Special | Servië - met Op ontdekkingstocht door cultuurhistorisch Servië: Belgrado: boeiende bloem in de knop en Servië is ‘booming’: Impressie van enkele cultuurhistorische hoogstandjes buiten Belgrado
Belgrado, Kalemegdan-fort, doorkijkje nabij de Zindanpoort richting Dizdartoren.
Special | Servië
Op ontdekkingstocht door cultuurhistorisch Servië Belgrado: boeiende bloem in de knop
20
Special | Servië
Servië, als dader en slachtoffer betrokken bij allerlei oorlogen, is de laatste jaren volop actief om zijn bakens te verzetten richting meer vreedzame zaken. Schurken worden aan het Internationale Strafhof van Den Haag uitgeleverd en allerlei pogingen worden ondernomen om bij Europa aan te sluiten. Met als voorlopig succes het kandidaat-lidmaatschap van de Europese Unie. Ook komt er in toenemende mate aandacht voor kunst en cultuur, waarmee tevens de historie en het toerisme op deze terreinen ruimte krijgen. Talrijke historische overblijfselen die eerder aan het licht kwamen worden opgeknapt en de belangstelling voor sporen van het verleden groeit, waardoor de
ontmoet je tevens een groeiende hartelijke sfeer. Al deze factoren dragen ertoe bij dat het negatieve imago aan het kantelen is. Een duidelijke ‘uplift’ is merkbaar, al is er nog wel een weg te gaan. Die positieve uitstraling in de vorm van een groeiende openheid, gastvrijheid en vriendelijkheid ervaar je meteen al zodra je in de hoofdstad Belgrado arriveert. Deze stad, ooit de grote metropool van het oude Joegoslavië, is ronduit een gezellige en interessante stad geworden waar het goed toeven is. Zo vertellen stadsgidsen je vol trots over het bruisende nachtleven - volgens reisgidsenautoriteit Lonely Planet thans zelfs het beste nachtleven ter wereld - dat hier geboden wordt. Mooi meegenomen, maar wij zijn hier vooral voor
zorg hiervoor eveneens een impuls krijgt. En dit alles maakt dat het land ook steeds interessanter wordt voor liefhebbers van cultuurhistorisch erfgoed. In deze special geven wij onze indrukken weer van bezoeken aan een willekeurige greep uit de talrijke plaatsen in Servië waar iets van cultuurgeschiedenis te zien of te beleven valt. Eerst komt de hoofdstad Belgrado aan bod. Aansluitend volgen in het tweede deel van deze special andere plaatsen die in dit boeiende land onze aandacht trokken.
De oorlogen hebben Servië getekend. Ze hebben niet alleen het grondgebied van dit land in het zuidoosten van Europa verkleind, waardoor het thans aan acht landen grenst: Albanië, Bosnië-Herzogovina, Bulgarije, Hongarije, Macedonië, Montenegro, Kroatië en Roemenië. De provincie Kosovo in het zuiden van Servië heeft zich inmiddels ook onafhankelijk ver-
klaard. Al deze perikelen hebben in de loop van de tijd het imago van Servië negatief beïnvloed. Daar staan onmiskenbaar een rijke cultuurhistorie, nog redelijk ongerepte en hier en daar indrukwekkende natuurschoon alsmede fraaie en schilderachtige steden en dorpjes tegenover. En bij een tocht door het land merk je thans al gauw dat de rust is weergekeerd en
Kleifiguur, laat-Neolithicum (4500-4000 v.Chr.) uit Belgrado’s voorstad Vinca-Belo Brdo, thans behorend tot de collectie van het British Museum. (bron: Wikipedia)
Special | Servië
De oudste sporen Eerst maar even de geschiedenis met zevenmijlslaarzen doorwandelen. Voor zover bekend waren vanaf het 7e millennium v.Chr. in deze streek allerlei stammen actief. De Kelten volgden vanaf de 3e eeuw v.Chr, waarna ook de Romeinen hier hun nederzetting Singidunum vestigden. Na de Romeinen ging de streek deel uitmaken van het Byzantijnse Rijk en vervolgens kwam ze in handen van achtereenvolgens Hunnen, Sarmaten, Ostrogoten en Avaren. De Slaven streken hier rond 630 n.Chr. neer. Het gebied wordt dan onderdeel van het Servische koninkrijk, dat ook kortstondig in handen komt van het Bulgaarse rijk, afgewisseld door opnieuw het Byzantijnse maar later ook even het Hongaarse rijk. De Turken belegeren Belgrado voor het eerst in 1456, maar de stad komt pas in 1521 in Turkse handen. Dan volgt een periode waarin het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en het Ottomaanse Rijk om beurten om de macht over het gebied strijden. In de 19e eeuw worden de Serven weer de baas. Na het uiteenvallen van beide rijken in 1918 wordt Belgrado de hoofdstad van Joegoslavië. De nazi’s bezetten het land van 1941 tot 1945, waarna het als communistische staat herrijst onder leiding van ‘president voor het leven’ Josip Broz, bijgenaamd (maarschalk) Tito. Na diens dood leiden
ideologische en vooral etnische spanningen tot gewelddadige confrontaties. De Joegoslavische statenbond valt uiteindelijk uiteen en in 1992 wordt Belgrado de hoofdstad van Servië en Montenegro; na het zelfstandig worden van Montenegro in 2006 alleen nog van Servië. De oudste zichtbare sporen van nederzettingen zijn allereerst te vinden aan de rechteroever van de Donau op zo’n 14 km stroomafwaarts van Belgrado, in de voorstad Vinca. Deze archeologische site Vinca-Belo Brdo heeft bij verschillende opgravingen vanaf het begin van de vorige eeuw resten aan het licht gebracht uit meerdere fasen in de periode vanaf het vroege Neolithicum (5700 v.Chr.) tot in de Middeleeuwen. In de vroegste fase lijkt de plaats zich te hebben ontwikkeld tot een ritueel centrum voor de hele regio. Verschillende soorten rituele voorwerpen werden hier
g eproduceerd, waaronder ‘paddestoel amuletten’ en ‘dierenhoofd’ sieraden. Helaas is de site momenteel voor bezoekers niet toegankelijk. Sommige van de voorwerpen van deze Vinca-cultuur zijn in de collecties van het Nationaal Museum ondergebracht. Maar ook dit museumcomplex, met als hoofdzetel een imposant bouwwerk aan het centraal gelegen Plein van de Republiek (Trg Republike), is in verband met renovatiewerkzaamheden (waar voorlopig geen geld voor beschikbaar is) tot nader aankondiging gesloten. Evenwel met uitzondering van tijdelijke tentoonstellingen die af te toe wel toegang tot een beperkt deel van het gebouw geven. Uitermate jammer, vooral omdat dit museumcomplex naast prehistorische objecten schitterende collecties antieke kunst, oude handschriften, middeleeuwse fresco’s, en grafische en beeldende kunst
Resten van het stenen fort van het Romeinse legioen IIII Flavia Felix onder de huidige stadsbibliotheek, nabij de ingang van het Kalemegdan-plateau. Deze overblijfselen werden geïncorporeerd in de Romeinse hal van de bibliotheek, die thans als vergaderruimte fungeert.
21
iets geheel anders. Op deze plek namelijk, waar de rivier de Sava in de Donau uitmondt en de westerse wereld de oosterse ontmoet, was al heel vroeg van bewoning sprake en deze nederzettingen hebben in de loop der tijd allerlei sporen nagelaten. Van onze zoektocht naar die sporen volgen hier de hoogtepunten.
Special | Servië
Links: Uitzicht vanaf de bovenstad van het Kalemegdan-fort. Op de achtergrond de Donau. Rechts: Bij het Studentenplein tegenover het Universiteitspark, zijn wat fundamenten van Romeinse thermen nagebootst, die zich in werkelijkheid nog op vier meter diepte bevinden.
22
Special | Servië
Special | Servië
Kalemegdan-fort, ingang van de bovenstad via het zuidoostelijk deel van het Turkse bastion met de Stambol poort, geflankeerd door twee uitkijktorentjes.
Tentoonstelling van Romeinse beelden en grafstenen in het Kruithuis, benedenstad Kalemegdan-fort.
Romeinse sporen Over de Romeinse sporen vernemen we het een en ander al wandelend door het oude centrum van Belgrado. Onze gids, archeologe Milena Vasiljevic, waarschuwt op voorhand dat er niet veel resten van de Romeinen meer zichtbaar zijn. De hedendaagse stad is opgetrokken op deze resten van de stad Singidunum, waaraan de Romeinen in de eerste eeuw n.Chr. begonnen te bouwen, waarbij gebruik werd gemaakt van resten van versterkte nederzettingen van de Thracische stam Sings en later van de Kelten. Zoals in de meeste steden van het Romeinse Rijk groeide Singidunum geleidelijk uit van een tijdelijk legionair kamp annex vestiging voor veteranen tot een soort centrum, een municipium, en wel van de provincie Moesia in de eerste helft van de 2e eeuw. Het ontwikkelde zich bovendien tot een kolonie medio 3e eeuw. Romeinse keizers bezochten de plaats (Septimus Severus in 202, Diocletianus in 295 en Constantius in 349). Flavius Iovianus (Romeins keizer van 363-364) werd hier rond 330 geboren. Singidunum lag aan een belangrijk kruispunt van wegen door de Romeinse provincies Moesia, Dacia, Pannonia en Dalmatia en direct aan een weg die van west naar oost liep door Sirmium (Sremska Mitrovica), Singidunum en Viminacium (Kostolac) naar Byzantium. Kern van Singidunum was in de 1e eeuw aanvankelijk een tijdelijk militair kamp ter hoogte van Knez Mihailova straat 30. In de late 2e en vroege 3e eeuw werd ten noordwesten daarvan een Romeins castrum met stenen muren en torens gebouwd en dit castrum - het kamp van legioen IIII Flavia Felix - ging als hoeksteen van een burgerlijke nederzetting fungeren die zich in de richting van het huidige voetgangersgebied van Knez Mihailova straat en de Uzun Mirkova straat ontwikkelde.
In bijna elk deel van de oude stad werd in het verleden wel iets van de Romeinen aangetroffen. Onder de straten die vandaag de dag lopen vanaf het Plein van de Republiek naar het Belgrado-fort en het Kalemegdan-plateau bevinden zich Romeinse olielampjes, potten en pannen, resten van waterleidingen, haarden, grafmonumenten, fundamenten van neder zettingen, omwallingen, enz. Enkele Romeinse voorwerpen worden getoond in een vitrine aan de winkelstraat nabij het Plein van de Republiek. Naast het gebouw van de filosofische faculteit van de universiteit, bij het Studentenplein tegenover het Universiteitspark, zijn op een pleintje wat fundamenten van thermen nagebootst, die zich in werkelijkheid nog op vier meter diepte bevinden. De drie bovengronds nagemaakte gebogen muurfragmenten bieden thans een populaire rustplek bij het hedendaagse winkelpubliek en studenten. Een bord in het Universiteitspark verwijst naar sporen van andere thermen die zich onder het park bevinden. In deze omgeving zijn ook overblijfselen teruggevonden van een forum. Onder de huidige stadsbibliotheek, nabij de ingang van het Kalemegdan-plateau, werden bij aanpassingswerkzaamheden resten aangetroffen van het stenen fort van het legioen IIII Flavia Felix. Delen van de muren en zuidelijke toren van het castrum werden geïncorporeerd in het interieur van een nieuwe aanbouw bij de bibliotheek, de Romeinse hal, die thans als vergaderruimte
fungeert. Hierin zijn ook overblijfselen zichtbaar gemaakt van een Romeinse waterleiding, terwijl de muren van de nieuwe aanbouw verfraaid werden met resten van Romeinse sculpturen die hier tevens aan het licht kwamen. Naast de bibliotheek werd onlangs een bouwwerk gesloopt dat weldra door een nieuw hotel vervangen zal worden. Bij archeologisch onderzoek ter plekke, zo vertelt Milena Vasiljevic ons vervolgens, zijn overblijfselen van een Romeinse weg en een klein restaurant uit die tijd blootgelegd. Al wandelend naar het Kalemegdan-plateau vervolgt Milena met een verhaal over de vondst van een goed ontwikkeld rioolsysteem uit de Romeinse tijd dat bij het vroegere Romeinse militaire kamp werd aangetroffen in de nabijgelegen straten Cinkar Jankova, Rajiceva en onder de tramrails bij de ingang van het plateau. Ook deze resten zouden zich nog grotendeels onder het huidige straatniveau bevinden. In het Kalemegdan-park aangekomen betreden we het fort, dat in zijn huidige vorm overwegend uit de tijd van de Turken en Habsburgers dateert. Milena voert ons links van de hoofd ingang na het legermuseum allereerst naar een lapidarium, een verzameling van sarcofagen die binnen het fort bij opgravingen zijn aangetroffen. Sommige daarvan dateren uit de Romeinse tijd. Vanuit de bovenstad is er een adembenemend uitzicht op de twee rivieren Sava en Donau die hier beneden samenkomen.
Zicht op het noordoostelijke deel van de muren van het Kalemegdan-fort vanuit de Zindan poort. Links is een deel van de nissen zichtbaar waarin resten te zien zijn van een rechtopstaande muur van het Romeinse castrum en een rechthoekige Romeinse toren.
23
schijnt te bezitten, althans volgens verschillende reisgidsen. Hopelijk wordt het in de nabije toekomst wel mogelijk die collecties te bewonderen, maar daarop bestaat vooralsnog geen uitzicht. Verder zijn resten van een neolithische nederzetting aangetroffen op het plateau van de bovenstad en nabij de Zindan poort van het Belgrado-fort.
Special | Servië
Special | Servië
Special | Servië
24
Special | Servië
Exterieur en interieur van het Turkse mausoleum uit 1783 naast het Universiteitspark waarin de stichter van het inmiddels verdwenen Derwish-kloostercomplex opgebaard ligt.
In de benedenstad brengen we een bezoek aan het kruithuis, waar een tentoonstelling gewijd is aan Romeinse portretten, beelden van inwoners van Singidunum en grafstenen uit die tijd. Terug in de bovenstad voert Milena ons naar de noordoostelijke hoek van het fort, waar zich de Dizdar-toren bevindt. Aan de voet daarvan werden sporen gevonden van de noordelijke toren van het Romeinse castrum. Na het verlaten van de schilderachtige middeleeuwse Zindan poort met de twee ronde torens bereik je het noordoostelijke deel van de muren van het fort. Daarin zijn nissen zichtbaar waarin links 20 meter lange resten te zien zijn van een recht opstaande muur van het Romeinse castrum en rechts daarvan de overblijfselen van een rechthoekige Romeinse toren. Deze werden in 1941 door een Duitse archeoloog aan het licht gebracht. Daaruit valt af te leiden dat de schui-
ne muur van het fort in latere fasen van de geschiedenis tegen deze Romeinse resten ‘aangeplakt’ werd. De ‘Romeinse bron’ die vlakbij de door de Oostenrijkers gebouwde Koningspoort gesitueerd is, is in haar huidige vorm overigens niet van Romeinse makelij. Dit fenomeen, een zestig meter diepe put (tien meter onder het niveau van de Sava en Donau) om bij belegering van het fort water op te slaan, is eveneens van Oostenrijkse hand en stamt uit 1731. Wellicht is hierbij wel gebruik gemaakt van een oudere put, maar dat is nog onderwerp van toekomstig onderzoek, aldus Milena.
Latere sporen Al is nog veel van deze plaats niet nader onderzocht, Kalemegdan getuigt met de zichtbare delen van haar boven- en benedenstad hoe ook latere fasen van de geschiedenis vorm
Bovenste etage van het paleis dat prins Milos in 1831 liet bouwen in Turkse Balkanstijl voor zijn vrouw prinses Ljubica en zonen.
hebben gegeven aan dit gedeelte van Belgrado. Invallen van allerlei volkeren veroorzaakten grote verwoestingen, maar telkens werd de plaats hersteld en soms ook deels uitgebouwd. Een invasie van de Hunnen in 441 werd het Romeinse Singidunum fataal: de stad veranderde in puin. Daarna volgden opnieuw perioden van herstel, verwoestingen en weer herstel, waarbij Byzantijnse keizers een hoofdrol spelen vooral bij de restauratie van het fort. De Slaven krijgen de stad begin 7e eeuw in handen en veranderen de naam in Belgrado (= witte vestingstad). Begin 12e eeuw verrijst opnieuw een Byzantijns fort in de huidige bovenstad, waarbij gebruik gemaakt werd van oude bouwresten. In latere eeuwen wordt de lijn van verdere versterkingen, afbraak, herstel en uitbouw voortgezet, waarbij om beurten Turken, afgewisseld door Oostenrijkers en Hongaren, de regie bepalen. Thans glorieert het bovenste complex met zijn verschillende poorten en resten van muren uit vroegere tijden als een schilderachtig vreedzaam park dat vooral als uitzichtpunt, picknick- en wandelgebied een attractie van formaat biedt. Met in het midden nog een Turks overblijfsel: de tombe van Damad Ali-Pasha, grootvizier van het Ottomaanse rijk die bij een veldslag in 1716 het loodje legde. In de benedenstad zijn het, behalve het eerder genoemde kruithuis, vooral de barokke triomfpoort van de Oostenrijkse keizer Karel VI (‘beroemde veroveraar van Belgrado’) uit 1736 en een 15e-eeuwse toren (Kula Nebojša) die de aandacht trekken. Deze octagonale toren moest de nabijgelegen haven verdedigen, maar in de Ottomaanse tijd deed ze vooral dienst als gevangenis.
25
Special | Servië
Special | Servië
Iconostatis in het interieur van de 19e-eeuwse Orthodoxe Kathedraal gewijd aan aartsengel Michael en gebouwd in classicistische stijl met barokelementen op resten van een oudere kerk.
Special | Servië
Exterieur en – het nog onvoltooide - interieur van de imposante St. Savakerk, waarvan de bouw gebaseerd is op de Aya Sofia in Istanbul.
26
Special | Servië
eeuw fungeerde de moskee twee decennia lang als een katholieke kerk, maar het gebouw herkreeg zijn oorspronkelijke functie in 1741.
De door een NAVO-bombardement in 1999 gehavende bouwwerken van het vroegere Ministerie van Defensie en de legerleiding aan de Kneza Miloša.
Tegenover het park bewonderen we het prachtige rood-witte gebouw dat thans als het hoofdgebouw van de universiteit dienst doet. Dit bouwwerk werd in 1863 ingewijd als privéwoning voor Donau-kapitein Miša, die doorging voor een van de rijkste kooplieden van Servië. De architectuur daarvan is een mengvorm van romaanse, gotische, renaissance en middeleeuws-Servische stijlen. Aan de zijkant van het park is het etnografische museum gelegen, dat alleszins een bezoek waard is vanwege zijn rijke collectie van klederdrachten, juwelen en huisraad uit allerlei streken en tijdperken van Servië. Via het voetgangersdomein lopen we
naar in een westelijk deel van de oude stad, waar allereerst een fraai paleisje lonkt. De bouw hiervan, in Balkanstijl met wat westerse barokelementen, geschiedde in opdracht van prins Miloš en werd voltooid in 1831. Toen nam zijn vrouw prinses Ljubica met haar beide zonen Milan en Mihailo het in gebruik als privé-residentie. Thans is het paleisje uiterst aantrekkelijk ingericht als een typische 19e-eeuwse woning van Belgrado, deels in de Turkse Balkanstijl en aangevuld met meubilair en ander huisraad in een stijl die typerend was voor het 19e-eeuwse Midden-Europa. Tegenover het bouwwerk is de Orthodoxe Kathedraal uit
We verlaten Kalemegdan om in zuidoostelijke richting meer van de oude binnenstad tot ons te nemen. Een paar honderd meter verder treffen we weer een fraai park aan, het eerder genoemde Universiteitspark. Op de plek van dit park was in Turkse tijden een begraafplaats, tot medio 19e eeuw, toen het deels in een marktplaats veranderde. Uit de Turkse periode is naast het huidige park nog een mausoleum overgebleven, dat in 1783 opgetrokken werd als onderdeel van een Derwishkloostercomplex. De stichter van deze tekke heeft hier zijn laatste rustplaats gekregen. In de directe omgeving hiervan bespeuren we ook andere oude bouwwerken die ongetwijfeld tot dat complex behoord hebben. Vlakbij bevindt zich ook de enige moskee die Belgrado thans rijk is, de Bayrakli Moskee, een bouwwerk uit de tweede helft van de 17e eeuw. Begin 18e Het door een raket getroffen deel van de Staatstelevisie en een nabijgelegen monument herinneren aan de 16 personen die bij dit NAVO-bombardement in 1999 om het leven kwamen.
Special | Servië
Recente sporen Maar een blok verder westwaarts richting Sava wacht ons een nieuwe verrassing: het pittoreske straatje Kosancic ev Venac met kinderkopjes en boeiende oude panden. Al gauw trekt het oog naar ruïnes, de resten van de Nationale Bibliotheek van Servië, in 1941 door de nazi’s gebombardeerd. Daarbij gingen maar liefst 300.000 gedrukte en 1.500 handgeschreven middeleeuwse boeken van ontelbare waarde verloren. Ruïnes als protest tegen oorlogsgeweld, daar zijn in Belgrado meer voorbeelden van. Twee daarvan, veroorzaakt door het NAVObombardement van 1999, komen we op onze verdere wandeling tegen. De eerste zijn de gehavende bouwwerken van het vroegere Ministerie van Defensie en van de legerleiding aan de Kneza Miloša, die er door dat bombarde-
Graf van de president - voor het leven - van het vroegere Joegoslavië, Josip Broz, beter bekend als maarschalk Tito, in een memorial complex met musea, genaamd ‘Huis van Bloemen’.
ment uitziet alsof King Kong wat onvoorzichtig heeft geklommen. Het tweede voorbeeld is een door een raket getroffen deel van de Staatstelevisie naast het massieve uit 1935 daterende gebouw van het hoofdpostkantoor met Dorische zuilen. Aangrenzend een monument getooid met de prangende vraag ‘Waarom?’, dat herinnert aan de 16 personen die hierbij om het leven kwamen. Twee andere bouwwerken in de directe omgeving bieden door hun schoonheid een zeker tegenwicht tegen deze trieste beelden. Allereerst is dat het door koepels verfraaide classicistische parlementsgebouw, dat in 1936 werd ingewijd en dat in 2000 door honderdduizenden demonstranten bestormd en beschadigd werd na de frauduleuze herverkiezing van president Miloševic . Het andere is de St. Marcuskerk bij de ingang van het Tašmajdan Park, dat tussen 1935 en 1939 werd opgetrokken in een stijl verwant aan de Servische middeleeuwse architectuur. Van het interieur zijn het vooral
27
diezelfde tijd gelegen, gewijd aan aartsengel Michael en in classicistische stijl met barokelementen gebouwd op resten van een oudere kerk uit 1728. Opvallend hier zijn de toren met bladgouden versieringen en in het interieur een houten iconostatis met fraai houtsnijwerk en niet minder fraai geschilderde iconen. In de crypte van deze kathedraal bevinden zich grafmonumenten van Servische kerkvorsten en twee prinsen. Aan de westelijke zijde tegenover de kerk is het Museum van de Servisch Orthodoxe Kerk gelegen met een rijke collectie religieuze kunst, aldus een brochure over musea van Belgrado. Helaas kunnen we dat zelf niet bevestigen, omdat de collectie tot naar verwachting tenminste eind dit jaar niet toegankelijk is vanwege renovatie en her inrichting van het museum.
Special | Servië
Fresco’s in het naast de St. Sava gelegen kleine kerkje uit 1935.
28
Special | Servië
Special | Servië
de reusachtige monumentale zuilen en de sarcofaag van de eerste Servische keizer Dušan (1331-1355) die je bijblijven. Verder zuidoostwaarts pronkt een andere kerk waarvan de grote koepel voortdurend in het stadsbeeld opduikt. Geen wonder dat het ontwerp van deze kerk, de St. Sava, gebaseerd is op de Aya Sofia in Istanbul. Maar de St. Sava is van veel recentere datum: het exterieur werd pas in het begin van dit nieuwe millennium voltooid, terwijl het interieur nog geruime tijd op voltooiing zal moeten wachten. Tot de bouw van deze kerk op de hoogste plaats van Belgrado werd eind 19e eeuw besloten ter herinnering aan een represaillemaatregel van de Turkse grootvizier Sinan-Pasha tegen een Servische opstand in 1594. Die maatregel, bedoeld om het moreel van de opstandelingen te breken, hield in het verbranden van de relieken van de grootste Servische heilige, Sava, op dit Vracarplateau. Deze zoon van een Servische koning leefde van 1175 tot 1236 en was de eerste orthodoxe aartsbisschop van Servië en de stichter van de Servisch-orthodoxe Kerk. Het verbranden van zijn relieken werd dan ook beschouwd als een heiligschennis van formaat. Maar de herinnering hieraan op deze plaats kreeg pas in de 20e eeuw concreet gestalte. In 1935 werd een kerkje van St. Sava op dit plateau ingewijd en werd tevens de bouw van
een grote broer ernaast ter hand genomen. Die bouw stagneerde vervolgens door de Tweede Wereldoorlog en door communistische tegenwerking, maar kon medio jaren tachtig weer worden opgepakt. Het inmiddels voltooide exterieur is ronduit imposant en dat zal zeker ook gaan gelden voor het interieur, al is dat in zijn huidige onvoltooide staat reeds groots te noemen. Het naastgelegen kleine broertje uit 1935 laat met zijn prachtige gekleurde fresco’s al een voorproefje zien van wat in het interieur van zijn grote broer over een reeks van jaren, zo niet decennia, tot de mogelijkheden behoort. Buiten het oude centrum is ons doel allereerst het graf van de president - voor het leven - van het vroegere Joegoslavië, Josip Broz, beter bekend als maarschalk Tito. In de Tweede Wereldoorlog was hij leider van de communistische partizanen en na de oorlog werd hij hoofd van de Federale Volksrepubliek Joegoslavië en bleef zo’n 35 jaar aan het hoofd staan, aanvankelijk als minister-president en later als president, tot zijn overlijden in 1980. Hij kreeg een laatste rustplaats op een heuvel in het z uidelijk deel van de stad, in een grafmonument als onderdeel van een memorial complex, genaamd ‘Huis van Bloemen’ (de naam dateert uit de tijd dat zijn graf omgeven was met bloemen). Behalve zijn graf bestaat dat
Het – op het moment van deze foto nog leegstaande - befaamde Hotel Yugoslavia, een monument uit de tijd van Tito dat ooit het grootste van zuidoost-Europa was en ‘groten der aarde’ of wie daarvoor wilde of meende door te gaan herbergde.
Gang in het voormalige concentratiekamp van de nazi’s in Belgrado’s wijk Banjica.
c omplex uit zijn residentie - gesloten voor het publiek - en uit musea, waar onder meer geschenken te zien zijn die hij in de loop der tijd ontving, zoals ook een collectie varianten van de door hem zo geliefde maarschalksstaf. In de nieuwe wijken van de stad is een rondrit per fiets ook erg handig om nog wat sporen te zien uit de recente historie. Op dit ijzeren paard doen we na een tocht langs en via een brug over de Sava de wijk Banjica aan, waar we stilstaan bij resten van een voormalig concentratiekamp van de nazi’s dat veel partizanen het leven kostte. Een museum herdenkt deze functie van het troosteloze complex, dat thans vooral door Roma bewoond wordt. Ook trekken verschillende bouwwerken in Nieuw-Belgrado aan ons oog voorbij die ten tijde van Tito dienst deden, zoals het vroegere Federatie Paleis, een H-vormig gebouwencomplex waarin ooit de regering van Joegoslavië en ook de president kantoor hielden. Nu zijn er zes Ministeries van Servië in ondergebracht, en na renovatie zullen naar verwachting meer Ministeries volgen. Verder het befaamde Hotel Yugoslavia uit 1961, dat ooit voor het grootste hotel van Zuidoost Europa doorging en bij het NAVO-bombarde ment van 1999 door twee raketten beschadigd werd. De blokkendoos ligt er thans verlaten bij, maar zou na een verbouwing weer als hotel gaan functioneren. Na dit sportieve slotakkoord is het tijd voor de inwendige mens en daar weten de restaurants in de Boheemse wijk Skadarlija wel raad mee. Sommige dateren uit medio 19e eeuw en dat gegeven is extra aantrekkelijk voor liefhebbers van historische sporen én een goede keuken.
Special | Servië
Servië is ‘booming’ Impressie van enkele cultuurhistorische hoogstandjes buiten Belgrado
Special | Servië
Na de ontdekkingstocht door Belgrado verlaten we nu deze Servische hoofdstad om wat sfeer te proeven van wat kleinere stadjes en het platteland. Naast een prachtige
29
natuurschoon komen we daarbij ronduit juweeltjes tegen van het vele cultuurhistorische erfgoed dat het land rijk is. Nu nog plaatsen waar je nauwelijks toeristen ontmoet, maar dat gaat veranderen, als de voortekenen niet bedriegen.
(huur)auto is het gemakkelijk reizen. Maar wat bij het overzien van de vele reisdoelen opvalt is dat er zoveel groots aan cultuurhistorisch erfgoed te zien is: prehistorische plaatsen, Romeinse nederzettingen, middeleeuwse kastelen, kerken, kloosters, monumenten, teveel om het allemaal te bezoeken. Wij deden een greep hieruit om de sfeer te proeven van overblijfselen van de verschillende fasen uit de rijke cultuurgeschiedenis, vooral langs de Donau. En dat proeffestijn leverde één hoofdconclusie op: dit smaakt naar méér.
Westwaarts
Belgrado is een prima startpunt voor een tocht door het land. Het busvervoer naar allerlei plaatsen in Servië is uitstekend geregeld en comfortabel. Taxi’s zijn er ook in kleinere plaatsen vaak voldoende en tegen lage tarieven. En ook per
Ten westen van Belgrado is onze eerste halteplaats een stadje op de linkeroever van de Sava rivier, genaamd Sremska Mitrovica, beter bekend om zijn naam in de Oudheid: Sirmium. Al in de periode van de Romeinse verovering van deze contreien, rond 10 n.Chr. , was hier een nederzetting die snel in omvang en belang uitgroeide. Ten tijde van keizer Domitianus (81-96) verwierf het de status van Romeinse kolonie. Sirmium werd een van de hoofdplaatsen in de Romeinse provincie Moesia Superior en de tijdelijke residentie van keizers in hun
Imposante overblijfselen van het keizerlijk paleis van het vroegere Romeinse Sirmium, thans Sremska Mitrovica.
Sremska Mitrovica, funderingen van woonwijken (insulae) en delen van de stadsmuur van het Romeinse Sirmium temidden van een begroeid plein (Zitni trg).
Viminacium, uitzicht op een deel van het grafveld met resten van een mausoleum en meer dan 13.500 graven
Special | Servië
30
Special | Servië
Links: Viminacium wordt opgegraven in een gebied dat thans nog steeds door een met bruinkool gestookte krachtcentrale beheerst wordt. Rechts: Resten van het Romeinse thermencomplex van Viminacium.
strijd tegen barbaren aan de andere kant van de Donau (colonia Flavia). In de 3e en 4e eeuw beleefde de plaats zijn hoogtijdagen en van de 17 Romeinse keizers die in deze provincie Moesia geboren werden hadden er verscheidene hier of in de directe omgeving hun wiegen staan, zoals Trajanus Decius (249-251), Aurelianus (270-275), Probus (276-282), Maximianus (286-310) en Gratianus (375-383). Ook tijdens de verbreiding van het christendom was Sirmium een belangrijk centrum en Constantijn de Grote, die hier zeker van 316 tot 321 verbleef, verstrekte de stad het muntrecht. In die glorietijd waren er onder meer publieke baden, een luxueus keizerlijk paleis en een hippodroom, dat voor een van de grootste van het Romeinse Rijk doorging. De huidige stad
Sremska Mitrovica werd op de resten van de Romeinse voorganger opgetrokken en thans zijn daarvan na opgravingen in de tweede helft van de vorige eeuw verschillende interessante overblijfselen te zien, al is er nog veel niet blootgelegd. De imposantste van de zichtbare resten zijn die van het keizerlijk paleis in het centrum van de plaats, die inmiddels een overkapping hebben gekregen, compleet met loopbrug, winkeltje en cafetaria (www.carskapalata.rs). Indrukwekkend is ook een begroeid plein (Zitni trg), waarin nog funderingen van woon wijken (insulae) en delen van de stadsmuur zichtbaar zijn. Het plein is overigens tevens omgeven met fraaie voorbeelden van woon huizen van kooplieden uit de 19e eeuw. Nabij het gemeentehuis bevinden zich temidden van
moderne bebouwing fundamenten van een 5e-eeuwse basiliek gewijd aan de christelijke martelaar en latere bisschop en heilige Demetrios. Verder is het plaatsje een prachtige collectie Romeinse objecten – vooral sculpturen en munten - rijk, die zijn ondergebracht in een museum in een 18e-eeuws herenhuis. Noordelijk van deze plaats is Fruska Gora gelegen, een nationaal park waarin een 16-tal prachtige kloosters gloriëren, waarvan sommige uit de Late Middeleeuwen dateren. Stuk voor stuk fraaie voorbeelden van religieuze kunst gecombineerd met verrassende architectuur. Ruim 20 km verder noordelijk bevindt zich Novi Sad, de tweede stad van Servië, maar minder oud dan haar hoofdstad Belgrado, ook al werden in de omgeving daarvan vele prehistorische vondsten aan het licht gebracht (in Klisa, Rivica en Detlinara bijvoorbeeld). Het huidige oude centrum van Novi Sad dateert vooral uit de 18e eeuw en draagt tal van sporen uit de tijd van de Habsburgers, die de stad lange tijd in handen hadden. Vooral het fort Petrovaradin, het stadsmuseum met diverse archeologische vondsten - waaronder die van een middeleeuwse begraafplaats en een Keltisch schip uit de Donau - alsmede het Museum van Vojvodina met vondsten uit de archeologische site Gomoglava, antieke fresco’s uit de necropolis in Beška en laat-Romeinse ceremoniële helmen, zijn een bezoek waard.
Oostwaarts De ruïnes van het 14e-eeuwse fort Golubac aan de – hier verbrede – Donau.
Oostelijk van Belgrado, de Donau volgend, is het allereerst opnieuw een Romeinse site die
Special | Servië
31
Special | Servië
Links: De op een hogere plaats aan de Donauoever gereconstrueerde prehistorische site van Lepenski Vir, met een net voltooide moderne overkapping over resten van bewoning met brandhaarden. Rechts: kopie van een zandstenen sculptuur met de specifieke afbeelding van een gezicht. Deze sculpturen mogen tot de oudste figuratieve afbeeldingen van Europa gerekend worden.
Gereconstrueerde prehistorische hut van Lepenski Vir.
32
Special | Servië
Special | Servië
voor ons ligt te midden van een gebied dat door een met bruinkool gestookte krachtcentrale beheerst wordt. Dit betreft de site van de antieke stad Viminacium, vlakbij Kostolac (www.viminacium.org.rs). Deze stad, hoofdstad van de Romeinse provincie Moesia Superior, ontstond in de 1e eeuw n.Chr. rond het kamp van het legioen VII Claudiae, dat hier gevestigd was om de ten noorden van de Donau op de Daciërs veroverde gebieden veilig te stellen. Ook deze plaats had haar eigen muntrecht en werd later de zetel van een bisschop, totdat ze in 441 door de Hunnen werd verwoest. Het militaire fort werd daarna herbouwd, totdat ook dat eind 6e eeuw weer verwoest werd. Vanaf het laatste kwart van de vorige eeuw is een interdisciplinair team met archeologen bezig de stad en het kamp op te graven, in totaal een gebied van 450 hectaren, waarvan de binnenstad een oppervlakte van 220 hectaren bestrijkt. Daarvan is tot dusver nog maar een beperkt deel, zo’n twee procent, blootgelegd. Niettemin is dat deel al ronduit spectaculair te noemen. Het omvat allereerst een grafveld met resten van een mausoleum en meer dan 13.500 graven, waaronder beschilderde heidense en christelijke graven, en voorts fundamenten van het legerkamp, tempels, resten van een toegangspoort, straten, pleinen, een aquaduct, amfitheater, paleis, hippodroom, basilica en een thermencomplex. Inmiddels is daarbij ook een nieuw bouwwerk in de stijl van een Romeinse villa rustica opgetrokken dat dienst doet als onderzoeks- en vergader
De Tabula Traiana bij de IJzeren Poort, thans op een hogere plek aan de Donauoever ingemetseld. (met dank aan Jelena Bujdic Kreckovic van National Park Derdap)
centrum, aangevuld met logiesmogelijkheden. Verder oostwaarts, bij het fort Golubac, heeft de Donau zich sterk verbreed en mede daardoor liggen de ruïnes van het 14e-eeuws fort er schilderachtig bij. Dat pittoreske wordt echter tegelijk drastisch verstoord doordat een snelweg dwars door die ruïnes voert. Het fort markeert tevens het begin van de IJzeren Poort, het kloofdal van de Donau midden in het natuurpark Derdap. Maar voordat we daar een kijkje nemen brengen we eerst een bezoek aan de prehistorische site van Lepenski Vir aan de oevers van de Donau. Hier kwam in de periode 1965-1970 een mesolithische vindplaats aan het licht met resten van een nederzetting in vier opeenvolgende woonlagen waarvan de oudste sporen uit 7000 v.Chr. dateren en die betrekking hebben op een cultuur die haar hoogtepunt kende tussen 5300 en 4800 v.Chr. Daarbij werden talrijke voorwerpen aangetroffen
die getuigen van een rijk sociaal en religieus leven en een hoog cultureel niveau van de inwoners. De opgravingen vonden plaats onder leiding van prof. Dragoslav Srejovic van de Universiteit van Belgrado en konden worden voltooid juist voordat in de buurt een stuwdam met krachtcentrale in gebruik werden genomen. De vindplaats is inmiddels onder de water spiegel verdwenen, maar de overblijfselen werden juist op tijd naar een hoger niveau van de oever getransporteerd om de nederzetting in een nieuw museum te reconstrueren. De daarbij gevonden objecten omvatten gebruiksvoorwerpen, maar ook zandstenen sculpturen met specifieke afbeeldingen van gezichten en geometrische motieven die toch wel tot de oudste figuratieve afbeeldingen van Europa gerekend mogen worden. De originele voorwerpen werden naar het Nationaal Museum in Belgrado overgebracht en kopieën daarvan zijn nu ook in het museum van de reconstructie van Lepenski Vir te zien. Inmiddels heeft dat museum een nieuwe overkapping gekregen, waardoor het geheel nogal nieuw en steriel oogt, maar niettemin een uitstekende presentatie geeft van deze unieke prehistorische nederzetting. Als gevolg van de aanleg van de stuwdam is inmiddels ook de Tabula Traiana bij de IJzeren Poort op een hogere plek aan de Donauoever ingemetseld. Dit reusachtige marmeren blok met een Romeinse inscriptie werd in de tijd van de Romeinse keizer Trajanus in het jaar 100 aan de Servische kant van de Donauoever bij Golo Brdo bevestigd ter herinnering aan de
Via hoge posities als deze in het natuurpark Derdap kan je genieten van adembenemende uitzichten op de IJzeren Poort in de Donau.
v oltooiing van de Romeinse weg langs de Donau van Goluba naar Kladovo vijftig jaar daarvóór. De weg langs de IJzeren Poort was toen al zodanig smal, dat een architect van Trajanus horizontale balken in de rotswand liet bevestigen om daarop de weg te laten rusten. Deze weg ligt inmiddels ook onder water, maar de Tabula Traiana is nu dus nog steeds zichtbaar. We zijn hier in het natuurpark Derdap, niet ver van de Servische plaats Kladovo aan de Servisch-Roemeense grens. Via diverse hoge posities in dat natuurpark zijn kan je genieten van adembenemende uitzichten op de IJzeren
Poort, een spannend landschap met rotsen die hier en daar wel tientallen, zo niet honderden meters hoog zijn, met een breedte van zo’n 150 meter in het smalste deel bij de Kazan Kloof en daartussen stroomt de Donau. Tien kilometer verder van die kloof ligt Kladovo, waar een archeologisch museum vondsten toont van opgravingen in het gebied van de IJzeren Poort. Het museum laat ook goed zien hoe de Tabula Traiana verplaatst werd. Aan de westelijke rand van dat stadje liggen de ruïnes van de vesting Fetislam, die in de 11e eeuw gebouwd werd op funderingen van een Romeins castrum en die later door de Turken werd uitgebreid (waaraan Turkse inscripties in Arabisch schrift boven poorten herinneren).
Zuidwaarts
Deel van de beschilderde iconostatus in de kloosterkerk van Bukovo.
We verplaatsen verder naar het zuiden, waar na een bochtige, bosrijke route nabij Negotin het klooster Bukovo opduikt. De orthodoxe kerk daarvan, gewijd aan St. Nicolaas, werd in de 14e eeuw gesticht door de heilige Nicodemus van Tismana, die zich verzette tegen de toe nemende uitbreiding van het katholieke geloof door de Hongaren. De kerk heeft interessante, fraaie fresco’s, de oudste daarvan dateren uit de beginperiode en de jongere uit 1684 en 1902. Op zo’n 22 kilometer zuidelijk van Negotin - de Donau heeft ons inmiddels verlaten - naderen we de Bulgaarse grens, waar een bergdorpje met oude wijnkelders lonkt. In dit dorpje Rajac is het goed toeven. Afgezien van heerlijke spijs en drank - de eeuwenoude wijnkelders zijn er tenslotte niet voor niets trekken er hier ook pittoreske taferelen aan je
Oeroude begraafplaats in het dorpje Rajac
Straatbeeld in Rajac.
33
Toegangspoort van de vesting Fetislam, die in de 11e eeuw gebouwd werd op funderingen van een Romeins castrum en die later door de Turken werd uitgebreid.
oog voorbij. Straatjes met lieflijke oude huisjes in dezelfde stijl gebouwd, een oeroude begraafplaats met graven uit meerdere eeuwen. Kortom, een lust voor het oog en de inwendige mens. Verder naar het zuiden is Zajecar gelegen, waar het Nationaal Museum een aardige collectie Romeinse objecten toont die in en rond het nabijgelegen Gamzigrad aan het licht kwamen. Vooral het purperkleurige beeld van het hoofd van keizer Galerius (caesar vanaf 293 en augustus van 305 tot 311), die hier geboren werd, en prachtige mozaïeken zijn een bezoek aan dit museum alleszins waard. Het biedt tevens een prima introductie voor een bezoek aan de opgravingsplaats Gamzigrad, waar een laat-Romeinse stad wordt blootgelegd. In 1953 werd hier met systematische opgravingen begonnen en lange tijd bleef het onduidelijk van welke plaats de overblijfselen werden gevonden. Totdat de archeologen in 1984 bij het uitgraven van een paleisje een grote marmeren steen aantroffen (te zien in het Nationale Museum van Zajecar) met de inscriptie van de naam ‘Felix Romuliana’: de uit historische bronnen bekende stad van Galerius,
Special | Servië
Special | Servië
Special | Servië
34
Special | Servië
Een van de toegangspoorten van Felix Romuliana.
Wat er tot dusver van Felix Romuliana is opgegraven is bijzonder imposant: resten van paleizen, tempels, christelijke basilieken, thermen en nog niet nader aangeduide bouwwerken. De restauratie daarvan is even indrukwekkend.
genaamd naar zijn moeder Romula. Hij begon met de bouw van deze stad in 289, na zijn overwinning op de Perzen. De Romeinse keizers Maximinus (305-312) en Lucinius (308-324)
Het purperkleurige marmeren beeld van het hoofd van keizer Galerius die in Felix Romuliana werd geboren, een van de topstukken in het Nationaal Museum in het nabijgelegen Zajecar.
werden hier eveneens geboren. De Hunnen plunderden Romuliana medio 5e eeuw en de stad werd voorgoed verlaten begin 7e eeuw toen de Slaven arriveerden. Inmiddels is de plaats tot de belangrijkste archeologische site van Servië uitgegroeid en ze werd ook in de Unesco-lijst van werelderfgoederen opgenomen. Wat er tot dusver is opgegraven is inderdaad van wereldformaat. Twee vestingmuren konden worden geïdentificeerd en deels gereconstrueerd: een oudere binnenste ring met twaalf torens en een monumentalere jongere met twintig torens, acht ronde op de hoeken en twaalf polygonale. Daarbinnen werden twee grote paleizen blootgelegd, alsmede twee tempels op een podium, twee christelijke basilieken, thermen, een klein paleis, een cultusruimte en meerdere grote gebouwen waarvan de functie nog niet geheel duidelijk is. De bouwwerken werden en worden fraai gerestaureerd, waardoor je een uitstekende indruk krijgt van het grote belang van deze plaats. Verder zuidelijk, op 238 km van Belgrado, was nog zo’n belangrijke Romeinse stad gelegen, namelijk Niš, in de Romeinse tijd Naissus genaamd, de geboorteplaats van Constantijn de
Grote. In de huidige stad Niš zouden daarvan nauwelijks meer resten te zien zijn. Wel van de zomerresidentie die Constantijn vlakbij in Mediana bouwde, zo leren we uit de literatuur. En van Justiniana Prima, de stad gebouwd door de Oost-Romeinse (Byzantijnse) keizer Justinianus I nabij het huidige Leskovac, op ruim 60 km zuidelijk van Niš. Maar die trekpleisters bewaren we voor een volgende reis langs cultuurhistorische hoogtepunten in dit boeiende land. Tekst en foto’s special: Lou Lichtenberg
s, Bronnen in your hand lovic, ‘Serbia - V ladimir Du . 05 , Belgrado 20 en. Travel Guide’ Moser, ‘Serbi er ov nn Ha la ie br Ga ta it - Birg Klös tern und verborgenen Unterwegs zu 09. n’, Berlijn 20 el Guide, Kuns tschätze The Bradt Trav hell, ‘Serbia’, itc M e ral nc re ltu - Lau (ed.), ‘The Cu n Janicijevic va Jo 3. on iti ed 2001`. rbia’, Belgrado Treasury of Se e.com; Overige info avel-belgrad avel; w w w.tr .tr ia rb se w. ww -info.org w w w.danube