Sondevoeding thuis
Diëtetiek
1
U gaat met sondevoeding naar huis. Deze folder geeft informatie over het gebruik van sondevoeding en tips hoe u hiermee om kunt gaan.
Afdeling Diëtetiek Telefoon:
0591 - 69 12 57
Email:
[email protected]
2
Wat is sondevoeding Sondevoeding is een vloeibare voeding die via een flexibel slangetje -de sonderechtstreeks in de maag of darm wordt gegeven. Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die u dagelijks nodig heeft, zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines en mineralen, vezels en water. Sondevoeding kan de normale dagelijkse voeding geheel vervangen, maar u kunt sondevoeding ook als aanvulling naast de normale voeding gebruiken. Waarom sondevoeding U krijgt sondevoeding op advies van uw arts en/of diëtist. In veel gevallen is dit omdat u door bijvoorbeeld ziekte, een operatie, medicijnen of een behandeling (zoals chemokuren) niet of onvoldoende kunt eten. Een goede voedingstoestand is belangrijk om uw conditie en weerstand te behouden en/of te verbeteren. De duur van sondevoeding kan variëren. Bespreek dit met uw arts of diëtist. Manieren om sondevoeding toe te dienen Er zijn verschillende manieren om sondevoeding toe te dienen. Uw arts of diëtist bepaalt in overleg met u welke manier het beste bij u past. • Continu De sondevoeding loopt druppel voor druppel binnen, over 24 uur. Afhankelijk van de hoeveelheid voeding die u nodig hebt, wordt de pompstand berekend. Vaak krijgt u de sondevoeding met een pomp toegediend. • Aanvullende sondevoeding (Intermitterend) De sondevoeding wordt druppelsgewijs, gedurende 1 of 2 dagdelen toegediend. Dit kan bijvoorbeeld ’s nachts gebeuren als u de sondevoeding als aanvulling op uw normale voeding gebruikt. De rest van de dag wordt uw sonde afgekoppeld en afgesloten. • Per portie (per bolus) De sondevoeding wordt meerdere malen per dag (6-8 keer) gegeven, met een spuit. Vaak zijn dit volumes van 200-300 ml per keer.
3
Gewicht Houdt thuis uw gewicht in de gaten. Het advies is om uzelf 2 x per week te wegen, op hetzelfde tijdstip. Indien er sprake is van ongewenst gewichtsverlies of ongewenste gewichtstoename, neem dan contact op met uw diëtist of uw huisarts. Hygiëne Goede hygiëne is belangrijk omdat de voeding in het pak, de sonde en de hulpstukken gevoelig zijn voor de groei van bacteriën. Adviezen; − Was uw handen altijd en werk zo hygiënisch mogelijk − Controleer de uiterste houdbaarheidsdatum van de sondevoeding. − Verwissel het toedieningsysteem of de pompset welke 24 uur. − Laat de sondevoeding nooit langer dan 24 uur aanhangen − Bewaar een geopend pak sondevoeding altijd in de koelkast, nooit langer dan 24 uur. Mond/gebit verzorging Het is belangrijk om uw mond en gebit goed te verzorgen als u sondevoeding gebruikt. U maakt weinig speeksel aan als u sondevoeding gebruikt, hierdoor kunnen ontstekingen aan het mondslijmvlies of het tandvlees ontstaan. Adviezen: − Poets meerdere malen per dag uw tanden en tandvlees − Houdt de mond vochtig door regelmatig te spoelen met water of door af en toe een zuurtje of kauwgom te gebruiken (mits toegestaan) − Gebruik lippencrème of zalf om de lippen soepel te houden − Verzorg ook uw neus goed, met een in water gedrenkt gaasje of wattenstaafje.
4
Doorspuiten van de sonde Om te voorkomen dat de sonde verstopt raakt, is het belangrijk deze regelmatig door te spuiten met lauwwarm water. 4-6 x per dag doorspoelen met 20-40 ml water − voor én na het verwisselen van de voeding; − voor én na het toedienen van een portie; − voor én na het toedienen van medicatie; − voor het slapen gaan en na het wakker worden; − éénmaal per dag als de sonde niet wordt gebruikt. Tips bij een verstopte voedingssonde Als u weerstand voelt bij het doorspuiten van de sonde, probeer dan niet geforceerd door te spuiten. Trek met behulp van een spuit het overtollige water boven de verstopping op, en spuit vervolgens lauw water door de sonde, met behulp van een 50 ml spuit. Als de sonde nog steeds verstopt is rol dan de sonde voorzichtig tussen duim en wijsvinger in de lengte van de sonde. Probeer opnieuw door te spuiten. Gebruik geen zure oplossingen zoals vruchtensappen, cola om de sonde door te spuiten! Deze vloeistoffen kunnen de sondevoeding laten schiften.
5
6 −
− −
−
Te hoge toedieningsnelheid
Verkeerde houding
Sondevoeding wordt te koud toegediend
Vertraagde maagontlediging
Obstructie in het maag-darmkanaal
Onderliggend ziektebeeld
Er is sprake van (koemelk)allergie
−
−
−
−
−
−
−
tegen misselijkheid
Raadpleeg de huisarts. Gebruik eventueel medicijnen
mertemperatuur
Zorg dat de sondevoeding toegediend wordt op ka-
Neem een halfzittende houding aan
overleg met de arts/diëtist
Vertraag de pompstand of verklein de portiegrootte in
Controleer de ligging van de sonde
Oplossing
−
Mogelijke oorzaak
Misselijkheid en braken
Problemen en oplossingen
7
−
−
− −
Te snelle toediening sondevoeding
Sondevoeding wordt te koud toegediend
Sondevoeding bevat geen vezels
Bijwerkingen van medicatie
Er is sprake van (koemelk)allergie
−
−
−
−
−
−
−
Niet hygiënisch handelen
mogelijk de medicatie aan te passen
Neem contact op met uw arts/apotheker om indien
Gebruik een sondevoeding met vezels
mertemperatuur
Zorg dat de sondevoeding toegediend wordt op ka-
arts/diëtist
Start intermitterend voeden in overleg met de
overleg met de arts/diëtist
Verlaag de pompstand of verklein de portiegrootte in
Ga hygiënisch te werk
Oplossing
−
Mogelijke oorzaak
Diarree
8 −
− − −
U krijgt te weinig vocht binnen
De sondevoeding bevat geen vezels
Gebrek aan lichaamsbeweging
Door bijwerkingen van medicatie
−
−
−
mogelijk de medicatie aan te passen
Neem contact op met uw arts/apotheker om indien
Zorg, indien mogelijk, voor voldoende beweging
Gebruik een sondevoeding met vezels
de sonde)
eventueel aan met extra water (voor doorspuiten van
Gebruik 2 liter vocht, inclusief sondevoeding. Vul
Oplossing
−
Mogelijke oorzaak
Obstipatie
9
Te dikke of te stugge sonde
Sonde drukt te lang op een plaats van de neus
Sonde schuurt bij het slikken
Pleister zit te strak op de neus
−
−
−
−
Mogelijke oorzaak
Irritatie van neus, keel of slokdarm
−
−
−
−
Vervang de pleister regelmatig
gen met slikbewegingen.
Bevestig de sonde zodanig dat deze mee kan bewe-
logische zoutoplossing
de neushygiëne. Gebruik daarvoor vaseline of fysio-
Vervang de pleister regelmatig en zorg voor een goe-
riaal (PUR of siliconen)
Gebruik een dunnere sonde, of van een ander mate-
Oplossing
Voedingsvoorschrift Soort voeding*
: _______________________________
Totaal aantal ml. voeding / 24 u
: _______________________________
Wijze van toediening
□ Met pomp
soort: _____________________________
□ Continu: Pompstand
_________ ml/uur
□ ‘s Nachts: van ____ uur tot ____ uur pompstand
_________ ml/uur
□ Met tussenpozen (intermitterend) ______
□ Zonder pomp
/dag
Inloopsnelheid
_________ ml/uur
Portietoediening
_________
/dag
_________ ml/uur Zwaartekracht
_________ ml/_____ _________ druppels/minuut
Neusmaagsonde
□ Ja □ Nee
10
datum ingebracht: _____________
Opbouwschema Datum (dag 1)
Datum (dag 2)
Datum (dag 3)
Datum (dag 4)
Hoeveelheid Pompstand
Dieet naast sondevoeding: ______________________________________ Machtiging aangevraagd bij: _______________ datum: ______________ geldig tot: ________________
* het is mogelijk dat u thuis andere voeding toegestuurd krijgt van de leverancier, dan de voeding die u in het ziekenhuis heeft gekregen. De diëtist vraagt altijd sondevoeding aan afgestemd op uw behoefte en specifieke situatie, echter er zijn vaak meerdere fabrikanten die deze voeding kunnen leveren. U kunt te allen tijde het voorschrift van de diëtist volgen, ongeacht de voeding die u geleverd krijgt. Bij vragen kunt u contact opnemen met uw diëtist. (bron: handleiding bij het gebruik van sondevoeding thuis, Sorgente en gebruikersinformatie Nutrison sondevoeding, Nutricia)
11
Telefonisch spreekuur: op werkdagen van 09.00-9.30 uur Tel. 0591 - 69 12 57 12
MA 2136 08-13-v1 H
Scheper Ziekenhuis Afdeling Diëtetiek Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen