Sociaal economischeeffectverkenning voor de Schaalsprong van Almere
De sociaaleconomische effecten van de Copypastevariant versus het Voorkeursalternatief voor Almere in 2030
Een samenwerkingsproject van gemeente Almere, RIGO en Experian
voorwoord
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
05
Almere is een jonge stad. Een stad die volop in ontwikkeling is. In slechts vijfendertig jaar is de lege polder die Almere ooit was, uitgegroeid tot een levendige, kleurrijke en grensverleggende plek waar ruim 187.000 mensen met veel plezier wonen, werken en leven. De komende jaren zullen we de ontwikkeling opnieuw in een stroomversnelling zien raken. Het Rijk wil namelijk dat Almere in twintig jaar versneld doorgroeit naar een stad van 350.000 inwoners. De opgave van het Rijk stelt de stad voor een aantal cruciale uitdagingen. Uitdagingen die zich niet alleen aandienen op fysiekruimtelijk, maar vooral ook op sociaaleconomisch en cultureel gebied. De voorgenomen schaalsprong kan alleen succesvol zijn als de bestaande stad verder wordt versterkt. We moeten nú nadenken over de toekomst als we in een stad willen leven die vitaal en aantrekkelijk is en die iedereen – jong én oud, huidige én nieuwe inwoners – de kans biedt om zichzelf te ontplooien. Mensen maken immers de stad. In januari van dit jaar heeft het college de Sociale Agenda gepresenteerd. Hierin wordt een uitgebreide analyse gegeven van de huidige ‘staat van de stad’. Ook wordt er een aantal interventies beschreven die er in hun samenhang voor moeten zorgen dat de schaalsprong Almere niet alleen groter, maar ook sterker en completer maakt. Vooral het toevoegen van kwaliteit en diversiteit is van wezenlijk belang om te komen tot een sociaaleconomisch volwassen stad. Het huidige rapport is een tweede ‘sociale bouwsteen’ voor de schaalsprong van Almere. In deze studie - de Sociaaleconomische Effectverkenning voor de Schaalsprong van Almere - werpen we een unieke blik op de toekomst door te kijken naar de sociaaleconomische situatie in bestaande en nieuwe wijken onder twee verschillende groeiscenario’s. Hiermee hebben we een instrument geïntroduceerd dat antwoord geeft op vragen als: wat gebeurt er met de bevolkingssamenstelling, de woningwaarde en het gemiddelde opleidingsniveau als we kiezen voor een bepaalde groeivariant? De Sociale Agenda en de Sociaaleconomische Effectverkenning hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de motivering van de keuze van Almere tussen de verschillende ruimtelijke toekomstbeelden. Ook in de huidige praktijk wordt de kennis uit de Effectverkenning al toegepast. Zo is er een sociaaleconomische profielschets opgesteld voor het ondernemingsplan van het nieuwe stadsdeel Almere Poort.
Met de sociale bouwstenen als uitgangspunt werken we samen met onze inwoners aan een duurzame, complete en bovenal sociale stad waarin iedereen volop kansen krijgt om zichzelf te ontwikkelen en te laten gelden. Het college stelt dan ook alles in het werk om de Almeerders mede-eigenaar te maken van de ambities - en acties - op weg naar 2030. Ik wens u veel leesplezier toe!
Johanna Haanstra Wethouder Sociaal Krachtige Samenleving
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
07
Inhoudsopgave
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
09
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
010
1 Voorgeschiedenis
013
2 Inleiding
017
3 Het Voorkeursalternatief (VKA) en de Copypastevariant (CPV) 3.1 Het Voorkeursalternatief 3.2 De Copypastevariant 3.3 Overige ontwikkelingen 3.3.1 Bereikbaarheid 3.3.2 Werkgelegenheid 3.3.3 Voorzieningen 3.3.4 Waar komen de mensen die zich in Almere vestigen vandaan?
021 023 024 025 025 025 025 027
4 Methodiek
029
5 Resultaten Effecten van het VKA en CPV in 2030 op de bestaande stad, de nieuwbouw en totaal Almere 5.1 Almere 2008 5.1.1 Huishoudtypering 5.1.2 Demografische kenmerken 5.1.3 Sociaaleconomische factoren 5.1.4 Samenvatting 5.2 Almere 2030 Voorkeursalternatief 5.2.1 Huishoudtypering 5.2.2 Demografische kenmerken 5.2.3 Sociaal economische factoren 5.2.4 Samenvatting 5.3 Almere 2030 Copypastevariant 5.3.1 Huishoudtypering 5.3.2 Demografische kenmerken 5.3.3 Sociaal economische factoren 5.3.4 Inkomen 5.3.5 Samenvatting
035 037 037 039 041 045 047 047 047 051 057 057 057 059 063 063 067
6 Vergelijking Voorkeursalternatief t.o.v. de Copypastevariant
069
7 Samenvatting met conclusies
081
Bijlagen Literatuurlijst
000
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
011
1 Voorgeschiedenis
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
013
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
014
Almere heeft zich de afgelopen dertig jaar ontwikkeld tot een woon- en werkstad met veel potenties. De stad heeft een jonge bevolking die er over het algemeen naar grote tevredenheid woont. Dit is mede te danken aan de groene en waterrijke omgeving met veel rust en ruimte. Het Rijk heeft Almere gevraagd de komende twintig jaar te groeien met 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. Op deze manier krijgt Almere 350.000 inwoners. Voldoende werkgelegenheid is een van de pijlers van een gezonde en complete stad. Een stedelijke cultuur trekt werkgelegenheid voor hoogopgeleiden aan, bindt zo ‘human capital’ aan de stad en genereert mede werk voor lager geschoolden. Almere heeft de ambitie een complete stad te worden die ecologisch, sociaal en economisch duurzaam is. Zo’n aantrekkelijke stad is nodig om mensen te verleiden in Almere te komen wonen. Een cruciaal uitgangspunt is dat de schaalsprong ook de bestaande stad verder versterkt. Een belangrijk aspect bij deze schaalsprong is de sociaaleconomische situatie en de ontwikkeling hierin van de bevolking. Op dit moment is deze niet overwegend positief. In een eerdere studie, ‘mensen maken de stad – de Sociale Agenda’ is deze ontwikkeling beschreven. Almere heeft nu een eenzijdige bevolkingssamenstelling. Er zijn veel huishoudens uit de lower middle class en de upper middle class.1 Het opleidingsniveau van de Almeerders is lager dan gemiddeld in Nederland en neemt nauwelijks toe. Om diversiteit te bereiken moeten er woonmilieus komen voor jonge huishoudens, 55-plussers en hoogopgeleiden. Zij hebben met elkaar gemeen dat zij belangrijke dragers zijn van een stedelijke cultuur. Verder blijft de stijging van de waarde van de woningen achter bij de landelijke trends. Welke kansen en bedreigingen brengt de Schaalsprong met zich mee? De gemeente Almere heeft medio 2008 aan RIGO Research en Advies de opdracht gegeven voor een Vooronderzoek Sociaaleconomische Effectrapportage. Voor drie varianten van de schaalsprong is voor een set van indicatoren (op sociaal en economisch terrein) een doorberekening gemaakt voor het jaar 2030.2 De algemene conclusie van deze verkenning was dat de schaalsprong voor Almere een positieve bijdrage levert aan de sociaaleconomische samenstelling van de bevolking als totaal. Echter de bestaande wijken profiteren hier niet van mee. Er ontstaat per saldo een negatief effect op de bestaande wijken. Dit rapport is een vervolg op deze verkenning.
1 Almere, mensen maken de stad- de Sociale Agenda 2 Vooronderzoek SEER Schaalsprong Almere. RIGO Research en advies
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
015
2 Inleiding
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
017
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
018
In de jaren ‘60 van de vorige eeuw bestudeerden stedenbouwkundigen, planologen en ingenieurs de plannen van de nieuwe stad Almere; stad, stadsdelen, wijken en buurten. Nu, dertig jaar later, wordt samen met het Rijk de uitdaging aangegaan om 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen toe te voegen aan de jonge stad Almere. Nu is het echter geen lege polder meer. Almere is inmiddels de zevende stad van Nederland met meer dan 187.000 inwoners. Daarom is de gemeente Almere sinds 2007 bezig een antwoord te zoeken op de vraag hoe de stad verdubbeld dient te worden. Dit heeft in 2008 geleid tot drie uitbreidingsvarianten, elk met een geheel eigen karakter. Almere Waterstad met het zwaartepunt op Pampus. Almere Polderstad met het zwaartepunt op uitbreiding in Oost en als derde Almere, Stad van water en groen met een gelijkmatige ontwikkeling aan beide zijden. Eind 2008 zijn door de gemeente Almere, op basis van de drie bestaande varianten, twee alternatieven ontwikkeld voor de schaalsprong. De twee varianten, die in dit rapport nader onder de loep worden genomen, zijn het voorkeursalternatief en de zogenaamde Copypastevariant. – Het Voorkeursalternatief 3 (VKA): een doorgroei van Almere naar circa 350.000 inwoners in 2030 met een sterk westelijke oriëntatie en een scherpe nadruk op differentiatie in inwoners en woonmilieus (stedelijk, suburbaan en landelijk). – De Copypastevariant (CPV): een doorgroei van Almere naar circa 350.000 inwoners in 2030 zonder koerswijziging, dit betekent een verdubbeling van het huidige Almere. Dit wil zeggen dat het overheersende suburbane woonmilieu wordt doorgezet, grotendeels gerealiseerd aan de oostzijde. De ontwikkeling van Almere Pampus is vergelijkbaar met die van Almere Poort. Een nadere omschrijving van de varianten is te vinden in hoofdstuk 3. Het doel van deze Sociaaleconomische Effectverkenning (SEEV) is als volgt: Het beschrijven van de sociaaleconomische situatie van de bestaande en nieuwe wijken in Almere onder twee verschillende toekomstscenario’s: het Voorkeursalternatief en de Copypastevariant. Hierbij wordt nauw aangesloten op de Sociale Agenda Almere 2030. Zo is de diversiteit van de bevolking een indicator. Bijvoorbeeld lukt het Almere jonge huishoudens en senioren te binden aan de stad? Wat gebeurt er met de huishoudens in de leeftijd 30-55 jaar die de stad nu domineren? Hoe ontwikkelt de bevolkingssamenstelling (leeftijd en etniciteit) van de stad zich in de beide scenario’s?
3 Almere 2.0 Op weg naar een voorkeursalternatief
Naast de diversiteit van de bevolking wordt onderzocht hoe de traditionele sociaaleconomische indicatoren zich ontwikkelen. Daalt of stijgt het gemiddelde inkomen, opleidingsniveau of arbeidsparticipatie in Almere en zijn deze ontwikkelingen anders in de bestaande wijken van Almere? Interessant is of het Almere lukt om de trend van het dalende ‘Human Capital’ van de laatste tien jaar te doorbreken. Hierbij wordt vooral gelet op het aandeel hogere inkomens en opleidingen. Tot slot wordt de financiële gezondheid van de huishoudens in Almere bekeken door te onderzoeken hoe de thema’s risicovolle schulden en kredietrisico zich tot 2030 zullen ontwikkelen. Ook wordt de ontwikkeling van de woningwaarde in de stad tegen het licht gehouden. Kort – – – –
samengevat behandelt dit rapport de volgende indicatoren: Diversiteit in huishoudtypes; Bevolkingssamenstelling (leeftijd en etniciteit); Sociaaleconomische factoren: inkomen, opleiding, werksituatie, risicovolle schulden en kredietrisico; Ontwikkeling woningwaarde.
Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 3 geeft een nadere beschrijving van het Voorkeursalternatief en de Copypastevariant en een korte schets van ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid, werkgelegenheid, voorzieningen en herkomst van Almeerders. Hoofdstuk 4 gaat kort in op de methodiek, waarna in hoofdstuk 5 de resultaten worden beschreven. Als eerste een schets van Almere anno 2008, gevolgd door de effecten van het VKA en de CPV. In hoofdstuk 6 worden de varianten met elkaar vergeleken. Tot slot geeft hoofdstuk 7 een samenvatting met de voornaamste conclusies op hoofdlijnen.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
019
3 Het Voorkeursalternatief en de Copypastevariant nader beschreven
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
021
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
022
In dit hoofdstuk volgt een nadere beschrijving van het Voorkeursalternatief en de Copypastevariant. Over het Voorkeursalternatief is een uitgebreid conceptrapport verschenen dat als bron heeft gediend. De Copypastevariant wordt gekenmerkt door de traditie van stedenbouw die in Almere tot op heden is toegepast.
Figuur 3.1 Situatieschets 2008
Voordat de verschillen worden beschreven, eerst een beschrijving van kenmerken die voor beide alternatieven gelden en die in de verkenningen als gegeven zijn meegenomen. Beide varianten zijn gebaseerd op de verdubbeling van de stad. Zo worden 60.000 woningen, 100.000 arbeidsplaatsen en een passend voorzieningenaanbod in beide varianten toegevoegd aan de stad. Van de nieuwe 100.000 arbeidsplaatsen zullen er 32.000 te vinden zijn in centra, 32.000 in woonwijken en 36.000 op bedrijventerreinen.4 Uitgangspunt in beide modellen is tevens dat in 2012 een brede hogeschool gevestigd is. Het Stadshart wordt in beide varianten versterkt. De natuurlijke kwaliteiten van Almere, zoals de 42 km kustlijn, weidse polderlandschappen en bosrijke gebieden worden verder benut om bij te dragen aan de identiteit van woon-, werk- en leefmilieus. Daarnaast worden de hoofdverbindingen met het oude land, de A6 en de Flevospoorlijn verdubbeld. Tot slot volgt in beide varianten de ontwikkeling van de stadsdelen Almere Poort en Almere Hout Noord.
4 Bron Concept Structuurvisie Almere 2.0
3.1 Het Voorkeursalternatief Het zwaartepunt bij het VKA ligt in de stedelijke ontwikkeling aan de westzijde van Almere, inclusief buitendijks bouwen met relatief dichte stedelijke bouw. Nieuwe stadsdelen zullen worden ontwikkeld: Almere Pampus binnen- en buitendijks, met een openbaarvervoerverbinding naar Amsterdam, de IJmeerlijn. In het oosten (Almere Hout en Almere Oost) is vooral plaats voor de meer landelijke woonmilieus, met dunne bebouwing. Door de toevoeging van zowel stedelijke als meer landelijke woningtypen verandert het thans overwegend suburbane karakter van Almere. In het VKA zal Almere bestaan uit zes kernen, met ieder een eigen karakter: Buiten, Stad, Haven, Pampus, Poort en Oost.
Figuur 3.2 Situatieschets VKA 2030
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
023
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
024
3.2 De Copypastevariant De Copypastevariant kan gezien worden als een verdubbeling van het huidige Almere, zowel aan de westkant als aan de oostkant. In het westen zal binnendijks een stadsdeel, soortgelijk aan Almere Poort, worden gerealiseerd. Net als in Poort zal niet buitendijks worden gebouwd. Het ontbreken van een IJmeerlijn beperkt echter de geschiktheid van dit stadsdeel om veel arbeidsplaatsen te realiseren. In het oosten worden de suburbane kwaliteiten van Almere in het weidse polderlandschap verder vorm gegeven. Het strategische knooppunt A6/A27 draagt, meer dan bij het VKA, bij om ruimte te bieden voor de 100.000 arbeidsplaatsen. Dit betekent dus toevoeging van voornamelijk suburbane woonmilieus. Het huidige karakter van Almere zal niet veel veranderen; veel grondgebonden rijwoningen. Er wordt geen IJmeerverbinding of Stichtselijn aangelegd.
Figuur 3.3 Situatieschets CPV 2030
3.3 Overige ontwikkelingen 3.3.1 Bereikbaarheid Een verbeterde bereikbaarheid maakt Almere als woonlocatie aantrekkelijker: nieuwe bewoners worden aangetrokken en bestaande bewoners zijn minder geneigd te vertrekken. De verbeterde bereikbaarheid zit in feite al in de scenario’s verwerkt. Immers daarin wordt verondersteld dat de verschillende typen woningen werkelijk gebouwd (en verkocht of verhuurd) worden. Verbetering van de bereikbaarheid is een noodzakelijke voorwaarde voor de realisatie van de schaalsprong. Dit geldt voor elke ruimtelijke variant. Voor de ruimtelijke uitwerking van de schaalsprong is het wel van belang in hoeverre de locatie de samenstelling van de instroom bepaalt. Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een analyse gemaakt van de vestigingspatronen in de afgelopen tien jaar. Het blijkt dat de ligging noch de bereikbaarheid (per auto of OV) invloed heeft op het aandeel vestigers dat de woningen in Almere betrekt. Er zijn geen concentraties zichtbaar van vestigers rondom afslagen van de snelwegen of de NS-stations. Ook bij de nieuwbouwwoningen zien we geen echte correlatie tussen het aandeel vestigers en de ligging. Er zijn wel verschillen tussen de diverse nieuwbouwlocaties, maar waarschijnlijk worden deze vooral verklaard door de woningdifferentiatie. De conclusie dat er overall weinig verschillen zijn in het aandeel vestigers, wil uiteraard niet zeggen dat ligging niet belangrijk is. Huishoudens uit Amsterdam willen uiteindelijk toch graag dichtbij Amsterdam wonen. Bij ‘dichtbij’ gaat het dan niet alleen om de reisafstand in tijd, maar ook om emotie: het gevoel van bij Amsterdam wonen. 3.3.2 Werkgelegenheid De toename van werkgelegenheid zal invloed hebben op de lokale arbeidsparticipatie. Die arbeidsparticipatie is in Almere al groot maar kan verder toenemen indien meer lokale arbeidsplaatsen beschikbaar komen. De mate waarin de zittende populatie meeprofiteert van de veronderstelde toename van het aantal arbeidsplaatsen is uiteraard wel afhankelijk van het type werkgelegenheid dat wordt toegevoegd. Als er louter arbeidsplaatsen voor hooggeschoolden bijkomen, zullen de kansen voor huishoudens op een baan in de mindere buurten van Almere immers weinig toenemen. 3.3.3 Voorzieningen Met het toevoegen van (grootschalige) voorzieningen kan in potentie veel worden bereikt. De stad wordt aantrekkelijker voor bepaalde groepen, voorzieningen brengen werkgelegenheid met zich mee en voorzieningen bieden ontplooiingsmogelijkheden voor de zittende bewoners. Als voorbeeld de vestiging van een hogeschool. Deze levert werkgelegenheid voor de leraren en ondersteunende diensten. Ook schoonmaakbedrijven en catering kunnen van de vestiging profiteren. Ook zal een deel van de studenten in Almere gaan wonen. Tenslotte kan de vestiging
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
025
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
026
Figuur 3.4 Het aandeel van de vestigers in nieuwbouwwoningen dat afkomstig is uit Noord-Holland (1998-2008)
Bron: RIGO
Figuur 3.5 Het aandeel van de vestigers in nieuwbouwwoningen dat afkomstig is uit Flevoland, Gelderland of Utrecht (1998-2008) Bron: RIGO
een mogelijk effect hebben op het opleidingsniveau van de zittende bewoners. Dit laatste effect is nog het moeilijkst in te schatten. De resultaten van de voorstudie en de voorliggende studie maken duidelijk dat de positie van de zittende bewoners wel degelijk aandacht verdient. De effecten van de nieuwbouw op de bestaande stad zijn groot. Hierdoor kan in de mindere wijken van de stad verval intreden en er kunnen concentraties van kansarmen bestaan. De woningvoorraad in deze wijken is vaak nog wel van voldoende kwaliteit, waardoor sloop in veel gevallen niet nodig zal zijn. Wat wel nodig lijkt is een pakket aan sociale voorzieningen om te voorkomen dat mensen in een achterstandspositie belanden. 3.3.4 Waar komen de mensen die zich in Almere vestigen vandaan? Het is lastig een betrouwbare voorspelling te doen waar de mensen die de komend twintig jaar in Almere zullen komen wonen vandaan komen. Wel is er informatie over de afkomst van de inwoners die de afgelopen tien jaar in Almere zijn neergestreken. In figuur 3.4 is aangegeven welk aandeel van de vestigers in de nieuwbouw afkomstig is geweest uit de provincie Noord-Holland. In figuur 3.5 staan de percentages weergegeven voor de provincies Gelderland, Utrecht en Flevoland samen. Uit de figuren blijkt ten eerste dat veruit het grootste deel van de vestigers afkomstig is uit Noord-Holland. Als iemand van buiten de gemeente in Almere een woning betrekt, is de kans meer dan 50% dat deze persoon uit Noord-Holland komt. De banden van Almere met andere omliggende provincies als Gelderland, Utrecht en Flevoland zelf zijn veel kleiner. Al moet hierbij wel opgemerkt worden dat Flevoland een relatief klein wervingsgebied is, dus relatief gezien komen er wel veel huishoudens vandaan. Hoewel de verschillen niet enorm zijn, geldt dat de woningen in het zuidwesten van Almere vaker worden betrokken door huishoudens uit Noord-Holland en woningen in het noordoosten vaker worden betrokken door huishoudens uit de drie andere provincies. Dit geldt zowel voor de bestaande bouw als voor de nieuwbouwwoningen. Voor de in dit rapport geanalyseerde varianten geldt dat het voorkeursalternatief naar verwachting beter geschikt is om huishoudens uit de Noordvleugel van de Randstad aan te trekken. De Copypastevariant zal naar verwachting meer mensen uit Utrecht, Gelderland en de rest van Flevoland aantrekken. Omdat het grootste deel van de Schaalsprong bedoeld is om de Noordvleugel van de Randstad te ontlasten, lijkt het Voorkeursalternatief hiervoor het meest geschikt.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
027
4 Methodiek
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
029
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
030
Succesvolle Gezinnen Dynamische Families
Welgestelden
5%
19% 16%
1%
Landelijk Gezinsleven
2% Ontwikkelde Stedelingen
20%
2%
Traditionalisten Pensioengenieters
Status / Inkomen
Vrije Geesten
2%
5%
21%
8%
Modale Burgers
Knokkers Samenwonenden Alleenstaanden
Senioren Gezinnen
Figuur 4.1 Mosaic-segmentatie Almere 2008
Gepensioneerden
Bron: Experian
Vestigers bestaande stad
Vertrekkers
Vestigers
Starters bestaande stad Vestigers nieuwbouw
Starters Starters nieuwbouw
Bestaande stad
Doorstromers nieuwbouw
Nieuwbouw
Figuur 4.2 Verhuisstromen Almere 1998-2008
Doorstromers bestaande stad
Jaarlijks worden er veel studies gedaan naar demografische ontwikkelingen in Nederland. In deze effectverkenning is gebruik gemaakt van de zogeheten Mosaic-segmentatie. Met deze segmentatie worden huishoudens getypeerd in tien hoofdgroepen.5 Mosaic-segmentatie De Mosaic-segmentatie van huishoudens wordt bepaald door de demografische en sociaaleconomische eigenschappen van de huishoudens. In onderstaande figuur is de indeling van de huishoudens in Almere in 2008 te zien. Op de horizontale as staan de levensfasen waarin de huishoudens zich bevinden. Deze zijn vooral gebaseerd op leeftijd. Huishoudens bestaande uit alleenstaanden of samenwonenden zijn vaak jong, daarna volgen de fasen van gezinsvorming (middelbare leeftijd) en pensionering (65+). Meest rechts bevinden zich de senioren en gepensioneerden. De verticale as is status/inkomen van laag naar hoog. Starters en Gepensioneerden bevinden zich in de onderste zones. Gezinnen (waaronder Dynamische Families, Succesvolle Gezinnen, Welgestelden) stijgen veelal op de financiële ladder en bevinden zich hoger in het schema. Demografie (horizontale as) De demografische kenmerken van de bevolking in 2030 zijn beschreven aan de hand van prognoses voor de leeftijdopbouw, huishoudensamenstelling en etniciteit. In deze prognoses zijn de autonome ontwikkeling van de bevolking, zoals geboorte, sterfte en vergrijzing, en de instroom in de nieuwbouwwoningen als gevolg van de woningbouwprogramma’s van de twee scenario’s opgenomen. Naast de woningbouwprogramma’s zijn de historische gegevens van Almere en landelijke trends belangrijke input. De prognoses op stedelijk niveau zijn vervolgens vertaald naar wijkniveau. Verhuisstromen (verticale as) Door het toevoegen van nieuwe woningen aan de bestaande woningvoorraad komen verhuisstromen op gang. In onderstaand schema zijn de verhuisstromen in Almere van de afgelopen tien jaar in kaart gebracht. In dit schema wordt de indeling van huishoudens naar Mosaictypering aangehouden. Onderscheid wordt gemaakt tussen vestigers van buiten Almere die zich vestigen in de stad, doorstromers binnen de stad die bij verhuizing een lege woning achterlaten en de (semi-)starters die aan het begin van hun wooncarrière staan. Nieuwbouw heeft een direct en indirect effect op de samenstelling van de Almeerse bevolking. Onder het direct effect valt de samenstelling van de groep vestigers die zich in de nieuwbouw vestigt. De locatie en stijl waarin gebouwd wordt zijn hierbij de belangrijkste factoren. Een indirect effect ontstaat doordat doorstromers uit de bestaande stad verhuizen naar de nieuwbouw, waardoor er in de bestaande stad ruimte ontstaat voor andere huishoudens, afkomstig uit Almere of daarbuiten. We maken hierin dus onderscheid tussen de effecten op de nieuwe gebieden en de effecten op de bestaande stad. 5 Methodiek ontwikkeld door bureau Experian
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
031
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
032
Sociaaleconomische indicatoren (verticale as) Met behulp van de historische gegevens van de verhuisbewegingen in Almere, zijn de verhuisstromen, die als gevolg van de nieuwbouw bij de schaalsprong op gang zullen komen, voorspeld. Per woningcategorie (naar type, eigendomsvorm en prijsklasse) is er een sociaaleconomisch profiel bepaald van de verwachte instroom van huishoudens. Door de analyse van de verhuisstromen worden de netto-effecten van de nieuwbouw op de bestaande stad op sociaaleconomisch vlak bepaald. Dit gebeurt op wijkniveau. Hierbij is ervoor gekozen om de maatschappelijke ontwikkelingen buiten beschouwing te laten. Hiermee wordt gedoeld op verschillen tussen de huidige en toekomstige generaties. Hoewel we bijvoorbeeld weten dat het opleidingsniveau van allochtonen snel toeneemt, is dit in de onderhavige studie (per leeftijdscohort) constant gehouden. Hetzelfde geldt voor ouderen, terwijl er verschillen zijn tussen de huidige generatie ouderen en de babyboomers die de vergrijzing mede gaan veroorzaken. Door het op nul zetten van deze ontwikkelingen is het mogelijk de situatie in 2030 te vergelijken met de huidige situatie. Zo worden de beide toekomstscenario’s voor 2030 afzonderlijk vergeleken met Almere anno 2008. Daarnaast worden beide varianten onderling vergeleken.
Huidige
Nieuwbouw
I Welgestelden Dynamische D Families
F H
Ontwikkelde Stedelingen
B
Landelijk Gezinsleven
G Traditionalisten
Vrije Geesten A Status / Inkomen
J C
Pensioengenieters
E Knokkers
Modale Burgers
Samenwonenden Alleenstaanden
Figuur 4.3 Doorstromingsmogelijkheden Mosaic-typen
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Bron: Experian
Vertaalslag naar Mosaic-segmentatie Op basis van de woningsamenstelling en de demografische samenstelling en ontwikkeling van de huishoudens in de wijken is het mogelijk een goede inschatting te maken van de te verwachten Mosaic-typering. In onderstaande figuur zijn deze ontwikkelingen die huishoudens doormaken weergegeven. Jonge huishoudens beginnen onderaan de ladder. Zij ontwikkelen zich in twee richtingen. Van alleenstaanden of samenwonende paren stromen zij door naar middelbare huishoudens als zij een gezin gaan vormen. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid om op het niveau van werk en inkomen carrière te maken, waardoor zij een hogere status bereiken. De middelbare huishoudens kunnen volgens de Mosaic-methodiek tot de categorieën hoge, midden of lage middle classes behoren. Zij stromen door naar de ‘oudere’ huishoudvormen, waarbij doorstroming naar een hogere klasse vrijwel onmogelijk blijkt. De berekende netto-effecten op sociaaleconomisch gebied als gevolg van de nieuwbouwprogramma’s geven vervolgens de richting aan t.o.v. de autonome ontwikkelingen. Toevoegen van deze saldo-effecten resulteert in de uiteindelijke, meest waarschijnlijke Mosaic-verdeling in de wijken. De indeling in Mosaic-segmenten is gebaseerd op de inzichten en kennis van de huishoudens in 2008. Er wordt aangenomen dat deze indeling in typen huishoudens gelijk blijft. Daarnaast wordt verondersteld dat de voorkeuren van de Mosaic-typen (woonpreferenties, mobiliteitsvoorkeur, etc.) gelijk blijven; een Mosaic-type anno 2008 zal zich in 2030 hetzelfde blijven gedragen. Overige invloedsferen Naast de demografische en sociaaleconomische indicatoren zijn er andere invloedsferen, welke niet integraal zijn meegenomen in de modellering. Het gaat hier met name over de bereikbaarheid, werkgelegenheid en voorzieningen. Op deze thema’s wordt kort ingegaan in paragraaf 3.3.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
033
5 Resultaten
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
035
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
036
Succesvolle Gezinnen Dynamische Families
3%
Welgestelden
15%
6%
3%
6% Ontwikkelde Stedelingen
Landelijk Gezinsleven
10% 19%
Traditionalisten
Vrije Geesten
Pensioengenieters
Status / Inkomen
6% 8%
16%
8% Knokkers
Modale Burgers Samenwonenden
Alleenstaanden
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Figuur 5.1.1 Mosaic-segmentatie Nederland 2008
Bron: Experian
Succesvolle Gezinnen Dynamische Families
5%
19%
Welgestelden
16%
1%
Landelijk Gezinsleven
2% Ontwikkelde Stedelingen
20%
2%
Traditionalisten Pensioengenieters
Status / Inkomen
Vrije Geesten
2%
5%
21%
8%
Modale Burgers
Knokkers Samenwonenden Alleenstaanden
Figuur 5.1.2 Mosaic-segmentatie Almere 2008
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Bron: Experian
Effecten van het VKA en de CPV in 2030 op de bestaande stad, de nieuwbouw en totaal Almere. Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspositie beschreven voor Almere anno 2008. Daarbij wordt als eerste ingegaan op de huishoudtypering, gevolgd door een demografische beschrijving en een beeld van de sociaaleconomische indicatoren. Daarna volgt eenzelfde beschrijving voor het VKA en de CPV 2030 waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de effecten op de totale stad, de bestaande stad en de nieuwbouw. Een aantal indicatoren zoomt in op stadsdeel- en/of wijkniveau. In de geografische kaartjes zijn gegevens gepresenteerd voor bedrijventerreinen, deze zijn gebaseerd op de (enkele) woningen die er staan. Deze gebiedjes dienen genegeerd te worden.
5.1 Almere 2008 5.1.1 Huishoudtypering Als het huidige Almere vergeleken wordt met Nederland vanuit de Mosaic-typering, dan overheersen vier typen huishoudens. Enerzijds heeft Almere veel Modale Burgers (geel) en Traditionalisten (oranje), de zogenaamde lower middle class. Zij wonen met name in de centra van de stadsdelen en de directe schil daarom heen. Daarnaast wonen er veel Dynamische Families en Succesvolle Gezinnen (lichtblauw en donkerblauw), de zogenaamde upper middle class, in de meer naar buiten gelegen gebieden. Vrije Geesten, Ontwikkelde stedelingen, Welgestelden en Pensioengenieters zijn sterk ondervertegenwoordigd.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
037
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
038
Figuur 5.1.3 Verdeling Mosaic-typen Almere naar wijk, 2008
Bron: Experian
Figuur 5.1.4 Percentage leeftijd hoofd huishouden > 65 jaar, Almere 2008
Bron: Experian
Figuur 5.1.3 laat zien dat de lower middle class met name woont in de centrumgebieden en de schil daaromheen. In de Almere Stad-oost en Almere Buiten zijn veel Dynamische Families en Succesvolle Gezinnen te vinden. 5.1.2 Demografische kenmerken: Wat zijn de demografische kenmerken van deze veel voorkomende typen huishoudens? Leeftijdsopbouw Het aandeel jongeren tot 19 jaar in de huidige bevolking is hoog (29%). Het aandeel 65-plussers is twee keer zo laag als gemiddeld in Nederland; 7% versus 15%. In figuur 5.1.4 is te zien dat jonge huishoudens met een hoofd jonger dan 25 jaar veel te vinden zijn in de centrumgebieden, met uitzondering van het centrum van Almere Haven. Ook in de Stripheldenbuurt en Sieradenbuurt in Buiten wonen veel jongeren. Wordt naar de verdeling gekeken van huishoudens met een hoofd ouder dan 65 jaar, dan zijn deze vooral te vinden in Almere Haven en het centrum van Almere Buiten. Gezinssituatie Van alle huishoudens in Almere vormen de gezinnen met kinderen de grootste groep, 8% is een eenoudergezin (met kinderen t/m 17 jaar). Van álle gezinnen met kinderen t/m 17 jaar is 22% een eenoudergezin. 29% 38%
24%
8%
Gezin met kind Eenoudergezin Paar zonder kind Alleenstaand
Figuur 5.1.5 Gezinssituatie Almere 2008 Bron: Sociale atlas gemeente Almere
Bij ongeveer de helft van de gezinnen met kinderen gaat het om jonge kinderen t/m 12 jaar en de helft heeft kinderen met leeftijden daarboven.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
039
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
040
Figuur 5.1.6 Percentage niet-westerse allochtonen naar wijk 2008
Bron: Experian
Figuur 5.1.7 Percentage inkomen beneden modaal, Almere 2008
Bron: Experian
Etniciteit Almere is een kleurrijke gemeente, tweederde van de bevolking is Nederlands. Het aandeel nietwesterse allochtonen in Almere is 26%. De Surinamers vormen de grootste groep (11%) en hun aandeel is groeiende. 5,7% is afkomstig uit de Aziatische landen, 3,4% uit Marokko en 1,7% uit Turkije. Op dit moment zijn de percentages niet-westerse allochtonen het hoogst in Stad (28%), vooral in Staatsliedenwijk en Stedenwijk, en in Buiten (27%). In Almere Haven ligt het gemiddelde op 17% (zie figuur 5.1.6). 5.1.3 Sociaaleconomische factoren De factoren die worden gepresenteerd zijn inkomen, opleiding, werksituatie, risicovolle schulden, kredietrisico en woningwaarde. Bij inkomen wordt ‘de indeling ten opzichte van modaal’ als uitgangspunt genomen. Bij alle factoren gaat het om het huishoudniveau. Bij werksituatie en opleiding is de kostwinner leidend. Inkomen 25%
25%
16%
18% 16%
Beneden modaal (tot € 26.000 bruto per huishouden) Modaal (€ 26.000 - € 39.000 bruto per huishouden) 1.5 x modaal (€ 39.000 - € 54.000 bruto per huishouden) 2x modaal (€ 54.000 - € 69.000 bruto per huishouden) Meer dan 2x modaal (meer dan € 69.000 bruto per huishouden)
Figuur 5.1.8 Gezinsinkomen Almere 2008 Bron: Experian
Zoals te zien in bovenstaande grafiek heeft een kwart van de huishoudens een inkomen beneden modaal. Ook een kwart zit aan de rijke kant en verdient meer dan twee keer modaal. De lage inkomens bevinden zich vooral in centrum Almere Haven en centrum Almere Stad en de wijken daar direct omheen. Huishoudens met inkomens van meer dan twee keer modaal wonen vooral in Almere Hout, Overgooi, de Velden (Almere Haven) en Noorderplassen (Almere Stad).
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
041
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
042
Figuur 5.1.9 Percentage inkomen meer dan 2x modaal, Almere 2008
Figuur 5.1.10 Percentage huishoudens met een lage opleiding, Almere 2008
Bron: Experian
Opleiding De helft van de huishoudens (hoogst opgeleide persoon binnen een huishouden) is middelbaar opgeleid, 8% heeft een universitaire opleiding. Laagopgeleiden wonen vooral in Almere Haven en in het middengebied van Almere Stad. In Almere Buiten zijn de percentages het hoogst in de Bouwmeesterbuurt , de Molenbuurt en in het centrum. De hoogopgeleiden wonen voornamelijk in Almere Hout, de Noorderplassen en de nieuwe wijken in Almere Buiten. 8% 26%
17%
Laag Middelbaar Hoog Wetenschappelijk
49%
Figuur 5.1.11 Opleiding Almere 2008 (o.b.v. hoogst opgeleide persoon in huishouden) Bron: Experian
Werksituatie In zes van de tien huishoudens werkt de hoofdkostwinner fulltime en bij 14% is dat parttime. In ongeveer een kwart van de huishoudens is er geen deelname aan de arbeidsmarkt. 11% 2% 14% 59% 14%
Full-time Part-time Gepensioneerd Student Zonder baan
Figuur 5.1.12 Werksituatie (o.b.v. hoofdkostwinner huishouden) Almere 2008 Bron: Experian
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
043
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
044
70%
60%
50%
40%
30%
20% Laag Beneden gemiddeld Gemiddeld Boven gemiddeld Hoog
10%
0% Haven
Stad
Buiten
Hout
Figuur 5.1.13 Kredietrisico Almere 2008 naar stadsdeel Bron: Experian
35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 0-50.000
50.000100.000
100.000150.000
150.000200.000
200.000350.000
Figuur 5.1.14 Waarde woningen in 2008 (werkelijke waarde in €) Bron: Experian
350.000500.000
500.000+
Risicovolle schulden, kredietrisico en woningwaarde Volgens het model van Experian zijn er in 2008 ruim tweeduizend huishoudens met risicovolle schulden, dit is 3% van het totaal aantal huishoudens. Dit geschatte percentage is, in verband met de financiële crisis, in recente onderzoeken door Experian verhoogd tot 6,4%. Aangezien in dit onderzoek geen rekening is gehouden met dergelijke negatieve economische ontwikkelingen zal het ‘normale’ percentage van 3% worden gebruikt als basis voor de vergelijking met het VKA en CPV. Figuur 5.1.13 laat zien dat de meeste Almeerders een laag kredietrisico hebben. Met name in Hout is dit het geval. Rond de 20% van de huishoudens (m.u.v. Hout) heeft een meer dan gemiddeld risico. In Haven wonen relatief de meeste huishoudens met een hoog risico (11%). In 2008 heeft het overgrote deel van de woningen in Almere een waarde tussen de € 150.000 en € 350.000, waarbij het segment tussen de € 150.000-200.000 het grootste is (zie figuur 5.1.14). 5.1.4 Samenvatting In onderstaand schema is weergegeven met plussen en minnen in hoeverre de kenmerken voorkomen in Almere anno 2008. Almere 2008 Diversiteit van huishoudtypes
-
Jongeren
+
Senioren
--
Gezinnen met kinderen
++
Niet-westerse allochtonen
+ vooral in Buiten en Stad
Lage inkomens
+ centrumgebieden Stad en Haven
Hoge opleiding
-
Fulltime werkende kostwinners
+
Hoog kredietrisico
- Haven het hoogst
Hoge woningwaarde
-
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
045
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
046
Succesvolle Gezinnen Dynamische Families
21% Welgestelden
5%
6% Ontwikkelde Stedelingen
1%
5%
6%
15%
Landelijk Gezinsleven
Traditionalisten
Vrije Geesten
Pensioengenieters
Status / Inkomen
5%
9%
8%
20%
Knokkers
Modale Burgers Samenwonenden
Senioren
Alleenstaanden
Gezinnen
Gepensioneerden
Figuur 5.2.1 Mosaic-segmentatie VKA 2030
Bron: Experian
Huidige
Nieuwbouw
I Welgestelden Dynamische D Families
F H
Ontwikkelde Stedelingen
B
G Traditionalisten
Vrije Geesten A Status / Inkomen
J C
Pensioengenieters
E Knokkers
Modale Burgers
Samenwonenden Alleenstaanden
Landelijk Gezinsleven
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Figuur 5.2.2 Doorstromingsmogelijkheden Mosaic-typen, VKA 2030 Bron: Experian (gearceerd gebied geeft oververtegenwoordiging huishoudtypen in Almere 2030 weer t.o.v. Nederland 2008)
5.2 Almere 2030 Voorkeursalternatief 5.2.1 Huishoudtypering Bij de beschrijving van de sociaaleconomische effecten voor het VKA kan onderscheid gemaakt worden voor het effect op de huidige bestaande woningvoorraad, op de nieuwbouw en uiteraard op de uiteindelijke totale stad. In giguur 5.2.1 is te zien hoe Almere eruit zal zien in 2030 bij de indeling van de huidige tien Mosaic-typen. Ten opzichte van de situatie in 2008 zijn er bij het VKA-totaal duidelijke verschuivingen te zien. Er is vooral een toename te zien van de Vrije Geesten en Ontwikkelde Stedelingen, daarnaast neemt het aandeel Welgestelden licht toe. Het aandeel Dynamische Families en Traditionalisten neemt af. Met name in de nieuwbouw is er sprake van instroom van type huishoudens die in 2008 sterk ondervertegenwoordigd zijn. In figuur 5.2.2 is te zien op welke wijze de huishoudtypen doorstromen in de tijd. Jonge huishoudens hebben alle mogelijkheden om zich te ontwikkelen en carrière te maken, waardoor zij een hogere status bereiken op sociaaleconomisch gebied. De middelbare huishoudens bevinden zich op diverse niveaus, de meerderheid heeft geen grote doorgroeikansen. Door pensionering dalen sommige groepen zelfs weer op de sociaaleconomische ladder. Bij het VKA zijn er in 2030 relatief veel jonge huishoudtypen, waarbij carrièrekansen volop aanwezig zijn. 5.2.2 Demografische kenmerken Wat zijn de demografische kenmerken van deze veel voorkomende typen huishoudens? Leeftijdsopbouw In de bestaande stad zal het aandeel 65-plussers hoger zijn dan in de nieuwbouw. Almere Haven zal in 2030 het grootste aandeel ouderen hebben, 22% van de Havenaren is dan 65 jaar of ouder. In de nieuw te bouwen stadsdelen blijft het percentage ouderen onder de 10%. Het aandeel 20- t/m 64-jarigen verschilt niet veel tussen de stadsdelen. Het aandeel jongeren is vooral hoog in de nieuw te bouwen stadskernen.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
047
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
048
Figuur 5.2.3 Percentage leeftijd hoofd huishouden < 25 jaar, VKA 2030
Bron: Experian
Figuur 5.2.4 Percentage leeftijd hoofd huishouden > 65 jaar, VKA 2030
Bron: Experian
In figuur 5.2.3 en 5.2.4 is te zien waar de jonge en seniorenhuishoudens zich concentreren. In de bestaande stad wonen de jonge huishoudens vooral in het centrum van Almere Stad en Staatsliedenwijk. In de nieuwe gebieden is er vooral een concentratie in Poort en Pampus. De seniorenhuishoudens concentreren zich met name in Almere Haven, Muziekwijk en het centrum van Buiten. In de nieuwe wijken, waar de jonge huishoudens zijn geconcentreerd, maken ze minder dan 13% uit van het totaal aantal huishoudens. Gezinssituatie Voor geheel Almere bestaan de grootste groepen uit paren of alleenstaanden jonger dan 35 jaar en paren of alleenstaanden van 50 jaar en ouder. De jongere alleenstaanden en samenwonenden onder de 35 zijn vooral gevestigd in de nieuwbouw. Totaal Almere Almere nieuwbouw Almere bestaande stad Almere Pampus Buiten Almere Pampus Binnen Almere Oost 2 Almere Oost 1 Almere Poort Almere Hout Almere Haven Almere Buiten Almere Stad 0%
10%
20%
Paar zonder kind(eren)
30% Paar met kind(eren)
40%
50%
60%
Alleenstaande
Figuur 5.2.5 Huishoudsamenstelling Almere 2030 naar stadsdeel, VKA totaal
Bron: RIGO
De grafiek toont dat gezinnen met kinderen zich vooral zullen vestigen in de nieuwbouw in Oost en ook het grootste deel uitmaken van de inwoners van de bestaande stadsdelen Stad en Buiten. In de nieuwe meer stedelijke gebieden zullen veel alleenstaanden wonen. Dit is ook in Haven het geval, oorzaak daar is vooral de vergrijzing.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
049
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
050
Totaal Almere Almere nieuwbouw Almere bestaande stad AAlmere Pampus Buiten Almere Pampus Binnen Almere Oost 2 Almere Oost 1 Almere Poort Almere Hout Almere haven Almere Buiten Almere Stad 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Figuur 5.2.6 Aandeel niet-westerse allochtonen, Almere 2030 naar stadsdeel, VKA. Bron: RIGO
Figuur 5.2.7 Percentage niet-westerse Allochtonen, VKA 2030
Bron: Experian
Etniciteit In het VKA zal in totaal Almere 45% van de inwoners van niet-westerse afkomst zijn. Vooral in de bestaande stadsdelen Buiten en Stad is er sprake van een forse toename. In de nieuwe gebieden zullen zich vooral in Almere Oost niet-westerse allochtonen vestigen. Dit komt niet tot uiting in figuur 5.2.7 omdat de range groot is (lichtblauw = 21-40%). 5.2.3 Sociaaleconomische factoren De factoren die hier worden gepresenteerd zijn inkomen, opleiding, werksituatie, risicovolle schulden en woningwaarde. Inkomen Het aandeel huishoudens met een inkomen beneden modaal neemt voor heel Almere toe van 25% naar 29%. In de hoogste inkomensgroep zijn de verschuivingen minimaal. 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Almere 2008 beneden modaal
VKA totaal modaal
1.5 x modaal
VKA huidig 2 x modaal
VKA nieuw
meer dan 2 x modaal
Figuur 5.2.8 Huishoudens naar inkomen, VKA 2030
Bron: Experian
In welke wijken de hoogste concentraties lage inkomens te vinden zijn, is te zien in onderstaand kaartje. Met name in de centrumgebieden van Almere Haven en Almere Buiten zullen mensen wonen met een inkomen beneden modaal. In de nieuwe gebieden zijn er relatief meer huishoudens met een laag inkomen in het westelijk gebied dan in Oost.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
051
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
052
Figuur 5.2.9 Percentage inkomens beneden modaal, VKA 2030
Bron: Experian
60 50 40 30 20 10 0 Almere 2008 laag
middel
VKA totaal hoog
VKA huidig
VKA nieuw
wetenschappelijk
Figuur 5.2.10 Almere 2030, VKA huishoudens naar opleiding
Bron: Experian
Opleiding Het aandeel hogeropgeleiden neemt bij het VKA duidelijk toe, er vindt een verschuiving plaats van middelbaaropgeleid naar hoogopgeleid. Het aandeel laag opgeleiden blijft ongeveer gelijk. Deze verandering wordt vooral veroorzaakt door het hogere opleidingsniveau van de bewoners die zich in de nieuwbouw vestigen. Dit is voornamelijk te zien in Oost en in mindere mate in Poort en Pampus (zie figuur 5.2.11). In de bestaande stad wonen laagopgeleiden vooral in Almere Haven (De Hoven, De Werven en De Grienden). In Stad is dat in Stedenwijk en Staatsliedenwijk. In Almere Buiten heeft de Molenbuurt het grootste aandeel bewoners met een lage opleiding. In de nieuwe gebieden zullen in West meer laagopgeleiden wonen dan in Oost.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
053
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
054
Figuur 5.2.11 Percentage laag opgeleiden, VKA 2030
B ron: Experian
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% Almere 2008 Fulltime
VKA totaal Parttime
Gepensioneerd
Figuur 5.2.12 Almere 2030, VKA huishoudens naar werksituatie
VKA huidig Student
VKA nieuw
Zonder baan
Bron: Experian
Werksituatie Op dit moment heeft 60% van de huishoudens een kostwinner die fulltime werkt (zie figuur 5.2.12). In het VKA zal dit afnemen tot 52%, in de bestaande bouw is het nog 2% lager. Deze fulltimers worden met name ‘vervangen’ door gepensioneerden. In de nieuwbouw is duidelijk te zien dat het percentage studenten stijgt. Risicovolle schulden, kredietrisico en woningwaarde Er zullen in 2030 bij deze variant vierduizend huishoudens zijn met risicovolle schulden. Dat is een verdubbeling in aantal t.o.v. van 2008. Procentueel gezien blijft het aandeel van 3% constant. In Pampus zullen, bij het VKA, relatief de meeste huishoudens wonen met een meer dan gemiddeld kredietrisico (ongeveer 30%). In Hout en Oost (met de duurdere woningtypes) is het aandeel het laagst. Ten opzichte van 2008 zijn er geen grote veranderingen in de bestaande stad, waar ongeveer een op de vijf huishoudens een bovengemiddeld kredietrisico heeft. 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2%
Boven gemiddeld Hoog
0% Bestaande Stad +
Hout + Oost
Poort
Pampus Binnen + Buiten
Figuur 5.2.13 Kredietrisico naar stadsdeel, VKA 2030
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
Bron: Experian
055
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
056
40,0 % 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 0-50.000
50.000100.000
100.000150.000
150.000200.000
200.000350.000
350.000500.000
500.000+
Figuur 5.2.14 Verdeling woningwaarde VKA 2030 (wat huishoudens kunnen besteden)
Bron: Experian
Succesvolle Gezinnen Dynamische Families
3%
25%
Welgestelden
6% 1%
Ontwikkelde Stedelingen
3% 19%
Vrije Geesten
Traditionalisten Pensioengenieters
1% Status / Inkomen
Landelijk Gezinsleven
3%
5%
7%
25% Knokkers Modale Burgers Samenwonenden Alleenstaanden
Grafiek 5.3.1 Mosaic-segmentatie Copypastevariant 2030
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Bron: Experian
De toekomstige woningwaarde (zie figuur 5.2.14) is voor 2030 geschat op basis van wat (elk Mosaic-type) huishoudens op dat moment kunnen besteden. Ten opzichte van 2008 is een duidelijke verschuiving te zien van segment vier naar vijf. Het aandeel woningen in de prijscategorie € 150.000-200.000 neemt af van 30% naar 13%. Veel meer mensen kunnen zich een woning veroorloven in de categorie € 200.000-350.000 en ook het aandeel boven de 3,5 ton stijgt behoorlijk. 5.2.4 Samenvatting In onderstaand schema is weergegeven met plussen en minnen in hoeverre de kenmerken voor het VKA 2030 verschuiven t.o.v. Almere 2008. VKA verschuiving t.o.v. Almere 2008 Diversiteit van huishoudtypes
++
Jongeren
-
Senioren
+, vooral in Haven en centrumgebied van de stadsdelen
Gezinnen met kinderen
-
Niet-westerse allochtonen
++, vooral in Staatsliedenwijk, Sieradenbuurt, Oostvaardersbuurt, Stedenwijk, Eilandenbuurt, Indische buurt, Tussen de Vaarten noord en zuid, Danswijk
Lage inkomens
+
Hoge opleiding
++
Fulltime werkende kostwinners
-
Hoog kredietrisico
= (wel relatief veel in Pampus)
Hoge woningwaarde
+
5.3 Almere 2030 Copypaste variant 5.3.1 Huishoudtypering Bij de beschrijving van de sociaaleconomische effecten voor de CPV kan onderscheid gemaakt worden voor het effect op de huidige bestaande woningvoorraad, op de nieuwbouw en uiteraard op de uiteindelijke totale stad. In in figuur 5.3.1 is te zien hoe Almere eruit zal zien in 2030 bij de indeling van de huidige tien Mosaic-typen. Ten opzichte van de situatie in 2008 zijn er bij de CPV niet veel verschuivingen te zien. Voor de CPV totaal is een afname te zien in de Dynamische Families en een toename van het aandeel Modale Burgers. Dit effect is iets sterker in de bestaande woningvoorraad dan in de nieuwbouw.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
057
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
058
Huidige
Nieuwbouw
I Welgestelden Dynamische D Families
F H
Ontwikkelde Stedelingen
B
G Traditionalisten
Vrije Geesten A Status / Inkomen
J C
Pensioengenieters
E Knokkers
Modale Burgers
Samenwonenden Alleenstaanden
Landelijk Gezinsleven
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Figuur 5.3.2 Doorstromingsmogelijkheden Mosaic-typen, CPV 2030 Bron: Experian (gearceerd gebied geeft oververtegenwoordiging huishoudtypen in Almere 2030 weer t.o.v. Nederland 2008)
Figuur 5.3.3 Percentage leeftijd hoofd huishouden < 25 jaar, CPV 2030
Figuur 5.3.2 geeft weer op welke wijze de huishoudtypen doorstromen in de tijd. Ook in 2030 zullen vooral huishoudens uit de lower en middle class vertegenwoordigd zijn in Almere. Er is relatief weinig aanwas van jonge huishoudens. Zoals te zien is hebben de huishoudens uit de middenklasse weinig doorgroeikansen op de sociaaleconomische ladder. Na hun pensionering is er zelfs sprake van een daling. 5.3.2 Demografische kenmerken: Wat zijn de demografische kenmerken van deze veel voorkomende typen huishoudens? Leeftijdsopbouw Evenals bij het VKA zal bij de CPV Almere Haven in 2030 het grootste aandeel ouderen hebben, 20% van de Havenaren is dan 65 jaar of ouder. Het aandeel 20- t/m 64-jarigen verschilt niet veel tussen de stadsdelen. Het aandeel jongeren is vooral hoog in de nieuw te bouwen stadskernen; het aandeel ouderen is daar laag, allen onder de 10% (zie figuur 5.3.3).
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
059
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
060
Figuur 5.3.4 Percentage leeftijd hoofd huishouden > 65 jaar, CPV 2030
Bron: Experian
Totaal Almere Almere nieuwbouw Almere bestaande stad AAlmere Pampus Almere Oost Almere Poort Almere Hout Almere haven Almere Buiten Almere Stad 0%
10%
20%
Paar zonder kind(eren)
30% Paar met kind(eren)
Figuur 5.3.5 Huishoudsamenstelling Almere 2030 naar stadsdeel, CPV totaal
40%
50%
60%
Alleenstaande
Bron: RIGO
Seniorenhuishoudens zullen zich vooral concentreren in Almere Haven, het centrum van Almere Buiten en in Muziekwijk. Dit beeld is overeenkomstig het VKA. Bij de CPV zijn de gezinnen met kinderen met name in Almere Buiten en Almere Stad vertegenwoordigd. Het percentage alleenstaanden zal met 38% het hoogst zijn in Almere Haven (zie figuur 5.3.4). Voor de CPV geldt dat in de huidige woningvoorraad vooral inwoners vanaf 50 jaar zonder kinderen vertegenwoordigd zijn. In de nieuwbouw is er een vrij evenwichtige verdeling te vinden, met een kleine oververtegenwoordiging van mensen zonder kinderen tot 35 jaar en in de leeftijd tussen de 50 en 64 jaar (zie figuur 5.3.5). Etniciteit Gemiddeld zal 47% van de inwoners van Almere in 2030 van niet-westerse komaf zijn. Met name in Buiten en Stad zal het aandeel fors groeien, daar nadert het percentage de 60%. De niet-westerse allochtonen zullen vooral wonen in de Staatsliedenwijk, de Oostvaardersbuurt en de Sieradenbuurt. In de nieuwbouw zullen de percentages tussen de 21 en 40% liggen (zie figuur 5.3.6 en 5.3.7). Totaal Almere Almere nieuwbouw Almere bestaande stad Almere Pampus Binnen Almere Poort Almere Hout/Oost Almere Haven Almere Buiten Almere Stad 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Figuur 5.3.6 Aandeel niet-westerse allochtonen, Almere 2030 naar stadsdeel CPV
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
60%
70% Bron: RIGO
061
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
Figuur 5.3.7 Aandeel niet-westerse allochtonen naar wijk, CPV 2030
Figuur 5.3.9 Percentage inkomens beneden modaal, CPV 2030
062
Bron: Experian
5.3.3 Sociaaleconomische factoren De factoren die hier worden gepresenteerd zijn inkomen, opleiding, werksituatie, risicovolle schulden en woningwaarde. 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Almere 2008 beneden modaal
CPV totaal modaal
1.5 x modaal
CPV huidig 2 x modaal
CPV nieuw
meer dan 2 x modaal
Figuur 5.3.8 Almere 2030, CPV, huishoudens naar inkomen
Bron: Experian
5.3.4 Inkomen Het aandeel huishoudens met een inkomen beneden modaal neemt toe in de CPV-totaal. Dit is vooral het geval in de nieuwbouw. De hoogste inkomensgroep neemt ook licht toe, dit komt door de stijging van 2 procentpunten in de nieuwbouw. Huishoudens met een beneden modaal inkomen concentreren zich met name in het centrum van Almere Stad en de wijken direct daaromheen (zie figuur 5.3.4).
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
063
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
064
60 50 40 30 20 10 0
Almere 2008 laag
middel
CPV totaal hoog
CPV nieuwbouw
CPV huidige woonvoorraad
wetenschappelijk
Figuur 5.3.10 Almere 2030 CPV, huishoudens naar opleiding
Bron: Experian
Figuur 5.3.11 Percentage laagopgeleiden, CPV 2030
Bron: Experian
Opleiding Het aandeel inwoners met een lage opleiding is voor de CPV vooral geconcentreerd in Almere Haven, in het middelste deel van Almere Stad en diverse wijken van Almere Buiten (Bloemenbuurt, Bouwmeesterbuurt en Molenbuurt) (zie figuur 5.3.10). Werksituatie Het aandeel fulltime werkende hoofdkostwinners neemt af bij de CPV-totaal. Dit komt door een afname in de bestaande stad; daar zullen de gepensioneerden in aandeel stijgen. In de nieuwbouw 2030 is de situatie gelijk aan de huidige Almeerse verdeling (zie figuur 5.3.11). 60 50 40 30 20 10 0
Almere 2008 Fill-time
Part-time
CPV totaal Gepensioneerd
CPV huidige Student
CPV nieuw
Zonder baan
Figuur 5.3.12 Almere 2030, huishoudens naar werksituatie
Bron: Experian
Risicovolle schulden, kredietrisico en woningwaarde Er zullen in 2030 bij deze variant 3500 huishoudens zijn met risicovolle schulden. Dat is een toename van ruim 70% t.o.v. van 2008. Echter, het aandeel t.o.v. alle huishoudens verandert niet en blijft 3% (zie figuur 5.3.13). Bij de CPV is het aandeel huishoudens met een meer dan gemiddeld kredietrisico in alle stadsdelen ongeveer gelijk, rond de 20%. Ten opzichte van 2008 treden er geen grote verschuivingen op.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
065
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
066
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2%
Boven gemiddeld Hoog
0% Bestaande Stad +
Hout + Oost
Pampus Binnen +
Poort
Buiten
Figuur 5.3.13 Kredietrisico naar stadsdeel, CPV
Bron: Experian
40,0 % 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 0-50.000
50.000100.000
100.000150.000
150.000200.000
200.000350.000
Figuur 5.3.14 Verdeling woningwaarde CPV 2030 (wat huishoudens kunnen besteden)
350.000500.000
500.000+
Bron: Experian
Net als bij het VKA is bij de CPV sprake van een toename van het aandeel huishoudens dat zich een woning kan veroorloven in de prijsklasse boven de € 200.000 (zie figuur 5.3.14). 5.3.5 Samenvatting In onderstaand schema is weergegeven met plussen en minnen in hoeverre de kenmerken voor de CPV 2030 verschuiven t.o.v. Almere 2008. CPV verschuiving t.o.v. Almere 2008 Diversiteit van huishoudtypes
+
Jongeren
-
Senioren
+, vooral in Haven en centrum van de stadsdelen
Gezinnen met kinderen
-
Niet westerse allochtonen
+ vooral in de Staatsliedenwijk, Oostvaardersbuurt en Sieradenbuurt
Lage inkomens
+
Hoge opleiding
+
Fulltime werkende kostwinners
-
Hoog kredietrisico
=
Hoge woningwaarde
+
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
067
6 Vergelijking voorkeursalternatief met de Copypaste variant
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
069
Sociaaleconomische effectverkenning
0%
Schaalsprong Almere
20%
440%
070
60%
80%
100%
Almere 2008 Nederland 2008 CPV Bestaand 2030 CPV Nieuw 2030 CPV Totaal VKA Bestaand 2030 VKA Nieuw 2030 VKA Totaal A Vrije geesten
B Ontw Stedelingen
C Knokkers
D Dynamische families
E Modale burgers
F Succesvolle gezinnen
G Traditionalisten
H Landelijk gezinsleven
I Welgestelden
J Pensioengenieters
Figuur 6.1 Mosaic-type verdeling overzicht.
Dit hoofdstuk legt de varianten naast elkaar, zodat duidelijk wordt waar de verschillen zich manifesteren. De onderwerpen die achtereenvolgens aan bod komen sluiten aan bij de opdracht zoals beschreven in de inleiding. Bij de presentatie van de ontwikkelingen van de Mosaic-groepen zijn er diverse mogelijkheden. Ten eerste wordt de verdeling weergegeven in Almere 2008 en die van het VKA- en CVP-totaal. Ook interessant is onderscheid te maken tussen de effecten op de bestaande woningvoorraad en de nieuwbouw. De veranderingen in Mosaic-verdeling zijn weer te geven t.o.v. Almere 2008 en t.o.v. Nederland 2008 (zie figuur 6.1). Ook dit kan weer gedaan worden voor de totale stad en apart voor de bestaande stad en de nieuwbouw. De vergelijking t.o.v. Almere 2008 laat duidelijk zien welke typen huishoudens in aandeel (> 30%) zullen stijgen maar zeggen nog niks over hoe zich dat verhoudt tot het Nederlands gemiddelde. Bovendien is er bij de vergelijking t.o.v. Almere 2008 al snel sprake van een enorme stijging bij type huishoudens die er nu niet/nauwelijks zijn. Bijvoorbeeld de Vrije Geesten (voornamelijk studenten) zijn nu nagenoeg niet vertegenwoordigd in Almere. Bij een toename van 100 naar 130 studentenhuishoudens zullen ze dus opgenomen worden in het gearceerde ‘stijgingsgebied’. Door ook de veranderingen t.o.v. Nederland 2008 te laten zien, wordt het duidelijk welk type huishoudens in 2030 een groter aandeel dan het landelijk gemiddelde zullen innemen.
1 Diversiteit in de bevolkingsgroepen Overall overzicht Om te beginnen eerst een overall overzicht hoe Almere eruit zal zien in 2030 bij de indeling van de huidige tien Mosaic-typen, volgens Experian. Bij de CPV totaal (dus bestaande en nieuwbouw woningvoorraad bij elkaar opgeteld) treden de volgende verschuivingen op: Het aandeel Ontwikkelde stedelingen, Modale burgers en Succesvolle gezinnen neemt (licht) toe, het aandeel Dynamische families neemt flink af. Bij het VKA totaal zijn de verschuivingen prominenter aanwezig. Er is een toename te zien van de Vrije Geesten, Ontwikkelde Stedelingen en Welgestelden. Het aandeel Dynamische Families en Traditionalisten neemt af. Dit is het gevolg van de stedelijke en landelijke bouw in de nieuwe gebieden, waar het aandeel Dynamische Families, Modale Burgers en Traditionalisten relatief laag is. Bij de CPV zijn de verschuivingen minder sterk, omdat een groot deel van de nieuwbouw suburbaan is en lijkt op de huidige woningvoorraad. De Ontwikkelde Stedelingen nemen toe, als ook de Modale Burgers. Het aandeel Dynamische Families neemt ook hier af. In de nieuwbouw van CPV nieuwbouw is er sprake van met name een toename van de Ontwikkelde Stedelingen en Modale Burgers.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
071
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
072
30% 25% 20% 15% 10% 5%
Welgestelden
Landelijke Gezinsleven
Traditionalisten
Succesvolle Gezinnen
Copy Paste Variant
Pensioengenieters
Almere 2008
Modale Burgers
Dynamische Families
Knokkers
Vrije Geesten
Ontwikkelde Stedelingen
0%
Voorkeursalternatief
Figuur 6.2 Verdeling Mosaic-typen Almere 2008, VKA en CPV totaal 2030
Huidige
I37
Succesvolle Gezinnen Dynamische D Families
F18
Ontwikkelde Stedelingen
G23
B
F21 H29
F
D12
F20
F22
D11
H31
F19
G24
A06
I36
G25
I38
H32
H35
H33
H34
B05
Nieuwbouw
I Welgestelden
I40 I39
G26
H
Landelijk Gezinsleven
H30
G Traditionalisten
G27
G28 A02
Status / Inkomen
Vrije Geesten A
B07
J43 E14
A03
A01
A04
C08
C10
E16
E17
C
Knokkers
E
J44
J42
Pensioengenieters
J41
Modale Burgers
Samenwonenden Alleenstaanden
J
E15
E13
C09
Senioren Gezinnen
Gepensioneerden
Figuur 6.3 VKA totaal t.o.v. Nederland 2008 (stippellijnen = 30% oververtegenwoordiging van dat type huishouden)
In figuur 6.2 is de verdeling van de Mosaic-typen voor Almere 2008 en de twee varianten ‘totaal’ te zien. Bij het VKA zijn de verschuivingen prominenter, m.a.w. er ontstaat een grotere diversiteit aan type huishoudens. Ontwikkelingen Almere t.o.v. Nederland 2008 In figuur 6.3 is te zien welke Mosaic-typen in Almere meer dan gemiddeld, t.o.v. Nederland 2008, zullen voorkomen. Het rode vlak staat voor de huidige woningvoorraad, het lila vlak voor de nieuwbouw. In de huidige woningvoorraad van het VKA zijn vooral de ouderen met lage inkomens oververtegenwoordigd, de middenklasse (zowel lower als middle class) en ook een deel welgestelden. De nieuwbouw trekt vooral jonge vrije geesten en ontwikkelde stedelingen. Bij de CPV (zie figuur 6.4) zien we in de huidige woningvoorraad eenzelfde beeld als bij het VKA, echter de senioren komen daar veel minder tot uiting. In de nieuwbouw is er bij de CPV eenzelfde oververtegenwoordiging van huishoudtypen als in bestaande woningvoorraad met als enige toevoeging de Mosaic-groep B07 ‘de bewuste starters’.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
073
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
074
Huidige
I37
Succesvolle Gezinnen Dynamische D Families
F18
Ontwikkelde Stedelingen
G23
B
H29 F20
F22
D11
H31
F19
G24
A06
I Welgestelden
F21
F
D12
Nieuwbouw
I36
G25
I38
H32
H35
H33
H34
B05
I40 I39
H
G26
Landelijk Gezinsleven
H30
G Traditionalisten
G27
G28 A02
B07
Status / Inkomen
Vrije Geesten A
J43 E14
A03
A01
C08
A04
C10
E16
E17
C
Knokkers
J
E15
E13
C09
E
J44
J42
Pensioengenieters
J41
Modale Burgers
Samenwonenden
Senioren
Alleenstaanden
Gezinnen
Gepensioneerden
Figuur 6.4 CPV 2030 huidige woningvoorraad en nieuwbouw t.o.v. Nederland 2008 (stippellijnen = 30% oververtegenwoordiging van dat type huishouden) 70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% Almere 2008 Full-time
VKA totaal Part-time
Gepensioneerd
Figuur 6.5 Huishoudens naar werksituatie, VKA 2030
VKA huidig Student
VKA nieuw
Zonder baan Bron: Experian
Effecten op bevolkingssamenstelling Leeftijd Anno 2008 is 7% van de Almeerse bevolking 65 jaar of ouder. Bij het VKA-totaal zal dat in 2030 verdubbeld zijn tot 14%. In de bestaande stadsdelen is de relatieve groei het grootst in Almere Haven, in 2030 zal 22% van de Havenaren ouder zijn dan 65 jaar. Het gemiddelde voor de bestaande stad is dan 16,5%. In de nieuwbouw in Pampus ligt het percentage senioren rond de 8% (vergelijkbaar met Almere nu). Het gemiddelde percentage senioren in de nieuwbouw is 10%. De CPV resultaten wijken nauwelijks af. Etniciteit Anno 2008 is ruim een kwart van de Almeerders van niet-westerse afkomst (26%). In Haven is dat een stuk lager (17%). Bij het VKA is in de totale stad in 2030 45% niet westerse allochtoon, er is een groot verschil tussen de bestaande stad en de nieuwbouw, in de bestaande stad is 58% niet westerse allochtoon, in de nieuwbouw 29%. Bij de CPV zijn de percentages als volgt: 47% voor de totale stad, 56% in de bestaande stad en in de nieuwbouw 37%. Effecten op opleiding Ten opzichte van 2008 (25%) laten zowel het VKA als de CPV een toename zien in het aandeel hoogopgeleide inwoners. Voor het VKA is dat effect wat groter dan voor de CPV, respectievelijk 33% en 29% heeft in 2030 een hoofdkostwinner met minstens een hbo opleiding. In de huidige woningvoorraad neemt zowel het percentage laagopgeleiden als hoogopgeleiden licht toe. In de nieuwbouw zullen de meeste hoogopgeleiden wonen, VKA-nieuwbouw (39%) CPV nieuwbouw (31%). Effecten op arbeidsparticipatie Zowel bij het VKA-totaal (zie figuur 6.5) als bij de CPV-totaal (zie figuur 6.6) is er sprake van een afname van het aantal fulltime werkende kostwinners. Samenhangend met een ouder wordende bevolking neemt het aandeel gepensioneerden behoorlijk toe (van 14% in 2008 naar rond de 20% in 2030). Deze verschuiving doet zich met name voor in de bestaande woningvoorraad. In het VKA nieuwbouw is de toename van het aandeel gepensioneerden minder sterk, daar komen vooral studenten bij (zie figuur 6.7). De CPV nieuwbouw verschilt nauwelijks van de situatie anno 2008 (zie figuur 6.8).
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
075
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
076
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0% Almere 2008 Fulltime
CPV totaal Parttime
Gepensioneerd
CPV huidig Student
CPV nieuw
Zonder baan
Figuur 6.6 Huishoudens naar werksituatie, CPV 2030
Bron: Experian
Figuur 6.7 Percentage huishoudens met een fulltime werkende kostwinner, VKA 2030
Bron: Experian
Het aandeel studenten is met name hoog in Almere Poort, Pampus-Binnen en -Buiten bij het VKA. Voor het aandeel gepensioneerden zijn er geen grote verschillen, alleen in Hout bij het VKA een wat groter aandeel dan bij de CPV. Effecten op inkomensontwikkeling De inkomenssituatie laat een lichte daling zien voor zowel het VKA- als de CPV-totaal. Het percentage huishoudens met een inkomen beneden modaal neemt bij het VKA met 4%-punten toe (van 25% naar 29%). Het percentage inkomens van twee keer modaal en hoger neemt met 3% punten af. Bij de CPV variant is het eerste percentages iets lager, beneden modaal neemt met 3% toe. Het aandeel twee keer modaal of hoger neemt bij deze variant met 1%-punt toe. De grootste stijging van inkomens van twee keer modaal of hoger is zien bij de CPV nieuwbouw. Dit aandeel stijgt van 41% in 2008 naar 45% in 2030.
Figuur 6.8 Percentage huishoudens met een fulltime werkende kostwinner, CPV 2030
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
Bron: Experian
077
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
078
Effecten op risicovolle schulden en kredietrisico Het aandeel huishoudens met risicovolle schulden groeit evenredig mee met de bevolking, het percentage ligt rond de 3%. In absolute aantallen is er dus wel sprake van ongeveer een verdubbeling (conform verdubbeling van het aantal huishoudens). Bij de CPV treden er geen opmerkelijke verschillen op in aandeel huishoudens met een verhoogd kredietrisico, in vergelijking met de situatie in 2008. Bij het VKA is er een relatief groot aandeel (30%) huishoudens in Pampus met een hoog risico. Dit wordt met name veroorzaakt door de hogere instroom van jonge, nog niet vermogende, huishoudens (studenten, starters) die aan het begin van hun wooncarrière staan. Effecten op de woningwaarde De waarde van de woningen in 2030 is geschat op basis van wat de (Mosaic-type) huishoudens zich kunnen veroorloven. De waarden in 2008 zijn de werkelijke waarden. Tussen het VKA en de CPV is nagenoeg geen verschil. Het aandeel huishoudens dat zich in 2030 een duurder huis kan veroorloven neemt toe, de meeste mensen ‘verschuiven’ van segment 4 (€ 150.000-200.000) naar 5.
40,0 % 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 0-50.000
Almere 2008
50.000100.000
100.000150.000
VKA 2030
Figuur 6.9 Effecten op de verdeling van de woningwaarde
150.000200.000
200.000350.000
350.000500.000
500.000+
CPV 2030 Bron: Experian
Verschillen tussen VKA en CPV voor bestaande wijken en nieuwe gebieden Bij de voorkeursvariant wordt in Pampus (binnen- en buitendijks) stedelijk gebouwd en in Oost luxe en landelijk. Hierdoor ontstaat er in combinatie met de suburbane bestaande stad ook diversiteit in woningaanbod. Dit resulteert in diverse stromen door de stad. Pampus en Poort treden voornamelijk op als instroompunt van jonge huishoudens, die aan het begin van hun wooncarrière staan. Dit zijn dan ook de gebieden waar het inkomensniveau en de arbeidsparticipatie laag zijn. In Oost vestigen zich in deze variant voornamelijk gezinnen, die niet snel weer zullen doorstromen. Dit zijn vooral gezinnen met hoge inkomens en hoge opleiding. In de bestaande stadswijken concentreert zich de (lagere) middenklasse, inclusief de instroom van allochtone gezinnen alsmede de ouderen met beperkte middelen. Bij de Copypastevariant is de nieuwbouw in Oost identiek aan de bestaande woningvoorraad, terwijl in Pampus en Oost, zonder een IJmeerlijn, stedelijk wordt gebouwd. Hierdoor ontstaat grotere concurrentie tussen de bestaande wijken en uitbreidingsgebieden. Dit heeft als gevolg dat de bevolking eerder doorstroomt en er meer uniformiteit in wijken ontstaat. Conclusies: Het VKA leidt tot een grotere diversiteit aan huishoudtypen dan de CPV en heeft daarmee de beste kansen voor stedelijke vitaliteit en stijging over de gehele linie. – Het VKA levert meer verschillen tussen wijken op, meer jongeren en rijken in de nieuwe wijken; meer lagere inkomens in de bestaande wijken. – Ten aanzien van vergrijzing is er weinig verschil tussen het VKA en de CPV – Het verschil in percentage niet-westerse allochtonen doet zich vooral voor in de nieuwbouw: bij de CPV ligt het percentage op 37% , dit is acht procentpunten hoger dan bij het VKA. – Het VKA trekt meer hoogopgeleiden naar Almere dan de CPV. Met name in het VKA-nieuwbouw zal het aandeel hoogopgeleiden hoog zijn (39%). – Het aandeel huishoudens met een fulltime werkende kostwinner zal bij beide varianten dalen. Daarvoor in de plaats komen er voornamelijk gepensioneerden bij. Het VKA-nieuwbouw zal ook leiden tot een toename van het percentage studenten. – Bij de CPV zullen er meer huishoudens met een inkomen van twee keer modaal of hoger in Almere wonen dan bij het VKA. Huishoudens met een beneden modaal inkomen stijgen in aandeel bij beide varianten. – Het percentage huishoudens met risicovolle schulden is stabiel. In 2008 en in 2030 gaat het om 3%. Dit geldt voor beide varianten. – De woningwaardeverschillen tussen VKA en CPV zijn niet groot, er treedt een algemene waardestijging van de woningen op. Er is een vooral sprake van een verschuiving van het segment € 150.000-200.000 naar een segment hoger. Het aandeel huurwoningen neemt sterk af bij het VKA nieuwbouw, het percentage goedkope koopwoningen is hier het grootst. –
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
079
7 Samenvatting met conclusies
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
081
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
082
Dit hoofdstuk licht de potentie van de bewoners toe om bij te dragen aan de samenleving en mee te doen aan emancipatieprocessen. Vervolgens worden de effecten van de schaalsprong in termen van de sociaaleconomische indicatoren uitgelicht. Tot slot volgt er een beschrijving van de dynamiek en de kwetsbaarheden van de stad voor specifieke locaties. Diversiteit Almere kenmerkt zich nu door een eenzijdige bevolkingsopbouw. Met name de groep middelbare leeftijd huishoudens, die tot de categorieën hoge of lage middenklassen behoren, is goed vertegenwoordigd. Beide varianten voor de schaalsprong vullen deze eenzijdigheid aan. Het gaat dan vooral om de vrije geesten, de ontwikkelde stedelingen en de pensioengenieters. Dit gaat gepaard met een afname van dynamische families en traditionalisten. Met name het aandeel dynamische families neemt flink in aandeel af, dit geldt voor beide varianten. Dit heeft vooral te maken met het feit dat deze groep in 2008 sterk oververtegenwoordigd is. Dit type huishouden heeft vooral voorkeur voor geschakelde nieuwbouwwoningen. Aangezien er in de toekomst veel minder van dit soort woningen worden gebouwd en de bestaande woningvoorraad veroudert, zal het aandeel behoorlijk afnemen. Diverse andere huishoudtypen, zoals alleenstaanden en paren zonder kinderen nemen hun plaats in. De diversiteit neemt bij beide varianten dus toe. Vooral bij het VKA worden woon- en leefmilieus aangeboden die veel jonge huishoudens binden aan de stad. Deze huishoudens hebben de potentie om door te stromen naar een andere woning als zij een gezin gaan stichten of meer te besteden krijgen. Dit betekent dan ook dat er mogelijkheden tot emancipatie van de huishoudens in Almere geboden wordt met het VKA. De verschillen tussen het VKA en de CPV kunnen worden verklaard door: – Een meer divers aanbod aan woon-, leef- en werkomgeving in het VKA; – De integratie van de stad Almere in de metropool Amsterdam via de IJmeerlijn. Een toename van jong en oud in de stad is noodzakelijk aangezien deze groepen veel investeren in hun woon- en leefomgeving. Jongeren voegen reuring toe en gebruiken de openbare ruimte terwijl ouderen met hun bagage van kennis en ervaring veel bijdragen aan het maatschappelijke middenveld. Het grootste onderscheid tussen de CPV en het VKA is de noodzakelijkheid voor directe instroom in de stad om de autonome dynamiek van de huishoudens op te vangen. In het voorkeursalternatief stromen veel jonge huishoudens de stad binnen en de stad biedt deze huishoudens vervolgens een divers palet aan ‘opvolgwoonmilieus’ voor vervolgstappen in hun wooncarrières. Wanneer deze stappen worden gezet kunnen nieuwe jonge huishoudens weer de stad in stromen. Hiertegenover ontbreekt een omvangrijke groep jonge huishoudens in de CPV. Dus blijft de stad afhankelijk van de instroom van middeljarige huishoudens. Volgens de Mosaic-methodiek kunnen deze middeljarige huishoudens tot de categorieën hoge, midden of lage middelclasses behoren.
Omdat dit een voortzetting is van de huidige migratie patronen, is het aannemelijk dat de in de Sociale Agenda Almere geconstateerde kwetsbaarheden hierdoor in de CPV deels in stand worden gehouden. Samenvattend kan worden gesteld dat bij de CPV de instroom van jonge huishoudens een stuk kleiner is dan bij het VKA, hier bestaat de instroom nog grotendeels uit gezinnen met kinderen. Dit betekent dat: – Almere afhankelijk blijft van de rechtstreekse instroom van jonge huishoudens om de doorstroming en emancipatie in de stad te bevorderen; – De potentie tot diversiteit is hiermee kleiner dan bij het VKA. Sociaaleconomische indicatoren Natuurlijk gaat een wijziging van de samenstelling van de bevolking van de stad niet zonder meerdere mutaties in de traditionele sociaaleconomische indicatoren, zoals inkomen en opleiding. Almere 2008 is een stad met veel middenklassen en daardoor wordt de stad gekenmerkt door relatief hoge scores op indicatoren behorende bij een grote stad. Wel zijn deze prestaties op deze indicatoren de afgelopen tien jaar onder toenemende druk komen te staan. Voor beide varianten gaat de inkomenspositie van huishoudens achteruit. Het aandeel huishoudens met een beneden modaal inkomen neemt toe en het aandeel huishoudens met een inkomen meer dan twee keer modaal neemt af. De effecten hiervan zijn voor het VKA het grootst, door het grotere aandeel jonge huishoudens met nog weinig inkomen. Het aandeel hogeropgeleiden in 2030 zal daarentegen voor beide varianten stijgen. Vooral het VKA trekt veel jongere hoogopgeleiden en minder laagopgeleiden. Voor de CPV blijft het aandeel laagopgeleiden wel gelijk. De Almeerse bevolking wordt gekenmerkt door een hoge arbeidsparticipatie. Dit zal voor de middeljarige huishoudens niet veranderen. Wel daalt het aandeel huishoudens met een fulltime werkende kostwinner in beide varianten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van gepensioneerde huishoudens. Dit effect wordt verder versterkt in het VKA doordat het aandeel studenten toeneemt. De kleurrijkheid van de bevolking neemt in beide varianten ongeveer evenredig toe. Uit de relaties tussen deze indicatoren en de andere zijn de traditionele patronen van allochtonen achterstanden niet duidelijk herkenbaar. Als verklaring hiervoor moet worden aangenomen dat de huidige trend van de geëmancipeerde suburbaniserende allochtoon zich in Almere zal versterken in beide varianten. Stromen en concentraties in de stad De werking van de stad kan echter niet geheel worden toegelicht aan de hand van potentie en de traditionele sociaaleconomische indicatoren. Om beter grip te krijgen op de maatschappelijke dynamiek van de stad is het noodzakelijk om het functioneren van verschillende gebieden in de stad te beschouwen.
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
083
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
084
Bij het VKA wordt in Pampus (binnen en buitendijks) stedelijk gebouwd en in Oost luxe en landelijk. Hierdoor ontstaat er in combinatie met de suburbane bestaande stad ook diversiteit in woningaanbod. Dit resulteert in diverse stromen door de stad. Pampus en Poort treden voornamelijk op als instroompunt van jonge huishoudens, die aan het begin van hun wooncarrière staan. Dit zijn dan ook de gebieden waar het inkomensniveau en de arbeidsparticipatie laag is. In Oost vestigen zich voornamelijk gezinnen, die niet snel weer zullen doorstromen. Dit zijn vooral gezinnen met hoge inkomens en hoge opleiding. In de bestaande stad concentreert zich de middenklasse en het aandeel ouderen en niet-westerse allochtonen. Bij de CPV is de nieuwbouw in Oost identiek aan de bestaande woningvoorraad, terwijl in Pampus en Oost zonder een IJmeerlijn stedelijk wordt gebouwd. Hierdoor ontstaat grotere concurrentie tussen de bestaande wijken en uitbreidingsgebieden. Dit heeft als gevolg dat de tendens dat de bevolking vanuit een bestaande wijk doorstroomt naar nieuwbouw, door zal zetten. De concentratie die zich in het VKA voordoet is hierdoor minder sterk. In beide varianten blijven de huidige aandachtswijken minder positief presteren. Op sociaaleconomische vlak blijven zo de Stedenwijk, Staatsliedenbuurt, Centrum Stad, de ring Haven, het centrum van Almere Buiten, Bloemenbuurt en Bouwmeesterbuurt zorgzame signalen vertonen. In deze wijken komen relatief hoge concentraties lage inkomens, lage opleiding, werkloosheid en allochtonen voor. Bij het VKA treedt echter een grotere concentratie op van huishoudens die negatief scoren op deze indicatoren. Opmerkelijk is wel dat de ring van Haven met Stedenwijk en Filmwijk bij het VKA er qua inkomen minder op achteruit gaat dan bij de CPV. Ook kunnen een aantal wijken worden geïdentificeerd die op een aantal sociaaleconomische indicatoren slecht gaan scoren. Dit zijn Muziekwijk noord en zuid, Seizoenenbuurt, Stripheldenbuurt, Sieradenbuurt en Eilandenbuurt. Hoewel niet geconcludeerd kan worden dat deze wijken afglijden tot aandachtswijken, presteren zij op een aantal indicatoren minder goed. Het zou raadzaam zijn om de ontwikkelingen in deze wijken in de komende twintig jaar nauwgezet te volgen.
Eindconclusie Uit de uitkomsten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de schaalsprong de diversiteit van de bevolking vergroot en de potentie tot emancipatie wordt versterkt. De schaalsprong leidt niet tot een grote verslechtering van het sociaaleconomische profiel van de bestaande stad. Het VKA draagt het meest bij aan de diversiteit van Almere, maar tegelijkertijd vertoont deze variant een sterkere concentratie van huishoudens met een minder sterk sociaaleconomische profiel in de bestaande woningvoorraad. Overzicht verschuivingen VKA en CPV t.o.v. Almere 2008 VKA verschuiving t.o.v. Almere 2008
CPV verschuiving t.o.v. Almere 2008
Diversiteit van huishoudtypes
++
+
Jongeren
-
-
Senioren
+, vooral in Haven en centrumgebied van de stadsdelen
+, vooral in Haven en centrumgebied van de stadsdelen
Gezinnen met kinderen
-
-
Niet-westerse allochtonen
++
++
Lage inkomens
+
+
Hoge inkomens
-
+
Hoge opleiding
++ vooral in de nieuwbouw
+ vooral in de nieuwbouw
Fulltime werkende kostwinners
-
-
Risicovolle schulden
=
=
Woningwaarde
+
+
Hoog kredietrisico
+, alleen in Pampus
=
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
085
Bijlage
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
087
Literatuurlijst – – – –
Almere Inc. De economische visie Almere 2030, gemeente Almere december 2008 Almere, mensen maken de stad- de sociale agenda, gemeente Almere, januari 2009 Vooronderzoek SEER Schaalsprong Almere. RIGO Research en advies, september 2008. Almere 2.0 Op weg naar een voorkeursalternatief. Conceptrapport gemeente Almere
Sociaaleconomische effectverkenning
Schaalsprong Almere
089
Financiële rapportage
Schaalsprong Almere
090
Colofon Dit rapport is gemaakt in opdracht van de Stuurgroep Almere 2030
Redactie Leo Platvoet (BMC) Gemeente Almere, afdeling Communicatie
Stuurgroep Almere 2030 Wethouder Adri Duivesteijn (voorzitter) Burgemeester Annemarie Jorritsma Wethouder Johanna Haanstra Wethouder Arno Visser Wethouder Martine Visser
Grafisch ontwerp Stout/Kramer Tonny Sampiemon (layout)
Projectdirecteur Johan Bouwmeester (gemeente Almere, DMO) Kernteam Stephan Steinmetz Thijs van der Steeg (gemeente Almere, PBS) Renze Borkert (gemeente Almere, DSO) Rigo Johan van Iersel Rene Schulenberg Petra Burger Experian Edric van Oudshoorn Laura Sanders Erik van Eijk Gemeente Almere, Onderzoek & Statistiek Gerhard Dekker Klaske Grimmerink Annet van Asselt
September 2009