boeiende richting, maar ik vond het te veel ‘common sense.’ Vervolgens ben ik dan ook toch de meest exacte kant op gegaan. Als mensen aan mij vragen wat Psychonomie precies inhoudt, vind ik dat altijd een hele moeilijke vraag. Volgens de studiegids bestudeer je bij Psychonomie de mens als informatieverwerkend systeem. Dat vind ik een heel mooie beschrijving. Je houdt je bezig met taalverwerking, hoe het geheugen werkt en hoe je dingen opslaat; dingen die ik heel erg interessant 50
STUDENT vind. Het is natuurlijk slechts een kleine niche in de Psychologie. Het ‘door mensen heen kijken’ leer je hier niet. Het gaat meer over heel elementaire handelingen en het is allemaal heel concreet. Het is misschien niet eens zo fascinerend hoe wij dingen verwerken, maar wat mij vooral aanspreekt is wat er dan precies in de hersenen gebeurt. dat leer je bijvoorbeeld bij het vak Psychofarmacologie. Evenals bij Endocrinologie wat ongeveer hetzelfde is, maar dan met hormonen. Zo wordt langzaam het mirakel van de hersenen opgelost. Een zwaar en minder leuk onderdeel vond ik het basisvak ‘Leren en geheugen’ waarbij je wel heel theoretisch bezig bent. Daar wordt door middel van onderzoek naar reactietijden bekeken hoe het geheugen werkt. Dat zijn allemaal hele saaie onderzoeken. Wat je daarbij wel leert, is op wat voor manier je tentamens het beste kan leren. Veel mensen zeiden dat het onderzoek in het eerste jaar allemaal geweldig leuk was. Als ik nu echter kijk naar al die testjes, de uitvoering ervan en de conclusies die slechts op waarschijnlijkheden zijn gebaseerd maar nooit op harde waarheden; dan vind ik dat toch minder aantrekkelijk. Ondanks dat je daar wel heel veel informatie uit kan halen zoals bij toegepaste functieleer, waar je je bijvoorbeeld bezighoudt met hoe verkeersborden het meest duidelijk worden verwerkt. Psychonomie is in ieder geval wel een heel leuke richting als je wat meer de exacte kant van de psychologie in wil. Je kunt dan ook heel goed de kant van Klinische Neuropsychologie op gaan, maar daar ga je voornamelijk op zoek
naar oplossingen en kijk je naar wat er mis is. Bij Psychonomie ben je meer een informatiegever over hoe het mentale brein werkt. Qua onderwijs heb je heel weinig contacturen per week, waardoor er wel veel van je eigen discipline wordt gevraagd. Het is niet per se moeilijker dan in de voorgaande jaren, maar vakken als Farmacologie en Endocrinologie hebben gewoon heel erg veel tijd nodig. Daar kom je echt niet zo makkelijk doorheen. De tentamens bestaan in ieder geval uit allemaal open vragen. Dit is een stuk uitdagender, maar dat mag ook wel na al die tentamens met gesloten vragen. Het is in ieder geval wel goed te doen. De vakgroep is erg oké en het leuke van het beginnen van je specialisatie is dat je na verloop van tijd steeds dezelfde mensen tegen het lijf loopt. Ook zitten er een aantal heel leuke docenten bij, maar uiteraard ook wel een paar die minder zijn. Psychonomie heb ik vooral gekozen omdat ik het gewoon heel interessant vind en ik heb me niet afgevraagd of ik er ooit een baan in zou kunnen vinden. Ik denk namelijk dat het met elke specialisatie even lastig is met het vinden van een baan. Met deze specialisatie is het wel een probleem dat je vrijwel altijd in het onderzoeksgebied terecht komt. Je kan ook het commerciële bedrijfsleven in gaan, maar ook daar ontkom je niet aan de onderzoekskant. Ikzelf zou daar niet gelukkig van worden. Ik weet niet of ik in de toekomst verder wil met psychologie, maar wie weet kom ik er toch in terecht, bijvoorbeeld door middel van een heel aantrekkelijke stageplek. 51
Sociale Psychologie ‘Sociale Psychologie gaat over het gedrag van mensen in hun sociale verbanden en geeft daardoor inzicht in de achtergronden van allerlei maatschappelijke verschijnselen.’ Frenk van Harreveld, onderwijscoördinator
Waarom werken bepaalde voorlichtingscampagnes en reclames wel en andere niet? Hoe komen stereotype beelden over groepen in de samenleving tot stand, en hoe beïnvloeden deze beelden ons gedrag? Waarom binden mensen zich aan groepen en wat is de invloed hiervan op intergroepsprocessen? Waarom is het zo moeilijk ons eigen gedrag te controleren? Welke rol spelen culturele waarden in maatschappelijke conflicten? Sociale Psychologie gaat over het gedrag van mensen in hun sociale verbanden en geeft daardoor inzicht in de achtergronden van allerlei maatschappelijke verschijnselen. Thema’s die in het bachelorprogramma van Sociale Psychologie worden behandeld zijn: attitudevorming en verandering, intraen intergroepsverhoudingen, sociale cognitie, emoties en communicatie. In het onderwijs van de programmagroep worden deze thema’s zowel op een
fundamenteel-theoretische manier, als in toegepaste zin behandeld. In het onderwijs komt een breed scala van theoretische en onderzoeks-benaderingen aan bod, variërend van gecontroleerde laboratorium-experimenten tot survey-technieken. Het beoogde eindresultaat is dat men in staat is zelfstandig onderzoek uit te voeren, onderzoek kritisch te evalueren en onderzoek te relateren aan maatschappelijke problemen en vice versa. Het bachelorprogramma van de programmagroep is opgebouwd uit modulen. De vier cursussen en de werkgroepen in het basisprogramma zijn voor iedere student Sociale Psychologie verplicht. De empirische grondslag die kenmerkend is voor de Sociale Psychologie komt in het studieprogramma duidelijk naar voren, vandaar dat alle studenten de module Sociaal Psychologisch Onderzoek moeten volgen. Verder krijgen studenten vrijheid in de samenstelling van hun studieprogramma. In het bachelorprogramma is het bijvoorbeeld mogelijk om experimentele en meer toegepaste modules te 52
ALGEMEEN
kiezen. Door deze keuzes kan iedereen komen sociaal psychologen terecht in zelf accenten aangeven in zijn of haar beleidsfuncties (bijvoorbeeld op het opleiding tot sociaal psycholoog. gebied van educatie en voorlichting) Naast het aanleen bij reclaren van ondermebureaus. zoeksvaardigTenslotte zijn - Naast het aanleren van heden, hecht er als gevolg onderzoeksvaardigheden, hecht de de programvan de curprogrammagroep ook belang aan magroep ook sussen op de toepasbaarheid van sociaal belang aan de het gebied psychologische kennis en toepasbaarheid van sociale van sociaal vaardigheden sociale vaardigheden psychologische (interviewen, kennis en sociselectiegeale vaardigheden. De programmagroep sprekken, personeelsevaluatie, etc.) verzorgt, door middel van het Social veel arbeidsmogelijkheden als docent Skills Lab, dan ook onderwijs in een of trainer op dit gebied. groot aantal sociale vaardigheden (interviewtechnieken, vergadertechnieken, werken in teams et cetera). De onderwijscoördinator van de Deze modules bouwen voort op het programmagroep is Frenk van Gesprekspracticum uit het tweede Harreveld. jaar. Spreekuur: maandag en donderdag De specialisatie Sociale Psychologie van 12.00 uur tot 14.00 uur. biedt vele beroepsmogelijkheden. Telefoon: 020 - 525 7263 Sociaal psychologen kunnen in orgaE-mail:
[email protected] nisaties en instituten terecht als onderVoor meer informatie over de prozoeksmedewerker (marketing, surveygrammagroep en onderwijsproonderzoek, wetenschappelijk ondergramma zie www.fmg.uva.nl/sp zoek). Ook treft men sociaal psychologen in toegepaste gebieden als beleidsen bestuurskundig onderzoek. Voorts 53
Sociale Psychologie Laurens Polder 25 jaar
‘Sociale Psychologie is een relatief jong gebied, waarin nog een hoop te ontdekken valt.’
Ik ben in 2003 begonnen met de studie Psychologie. Ik studeerde toen al twee jaar Communicatiewetenschappen, waar ik onder andere het vak Sociale Psychologie volgde. Ik vond dat een enorm leuk vak en heb mede op basis daarvan besloten de studie Psychologie te gaan doen. In het eerste jaar bij Psychologie vond ik Sociale Psychologie wederom het leukste vak, maar ik plaatste er wel mijn vraagtekens bij. Ik had nog wel eens het idee dat de stof te logisch was. Mijn interesse in Sociale Psychologie bleef bestaan, maar er waren ook andere vakken die ik interessant vond en waarvan ik het idee had dat er voor mij meer te ontdekken viel. Mijn specialisatiekeuze
viel in eerste instantie op Klinische Psychologie. Het eerste gedeelte van dat jaar vond ik enorm interessant. De vakken over verschillende stoornissen waren boeiend, maar de vakken over wat je er dan vervolgens mee zou moeten doen interesseerden me niet. Ik besloot dat er voor mij geen toekomst lag in het klinisch werkveld. Ik ben het jaar daarna Psychonomie gaan doen, maar dat lag me niet. Ik besloot uiteindelijk toch te doen wat ik echt leuk vond: Sociale Psychologie. Dit is absoluut een goede keuze geweest. Ik was blij tot de ontdekking te komen dat het hele ‘open deuren imago’ van Sociale Psychologie enorm meevalt. Sociale Psychologie is een relatief jong 54
STUDENT
gebied binnen de Psychologie, waarin bezig bent. Bijkomend voordeel van de nog een hoop te ontdekken valt. Dit werkgroepen en de vakken waarmee je wordt versterkt door het feit dat Sociale in kleinere groepen les hebt is dat ik na Psychologie veranderlijk is. Je hebt een jaar de meeste mensen wel ken. In te maken met de mens in groepen. die zin is Sociale Psychologie ook echt Deze groepen veranderen steeds sociaal. Ik krijg een steeds beter beeld zoals de maatschappij dat ook doet, van wat ik wil met mijn specialisatie. bijvoorbeeld door het vermengen van De mogelijkheden zijn legio, maar culturen. Sociale Psychologie is tevens onderzoek blijft me trekken. Ik weet op iedereen van toepassing en ook dat dat er binnen de vakgroep mensen spreekt me enorm aan. Tenslotte kun zijn die studenten graag betrekken bij je binnen de specialisatie verschillende onderzoek, dus ik denk dat ik daar kanten op. Ik heb zelf een voorkeur voor maar eens een balletje opgooi. De onderzoek. Waarom vormen mensen meeste docenten zijn in ieder geval welke mening en welke factoren spelen heel toegankelijk. daarin een rol? Hoe beïnvloedt de Ik zou mensen die nu hun specialisatie omgeving waar ik deel van uitmaak moeten kiezen een tip willen meegeven. de manier waarop ik dingen waarneem Ten eerste moet je doen wat je leuk en beoordeel? Ik stel die vragen graag vindt. Als dat meerdere dingen zijn en bij Sociale moet je goed Psychologie onthouden dat kan ik daarmee je je met een - Het hele 'open deuren imago' aan de slag. specialisatievan Sociale Psychologie valt Dat is iets wat keuze niet voor ik met name de rest van je enorm mee heb kunnen leven vastlegt. doen tijdens de Je kunt altijd werkgroepen. vakken bij Je hebt in de eerste helft van het een andere specialisatie volgen en specialisatiejaar een wekelijkse het is mogelijk van specialisatie te werkgroep waarbij je op allerlei veranderen. Ik heb zelf even nodig manieren met de stof aan de slag gaat. gehad om erachter te komen wat ik Je schrijft korte verslagen, presenteert wilde, maar nu ben ik daar volledig van en discussieert. Dit maakt de stof leuk overtuigd. en zorgt er bovenal voor dat je ermee 55
Sociale Psychologie Maurice Fons 27 jaar
‘Ik vind de motivationele drijfveren van de mens erg interessant.’
Ik ben begonnen in februari 2007. Mijn studieverloop is een beetje anders dan normaal; ik had al een studie afgerond en nadat ik mijn propedeuse Psychologie heb gehaald, ben ik gaan reizen en gaan werken. Omdat ik mijn studie toch wel erg leuk vond heb ik deze in september 2006 weer opgepakt, en nadat ik het Onderzoekspracticum had gevolgd ben ik in februari meteen gestart met Sociale Psychologie. De richting Sociale Psychologie heeft me altijd wel aangetrokken. Het houdt zich bezig met fundamentele motivationele processen; een sociaal psycholoog vraagt zich af waarom wij handelen zoals we doen. Ik zie gedrag als iets dat sociaal gericht is. Wij functioneren
namelijk niet alleen als individuen; onze omgeving en context speelt een belangrijke rol en de sociale psychologie houdt zich hiermee bezig. Ik heb nog even overwogen om me te gaan specialiseren in klinische psychologie, maar omdat dat heel anders is dan mijn eerste studie, Bedrijfsinformatica, vond ik dat toch niet zo’n goed idee. Sociale Psychologie en Bedrijfsinformatica sluiten deels op elkaar aan, wellicht kan ik deze twee vakgebieden later in een baan combineren. Ik ben nu anderhalf jaar bezig met Sociale Psychologie en nog steeds volop gemotiveerd. Om door te gaan met mijn studie wilde ik wel 100% achter mijn specialisatiekeuze staan 56
STUDENT
en dat sta ik nog steeds. Hierdoor ben hebben we in de loop der evolutie ik erg gemotiveerd om er het beste uit ‘angstreducerende buffers’ ontwikte halen. In de master mag je ook veel keld. We onderzoeken de invloed van vakken zelf kiezen, daar heb je redeexistentiële zorgen op de overname lijk veel vrijheid. Dan kan je je studie van emoties; wat gebeurt er met onze inrichten zoals je het zelf wilt en dat emoties als we geconfronteerd worden is prettig. met het feit dat we eens zullen overlijZoals ik eerder aangaf vind ik vooral den? Resultaten zijn nog niet bekend, de motivationele drijfveren van de maar ik ben er erg benieuwd naar, mens erg interessant, waarom doen we aangezien deze relatie nog niet eerder dingen, hoe werkt dat dan, en hoe sterk is onderzocht. is ons gedrag afhankelijk van een speIk heb nog geen duidelijk beeld van cifieke situatie? Het gaat over groepswat ik met deze specialisatie zou wilprocessen, hoe len doen. Ik we functionestudeer nu - Bij Sociale Psychologie doe je ren als we met vooral omdat anderen zijn, en ik het leuk onderzoek naar het ontstaan van het heeft ook vind; vanuit ideeën en handelingen, en welke een link met de een intrinsieke gevolgen ze hebben actualiteit en motivatie. Ik dingen die er wil er wel iets om ons heen gebeuren. Waarom vechmee gaan doen in de praktijk, maar ten mensen met elkaar, wat drijft hen als Sociaal psycholoog zijn er tal van tot ruzie, oorlog? Attituden en beïnmogelijkheden: trainer of een baan vloeding door signalen of anderen om in de reclamewereld. Wat mij ook ons heen spelen daarin een belangrijke aantrekt, is het informeren van instanrol. Het is interessant te onderzoeken ties die zich bezighouden met cultuur, hoe onze ideeën en handelingen ontminderheidsgroepen en integratie. Ik staan, en welke gevolgen ze hebben. zou hen dan advies kunnen geven over Ik doe zelf onderzoek naar emotiohoe de maatschappelijke problematiek nal contagion, ook wel emotionele het best kan worden aangepakt. besmetting genoemd. We bekijken dit Als ik studenten, die op het punt staan construct in combinatie met de terror een specialisatie kiezen, een tip moet management theory, dat is een theorie geven, dan zeg ik: Als je goed in iets die stelt dat de mens enerzijds de evowilt worden, moet je het leuk vinden, lutionaire drang heeft om te overleven, dat is een voorwaarde. Maak daarom maar zich ook ter degen bewust is van een keuze die past bij je gevoel, dat is het feit dat het leven tijdelijk is. Om denk ik belangrijk. met dit confronterende feit te ‘dealen’ 57
Algemene Psychologie en Vrij Bachelor "Voor het samenstellen van een pakket naar eigen wens zijn de eisen betrekkelijk eenvoudig." Rosemarijn Franses, studieadviseur
Bachelor algemene psychologie Verreweg de meeste studenten kiezen een van de acht specialisaties die de opleiding Psychologie aan de UvA kent. Je bent daarmee verzekerd van een samenhangend pakket op één van de deelgebieden van de psychologie. Toch is er ook een groep van ongeveer 5% van de studenten die ervoor kiest een eigen programma op te stellen: zij studeren af in de 'specialisatie' Algemene Psychologie. De wens meer vrijheid te hebben in de samenstelling van het vakkenpakket kan verschillende redenen hebben, zoals het willen combineren van verschillende richtingen of juist verdieping willen in een bepaald thema. Voor het samenstellen van een pakket naar eigen wens zijn de eisen betrekkelijk eenvoudig. Als je een bachelor Algemene Psychologie wilt halen rond je eerst je 1e en 2e jaar af volgens de normale programma-eisen. De 60 ec van het 3e jaar vul je als volgt in:
- Specialistische vakken (d.w.z. specialisatievakken gegeven bij Psychologie) 48-51 ec. - Een bachelorthese van 9-12 ec. Let er bij het samenstellen van je pakket wel op dat je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de vakken die je kiest. Heb je je bachelor Algemene Psychologie af, dan kun je doorstromen naar de master Algemene Psychologie; ook het pakket daarvan stel je zelf samen. Natuurlijk moet je daarbij in het oog houden dat voor de toelating tot mastervakken vaak bepaalde bachelorvakken vereist zijn. De 60 ec van de master vul je als volgt in: - Mastervakken Psychologie: 24 ec. - Stage (>10 ec) plus werkstuk (> 17 ec) plus colloquia (1 ec) samen tenminste 36 ec. Uit onderzoek onder afgestudeerden blijkt dat het voor je kansen op de arbeidsmarkt niet zo veel uitmaakt in welke specialisatie je afstudeert. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je met een diploma als ‘algemeen psycholoog’ minder kans hebt op de arbeidsmarkt. Het is wel van belang dat je goed kunt uitleggen wat je pakket inhield en waarom je daarvoor gekozen hebt. 58
ALGEMEEN Interesse in een algemeen bachelor (en wellicht later master-) programma? Neem dan contact op met een van de studieadviseurs.
geheel dat goed kan worden gemotiveerd en onderbouwd door de aanvrager. Kortom, met een vrij bachelorprogramma kun je een pakket samenstellen Vrij bachelor examen dat weliswaar grotendeels bestaat uit Voor studenten die zelf een pakket Psychologie-onderdelen, maar waarbij willen samenstellen, maar daarin ook je ook veel studietijd kunt besteden graag veel onderdelen buiten de opleiaan onderdelen buiten Psychologie. ding willen opnemen, is er de mogeEen variant op bovenstaande is een lijkheid van een Vrij Bachelor Examen. major-minorcombinatie: in dat geval (Let op: iedereen heeft natuurlijk al de volg je 150 ec bij Psychologie en mogelijk om de 12 ec tweedejaarsbesteed je 30 ec aan een minor. Meer keuzeruiminformatie te buiten over minorPsychologie programma’s - Het is van belang dat je goed te besteden). vind je in de Belangrijk iskunt uitleggen wat je pakket inhield en waar-digitale stuwel dat een diegids van om je daarvoor gekozen hebt vrij bachelorde UvA en programma op www.stuvooraf moet dent.uva.nl/ worden goedminor. Ook gekeurd door de examencommissie. voor een major-minor-pakket is vooraf Daarbij wordt gelet op de volgende toestemming vereist van de exameneisen: commissie. - Het programma bestaat uit 180 ec. Over de arbeidsmarkt voor studenten - Ten minste 120 van de 180 ec worden met een vrij bachelor valt weinig zinbehaald bij Psychologie. nigs te zeggen aangezien er erg weinig - De gehele propedeuse Psychologie studenten op deze manier afstuderen wordt behaald. (één à twee per jaar). Belangrijk is dat - Het onderzoeksdeel van het onderje zelf uitermate goed bedenkt wat je zoekspracticum maakt deel uit van precies met zo’n vrije opleiding wilt en je programma (wat betekent dat je je een logische samenhang en motivatie MvO2a, SPSS en het basisdeel OP ook kunt verwoorden, niet alleen voor de moet opnemen in je pakket, aangezien examencommissie, maar ook voor toedat de toelatingsvoorwaarden zijn). komstige mogelijke werkgevers. - Alle 180 ec bestaan uit onderdelen Heb je interesse in een vrij bachelor van een universitaire opleiding. (al dan niet deels ingevuld met een - De bachelorthese wordt (mede) door minor)? Neem dan contact op met een Psychologie gesuperviseerd. van de studieadviseurs. - Het programma vormt een coherent 59
Algemene Psychologie Edmée Griffioen 20 jaar
‘Het idee dat ik m'n eigen studie vormgeef, vind ik super!’
Ik ben in eerste instantie begonnen met de bachelor Algemene Ontwikkelingpsychologie, omdat ik me wilde richten op kinderen. De keuzevakken binnen de Ontwikkelingspsychologie stonden mij niet zo aan, waardoor ik mijn vrije keuzeruimte heb ingevuld met vakken buiten de ontwikkelingspsychologie. Zo volg ik naast de basisvakken Ontwikkelingspsychologie twee vakken bij Klinische Psychologie en een vak bij Sociale Psychologie. Ik wilde ook graag vakken van andere disciplines volgen, zoals het vak ‘kinderen in ontwikkeling’, een vak van internationale ontwikkelingsstudies. Als dit vak me bevalt, wil ik de minor Internationale Ontwikkelingsstudies
doen en misschien zelfs de master. Ik wil namelijk heel graag ontwikkelingswerk gaan doen. Het is jammer genoeg heel moeilijk om daar een baan in te krijgen: je moet veel werkervaring hebben en je moet een aansluitende studie hebben gevolgd. Een opleiding als internationale ontwikkelingsstudies zou ideaal aansluiten. Werkervaring hoop ik volgend jaar op te doen: ik ben van plan om naar Zuid-Amerika te gaan en daar bij een ontwikkelingsorganisatie aan te kloppen. Hoe? Gewoon een ticket boeken en kijken wie me wil hebben! Over de bachelor Algemene Psychologie is eigenlijk heel weinig bekend. Er staan ook maar een paar regels in de studiegids die informatie geven over de bachelor Algemene Psychologie bachelor. Er zijn 60
STUDENT een heleboel richtingen, en daar word je geacht je draai in te vinden. Dat vind ik toch eigenlijk wel jammer, omdat het juist wel iets kan toevoegen aan je studie. Alle vakken die ik doe, vormen samen een geheel en vind ik echt leuk. Ik denk ook dat je gewoon moet doen wat je leuk vindt, dan kom je vanzelf wel terecht bij een baan waarvan je het werk ook leuk vindt. Sommigen zeggen dat de bachelor Algemene Psychologie voor mensen is die niet weten wat ze willen. Ik denk dat je, doordat je moet nadenken over je de vakken die je wilt volgen en ze op elkaar moet laten aansluiten, juist wel goed weet wat je wilt studeren. Het idee dat ik mijn eigen studie vormgeef vind ik super. De bachelor Ontwikkelingspsychologie zoals deze wordt aangeboden door de UvA is niet zoals ik deze zou willen zien. Wat ik miste, waren de cultuurgerelateerde vakken, daarom heb ik een vak bij Antropologie gevolgd. Je ziet ook dat mensen van andere disciplines op andere manieren kijken naar verschillende onderwerpen. Bij Psychologie leer je toch wel op een psychologische manier kijken naar de wereld. Nu ontwikkel ik een bredere kijk. Ik wil het liefst graag van tevoren weten wat ik ga doen. Ik wilde namelijk een bachelor Ontwikkelingspsychologie doen met een aantal vakken uit andere disciplines, maar dat betekende dan dat ik geen bachelor Ontwikkelingspsychologie meer zou doen. Je mag twaalf punten buiten Psychologie volgen in het tweede jaar. Ik dacht dat je in je derde jaar óók vakken mocht volgen buiten Psychologie, maar
dat kan niet, althans deze tellen niet mee voor de inrichting van je derde jaar. Daar baalde ik een beetje van. Ik wilde mijn bachelor Ontwikkelingspsychologie! Vervolgens dacht ik, nou ja, het is niet heel erg, ik doe namelijk hetzelfde, maar het heet gewoon anders. Ik heb het nu opgelost door vakken buiten Psychologie bovenop mijn bachelor Algemene Psychologie te doen. Nu beslaat mijn bachelor 192 punten. Dat is dus twaalf punten extra, verdeeld over twee jaar. Het afgelopen semester had ik het wel heel druk: ik had veel tentamens en moest mijn bachelorthese schrijven. Die had ik naar voren gehaald, anders werd het te druk in het tweede semester. Dat wordt overigens waarschijnlijk wel weer wat minder druk. Het ligt heel erg aan je planning. De vakken moeten niet te veel overlappen, zodat je niet in de stress schiet. Ik heb nu bijvoorbeeld twee vakken die op dezelfde tijden worden gegeven, waar ik allebei graag naartoe wil. Nu kan het helaas niet anders. Aangezien er maar één inleidend vak per specialisatie wordt aangeboden in het eerste jaar, vond ik het lastig om een richting te kiezen. Aan de tweedejaars die erover denken een bachelor Algemene Psychologie te doen, zou ik willen meegeven te kijken in hoeverre de vakken die ze willen volgen een aanvulling zijn op de basis van hun studie. Zorg ervoor dat het een geheel blijft. Doe vakken die je heel leuk vindt, dat houd je ook gemotiveerd. Volg daarbij vakken buiten de psychologie, die vakken kunnen je echt verrijken. Die vrijheid krijg je, dus benut dat! 61
Vrije Bachelor Psychologie Bob van Lanen 27 jaar
‘Bij een vrije bachelor stel je zelf je vakkenpakket samen. Dat was echt iets voor mij.’
Voordat ik met Psychologie begon, heb ik Economie gestudeerd en ben daarin ook afgestudeerd. Mijn grootste interesse lag bij het vakgebied Marketing. Dat vond ik heel interessant, maar ik merkte dat het bij Economie vooral ging om de praktische invulling van marketingplannen. Ik vond de gedachtegang achter die plannen interessanter. Wat drijft consumenten? Na die studie heb ik nog een jaar gewerkt bij een marketing-consultancy bureau. Daar maakte ik marktanalyses voor grote supermarktketens. Tijdens dat jaar werd die interesse voor het gedrag van consumenten verder aangewakkerd en besloot ik om Psychologie te gaan studeren. Ik wilde
graag meer te weten komen over de theorie achter sociale beïnvloeding. Vanuit de marketingkant is het interessant om te weten hoe je mensen het best kunt bereiken voor een product en hoe dat stand komt. Het eerste jaar was wat de inhoud betreft met bijvoorbeeld Persoonlijkheidsleer en Psychopathologie wel even wennen. In eerste instantie was ik bang dat ik alleen in de groep zou zitten met 19-jarigen die net van de middelbare school kwamen. Dat viel reuze mee. Je zoekt vanzelf de oudere studenten op. Ik ben heel doelgericht aan Psychologie begonnen en de eerste twee jaar zijn vrij algemeen. Bij bepaalde vakken moest ik me er wel doorheen worstelen, maar 62
STUDENT ik vond het toch interessant. Ik dacht in eerste instantie dat ik bij Arbeids- & Organisatiepsychologie terecht zou kunnen, maar het bleek dat men zich daar niet met marketingvraagstukken bezig houdt. Dat doet de Sociale Psychologie meer. Ik las in de studiegids over de vrije bachelor waarbij je zelf je vakkenpakket samenstelt. Dat is wat voor mij, dacht ik en ik ben langsgegaan bij de studieadviseur om mijn plan te bespreken. De studieadviseur zei dat veel mensen dat traject proberen, maar dat het weinigen lukt. Ik wilde vakken volgen bij verschillende universiteiten in Nederland. Ze vond het een ambitieus plan, en hoewel ze wel wat sceptisch was, wilde ze wel behulpzaam zijn. Het zou vooral veel tijd kosten om alles te regelen en organiseren, waarschuwde ze. Ik wilde me gaan specialiseren in sociale beïnvloeding. Voor het kiezen van vakken, zowel binnen als buiten de UvA, heb ik de studiegids erbij gepakt en ik heb ook gesproken met docenten van de vakgroep Sociale Psychologie. Die hebben me goed advies kunnen geven. Ik volgde bijvoorbeeld het vak Aandacht en Controle bij Psychonomie om meer te weten te komen over de verwerking van informatie en hoe deze informatie de aandacht trekt en vasthoudt. Ook volgde ik daar het vak Leren en Geheugen, om te zien hoe mensen prikkels verwerken en opslaan. Ik ging naast de UvA vakken volgen op de universiteiten van Nijmegen en Tilburg. Voor mijn vakkenpakket heb ik wel toestemming moeten vragen aan de examencommissie. Ik vond het ook
belangrijk om toestemming te krijgen om met mijn samengestelde vakkenpakket de aansluitmaster Sociale Psychologie te mogen volgen. Anders zou ik na drie jaar niet verder kunnen studeren. Een ander gevolg was dat ik, doordat ik vakken bij verschillende universiteiten volgde, twee jaar nodig heb gehad om het derde studiejaar te voltooien, ook omdat ik ernaast nog werkte. Tijdens mijn stage heb ik wetenschappelijk onderzoek verricht in het bedrijfsleven binnen een project van de vakgroep Sociale Psychologie en ik heb gemerkt dat onderzoek doen me wel ligt. Een voordeel van colleges volgen op een aantal universiteiten is dat ik heb kunnen zien hoe op verschillende universiteiten les wordt gegeven over mijn interessegebied. Een nadeel was dat het reizen naar die andere universiteiten veel tijd kostte. Je moet ook veel zelf regelen bij die andere universiteiten zoals inschrijving, toegang tot verschillende computersystemen en tentamenbriefjes. Als je zo’n studieroute wilt kiezen moet je op tijd beginnen met precies te bepalen wat je wilt en welke vakken je daarvoor kunt volgen. Het gaat zeker niet vanzelf. Het kost tijd en energie om dat voor elkaar te krijgen. Ik ben een half jaar van te voren begonnen en die tijd had ik zeker nodig. Overleg met de vakgroep die het dichtst bij je keuze ligt en vraag advies, en toestemming aan de examencommissie. Terugkijkend ben ik heel blij dat ik het zo gedaan heb. Het kost veel werk om het allemaal te regelen, en het studieschema is soms lastig te plannen, maar dat is het allemaal meer dan waard.
63
Colofon Eindredactie:
Rob Janson Laurens Polder Sonja Houtkooper
Lay-out:
Joost Molenaar Hilko van Rooijen
Interviews: Lisa Freiburg Bram Horjus Jeninke de Jong Jasmien Khattab Annemarie Köhne Joost Molenaar Simon Nak Jantine van Netten Klasien van Santen Sanne Schepers Foto’s: Rob Janson, UvA-website of privé bezit Cover:
Marc Janson
Cartoons:
Jessica van Sluis Kim Rebelo Oliveira dos Santos
Verder willen wij bedanken: Arne Evers, Ronald Hamel, Frenk van Harreveld, Mariëtte Huizinga, Maurits van der Molen, Kitty Rolf, Ben Schmand, Jessica van Sluis, Klaas Visser, Annemarie Zand Scholten, en alle geïnterviewden.