SITUATIES Hieronder worden enkele bouwprojecten schematisch voorgesteld met de belangrijkste bepalingen op basis van de gewestelijke verordening en het algemeen bouwreglement van de Stad Gent inzake hemelwater plus voorbeeld. Ook in het technisch achtergronddocument bij de gewestelijke verordening (achtergronddocument) kan u voorbeelden terugvinden.
1.
Nieuwbouw eengezinswoning met dak > 40 m², maar ≤ 100 m² op een perceel < 250 m².
of
Voorbeeld: U bouwt een woning met een platte dakoppervlakte van 80 m². Er wordt een nieuw terras aangelegd van 15 m². De oppervlakte van het perceel bedraagt 105 m². Of u voorziet een hemelwaterput van 5 000 l (verplichte minimale inhoud) met hergebruik. Of u voorziet een groendak . Een reden voor de keuze voor een groendak kan zijn dat het plaatsen van een hemelwaterput technisch moeilijk te realiseren is. Bij voorkeur wordt het terras in waterdoorlatende materialen aangelegd.
2. Renovatie eengezinswoning met dak > 40 m², op een perceel < 250 m².
1
Voorbeeld: U renoveert een bestaande rijwoning (inclusief het afvoerstelsel) met een schuine (horizontale) dakoppervlakte van 160 m². Het bestaande terras wordt volledig afgebroken en er wordt een nieuw terras aangelegd van 30 m². De oppervlakte van het perceel bedraagt 220 m². U voorziet een hemelwaterput van 5 000 l (verplichte minimale inhoud) met hergebruik. U sluit verplicht de helft van de dakoppervlakte aan op de hemelwaterput. Bij voorkeur sluit u ook de andere zijde (meestal straatkant) aan op de hemelwaterput waardoor de beschikbaarheid van hemelwater voor hergebruik vergroot. Het terras legt u bij voorkeur in waterdoorlatende materialen aan.
3. Nieuwbouw eengezinswoning met dak > 40 m², op een perceel ≥ 250 m².
Voorbeeld: U bouwt een woning met een schuine (horizontale) dakoppervlakte van 160 m² en een platte dakoppervlakte van 40 m². Er wordt een terras aangelegd van 50 m² afwaterend via een goot . De oppervlakte van het perceel bedraagt 300 m². De dakoppervlakte waarop de inhoud van de hemelwaterput en/of de oppervlakte van het groendak moet berekend worden = 200 m² (160 + 40 m²). U voorziet een hemelwaterput van 5 000 l (verplichte minimale inhoud). Het aangetoond nuttig hergebruik bedraagt 3 000 l/maand (info berekening: zie aanstiplijst punt 45). Per 50 l aangetoond nuttig hergebruik mag u 1 m² dak vrijstellen = 60 m² (3 000l/50l). Het aangetoond nuttig hergebruik wordt eerst toegerekend aan de schuine daken van een gebouw, en pas nadien aan de platte daken. U dient nog 140 m² (200 – 60 m²) aan verharde (dak)oppervlakte te compenseren. 2
Dit moet u in: eerste instantie doen door het aangetoond nuttig hergebruik te verhogen (bv. bijkomende aansluiting van een wasmachine) en/of door de aanleg van een groendak op de nieuwe platte dakoppervlakte tweede instantie doen door de aanleg van een infiltratievoorziening waarop u de overloop van de hemelwaterput en/of het groendak aansluit. Stel u verhoogt het aangetoond nuttig hergebruik niet, maar u legt een groendak aan op het nieuwe platte dak (40 m²). Het aanleggen van een infiltratievoorziening is verplicht, want het perceel ≥ 250 m². De in rekening te brengen afwaterende oppervlakte bedraagt: 50 m² (nieuwe terras) + 180 m² (de helft van de oppervlakte van het groendak + schuine dakoppervlakte ) – 60 m² (de oppervlakte die u in mindering mag brengen door de aanleg van een hemelwaterput met hergebruik) = 170 m². De infiltratievoorziening moet een inhoud hebben van 4 250 l (170 x 25) en een infiltratieoppervlakte van 6,8 m² (170/25).
4. Renovatie en uitbreiding eengezinswoning met totale dakoppervlakte > 40 m², op een perceel ≥ 250 m².
Voorbeeld: U renoveert een bestaande woning (inclusief het afvoerstelsel) met een schuine (horizontale) dakoppervlakte van 160 m² en u breidt de woning uit met een aanbouw (plat dak) van 40 m². Het bestaande terras wordt volledig afgebroken en er wordt een nieuw terras aangelegd van 50 m² afwaterend via een goot. De oppervlakte van het perceel bedraagt 300 m².
3
De dakoppervlakte waarop de inhoud van de hemelwaterput en/of de oppervlakte van het groendak moet berekend worden = 100 m² (de helft van de totale dakoppervlakte: (40 + 160) m²/2). U voorziet een hemelwaterput van 5 000 l (verplichte minimale inhoud). Het aangetoond nuttig hergebruik bedraagt 3 000 l/maand (info berekening: zie aanstiplijst punt 45). Per 50 l aangetoond nuttig hergebruik mag u 1 m² dak vrijstellen = 60 m² (3 000l/50l). Het aangetoond nuttig hergebruik wordt eerst toegerekend aan de (bestaande) schuine daken van een gebouw, en pas nadien aan de platte daken. U dient nog 40 m² (100 – 60 m²) aan verharde dakoppervlakte te compenseren. Dit moet u in: eerste instantie doen door het aangetoond nuttig hergebruik te verhogen (bv. bijkomende aansluiting van een wasmachine) en/of door de aanleg van een groendak op de nieuwe platte dakoppervlakte tweede instantie doen door de aanleg van een infiltratievoorziening waarop u de overloop van de hemelwaterput en/of het groendak aansluit. Stel u verhoogt het aangetoond nuttig hergebruik niet, maar u legt een groendak aan op het nieuwe platte dak (40 m²). Het aanleggen van een infiltratievoorziening is verplicht, want het perceel ≥ 250 m². De in rekening te brengen afwaterende oppervlakte bedraagt: 50 m² (nieuwe terras) + 0 m² (geen bestaande grondverharding meer aanwezig) + 20 m² (de helft van de oppervlakte van de uitbreiding met groendak ) + 0 m² (de bestaande woning wordt aangesloten op een hemelwaterput met hergebruik) = 70 m². De infiltratievoorziening moet een inhoud hebben van 1 750 l (70 x 25) en een infiltratieoppervlakte van 2,8 m² (70/25).
5. Nieuwbouw andere dan eengezinswoningen met dak > 40 m², op een perceel ≥ 250 m².
4
Voorbeeld: U bouwt een meergezinswoning met een platte dakoppervlakte van 300 m². Er wordt een terras en paden aangelegd met een totale oppervlakte van 50 m² . De oppervlakte van het perceel bedraagt 400 m². De dakoppervlakte waarop de inhoud van de hemelwaterput en/of de oppervlakte van het groendak moet berekend worden = 300 m². U voorziet een hemelwaterput van 10 000 l (verplichte inhoud). Het aangetoond nuttig hergebruik bedraagt 9 000 l/maand (info berekening: zie aanstiplijst punt 45). Per 50 l aangetoond nuttig hergebruik mag u 1 m² dak vrijstellen = 180 m² (9 000l/50l). U dient nog 120 m² (300 – 180 m²) aan verharde (dak)oppervlakte te compenseren. Dit moet u in: eerste instantie doen door het aangetoond nuttig hergebruik te verhogen (bv. de aansluiting van het sanitair en dienstkranen van bijkomende verdiepingen of alle verdiepingen en de plaatsing van een automatisch bijvulsysteem voor de hemelwaterput ) en/of door de aanleg van een groendak op een gedeelte van de nieuwe platte dakoppervlakte tweede instantie doen door de aanleg van een infiltratievoorziening waarop u de overloop van de hemelwaterput en/of het groendak aansluit. Stel u verhoogt het aangetoond nuttig hergebruik niet, maar u legt een groendak (extensief of intensief) aan op een deel van het platte dak (120 m²). Het aanleggen van een infiltratievoorziening is verplicht, want het perceel ≥ 250 m². De in rekening te brengen afwaterende oppervlakte bedraagt: 50 m² (terras+paden) + 240 m² (de helft van de oppervlakte van het groendak + overige dakoppervlakte ) – 60 m² (de oppervlakte die u in mindering mag brengen door de aanleg van een hemelwaterput met hergebruik) = 230 m². De infiltratievoorziening moet een inhoud hebben van 5 750 l (230 x 25) en een infiltratieoppervlakte van 9,2 m² (230/25).
6. Renovatie en uitbreiding van andere dan eengezinswoningen met dak > 40 m², op een perceel ≥ 250 m².
5
Voorbeeld: U renoveert een bestaande loods waarin meubels vervaardigd worden (inclusief het afvoerstelsel) met een schuine (horizontale) dakoppervlakte van 400 m² en u voorziet de loods van een aanbouw (plat dak) van 100 m² waarin de meubels worden tentoongesteld en verkocht. De bestaande grondverharding wordt behouden (100 m²). De oppervlakte van het perceel bedraagt 700 m². De inrichting (klasse 2 volgens VLAREM) is gelegen in een woongebied. De dakoppervlakte waarop de inhoud van de hemelwaterput en/of de oppervlakte van het groendak moet berekend worden = 250 m² (de helft van de totale dakoppervlakte: (400 + 100) m²/2). U voorziet een hemelwaterput van 10 000 l (verplichte inhoud). Het aangetoond nuttig hergebruik bedraagt 3 000 l/maand (info berekening: zie aanstiplijst punt 45). Per 50 l aangetoond nuttig hergebruik mag u 1 m² dak vrijstellen = 60 m² (3 000l/50l). Het aangetoond nuttig hergebruik wordt eerst toegerekend aan de (bestaande) schuine daken van een gebouw, en pas nadien aan de platte daken. U dient nog 190 m² (250 – 60 m²) aan verharde dakoppervlakte te compenseren. Dit moet u in: eerste instantie doen door het aangetoond nuttig hergebruik te verhogen (bv. door gebruik van hemelwater als proceswater) en/of door de aanleg van een groendak op de nieuwe platte dakoppervlakte tweede instantie doen door de aanleg van een infiltratievoorziening waarop u de overloop van de hemelwaterput en/of het groendak aansluit. Stel u verhoogt het aangetoond nuttig hergebruik niet, maar u legt een groendak aan op het nieuwe platte dak (100 m²). Het aanleggen van een infiltratievoorziening is verplicht, want het perceel ≥ 250 m². De in rekening te brengen afwaterende oppervlakte bedraagt: 0 m² (geen nieuwe grondverharding) + 0 m² (geen bestaande grondverharding in rekening te brengen daar er geen nieuwe grondverharding wordt gecreëerd) + 50 m² (de helft van de oppervlakte van de uitbreiding met groendak ) + 50 m² (bestaande dakoppervlakte) = 100 m². De infiltratievoorziening moet een inhoud hebben van 2 500 l (100 x 25) en een infiltratieoppervlakte van 4 m² (100/25).
7. Aanleg van nieuwe grondverharding (> 40 m²), op een perceel ≥ 250 m².
6
Voorbeeld: U plaats een nieuwe grondverharding in niet waterdoorlatende materialen (totale oppervlakte: 500 m²). 200 m² zal gebruikt worden om voertuigen op te wassen (handcarwash). 100 m² van de verharde oppervlakte kan afwateren naar de omgeving (groot grasveld). 200 m² wordt gebruikt voor de stockage van nieuwe voertuigen. Het aanleggen van een infiltratievoorziening is verplicht, want het perceel ≥ 250 m². Het hemelwater dat op de wasplaats voor voertuigen (200 m²) valt, wordt beschouwd als afvalwater (= potentieel verontreinigd hemelwater, moet voldoen aan de voorwaarden van VLAREM). Het hemelwater dat op natuurlijke wijze kan infiltreren in het grasveld (100 m²) wordt vrijgesteld van verdere maatregelen. De in rekening te brengen afwaterende oppervlakte bedraagt aldus: 200 m² . De infiltratievoorziening moet een inhoud hebben van 5 000 l (200 x 25) en een infiltratieoppervlakte van 8 m² (200/25).
7