17/12/2012
Sociaal werk en duurzame (stads)ontwikkeling Gastcollege UA – Ma SW Antwerpen 18 december 2012 1
Situering ► ► ►
►
►
Inhoud
Project SOWEDO: Oriëntatie van Sociaal Werk op DO Sociaal werk als beroep: eigen missie en praktijk Gepaste interpretatie van DO Binnen missie en traditie van SW Huidige analyse van ecologische crisis Toetsing van ideeën: Werkveld: interviews – vernieuwende praktijken Uitdieping via focusgroepen Lerend netwerk: docenten SW + werkveld Resultaat: Generiek kader voor SW-praktijk: ‘sociaal-ecologische benadering’: dubbele beweging: ►SW ecologiseren ►Sociale dimensie van DO versterken Boek: Een veerkrachtige samenleving
1. 2. 3. 4. 5.
De uitdaging: transitie Wie? Sociaal Werk en civiele samenleving Een gepast beeld voor DO DO en SW-praktijk Wat te doen? Veerkracht als leidraad
Vanuit oogpunt SW, maar betekenis voor bredere samenleving. 4
Ecologische ‘Overshoot’ 1.
De uitdaging: transitie naar andere samenleving Een duidelijk uitgangspunt dat de ecologische crisis en sociale problemen verbindt: pedagogiek van de ecologische voetafdruk LPR-rapport 2010 (WWF): Mondiale ecologische voetafdruk in 2007 : 5
50% groter dan draagvlak planeet aarde = 1,5 planeet
1
17/12/2012
De huidige consumptie- en productiepatronen zijn sociaal en ecologisch niet duurzaam
Rechtvaardige consumptie- en productiepatronen : niet noodzakelijk duurzaam
Onrechtvaardige verdeling
Ecologische ‘overshoot’
Gebaseerd op Carley en Spapens
Gebaseerd op Carley en Spapens
Impasse !
Grenzen aan de groei
► Huidige
maatschappelijk systeem biedt geen uitweg! (dus geen business as usual)
1972
► Centraal
probleem: groei-economie (cf. Tim Jackson Prosperity whitout growth) ► Verbonden culturele verwachtingspatronen (vb. wij moeten eerst nog aan de bak kunnen komen)
D.H. Meadows, et. al., The Limits to Growth, Universe Books, New York, 1972, p.124
1972
2011
‘Grenzen aan de groei’ We kunnen het niet meer ontkennen
Nederlands Planbureau voor de Leefomgeving (2009) Growing wiihin limits (www.pbl.nl)
2
17/12/2012
De uitdaging ► Behoeftebevreding
en creëren van welzijn voor elke wereldbewoner met behoud van het ‘natuurlijk kapitaal’. ► Dat vereist: dematerialisering van de economie een rechtvaardige verdeling van welvaart (Spirit Level) een nieuwe visie op welzijn: cruciaal: levenskwaliteit ► Dat
betekent: Transitie naar een ander type samenleving: zal sowieso plaats vinden!! (ten goede of ten kwade)
Ecologische rechtvaardigheid: contractie en convergentie
Noodzaak nieuw paradigma Stelling: Het samenlopen van verscheidene mondiale crisissen – ecologisch, sociaal, economisch, financieel… – wijst erop dat ons maatschappelijk systeem is vastgelopen. Het kan daar slechts op basis van nieuwe grondslagen uitkomen. Die hebben te maken met het dominante mens- en wereldbeeld, maar vervolgens ook met de theoretische kaders die op basis daarvan ontstaan en gehanteerd worden.
Transitie naar sociaal-ecologische economie Hoge levenskwaliteit maar... zware voetafdruk
Decent work & green jobs Hoge levenskwaliteit, beperkte voetafdruk
Naar P.T. Jones en R. Jacobs: "Terra Incognita", 2006
Transitie is systeemverandering
Transitie Ecol Econ (PTJONES) Oktober 2008
1 6
Verloop transities
► Met
het begrip ‘transitie’ bedoelen we een diepgaand maatschappelijk veranderingsproces gedurende verschillende generaties. ► Een duurzaamheidstransitie behelst een combinatie van parallelle veranderingen in de belangrijkste deelsystemen van de samenleving – denk aan het energiesysteem, het mobiliteitssysteem, het voedingsmodel, enz. ► Een transitie is het resultaat van de interactie tussen technologische, economische, ecologische, sociale, institutionele en culturele ontwikkelingen.
3
17/12/2012
3 niveaus: meso: regimes Regime = de dominante structuur, cultuur en praktijken – meestal stabiel: de ‘gangbare’ manier om maatschappelijke behoeften in te vullen; de mensen, technologieën, instellingen en structuren die daarvoor zorgen; de regels en denkkaders die daarbij gehanteerd worden. Voorbeelden: automobiliteit; sociale zekerheid
3 niveaus: macro: landschap
3 niveaus: micro: niches Niches = radicale innovaties: nieuwe manieren om maatschappelijke behoeften in te vullen; praktijken die sterk afwijken van de gangbare manier van doen; bijhorende nieuwe denkbeelden; aanvankelijk weinig stabiel en performant, maar gedragen door kleine, toegewijde netwerken. Voorbeelden: autodelen; vormen van sociale economie
Multi-level karakter van transities
Landschap = brede horizon van het maatschappelijk systeem: grote maatschappelijke ontwikkelingen op vlak van politiek, cultuur, wereldbeelden (vb. ‘groei’) natuurlijke kenmerken die meestal traag veranderen (vb. klimaat, biodiversiteit) grote onverwachte gebeurtenissen (vb. Tsjernobyl, 9/11, monetaire crisis).
Kansen tot systeemverandering
Transitie: niet beter maar anders
► Regime
is meestal stabiel: verbeteringen hebben het karakter van nieuwe stabiliserende verbindingen (coevolutie). ► Vernieuwing via doorbrekende niches bij ‘windows of opportunity’: ontwikkelingen op landschapsniveau (vb. bevolkingsdruk, sociaal-ecologische crisis) contradicties binnen het regime (vb. files) © VITO
4
17/12/2012
Duurzame productie en consumptie: sociaal rechtvaardig, ecologisch houdbaar
DO: een politiek begrip ► DO
is geen precies begrip:
reflecteert de complexiteit van de kwesties die in het geding zijn ► DO
levenskwaliteit
macht en inspraak
is een politiek begrip
Cf. rechtvaardigheid, vrijheid krijgt inhoud vanuit verschillende belangengerichte standpunten ► DO
draagkracht
rechtvaardigheid
maakt deel uit van maatschappelijk debat omtrent richting die onze samenleving moet uitgaan.
Gebaseerd op Carley en Spapens
Transitie is multi-actor proces
Leiderschap
2. WIE?
www.seppo.net
Kennisinstellingen
“Triple helix”
SOCIAAL WERK & CIVIELE SAMENLEVING
MVO
27
28
DO: top-down versus bottom-up Spanning tussen gedepolitiseerde concepten van DO (post-politieke consensus), met nadruk op multistakeholderoverleg en concepten van het ecologische als een nieuw terrein van sociaal-politieke strijd (cf. ecological justice movement).
Civiele samenleving: o.a. groepen en bewegingen
Vragen voor SW ►DO
is een politiek begrip ►Welk begrip van DO? ►Welke agenda, criteria, processen? DO: een maatschappelijk transitieproces dat geen enkel domein van de samenleving onaangeroerd laat. DO is onontkoombaar kader voor het SW Brede morele agenda van DO: sluit aan bij missie van het SW (cf. internationale definitie)
29
5
17/12/2012
Vergelijking van normatieve principes Duurzame ontwikkeling
Sociaal werk
behoeftebevrediging
verhogen welzijn
respect voor ecologische grenzen
- afwezig - compatibel: afhankelijk van het gehanteerde begrip van welzijn: hier deelt het SW in de problemen van onze samenleving, zoals zich die ook voor DO stellen
gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid (in de eerste plaats tussen landen)
- impliciet: volgt uit algemene opvattingen van billijkheid, aandacht voor eigen mogelijkheden/beperkingen mensen - kenmerkt ook empowerment - accent op onderscheid tussen individuen en tussen groepen in de samenleving, i.p.v. tussen landen
mondiale rechtvaardigheid
ja
intragenerationele solidariteit
ja
intergenerationele solidariteit
compatibel: afhankelijk van verantwoordelijkheidsbegrip (als gedifferentieerd compatibel met empowerment)
actieve participatie en inspraak
Ja
gendergelijkeid en aandacht voor diversiteit
ja
SW & DO: kunnen elkaar versterken ►
SW dient zijn contextuele kijk te verbreden tot de fysische omgeving (cf. eco-social approach) de notie ‘biofysische grenzen’ in rekening brengen betekenis van natuurlijke omgeving voor welzijn aandacht voor ruimtelijke planning en inrichting
►
SW kan sociale dimensie van DO verder uitdiepen emancipatorische focus bottom-up benadering van empowerment en participatie vormen daarbij een troef focus op verdelingsvraagstukken verscherpen bevorderen van sociale economie
►
SW kan de focus van DO op behoeften helpen verbreden naar andere aspecten van welzijn, in het bijzonder welke refereren aan nieuwe visies op een betekenisvol leven (cultureel aspect).
Werk en/of beweging? SW gekenmerkt door onophefbare spanning tussen SW als ‘werk’ (goed werk leveren binnen de bestaande contexten en organisaties), en SW als ‘beweging’ van maatschappelijke verandering (cf. internationale definitie) Op theoretisch vlak komt dat uiting in diverse stromingen binnen de SW-theorieën
Overeenkomsten SW en DO ► Grote
normatieve gelijkenis wat betreft aandacht voor welzijn, rechtvaardigheid, mensenrechten, diversiteit en participatie ► Gemeenschappelijke kenmerken: procesgericht: sociale verandering (transformationeel) multi-level multi-actor
Stelling: Het SW heeft de potentie om de noodzakelijke holistische aanpak van de sociale, ecologische en economische dimensies van een maatschappelijk probleem te bevorderen.
DO: kwaliteit van de samenleving ► Begrip
van welzijn: niet meer gekoppeld aan steeds groeiende materiële welvaart (boven bepaald niveau neemt welzijn niet meer toe)
► Richting
voor nieuwe invulling:
intrinsieke kwaliteit van onze relaties op alle niveaus van het samenlevingsverband basis: ander wereld- en mensbeeld (ecologisch = intrinsiek relationeel) voorwaarde: consumptie inruilen voor tijd centrale opgave: gemeenschapsopbouw op basis van burgerschap en erkenning verschil
Ecologische tradities in sociaal werk Tijdslijn
Benadering van sociaal werk
1880-1940 opkomende industrialisering
Addams: urban ecology community work
Richmond: holistisch denken van persoon-in-omgeving
1950-1960
eco-kritische benadering
syteemtheoretisch denken
1970-1980 alternatieve bewegingen en radicalisme
Alternativbewegung,Ökologie und Sozialarbeit (1981)
publicaties vanaf 1973 Germain & Gitterman (1980) Wendt (1982) Meyer (1983)
vanaf 1985 ‘risicomaatschappij’
Opielka (1985) Beck (1986)
1990laatmoderne samenleving
Matthies (publ. vanaf 1987) Hoff & McNutt (1994)
vanaf ca. 1995
convergentie van verschillende perspectieven - ecological social work: Besthorn (1997), Coates (2003) - eco-social approach: Matthies e.a. (2001)
verlichting en positivisme ontwikkeling nieuw milieubewustzijn
Wendt (1990) Germain (1991) Meyer (1995)
Naar Närhi & Matthies 2001
6
17/12/2012
Paradigma: wereldbeeld 3. Een gepast beeld voor DO: Communicatieve kracht Relationeel wereld- en mensbeeld Interpretatie vanuit systeemtheorie
Een systemisch (holistisch) beeld
modern
ecologisch
lineaire causaliteit
systemisch - complexiteit
enkel richting
reciprociteit
atomistisch
verbondenheid - interdependentie
uniformiteit
diversiteit
duurzaamheid: efficiëntie
duurzaamheid: veerkracht (resilience)
abstracte ruimte en tijd
concrete plaats en geschiedenis
oneindige groei
biofysische grenzen
Voordelen holistisch beeld ► Reëler
Ecosysteem Samenleving
Economie
d.i. ecologischer wereldbeeld belang van behoud ‘natuurlijk kapitaal’ duidelijker ► Sluit aan bij concept van ecologische economie ► Inbedding van de economie in de samenleving ► Sluit aan bij contextuele visie in traditie van SW: Person-in-Environment ► Maakt duidelijk waarom ecologische vraagstukken ook sociale vraagstukken zijn ► Bemiddelende positie van de sociale sfeer voor maatschappelijke (en politieke) actie ► Maakt
Economie en duurzame ontwikkeling Leefmilieu wordt beter beschermd Samenleving streeft naar en Ecologisch duurzamer verbeterd en sociaal meer cohesief systeem Economie draagt bij via MVO
Actie via collaboratief bestuur (governance), innovatie en verandering
4. DO (transitie) en SW-praktijk: Empowerment, sociaal kapitaal en veerkracht
Bron: Nigel Roome
7
17/12/2012
3 samenhangende multilevelconcepten
Beeld van SW & DO ► Sociaal
kapitaal: basis voor veerkracht voorwaarde voor empowerment ► Empowerment:
Samenleving streeft naar ecologisch duurzamer en sociaal meer cohesief systeem Sociaal Werk draagt bij via empowerment
► Veerkracht:
Opbouw Sociaal kapitaal
Praktijkparadigma: proces + resultaat Multilevel: van individu tot politiek niveau ► Verbonden
via versterkende feedback
Geïnspireerd door Nigel Roome
Empowermentproces Empowerment als reële sociale verandering
Veerkracht
Empowermentproces Empowerment als reële sociale verandering
Gekoppelde processen van individuele en sociaal-politieke verandering
Veerkracht
Sociaal (cultureel) kapitaal
Sociaal (cultureel) kapitaal
Eigen sterktes (krachten)
Eigen sterktes (krachten)
Paradigma SW: empowerment Beslissend als fundamentele ‘paradigmaverandering’ in de praktijk van het SW (maar ook voor de samenleving!): omruilen van het medisch/pathologisch model met zijn klemtoon op deficiënties, voor een positieve visie op de eigen mogelijkheden van cliënten en doelgroepen, die daarbij benaderd worden als ‘partners’ van het SW, als participanten in een proces van leren, ontwikkeling en sociale verandering. DO: aanspreken als burger i.p.v. als consument
Gewenste richting?
Gekoppelde processen van individuele en sociaal-politieke verandering
Power - macht ► Verhouding ► Positief:
tussen mensen partnership (power with) :
empowerment als proces van positieve interactie waarin ‘gezamenlijk’ vermogen tot handelen stijgt bij erkenning en samenbrengen van ieders (individuen + groepen) mogelijkheden: verbindend werken – vergroten sociaal kapitaal
dominantie (power over) van belang: empowerment (proces) is nodig om dominantie te overwinnen i.f.v. sociale verandering (resultaat)
► Negatief: ► Beide
8
17/12/2012
Sociaal kapitaal
SW-praktijk: opbouw sociaal kapitaal ► Een
grondige transitie van de samenleving vereist een grote veerkracht ervan: - diversiteit en verbondenheid (systeemtheorie) ► Iedereen heeft het recht om daaraan te participeren en bij te dragen. Wat om solidariteit en sociale inclusie vraagt. ► Werken aan de opbouw van sociaal kapitaal is dus zowel voorwaarde als onderdeel van een duurzaamheidtransitie.
► Coöperatief
en multilevel actieproces: sociaal kapitaal voor SW is
“a process of building trusting relationships, mutual understanding and shared actions that bring together individuals, communities and institutions.” (Loeffler)
Sociaal kapitaal: 3 niveau’s
Empowerment als kern ►
►
Uitgangshypothese: empowerment is een min of meer uitgewerkt normatief-methodisch kader dat het SW toelaat om bij het werken met de eigen specifieke doelgroepen op een goede manier de verbinding te maken met een omvattender proces van DO. Uitdieping via de Eco-Social Approach, een onderzoeksproject rond sociale exclusie in Europese steden: drie basisconcepten: ‘Eco-sociale benadering’ als een brede contextuele kijk, met meer aandacht voor de fysische omgeving dan gebruikelijk; In de kern: het sociale actieconcept van empowerment en burgergerichte praktijk; Social impact assessment (SIA) onder de vorm van participatief onderzoek door sociaal werkers maakt de band tussen beide.
Naar Mathbor, Int.SW 2007
The eco-social approach
Model voor sociaal-ecologische actie Ecosysteem
Eco-sociale context Samenleving Sociaal leren Sociaal leren Participatief onderzoek Structureel werken… Empowerment Empowerment
Opbouw Sociaal kapitaal & veerkracht
Participatief onderzoek (SIA)
9
17/12/2012
SW & DO: sociale economie Ecosysteem Samenleving
Economie: MVO SE
Meer inclusief arbeidsmodel
SW: Empowerment
5. Wat te doen? Veerkracht als oriëntatie 56
SW als bijdrage tot transitie
Veerkracht over niveaus: panarchie
► Verschuiving
van het zwaartepunt in de richting van ‘transformationeel’ werken
► Argument:
crisis(sen):
nu kansen grijpen, nl. de huidige
zetten de dominante regimes onder druk vormen zo een ‘window of opportunity’ Voorbeeld: huidige SZ-stelsel is groeiafhankelijk; hoe omgaan met de druk daarop?
Welke niches ontwikkelen? Basiscriterium: veerkracht ontwikkelen. Walker & Salt 2006:91
Adaptieve cyclus van een (sociaal)ecologisch systeem
Definitie veerkracht ► Veerkracht
is het vermogen van een systeem om verstoringen op te vangen en zich tijdens momenten van verandering zodanig te reorganiseren dat het systeem in essentie dezelfde functie, structuur, identiteit en terugkoppelingen behoudt. (Resilience Aliance)
►=
emergente eigenschap van systeem: resultaat van de synergie tussen onderdelen
10
17/12/2012
Duurzaamheid van een systeem: functie van veerkracht én efficiëntie
Veerkracht: systeemecologisch ► ► ► ►
►
►
Leefbaarheid van een systeem hangt af van een goede balans tussen efficiëntie en veerkracht. Veerkracht is gebaseerd op een diversiteit van deelsystemen en processen, en op de connecties daartussen. De aard van de connecties is van belang: eerder losse netwerken van relatief autonome delen (geen hubs). Het eenzijdig nastreven van efficiëntie via een stroomlijning van deelsystemen en processen doet afbreuk aan de veerkracht van het systeem, omgekeerd is ook te lage efficiëntie problematisch. Duurzame Ontwikkeling: eenzijdig op efficiëntie gericht managementmodel bewerkstelligt net tegenovergestelde van wat beoogd. Bottom-up voorbeeld: Transition Towns
Bron: www.lietaer.com
Veerkracht versterken ► Soms
afzien van extra productiviteit en efficiëntie
► Manieren:
Losser maken van aantal nauwe koppelingen in economie en samenleving (vb. gedecentraliseerd energiesysteem; lokale voedselproductie) Buffercapaciteit vergroten (vb. voorraden; regenwaterput; extra vaardigheden) Ruimte voor overtolligheid (redundantie): extra mogelijkheden of voldoende back-upsystemen (vb. aandacht voor laterale vormen van ondersteuning en hulp; gereedschappen) opm.: vermogens (capabilities) eerder dan competenties Efficiëntie die afhankelijkheid van hulpbronnen vermindert (vb. isolatie)
1. Problemen opvangen In stand houden en verbeteren van welzijn: ► milieuverontreiniging en vernietiging van hulpbronnen (gezondheid, onvoldoende voedsel of water, slechte woonkwaliteit) ► stijgende prijzen van energie, voeding, wonen en mobiliteit (honger, schulden, thuisloosheid) ► verminderde kwaliteit of tekort van landbouwgrond (migratie en milieuvlucht)
Sociaal-ecologische praktijk ► 1.
Opvangen van problemen: ►uit
het verleden van verandering
►tengevolge
► 2.
Voorbereiden op verandering ► 3. Participeren in verandering Praktijken afgestemd op analyse van concrete sociaal-ecologische context Samenhang tussen 2 & 3: veerkracht
2. Voorbereiden op verandering (1) Creëren van situaties die zowel helpen om moeilijkheden te boven te komen als werk maken van de voorwaarden voor een duurzame toekomst: opbouwen sociaal kapitaal en veerkracht engageren in sociaal leerproces netwerken in civiele samenleving, o.a. sociale bewegingen: gericht op verandering op macrovlak (o.a. ecologische rechtvaardigheid) bondgenootschappen: tegenmacht
11
17/12/2012
2. Voorbereiden op verandering (2) ► Educatieve
programma’s:
verstaan van levenssituatie en relatie tot het milieu ontwikkeling van vermogens en vaardigheden i.f.v. meer controle over leven: duurzame consumptie, energiebesparing, bereiding van gezonde en duurzame voeding, tuinieren, ambachtelijke vaardigheden… ► Contexten
scheppen die mensen samen brengen:
Netwerken, gemeenschappen, bewegingen uitbouwen meer structurele antwoorden mogelijk maken ► Werk
met individuele cliënten en families verbinden met netwerking en gemeenschapsopbouw: bijvoorbeeld educatieve programma’s expliciet als sociaal groepswerk concipiëren
2. Voorbereiden op verandering (3) ► Vormen
van sociale economie waarin duurzame productie en dienstverlening hand in hand gaan met sociale doelstellingen: buurtdiensten, beschutte werkplaatsen – o.a. voor herstellingen en recyclage gemeenschapsondersteunde landbouw, gemeenschapstuinen, sociale eco-boerderijen duurzame catering en mobiliteitsdiensten…
► Perspectief:
lokaal en regionaal verankeren van sociale ondernemingen met het oog op voedselzekerheid en andere essentiële basisnoden.
3. Participeren in verandering ► ► ►
Veerkracht opbouwen = ook verandering Gedeelde creatieve verbeelding van een toekomstige samenleving (Leitbild ): verbeelding van duurzaam Brussel Opzetten van experimenten met nieuwe sociale en economische principes. sociale economie: maatschappelijk verantwoord ondernemen verder ontwikkelen nieuwe vormen van coöperatief ondernemen; complementaire muntsystemen: lokale gemeenschappen minder afhankelijk van dominante monetaire systeem
►
Aanwezigheid van het sociaal werk in: projecten van publiek transport stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening herzien van distributiesystemen herdenken van de organisatie en waardering van arbeid…
Contact:
[email protected] https://SOWIT.khleuven.be
12