Sociaal Team
Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
1
1. Visie en doelstellingen Sociaal Team Een ‘volwaardige deelname’ aan de samenleving in de gemeente is helaas niet voor alle burgers weggelegd. Een aantal gezinnen en alleenstaanden redt het in het leven niet op eigen kracht. Ze hebben psychische problemen, geen werk, relatieproblemen, schulden, verslavings- of woonproblemen. Veel van deze problemen staan niet op zichzelf, maar versterken elkaar. Elke stad en regio kent deze problematiek en het is een illusie dat al deze problemen kunnen worden opgelost. Er zal ook altijd een categorie burgers zijn die permanent geholpen moet worden. Zij zullen vermoedelijk levenslang zijn aangewezen op hulpstructuren, op het terrein van wonen, werken, zorg et cetera. De dienstverlening aan deze burgers is eveneens meervoudig, maar ook sterk versnipperd. Mensen met forse sociale problemen hebben met meerdere instanties van doen, vrijwillig of gedwongen. De gemeente neemt, door het scheppen van een basisstructuur waarin de belangrijkste leefdomeinen (gezin, school, werk, relaties) zijn opgenomen, de regie van deze dienstverlening op zich. Deze basisstructuur noemen we het Sociaal Team. Doelstelling van dit Sociaal Team is: 1. Voorkomen dat mensen met meervoudige problematiek: zich zelf of anderen in gevaar brengen overlast veroorzaken op straat gaan leven 2. Hulpverlening bieden aan mensen met meervoudige problematiek: die snel en efficiënte is die in afstemming met andere hulpverleners geschiedt
2. Doelgroep Sociaal Team Het Sociaal Team richt zich op mensen die zich moeilijk staande kunnen houden in de samenleving en die te kampen hebben met problematiek op meerdere levensterreinen waarbij het (zelfstandig) wonen mogelijk in het geding is. Het betreft mensen die vaak grote, meervoudige problemen hebben en die niet in staat zijn om de weg naar de hulpverlening te vinden of deze hulpverlening vermijden. Op verschillende terreinen vinden ontsporingen’ plaats. Veel van deze cliënten vormen een probleem voor zichzelf en vaak ook voor hun omgeving. Bijvoorbeeld door vervuiling, overlast, huiselijk geweld of ernstige schulden. Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
2
3. Regierol gemeente. De gemeente neemt de regie van deze dienstverlening op zich. De invulling van deze regiefunctie komt tot uiting door: het voortouw nemen in het tot stand komen van dit convenant; het bewaken van de uitvoering van het convenant; het volgen van ontwikkelingen die zich rond de uitvoering voordoen; en op basis hiervan bijsturen en op de betreffende beleidsterreinen. Hierbij is het Sociaal Team voor de gemeente ‘een voelhoorn’ in de maatschappij. het bijeenroepen en voorzitten van de stuurgroep; het aanspreekpunt zijn voor stuurgroepleden, wanneer zich problemen in het Sociaal Team voordoen; het subsidiëren van de coördinator.
4. Stuurgroep Sociaal Team De stuurgroep Sociaal Team bestaat uit de directies (of mensen die door hen gedelegeerd zijn) van de deelnemende instellingen en vergadert twee maal per jaar. De stuurgroep heeft de volgende taken: de leden van de stuurgroep zijn verantwoordelijk voor de inzet van de inzet van haar eigen medewerkers in het Sociaal Team; de stuurgroep geeft sturing aan de integrale aanpak van cliënten van het Sociaal Team; De stuurgroepleden zijn verantwoordelijk voor het oplossen van knelpunten binnen de eigen organisatie, die bij de uitvoering van de werkzaamheden van het sociaal team naar voren zijn gekomen; de stuurgroep bespreekt, aan de hand van de rapportage van de coördinator, de voortgang van het Sociaal Team (aantallen, aard van de problemen, uitstroom- en doorverwijzingen). Op basis van de besprekingen van de voortgangsrapportages kijken de afzonderlijke leden naar de inzet van de eigen organisatie, hiaten in de hulpverlening en trends in de problematiek. Deze informatie kan leiden tot aanpassingen in de werkwijze van het Sociaal Team of in de eigen organisaties; de coördinator Sociaal Team is aanwezig bij de stuurgroep vergaderingen.
Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
3
5 Samenstelling en werkwijze Sociaal Team Sociaal Team: een Netwerk en een Kernteam Dienstverlening aan alleenstaanden of gezinnen met ernstige problematiek is vaak meervoudig en met kans op versnippering. De uitvoering van de verschillende hulpverleners moet gestroomlijnd worden. Daarom is het van belang dat problemen inzichtelijk zijn. Het moet duidelijk zijn wie wat onderneemt en naar welke instelling doorverwezen wordt. Rond problematische klanten is het van belang om hier duidelijke afspraken over te maken. Alle betrokken instanties vormen met elkaar een Netwerk Sociaal Team. Zij weten elkaar te vinden voor afstemming en zonodig overleg. Binnen dit Sociaal Team is een Kernteam. Dit kernteam is het meest nauw betrokken bij de problematiek. Wat doet het Netwerk Sociaal Team en het Kernteam?
Netwerk Sociaal Team. Het netwerk Sociaal Team bestaat uit medewerkers van uitvoerende en ondersteunende instanties die een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van meervoudige problematiek: Politie voor veiligheids- en criminaliteitsproblemen; Woningbouwcorporaties GGZ voor psychiatrische problematiek; AMW voor zorg- en welzijnsproblemen; MEE voor ondersteuning aan mensen met een beperking en chronisch zieken; GGD voor algemene gezondheidsproblematiek; Opvang en zorg voor daklozen; Verslavingszorg; Welzijnsstichting voor de coördinatie van het Sociaal Team; De gemeente voor leerplichtzaken, schuldhulpverlening, voor bijstandsverlening en Openbare orde- en veiligheidszaken. Wekwijze: Ieder lid van het Sociaal Team die een klant in zijn of haar werk tegenkomt die ‘dreigt vast te lopen’ door meervoudige problemen meldt dit bij de coördinator van het Sociaal Team. De melding gebeurt aan de hand van een intakeformulier. (Er moet een privacy reglement worden opgesteld, waarin de privacy van betrokkenen geregeld is en die helder Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
4
maakt voor medewerkers van het Sociaal Team volgens welke regels zij kunnen werken); Er kunnen ook cliënten gemeld worden door derden. Hiervoor moeten binnen het Sociaal Team nadere afspraken gemaakt worden op welke manier dat moet gebeuren. Hierbij hoort ook voorlichting aan derden. Wanneer de aanmelder de problematiek bij de coördinator heeft neergelegd, stelt de coördinator de vraag aan alle netwerkleden of zij de cliënt kennen. Nadat in kaart is gebracht wat er allemaal speelt (binnen 1 week), wordt, in overleg met de aanmelder, de probleemhouder aangewezen. Wanneer er kinderen bij betrokken zijn, checkt de coördinator of de kinderen bekend zijn bij Jeugdzorg. Wanneer dit niet het geval is meldt de coördinator dit bij Jeugdzorg. De probleemhouder neemt contact op met de klant en maakt, zo mogelijk samen met de klant, en op basis van de gegeven informatie van derden, een plan van aanpak. Dit plan van aanpak moet ook ondertekent worden door de cliënt. Dit plan van aanpak gaat naar de coördinator die dit terugkoppelt aan de aanmelder. Op basis van dit plan van aanpak bepaald de coördinator of de klant besproken zal gaan worden in het kernteam. Vooraf aan die bespreking bepalen de coördinator en de probleemhouder welke vragen zij hebben over deze klant aan het kernteam. Twee maal per jaar komt het netwerk Sociaal Team bij elkaar. Er wordt geëvalueerd op basis van de rapportage van de coördinator (zie bijlage 3). Aan de hand hiervan wordt besproken: o Wat zijn de resultaten van het werk (welke zaken gaan goed, welke niet, o is er een trend in probleemgevallen, o hebben we voldoende deskundigheid, waar zouden we nog in bijgeschoold moeten worden, et cetera). Verder wordt de werkwijze wordt aan de hand van een casus toegelicht Er wordt gewerkt met het privacy protocol wat door de provincie is ontwikkeld.
Dossiers sluiten De probleemhouder legt aan de coördinator voor of het dossier gesloten kan worden. Vervolgens kan het dossier op twee manieren gesloten worden: 1. De integrale hulpverlening van het Sociaal Team is afgerond. De problemen zijn zodanig teruggebracht dat het weer ‘enkelvoudige problemen’ betreft. Dit betekent dat de cliënt naar de juiste instelling wordt Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
5
overgedragen en het dossier van deze cliënt vanuit het Sociaal Team wordt gesloten. 2. De integrale hulpverlening van het Sociaal Team heeft geen enkel effect. Er is meerdere malen ‘van alles geprobeerd’ maar de cliënt ontrekt zich op alle mogelijke manieren aan de geboden hulpverlening. Er wordt een toezichthouder aangesteld. Deze toezichthouder zorgt voor regelmatig contact en toezicht. Hij of zij kan direct, wanneer dit nodig en of mogelijk is, de integrale hulpverlening weer in gang zetten. Het dossier voor het Sociaal Team wordt dus gesloten. Er wordt een dossier ‘Toezicht’ gestart. Alle leden van het Sociaal Team worden hiervan op de hoogte gebracht en het wordt besproken in het kernteam. In het kernteam wordt ook de rol van de medewerker Openbare orde & Veiligheid in dit dossier Toezicht afgesproken. Protocollen Rond veel voorkomende problemen wordt zoveel mogelijk met protocollen gewerkt . Een aantal protocollen is al gereed (ex-gedetineerden en woonhygiëne), andere protocollen moeten nog ontwikkeld worden. Het privacyreglement is nu het eerste ‘protocol’ dat gemaakt moet worden. Dit zal de gemeente, samen met de welzijnsstichting, voor haar rekening nemen. Welke andere protocollen door wie ontwikkeld moeten worden, wordt afgesproken in het Kernteam. De protocollen worden besproken in het Kernteam, vaststelling van de protocollen vindt plaats in de Stuurgroep Sociaal Team en door het college van B&W.
Kernteam Een deel van de leden van het Netwerk Sociaal Team vormt het Kernteam. Dit zijn de leden die het meest met de klanten van het Sociaal Team te maken hebben en kunnen bijdragen aan oplossingen: Politie; Woningbouwcorporaties; GGZ; MEE; AMW; Stichting voor Maatschappelijke Opvang; Verslavingszorg; Stichting voor welzijnswerk.
Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
6
Werkwijze: De coördinator van het Sociaal Team bepaalt, in overleg met de probleemhouders, welke klanten die aangemeld zijn in het Sociaal Team besproken moeten worden in het kernteam; De coördinator en de probleemhouder van de klant stellen gerichte vragen aan het kernteam; Deze vragen worden vooraf als agendapunten voor de vergadering ingediend; Het kernteam bespreekt per klant de problematiek vanuit de verschillende invalshoeken (met als uitgangspunt de gestelde vragen); Het plan van aanpak wordt op basis van de bespreking aangepast en de probleemhouder kan hier weer mee verder; De besproken cliënt wordt heel kort besproken in de volgende vergadering, het gaat hier om een melding stand van zaken en niet een bespreking! De cliënt wordt pas weer besproken als de probleemhouder weer vragen heeft aan het kernteam. De coördinator moet hier in de vergaderingen scherp op toe zien; Wanneer bij de bespreking informatie van andere instellingen uit het Netwerk Sociaal Team gewenst is, worden zij uitgenodigd voor de betreffende vergadering. Zij moeten dan wel goed op de hoogte worden gebracht van de vragen die aan hen gesteld gaan worden; Wanneer er vanuit de provincie een goed geautomatiseerd registratiesysteem beschikbaar komt, kan het Kernteam daar gebruik van maken.
6 Rol coördinator De coördinator is verantwoordelijk voor: de aanmelding van klanten, het onderbrengen van klanten bij een ‘probleemhouder’, het aanmelden van de klant bij de leden van het netwerk met de vraag of zij de klant kennen, het toezicht houden op het maken van een plan van aanpak en het inbrengen van de klant in het kernteam; het toezicht houden op de uitvoering van de verschillende plannen van aanpak; het opbouwen van een hecht en goed functionerend team; wanneer nodig: ingrijpen wanneer een afgesproken aanpak belemmerd wordt; het rapporteren over het aantal klanten, de resultaten en de trends in de problematiek aan de stuurgroep en de gemeente. Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
7
7 Rol Probleemhouder De probleemhouder zorgt voor een probleemanalyse en maakt een plan van aanpak. Alle deelnemers van het Sociaal Team kunnen in dit plan van aanpak een taak krijgen. De probleemhouder coördineert de hulpinzet en spreekt de klant regelmatig over de voortgang van de hulpverlening/ondersteuning. De probleemhouder is eerste aanspreekpunt voor iedereen, ook voor de cliënt. De probleemhouder kan ruggespraak houden met de coördinator en wanneer zij dit nodig vinden wordt de cliënt besproken in het kernteam.
9 Deskundigheidsbevordering Voor deskundigheidsbevordering kan een beroep gedaan op de provinciale OGGZ middelen.
Bijlage 1: stroomschema Sociaal Team; Bijlage 2: verwachtingen en rollen. Bijlage 3: elementen voor succes
10 Verplichtingen Wanneer dit werkdocument in de stuurgroep van het Sociaal Team wordt vastgesteld, verplichten de instellingen zich tot: het checken van cliënten die een deurwaarde op bezoek krijgen of zij bekend zijn bij het Sociaal Team. Het betreft cliënten waarvan de corporaties verwachten dat er meervoudige problematiek speelt; het melden van gezinnen die uit huis gezet dreigen te worden aan het Sociaal Team; te werken met het privacy reglement wat door de provincie is opgesteld; het zodanig toe rusten van de medewerkers die deelnemen aan het Kernteam of aan het Netwerk Sociaal Team dat zij de afspraken die in dit kader gemaakt worden t.a.v. cliënten kunnen nakomen; dat de medewerkers van de betrokken organisaties zich houden aan de gemaakte afspraken en hen daarin ondersteunen; Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
8
zorg draagt voor een goede, professionele vertegenwoordiging in het Netwerk Sociaal Team en/of in het Kernteam Sociaal Team.
Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
9
bijlage 3: elementen voor succes Geert van der Laan noemt in zijn boek “In beeld, sociale teams in Leeuwarden” de onderstaande elementen die bijdragen aan een succesvol Sociaal Team. Betrokkenheid Hulpverleners ontwikkelen een vertrouwensrelatie met de cliënt, hebben toegang tot de belevingswereld, zijn niet alleen solidair maar ook confronterend, nemen cliënten serieus, zijn niet moraliserend maar wel normatief. Er wordt gewerkt vanuit het lange termijn belang van de cliënt. Continuïteit De cliënt is het begin- en eindpunt van de hulp. Voorkom verbrokkeling in de tijd en wees eenduidig en consistent. Een vaste begeleider of hulpverlener en continuïteit in contact is wezenlijk. De cliënt of de casus genereert de taakstructuur voor het team en mogelijke andere samenwerkingspartners. Zij formeert zich om de casus en blijft op de hoogte. Verantwoordelijkheid Het Sociaal Team neemt de verantwoordelijkheid voor de cliënt (en neemt hem soms eventjes over). Verantwoordelijkheid nemen betekent ook verantwoordelijkheid afleggen aan de cliënt en mogelijk aan diens omgeving, het publiek, financiers, overheid et cetera. Integraliteit Probleemsituaties worden als geheel gezien. De inzet van het team is gericht op de verschillende levensgebieden, waarbij materiële en immateriële zaken zijn geïntegreerd. Het Sociaal Team is geen vergadering, maar een team in de letterlijke zin van het woord. Zij kan autonoom handelen, zonder ruggespraak Flexibiliteit Het aanbod is in staat, goed getimed, te reageren op de behoeften van de cliënt. De verschillende elementen in de aanpak zijn goed met elkaar verbonden. Werkers schakelen gemakkelijk en respecteren elkaars discipline, maar gaan ook makkelijk over de grenzen van de disciplines heen. Daarvoor is vertrouwen nodig, hetgeen een belangrijk onderwerp is voor teamontwikkeling
Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
10
Laagdrempeligheid Het Sociaal Team is altijd ‘online’ met de doelgroep en draagt zorg voor een directe koppeling tussen de vraag (ook uit de omgeving) en de organisatieprocessen. Zonder wachttijden is hulp beschikbaar, het liefst 24 uur per dag. Presentie Presentie vormt het legitimatieniveau voor interventie. Dat betekent dat er persoonlijk en rechtstreeks met de cliënt wordt gecommuniceerd. Er wordt zo gewerkt dat de cliënt het kan vatten en een plaats kan geven in het eigen leven. Werkers laten merken wat het gedrag van cliënten met hun doet. Casusgeleid Het aanbod is rond de cliënt georganiseerd. De professional volgt de cliënt. De manager volgt de professional. Maatwerk is het sleutelwoord. Leerprocessen op de werkvloer worden omgezet in sturing (circulairesturing binnen het team). Het team is niet hiërarchisch, maar heeft een platte structuur. Sturing vindt vooral plaats op basis van ‘bijsturing’. Subjectiviteit en sturing Competentie is een subjectieve variabele. Toch wordt een Sociaal Team gestuurd op competentie en resultaat. Professionals zijn ambachtslieden, waarbij de persoon van de werker eveneens meeweegt. Arbeidsdeling en taakdifferentiatie worden zoveel mogelijk beperkt. De coördinator baseert zich op wat de medewerkers kunnen en compenseert waar ze minder goed in zijn. Medewerkers worden in staat gesteld op sterke punten bij te dragen en geven elkaar rugdekking op zwakke punten Het team zorgt voor veiligheid, zodat ook van fouten kan worden geleerd. De coördinator volgt de professional, soms hinderlijk, wanneer dat nodig is. De communicatie binnen het team en met de organisatie, waar een medewerker uit komt, is ondubbelzinnig, rechtstreeks, wederkerig en ervaringsgericht. Duurzaamheid Kennis en methodiek worden opgebouwd, verspreid, vernieuwd en overgedragen ook naar nieuwe medewerkers.
Tonny van den Berg, Tempre Gauw, april 2007
11