size, soil, water and space
Alexander Herrebout en Gerwin de Vries 2007-2009
size, soil, water and space this small book is a collection of images, texts, studies and designs by Alexander herrebout en Gerwin de Vries in the period 2007-2009 it is not a complete survey or portfolio, but a rough collection in which fascinations and working methods become visible the startstipendium of the fonds BKVB gave us the possibility to work freely on competitions, research and excursions
SIZE >Groot Noordhollandschkanaal 2040 >Bermpark SOIL >Dredge landscape park >Tussenland >Dig into deep WATER >Tallinn waterspace >Venlo bridge >Terschelling SPACE >Landscape airport >Green carpets
text process statistics
size
GROOT NOORDHOLLANDSCH KANAAL 2040
Kanalenkoning WillemI, who created the Noordhollandsekanaal in 1824, which meant an enourmous economic impulse at that time
1 2009
2 enlarging
concept for widening the Noordhollandsch Kanaal and adding program
3 adding program
1500 lakes
1700 polders
1824Noordhollandsch kanaal
1900 Noordzeekanaal
woningen (X1000)
bedrijven ha (x100)
5
2
dijk Wieringermeer 20km Westfriese omringdijk 126km
Stelling van Amsterdam 135km Noordhollandsch kanaal 80km
ringvaart Haarlemmermeer 60km
1950
2009
2040 linair landscape structures as a basis for new porgram
the added program depends on the location
Waterland
Purmerend
Oost-Graftdijk
Binnenduinrand
Kop Noord Holland
locatie
2009
2040
Zijpepolder
Zijpepolder
N9 op Kanaaldijk
A9 naast Kanaaldijk Jaagpad
oud Jaagpad met windmolen zorgerven Nieuwe Kanaaldijk Anna Paulowna polder
Anna Paulowna polder
binnenduinrand
binnenduinrand
Nieuwe Kanaaldijk met A9 recreatiewoningen Kanaaldijk met n9
oude Kanaaldijk als brede oever Westfriese dijk
Westfriese dijk Koggenland
Koggenland
Kogerpolder
Kogerpolder
Nieuwe Kanaaldijk rietwoningen Stammeerdijk
Stammeerdijk als aanlegkade met pond Oost Graftdijk
Oost Graftdijk de Rijp
Wormerland
de Rijp
Wormerland nieuwe kanaaldijk bedrijven en woningen Kanaaldijk
oude kanaaldijk Zuiddijk
Zuiddijk
de Beemster
de Beemster
Waterland nieuwe kanaaldijk
Waterland
kanaalvillas Kanaaldijk
oude Kanaaldijk Kanaaldijk met N235
Kanaaldijk met N235 Waterland
Waterland
housing
watergardens
roads and parking
Alnus cordata
filtersystem
water
dike with Populus nigra
living on the Groot Noordhollandsch Kanaal
2009 existing
zuiddijk
2015 investment landscape
kanaaldijk met erven
omdijkte boerderij
2025 new dike
rietzone
rietzone
kanaalwonen
bedrijven
Beemster
2040 Groot Noordhollandsch naal
Kafort ad zuiddijk
Wormerland
N
Nieuwe Kanaaldijk vaarroutes
development in time
100m
500m
2
zicht over de nieuwe kanaaldijk, lange lanen van populieren geven een indrukwekkend beeld van een nieuw groots landschap van Amsterdam tot Den Helder
bermpark Sluiseiland is a lost piece of land between two canals in the outskirts of the city Gouda. Different racing tracks in the surroundings, like kart-, racebiking-, running-, crossbike-, skeeler- and (ice) skateroutes, are combined in a dynamic multifunctional racelandscape; BERMPARK.
t1
kart skeeler
t2
running cross bike
t3
skatecompetition
mowing flowers 4x year
mowing paths 10x year
waterlens riet/zegge
soil
dredge landscape park
dredge exists out of water and soil ships
waterstorage
the soil is a fraction of sand, peat en clay
pollution pollution attaches only to clay and peat
waterclarity
The Delta of Holland can bloom because of an ingenious water system. But right now the dense urbanized western part of Holland is facing a problem: an amount of polluted dredge in the water system. This dredge causes a drainage and environmental problem in the water system. The need to take out the dredge will increase because of climate change and growing urbanisation
shipping the polluted dredge from the watersystem of the in the randstad to the Haarlemmermeerpolder
The dredge is taken to the Haarlemmermeer polder, and cleaned with different cleaning techniques. Salty exfiltration water in de Haarlemmermeer polder, which is 5,5m below sealevel, is used to clean certain dredge. In this way the salt water, which causes problems for the watersystem, is kept on one place. Sand can be won from sandy dredge and is used for the expanding building sites nearby. Within 20 years of cleaning time this dredge cleaning landscape will evolve into a dredge landscape park. It will be a park with unique environments, which can only exist with the ingredients from dredge. The history of dredge cleaning will be sensible in the park.
TO DEEP
htpunt in de uiterwaarden; men zou dit adictio in terminis… De uiterwaard wordt jk en wat is nou een mooiere plek om over e kijken dan de dijk? Wat als we dit zouden
e weg of pad mee bestraten, waar wij ons eds een lange weg afgelegd. Het verweerde ergte is in de loop der eeuwen afgezet door Noordwest Europa. Netjes gesorteerd, van deze afzettingen in het rivierenlandschap. vroeg ontdekt hoe deze klei ingezet kon t zijn sporen na in het landschap. Vroeger waar het gebruikt zou worden lag bij wijze de locatie van het uitgraven van de klei. d niet meer vaak aanwezig. ze locatie een directe slag te maken; de ordt uitgegraven wordt direct ernaast ook creëren, zowel in gebakken als ongebakken
e dijk als uitgangspunt te nemen met het hier gaat men via een trap omlaag dat versie van het dijkprofiel dat zich langzaam klei. Dit pad is bestraat met klinkers in een bestratingsverbanden. onder het maaiveld, ervaar je met alle e grond, van het opdrogende water, de e klei. OP prominente plekken doemt de onderbroken door water.
bieden vaak worden omgezet naar natuur e vormgeving snijdt dit pad zich messcherp mschicht, en duidelijke menselijke ingreep landschapstype van rivieren en daarmee e winning van grondstoffen. Het landschap hun torens als bakens dienen en dijken past een ingreep die het verticale van deze ten respecteert en benadrukt door een
verder belast met bouwwerken maar er aald voor dit pad. Het maakt ruimte voor
gebruik van baksteen. Het overgrote deel zeker in de houdere steden, is bestraat en ode aan die straten. dat er openingen tussen de stenen ontstaan en kan vegetatie en klei bestaan tussen o decoratieve varianten op de standaard
BAKSTEEN
dig into deep This is a proposal for a competition to promote the brickindustry. In the east of Holland, next to the city of Nijmegen, the chimneys of brickfactories are the cultural landmarks in a flat riverlandscape existing of rivers and uiterwaarden. As the assignment asked for a recognizable landmark or watchtower made of bricks, we proposed a change of perspective by making a pathway from the dikes down to the uiterwaarden. This path consists out of the rescaled dikeprofile which turns around slowly. In this way the view from the dike shows the scale and openness of the riverlandscape and switches slowly to a view on the soil, the clay and the bricks used as paving
HET LANDSCHAP HET LANDSCHAP
AFDALING NAAR KLEI AFDALING NAAR KLEI
HET LANDSCHAP HET LANDSCHAP
AFDALING NAAR NAAR KLEI KLEI AFDALING
HET PAD
DIG DIG INTO DEEP INTO DEEP
VERKLEIND DIJKPROFIEL BESTRAAT MET KLINKERS IN WAALFORMAAT VERKLEIND DIJKPROFIEL BESTRAAT MET KLINKERS IN WAALFORMAAT
OMGEKEERD DIJKPROFIEL BESTRAAT MET KLINKERS IN WAALFORMAAT OMGEKEERD DIJKPROFIEL BESTRAAT MET KLINKERS IN WAALFORMAAT
UITVERGROTE BAKSTENEN IN HET WATER ALS SPEELAANLEIDING IN ROUTE UITVERGROTE BAKSTENEN IN HET WATER ALS SPEELAANLEIDING IN ROUTE
bestratingsverbanden bestratingsverbanden inzooms plekken inzooms plekken
OMGEKEERD DIJKPROFIEL BESTRAAT MET KLINKERS IN WAALFORMAAT OMGEKEERD DIJKPROFIEL BESTRAAT MET KLINKERS IN WAALFORMAAT UITLOPEND IN TALUD IN DECORATIEF VERBAND UITLOPEND IN TALUD IN DECORATIEF VERBAND
ECOLOGISCHE VOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN PAD ECOLOGISCHE VOORZIENINGEN GEKOPPELD AAN PAD
tussenland
Tussenland 2030 growing with a system of piers in de Westerschelde
The piers restore an old ecosystem called Tussenland. Tussenland has valuable bird habitats and will protects the coast against bigger waves and the rising of the sealevel.Tussenland also creates unique possibilities for living
ships need deeper canals
Tussenland 1750
ecosystems are disappearing
Tussenland 2006
waves are getting bigger
2
1.sand 2.muddy sand 3.slik
1
birdpopulation (sand; grauwe gans, smient. slik: bergeend, kluut)
3
redevelopment of Tussenland with piers: system of sedimentation
ecosystem
Caissonhouses are filled with water and sink to the bottom
Sand will sedimentate on the houses and they will get stuck. The houses are now reachable
sandbank pier hovercraft zonering
slikbank caissonhouses waterhouse new village Breskens
> T=0 Current situation at the village Breskens
> T=10 Making a pier straight on the coastline and letting water inland. Sandbanks will grow on the pier and new housing typologies are build
> T=30 Tussenland with new routes and living possibilities
water
tallinn waterspace
expandable fish market at Tallinn waterspace
Tallinn has a lack of good public space and it is mainly caused by two things. Privatized and fragmented urban development, which causes urban activity to happen inside buildings instead of being part of urban public space, and the dominance of the car, which makes it impossible for pedestrians and cyclists to move around the city. Tallinn wants to be a city on the water and the development of the old harbor areas, on the northern part of the city, give good opportunities to create a new urban waterfront. To connect the old city to this new waterfront, the city park surrounding the old city should be expanded towards the water.
1 terschelling 2040
2
7 5 3 1
2 4
8 6
15 9 14
13 EXISTING: city park and old harbourareas 2009
ROUTES: pedestrian and cycle routes connecting the city, a new tramline along the waterfront and a public boulevard on the water
11 12
10
1 maritime museum (old bunker) 2 waterfront appartments (old prison) 3 cafe/fish market/yacht harbour 4 cultural factory/city park 5 linnahal unesco monument/boatHelsinki 6 Tallinn boat passenger terminal 7 Tallinn concert hall 8 city beach 9 new city centre 10 Estonian theatre & drama theatre 11 st Johnschurch 12 Veeno dramatheatre 13 st Charles church 14 Toompea castle 15 bus/train station
PROGRAM: new and existing public activities
BUILDING: building program 2040, orientated on the park and the water
concept 1. open up
concept 2. parkspace and waterspace
creating a new public space on the water
concept 3. old and new buildings orientated on parkspace and waterspace
concept 4. boulevard with different characters; monument, city and sun
2
public functions 1 cafe 2 city administration office 3 fish restaurant 4 fish market 5 public swimming pool 6 yacht harbour
waterboulevard
routenetwork
parkspace and waterspace
3
4
1
6 5
2009, existing situation, old industrial buildings surrounded by unused fields of grass. There is no direct visual relation to the water, because of the impossibility to use the water edges. 100
m
100
00
10
900
0m
90
800 0m
0m
700
60
80
m
0 70
0m
50
600 0m
40
0m
30 m
0 20
2011, Tallinn will be the cultural capital of Europe in 2011. The event is strategically used to build the public spaces. The activities are placed on pieces of unused land, which later will be used for building or for the waterspace. A cultural kilometer will lead pedestrians from the old city to the new waterspace.
2020, the building program is intensified and the waterspace gets its final form. The waterspace has a width of 150m, which visually links the location to the Baltic sea. The functions are located directly on the edge of the waterspace, a boulevard.
500 400 300 200
0m
10 0m
100 0
D
A
C
B
A - cafe
C - fish market
D - swimming pool
B - city administration building
talinn waterspace
cafe with roof terras and glass facade
vanaf kade brug laag
vanaf Maaspark brug hoog
vanaf Maaspark brug laag
CATCHING A WAVE
CATCHING A WAVE
BAROMETER VAN VENLO
Venlo Venlo herontwikkeld de Maaskade. Venlo wordt weer vastgeklonken aan een landschappelijke structuur van formaat die loopt van Frankrijk tot aan de Noordzee. Een dynamisch systeem. Hierdoor ontstaat een nieuw levendig gebied aan de Maas.
venlo bridge
7FOMP
CATCHING A WAVE
663 663
663
Venlo herontwikkeld de Maaskade. Venlo wordt weer vastgeklonken aan een landschappelijke structuur van formaat die loopt van Frankrijk tot aan de Noordzee. Een dynamisch systeem. Hierdoor ontstaat een nieuw levendig gebied aan de Maas. Deze zijn minder ver de Maas.
Hoogwatergolf, waneer komt ie? Because of expected intensive rainfall Rijkswaterstaat voorspelt de waterstanden in in the near future the vooruit river Maas te voorspellen dan de standen voor bijv. de Rijn. Dit komt omdat de wain de Maas veel sneller veranderen. Maas has to cope with higher terstanden waterlevels. Leven aan de Maas betekend genieten van zicht en ruimte en de aantrekkingsDeze voorspellingen moeten worden gecommuniceerd naar bewoners enaan overhekracht van water. Maar leven de Maas betekend vooral ook het leven met den. Dit is lastig de tijdsdruk (snelheid golfdynamiek. ) en de verschillende communiIn de winter kan het het waterbed van de Maas tot wel 150 x zoveel Venlo is a city on the Maas in door the te verstouwen krijgen dan in de zomer (3000 m3). Dit betekend 2 concreet dat een catiekanalen naar lokale burgers toe. paar dagen zware regenval in de Ardennen icm smeltend sneeuw een hoogwasouth of the Netherlands and will tergolf veroorzaakt die zorgt voor hoogwater op de Limburgse Maas. Barometer van Venlo face these watermasses that in is omsome ie? Dit kan Ons voorstel de brug te gebruiken als icoonHoogwatergolf, voor Venlo waneer en de komt Maas. Rijkswaterstaat voorspelt de waterstanden in de Maas. Deze zijn minder ver door de brug, These als icoon voor de verbinding van vooruit het centrum vandan Venlo met het te voorspellen de standen voor bijv. de Rijn. Dit komt omdat de wacases can cause floodings. terstanden in de Maas veel sneller veranderen. Maaswater, de waarschuwing geven voor de hoogwatergolf. Dit door het oranje gecommuniceerd naar bewoners en overhedat in het midden van de brug Deze ligt,voorspellingen omhoog temoeten latenworden gaan. Zo highwater waves are hard voetgangersdeel to predict. den. Dit is lastig door de tijdsdruk (snelheid golf ) en de verschillende communikrijgt de Maas, niet alleen fysiek maar ook mentaal, een plek in deburgers mental catiekanalen naar lokale toe.map Because of this a new van bridge de Venloenaar. for Barometer van Venlo Ons voorstel is om de brug te gebruiken als icoon voor Venlo en de Maas. Dit kan Venlo will solve this problem. door de brug, als icoon voor de verbinding van het centrum van Venlo met het 7FOMP Maaswater, de waarschuwing geven voor de hoogwatergolf. Dit door het oranje Openbare ruimtefrom When a waterwave is expected voetgangersdeel dat in het midden van de brug ligt, omhoog te laten gaan. Zo De brug wordt publieke ruimte en beidt aanleiding gesprekken overmaar Maas krijgt voor de Maas, niet alleen fysiek ook mentaal, een plek in de mental map Venlo, up. over hoogwatergolven en laagwater, over over klimaatBelgium, the bridge will engo The van beschouwingen de Venloenaar. veranderingen, voor uitwisseling van gedachten en ideeën in hoofden van de bridge has a bright orangemensen. pedestrian 7FOMP ruimte de Maaskade. BAROMETER VAN VENLOEen plek om te genieten van de Maas enOpenbare De brug wordt publieke ruimte en beidt aanleiding voor gesprekken over Maas part which contrasts with the water. It en Venlo, over hoogwatergolven en laagwater, over beschouwingen over klimaatveranderingen, voor uitwisseling van gedachten en ideeën in hoofden van de will respond to the waterfluctuations mensen. Een plek om te genieten van de Maas en de Maaskade. A WAVE BAROMETER VAN VENLO de Maaskade. Venlo wordt CATCHING weer vastgeklonken aan een 663 ctuur van formaat die loopt van Frankrijk tot aan de of Noord- the river. The bridge is in the Venlo systeem. Hierdoor ontstaat een nieuw levendig gebied aan Venlo 3 1 herontwikkeld de Maaskade. Venlo wordt weer vastgeklonken aan een STAD 663 663 public space ofdie looptVenlo landschappelijke structuur van formaat van Frankrijk tot aana de Noord-clearly zee. Een dynamisch systeem. Hierdoor ontstaat een nieuw levendig gebied aan STAD1 663 de Maas. spot, visible in this way the bridge betekend genieten van zicht en ruimte en de aantrekkingswill Maasset the relation between the 663 aan de Maas betekend genieten van zicht en ruimte en de aantrekkingsaar leven aan de Maas betekend vooral ook het leven met Leven 663 kracht van water. Maar leven aan de Maas betekend vooral ook het leven met and the live ter kan het het waterbed van de Maas tot wel 150 xriver zoveel dynamiek. In de winter kan het city. het waterbed vanPeople de Maas tot wel 150 will x zoveel n dan in de zomer (3000 m3). Dit betekend concreet dat een te verstouwen krijgen dan in de zomer (3000 m3). Dit betekend concreet dat een paar dagen zware regenval in de Ardennenof icm smeltend sneeuw river een hoogwawith the dynamics the Maas. genval in de Ardennen icm smeltend sneeuw een hoogwa- tergolf veroorzaakt die zorgt voor hoogwater op de Limburgse Maas. 663
Venlo Venlo herontwikkeld de Maaskade. Venlo word landschappelijke structuur van formaat die loopt 3 1 zee. Een dynamisch systeem. Hierdoor ontstaat Venlo de Maas. 4 wordt weer v Venlo herontwikkeld de Maaskade. Venlo
zicht brug van
Maas Leven aan de Maas betekend genieten van zicht en ruimte en de aantrekkingskracht van water. Maar leven aan de Maas betekend vooral ook het leven met dynamiek. In de winter kan het het waterbed van de Maas tot wel 150 x zoveel te verstouwen krijgen dan in de zomer (3000 m3). Dit betekend concreet dat een CATCHING paar dagen zware regenval in A de WAVE Ardennen icm smeltend sneeuw een hoogwatergolf veroorzaakt die zorgt voor hoogwater op Venlo de Limburgse Maas.
7FOMP
3
1
7FOMP
663
663
7FOMP
BAROMETER VAN VENLO
Venlo in wintermaand. Afvoer Maas 230 m3/s. Brug in rust.
7FOMP
663
7FOMP
7FOMP
663
663
ie zorgt voor hoogwater op de Limburgse Maas.
663
663
663
er komt ie? spelt de waterstanden in de Maas. Deze zijn minder ver n dan de standen voor bijv. de Rijn. Dit komt omdat de was veel sneller veranderen. moeten worden gecommuniceerd naar bewoners en overher de tijdsdruk (snelheid golf ) en de verschillende communikale burgers toe.
e brug te gebruiken als icoon voor Venlo en de Maas. Dit kan on voor de verbinding van het centrum van Venlo met het chuwing geven voor de hoogwatergolf. Dit door het oranje in het midden van de brug ligt, omhoog te laten gaan. Zo alleen fysiek maar ook mentaal, een plek in de mental map
663
Venlo in wintermaand. Afvoer Maas 230 m3/s. Brug in rust. Hoogwatergolf, waneer komt ie? Rijkswaterstaat voorspelt de waterstanden in de Maas. Deze zijn minder ver Venlo in wintermaand. Afvoer Maas 230 m3/s. Brug in rust. vooruit te voorspellen dan de standen voor bijv. de Rijn. Dit komt omdat de waterstanden in de Maas veel sneller veranderen. Deze voorspellingen moeten worden gecommuniceerd naar bewoners en overheden. Dit is lastig door de tijdsdruk (snelheid golf ) en de verschillende communicatiekanalen naar lokale burgers toe. locatie brug verschoven naar “marktentree” logische lijn centrum Venlo - Maas
2
2
Barometer van Venlo Ons voorstel is om de brug te gebruiken als icoon voor Venlo en de Maas. Dit kan door de brug, als icoon voor de verbinding van het centrum van Venlo met het locatiedebrug verschoven naarde“marktentree” Maaswater, waarschuwing geven voor hoogwatergolf. Dit door het oranje voetgangersdeel dat in het midden van de brug ligt, omhoog te laten gaan. Zo krijgt de Maas, niet alleen fysiek maar ook mentaal, een plek in de mental map van de Venloenaar.
logische lijn centrum Venlo - Maas
7FOMP
Venlo in wintermaand. Voorspelde afvoer Maas 3000m/s binnen 48 uur. Waarschuwing! Oranje voetgangersdeel van de brug komt omhoog.t
mensen. Een plek om te genieten van de Maas en de Maaskade.
BELEVING
high water wave from Belgium reaches Venlo within 24 hours
BELEVING locatie brug verschoven naar “marktentree”
logische lijn centrum Venlo - Maas
Venlo in wintermaand. Hoogwa deel staat nog omhoog. 7FOMP
Maas 2 Leven aan de Maas betekend genieten van zicht krachtMaas van water. Maar leven aan de Maas bete Leven aan de Maas betekend genieten van zicht en ruim dynamiek. winter kan het het waterbed va kracht In vande water. Maar leven aan de Maas betekend voo dynamiek. In de winter kanin hetde hetzomer waterbed van dem3) Maa te verstouwen krijgen dan (3000 te verstouwen krijgen dan in de zomer (3000 m3). Dit bete BELEVING paar dagen zware regenval in de Ardennen icm 3 paar dagen zware regenval in de Ardennen icm smeltend tergolftergolf veroorzaakt zorgtvoor voor hoogwater op veroorzaaktdie die zorgt hoogwater op de Limbu zicht brug vanaf Havenkade bij naderende hoogwatergolf
7FOMP
7FOMP
Venlo in wintermaand. Voorspelde afvoer Maas 3000m/s binnen 48 uur. Waarschuwing! Oranje voetgangersdeel van de brug komt omhoog.t
Ven
zicht brug vanaf Havenkade bij naderende hoogwatergolf
Venlo in wintermaand. Voorspelde afvoer Maas 3000m/s binnen 48 uur. Waarschuwing! Oranje voetgangersdeel van de brug komt omhoog.t
Venlo in wintermaand. Golf voo
BELEVING
7FOMP
7FOMP
Hoogwatergolf, waneer komt ie? Hoogwatergolf, waneer komt ie? Rijkswaterstaat voorspelt de waterstanden in de Maas. Rijkswaterstaat voorspelt destanden waterstanden in dD vooruit te voorspellen dan de voor bijv. de Rijn. 4 in de Maas dan veel sneller veranderen. vooruitterstanden te voorspellen de standen voor bijv. Deze voorspellingen moeten worden gecommuniceerd naa terstanden in de Maas veel sneller veranderen. den. Dit is lastig door de tijdsdruk (snelheid golf ) en de v Deze voorspellingen moeten worden gecommunic catiekanalen naar lokale burgers toe. den. Dit is lastig door de tijdsdruk (snelheid golf Barometer van Venlo catiekanalen naar lokale burgers toe. Ons voorstel is om de brug te gebruiken als icoon voor Ven Venlo in wintermaand. Hoogwatergolf 3000m/s bereikt Venlo. Oranje voetgangersdeel staat nog omhoog.
Venlo in wintermaand. Hoogwatergolf 3000m/s bereikt Venlo. Oranje voetgangersdeel staat nog omhoog.
brug onderdeel openbare verblijfsruimte
zicht op park
bij hoogwater zicht op Maas
brug onderdeel openbare verblijfsruimte
zicht op park
voet
7FOMP
zicht op park
bij hoogwater zicht op Maas
0
10
50 m
Venlo in wintermaand. Golf voorbij. Brug is weer in rust.
0
Venlo in wintermaand. Voorspelde afvoer Maas 3000m/s binnen 48 uur. Waarschuwing! Oranje voetgangersdeel van de brug komt omhoog.t
m te genieten van de Maas en de Maaskade.
landschappelijke structuur van formaat die loopt van Fran zee. Een dynamisch systeem. Hierdoor ontstaat een nieu de Maas. 4
7FOMP
Openbare ruimte De brug wordt publieke ruimte en beidt aanleiding voor gesprekken over Maas en Venlo, over hoogwatergolven en laagwater, over beschouwingen over klimaatveranderingen, voor uitwisseling van gedachten en ideeën in hoofden van de
eke ruimte en beidt aanleiding voor gesprekken over Maas atergolven en laagwater, overSTAD beschouwingen over klimaatuitwisseling van gedachten en ideeën in hoofden van de
7FOMP
4 brug onderdeel openbare verblijfsruimte
7FOMP
7FOMP
Venlo in wintermaand. Afvoer Maas 230 m3/s. Brug in rust.
663
7FOMP
Ven dee
10
50 m
Venlo in wintermaand. Golf voorbij. Brug is weer in rust.
bridge in relation to the dynamics of the river
door de brug, als icoon voor de verbinding van het centr Maaswater, waarschuwing geven voor de hoogwatergo Barometer van de Venlo voetgangersdeel dat in het midden van de brug ligt, omh Ons voorstel is omniet dealleen brugfysiek te gebruiken als icoon krijgt de Maas, maar ook mentaal, een door de als icoon voor de verbinding van vanbrug, de Venloenaar.
Maaswater, de waarschuwing geven voor de hoo bij hoogwater zicht op Maas
voetgangers hoog of laag, fietsers altijd laag
low waters in de Ardennen, calm bridge
high waters in de Ardennen, warning bridge
terschelling
Den Burg
Vlieland
West Terschelling
Nes
Schiermonnikoog
Slufter
Vliehors
Boschplaat
Hon
the sealevel is rising, the most vulnerable places on the Waddeneilanden are the harbours and the tails at the eastern ends of the islands. How can we make these islands climate proof? Could the harbours become floating harbours?
Oosterstrand
Boschplaat Oost-Terschelling
2010 Palengrid t.b.v. duinvorming
2010 Activering stuifduin 2010 Palengrid t.b.v. duinvorming
natural growth of the Boschplaat at the eastern end of Terschelling
2010 Activering stuifduin
Boschplaat Oost-Terschelling
2100 Doemscenario: Geen ophoging
2009 Stuifdijk
2010 Palengrid t.b.v. duinvorming
2010 Activering stuifduin: Ophoging Boschplaat
Optie 1: Washover
2010 stuifduin: Ophoging Boschplaat 2100 Activering Doemscenario: Geen ophoging
OptieStuifdijk 1: Washover 2009
OptiePalengrid 2: Meerdere washovers 2010 t.b.v. duinvorming
Paal 99: Eindpunt Terschelling 2010 Activering stuifduin: Ophoging Boschplaat
Paal Verschillende gebruiksmogelijkheden Optie99: 1: Washover
2100 Doemscenario: Geen ophoging
2010 Palengrid
2010 Activering stuifduin
2010 Start duinvorming
> 2010 Duinvorming
2010 duinvorming 2100 Start Doemscenario: Geen ophoging 2010 Activering stuifduin: Ophoging Boschplaat
>2010 2010Palengrid Duinvorming Optie 1: Washover
2030 2010 Tussenstadium Activering stuifduin Optie 2: Meerdere washovers
2050 ophoging 2010 Maximale Start duinvorming Paal 99: Eindpunt Terschelling
Optionele washovers > 2010 Duinvorming Paal 99: Verschillende gebruiksmogelijkheden
2010 Start duinvorming
> 2010 Duinvorming
2030 Tussenstadium
2050 Maximale ophoging
Optionele washovers
proposal for a floating harbour at Terschelling West
space
Looks like its broken, looks like its really really broken
landscape airport
1958
0
5
1993
2005
30 km
huidige contour groene hart
krimp contour vanaf 1958
contour in de praktijk
The Dutch landscape with large skies, a green polder “carpet” and an ingenious system of waterways and dikes is disappearing. The Green Heart is shrinking; in 1958 it is 2030 km2 and in 2005 it is split into three parts with a total size of 1500k m2 (bron: Grote Bosatlas, West8). On the right: shrinking of the Green Heart at Zoetermeer (bron: Nieuwe kaart van Nederland)
dwe
lli
ngs
/wo
rki
ng
dwellings
glass houses Boskoop
working areas
dwellings Leidschenveen dwellings and working areas Zoetermeer
glass houses and working areas Zuidplaspolder
glass houses
spacemakers
spacemaker : current situation Schiphol
planned living areas: outside the influence zone of Schiphol
planned working areas: inside the influence zone of Schiphol
From our research we conclude that openness is often found on places where it is not planned. Openness can be found in the influence zone of airports, around electricity poles and within the smell cirkels of pig farms. For example Schiphol seems to be an important spacemaker in the edge of Amsterdam
2,0
maximale capaciteit huidige locatie
1,2
huidige grootte
56
38 aantal passagiers (x miljoen)
aantal passagiers (x miljoen)
1
0,6
2000
2010
maximale capaciteit huidige locatie
huidige grootte
18
2000
2 2010
3
56
aximale capaciteit huidige locatie
uidige grootte aantal passagiers (x miljoen)
38
2010
maximale capaciteit huidige locatie
huidige grootte
18
2000
2010
The expected growth of Rotterdam Airport(above) and Schiphol Airport is larger than the capacity of the airports on their current locations, this shows the urgency for a new airport in the Randstad.
Concept for Landscape Airport: a new airport which is an economic impulse and because the influence zone is strongly related to panoramas through the green heart, it is also an impulse for the landscape (1 influence zone, 2 airport, 3 Noordplaspolder)
2
1
2 3
1
3
airport (1 new dike, 2 tracks (3800m, 3000m en 2570m), 3 terminal and hangars
working areas (1 350 ha bedrijventerrein, 2 kassen en boomteelt met roeibaan 3 ontwikkelingen Zuidplaspolder)
panorama’s
villages on the zone
2
1 3
2
5
4
recreative roadnetwork
land use (1 veenweidegebied, 2 zoning farmers, 3 waterbuffer Noordplaspolder, 4 Rotte, 5 edge Waddinxveen with rowing track)
recreative waternetwork
location of Landscape Airport in the southern wing of the Deltametropool, in the edge of the Green Heart
skandinavian (landscape) architecture
green carpets
spread roof of balloons
marketroof of balloons
According to the principles of CIAM, the western garden city of Amsterdam was designed by van Eesteren as a continious field with build objects. In this philosophy the classical architectural typology of a square marked by walls, like the squares designed by Berlage, doesn’t really exist.
Originally squares in the postwar layout were, and still are, programmatic centerpoints in a very neutral green public space. To physically mark the Allebeplein as a square within the western garden city, a concrete tilepaved grassfloor and an expressive roof of balloons are proposed.
Feeding platforms for the Groene Halsbandparkiet (Psittacula krameri) are located on top of the balloons. This exotic bird has its living area in the Sloterplas and Rembrandtpark and is an immigrant since 1976 within the population of city birds in Amsterdam.
The Allebeplein will be marked by a constant swarm of bright green parakeets high above the square, visible from the A10, providing a new exotic identity. The Damplein has its Doves, the Dappermarkt it’s Herons and the Allebeplein will now be known for it’s Parakeets.
8
7
8
4
5
3
1
6
2
1 2 3 4 5 6 7 8
spread roof of 2000 balloons with feeding platforms for parakeets
market roof of balloons
restaurant school library small shops and cafes mosque appartments cafes en restaurants appartments
new functions, aimed to create activity in the evening
car and pedestrian routes on a grassfloor of perforated 30x30tiles
Parakeets (Psittacula kramer) immigrant bird since 1976 from mid Afrika and South East Asia feeding platforms with different sorts of seeds
latex baloons glued together in groups diameter balloon 2,0m thickness latex 50mm filled with oxygen and helium refill 4 times a year led lights within each 15 balloons
steel cables balloons are attached to a cable ring 40m above the square horizontal and vertically attached to surrounding buildings to change position with pulley blocks thickness cables 1,2mm
benches deriving from the concrete floor in different length build from basic concrete 30x30 tile
floor floor made of basic concrete 30x30 tiles perforated with circles of different sizes in which grass will grow different colours of grey
SIZE >Groot Noordhollandschkanaal 2040 >Bermpark
competition Droom NH, provincie Noord Holland, second prize, 2009 competition, Gouda, for Copijn, 2007
SOIL >Dredge landscape park >Tussenland >Dig into Deep
International Archiprix, Shanghai, first prize, 2007 National Archiprix, nominee, 2007 exhibition paleis Het Loo, 40 landschapsontwerpen, E. de Jong, 2008 competition Nieuw Tij, Zeeland, 2007 competition Zwervende Erven, chosen for realisation, 2009
WATER >Tallinn waterspace >Venlo bridge >Terschelling
competition Europan 10, Tallinn, with Marjolijn Guldemond, 2009 competition, Venlo, 2007 with Ronald Rietveld, Atelier Fryslan, 2009
SPACE >Landscape Airport >Green carpets
competition, provincie Zuid Holland, 2009 prix de rome, 2009
text
Het perspectief van windenergie Donderdagavond 14 mei was het NAi het toneel van een vakdebat over windenergie. Zwaargewichten uit de wereld van de ruimtelijke ordening zoals Dirk Sijmons (HNS), Liliane Geerling (BVR) en Art Zaaijer (OMA) gingen op uitnodiging van Yttje Feddes, Rijksadviseur voor het landschap, in op de ontwikkelingen rondom windturbines. Meer molens, meer problemen Het debat vormt de aftrap voor het Nationaal Perspectief Windenergie dat dit jaar zal worden opgesteld, met als opgave het realiseren van 6000 MW op zowel zee als land voor 2020. In deze tijd, waarin de begrippen als duurzaamheid, kredietcrisis en klimaatsverandering zelfs zijn doorgedrongen tot borreltafel en koffieautomaat, lijkt de windmolen niets meer in de weg te staan. Toch gaat alles minder snel dan verwacht. Veel van de problematiek van windmolens hangt samen met schaalvergroting. De grotere hoogte van de molens zorgt ervoor dat de onderlinge afstand ook groter wordt, de afstand moet namelijk minimaal vier keer de masthoogte zijn. Kortom de impact van windmolens neemt zowel in hoogte als oppervlakte toe. In ons dichtbevolkte en platte land zorgt dit voor een toenemende weerstand. Hoe kun je dan toch meer megawatt realiseren? Het is intussen twee jaar geleden dat Dirk Sijmons als rijksadviseur van het landschap het advies Windturbines in het Nederlandse landschap aan de ministers Cramer, Verburg en Van der Hoeven aanbood. In een soort nabeschouwing op eigen werk vat Sijmons het advies nog een keer samen. Hij gaat daarbij vooral in op de semantiek; welke betekenis verbinden mensen aan het beeld van een windmolen? Er heerst veel weerstand bij burgers en bestuurders en deze berust niet op rationele argumenten. Een gevoel van noodzaak ontbreekt. Het belang van de windmolen moet deze ‘Don Quichottes’ duidelijk worden gemaakt. ‘Maar,’ zegt Sijmons, ‘de ruimtelijke ontwerpkant speelt hierin geen hoofdrol’.
Liliane Geerling, die Riek Bakker vervangt, toont een studie die juist ingaat op de betekenis van de windmolen. De zichtbaarheid van de molen wordt uitgebuit om de relatie tussen het industriële productielandschap en de molen te laten zien. Industrie heeft immers energie nodig en de molen levert deze. Een voordeel is dat plaatsing in een dergelijke landschap weinig aanleiding geeft tot burgerprotest. Zo kan rond de 5000 MW gerealiseerd worden, als er tenminste minder strenge veiligheidsvoorschriften en meer meewerkende partijen zijn. De aanpak van OMA in het door Art Zaaijer gepresenteerde plan Zeekracht lijkt op een verder uitgewerkte versie van het meer schematische plan NL Windpark van MVRDV. De opgave voor een windmolenpark op zee wordt door OMA opgerekt en omgezet naar een breed perspectief voor de opwekking van duurzame energie in de Noordzee. Op termijn kunnen daar ook andere vormen van energieopwekking een plek vinden, zoals energie uit stroming, zoet/zout, warmte, wierteelt, aardgas en golfslag - op die schaal wordt het ook echt iets. De ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door een ringstructuur van huidige en nieuwe windmolenparken op zee aan elkaar te koppelen. Niet alleen Europa zou hiervan kunnen profiteren, er wordt al gekeken of zonne-energie uit Noord Afrika aangetakt kan worden op deze structuur. Met het bericht van 17 juni dat Duitse bedrijven 400 miljard willen investeren in zonne-energie uit de Sahara klinkt dit opeens vrij concreet. Met deze visie wordt de discussie verlegd van de zichtbaarheid van windmolens naar een discussie over toekomst van duurzame energie. Sprawl Het lijkt erop dat er met de aanstelling van een Task Force voor de winning van windenergie op zee en een onderzoek naar de aansluiting op het energienet op land, beweging komt in de ontwikkeling ervan. Door de relatieve onzichtbaarheid van windmolens op zee spelen zaken als semantiek er nauwelijks en zijn grootschalige parken ineens aan te leggen. Dit betekend niet dat dit de makkelijkste weg is: kaarten laten zien dat er ook op zee geen tabula rasa bestaat.
Het echte probleem is nog altijd de realisatie van windturbines op land. Een goed voorbeeld hiervan zijn de plukjes van vier molens die op plekken waar weinig weerstand is in het landschap verschijnen, omdat er geen MER aanvraag voor nodig is. Er wordt vanuit de vakwereld al jaren voor gepleit om windmolens zo op te stellen dat ze structuren in het landschap accentueren. Maar door de kleine aantallen kunnen ze niet worden gekoppeld aan een landschappelijke structuur van formaat. Zo ontstaat er een sprawl van molens. Om dit tegen te gaan is in het advies van 2007 al een voorstel gedaan voor het instellen vides; gebieden waar verbod op molens komt om de open ruimte te beschermen. Vooralsnog is dit voorstel niet uitgewerkt, een verbod vraagt immers om alternatieve locaties. In het algemene debat vallen er twee dingen op. De studies richten zich vooral op grootschalige windparken, bij voorkeur op zee. Een blik op de kaart leert echter dat de molens nu vooral aan de randen van Nederland staan, in de open, agrarische landschappen waar Holland trots op is en internationaal om bekend staat. Veel van deze windmolens zijn in handen van boeren. Zij verdienen een aanzienlijk deel van hun inkomen met wind en zijn zo in staat de beroemde landschappen te onderhouden. Ironisch genoeg wordt er tegelijkertijd door veel mensen geklaagd dat de molens de open landschappen vervuilen. Dit dilemma blijft nu liggen. Als je bedenkt dat 85% van het opgestelde vermogen afkomstig is van agrariërs en dat deze beroepsgroep meer dan de helft van het Nederlandse grondoppervlak in handen heeft, is het vreemd dat een ambitieus plan voor deze opgave ontbreekt. Verder lijkt het dogma, dat windmolens altijd moeten worden gekoppeld aan zee en open polders, in Nederland onverminderd te bestaan, terwijl de nieuwe generatie molens dit verschil overbodig maakt. Het rendement is door de hoogte in heel Nederland ongeveer gelijk. Ervan uitgaande dat de visuele impact minder groot is in een besloten kleinschalig landschap, is het interessant om te onderzoeken wat het betekend als ook de zandgronden van ‘hoog’ Nederland in de opgave worden meegenomen. Wil het Nationaal Perspectief Windenergie net zo’n succes
worden als bijvoorbeeld Panorama Kraayenhoff voor de Hollandse Waterlinie dan zal er eerst een duidelijke visie moeten komen op bovenstaande vraagstukken.
Een goed park De nettenfabriek in Apeldoorn vormde op 15 september het decor voor een vijftal lezingen over de sociale betekenis van stadsparken. Grote vraag: wat is er nodig voor een goed stadspark? Vijf sprekers gaven hun visie. De aftrap werd gegeven door Steven Coleman van Parks&People uit Washington. Coleman liet zien dat parken als openbare plekken een grote sociale betekenis hebben die soms moet worden herontdekt. Hij beschrijft dit mechanisme aan de hand van het Marvin Gaye Park in Washington dat door hem, samen met omwonenden is veroverd op illegale afvalstorters. Door kleinschalige bottom-up initiatieven zoals het opruimen van puin, het bouwen van een eenvoudig amfitheater en het organiseren van concerten speelt dit park ineens een rol in de sociale cohesie van de wijkbewoners. Paula Meijerink, van bureau WANTED en docent aan Harvard, toont in haar projecten een passie voor hedendaags ontwerp en materialen. De sociale dimensie van landschapsarchitectuur is de publieke ruimte en, zo stelt zij, in hedendaags Amerika bestaat dit vooral uit asfalt, alles is immers gemaakt op de schaal en actieradius van de auto. Dit gegeven blijkt het vertrekpunt te zijn voor verschillende projecten waarbij asfalt is toegepast en is onderzocht op bruikbaarheid en esthetica. In een warrig betoog pleit Meijerink ervoor dat het in een ontwerp moet gaan om nieuwe creatieve ideeën die verder gaan dan het gevraagde programma. Wat precies de sociale dimensie is van de meer naar autonome kunst neigende ontwerpen wordt niet helemaal duidelijk. Jos Gadet is sociaal ruimtelijk onderzoeker in Amsterdam. Hij stelt dat waar goede parken zijn, er ook altijd mensen zijn; het park is de stad in een groen decor. Van belang voor het slagen van een park is de locatie in de stad. Een park blijkt goed te functioneren bij een diversiteit in dichtheid en programma in de stad gecombineerd met ruimte en rust in het park. Hierbij
valt op dat de lessen van Jane Jacobs uit The Death and Life of Great American Cities (1961), zoals een goede verknoping met het omliggende stedelijke weefsel en de noodzaak van menging, nog steeds springlevend zijn. Evert Verhagen, als gemeentelijk projectmanager betrokken bij de realisatie van het Westerpark (ontwerp Kathryn Gustafson) en het Noorderpark (ontwerp West8) beide in Amsterdam, vindt dat een goed parkontwerp niet simpelweg het overzetten van wensen in een ontwerp is, maar dat deze in een ontwerp vertaald moeten worden naar een helder en duidelijk plan met een eigen gezicht. Hierin moet de ontwerper de leiding krijgen, want zo stelt Verhagen, ‘met twintig mensen kun je geen goed boek schrijven’. Volgens Verhagen functioneren parken goed als ze schoon, groen, veilig en zichtbaar zijn. Hierbij speelt een juiste diversiteit in programma een belangrijke rol voor de synergie tussen de verschillende gebruikers. Tenslotte laat Edzo Bindels, hoofdontwerper van West8, zien hoe de sociale aspecten in hun projecten geen vertrekpunt zijn maar uiteindelijk wel een rol kunnen gaan spelen gedurende het ontwerpproces. De realisatie van hun ontwerp voor het Leidsche Rijnpark in Utrecht bleek, ondanks het opzetten van een speciaal projectbureau van de gemeente, zo moeizaam te verlopen dat bewoners uiteindelijk zelf de schop ter hand namen en bomen zijn gaan planten. Ze wilden een park en hebben al een band met het park voordat het er echt is. De ontwerpen voor stadsparken in Madrid en op Governers Island in New York laten zien dat niet alleen aan het gevraagde programma een plek wordt geboden, ook kunnen toevalligerwijs elementen zo worden uitvergroot of worden gebruikt dat omwonenden zich eraan kunnen gaan hechten. Dit ‘logo’ kan een houten fiets zijn (Governers Island), een skateroute (Leidsche Rijn park) of een parkstrip met een grafisch bloempatroon van kersenbloesems (Madrid).
Al deze sprekers willen mooie, goed functionerende parken te maken; de verschillen in aanpak van hoe dat zou moeten, zijn overduidelijk. Coleman neemt de burger bij de arm en voor hem lijkt de sociale betrokkenheid van burgers bijna een doel an sich te zijn. Verhagen probeert zo te sturen dat de juiste mix aan mensen en (sub)culturen bij elkaar komt die het park levendigheid geven. Zo fungeert het park als een snelkookpan waar de stad in een groen decor werkelijkheid wordt. Bindels tenslotte geeft in zijn rol als ontwerper, parken een eigen gezicht door karakteristieke plekken en objecten te ontwerpen. Mensen worden verleid het park te ontdekken zodat ze er zich uiteindelijk mee kunnen identificeren, zelfs als het park er nog niet eens is.
A Wider View Als onderdeel van de Internationale Triënnale Apeldoorn vond maandag 16 juni in Apeldoorn de aftrap van het congres “A Wider View” plaats. In de imposante hal van Radio Kootwijk lieten sprekers vanuit verschillende disciplines hun licht schijnen over de Europese cultuurlandschappen en de grote veranderingen die hierop afkomen. Zo stonden thema’s als globalisatie, urbanisatie, leisure landscapes en klimaatsverandering op de agenda. Als eerste van de sprekers somde Andre van der Zande (Ministerie van LNV) meteen op hoe deze thema’s zich in het Hollandse landschap manifesteren. Waar mens zich vroeger voegde naar het landschap is door schaalvergroting en globalisatie de dynamiek veel groter geworden. Ingrepen vinden sneller en op grotere schaal plaats. De schaalvergroting en industrialisatie zorgen voor megastallen. De maat en schaal van deze stallen verhoudt zich soms moeilijk tot de plek. Door individualisering, ontzuiling en groeiende mobiliteit veranderen dorpen in suburbane woonwijken met bijbehorende kenmerken: snelle vleksgewijze groei op z’n stads. De binding met het landschap wordt minder, het aantal standaardtypologische huizen groter. Vanuit Belvedère, de Nederlandse nota die cultuurhistorie een plek wil geven in de ruimtelijke planvorming, wordt gewerkt aan bewustmaking en voorbeeldwerking bij burgers, plannenmakers en overheden. In Duitsland is voor Internationale Bau Ausstellung FurstPucklerland (IBA) in de omgeving van Cottbus gepoogd de industriële landschappen van de grootschalige mijnwinning een eigen betekenis te geven en de oorsprong van de ontgravingen te laten beleven. Brigitte Scholz toonde een fascinerend gebied rondom Welzow met het karakter van een maanlandschap waar, machines groter dan de Eiffeltoren, enorme gaten achterlaten. Omdat de mijnbouw als economische drager wegvalt zullen in dit gebied de diepe gaten worden gevuld met water en verbonden door een vaarroute zodat er een nieuw lakedistrict van 14.000 ha ontstaat met woningen, scholen en recreatie voorzieningen
daaromheen. Niet alle voorstellen voor het gebied vielen even goed in de smaak bij de bewoners: de surrealistische beelden van mensen op kamelen in een woestijnachtige landschap bijvoorbeeld. Scholz: “De bewoners zagen liever een mix van a lake, mountain and castle”. “They made a composition of existing landscapes”. Curator Eric Luiten, als Belvedère hoogleraar in Delft bezig met cultuurhistorische opgaven, geeft een mogelijke verklaring voor de huiver bij de bewoners. Luiten: “We zijn ons vertrouwen verloren in de huidige transformatie. Er bestaat angst voor het maken van nieuwe landschappen. Dit komt onder andere doordat de esthetische blik een grotere rol is gaan spelen. Als de schoonheid het vertrekpunt is ontstaan er andere landschappen. De werklandschappen van vroeger zijn niet met het esthetiek als uitgangspunt gemaakt. De gewaardeerde cultuurlandschappen van vandaag zijn de werklandschappen van gisteren. Volgens Luiten gaat het dan ook om een het op waarde schatten van de historische en huidige situatie, ofwel een verbinding te maken die de verschillende tijdslagen met elkaar verbindt.” Hier wordt duidelijk dat het begrip landschap niet eenduidig is. Landschap wordt blijkbaar nog vaak geassocieerd met frisgroene golvende grasvelden aan een meer. Parken en tuinen. Groene plekken op menselijke schaal om te reflecteren, te ontspannen en te ontsnappen aan het alledaagse werkleven. Maar waar komt dit romantisch en esthetische beeld vandaan? En verschilt dit dan per cultuur? Zorgt globalisering ook voor eenvormigheid in het mentale landschapsbeeld? Door het projecteren van een historisch, bestaand landschap op je omgeving ontneem je het landschap, en jezelf, de kans op ontwikkeling. Op een landschapsbeeld dat geen archetype is. Nieuwe tijden geven ook weer nieuwe mogelijkheden voor nieuwe landschappen. Direct na de bouw van de Eiffeltoren was er weinig waardering voor dit stalen bouwwerk. Eenmaal aanwezig groeide het uit tot het icoon voor Parijs. De “blootstelling van mensen aan de toren” zorgde voor een verandering.
Wat de landschappen ook zijn, landschapsbeelden lopen uiteen. De Nederlandse landschappen zijn interessant omdat ze vanuit pragmatische houding geboren zijn. De landschapassociatie van mensen nu is gebaseerd op beeld dat geschikt is om een vakantiekiekje van te maken. Maar vaak is de werkelijkheid verrassender en anders dan de associatie die mensen hebben. De opgave voor landschapsarchitecten zou wel eens kunnen liggen in het doen van gerichte ingrepen in het hedendaagse landschap waardoor deze weer tot de verbeelding gaat spreken, men zich er weer mee gaat identificeren en het absurde, fascinerende en verrassende van het landschap gaat zien. Zo verandert het landschap van een plat decor in een vierdimensionale beleving waarin de verschillende opvattingen over het landschap door de tijden heen ruimtelijk beleefd wordt. Zo verandert wellicht de blik, de bijbehorende associatie en het landschap zelf naar een meer en veelkleuriger pallet.
Landschappen van verbeelding 11 juni is de Triënnale van start gegaan in Apeldoorn, de eerste versie van een driejaarlijks festival over tuin- en landschaparchitectuur. Gedurende 100 dagen worden op fascinerende locaties tentoonstellingen, lezingen en debatten georganiseerd over landschap. Het thema is ‘Herinnering en Transformatie’. Een van de tentoonstellingen is Landschappen van Verbeelding, samengesteld door Erik de Jong en Michel Lafaille, in paleis het Loo. De tentoonstelling laat ontwerpen zien van landschapsarchitecten uit de laatste 400 jaar. Hierin ligt de nadruk op de verbeelding van de gedachtes achter het ontwerp. 40 ontwerpen worden in chronologische volgorde aan de hand van teksten, foto’s, kaarten, maquettes en tekeningen tentoongesteld. De ontwerpen, zowel ideeën als gerealiseerde ontwerpen, komen zo in een historisch perspectief te staan; oude handgetekende kaarten en krijtschetsen worden gevolgd door computergegenereerde beelden. De ontwerpen op de tentoonstelling zijn een afspiegeling van de tijd en de cultuur waarin ze gemaakt zijn. Samen vormen ze een overzicht van de landschapscultuur; de veranderende opvattingen over landschap en de verhouding tussen mens en landschap. De verschuivingen in de idealen en motieven van de ontwerpers worden mooi zichtbaar op de tentoonstelling. Voor de inpoldering van het Beemstermeer werd in 1611 een ontwerp gemaakt. De kaart laat een wiskundig uitgemeten ontwerp zien en fungeert als een overdrager van informatie over de exacte maten en toe te passen technieken. Met grote precisie worden sloten en wegen in een geometrisch patroon getekend, grotere vierkante kavels worden weer onderverdeeld in kleinere vierkanten. Aan de randen ontmoeten het geometrische patroon en de bestaande topografie van het meer elkaar, er is nagedacht hoe om te gaan met het bestaande landschap. Het plan is een voorstel voor een grote en complexe landschappelijke ingreep.
Het is fascinerend dat je door het precies uitgemeten voorstel het gevoel krijgt dat de kennis, kunde en ook het vertrouwen aanwezig zijn om deze ingreep tot een goed einde te brengen. In de 18e eeuw worden ontwerptekeningen narratief en poëtisch, onder invloed van de landschapsschilderkunst. Plannen worden gepresenteerd in romantische perspectieven met slingerende waterpartijen, bruggetjes en een paviljoen waarin mensen zich in landschappelijke taferelen begeven. Landschapsarchitectuur was als discipline verwant aan de schilderkunst, de poëzie en het theater. Het parkontwerp is een kopie en een dramatisering van het landschap buiten de stad. De tekening wijst de toeschouwer aan waar het landschap is en hoe hij een rol speelt in de sfeer, het verhaal en de beleving ervan. In 1891 maakte Ebenezer Howard een wetenschappelijk betoog voor de tuinstad in de vorm van een diagram. In een analyse worden plus en minpunten van deze nieuwe nederzettingsvorm op een magneetvorm geprojecteerd. Op sociaal wetenschappelijke basis wordt propaganda gemaakt voor zijn visie, op hoe en waar mensen zouden moeten wonen. De versimpeling in een logo of beeldmerk was om zijn pleidooi kracht bij te zetten. De complexiteit in vraagstukken over landschap neemt toe in het einde van de 20e eeuw, nieuwe krachten en processen beïnvloeden het ontwerp waardoor de context als het ware groter wordt. De ontwerptekening moet helderheid verschaffen in de verhouding tot deze context. Ontwerpen zijn geen paradijselijke geïsoleerde plekken meer, maar alomvattende gelaagde concepten. De winnende inzending voor de prijsvraag Parc de la Vilette van Bernard Tschumi in 1982 neemt de toenemende complexiteit in de grote stad als inspiratie en wil een nieuw inzicht geven over landschap in de stad. Het plan is een nieuw type stadspark, met een enorm stedelijk programma. De tekening is een abstracte ordening van processen in rasters, driehoeken en cirkels. Drie autonoom vormgegeven planlagen worden over elkaar heen geprojecteerd. De ontwerptekening is een concept dat op abstracte wijze bijna letterlijk vertaald wordt naar een ontwerp.
In 1991 maakte West8 collages van pantone papier voor het ontwerp van het schouwburgplein. In explosieve perspectieven land het plein in Rotterdam. De stad en zijn stedelijkheid worden verheerlijkt. De collages werden verspreid als affiches om het ontwerp meer bekendheid te geven. De gebruikte kleuren refereren niet naar de gebruikte materialen maar staan ten dienste van het sterke beeld. Het ontwerp wordt zo een icoon, toegankelijk voor een massa mensen. De ontwerptekening krijgt een sterke autonomie. West8 speelt hiermee met de ontwerptekening in op de snelheid en hoeveelheid beelden waarmee we geconfronteerd worden in de beeldcultuur. De ontwerptekening heeft verschillende doelen gediend. Het meetbaar maken van een ontwerp, de toeschouwer landschappelijk verleiden, een sociaal wetenschappelijk pleidooi houden, een concept communiceren of iconische kracht aan een ontwerp meegeven. De tentoonstelling Landschappen van Verbeelding zien dat de ontwerptekening een bepaalde autonomie heeft ten opzichte van het landschap en het gerealiseerde ontwerp. Erik de Jong: ‘Het immense papieren archief is de spiegel van het werkelijke landschap dat ons omringt.’
LANDSCHAP IS VAN IEDEREEN Landschap is van iedereen, zo wordt vaak gezegd. Maar hoe kan landschap van iedereen zijn, vraagt Erik de Jong zich af aan het begin van een debat over de sociale betekenis van landschap. In zijn inleiding stelt De Jong, clusius-hoogleraar geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit, dat de visies op de huidige sociale betekenissen van het landschap over het algemeen te dun zijn. Uit een forum op de site van het Ministerie van LNV blijkt dat mensen landschap zien als iets dat buiten de stad ligt en samenvalt met natuur. Hun beeld bestaat vooral uit cultuurhistorische landschappen die beschermd moeten worden. Hoewel veel planologen van opvatting zijn dat de tegenstelling tussen stad en platteland in Nederland is opgeheven, lijkt dit in de belevingswereld van veel mensen dus niet het geval te zijn. Nieuwe gebruikers van het platteland houden vast aan de tegenstelling en geven hun eigen betekenis aan het begrip landschap. In een verhaal van schrijver en onderzoeker David Lowenthal ontmoeten een ontwikkelde reiziger en een pionierende landeigenaar elkaar in een bos. De pionier is een stuk bos aan het ontginnen om gewassen te kunnen verbouwen. De pionier ziet de ontginning als een bron van inkomsten en een daad die te maken heeft met de toekomst van zijn gezin en land. De reiziger geeft een meer beschouwende en visuele betekenis aan de plek. Voor hem is de ontginning een chaos en een visueel litteken in het mooie bos. Landschap is een sociaal product. De betekenissen die aan een plek worden gegeven verschillen en zullen afhangen van de relatie tussen de persoon en de plek. Uit angst voor het verloren gaan van de volkscultuur op het platteland werd in Stockholm in 1891 park Skansen gesticht. Huizen, traditionele meubels, wilde dieren, maar ook dans en zangkunsten van het Zweedse platteland werden samengebracht in dit museumpark middenin de stad. Bewoners van het platteland, de insiders, zijn economisch afhankelijk van het landschap.
Deze relatie is onbewust en pragmatisch. In tijden van modernisatie verandert deze relatie. Het landschap is in een stedelijke context komen te liggen en verandert hierdoor in een tegenbeeld van de stad, welke vaak een soort intensivering of uitvergroting van het oorspronkelijke landschap is. De relatie tot landschap gaat dan over in die van een outsider, welke in een moderne stedelijke gemeenschap zich nog wel verbonden voelt met het landschap maar hier ook van vervreemd is geraakt. De stedeling projecteert op dit tegenbeeld zijn verwachtingen en ideeën. Deze relatie is dubbel: de stedeling plaatst zich buiten het landschap maar identificeert zich er tegelijkertijd sterk mee. Op dit moment lijkt landschap synoniem te zijn aan natuur, omdat wij ‘het idee van natuur’ op het landschap projecteren. Misschien is dit ontstaan door een schuldgevoel over de weinige overgebleven echte natuur. Daarnaast is het idee vooral nostalgisch, een laatste houvast aan onze oorspronkelijke identiteit in een snel veranderende maatschappij. In contrast met de snel groeiende commerciële en globale cultuur verdraagt het landschap weinig verandering. Landschap moet vooral behouden of versterkt worden. Dit terwijl verandering altijd een wezenlijk kenmerk van landschap is geweest. Erik de Jong wijst op het feit dat de hang naar nostalgie ook de consumptie van het landschap kenmerkt. Zo worden bijvoorbeeld de voor de Provence kenmerkende lavendelvelden nu ook in Engeland aangelegd als een teken van authenticiteit, bedoelt om toeristen te trekken. Bij de verschuiving van insider naar outsider speelt beweging een belangrijke rol. Beweging door het landschap nodigt uit tot reflectie. Zo was ‘de wandeling’ de eerste oorspronkelijke manier om te reflecteren op het landschap. Beweging betekent wegkomen uit de dagelijkse routine en leefomgeving. Een wandeling geeft ruimte voor de geest. Al wandelend denkt de mens na over zijn relatie tot de omgeving, tot de natuur en tot de sterrenhemel. Erik de Jong liet in zijn lezing zien dat modernisaties in de
maatschappij vaak resulteren in nieuwe sociale betekenissen van het landschap. Iedere plek kent een veelheid aan sociale betekenissen. De Jong putte tijdens zijn lezing uit een grote hoeveelheid historische bronnen en bracht hiermee nuance aan in de stelling dat landschap simpelweg van iedereen is. De vraag welke gevolgen huidige modernisaties zoals de toenemende mobiliteit en de globalisering (kunnen) hebben voor de sociale betekenis van het landschap is interessant, maar blijft vooralsnog onbeantwoord. [De texten van dit onderdeel zijn eerder verschenen als bijdragen op de website Archined.nl en geschreven in de periode 2007-2009]
process
experience
Met behulp van het startstipendium hebben we een jaar vrij kunnen werken aan studies, prijsvragen en onderzoeken. Als werknemer op een bureau krijg je niet snel de kans om langer en diepgaander met vraagstukken bezig te zijn, daarom hebben gekozen om het geld vooral te gebruiken voor verdieping en verbreding. De periode zijn we zo vrij en open mogelijk begonnen. In Rotterdam hebben we een atelier gehuurd, waar ook andere architecten en kunstenaars zaten. De vrije manier van werken heeft een betere kijk op het vakgebied opgeleverd, en een idee over welke plek we daar in willen hebben. Daarnaast hebben we onze manier van werken verder ontwikkeld. Projecten en onderzoeken waaraan we gewerkt hebben zijn als fascinatie of droom begonnen. Soms zijn deze uitgelopen in concrete projecten zoals Landscape Airport dat begon met een onderzoek naar grenzen in het landschap. Of Groot Noordhollandsch Kanaal, dat begon met een fascinatie voor grote ingrepen en lineaire landschappen. Soms zijn ze blijven hangen in vaagheden zoals een onderzoek naar de werking van de EHS of een idee voor de aanleg van een hoogspanningstrace gecombineerd met een park door het zuidelijke deel van de Randstad. Daarnaast heeft de beurs ons de ruimte gegeven om samenwerking te zoeken met inspirerende mensen of bureaus. Zo hebben we gedurende het jaar een onderzoek naar kustversteviging in Nederland gedaan met landschapsarchitect Ronald Rietveld, wat uitgemond is in een opdracht voor het waddeneiland Terschelling. Dit heeft ons veel contacten opgeleverd die nuttig zullen zijn voor andere projecten. Voor europan 10 hebben we samengewerkt met architecte Marjolijn Guldemond. Verder hebben we als verslaggever bij Archined gewerkt om en over lezingen en excursies te schrijven. In onze werkhouding voelen we ons sterk verwant met jonge Scandinavische architectenbureaus, door de manier waarop deze bureaus meerdere disciplines beheersen en combineren in hun plannen. Met behulp van de beurs hebben we een studiereis gemaakt langs zo’n 15 bureaus in Kopenhagen, Stockholm en Oslo en hier gesprekken gevoerd over hun manier van werken. In deze periode hebben we ook veel projecten bezocht. We voelen ons als jonge landschapsarchitecten geroepen om met lef en een frisse kijk te ontwerpen. Het startstipendium van het fonds BKVB heeft ons de ruimte gegeven dit te doen.
Figuur 7 Meegroeiboulevards (Steef Buijs, Schetsen van ruimtelijke ontwikkelingen ten behoeve van de Deltacommissie, 2008)
6
wegen naar zee
Belvedere aanvraag voor een onderzoek naar hoe nederzettingen aan de kust moeten reageren op kustversteviging. Vanuit het principe van historische wegen naar zee, als bijvoorbeeld de Scheveningseweg in Den Haag, stellen we voor om voor de toekomst naar nieuwe wegen naar zee te zoeken en hiervoor een ontwerp te maken. Samen met Rietveld landscape en Fransje Hooijmeijer (TU delft)
(a) ‘meebewegende boulevard’ – verplaatsbare bebouwing: demontabel, of rollend of drijvend. (b) ‘transparante coulissen’ – nieuwe boulevard met transparante bebouwing; oude boulevard behoudt uitzicht en bezonning. (c) ‘gedraaide boulevard’ – omknikken huidige boulevard naar het noorden; door haar steeds te verlengen, blijft het uiteinde in contact met de zee. (d) ‘baaiboulevard’ – kustverbreding uitgevoerd als ondiep binnenmeer, verlenging van de bestaande boulevard kan er omheen groeien. (e) ‘vlucht naar voren’ – nieuwe boulevard ver in zee aangelegd, als een pier die later door de kustverbreding wordt ingehaald.
54 voorgestelde ingrepen om Nederland te beschermen tegen klimaatsverandering en mogelijke oplossingen voor kustplaatsen voor verbindingen richting zee (Bron: Samen werken met water, rapport Deltacommissie 3 september 2008) 72
72
DELTACOMMISSIE 2008
DELTACOMMISSIE 2008
structuurvisie op de Randstad als cuncurrerende metropool aan de kust (Bron: Structuurvisie Randstad 2040, 5 september 2008)
DELTACOMMISSIE 2008
eind van de 20e eeuw
eind van de 21e eeuw bij langzame klimaatsverandering
eind van de 21e eeuw bij snelle klimaatsverandering
het meest geschikte klimaat voor zomertoerisme in Europa. de Nederlandse kusten krijgen een geschiktheid voor kusttoerisme vergelijkbaar met dat van de huidige zuid Europese kusten. (Bron: Bas Amelung, International Centre for Integrated assessment and Sustainabledevelopment (ICIS), Universiteit Maastricht.)
8
Schets van J. de Riemer uit 1730, de Scheveningse weg van Scheveningen naar Den Haag, gezien vanaf de kust. Volgens de Franse historicues Alain Corbin is de route van Den Haag naar Scheveningen een van de aantrekkelijkste ter wereld. Door de mooie route krijgen reizigers oog voor de schoonheid van de kust. De strandtaferelen van schilders als Jan van Goyen, Jacob van Ruysdael en Albert Cuyp bieden de achttiende-eeuwse toerist een model voor de waardering van de duinen, het zand, het strand en het uitzicht dat de kust biedt. Het is het begin van een verlangen dat tot op de dag van vandaag voortduurt. In 1779 schreef Samuel-Francois L’Honore: “Niets is zo bekoorlijk als een fraaie laan, dwars door de duinen, die wordt afgesloten door de zee”
10
1778, Scheveningseweg, met in de verte de kerktoren van Scheveningen; tekening P.C. la Fargue
1905, Scheveningseweg, ansichtkaart
1969, Scheveningsche Weg / Stadhouderslaan ansichtkaart
2009, Scheveningse Weg
12
1757
1891
1927
2003
De stedenbouwkundige bouw van Den Haag en Scheveningen verschilt door hun landschappelijke ligging, op de strandwal (Den Haag) en direct aan de zee (Scheveningen). De verbinding wordt gelegd door de kaarsrechte Scheveningse weg. Tijdens de opkomst van de badcultuur transformeert Scheveningen van een vissersplaatsje tot een badplaats. (Bron; F. Hooijmeijer, Atlas van de Nederlandse Waterstad 2005)
De zuid Hollandse Kust. De kust is een dynamisch morfologisch systeem, de kustlijn is in de tijd steeds veranderd van positie (Bron; F. Hooijmeijer, Atlas van de Nederlandse Waterstad 2005)
De Scheveningse weg loopt dwars door de duinen van Den Haag naar Scheveningen.Volgens de Franse historicues Alain Corbin is de route van Den Haag naar Scheveningen een van de aantrekkelijkste ter wereld. (Bron; F. Hooijmeijer, Atlas van de Nederlandse Waterstad 2005)
COPENHAGEN
COPENHAGEN
skandinavia Getriggerd door frisse projecten van jonge Scandinavische bureaus op het gebied van architectuur, stedenbouw en landschap besloten we uit te zoeken wat nou de drijfveren zijn van deze bureaus. Wat ons aantrekt is het feit dat de disciplines landschapsarchitectuur en architectuur niet strikt gescheiden bestaan in Scandinavië en dat jonge architectenbureaus de twee vakgebieden gemakkelijk lijken te combineren in hun projecten. In Nederland heb je soms het idee dat de oplossing op een ontwerpvraag voorhand al vastligt, afhankelijk van je discipline. Zo leveren landschapsarchitecten een plein of een park en architecten een gebouw. De Scandinavische bureaus kunnen een oplossing bieden die een goede integratie is van verschillende vakgebieden, juist door het niet bestaan van verschillende vakgebieden. Daarnaast werken architecten met belangrijke landschappelijke thema’s in de stad, wat interessante plannen oplevert. Het architectuurklimaat in Scandinavië is omgeslagen van een zeer stijf en conservatief naar jong, dynamische en innovatief. Het bureau PLOT staat aan de basis van deze nieuwe generatie. Het studieuze karakter met een de open houding naar de juiste oplossing, het innovatief willen zijn en een communicatieve grafische stijl kenmerkt de plannen.
KOPENHAGEN JAJA Het jonge bureau JAJA architects uit Kopenhagen is een bureau dat voortborduurt op deze lijn. Opgezet door twee voormalige stagiaires van BIG, werd een plan voor de uitbreiding van Asplunds bibliotheek in Stockholm beloond met de vierde plaats. In veel van hun projecten wordt gebouw en openbare ruimte vervlochten of worden private investeringen gebruikt om de openbare ruimte op te laden. Zo laat het project Multi Park zien hoe bij de uitbreiding van een sporthal de dure constructieve aanpassingen worden omzeild door veel sportfuncties in een park te leggen en zo een aantrekkelijke openbare ruimte te maken in de suburb. Greensquare laat een aanpak zien waarbij een parkeerplaats wordt omgetoverd tot een levendig groen stadsplein. Opgeleid als stedenbouwkundigen raakten ze eigenlijk steeds meer geïnteresseerd in architectuur. De denkwijze van menging en een mix van openbaar en privé is bijna in elk project te rug te vinden. POLYFORM Een ander interessant jong bureau is POLYFORM opgericht door twee ex-werknemers van het landschapsarchitectenbureau SLA en van de landschapsarchitect Anderson. Dit bureau won een prijsvraag voor de inrichting van het centrum van Kopenhagen samen met Karres en Brands en was recent succesvol in de prijsvraag voor Nordhavn. Zij
COPENHAGEN
staan nuchter tegenover de huidige ontwikkelingen in Denemarken en de invloed van de OMA school. Oprichter Jonas Rune Sangberg: ”Denmark is the only country in the world nowadays were they make Dutch architecture of the nineties”. Originally educated as architects they experienced that the separation between architecture and landscape was annoying especially when the proposals of the architects they had to cooperate with, were not that good.... SLA Sla, interview with Martin Soberg. Communication manager at SLA. Monday 20 oktober 10.00. An old industrial boathouse. He shows us two models for a garden with a bank, an industrial area with new houses. He shows us two new books. One of Korean Publisher C3. In public space things can happen which in a building cannot happen. Landscape is coincidence. Architecture is strict and controlled. We want to surprise and provoke people. Public space is a place for the senses. Landscape is culture. We want to change the romantic idea about landscape. We almost want to be brutal. Surrealistic. Plans should be multilayered, have more faces. In our images you can experience the complexity which we want to express. We are not especially interested in the essence of a plan but more in adding up different things. We don’t think landscape is the romantic traditional landscape of the Danish countryside,
COPENHAGEN
this is not reality. Reality is also a new factory in this landscape, should it be camouflaged? I would call us postmodern, but Stig would never say this. Large open space with 20 designers. A mix between architects and landscape architects. There is a boss Stig Andersson who is like a supervisor on the projects. There is a competition team and a technical team. Some people only do competitions, some mix. In a workshop with architects plans melt together. We look for projects with ambition. Mostly no private gardens and no buildings. Stig lived 3 years in japan, we get the concept of nature from Japanese philosophy. Culture and nature melt together, it is not black and white. An example is the bonsai tree. We are a reaction to the modernist Danish tradition. It is to boring and to defensive. Too stable and not surprising enough.....
COPENHAGEN STOCKHOLM
Stockholm Swedish architecture is traditional. In the 60s architects build explosively on new urban areas. Nowadays they don’t function well and are not very popular. Patrick (Alle Hosper) says people lost confidence in architecture. In the 90s there was a crisis for building companies, now there are only 5 big ones left. They have a strong influence on current architecture climate, there is less freedom and lack of possibilities to experiment or be innovative. The municipalitiy of Stockholm has a list of offices which they ask for assignments. Once in four years a new list appears. Mostly it doesn’t change much. The system makes it difficult for young or new offices to get assignments. The landscape architecture in Sweden is agricultural based. People work for the government or big building companies, not for independent offices. AllE HOSPER Together in an office with an architectural office and an interior architect. The dutch firm consists of 24 people of landscape architects and urban planners. They started a second firm in Stockholm, lead by urban designer Patrick Verhoeven. The approach is to find a clear strong vision or idea and keep this as a basis in the design process. The scale ranges from large landscape planning to squares and furniture. The plans in Stockholm are mostly large scale interventions in the edge of the city. The plans integrate landscape with the city.
COPENHAGEN OSLO
In Sweden the scale on which Hosper want to work does not exist as a strong discipline. Hosper has to find a way to compete with architects, who work on a smaller scale, or with the government which does the abstract urban planning. Hosper has a dutch way of working. They find inspiration in the dutch empty landscape and have a believe in making the landscape. The motor for the plans is space, not the city. The urban plans are in some ways modernistic. Hospers treats an urban plan as a system, in an objective way, looking for clarity and hierarchy. The plans are strong on an urban scale, in the Netherlands it is in our culture to create landscape, in Sweden the landscape has different face. For a plan near Stockholm the site has a lot of height difference, this makes it necesarry to respond very presice to the location and to design on the scale of an individual building. This makes it difficult to project a strong urban plan on the site. NOD Founded about ten years ago with 4 people. Workfield is a range from parks, gardens and urban design. Goal: to improve the interface between humansnature. They want to change view. As a reference they name fi SUPERSTUDIO. LOLA landskapp The architects are educated at Upsalla University. It’sa more agricultural point of view of landscape. There s a fear of cities/against. Broadened their view in Barcelona around 1997
STOCKHOLM
with help of an Erasmus Scholarship. It changed their view. Most projects are public spaces but recently they’ve got an urban planning project. The design culture driven brand of Sweden is according to Lola not good in itself. The difference between design and shaping seems to fade and above all; it’s not about space. In a way the offensive approach is being used by Lola as the important role of public space is underlined in every project. The specific qualities of a landscape architect are additional and sometimes leading.
STOCKHOLM
OSLO
OSLO
OSLO Er vindt niet veel experiment plaats. Er zijn een paar jonge nieuwe bureaus verspreid door het land. In Oslo zijn er een paar grote bureaus zoals Snohetta, Spacegroup en Dark architects. Wat opvalt is dat stedenbouw hier niet bestaat zoals wij dat kennen. Het lijkt een stad die geleidelijk is gegroeid zoals bijvoorbeeld in Brabant verstedelijking heeft plaatsgevonden. De stad wordt gedomineerd door wegen die dwars door de stad snijden en ervoor zorgen dat delen van elkaar zijn afgesneden en het lastig is je in de stad te oriënteren. Ook is er niet echt een stedelijk centrum aan te wijzen, hoogbouw is vrijwel afwezig. Wel wordt het havenfront ontwikkeld waar woningbouw rondom het water de logistieke maritieme functies verdrijft. Hier wordt in plannen een hoogstedelijke dichtheid gesuggereerd. Dit itt het deel waar de boten naar de eilanden vertrekken dat vooral winkels en restaurants herbergt voor toeristen die met de boot aankomen. Verder wordt het gebied rondom het centraal station herontwikkeld met een nieuw station en een nieuwe buitenruimte. Geen echte fietsstad. Ligging is wel fraai omgeven door het bos wat de stad ook dooradert. Het is een groene stad met veel bomen. In de parken staan vaak grote volgroeide bomen die veel sfeer geven. Het waterfront is een mooie lijn die ook schitterend licht geeft. De lijn langs het water is geen logische doorgaande route door de
havenactiviteiten in dit deel. Het operagebouw en de nieuwbouw aan de noordzijde van de waterlijn lijkt wel op een lijn die wordt opgespannen en iets op gang gaat brengen waardoor het gebied tussenin vanzelf gaat omvormen en een logische invulling zal gaan krijgen. Veel architectuur in het centrum is klassieke nationalistische architectuur te vinden gemaakt in de tijd dat oslo zijn identiteit moest bevestigen en uitstralen. Dark Architecture Werkt dmv prijsvragen. Vooral aan woningbouw en de buitenruimtes. Nu werken ze samen met MVRDV aan een stedenbouwkundig plan. Visie is: architectuur levert geld op, landschap kost geld. Snohetta Is een groot bureau dat nu bijna 20 jaar bestaat. Ooit begonnen nav een prijsvraag vor bibliotheek in Alexandrie. Sinds 3 jaar zijn ze gegroeid van 60 naar 100 mensen. De opdrachten varieren van kleine woningen en tuinen tot en met grote stedenbouwkundige opdrachten. Nu zijn ze wereldwijd met projecten bezig. In het ontwerpproces beginnen architecten, landschapsarchitecten en interieurarchitecten
STOCKHOLM
STOCKHOLM
samen aan een opgave waarbij iedereen een gelijke inbreng heeft. Als er eenmaal een idee ligt gaat iedere discipline aan de gang om zijn haar ding te doen waarna iedereen weer bij elkaar komt en er commentaar wordt gegeven. Andreas is landschapsarchitect samen met 12 anderen. Ze werken Vooral aan buitenruimtes en ontsluitingen van het gebouwde.
COPENHAGEN
COPENHAGEN
“quotes” POlYFORM ”Denmark is the only country in the world nowadays were they make Dutch architecture of the nineties”. “A trend is to be simple. One two and three is the solution for everything”. “Shape can do something. Not only be pragmatic but do something because it is beautiful”. “In a competition it is important to be different from other plans. The half of the plans look the same”.
“Experience in public space is important. It is a reason to visit a city and to come back”. SLA “We are a reaction to the modernist Danish tradition. It is to boring and to defensive.to stable and not surprising enough”. “Landscape is coincidence. Architecture is strict and controlled. We want to surprise and provoke people”. “Public space is a place for the senses”.
“We can work on different scales. From furniture to large scale urban plans. The method is the same, the scale different”. JAJA “I’m proud that my mother can understand what im doing. But underneath these images there’s a lot of complexity”. “Global architecture is not durable sustainable. If the climate is different the materials should be different. Windows bigger. So for making good functioning architecture you cannot copy buildings”. “We look for simplicity. During the process the plan will get more complex by itself. Simplicity is complex”.
“In contemporary society you don’t have to use public space anymore for your needs fi we have to compete with computergames”. LOLA LANSKAP “We are educated at Upsalla University. It has a more agricultural point of view on landscape. There s a fear of cities..”
COPENHAGEN
COPENHAGEN
models
model study Groot Noordhollandsch kanaal
model study Tallinn waterspace
model study Tallinn waterspace
model study dredge landscape park
model study landscape airport
study green carpets
study venlo bridge
data
planning 2008
okt
sept
aug`
jul
jun
mei
apr
maa
feb
making book
jan
Perm park Russia design
dec
Terschelling design
nov
Europan Tallinn design
okt
Skandinavia excursion
sept
spacemakers research
aug`
roads towards sea research
jul
landscape airport design
jun
mei
NH kanaal design
2009
budget
16.000
15.000
14.000
13.000
12.000
11.000
10.000
9000
8000
7000
6000
3000
580
1920
studiereizen
materiaal
5000
1500
woon-werkverkeer
boeken
4000
3000
2000
1000
0
huur atelier
730
overig
levensonderhoud
totaal
15850
new books
media
Groot Noordhollandsch kanaal in Noordhollands Dagblad
2e prijs Noordhollandprijs, Groot Noordhollandsch Kanaal, uitreiking in Cannes maart 2009
and how the economical crisis will be the beginning of the end of a real ambitious man
colofon
contact
Gerwin de Vries Abel Tasmanstraat 65 3531 GT Utrecht 0624812038
[email protected] Alexander Herrebout Gravenstraat 67 4331 KN Middelburg 0645494541
[email protected] delandinrichtingscommissie.blogspot.com
thanks
all people and offices involved FBKVB
made possible by
versie december 2009 ©
size, soil, water and space
Alexander Herrebout en Gerwin de Vries 2007-2009