Sinterklaas liedboek
Hij komt, hij komt Hij komt, hij komt, die lieve goede Sint: mijn beste vriend, jouw beste vriend, de vriend van ieder kind. Mijn hartje klopt, mijn hartje klopt zo blij. Wat brengt hij jou? Wat brengt hij mij? Wat brengt hij jou en mij? Wie zoet was koek, wie stout was krijgt de roe. Hij komt, hij komt, die lieve goede Sint: mijn beste vriend, jouw beste vriend, de vriend van ieder kind.
2
Wie komt er alle jaren Wie komt er alle jaren daar heel uit Spanje varen over de grote, grote zee? Sint-Niklaas, hoezee! Wie heeft zijn zak vol koekjes, speelgoed en prentenboekjes? Wie brengt een zak vol lekkers mee? Sint-Niklaas, hoezee!
Zie ginds komt de stoomboot Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan! Hij brengt ons Sint-Nicolaas, ik zie hem al staan. Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer. Hoe waaien de wimpels al heen en al weer. Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe: “Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!”. Och lieve Sint-Nicolaas, och kom ook bij mij. En rij dan niet stilletjes ons huisje voorbij.
3
Hoor, de wind waait door de bomen Hoor, de wind waait door de bomen, hier in huis zelfs waait de wind. Zou de goede sint wel komen nu hij 't weer zo lelijk vindt nu hij 't weer zo lelijk vindt? Ja, hij rijdt in donkere nachten op zijn paardje, oh zo snel. Als hij wist hoe zeer wij wachten: ja gewis, dan kwam hij wel, ja gewis, dan kwam hij wel.
Hoor, wie klopt daar kind’ren Hoor, wie klopt daar kind’ren? Hoor, wie klopt daar kind’ren? Hoor wie tikt daar zachtjes tegen ’t raam? ’t Is een vreemde zeker, die verdwaald is zeker, ‘k zal hem gauw eens vragen naar zijn naam.
4
Sint-Nicolaas, Sint-Nicolaas, breng ons vanavond een bezoek. En strooi dan wat lekkers in een of and’re hoek!
Daar wordt aan de deur geklopt Daar wordt aan de deur geklopt, zacht geklopt, hard geklopt. Daar wordt aan de deur geklopt, wie zou dat zijn? Wees maar gerust, mijn kind, ik ben een goede vrind. Want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het toch goed!
Dag Sinterklaasje Dag Sinterklaasje, dag, dag, dag, dag Zwarte Piet. Dag Sinterklaasje, dag, dag, luister naar ons welkomstlied!
Hop, hop, hop Hop, hop, hop, we zitten nu rechtop. Sinterklaas, die komt uit Spanje. Hij brengt appels van oranje. Altijd in galop, hop, hop, hop, hop, hop. Hop, hop, hop, 't paardje in galop. En die beste Sinterklaas, die brengt ons heel veel speculaas. Altijd in galop, hop, hop, hop, hop, hop.
5
Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht, want we zitten allemaal even recht. Misschien heeft u nog even tijd voordat u weer naar Spanje rijdt. Sinterklaasje kom maar even bij ons aan en laat uw paardje maar buiten staan. En we zingen en we springen en we zijn zo blij want er zijn geen stoute kind’ren bij. En we…
Jongens, heb je ’t al vernomen? Jongens, heb je ’t al vernomen? Tralalali, tiralalala, Sinterklaas is aangekomen. Tralalali, tiralalala. Laat ons zingen hand in hand. Sinterklaas is weer in ’t land. Tralalali, tiralalala, tiralalali, tiralalala.
6
O, kom er eens kijken O, kom er eens kijken, wat ik in mijn schoentje vind: alles gekregen, van die goede Sint. Een pop met krulletjes in het haar, een snoezig jurkje kant en klaar, drie kaatseballen in een net, een letter van banket. O, kom er eens kijken, wat ik in mijn schoentje vind: alles gekregen, van die goede Sint. Een bromtol met een zweep er bij, een doos met blokken ook voor mij en schaatsen en een autoped, een letter van banket.
7
De zak van Sinterklaas De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas, de zak van Sinterklaas, o jongens, jongens, ’t is zo’n baas! Daar stopt hij, daar stopt hij, daar stopt hij blij van zin de hele, de hele, de hele wereld in. De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas, de zak van Sinterklaas, o jongens, jongens, ’t is zo’n baas. Hij is voor groot en klein, groot en klein, groot en klein, hij is voor groot en klein voorzien van snoep en marsepein. En bergen, en bergen, en bergen suikergoed, zo lekker, zo lekker, zo lekker en zo zoet! Hij is voor groot en klein, groot en klein, groot en klein, hij is voor groot en klein voorzien van snoep en marsepein. Maar onder in die zak, in die zak, in die zak, maar onder in die zak daar ligt het hele grote pak voor ’t lieve, voor ’t zoete, voor ’t lieve zoete kind. Zeg was jij, zeg was jij dit jaar gehoorzaam, vrind? Maar onder in die zak, in die zak, in die zak, maar onder in die zak daar ligt het hele grote pak. De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas, de zak van Sinterklaas, o jongens, jongens, ’t is zo’n baas!
8
Sinterklaas, goed heilig man Sinterklaas, goed heilig man, trek je beste tabberd an. Rijd er mee naar Amsterdam, van Amsterdam naar Spanje. Appeltjes van oranje, pruimpjes van de bomen, Sinterklaas zal komen.
Sinterklaas, die goeie heer Sinterklaas, die goeie heer, komt hier alle jaren weer uit het land van Spanje. Dan brengt hij ons lekkere koek, speelgoed en een prentenboek, appels van oranje. Piet de knecht, zo zwart als roet, met zijn struisveer op zijn hoed kijkt door ’t vensterglaasje. Als dan allen, groot en klein, lief en zoet naar bed toe zijn, roept hij Sinterklaasje.
9
Sinterklaas is jarig Sinterklaas is jarig! 'k Zet mijn schoentje klaar. Hoop dat hij hem vol doet met, ja wist ik het maar. Ook zet ik wat water en wat hooi voor 't paard. Want dat trouwe beestje is dat heus wel waard. Als de kleintjes slapen, komt de goede Sint, die de brave kind'ren 't allermeest bemint. 't Paardje, zwaar beladen, voert hij met zich voort. En zijn knecht vertelt hem wat hij heeft gehoord.
10
Sinterklaas, kapoentje Sinterklaas, kapoentje, gooi wat in m’n schoentje. Gooi wat in mijn laarsje. Dank u, Sinterklaasje!
Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne, gooi wat in mijn lege, lege tonne. Gooi wat in de huizen. We grabbelen als muizen.
11
Zie, de maan schijnt door de bomen Zie, de maan schijnt door de bomen, makkers staakt uw wild geraas! ’t Heerlijk avondj’ is gekomen, ’t avondje van Sint-Niklaas. Van verwachting klopt ons hart wie de koek krijgt, wie de gard. Van verwachting klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard.
Dag Sinterklaasje Dag Sinterklaasje, dag, dag, dag, dag Zwarte Piet. Dag Sinterklaasje, dag, dag, luister naar ons afscheidslied!
12
Verantw. uitg.: Marijke Henne, schepen, Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas
O, wat pret zal ’t zijn te spelen met die bonte harlekijn. Eerlijk zullen w’alles delen, suikergoed en marsepein. Maar o wee, wat bitt’re smart, kregen wij voor koek een gard. Maar o wee, wat bitt’re smart, kregen wij voor koek een gard.