SMÛK zonder
OPSMUK
over de reuk en smaak van het t heat er
aaffddeelliinngg oonnttw weerrpp eenn rreeaalliissaattiiee ii..ss..m m.. aarrcchhiitteeccttuuuurr llookkaaaall eenn ddee ggeem meeeenntteerraaaadd m maaaarrtt 22000088
SMÛK zonder OPSMUK Inhoud Colofon Inleiding Kernbegrippen Kernbegrippen en het ontwerp
Deze notitie is een coproductie van -
de gemeenteraad van Sneek; architectuur lokaal afdeling ontwerp en realisatie van de gemeente Sneek
© 2008
2
SMÛK zonder OPSMUK Inleiding De gemeente Sneek wil aan de Westersingel op de plek van het voormalig TNT-gebouw een nieuwe theater realiseren. Tot nu toe is veelal gekozen voor de traditionele benadering waarbij in opdracht van de gemeente een beeldkwaliteitplan wordt opgesteld dat als onderdeel van de gemeentelijke welstandsnota (een deel van) het toetsingskader vormt voor de inpassing in de omgeving, de vorm en/of materialisatie van toekomstige ontwerpen. Met betrekking tot de kwaliteiten van het nieuwe theater is bewust gekozen om een ander soort toetsdocument in de welstandsnota op te nemen. In dat ambitiedocument wordt door middel van een aantal kernbegrippen aangegeven, waarvoor het theater moet staan, wat het theater moet uitstralen e.d. Die kernbegrippen zijn in samenwerking met Architectuur Lokaal en in samenspraak met de gemeenteraad geformuleerd en moeten mede richting geven aan:
de positie in het straatbeeld (afwijkend of ingepast); de entree (open of gesloten, in of buiten de rooilijn); hoogteaccenten; materiaalgebruik; de relatie tussen in- en exterieur, en de positie van theateronderdelen (logistiek).
Met die kernbegrippen moeten de reuk en smaak van het nieuwe theater worden bepaald. Ze vormen als het ware de ingrediënten van het theater en door de samenstelling van die ingrediënten dient er een uniek gebouw te ontstaan. In die zin is het theater vergelijkbaar met een appeltaart. De ingrediënten zijn weliswaar steeds hetzelfde, maar door de wisselende samenstelling van die ingrediënten onderscheid iedere appeltaart zich en heeft iedere appeltaart een eigen reuk en smaak.
3
SMÛK zonder OPSMUK Kernbegrippen Smûk - Behaaglijk Het nieuwe theater moet:
iedereen “welkom heten”; gastvrijheid en warmte uitstralen: open en transparant zijn; bezoekers echt het gevoel geven en laten beleven, dat zij “uit zijn”;
Krêft - Kracht Het nieuwe theater moet de kracht van in Sneek herkenbare elementen als wind en water uitstralen, maar moet qua vormgeving ook:
een herkenbare theatrale uitstraling hebben en als gebouw in alle jaargetijden, onder alle weersomstandigheden en op elk moment van de dag als theater herkenbaar zijn; door zijn eenvoud spannend, verrassend, brutaal, gedurfd, eigenzinnig, bijzonder en afwijkend zijn, maar ook sierlijk en letterlijk uitstekend; een vriendelijk object zijn, dat als bouwwerk opmerkelijk is; een gebouw zijn dat een visitekaartje is, over vijftig jaar nog altijd als een markant gebouw wordt aangemerkt en als zodanig de status van monument kan verwerven.
Nij theater: net skiedend mar binend
Sljocht en rjocht - Zonder opsmuk Het theater mag qua vormgeving
daarentegen mag de aankleding en het interieur wel enige “grandeur” hebben zonder dat die opsmuk ontaardt in overvloed en “kitsch”.
Binend - Verbindend Het nieuwe theater moet zowel letterlijk als figuurlijk verbindend zijn. Letterlijk door de openbare ruimte voor het theater te laten reageren op de openbare ruimte voor het Centrum voor de Kunsten aan de Kerkgracht. Figuurlijk door het theater voor iedereen (alle bevolkingsgroepen) optimaal toegankelijk en daarmee zeer “laagdrempelig” te laten zijn.
wel “een onsje meer” zijn, maar de theatrale uitstraling mag niet uitmonden een veel opsmuk, tierelantijnen e.d. en tegelijk weer niet oubollig zijn of met andere woorden, het nieuwe theater moet enerzijds passen bij de dynamiek van de stad en anderzijds bij het nuchtere karakter van haar inwoners;
4
SMÛK zonder OPSMUK Grins - Grens Voor het theater geldt qua hoogte zeer zeker niet, dat de sky the limit is. Het theater hoeft behoudens de functionele hoogte in de vorm van een toneeltoren dan ook niet bij te dragen c.q. een aanvulling te zijn op de overigens imaginaire skyline van de stad. Het theater moet qua hoogte daarentegen passen bij de aard en schaal van de stad. De toneeltoren dient echter wel integraal onderdeel van het ontwerp van het theater uit te maken en dient voor zover van toepassing te beantwoorden aan de kernbegrippen zoals die hiervoor zijn benoemd.
Hoogte is gekoppeld aan functie
5
SMÛK zonder OPSMUK Kernbegrippen en het ontwerpaccenten De positie in het straatbeeld Het nieuwe theater moet niet alleen spannend, verrassend, brutaal, gedurfd, eigenzinnig, bijzonder en afwijkend zijn, maar ook sierlijk en letterlijk uitstekend. Het theater is een gebouw dat qua stijl afwijkt van de belendingen en door die afwijking bijdraagt aan de beleving, dat het hier om een speciaal gebouw met een speciale functie gaat. Hoewel de ruimte aan de gracht beperkt is, steekt het theater bij voorkeur uit (buiten de rooilijn). In ieder geval dient de entree van het theater buiten de rooilijn te worden gesitueerd. Die accentuering kan versterkt worden door kleuraccenten. De entree De entree van het theater die buiten de rooilijn van het gebouw wordt gesitueerd, is duidelijke herkenbaar, “uitnodigend” en “interesse wekkend”. De entree straalt het karakter van het theater uit (gastvrij en warm). Daarom dient het theater een open en transparante entree te hebben. De entree dient voorts toegankelijk te zijn voor alle mensen met een beperking. De entree is daarom gesitueerd op maaiveldniveau of zo dicht mogelijk op maaiveldniveau en kent daarom geen substantiële hoogteverschillen (hoogteverschillen die alleen met een trap kunnen worden overbrugd).
Duurzaam, effectief en verrassend materiaalgebruik
Hoogteaccenten De hoogte van het theater wordt begrensd tot de noodzakelijke en functionele hoogte van de toneeltoren en van de schouwburgzaal met balkon. Extra hoogte die verband houdt met de vormgeving of met architectonische accenten, is slechts beperkt toegestaan (zie het bestemmingsplan voor het theater).
Materiaalgebruik Bij het theater dienen duurzame grondstoffen en materialen te worden toegepast. Het moet daarbij gaan om grondstoffen en materialen die niet eindig zijn en als gebruik van eindige grondstoffen en materialen toch onvermijdelijk is, om grondstoffen en materialen die het milieu niet of zo minimaal mogelijk belasten.
6
SMÛK zonder OPSMUK
De materialen dienen verder smûk en kreftig te zijn, maar mogen niet bijzonder exclusief (zonder opsmuk) zijn. Voor het overige bestaat geen uitgesproken voorkeur voor de toepassing van grondstoffen en materialen. Relatie in- en exterieur Het interieur van het theater dient bij te dragen aan een sterke relatie tussen aan de openbare ruimte gelegen verblijfsruimten van het theater en die openbare ruimte. De gevels van de verblijfsruimten die aan de openbare ruimte grenzen, dienen om die reden open en transparant te zijn. Positie van theateronderdelen (logistiek) De verschillende onderdelen van het theater die een causaal verband met elkaar hebben, zoals bijv. kassa/entree, garderobe, zaal, toiletten en foyer of de artiesteningang, artiestenfoyer, kleedkamers en toneel dienen ten opzichte van elkaar op een logische wijze gepositioneerd te worden en wel zodanig, dat onnodig ruimtegebruik en lange “verkeersruimten” worden vermeden Onderdelen als garderobe, toiletten en foyer moeten qua omvang of aantal zodanig groot zijn, dat het publiek in een zeer kort tijdsbestek kan worden bediend (o.a. inname en uitgifte jassen, catering e.d.).
7
SMÛK zonder OPSMUK
8