Sociale psychologie en praktijkproblemen
Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing
prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen
tweede, herziene druk
Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem 1995
© 1995 A.P. Buunk, Groningen en P. Veen, Weybridge (Engeland) Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reproprecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. ISBN 978-90-313-1765-3 NUR 775 Ontwerp omslag: Ebe van der Meer bNO Eerste druk, eerste oplage 1985 Eerste druk, tweede oplage 1986 Eerste druk, derde oplage 1992 Tweede druk, eerste oplage 1995 Tweede druk, tweede oplage 1999 Tweede druk, derde oplage 2001 Tweede druk, vierde oplage 2008
Bohn Stafleu van Loghum Het spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten www.bsl.nl
Inhoud
Woord vooraf
9
Inleiding
11
1
13
2
Het toepassen van theorieën 1.1 Voorbeeld van de toepassing van sociaal-psychologische inzichten 1.1.1 Het probleem 1.2 De relevantie van de sociale psychologie 1.3 Toelichting en overwegingen 1.4 Verdere uitwerking van het interventieprogramma 1.5 Problematisering van de toepassing: eenvoudige schijn bedriegt 1.5.1 Van probleem tot probleemstelling 1.5.2 Van probleemstelling naar verklaringen 1.5.3 Van verklaringen naar procesmodel 1.5.4 Van model naar interventieprogramma 1.6 Het toepassen van theorieën Opdracht 1 Van probleem naar probleemstelling 2.1 Probleem versus probleemstelling 2.2 Criteria voor een goede probleemstelling 2.2.1 Twee dialogen 2.3 Kernvragen om van probleem tot probleemstelling te komen 2.3.1 Wat is het probleem? 2.3.2 Is er sprake van een toegepast probleem waarvoor een interventie gevonden moet worden? 2.3.3 Is er sprake van een concreet probleem? 2.3.4 Waarom is het een probleem? 2.3.5 Voor wie is het een probleem? 2.3.6 Wat zijn de mogelijke oorzaken en achtergronden van het probleem? 2.3.7 Is het een sociaal-psychologisch probleem?
13 13 14 19 20 21 21 22 24 25 25 31 33 33 36 36 39 39 40 40 41 42 43 44
6
Hoofdstuk 1
2.3.8 Lijkt het probleem beïnvloedbaar? 2.4 Methoden van verkennend onderzoek bij de uitwerking van de probleemstelling 2.4.1 Achtergrondinformatie 2.4.2 Wetenschappelijke literatuur 2.4.3 Verkennende interviews en observaties 2.5 De uiteindelijke formulering van de probleemstelling Opdracht 2 3
Opstellen van theoretisch gefundeerde verklaringen voor problemen 3.1 Het specificeren van de eindvariabelen 3.2 De divergente fase: genereren van zoveel mogelijk verklaringen 3.2.1 Verklaringen via associatie 3.2.2 Verklaringen via interviews en observatie 3.2.3 Verklaringen via theorieën 3.3 Theoretische benaderingen van integrerende verpleegkunde 3.3.1 De probleemstelling 3.3.2 De onderwerpgebonden benadering 3.3.3 De begripsmatige benadering 3.3.4 De deductieve benadering 3.4 De convergente fase: reduceren van het aantal verklaringen 3.4.1 Reductie door overlap en irrelevantie eruit te halen 3.4.2 Reductie door toetsing van de geldigheid van de theoretische verklaringen 3.4.3 Reductie door plausibiliteit vast te stellen Opdracht 3
46 46 47 48 49 53 54 57 57 59 60 61 67 68 68 68 71 74 76 76 77 80 83
4
Opstellen en toetsen van een procesmodel 87 4.1 Opstellen van een procesmodel 87 4.1.1 Een procesmodel voor het bevorderen van groepsgerichtheid 88 4.1.2 Een procesmodel voor eenzaamheid 91 4.1.3 Aanwijzingen voor het opstellen van een procesmodel 96 4.1.4 Empirische toetsing van het procesmodel 97 Opdracht 4 106
5
Ontwikkelen van een interventieprogramma 5.1 De keuze van ingangen voor het verzinnen van interventies 5.2 Verzinnen en uitwerken van interventies 5.3 De divergente fase: genereren van mogelijke interventies 5.4 De convergente fase: opstellen en uitwerken van een interventieprogramma 5.5 Implicaties van de interventies 5.6 Evaluatie van de interventie Opdracht 5
119 122 126 128
Het toepassen van theorieën: nawoord en terugblik
130
6
107 107 113 113
Hoofdstuktitel
7
Literatuur
132
Zakenregister
139
Over de auteurs
143
Woord vooraf
De geschiedenis van dit boek begint bij een cursus die de tweede auteur gaf in het kader van de opleiding in de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Uit die cursus kwam de voorganger van dit boek voort, die in veel opleidingen sociale psychologie werd gebruikt. Het bewerken van deze voorganger door de eerste auteur kwam ook tot stand aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hoewel een aantal elementen uit de eerste druk duidelijk herkenbaar is en veel ideeën en voorbeelden uit die druk zijn behouden, is de nieuwe druk uiteindelijk toch een ander boek geworden. Daarvoor zijn verschillende redenen. Allereerst heeft de toegepaste sociale psychologie de afgelopen tien jaar in Nederland een hoge vlucht genomen, mede door de inspanningen van de Associatie van Sociaal Psychologische Onderzoekers (ASPO). Over allerlei toepassingsgebieden is nu meer kennis beschikbaar dan in het begin van de jaren tachtig toen de eerste druk van dit boek verscheen. Een deel van die kennis is als illustratie in dit boek verwerkt. Maar meer nog dan ontwikkelingen in het onderzoek, hebben ervaringen met het geven van onderwijs, gebaseerd op de eerste druk van het boek, geleid tot tal van veranderingen. Tal van passages die moeilijk toegankelijk bleken voor studenten zijn gewijzigd of weggelaten. Bovendien is meer dan in de vorige druk getracht goed hanteerbare, praktische richtlijnen aan te reiken. Ook is meer aandacht besteed aan het opbouwen van procesmodellen en vooral aan het empirisch onderbouwen van dergelijke modellen. Voorts is explicieter ingegaan op het type oplossingen dat met de beschreven methode kan worden ontwikkeld. Aan de rol van onderzoek wordt in verschillende hoofdstukken aandacht besteed en niet meer in een apart hoofdstuk. De hoofdstukindeling is dan ook gewijzigd en volgt nu direct de verschillende stappen in de procedure. Elk hoofdstuk wordt gevolgd door een opdracht die direct aansluit bij de in dat hoofdstuk behandelde ‘stap’, en die goed in het kader van de cursus kan worden gemaakt. Wij willen met name dr. N. van Yperen bedanken voor zijn commentaar, en wij hopen dat dit boek studenten leert hoe sociaal-psychologische kennis in de praktijk toe te passen. A.P. Buunk P. Veen