Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
ESTHETICA Inleiding Wat is kunst? Kunst versus ambacht: visie op kunst en kunstenaar kent een evolutie in de tijd: o Kunst = artefact (= gemaakt met kunde) functie + zingeving; vereist ars van de kunstenaar. o Ars = kunde, vaardigheid (Latijn) o Onderscheid op basis van inventio (creativiteit, inventiteit) Van uitvoerder naar schepper (persoonlijkheid) Van kunstwerk (object) naar kunstenaar (subject) : l’art pour l’art Innerlijke noodzaak (kunst is leven), elke bewuste handeling van de kunstenaar, als kunstenaar, resulteert in een kunstwerk. Kunst versus kitsch; het is afhankelijk van de context. vb.: een luster uit barok = KUNST een luster met materialen van nu in barokstijl = KITSCH
Wat is schoonheid?
Schoonheid versus lelijkheid versus kunst Schoonheid: aangenaam om te aanschouwen Mooi: eigenschap van dingen in de natuur Het lelijke: tegendeel van het schone, disharmonisch, gebrek, … kan door kunst aangenaam worden ervaren. “Schone Kunst” als onderscheid ten opzichte van ambacht
Relatie tussen `Kunst vs. Ruimte’
In het geschilderde landschap Westerse ruimte-ervaring Momentopnames Evolutie achtergrond naar onderwerp zelf Landschapsschilderkunst als spiegel van de ruimte-ervaring: o Verkenning van de wereld: ontluiken van de zin voor de wereldruimte o Vestiging: het zelfverzekerde wonen binnen de vertrouwde horizon van het eigen land. o Vereenzaming: de beginnende vereenzaming van de romanticus in het geheimzinnige landschap aan de perfectie van de cultuur. o Verzoening: de kortstondige verzoening van de stad en het land in de zonnige opname van het impressionisme. o Ontheemding: de oplossingen van het herbergzame landschap in een dreigende leegte waarin het verbijsterde in de verschrikking van de pure ruimte voor ogen ziet.
p1
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Cursus Eerste fase: (het ontluiken of verkennen van de ruimte) Voor deze periode (voor de 14e Eeuw): Middeleeuwse besloten ruimte. => schrik van het landschap “Nihil praeter animum esse mirabile”: enkel de ziel is belangrijk, de schoonheid van het landschap wordt niet zo ervaart maar wordt gezien als een werk. Hortus Conclusus: het geordende, een allesomvattende, het lieflijke, de voorafbeelding van het paradijs. o Martin Schongauer; Maagd met kind is een omsloten tuin Muur: afscherming van het landschap Er is geen realistisch beeld, meer een symbool. Iconen voor Maria, boom, gras, natuur van toen, … Natuur niet als aanschouwing van het schone, oefent angst en vrees uit. Het landschap is gevaarlijk, negatief. Geen schoonheidservaring in het landschap. Monster van Bosch en kapitelen van Romaanse kerken en abdijen, veel cirkelbewegingen. o Hiëronymus Bosch – Tuin der lusten Lichamelijke lustervaringen Monsterlijke wezens o Kapiteel in Cryste van Canterbury: Rare wezens o Giotto di Bondone (foto zie cursus p. 7) afwezigheid van de natuur en het landschap of hoogtes ols schetsmatige aanduiding van een plaats (byzantijnse invloed) Het mirakel van de bron: de heilige Franciscus van Assisen (liefde voor planten en dieren) trekt zich terug uit de dagelijkse wereld in de Apennijnen. Ontdekking van de ruimte: ontdekkingsreizigers; cartografie (=het maken van kaarten) Ontwaking van het individu: teken van wat hij ziet en voelt, niet wat hij weet. De zintuigen worden belangrijk. Renaissance: o Leonardo da Vinci: Mona Lisa: het lijkt alsof de ogen bewegen Zelfportret Johannes de Doper Portret van Ginevra Benci p2
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Vanaf 1450: het landschap als positieve oneindige diepe ruimte, en niet meer als gevaarlijke ruimte die men gaat afschermen. o Doop van christus: Aanbrengen van licht en kleur: atmosferische perspectief Jan van Eyck: gevoel voor ruimte is instinctief, gevoel voor licht. Onderste deel is doopsel van Christus door Johannes in de Jordaan Bovenste deel is het kasteel van de rijken, verbonden met het onderste deel, door god. o Hubert en Jan van Eyck: polyptiek van het Lam Gods: Klassieke omsloten tuin, met centraal het Lam Gods en fontein. Licht komt van boven (God) en valt neer op het lam -> primaire kleuren Vanaf de 15e eeuw: landschap als achtergrond van triptieken.: o Zowel in Vlaanderen als in Italië o Empirisch gevoel versus wetenschappelijk perspectief o Italië: buste van voornaam persoon in perspectief (portret) o Piero della Francesca (leefde in dezelfde tijd als Da Vinci) o Wetenschappelijk perspectief: Mathematische zekerheid Diepte en verte aan de hand van methode Middel om landschap te veroveren. o Leonardo da Vinci: het laatste avondmaal; perfecte voorbeeld om het wetenschappelijke perspectief mee aan te tonen. o Verovering van de ruimte: Vlaanderen o Parapet: Jan van Eyck: Madonna met kanselier Rolin Van der Weyden: De heilige Lucas tekent de Madonna: Portret van heilige; financiële en politieke aspecten worden duidelijk. 2 kooplieden staan te wachten op de boot die komt met hun goederen, indien deze boten niet komen, zijn de kooplieden failliet; hiermee wil Van der Weyden de problematiek aantonen.
p3
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Verovering van de ruimte: Italië: o Bellini – Christus in Gethsename veel beweging in natuur, veel detail van de natuur. apostelen zijn al in slaap gevallen, terwijl Christus aan het bidden is tot God. Het licht trekt ons toe naar de hemel. o Heilige allegorie: 3 vrouwen, 4 spelende kinderen, 5 mannen aan het filosoferen. het heeft een specifieke betekenis. Op de achtergrond is er een herder aan het mediteren, rechts een kluizenaar die wordt opgewekt door half-mens/ half-ezel. o Da Vinci: Mona Lisa; achtergrond (landschap) valt niet op door de enorme levendigheid van de Mona Lisa. Men weet niet echt goed wat het is, Da Vinci wil geen romantiek weergeven in z’n schilderij. Schilderen was gewoon één van zijn manieren om zijn interesses weer te geven!!! o Giorgione: ‘Het onweer’ = het verhaal van Adam en Eva. Bliksemschicht: god is boos Het slechte weer verdringt ze uit het landschap, ze kijken alle 2 niet naar elkaar. Ze worden verbannen uit het paradijs. o Titiaan: Heilige liefde Zondelijk concert Venus met orgelspeler en cupido: het landschap wijst op het paradijs Veroveren van de ruimte in Duitsland. o Dürer: Molens bij Nurenberg: Het schilderij is niet op één moment geschilderd. De schaduw van de gebouwen en de grote boom verschillen. Zelfportret: nobele weergave om respect af te dwingen bij de rest van de mensen. (in Duitsland werd een schilder gewoon gezien als een ambachtsman.) p4
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
o Altdorf: Veldslag van Alexander: Strijd van Alexander tegen Darius III. Slingerbewegingen van zijn troepen gaan over in de wolken. Alexander staat centraal in het schilderij, juist onder het lint van het kader bovenaan. In de verte is de monding van de Nijl; Daar zal Alexander ‘Alexandrië’ stichten.
p5
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Tweede fase: (de vestiging in de verkende of veroverde ruimte) Alles begint laat is de 16e eeuw met Pieter Breughel de Oude, tot ca. 1775: inzet van pré-romantiek. Algemeen: o De gouden eeuw in Nederland. Hollandse bourgeoisie (met voorkeur voor portret en landschap) o Einde godsdienstenoorlog (reformatie en contrareformatie) o Hoogtij van de wetenschap, observatie, classificatie (in botanica: Christian Huygens) In de schilderkunst: o Rond 1550: Pieter Breughel de Oude tot 1774 (preromantiek) o Bij voorkeur: de Hollandse school (geïnspireerd door Vlaams realisme) o Pieter Breughel de Oude: Maniërisme: bergketen, verafgelegen achtergrond, rivieren of kusten vanuit een hoog standpunt. De grote vissen eten de kleinere; landschap als kader, is bijkomstig. Grotere landschappen, gebeurtenissen vormen één geheel met seizoenen en sferen. Vb.: Jagers in de sneeuw. Hij probeert je altijd in de val te lokken, zoals ook met ‘de val van Icarus’. (Icarus valt niet echt op in het schilderij, als je het verhaal niet kent, zou je Icarus niet opmerken.) Daïdarus: Daïdarus en z’n zoon Icarus willen vliegen, omdat ze gevangen zitten in een labyrint. Ze maken vleugels van veren en was, maar Icarus gaat te hoog, waardoor de wassen vleugels gaan smelten. Zo stort hij neer in de Icarische Zee. Op het schilderij vliegt een patrijs juist boven het water en langs het lichaam van Icarus. Dit is een 2de verhaal: tijdens zijn val zou Icarus opgevangen worden door een engel. Juist voor ze in het water zouden vallen, veranderd de engel Icarus in een patrijs. Het lichaam valt in het water. o 17de eeuw: de Hollandse School versus Breughel versus Italiaanse Landschap van de renaissance: Realistisch maar geen weergave van de zuivere werkelijkheid. Niet-religieuze profaan Geen mythologische helden Niet-geïdealiseerd: het gewone dagelijkse landschap Herkenbare gebeurtenissen (handelingen van mensen) Herkenbare plaatsen p6
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Bevraging van de natuurkrachten De hemel, het licht, … Grote holle luchten (veel lucht, weinig landschap) o De Italiaanse School: Ruimte is evenwicht Ruimte is gelukkig Ruimte is zonder melancholie Weidse vergezichten Rustige vergezichten Details van de streek Pure aanwezigheid van de natuur (niet de gebeurtenissen noch de personages zijn belangrijk) o Sterk doorgedreven specialisering is de landschapsschilderkunst: Portret Schutterstukken Stillevens Kerkinterieurs Landschappen: bergpartijen, zeegezichten, weide –of boszichten Vb.: Jan van Goyen: Haarlemmermeer; Wolken Weerspiegeling van wolken in het water Eenheid in sfeer en weergave van het licht o Albert Cuyp o Adriaan van de Velde: o Rembrandt Harmens zoon van Rijn: Romantiek Zwaar geladen landschappen Licht (schaduw-contrasten) Vb: dreigende wolken veel lucht Lichtvlekken (= contrast) o Jacob van Ruisdael - Zicht op Haarlem Romantiek door bewegend licht (en schaduwen) Veel details: vb. - Onweer dat opkomt of weggaat - Het zonlicht dat schijnt op het veld Veel bewegelijkheid in het schilderij, door de schuine lijnen in het landschap en de wolken. Hollandse school: o Midden de 17e Eeuw: meester in het schilderen van huizen en steden
p7
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Johannes Vermeer: o Huizen en steden binnen zichten o Vergelijking met kleurenfotografie o Groot gevoel voor banaliteit en schakeringen in tint, licht en donker + kleurenverhoudingen. o Meesters in weergave van details o Meesters in compositie Zicht van delft Weerspiegeling op water, maar geen letterlijke weerspiegeling Dreigende wolken … Jongvrouw aan haar virginaal ode aan het licht jonge vrouw staat pal in het midden van het schilderij lichtparels exterieur in interieur: o interieur: plooien in kleed, kaders aan de muur, kader van het raam, … o exterieur: buitenwereld, licht, schilderijen van landschappen,… Het straatje: Perspectief versterken door openingen en poortjes te gebruiken Er mee linken -> Pieter de Hoogh, doorkijkjes gebruiken, … Ook zoals Jan Steen, o Pieter Saenredam: Kerkinterieurs
p8
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Hollandse school: Hollandse schilders beelden eigen geringheid uit in een verheven natuur De zichtbare natuur heeft een soort religieuze betekenis. Toch zelfvertrouwen: door toepassing van perspectief de wereld reduceren tot een overzienbaar geheel. Afhankelijkheid: mens voorstellen als iemand die door de natuur wordt gedomineerd, de natuur is hoofdpersonage. Overgangsfiguren tussen de Hollandse landschapsschilders en de romantiek: Claude Gellée en Nicolas Paussin. o Claude Gellée: Rome Maakt tekeningen en een deel van zijn schilderijen in en naar de natuur Uitzonderlijk observatievermogen Subtiele toonverschillen Bewegingen op water Schijnbaar eenvoudige schilderijen maar enorme voorbereidingen: Tekeningen naar de natuur (deel van compositie) Tekeningen en schetsen naar de natuur als uitgangspunt voor schilderij Krijgt navolging bij de eerste Engelse aquarellisten Alexander Cozens en Gainsborough Voorbereide tekeningen voor de uiteindelijke compositie
Schilderijen met een hoog poëtisch gehalte: 1. Donkere coulisse langs één zijde: schaduw ervaren op de grond. 2. Tussen – of middenstuk met groot centraal motief (meestal met groep bomen): blijft soms achterwege 3. Twee delen (taferelen) die dicht bij elkaar liggen: achterste deel is oplichtende verte 4. Overgangen tussen verschillende plannen of taferelen: brugjes, rivieren, kuddes die stroom doorwaden Variatie in kleurtinten om overgangen te maken, effect van diepte Verhalen over Arcadië
p9
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Derde fase: (de vereenzaming van de romanticus in het geheimzinnig landschap aan de periferie van de cultuur) = aan de rand van… Eind 18e eeuw: o Romantiek o Het geheimzinnige landschap o Herkenning van de dominantie van de natuur o 2 stromingen om de natuur te bestuderen: door natuurwetenschappen, door verstand berekenbaar, de fysische natuur via ervaringen, gemoed, stemmingen, met gevoel ontroerend, de verheven natuur. o Archetype landschap: onmetelijk landschap met verloren eenling (vb. Een wandelaar) o Mens kijkt uit over de verte (met rug naar de aanschouwer) o Mens keert zich met overgave naar de natuur o Mens in bewondering voor de natuur o Gesprek tussen natuur en eenling; van enthousiasme tot melancholie o Voorkeur voor bergen, weiden, dalen, spiegelende meren, oude bomen, … o Raadselachtig landschap o Demonisch landschap De natuur = schoonheid en niet de waarheid (die door de wetenschap is gereduceerd); de schoonheid moet de natuur sublimeren. o Landschap is dé plek om één te worden: geest en natuur, mens en god, cultuur en natuur. o vooral in Engeland (Constable 1776 – 1837) o en Duitsland (Casper D. Friedrich 1774 – 1840) o De Engelse landschapstuin (naar schilderijen van Le Lorrain en Poussin) In de schilderkunst: o Casper David Friedrich (1774 – 1840) Melancholie Tragedie van het landschap Eenzame ziel op zoek naar God (de natuur is God geworden) Wandelen in het landschap Landschap schilderen als religieuze act Op zoek naar nieuwe genoegens en emoties door te wandelen in de natuur en door nieuwe gebieden te ontdekken. Voorliefde voor het exotische, het interessante, het zonderlinge, niet “andere”, het verbazingwekkende. Monnik in de zee: Wandelaar boven een zee van mist: De witte kliffen van Rügen: o Het is een zelfportret (hijzelf staat rechts) p10
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
o Z’n echtgenote zit links op de grond, wijzend naar iets in het dal, met haar ogen toe o Z’n oudere broer ligt in het midden op de grond, alsof hij iets aan het zoeken is. o De diepte wordt geaccentueerd door 2 bootjes in het verlengde van de vallei. De Watzmann: o Het is een schilderij dat bestaat uit 2 verschillende landschapselementen, deze zijn bij elkaar gevoegd, en vormen zo 1 fictief landschapsschilderij.
o Constable (1776 – 1837) Zie tentoonstelling Museum voor Schone Kunsten Gent Info over de permanente tentoonstelling te vinden op: www.vlaamsekunstcollectie.be Paardensprong: o Voorstudie met weinig detail, maar perfecte weergave (vb. Glinsteringen op het water, waterhoen, …)
Vierde fase: (de kortstondige verzoening van stad en land) midden 19e eeuw Impressionisme p11
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
Terug naar de natuur Stad vs. platteland zoals cultuur vs. natuur Verzet tegen de gangbare cultuur (Les Beaux Arts) School van Barbizon (1850 – 1875) o Aanzet tot bloei van het landschap o Vereniging van schilders in en rond de bossen van Fontainebleau. o Landschapsschilders (plain-airisme = openlucht schilders) Kunst = soort relegie van de natuur Onderwerp: natuur in verschillende verschijningsvormen (vb. Bossen, weiden, aarde, water, …) Schilderachtige, pittoreske plekjes Indien er mensen aanwezig zijn, dan zijn het boeren, herders, … Hoofdpersoon is de aarde Ernstige stemming Kleuren: donker bruin, groen, … (aardse kleuren) Romantici Verbinding tussen romantische schilders en impressionistische schilders Regelmatig contact tussen verschillende impressionistische schilders en de leden van de School v Barbizon Diaz (1808 – 1876), Dauligny (1817 – 1878), Millet (1814 – 1875), Th. Rousseau (1812 – 1875) en Courbet (1819 – 1877) o Theodore Rousseau: Lumière des Mont-Melard De typische kleuren van de aarde: groenen en bruinen o Corot (1796 – 1875): de essentie Geen loutere topografische studies Vormgeving en kleuren van het klassieke landschap De impressie in plaats van de waarheid. Vb. Souveniers de Marcoussis. veel bruinen, houtachtige tinten o Courbet & Millet: de menselijke werkelijkheid (realistische interpretatie) De natuur: realistische interpretatie Landschap van en voor iedereen Landschap is alledaags Het werk en inspanning van boeren en mensen uit het volk De natuur zoals je die ziet is mooi Het gaat in tegen de academische schilderkunst, de mens moet de natuur aanpassen met het oog op een ideaal: tekenen wat je ziet = vulgair
Vb. Vallée de d’Ornans: de verfijning is minder uitgesproken veel oppervlakkerig geschilderd Fotografie: ook om “alles” vast te leggen, te tonen, te herinneren: p12
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
o Is herhaalbaar: mechanisering van een menselijke handeling (maakt schilderen overbodig) o Is alzijdig: alles kan van oneindig veel kanten en gezichtspunten worden weergegeven o Men kan op elk tijdstip, op elk willekeurig moment van de dag, van het jaar iets vastleggen o Het is publiceerbaar en vermenigvuldigbaar en voor iedereen toegankelijk o Het reduceert alles tot een object, “een ding” o Dit zien we ook bij de impressionisten; dezelfde zaak op verschillende tijdstippen en vanuit verschillende gezichtspunten weergeven. Impressionisten: landschap van de bewoonde wereld in plaats van landschap van de romantische natuur. o Naturalisme o Verblijven bepaalde tijd in de bossen van Fontainebleau en keren dan terug naar de stad o Schilderachtig van de buitenwijken van de stad en van de stad zelf o De totale ruimte wordt schilderachtig o Onaristocratisch/democratische schilderkunst: wat geschilderd wordt is de gewone wereld van het volk, onopgesmukt en zonder pretenties. Alles is waard geschilderd te worden o Meer dan alleen op zoek naar schoonheid, bestuderen van hoe men kijkt, hoe licht en kleur ontstaan. o Variaties van licht en kleur volgens het moment van de dag o Schilders gaan in de natuur gaan schilderen in plaats van in het atelier: impressie op een bepaald uur van de dag van een landschap, een zee, een gestalte (ipv het schilderen van het landschap, de zee, …) o Kleurgebruik: rond 1860 vergelijkbaar met fotografische weergave v. Monet, Sisly, Pissaro: Het licht in al z’n hoedanigheid Wisselende tonaliteiten Verder dan het menselijk zien: een eigen impressie Vb. Claude Monet: le déjener sur l’herbe o De plooi van de kleren o De lichtinval op de bladeren o Het kaderen van het zicht (zoals bij een foto) o Grotere, maar toch beheerste lichtvlekken op kleren, …
Na 1885: over de top van het impressionisme p13
Sophie Lecompte
1BLTA1
Samenvatting Esthetica
o Overgang van het impressionisme naar expressionisme o Is de overgang van het ding naar het ‘dingachtige’ o Landschap wordt onderzocht op z’n ‘infrastructuur’ of zijn ‘verborgen architectuur’; op zijn onderliggende structuur. o Kan enkel door vervreemding van de vertrouwde of ‘gewone’ wereld en door het afdalen naar het onderliggende (als noodzaak om het geziene te funderen) o Zoektocht naar definitief standpunt om de betrekkelijkheid van vele mogelijke standpunten te overwinnen. Turner (1775 – 1851) -> tijdgenoot van Constable Licht door middel van kleuren Schilderij = kleur Symbool voor eigen aard Zee als belangrijke inspiratiebron Aquarel schilderijen Maakt eerste detailtekeningen en schetsen ter plaatse In atelier: eigen impressie, schildert naar geheugen Schaduwen worden geel, scharlakenrood Vertes worden alle kleuren van de regenboog, zoals parelmoer Bomen worden blauw Silhouetten zweven in nevel van kleur en mist Belangrijk: de opgedane ervaring ‘regen, stoom, snelheid’ Geen verhalende betekenis meer Natuur is ontembaar en destructief Van Gogh (1853 – 1890) Eerste expressionist Vloeiende bewegingen, krullen en punten Verschillende kleuren (verzadigt van het licht) Grote zonnen, kale knoestige bomen, chaotische rotsen Heldere kleuren : GEEL!!! Kleur anders dan bij Turner; ongestemd, wild, maakt gek Symbolen: wielen, spiralen, ongemengde verf, … Natuur wordt vervormd als uitdrukking van eigen wanhoop Tragische schilderkunst
p14