DE JACOBSSTAF
SINGEL 393 s 1012 WN AMSTERDAM
telefoon 020 -
COLOFON DE JACOBSSTAF
he t
INWQUD
is
nr. 12 jaargang 3 ( 1 9 9 1 ) december
verenigingsblad
v a n h e t Nederlands Genootschap v a n S i n t Jacob. Het v e r s c h ü n t
Van de redactie
viermaal per Jaar.
Bil de twaalfde Jacobsstaf (Dircksens)
Oplage: 825
Omloop (De Vaan)
ISSN 0923-1 145
Heilige pelgrims en pelgrimsheiligen (Madou) Van onze buitenlandse vrienden
Redactie:
Losse flodders
A n n e t v a n Wiechen en
Zoekertjes
Frank Claessen.
Maastricht 20-22 september 1991 (FC)
Nieu wredactfe-adres:
Jacobswegen in België (Schijns)
Grote Noord 3,
Zoekertje
1 621 KD Hoorn
Franeker 9 november 1991 (Claessen)
telefoon: 02290-15210.
Uit de regio's
Mede werker: R. Conens
Met de fiets naar Santiago (Meijssen) Langs de weg: de draailier (Van Wiechen) Gedichten (De Vaan)
@Nederlands Genoot-
Romaans (De Vaan)
schap v a n Sint-Jacob.
Elzas 4-6 oktober 1991 (Peters)
Niets u i t d e z e u i t g a v e
Regensburg 11-13 oktober 1991 (Stokmans)
mag worden verveel-
Jacobue-boeken
voudigd en/of open-
Langs de rand van h e t verleden (Le Rinesque) 173
baar gemaakt
Merkwaardig
door
175
...
middel v a n druk, fo-
Praktisch
tokopie o f op welke
IN-DRUK
176
andere wijze dan ook,
Oude Santiago-gangers (Van Wiechen)
178
zonder voorafgaande
Agenda
180
schriftelijke toestem -
Ons postorderbedrijf
175
binnenzijde achteromslag
ming v a n de uitgever.
LEDENADMINISTRATIE : Omslag :
R. Conens
Druk: NV SDU 's-Gravenhage
Nico Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder telefoon: 02230-32572
VAN D E REDACTIE
De redactie wenst alle leden goede feestdagen! Dit i s mijn l a a t s t e JACOBSSTAF en ik ben blij d a t ik afscheid mag nemen met dit gevarieerd en dik december-nummer. U komt tot. r u s t in h e t Panteón van León, we hebben voor u een lekkere grote stapel boeken om t e lezen bij h e t
2 --
knapperende haardvuur, eventueel met op de achtergrond muziek van de draai-
2
lier. Verder: gedichten en verhalen van fietsende en lopende Santiago-gangers
V
langs de caminoen veel verslagen van binnen- en buitenlandse Santiago-activiteiten (Maastricht, Franeker, Elzas e n Regensburg). U leest ook hoe handig
C
o
a
g
k
rl
luiers kunnen zijn en voor de prijsvraag blijven we dit keer in de familie van 'onze' Jacobus!
Eiu pi C>
Veel plezier met DE twaalfde -en mijn l a a t s t e - JACOBSSTAF en ik wens de
2t
nieuwe redactie, dle zich in h e t volgend nummer a a n u zal voorstellen, heel veel rl
plezier bij h e t samenstellen van DE JACOBSSTAFI
Annet van Wiechen
2
L,
a Q
>
De u i t e r s t e inleverdatum van kopy voor h e t volgende nummer i s 25 j a n u a r i . Nieuw redactie-adres: Grote Noord 3 , 1 6 2 1 KD Hoorn.
5m x
C -0 Q
a
t
B I J D E T W A A L F D E JACQBSSTAF Als ik dit schrijf, ligggen de Internationale Pelgrimsreünie en de twaalfde algemene ledenvergadering al weer achter ons. Die pelgrimsreünie was zowel een succes als een flop. Er waren pelgrims uit Nederland, België, Frankrijk, Engeland en Duitsland. Het enthousiasme van de deelnemers was groot, en -dankzij het annuleren van het Geselschap Goet ende FUn en wat scherp onderhandelen met leveranciers en het hotel- zijn we e r zelfs financieel uitgesprongen. Maar het aantal deelnemers bleef ver beneden onze verwachtingen. Er waren er 27 en we waren uitgegaan van een honderdtal. Op deze manier kon de reünie niet voldoen aan de verwachtingen. Hoewel we, nog meer dan twee jaar geleden, hadden gezorgd voor volop publiciteit, zowel in alle buitenlandse verenigingsbladen als onderweg op de route en in Santiago zelf, bleef h e t aantal deelnemers t e laag. We hebben geen idee, waaraan dat kan liggen. Misschien dat er onder onze leden enige ideeën leven. Wij horen ze graag van u; speciaal van mensen die dit jaar onderweg zijn geweest, van de reünie gehoord hadden en toch besloten, niet t e gaan. We zijn nieuwsgierig. En dan Franeker .... In tegenstelling t o t Maastricht waren we verrast door de grote opkomst! Honderdvijftig man in een bomvol zaaltje. Een programma dat klonk als een klok, dankzij de voortreffelijke organisatie door de regio Friesland, waarvan ik pastor Jan Romke v.d. Wal toch wel even apart wil noemen... Elders in DEze JACOBSSTAF vindt u ongetwijfeld weer een goed verslag, want ik heb Frank, zoals gebruikelijk, weer ijverig zien notuleren. Maar wat ik mij nu afvraag is, hoe het toch komt, d a t e r op onze ledenvergaderingen altild zo'n ontspannen sfeer hangt. Het heeft altiJd meer iets van een groot familiefeest dan van een vergadering. Iedereen i s ontspannen en je ziet alleen maar opgewekte gezichten. Ik zou de ruim zeshonderd leden die e r niet waren toch eens adviseren om die sfeer óók eens t e proeven. Natuurlijk was de verre reis die met name onze leden uit het zuiden dit jaar moesten maken de reden dat u niet naar Friesland bent gereisd. (Al waren e r heel wat die de Friese economie dit jaar een extra impuls hebben gegeven, door ' s avonds tevoren t e arriveren en t e overnachten in 'De Valk' dan wel. in 'Van der Valk'.) Maar volgend jaar gaat dat excuus niet meer op, want onze voorjaarsvergadering is weer in Den Bosch. Toch eens kijken of het waar i s van die sfeer? Voor die tijd hoort u nog van mij. In elk geval wens ik U prettige feestdagen. Koen Dircksens, voorzitter
OMLOOP
.
Tëte de route du Gutde Sanctuaire OU relais ctte par Ie GuigëAutre sanctuaire Iltneratre reconstitue
- .-.--. ---. ...--. .
*Liesse
l
Vier pelgrimswegen lopen door het land, vloeien in 't zuiden samen bij een brug, stromen naar 't westen, trekken samen terug, verspreiden zich a l s vingers van een hand. die nooit meer een vuist zal maken, ont8poren in afsplitsingen en in vereenzamen. Wie in Santiago ooit bijeenkwamen hebben daar gaandeweg hun h a r t verloren. Thuisgekomen i s het doel van elke reis. Het pad naar de deur i s smal als een haarvat. Kom binnen, pelgrim, lever het bewijs dat de omloop van het bloed geen einde heeft maar uitkomt op een wonder en maak waar dat het op verhaal komt, leeft en leven geeft. Paul de Vaan
HEILIGE PELGRIMS.
pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg SAN ISIDORO, LEON
Het Panteón real of koninklijke begraafplaats is wellicht het meest beroemde onderdeel van h e t San-Isidorocomplex t e León. Het werd gebouwd op initiatief van koningin Sancha (gestorven 10671, gemalin van Ferdinand I , koning van Castilië e n León (1037-1065). Kort na de dood van beide vorsten werd het bouwwerk voltooid. Het Panteón i s gelegen a a n de westzijde van de kerk en beslaat een nagenoeg vierkantige ruimte, ingedeeld in zes traveeën, alle met steen overwelfd en ondersteund door zuilen met rijkversierde kapitelen. De oostelijke en zuidelüke zijden zijn afgesloten door een wand. De noordkant rn
r: P1 r: o V
geeft uit op h e t kloosterpand en naar h e t westen gaat het Panteón over in een
a
stadsmuur.
7 p:
Hoewel de kapitelen van het Panteón van zeer groot. belang zijn voor de
u
geschiedenis van de romaanse beeldhouwkunst, treden ze meestal in de schaduw
I
.o. O
ruimte, op haar beurt begrensd door de toren van de kerk en de Romeinse
van de onvoorstelbare pracht van de wandschilderingen, aangebracht op de zes
Passie H. Geest Apocalyps Kruisiging + donateurs Maanden van het jaar Laatste avondmaal Hand Gods Pantocrator Lam Gods + zodiak Kindermoord 11 Boodschap aan de herders 12 Fragmenten geboorte 13 Epifanie, opdracht in de in de tempel en vlucht n a a r Egypte 1 4 Maria l3oodschip en Visitatie
NOORDEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
ZUIDEN
gewelfvlakken, op de intrados of binnenkant van de brede scheibogen e n op de wanden a a n de oost- e n zuidzijde. Het oog van de bezoeker wordt geboeid door een schiterend geheel van kleurige taferelen. De hele heilsgeschiedenis wordt e r uitgebeeld op een manier die haars gelijke niet kent langs de camino de
Santiago e n zelfs niet in h e t gehele Iberische schiereiland. Het verhaal vangt a a n op h e t bovenste deel van de zuidelijke muur: Daar worden de Boodschap e n de Visitatie uitgebeeld. Beide taferelen zijn van elkaar gescheiden door smalle zuiltjes waarop bogen neerkomen. De kunstenaar heeft de Boodschap duidelijk als de belangrijkste gebeurtenis beschouwd: meer dan de helft van de beschikbare ruimte i s eraan gewijd. Men ziet de aartsengel Gabriël met opengespreide vleugels terwijl hij Maria toespreekt. Zij houdt haar handen opgeheven en wendt het gelaat n a a r de engel. In de linkerhoek zit de dienstbode van Maria op een mooi versierd bankje toe t e kijken. De aanwezigheid van een dienstmaagd bij de Annunciatie i s gebruikelijk in de Byzantijnse en in de romaanse kunst. De Visitatie is even sober weergegeven: Maria en Elizabeth omarmen elkaar. In de rechterhoek zit eveneens een figuur op een laag stoeltje. Het zou Zacharias, de echtgenoot van Elizabeth kunnen zijn. Op de oostelijke muur, aansluitend bij de genoemde voorstellingen, zijn'fragmenten van de Geboorte zichtbaar. De schilderingen zijn erg beschadigd omdat men in latere tijden in deze wand een deur heeft aangebracht. Chronologisch volgt op de Geboorte de Boodschap a a n de herders. Dit tafereel, h e t mooiste en meest originele v a n h e t hele ensemble, i s uitvoerig afgebeeld op het gewelfvlak in de zuid-oosthoek van het Panteón. Drie herders, twee die een muziekinstrument bespelen e n een die zijn hond (p. 127) u i t een houten nap l a a t 126
drinken, horen de boodschap a a n van een zeer sierlijke engel. De dieren zijn uitermate expressief weergegeven. Men onderscheidt schapen, waarvan één een bel om de snuit i s gebonden, geiten, bokken, runderen en verder nog een drietal varkens die zich t e goed doen a a n eikels. De ongedwongenheid en de zin voor het anecdotische waarmee h e t gebeuren i s weergegeven blijft de bewondering wekken. Het tweede zuidelijke muurvlak toont fel beschadigde resten van de Epifanie, de Opdracht in de tempel (7) en de vlucht naar Egypte. Het aanpalende gewelfvlak, n a a s t d a t v a n de herders, verhaalt de Kindermoord t e Bethlehem. Dit vlak is in diverse compartimenten ingedeeld, wat de handelingen van de personages zeer overzichtelijk maakt. Op zijn troon zit Herodes, geflankeerd door een soldaat met lans en schild. Zes dienaren van de koning heffen h e t zwaard of doorsteken een klein kind, d a t vastgehouden wordt tn
c P> r= o
bij de haren, bij een armpje of een beentje (foto p. 129). Ook i s een moeder
v
met een kind afgebeeld met de inscriptie: RACHEL PLORANS FILIOS SVOS. Dit
a
verwijst naar de passage bij Mattheus (Math. 2, 17-18) waar de evangelist de
7
7
.o.
a: C,
O
r-.
voorspelling van Jeremias aanhaalt. Het middelste gewelf, volgend op de Kindermoord, toont h e t Laatste Avondmaal. Christus zit a a n een lange tafel; met de rechterhand reikt hij h e t brood a a n
Judas, de enige apostel die geen nimbus heeft. Johannes leunt tegen de borst van de Meester, conform h e t bijbelverhaal (Joh. 13, 26). De overige apostelen zitten achter de tafel, met uitzondering van Simon en Thadeus die respectievelijk de linkerbenedenhoek en de rechterbovenhoek vullen. De linkerbovenhoek wordt ingenomen door een figuur die met de linkerhand een wijnschaal aanreikt en met de rechterhand h e t oor v a t v a n een grote kruik die op een zuiltje is geplaatst. Een opschrift verklaart: MARCIALIS PINCERNA. Hiermee wordt de heilige Martialis van Limoges bedoeld. Volgens de legende behoorde hij t o t de kinderen die door Jezus a a n zijn leerlingen t o t voorbeeld gesteld werden (Math. 18, 1-3). Martialis zou Jezus l a t e r gevolgd zijn en bij h e t l a a t s t e avondmaal deed hij dienst a l s opperschenker in h e t cenakel. Een personage, gezeten rechts a a n de voorzijde van de tafel, schenkt zichzelf een schaal wijn in. Hij wordt aangeduid met de naam MACIA. Sommige a u t e u r s identificeren hem a l s de apostel Matthias, die n a de hemelvaart van Jezus de plaats van Judas innam (Hand. 1, 23-26). Hiervoor pleit d a t de man, evenals de apostelen blootvoets is voorgesteld. Andere schrijvers echter menen in deze figuur een legendarische discipel van Jezus t e zien, namelijk San Maio of Magio, die h e t evangelie in Spanje zou verkondigd hebben. Gezien echter de bijbelvaste context van de schilderijencyclus lijkt de eerstgenoemde interpretatie h e t meest voor de hand liggend. In de rechterbenedenhoek i s nog een prachtig detail (p. 125) t e zien: een fiere, kraaiende haan die met zijn dunne pootjes s t a a t op een gestileerde rank en vergezeld i s van h e t opschrift GALLVS. Deze haan leidt ons n a a r h e t volgende gewelfvlak a a n de noord-westzijde v a n het Panteón. Hier is h e t Passieverhaal uitgebeeld. In h e t midden bevindt zich h e t tafereel met de Judaskus en de soldaten, gewapend met lansen e n stokken (Math. 26, 55) alsook Petrus die bezig i s h e t oor van Malchus af t e houwen. In de rechterbovenhoek zien we Petrus in gesprek met de dienstmaagd e n n a a s t hem, in een afzonderlijk compartiment, s t a a t weer een kraaiende haan. Deze herinnert ondubbelzinnig a a n h e t verraad van Petrus. Rechts onder i s Pilatus voorgesteld terwijl hij zijn handen wast en links van h e t centrale gebeuren komt Simon van Cyrene een kruis aandragen. De linkerbovenhoek tenslotte i s gevuld met de figuur v a n Petrus, de rechterhand tegen h e t gelaat in een gebaar van treurnis. De begeleidende t e k s t zegt d a t Petrus weent (Math. 26, 75). De kruisiging v a n Christus is t e zien op een muurvlak onder h e t gewelf v a n del noord-oosthoek. Deze schildering i s beschadigd maar biedt nog voldoende inzicht
in de iconografie. Christus, gekleed met een lendendoek, hangt a a n het kruis, de ogen geopend en de voeten n a a s t elkaar op een dwarsplankje. Boven de kruisarmen zijn links e n rechts de zon en de maan weergegeven. Links van h e t kruis -ter rechterzijde van Christus- s t a a t Longinus die met de lans de zijde van de Verlosser doorboort en achter hem is vaag de gestalte van Maria t e onderscheiden. Rechts s t a a t Stephaton, de sponsdrager, met in de hand het emmertje met de zure wijn die men Christus t e drinken wilde geven (Math. 27, 48). Uiterst h k s bevindt zich de apostel Johannes. Onder het kruis is een gelaat geschilderd. Vermoedelijk i s hier de schedel van Adam bedoeld, een gebruikelijk thema in de middeleeuwse kalvarievoorstellingen. Tenslotte zijn e r nog de geknielde opdrachtgevers, links en rechts onder het kruis: koning Ferdinand, vergezeld van een nog nauwelijks zichtbare krijgsman e n de koningin, in h e t gezelschap van een dienstmaagd met een kruik in de handen. Of de Verrijzenis U)
a a, C
in de cyclus was opgenomen i s niet bekend.
o
Het gewelf d a t aansluit op de kruisiging toont de apocalyptische Christus met
w
het tweesnijdend zwaard in Zijn mond, met de zeven sterren, h e t verzegelde
U
s
7
.o.
u
O
~sr
boek d a t Hij een engel t e r hand s t e l t en de schrijver Johannes die als dood t e r aarde stort. In de hoeken zijn de zeven kerken op originele wijze afgebeeld en verder ziet
men nog de zeven kandelaars en de engel die h e t boek aan Johannes overhandigt. De schilder volgde trouw het eerste hoofdstuk van h e t Boek der openbaringen (Ap. 1, 12-20). Het l a a t s t e gewelf, tussen de Apocalyps en de Boodschap a a n de herders i s beschilderd met een Christus in de Glorie of Pantocrator (p. 131). Hij troont op de regenboog met de aarde onder Zijn voeten en draagt in Zijn linkerhand een open boek met de tekst: EGO SVM LVX MVNDI. Zijn rechterhand houdt
H4
zegenend omhoog. Hij i s omsloten door een brede mandorla of amandelvormige nimbus waarbinnen de achtergrond bezaaid i s met sterren e n waar men de Griekse lettertekens Alfa en Omega kan onderscheiden. Buiten de mandorla, in de vier hoeken zijn de evangelisten aanwezig. Zij zijn a l s menselijke gestalten uitgebeeld met echter het hoofd van h e t dier d a t hun symbool is. In de handen dragen zij een gesloten boek, waarvan de band met geschilderde edelstenen versierd is. In de romaanse kunst komt de voorstelling van Christus in de Glorie, omringd door de vier evangelisten zeer veelvuldig voor. De oostzijde van laatstgenoemd gewelfvlak r u s t op een boog die h e t tympaan van een voormalige deur versiert. Op dit tympaan i s h e t Lam Gods in een cirkel afgebeeld met e r n a a s t twee aartsengelen. Rond h e t tympaan zijn de twaalf tekens van de zodiak geschilderd. Dit hele ensemble is zwaar beschadigd. De bogen die de gewelfvlakken van elkaar scheiden zijn alle rijk gedecoreerd met geometrische motieven, meanders e n gestileerde planten. Sommige dragen ook een figuratieve decoratie. De boog tussen de Apocalyps en de Pantocrator i s verdeeld in twaalf cirkels. Met uitzondering van de maand januari zijn binnen elke cirkel de bezigheden van de mens gedurende ieder van de maanden voorgesteld. Januari toont de staande figuur van de god Janus met de twee gezichten. Hij houdt de armen gespreid e n kijkt tegelijk n a a r een gesloten e n naar een open poort: een duidelijke zinspeling op h e t voorbije en het komende jaar. Is h e t een toeval d a t de uitbeelding van het jaar zich precies bevindt op de plaats tussen twee onaardse visioenen? Wellicht heeft de samensteller v a n het programma bewust deze keuze gemaakt om duidelijk t e maken d a t de Heer van de Eeuwigheid ook meester i s over de Tijd. Op de boog tussen de Apocalyps e n de Passie i s in h e t midden de heilige Geest in de gedaante van een duif ingeschreven in een cirkel die door twee engelen met opgeheven armen gedragen wordt. De ruimte op de intrados i s verder opgevuld met telkens twee heiligenfiguren. Tussen de gewelven met h e t Laatste
Avondmaal en met de Pantocrator bevindt zich de boog met vier profeten die symmetrisch opgesteld zijn aan beide zijden van de Hand van God. De Hand van God -Dextera Domini- door cirkels omringd, vormt het geometrische middelpunt van het picturale programma en van h e t Panteón zelf. UI
gG 8 27
D i t indrukwekkende ensemble van wandschilderingen is op een witgekalkt opper-
a
grond maakt deel uit van de compositie en contrasteert met de voorstellingen
2
die in diverse aardkleuren zijn uitgevoerd. De kleurengamma beperkt zich t o t
r=,
rode en gele okers, verschillende tinten van grijs en grijs-blauw en tenslotte
O
vlak uitgevoerd in waterverftechniek, met a l s bindmiddel lijm en eiwit. Het zijn dus geen fresco's in de technische betekenis van h e t woord. De blanke achter-
zwart, vooral gebruikt voor omtreklijnen en voor de talrijke teksten. Diepte wordt gesuggereerd door witte e n zwarte penseeltrekken. De iconografie s t e l t nauwelijks problemen daar alle taferelen begeleid worden door Latijnse teksten. Het programma volgt trouw de bijbelverhalen. Enkele auteurs betogen nochtans d a t de keuze van de taferelen ingegeven zou zijn door de negen mysteriën die in de oude Spaanse liturgie werden gevierd: de ontvangenis van Christus, Zijn geboorte en besnijdenis, de epifanie, de passie, de kruisiging, de verrijzenis, de verheerlijking van Christus in de Apocalyps e n Zijn heerschappij over de wereld. Een dergelijke veronderstelling is niet geheel uit t e sluiten, doch ze wekt wel enigszins de verbazing. De ritus volgens dewelke de liturgie werd gevierd in h e t visigotische Spanje -dus voor de Moorse invallen van 711- verschilde inderdaad van de Romeinse. De Spaanse ritus, ook wel met de minder correcte term "mozarabische ritus" aangeduid was echter reeds door de Romeinse vervangen tijdens de regering van Alfons V1 van Castilië (1072-1109) onder de druk van paus Gregorius V11 (gestorven 1085) en onder de invloed van h e t machtige Cluny. Men mag dan ook veronderstellen d a t de geestelijkheid v a n de San Isidoro t e León in volle 12de eeuw reeds lang met de Romeinse r i t u s vertrouwd was en e r ook geen behoefte a a n had de oude Spaanse r i t u s in een beeldprogramma t e actualiseren. Maar, hoewel de voorstellingen op zich geen enkel probleem opleveren in verband met hun interpretatie, i s h e t wel interessant de vraag t e stellen naar de keuze e n de plaatsing van bepaalde taferelen. Waarom werd e r zoveel aandacht besteed a a n de boodschap a a n de herders en a a n de kindermoord t e Bethlehem? De kruisdood van Christus, de kern van het Verlossingsmysterie, kreeg helemaal geen prominente plaats op een van de gewelven, evenmin trouwens a l s de Geboorte. Welk was h e t keuzecriterium van de a r t i e s t of van zijn opdrachtgever? Een ander opvallend feit i s d a t een volledig gewelfvlak gewijd i s a a n de apocalyptische Heerser n a a s t een voor de romaanse wereld vertrouwde weergave van Christus in de Glorie: twee thema's die inhoudelijk gezien heel dicht bij elkaar liggen. In beide gevallen wordt de heerschappij van Christus onder de aandacht gebracht. Hierbij kan men de bedenking maken d a t de illustratie van het Boek der Openbaring in h e t koninkrijk León op een lange traditie kon bogen. Daar ontstonden in de 10de eeuw verschillende zogenaamde Beatushandschriften. In 1047 liet koning Ferdinand I door de scriptor Facundus een Beatus kopieëren, bestemd voor de San Isidoro. Dit kostbare boek wordt
thans bewaard in de Biblioteca Nacional in Madrid (ms Vit. 14-211, In de Beatushandschriften is een kenmerk van de verluchting d a t ze steeds toegelicht wordt door teksten en opschriften binnen de taferelen. Een gelijkaardig verschijnsel zien we op de wandschilderingen van het Panteón real: ieder tafereel i s voorzien van Latijnse bijschriften. Het i s natuurlijk mogelijk d a t de schilder van het Panteón het manuscript van Facundus heeft gezien en het i s evenmin uitgesloten dat hij de andere verluchte codices uit de rijke bibliotheek van San Isidoro onder ogen heeft gehad. Of de miniaturen hem t o t inspiratiebron dienden i s een vraag die hoogstwaarschijnlijk negatief moet beantwoord worden. De decoratie van het Panteón i s zo volstrekt uniek dat men zich moeilijk kan voorstellen dat de schilder zich van bestaande voorbeelden of modellen zou bediend hebben om zijn oeuvre t e realiseren. De volstrekt onbekende schilder beheerste zijn vak volkomen. U i t de manier waarop hij de bijbelse gebeurtenissen afbeeldde blijkt dat hij goed op de hoogte was van de algemeen gangbare voorstellingswijzen (zoals bijvoorbeeld de Annunciatie, de kruisiging) doch tegelijkertijd uitermate origineel werk leverde met zelfs geniale vondsten (bijvoorbeeld de boodschap aan de herders, de kraaiende haan). De compositieschema's van de meester zijn zeer eigenzinnig en beantwoorden zelden a a n de strikte normen van de symmetrie. De vrijheid die hij zich veroorlooft gaat echter nooit ten koste van de overzichtelijkheid van de voorstellingen, Stilistisch gezien zou men kunnen geneigd zijn de schilder thuis t e brengen in de traditie van de Franse lade-eeuwse monumentale schilderkunst, vooral dan uit de streek van de Loire. De karakteritieke manier waarop hij gezichten, handen en voeten schildert vertonen (onzes inziens) wel enige affiniteit met bepaalde ensembles uit Frankrijk. Maar alle speculaties en voorlopige uitspraken daar gelaten moet de schilder die het Panteón real versierde gerekend worden t o t de grote meesters van de romaanse "kunst van de kleur". De s t a a t van bewaring van de gewelfschilderingen i s uitstekend. De taferelen op de wanden zijn echter zeer geschonden, grotendeels ten gevolge van ingrepen van bouwkundige aard die in latere tijden het monument hebben "aangepast" allicht a a n de behoeften van de toenmalige generaties. Door verwaarlozing van de ~ B e a t u s h a n d s c i i r i f t :zo genoemd n a a r Beatus v a n Liébana (gestorven 7 9 8 ) , d e samensteller v a n een commentaar o p d e Apocalyps. Zijn werk werd t o t i r i d e l l d e eeuw vele malen gckopierrd. \'erspreid over de bjbljothcken I ai, de zehele v,ereld zijn t h a n s nog bijfentwintig volledige of f, agmentarisch bewaarde codices tot ons gchcimen.
beschadigde fragmenten is toch een e n ander verloren gegaan. Een l a a t s t e vraag i s die naar de datering van de schilderingen. De opdrachtgevers, geknield onder h e t kruis, zijn een koning e n een koningin. Luidens h e t bijschrift i s de koning FREDENANDO REX, dus Koning Ferdinand I1 van León (1157-1188). De naam van de koningin i s verdwenen. We weten d a t Ferdinand I1 in 1165 huwde met doña Urraca van Portugal, een huwelijk d a t door paus Alexander I11 ongeldig werd verklaard in 1175, niettegenstaande uit dit huwelijk reeds een zoon geboren was. In 1178 trouwde hij met Teresa Fernández die reeds in 1180 overleed. Een derde huwelijk sloot Ferdinand met doña Urraca López de Haro in 1187. Welke van de drie echtgenoten hier zijn voorgesteld kan niet achterhaald worden. Zonder bezwaar kan men echter h e t geschilderde ensemble dateren in h e t l a a t s t e kwart v a n de 12de eeuw. De kerk van San Isidoro t e León i s h e t belangrijkste romaanse monument op de camino de Santiago. De moderne pelgrim kan er, naar middeleeuwse gewoonte, zijn devoties volbrengen. De kunstminnende pelgrim die de tijd wil nemen, kan genieten van de architectuur e n de sculptuur en van de onovertroffen -schilderingen in h e t Panteón real. En dan zwijgen we nog over de indrukwekkende bibliotheek en de h a a s t overweldigende rijkdom van de schatkamer, waarvan nog slechts een gedeelte in León t e bewonderen valt. Neergezet a l s een simpel heiligdom langs de weg i s de San Isidoro t e León door de koninklijke gunsten verrijkt met "allerhande heerlijke dingen". In de 13de14de eeuw kreeg de stad e r een prachtige kathedraal bij en in h e t begin van de 16de eeuw bouwden de ridders van de orde van Santiago het grootse pelgrimshospitaal San Marcos. Zo heeft León de allure behouden van een koninklijke s t a d , een etappe op de weg n a a r Galicië die meer dan één dag mag duren. Mireille Madou
Uit Leiden ontvingen wij h e t bericht d a t op 25 oktober j.1. aldaar is overleden de heer Guus Collée. Het overlijdensbericht toont een foto waarop hij in de eenzaamheid van h e t Noordspaanse landschap zijn voettocht naar Santiago maakt. Enkele maanden geleden schreef hij ons nog d a t hij graag deel uit wilde maken van de redactie van DE JACOBSSTAF. Het heeft niet zo mogen zijn. De redactie wenst zijn familie veel sterkte.
V A N ONZE B U I T E N L A N D S E VRIENDEN
...
EN VRIENDEN IN HET BUITENLAND Wat s t e l t het voor? Schrikt u niet, maar dit is de officiële maskotte voor het heilige jaar
1993, Pelegrin, mascota
oficial do ano s a n t o de 1993, XACOBEO '93. Zelf heb ik nogal moeite mee! De kleuren zijn a l s volgt: h e t 'hoofd' van het figuurtje i s zwart (palet met twee cirkelvormige gaten?) evenals h e t driehoekje d a t waarschijnlijk zijn rechterarm en -hand voorstelt. Door deze 'hand' is een lange dunne cremekleurige stok geplaatst met bij h e t boveneinde een gele
---
kalebas (twee cirkels) met rood Jacobuskruis. Het 'lichaam' bestaat u i t een rode driehoek en daaronder een wit trapezium. De driehoek-'benen' zijn geel. De redactie van de Sternenweg nummer 8 (1991, p. 46) vraagt zich af of de Jacobspelgrims belachelijk gemaakt worden. Of i s h e t misschien een toespeling op de innerlijke gemoedstoestand van pelgrims? Wat zou er gedacht zijn bij h e t kiezen van dit logo? Is e r eigenlijk wel gedacht? Wat i s uw reactie?
AvW
In DE JACOBSSTAF nummer 10 werd in Langs de weg h e t trajact VézelaySaint-Léonard-de-Noblat besproken. In De Pelgrimnummer 25 lopen Etienne Van Wonterghem en NelIy Teirlinck verder, Issoudun naar Bénévent-1'Abbaye. Dag 10: 32 km Issoudun - Chateauroux. Dag 11: 22 km Chateauroux - Velles. Dag 12: 16 km Velles - Argenton-sur-Creuse. Dag 13: 15 km Argenton-s-C - Gargilesse. Dag 14: 25 km Gargiless - Crozant. Dag 15: 28 km Crozant - La Souterraine. Dag 16: La Souterraine - 26 km Bénévent-1'Abbaye. AvW In De Pelgrfm van h e t Vlaams genootschap nummer 26 schrijft Dirk Aerts in zijn "Ten geleide" over het verschijnsel "De gesponsorde pelgrim". Het gaat hierbij om mensen die beweren een sportieve prestatie t e leveren en die zich voor elke afgelegde kilometer door anderen laten betalen, zodat met het opgebrachte sponsorgeld een of ander goed doel gediend kan worden. Het streven is nobel, maar Dirk vraagt zich terecht af wat dit met pelgrimeren t e maken heeft.
Verder bevat dit nummer een artikel in de serie 'heilige pelgrims en pelgrimsheiligen in onze streken' d a t gaat over de heilige Guido. Daarnaast een leerzaam s t u k van h e t Belgische echtpaar d a t dit jaar, geïnspireerd door "onze" Wim e n Anneke Bettonvil, de refugio in Rabanal del Camino heeft beheerd. Z i j stellen h e t probleem van de "groepspelgrimages" aan de orde. Groepen, veelal jongeren met hopelijk goede bedoelingen, nemen vaak in één keer een hele refugio in beslag e n de eenling die wat l a t e r komt vindt geen plaats meer in de herberg! FC Le Pecten v a n h e t Waals genootschap geeft een verslag v a n de officiële ingebruikname van de (door Shell gesponsorde!) pelgrimsopvangruimte in Folleville bij Amiens. Naast h e t gebruikelijke verenigingsnieuws een zeer interessant artikel over een veertiende-eeuwse Luikenaar die een soort 'Spiegel Historiael' schreef, en die daarin Karel de Grote e n diens tochten n a a r Spanje opvoert. FC In de Sternenweg nummer 8 (1991) van h e t Deutschen St. Jakobus-Gesellschaft e.v. (adres zie p. 180) veel aandacht voor Regensburg (verslag zie deze s t a f p. 166). In de parochiekerk van Geisling werd in 1980 bij restauratiewerkzaamheden een fresco (rond 1400) blootgelegd, d a t volgens Klaus Herbers (p. 8-9) h e t onschuldig-gehangen-gered-wonder voorstelt. Drie scenes zijn bewaard gebleven: links liggen drie personen in een bed, in h e t midden een groepje pelgrims e n rechts hangt een jongeman a a n de galg. Achter de gehangene s t a a t een man met baard met op zijn hoed een schelp, waarschijnlijk Jacobus die de onschuldige redt. Rechts van deze scene i s nog Qén persoon enigszins zichtbaar, misschien de deelnemer in een vierde scene, h e t kippenwonder. Otto H. Muller (p. 14-18) schreef een interessant artikel over Jacobus a l s mijnwerkers-patroon en zijn afbeeldingen op de zilveren munten uit de Harz. AvW De Zwitserse Les Amis du Chemin de Saint-Jacques besteden in hun tijdschrift Ultreïa nummer 7 (mei 1991) aandacht a a n hun project "Jakobswege durch die Schweiz" en a a n de Jacobusbroederschappen van Tavel (vóór 1620) e n Sachseln (1560). In dit e n h e t nummer 8 v a n Ultreïa schreef S.-P. Giacobbo over "Le chemin initiatique de St. Jacques". In h e t tweede ' SUISSE ' deel gaat de a u t e u r in op "Le chrisme"). Verder in d i t nummer 8 (november 1991) de vertaling van een acte u i t 1440: een zekere Lancarot en zijn vrouw Marthe, afkomstig uit Hongarije, hebben hun huis en land verlaten om t e gaan pelgrimeren n a a r Santiago de Compostela. Marthe kreeg onderweg een kindje d a t Madeleine werd gedoopt. Op de terugweg vonden ze onderdak in een gasthuis en daar bleven ze enige tijd, levend van aalmoezen, want "door de moeiliikheden, berovingen en een zware ziekte van mijn vrouw" heeft Lancarot geen cent meer op zak. Helaas, Marthe stierf en vader neemt zijn baby-dochter mee "in mijn mantel zo zacht en teder a l s ik maar kon". Maar in zijn armoede kan hij Madelein niet de zorg geven die h e t kind toekomt, en in deze acte geeft Lancarot zijn dochter t e r adoptie "voor eeuwig a a n Catherine, weduwe v a n Etienne dtOrny, voormalig burger en handel a a r in Lausanne". Een roerend verhaal, maar klopt h e t wel, vraagt A. Guerdat, zich af? Bestudering van alle in de acte genoemde namen e n plaatsen leiden t o t de volgende hypothese: een kind was t e vondeling gelegd bij een gasthuis of een kerk. Lancarot heeft zich erover ontfermd e n een mooi verhaal verzonnen om h e t kind t e l a t e n adopteren. De commissie was voor hem en Madeleine had een moeder. AvW
In het augustusnummer van Peregrino s t a a n reportages over Sarria, "de belangrijkste stadje van de camino in de provincie L U ~ O en ' ' , omgeving. Verder: een kort verslag van h e t congres in Zamora, artikelen over "Le vin e t le chemin de SaintJacques" en h e t project "Oikoten". Een kort, t r i e s t berichtje: BOLETIN uit dat prachtige kerkje van Vilar de Doñas (Palas de Rei) i s DEL CAMINO DE SANTIAGO het 18de-eeuwse beeld van Antonius gestolen. Verder zal e r in 1993 in het planetarium van La Coruña een project over de sterrenweg en de camino worden gehouden. In nummer 22 (noviembre 1991) gaat de reportage over Frómista. Verder een kort bericht over het heilige jaar in Santiago de Compostela, dat -volgens de redactie van Peregrino- zijn oorsprong vindt in de 12de eeuw. Het heilige jaar van Santiago zou ouder zijn dan d a t van Rome. Is de redactie op de hoogte van h e t artikel van Bernhard Schimmelpfennig (in Journal o f Medieval History 1978)? Deze auteur plaatst het eerste heilig jaar in Santiago in de 15de eeuw (zie ook M. Madou in h a a r nieuwste boek Het verhaal v a n de heilige Jabocus, p. 105). Verder lezen we in de rubriek "En torno al Año Santo" d a t de s t a d Santiago de Compostela zich nu a l voorbereidt op een stroom v a n toeristen-pelgrims door t e denken a a n verbetering van de toegangswegen en a a n vergroting van vliegveld en RENFE-station. Ook slaap-accomodatie moet worden uitgebreid: nieuwe hotels en campings. Op de Monte do Gozo worden centros de acogida gebouwd.AvW Het Editorial i s getiteld "Problemen en oplossingen". Doordat de camino ook ongewenste belangstellenden in de pelgrimsverblijven aantrekt, blijkt vriendelijke, maar besliste "controle" noodzakelijk. Op de opiniepagina pleit de heer Angel Luis Barreda Ferrer, coordinador de l a s Asociaciones Jacobeas de Esparia, voor h e t behoud van s t i l t e en r u s t op de belangrijkste delen van de oude voetweg. De camino mag niet beheerst worden door terreinwagen- of volgwagentoerisme. "Aan de kant van de weg": deze rubriek bevat bespiegelingen van een denkbeeldige voetpelgrim. Zal hij niet t e l a a t in de refugio aankomen e n zijn plaats bezet zien door een automobilist? Nieuwe of vernieuwde refugio's: Azofra (16 personen), Hospital de Orbigo (gedeeltelijk af), El Burgo Ranero (30 personen), ook de buurtgemeente Calzadilla de los Hermanillos, Villadangos del Páramo. Goed nieuws dus voor de pelgrim, tenminste a l s hij niet t e l a a t aankomt. ...... G.J. van Lent Het abonnement op Peregrino is t e verkrijgen door storting van f 36,OO op postrekening 291.82.79 (Postbank Arnhem) t.n.v. G.J. van Lent, Brussel.
PEREGRINO
1
In de Bulletin o f t h e Confraternity o f Saint James somt (nummer 37) Ian Tweedie in "The Saint in Rome" enkele Jacobussen in Rome (Giacomo) op, zoals h e t 19de-eeuwse fresko in de koepel van de S.Giacomo in Augusta en een Matamoros in de kerk van de Madonna del Sacro Cuore (vroeger S. Giacomo degli Spagnoli). Natuurlijk Jacobus tussen de apostelen in de Sint Pieter, de SS Apostoli etc. In nummer 39 (June 1991) wordt aandacht besteed a a n de pelgrimage van Willem Wey a a n Santiago de Compostela in 1456. AvW De Amerikaanse Newsletter o f t h e Friends o f t h e Road t o Santiago (5 pagina's) is een nieuwe loot a a n de internationale Jacobus-"boom". Inl.: Dr. Maryjane Dunn-Wood, e.d., 517 So. Happy Hollow Blvd., Omaha, NE 68106, U.S.A. Van 6 t o t 11 juli 1992 wordt in de omgeving van Madrid een congres gehouden met als thema Camineria Hispánica. Niet alleen de camino de Santiago maar ook andere historische wegen en routes in Spanje s t a a n centraal. Uiteraard ook
aandacht (het i s immers 19921) voor de N- en Z-Amerikaanse wegen. Een foldertje i s t e verkrijgen bij h e t Secretariaat v a n h e t Genootschap: Frank Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda. Compostella, tijdschrift v a n h e t Centro Italiano di s t u d i Compostellani (Via del Verzaro 49, 1-06100 Perugia), nummer 8 (ottobre 1991) i s a c h t pagina's dik. In h e t artikel "Santiago in America" wordt verteld d a t Diego de Losada op 25 juli 1567 de hoofdstad van Venezuela stichtte: Santiago de León de Caracas. Onderzoek naar de naamgeving leert d a t Santiago werd gekozen t e r herinnering a a n de beschermer van Spanje, León naar h e t gebied waar de stichter vandaan kwam. De origine van Caracas i s inheems. Enkele leden van de familie Losada waren ridders in de Orde v a n Santiago. In h e t stadswapen v a n Caracas zijn nog Santiago-herinneringen t e zien: de schelp en het Jacobuskruis. Verder meldt de redactie de noodzaak van restauratie van h e t kerkje van San Giacomo (= Jacobus) v a n Cerreta in de gemeente Belgioioso (Pavia). LOSSE FLODDERS
Het beeldje, d a t mevrouw A. de Jong-van Hinte op de najaarsvergadering in Franeker toonde (zie ook p. 145), kan op verzoek worden geleverd voor f 100,OO. Inlichtingen: telefoon 04192-14925. OPROEP: Aan allen die dit jaar (of eerder) hun compostellana hebben.mogen ontvangen, verzoeken wij, voor zo ver dit nog niet gebeurd is, een fotocopie t e s t u r e n n a a r de secretaris binnenland zodat hij in h e t volgend nummer een overzicht kan geven. N.J. Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder. In h e t kader van uw goede voornemens voor het nieuwe jaar kunt u natuurlijk a l v a s t uw contributie voor 1992 betalen door overmaking van minimaal f 30,OO (huisgenoten f 20,OO) op postbankrekening (giro) 515.11.46 of bankrekening 48.48.85.693 t.n.v. h e t Nederlands Genootschap van Sint-Jacob t e Rotterdam.
Als U een pelgrimspaspoort wilt hebben voor uw tocht naar Santiago de Compostela, dan kunt u dat bestellen via het bestelformulier; gegevens vindt u op pagina 69 van DE JACOBSSTAF nummer 10. Vraag uw pelgrimspaspoort ZO TIJDIG MOGELIJK aan. ZOEKERTJES
Wie weet het nieuwe adres van: Mw. A. Duyvestein, oude adres: Noorderstraat 97, Dieren Graag doorgeven aan LEDENADM., Marsdiepstr. 512, 1784 AZ Den Helder Wie zou mij kunnen helpen aan een exemplaar van de bloemlezing Lof van de Pelgrimstocht door Dom. Anselm Hoste, in 1968 uitgege.ven door Desclée-De Brouwer, St.Pietersabdij, Steenbrugge? Wim Bettonvil, Antoon der Kinderenlaan 8, 5212 AA Den Bosch telefoon: 073-135215
M a a s t r i c h t 20-22 september 1991
Dit najaar werd voor de tweede keer een internationale pelgrimsreunie georganiseerd door h e t Nederlands Genootschap van Sint-Jacob. Evenals de vorige keer, in 1989, werd vooraf royaal reclame gemaakt voor deze gebeurtenis: alle buitenlandse genootschappen werden aangeschreven, op diverse punten langs de
camino werden inschrijfformulieren neergelegd en ook in DE JACOBSSTAF bleef h e t onderwerp niet ongemoeid. Niettemin schreven zich slechts 27 deelnemers in. Voor de organisatie was dit geen argument om de bijeenkomst niet door t e l a t e n gaan. Deze 27, afkomstig u i t Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Engeland, zouden dan ook krijgen waarvoor zij gekomen waren. Het programma bood ruime mogelijkheden om met elkaar van gedachten t e wisselen over wat de tochten naar Santiago a a n de deelnemers hadden geschonken. Dat h e t daarbij uiterst gezellig kon zijn, bleek wel uit het f e i t d a t ' s avonds de l a a t s t e aanwezigen in de bar steeds pelgrims waren. Het culturele aspect van de ontmoeting werd verzorgd door de heer J. van Rensch, lid van ons genootschap e n werkzaam bij h e t gemeentearchief van Maastricht. H 4 hield op zaterdagmiddag een lezing over Maastricht als pelgrimss t a d , waarin zowel aandacht was voor pelgrims n a a r de heilige Servatius a l s voor pelgrims n a a r de heilige Jacobus. Daarna vertelde de heer Schijns u i t Herve (B) over de inspanningen van het Waals Genootschap om een pelgrims-
route door België t e bewegwijzeren. Hij vroeg, en kreeg, medewerking om onderzoek t e doen naar een koppeling van Nederlandse e n Belgische pelgrimsroute beschrijvingen. U kunt hierover lezen op deze pagina. Op zaterdagavond was e r een eucharistieviering in de Servaasbasiliek, waarbij tijdens de inleiding de aanwezige pelgrims in vier talen welkom werden geheten. Zondagmorgen vond, onder leiding van de heer van Rensch, een rondleiding plaats door de schatkamer van de Servaas, waarbij de inhoud van de lezing van zaterdag nog eens e x t r a werd geïllustreerd. Zo weten wij nu, dankzij een schilderij met a l s t i t e l "De Maagschap van Maria", d a t de heiligen Servatius e n Jacobus familie van elkaar zijn! Na de lunch namen de deelnemers afscheid van elkaar, tevreden over h e t weekend e n misschien wel nieuwsgierig of een dergelijke bijeenkomst ooit nog eens zal worden georganiseerd.
FC
Jacobswegen in België In h e t verslag van h e t pelgrimsweekend in Maastricht hebt u kunnen lezen d a t de heer Schijns van h e t Waals Genootschap uitleg gaf over de aanduiding van mogelijke pelgrimsroutes door Wallonië. Onderstaande t e k s t van zijn hand vertelt u daar h e t fijne van. In zijn plechtige Verklaring v a n 23 oktober 1987, de Verklaring van Santiago de Compostela, heeft de Raad van Europa de Jacobus-wegen uitgeroepen t o t Europese culturele route en s t e l t de Raad voor deze wegen nieuw leven in t e blazen. De raad doet een beroep op bestuurders, instellingen en burgers om de ontsluiting van de Jacobswegen in h e t gehele Europese grondgebied voort t e zetten. Het aanleggen van autowegen en TGV-lijnen, de buitensporige mechanisatie van de landbouw en de ruilverkaveling hebben weinig heel gelaten van de oude wegen die Europa vroeger doorkruisten. Voor de hedendaagse pelgrim i s h e t niet eenvoudig een route u i t t e stippelen die niet t e veel afwijkt van de oude pelgrimswegen, die hem daarentegen niet door het drukke verkeer l a a t lopen, maar hem toch een zekere kalmte en r u s t garandeert. In België heeft men verschillende initiatieven ontplooid met h e t doel een geschikte route uit t e stippelen voor aanstaande pelgrims. Ik wil nu in h e t bijzonder ingaan op op h e t werk van de Touristische Dienst van de provincie Namen.
Ten behoeve van de pelgrims t e voet heeft men twee routes door deze provincie uitgetekend: de eerste leidt van Andenne (op de grens met de provincie Luik) naar Givet op de Belgisch-Franse grens, een traject van 94 kilometer; de tweede gaat v a n Barveaux n a a r Givet en beslaat ongeveer 77 kilometer. Ter plekke zijn de routes helemaal aangegeven door middel van de hierbij aangegeven afbeelding, die bestaat uit een gestyleerde Jacobsschelp en een pijl. Omdat ze helder rood op een witte achtergrond zijn afgebeeld, zult u ze makkelijk herkennen (p. 142). Net zoals bij de GR-routes b e s t a a t e r n a a s t deze aanduiding een tweetal boekjes waarin de pelgrim behalve de routebeschrijving ook praktische en historische of culturele informatie kan vinden, geschreven volgens h e t principe van de "topoguides" van de GR. Deze twee boekjes kan men voor de prijs van 100 Belgische franken
+ verzendkosten verkrijgen bij de Fédération du Tourisme de la Province de Namur Rue Notre-Dame, 3 B-6000 NAMUR tel. 09.32.81/22.29.98
Als aanvulling hierop heeft h e t Waals Genootschap deze beschrijving uitgebreid t o t de provincie Luik. Aldus i s nu een Jacobsweg t e r plaatse helemaal aangegeven vanaf enerzijds Aken (voor de Duitse pelgrims) en anderzijds Visé (voor
de Nederlandse pelgrims) via Luik en Huy t o t Andenne, waar die aansluit op de door de provincie Namen uitgezette route. Genoemde provincie heeft toestemming gegeven dat "haar" bordjes ook buiten haar grondgebied worden gebruikt. Voortaan beschikken de pelgrims t e voet over een volledig aangegeven weg van de Duitse e n de Nederlandse grens in h e t oosten van België tot aan de Franse grens. Onze vereniging bereidt ook een Chemin de SI-Jacques de Compostelle routebeschrijving voor voor het traject in de provincie Luik. Ik wijs erop dat dit slechts een eerste route is, bestemd voor pelgrims op weg naar Parijs. Andere taken liggen nog voor ons, in het bijzonder de weg die in rechte lijn naar h e t zuiden gaat, naar Vézelay, door de Belgische Ardennen. D i t werk i s op schitterende wijze voorbereid in een zojuist verschenen boek van de hand van Léon Marquet, getiteld Voies des pélerins e t chemins de Saint Jacques de Compostelle a travers lfArdenne (meer dan 200 pagina's, uitvoerig geïllustreerd en verkrijgbaar bij de auteur, L. Marquet, boulevard de Guérets 18, B-4900 SPA, voor 500 Belgische franken + verzendkosten). Ik denk dat deze initiatieven, hoe beperkt ze ook zijn, een antwoord zijn op de uitnodiging van de Raad van Europa en ik hoop van harte d a t ze herhaald zullen worden a a n beide zijden van de Belgische grenzen. Georges Schijns [vert.: FC1
ZOEKERTJE t
l
Wie w i l de tocht van Nederland naar Santiago meelopen i n het voorjaar van 19921 Gerard Boerrigter (62 j a a r ) , W. Royaardsstraat 90, 7558 RZ Hengelo telefoon: 074-774159
F r a n e k e r 9 november 1991 Omdat het bestuur van het Genootschap de verschillende regio's verzocht heeft mee t e werken a a n de organisatie van jaarvergaderingen en omdat de regio Friesland gretig op dit verzoek is ingegaan, trekken 149 leden en belangstellenden door guur herfstweer naar Franeker. Vanaf half 10 worden zij met koffie en OraNekoek ontvangen in het op historische grond gelegen hotel restaurant De Doelen. De zaal biedt maar net genoeg plaats en de sfeer i s vanaf het eerste moment uiterst hartelijk en gezellig. Om exact 11 uur opent de voorzitter de ledenvergadering met een toespraak, deels in het Fries, waarin h 4 zijn dank uitbrengt aan de organisatoren van deze dag en nogmaals uitlegt waarom het gezelschap zich zo ver in het noorden van het land bevindt. Onder de ingekomen stukken van deze vergadering bevinden zich positieve en negatieve verrassingen. Allereerst i s e r de schenking aan het bestuur van twee flessen wijn, met op het etiket in grote letters: Saint-Jacques. Daarna wordt de tekst van een ansichtkaart uit Santiago voorgelezen waaruit blijkt dat de dames van Vroenhoven uit Best en Denekamp uit Haaren op 4 november zijn aangekomen. Helaas moet e r ook melding worden gemaakt van een telefoontje van mevrouw Bijl uit Schiedam die, op weg naar Franeker, is gevallen en haar pols heeft gebroken. Tenslotte is e r nog een mededeling van mevrouw Traa uit Eindhoven die onlangs in DE JACOBSSTAF een oproep heeft gedaan om medelopers t e vinden, maar alle reacties hierop i s kwijtgeraakt. Zij verzoekt "reflectanten" nogmaals t e reageren, hetgeen in de zaal prompt een keer gebeurt. Bij het agendapunt 'Bestuurssamenstelling' meldt de voorzitter dat het bestuur de heer Hans Gigengack heeft verzocht om de komende tijd met de penningmeester "mee t e lopen" bij het verwerken van de financiële feiten. Dit met het doel de heer Gigengack in het voorjaar t e kunnen voordragen als opvolger van de heer van der Werff. Deze neemt vervolgens zelf het woord om uitleg t e geven bij de "najaarsnota". Hij doet een oproep tot de aanwezigen om zitting t e nemen in de kascommissie en vindt daartoe de heren van Stratum en Hades bereid. Tijdens de rondvraag maakt Tine Hulsebosch melding van een prachtig fotoboek dat zij gekocht heeft bij boekhandel Gonzalez in de Rua de Villar. Gerard Bogers herhaalt zijn in DE JACOBSSTAF gedaan verzoek om medelopers voor
zijn geplande tocht. Annemarie Roebert meldt d a t zij onderzocht heeft of h e t mogelijk i s in 1993 een boottocht n a a r Santiago t e organiseren, maar d a t dit nog geen r e s u l t a a t heeft opgeleverd. Van verschillende kanten wordt zij erop gewezen d a t men bij andere genootschappen daarmee doende is. Adrie Dik vertelt d a t zij onderweg een Schot was tegengekomen die zo'n praktisch, door het Engels genootschap uitgegeven boekje bij zich had, waarin veel informatie over de weg v a n de Pyreneeën t o t Santiago stond. Nu blijkt d a t een van onze leden, de heer v a n Mijl u i t Tilburg, d i t werkje heeft vertaald en aangevuld. Zijn zoon heeft vervolgens deze t e k s t ingetikt en deze Nederlandse versie wordt t e r plaatse, in Franeker, t e n doop gehouden (meer informatie elders in dit nummer p. 169). Mevrouw Dik heeft onderweg ook een fraai uitgevoerde stempelkaart gezien. De voorzitter antwoordt hierop d a t het Nederlands genootschap afgezien heeft van h e t vervaardigen v a n aparte stempelboekjes. Het genootschap levert bij de pelgrimspassen een vel briefpapier waarop de genootschapsstempel i s gezet en d a t plaats biedt a a n een flinke hoeveelheid stempels. De voorzitter wijst e r nog eens op d a t de essentie van h e t pelgrimeren niet h e t verzamelen van stempels is. Mark v a n Baars u i t zijn ongerustheid over de steeds groter wordende drukte op de camino en pleit voor h e t maken van een tocht v a n Sevilla naar Santiago. Hij krijgt a l s antwoord d a t , mede in verband met h e t komende Heilig J a a r en de daarmee gepaard gaande toeristische promoting van de camino de verschillende Europese genootschappen hun bezorgdheid hebben uitgesproken over de verregaande commercialisering van de camino. Dit punt zal tijdens een binnenkort t e houden congres dan ook grote aandacht hebben. Tenslotte kondigt Ruud Harmsen een binnenkort t e houden vergadering van de regio Nijmegen aan. Tijdens de Pelgrimsparade vertelt Tine Hulsebosch over de door h a a r ondernomen tocht die nogal wat vervelende vragen van Spanjaarden opriep over h e t f e i t d a t zij alleen was. De geplande inleiding op een tentoonstelling over Jacobswegen vanuit NoordNederland wordt, wegens ziekte van Erwin Koster, overgenomen door de heer J . van de Wal. Als een soort inleiding op zijn ' s middags t e houden lezing v e r t e l t hij over de problemen bij h e t onderzoek naar oud-christelijke tradities. De spaarzame schriftelijk bronnen in Friesland hebben veel t e lijden gehad van overstromingen e n de voortvarendheid waarmee de Friezen de reformatie hebben aangepakt. En passant maakt hij nog even duidelijk d a t u i t de resterende bronnen kan worden opgemaakt d a t Bonifacius eerder door Groningers dan door
Friezen zal zijn vermoord. Hij gaat eveneens in op h e t historich karakter van de plaats waar wij ons bevinden. De Doelen was eertuds het "stamcafé" van de
s c h u t t e r i j Sint Christoffel. Deze
heilige werd vereerd op dezelfde dag a l s de heilige Jacobus. Ook werd e r in Franeker in vroeger tijden recht gesproken en d a t geschiedde op h e t plein waaraan De Doelen en de Martinikerk gelegen zijn. Franeker was tenslotte een plaats waar men op 25 juli een volle aflaat kon verdienen. Er i s daarna ruim tijd voor de lunch. Vele aanwezigen maken hiervan gebruik om inkopen t e doen: kruidkoek op de markt voor De Doelen, boeken van uitgeverij Conserve in de zaal of een van de artikelen die h e t genootschapswinkeltje t e bieden heeft. Ook i s er bewondering voor het beeldje van een pelgrim, d a t gedurende de gehele vergadering op de bestuurstafel prijkt en dat gemaakt i s door mevrouw de Jong-van Hinte (zie ook p. 138). Om kwart voor twee zit iedereen weer op zijn stoel voor een anderhalf uur durende lezing van de heer Van de Wal. De inhoud van minstens vier diasledes verschijnt voor de ogen van enthousiaste zaal die een in hoog tempo verteld verhaal aanhoort over de geschiedenis van Jacobus en Friesland, over de symbolen van de rechtspraak en de oogst e n dat eindigt met Studio Sport en de kaatswedstrijden georganiseerd door de PC. Het niet ophoudende applaus om kwart over drie drukt de waardering uit voor een gedreven spreker die zijn gehoor tot de allerlaatste seconde heeft weten t e boeien. Maar dit i s nog niet h e t einde van een uitstekend verlopende dag. Het gezelschap begeeft zich naar de a a n de overkant gelegen Martinikerk, waar allereerst de op de pilaren geschilderde heiligen moeten worden bewonderd. Hieronder bevindt zich ook een Jacobus. Nadat iedereen i s gaan zitten zingt de Harlinger Kantorij een a a n t a l liederen, waaronder Stella Splendens. Een waardiger afsluiting van zo'n prachtige dag is niet denkbaar. Het licht van de middagzon d a t dwars door de kerk schijnt, perfect gezongen pelgrimsliederen en daarbij h e t uitzicht op een zeer fraai gotisch bouwwerk. Tesamen een van de bijdragen van een memorabele dag in de geschiedenis van het Nederlands Genootschap van Sint-Jacob.
A.F.M.W.L. Claessen
U I T DE REGIO'S REGIO AMSTERDAM Contactpersoon: Janna Baaijers, Geerdinkhof 35, 1103 PP Amsterdam, telefoon: 020-6996173. Mevrouw Baaijers heeft belangstelling voor het medeorganiseren van regioactiviteiten in Amsterdam en omstreken. Zij zoekt belangstellenden om samen iets op touw t e zetten. REGIO GRONINGEN Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, telefoon: 050-255144. De heer Oosterhof heeft belangstelling voor het medeorganiseren van regioContactpersoon:
activiteiten in Noord-oost-Nederland. Een van de eerste activiteiten zal zijn om in samenspraak met de regio Oost-Nederland de grens tussen beide gebieden vast t e stellen. Hij zoekt belangstellenden om samen i e t s op touw t e zetten. REGIO FRIESLAND Contactpersoon: C.P.J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden Zondag 1 september hield de regio Friesland haar halfjaarlijkse bijeenkomst. D i t evenement wordt beurtelings bij de leden thuis georganiseerd, deze keer bij Joke en Clemens de Jong in Ysbrechtum. Onder het genot van een kopje koffie en l a t e r een glaasje Spaanse wijn kwamen de belevenissen van het verstreken halfjaar t e r sprake en a l gauw bleek d a t ieder van de aanwezigen de nodige bemoeienissen met de aloude apostel Jacobus had gehad. Toos en Sjaak Blok hadden gelopen en wel de GR 65 vanaf Cahors. Ze waren t o t a a n Pamplona gekomen, de stad vanwaaruit ze in 1990 naar Santiago waren vertrokken. Clemens de Jong was per fiets t o t aan Vezelay gekomen. De familie Lieftinck had in de "Hautes Pyrenees" o.a. monumenten bezocht die met h e t pelgrimeren naar St. Jacob t e maken hebben. Cecile Meijer vertelde met veel enthousiasme over de door haar zelf uitgestippelde route van Maastricht t o t aan Bouillon, ze'had gedurende de tocht geweldig leuke en fijne ontmoetingen gehad. Cees Visser was met echtgenote in Santiago geweest. Ze hadden per auto plaatsen bezocht waar Cees twee jaar geleden per fiets was geweest. Jan van der Wal tenslotte had getracht Sint Jacobus in de nieuwe wereld t e zoeken en was naar Jamaica gereisd. Columbus die dit eiland in 1494 ontdekte gaf h e t destijds de naam Santiago, de Engelsen hebben die naam later weer teruggedraaid. Jan had op
Jamaica nog de t h a n s anglicaanse kathedraal bezocht maar van een Jacobustraditie was geen sprake. REGIO BOLLENSTREEK Contactpersoon:
-
Clemens de Jong
RIJNLAND
C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 16, 2215 GE Voorhout, telefoon: 02622-31 147
In DE JACOBSSTAF nr 11 i s uitvoerig ingegaan op de positie van Haarlem a l s Jacobsstad. Op zaterdag 19 october zijn een twintigtal leden in Haarlem bij elkaar geweest voor een bezoek a a n de Jacobalia in h e t Frans Halsmuseum e n voor een wandeltocht langs een a a n t a l hofjes. In h e t museum heeft de conservator, dr. P. Biesboer een toelichting gegeven op h e t zilver van h e t Sint Jacobsgilde zoals de zilveren bekers, h e t schild van de knecht etc., d a t in h e t museum in de normale collecties i s tentoongesteld. Speciaal voor deze gelegenheid was een groot schilderij (door De Bray) u i t 1663 u i t de opgeborgen collecties gehaald, voorstellende een regenten gezin met enkele gasten, d a t t o t h e t bezit van h e t Sint Jacobs Godshuis heeft behoort e n sinds 1864 in h e t bezit van h e t museum is. Als motto stond op het schilderij: l a a t de kleinen t o t mij komen e n een opwekking t o t gedachtenis a a n de ouders: Sinite parvulos venire
ad me, Memores estote parentum vestrorum. Tot de schatten van h e t Gilde behoort ook een houten beeldje van Sint Jacob uit h e t midden van de 17e eeuw, ca 50 cm hoog. Dit was speciaal voor dit bezoek u i t de kluis t e voorschijn gehaald; normaliter komt h e t eens per jaar t e voorschijn e n het s i e r t dan -evenals de genoemde zilveren voorwerpen- de tafel t e r gelegenheid van de jaarmaaltijd v a n de Gildebroeders. Op zondag 19 januari, 13.00 uur, willen we gezamenlijk een bezoek brengen a a n de tentoonstelling Naar Jeruzalem: de dure reis van een middeleeuwse graaf, zie DE JACOBSSTAF 9 (p. 37 en dit nummer p. 172 e n 180). Verzamelen om 13.00 uur in de hal van h e t Rijksmuseum v a n Oudheden, Rapenburg in Leiden. (Er worden geen convocaties gezonden.) Op zaterdag 7 maart, 10.30 uur, willen we een bijeenkomst houden in het Broederhuis "Nieuw Schoonoord", Leidsevaart 2, t e Voorhout. (Convocatie met programma wordt toegezonden.)
Bert Roebert
,
REGIO OOST NEDERLAND Contactpersoon:
A. van Gessel, Enschedesestraat 116, 7661 ES Hengelo
Op 25 october kwamen twintig leden u i t de regio Oost bij elkaar in Lochem. Marc van Baars vertoonde dia's, gemaakt tijdens zijn voettocht naar Santiago de 147
Compostela in 1990. Opvallend waren daarbij het grote a a n t a l dia's van kleine details van zowel kunstwerken a l s ook van alledaagse dingen langs de weg. Hier was duidelijk d a t de maker met grote kunstzinnige aandacht zijn onderwerpen koos. Zijn vak, edelsmid, zal daar wel niet vreemd a a n zijn. Mede door de gastvrijheid van Linda en Marc van Baars, die voor een hapje en een drankje hadden gezorgd, was h e t een geslaagde avond. Het was over twaalven toen ieder huiswaarts ging.
AVC Wie hoort bij regio Oost Nederland?
Zoals ook in de Jacobsstaf 10 a l vermeld werd, denken wij in h e t oosten n a over de grenzen van de regio. Waarom willen wij zo graag een duidelijke regioafbakening. Het antwoord is: om organisatorische redenen. Bij een groot gebied (dus veel deelnemers) i s een goede organisatie noodzakelijk. Denk daarbij a a n de vergaderruimte, eventuele voorzieningen zoals koffie en een wat strakker geregisseerd programma en verzenden van de nodige convocaties. Als wij de IJssel a l s westgrens kiezen ligt h e t potentieel a a n mogelijke deelnemers a l in de buurt van 50 a 60 personen. Het noorden komt ons letterlijk en figuurlijk een beetje tegemoet omdat e r waarschijnlijk ook een Regio Groningen komt, zoals op de vergadering van h e t Genootschap in Franeker bleek. Om echter een indruk t e hebben van h e t werkelijke a a n t a l geïnteresseerden voor bijeenkomsten van de regio Oost Nederland, willen wij a l s volgt t e werk gaan. Volgend jaar, 1992, in de tweede helft van maart, houden we een bijeenkomst in Hengelo. Onderwerp i s nog niet bekend en de locatie hangt van h e t a a n t a l deelnemers af. Wie in principe belangstelling heeft om deze bijeenkomst t e bezoeken wordt verzocht dit vóór het einde van dit jaar (1991) t e melden -liefst schriftelijk- op bovengenoemd contactadres. U krijgt dan van ons een definitieve uitnodiging.
Gé Westgeest/Ton van Gessel
REGIO LIMBURG Contactpersoon:
Chr. Janssen, Eurenderweg 107, 6417 PA Heerlen, telefoon: 045-41 9406
De heer Chr. Janssen deelt h e t bestuur h e t volgende mede: "Gaarne wil ik h e t volgende onder uw aandacht brengen. Ik heb in de afgelopen jaren met veel belangstelling en inzet mijn functie a l s contactpersoon voor de regio ZuidLimburg vervuld. In verband met veranderde omstandigheden wil ik deze functie per 1 januarie 1992 neerleggen. Wilt u deze mededeling kenbaar maken met een oproep om een plaatsvervang(st)er?" 148
REGIO DEN HAAG Contactpersoon:
Geertruy van Traa, Elia Kazanstrook 104, 2726 VG Zoetermeer, telefoon: 079-425344 en Janneke Kootte-v.d. Heuvel, Parkweg 137, 2271 AH Voorburg
REGIO NIJMEGEN Contactpersoon:
Ruud Harmsen, Vizier 5, 6641 HJ Beuningen, telefoon: 0889771183
REGIO MIDDEN NEDERLAND (Het Gooi, provincie Utrecht minus s t a d Utrecht) Contactpersoon:
Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarssenbroek, telefoon: 03465-69133
REGIO TILBURG Contactpersoon:
E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, "Leyehorst", Gemullehoekenweg 14c, 5062 CD Oisterwijk, telefoon: 04242-16582 REGIO 's-HERTOGENBOSCH Contactpersoon:
-
OSS
Annemarie Roebert, Ridders t r a a t 45, 5342 AK Oss, telefoon: 04120-40677
REGIO BREDA Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 3 1, 4824 KA Breda
REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET Y Contactpersoon:
Mieneke J a s , Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn, telefoon: 02290- 15210
M E T D E FIETS N A A R S A N T I A G O Wanneer de eerste gedachten a a n een pelgrimstocht bij mij zijn opgekomen, weet ik niet meer. Eind 1988 of begin 1989 hoorde ik een gesprek op de radio van een pelgrim die lopend naar Santiago was gegaan. Het boeide me zeer. Na een telefoontje met de omroep kwam ik er achter d a t er zoiets als een Jacobsvereniging bestond, waar ik ook lid van ben geworden. Mijn plan was om met meerdere gelijkgestemden in het voorjaar 1990 per fiets t e vertrekken. Ik plaatste een zoekertje in DE JACOBSSTAF, maar ik kreeg helaas geen respons. Achteraf gezien was ik in 1990 ook niet in s t a a t geweest om de reis t e ondernemen. Medio 1990 reageerde ik op een zoekertje in DE JACOBSSTAF; d a t i s het niet geworden. Na de Jacobusvergadering in Venray ontmoette ik in de trein twee mensen, die bezig waren a a n de voorbereidingen voor een fietstocht voorjaar 1991. Zij maakten deel uit van een grotere groep. 149
Uiteindelijk ben ik bij deze groep v a n ongeveer elf geïnteresseerden terecht gekomen. Naar mate de voorbereidingen vorderden vielen e r steeds meer af. We zijn uiteindelijk met z'n vieren vertrokken op 11 mei 1991. Vier min of meer vreemden voor elkaar, met een gemeenschappelijk doel "op n a a r Santiago". Het was een sprong in h e t duister. Toen ik vertrok had ik, ondanks d a t ik de l a a t s t e twee maanden 1000 km had getraind, een slechte psychische en fysieke conditie. Ik heb zelfs overwogen om helemaal niet mee t e gaan. In eerste instantie was mijn doel niet Santiago, maar de eerste week goed doorkomen en d a t lukte. Bij het verlaten van Parijs langs de Tour St.Jacques voelde ik mij voor h e t eerst een Santiago-ganger en twijfelde ik e r niet meer a a n of ik ooit Santiago zou halen. Het i s nu drie maanden geleden, h e t lijkt overigens veel langer, d a t ik thuisgekomen ben e n a l s ik mijzelf afvraag wat de tocht mij gedaan heeft dan ben ik veel vergeten, maar de mooie momenten s t a a n mij nog helder voor ogen e n ik kijk e r met plezier op terug; h e t was toch i e t s bijzonders. De hoogtepunten waren de aankomst op h e t plein voor de kathedraal in Santiago en h e t betreden van de kathedraal. Dat was nog een levende kathedraal, hier waren nog biddende mensen. Een c i t a a t uit mijn dagboek van 25 juni 1991: "Bij h e t bereiken van de s t a d werd ik ontroerd, dit werd nog heviger bij h e t zien en betreden van de kathedraal e n h e t gelukwensen van elkaar. Ik kon mijn tranen amper bedwingen. De momenten van voorbereiding, h e t afzien onderweg e n de crisis in mijn leven sedert anderhalf jaar gingen door mij heen. Ik voelde mij voor h e t eerst een echte pelgrim, h e t leek of Santiago en de kathedraal mij toebehoorden, h e t was of ik thuiskwam v a n een verre reis, e r viel i e t s v a n mij af, h e t was volbracht. Ik was een beetje trots op mijzelf!" De rustdag in Estella s t a a t mij ook nog duidelijk voor ogen. Samen met Frans heb ik de Montejurra beklommen. Het was prettig om nu eens niet t e fietsen maar t e lopen. Het was een zware klim, maar boven op de berg lag de beloning. Wat een uitzicht! ! ! Het was n e t of Spanje a a n je voeten lag en de s t i l t e die e r op zo'n berg heerst. Het i s n e t of alles een andere dimensie krijgt. J e bekijkt de wereld op een afstand, je maakt e r geen deel meer van uit, het heeft i e t s heiligs. De beklimming naar Cruz de Ferro met zijn prachtige afdaling n a a r Ponferrada. Ik weet niet of h e t de mooiste afdaling is, maar voor mij was d a t h e t wel. In deze afdaling liet ik mij voor h e t eerste naar beneden vallen. Ik was heel ontspannen tijdens de afdaling e n het leek wel -door alle haarspeldbochten- een
dans. Ik geloof dat ik hier voor het eerst afdalen heb geleerd. Het samen op weg zijn met z'n vieren met een gemeenschappelijk doel voor ogen en de gezamenlijke voorbereiding geeft wel een band met elkaar, maar meer ook niet. Met Frans was het anders, het was meer. Er waren momenten van ontmoeting, werkelijke ontmoeting en dat deed mij heel goed. Wij zaten op dezelfde frequentie en spraken elkaars taal. Samen konden wij een uur naar de maan kijken. Mensen praten soms wel veel met elkaar, maar er vindt zelden een ontmoeting plaats. Frans was een uitzondering; het was me dierbaar. Al 45 jaar woon ik in het centrum van Amsterdam, geboren en getogen, maar ik geloof dat ik nooit een echt stadsmens ben. In de vrije natuur voel ik mij het lekkerst. De momenten van gewoon in het gras zitten langs een beekje of waar dan ook en alleen maar kijken, luisteren, ruiken en voelen ziJn mij bijgebleven. Er waren hele mooie momenten bij, soms mis ik ze, vooral de stromende heldere beekjes met al het leven erin en e r omheen. Misschien heb ik wel 100 kerken en kathedralen bezocht. Soms deed het me wat, maar soms ook helemaal niet. Ieder bekijkt het met zijn eigen ogen, de een let hierop en de ander daarop. Ik let op het gevoel wat ik krijg in een kerk. Soms kon ik mij storen a a n anderen hoe zij een kerk bekijken. Als je met zo'n reis begint, koester je bepaalde verwachtingen. In DE JACOBSSTAF heb ik eens een citaat van een loper gelezen "hoe dichter ik bij Santiago kwam, hoe zuiverder mijn lied werd". Erg mooi, maar d a t heb ik niet ervaren. De stilte heb ik gemist, misschien had ik een paar dagen alleen moeten fietsen of misschien gaan lopen, ik weet het niet. Onderweg moest ik wel eens aan de pelgrims uit de middeleeuwen denken, nog nooit hun dorp uitgeweest en dan op weg naar een ver land t e voet, zonder geld, misschien een jaar of langer onderweg zonder a l die informatie die wij nu hebben, nog nooit een berg gezien, nog nooit een Spanjaard ontmoet, met alle gevaren onderweg, niet wetend of zij ooit terug zouden komen. Die pelgrimstocht kunnen wij niet meer maken. Waarom iemand een pelgrimstocht maakt t e voet of met de fiets, terwijl de auto voor de deur s t a a t , ik weet het niet. Soms heb ik zo mijn vermoedens. Ik vraag het wel eens, omdat het mij boeit, maar vaak krijg ik heel onduidelijke antwoorden. Misschien weten ze het zelf niet of willen ze het niet weten. Bij mij was het een vastzitten op welke manier dan ook en het weer op weg gaan, je eigen levensweg. Jan Meijssen
L A N G S D E W E G : de draailier
Weer leg ik mijn vijf vingers in de uitgesleten holtes van Jesse's boom. Via h e t gave gezicht van de stenen Jacobus wordt mijn blik vastgehouden door de tronende Christus. Opnieuw s t a ik ademloos voor de Pórtico de la Gloria. Zoveel factoren beïnvloeden het kijken naar dit schitterende romaanse portaal; de lichtval, h e t jaargetijde, h e t rumoer van bezoekers, de orgelmuziek of mijn eigen humeur. Steeds wisselende omstandigheden en zo ook zie ik nu de Pórtico met andere ogen. Rond Christus, vergezeld van de vier evangelisten en engelen die de passie-attributen
dragen, maken de vierentwintig oudsten h e t zich
gemakkelijk. Ze zitten en leunen met hun rug tegen de archivolten. In hun handen houden ze muziekinstrumenten e n (glazen) fiolen. Pal boven Christus' hoofd kijken de twee middelste baardige ouden elkaar in de ogen. Het i s maar goed d a t ze aandacht hebben voor elkaar, want samen bespelen zij één muziekinstrument. Het i s juist dit instrument d a t fascineert. Al enkele jaren werken Ruud Conens e n ik samen met h e t ensemble Peregrino in verschillende diaconcerten. Bij h e t concert met de tocht naar Santiago de Compostela a l s onderwerp bespeelt Sonny Holsbergen de draailier, die door h a a r vader werd gebouwd (p. 162) n a a r een
l9de-eeuws model. Vooral door deze diaconcerten kreeg ik oog voor de draailier rl
m
RJ
in s t e e n langs de camino.
u
INSTRUMENT VOOR TWEE
o a
De vroegste, 12de-eeuwse, afbeeldingen van draailieren zijn niet alleen t e vinden
a
in de kathedraal van Santiago de Compostela (p. 152), maar ook in h e t nabij
LI
r, O O
n
gelegen paleis van Gelmirez, en -als we ons even beperken t o t de Jacobus-
$
wegen- in Estella en in enkele Franse kerken en kathedralen (bijvoorbeeld in
-4
'n
A
a, U
Bourges, Chartres, Laon, Parijs).
x
Het schitterende noord-portaal van de San Miguel in Estella heeft vijf prachtig
c
gebeeldhouwde archivolten. Op de binnenste zwaaien zes engelen hun wierook-
a, -4
a, 3
e, T 4
z C
m
v a t en op de tweede maken de Oudsten muziek. Ze zitten niet zoals in de kathedraal van Santiago de Compostela óp de halfronde boog, hier in Estella zitten ze paarsgewijs op bankjes die dwars op de archivolt zijn geplaatst. Het draailierspelend duo i s a a n de linkerkant t e zien.
m
Meestal wordt het organistrum, zoals de draailier toen genoemd werd, bespeeld
a,
door twee muzikanten. Het instrument rust op hun knieën en bovenbenen. De
rl 4
u
V]
w
linker speler (vanuit de beschouwer gezien) draait a a n de kruk, terwijl de
rechter muzikant zich met de toetsen bezig houdt. Uit de houding van de handen blijkt d a t de toetsen in de 12de eeuw op verschillende manieren worden bediend. De muzikant van de Pórtico de l a Gloria lijkt de twaalf (of elf) toetsen uit t e trekken. Of draait hij eraan? Musicologen weten niet met zekerheid of deze toetsen moeten worden gedraaid of ingedrukt. In Estella zitten de toetsen zelfs a a n de andere k a n t van h e t instrument. DRAAIEN EN DRUKKEN Genoemde 'stenen' draailieren zijn de vroegste afbeeldingen van h e t instrument. Maar zijn dit ook de eerste draailieren? We weten h e t niet. Naar de 'uitvinder' van h e t instrument en de plaats van origine kunnen we alleen maar gissen. De draailier b e s t a a t uit een klankkast, die verschillende vormen kan hebben; bijvoorbeeld rechthoekig a l dan niet met afgeronde hoeken (p. 1601, luitvormig (p. 162) of we herkennen duidelijk de acht-vorm bij oudere draailieren (p. 152158). Over het bovenblad lopen enkele (drie t o t zes) snaren, die t o t klinken worden gebracht door een houten wiel. of rad bestreken met colofonium (soort hars). Dit wiel i s in de klankkast bevestigd met een a s . Hieraan zit a a n de buitenzijde van h e t instrument een kruk. Met de rechterhand draait de muzikant
a a n deze zwengel, het wiel draait, de snaren worden aangestreken en tonen klinken. De draailier van Tonny Holsbergen (p. 162) heeft vier zijsnaren die zorgen voor de bourdontonen, de ononderbroken (zolang natuurlijk de muzikant a a n zijn kruk draait!) begeleidingstonen. Twee snaren lopen door h e t langwerpige toetsenkastje e n door h e t indrukken v a n de toetsen wordt de melodie bepaald. Op de eerste foto (p. 162 boven) i s de deksel van h e t toetsenkastje opengemaakt, de tweede (p. 162 onder) toont de fraaie decoratie van deze deksel en van de sierbeugel over h e t wiel. Tegenwoordig heet dit snaarinstrument Drehleier(Duits), hurdy-gurdy (Engels), vielle a roue (Frans) of zanfonia, zampoña (Spaans). In haar lange bestaan vanaf de 12de eeuw heeft de draailier verschillende namen gehad, zoals organistrum, lyra, symphonia, cifonie, symphayne, cyrnbal. IDENTIEK ? In h e t 13de-eeuwse Pórtico del Paraiso van de kathedraal van Orense, zo duidelijk geïnspireerd door de Pórtico de l a Gloria in Santiago de Compostela, herkennen we ook twee Oudsten met één draailier. Op andere plaatsen langs de camino i s in dezelfde tijd één muzikant in de weer met h e t instrument.
Op h e t eerste gezicht lijken h e t Portada del Sarmental van de kathedraal van Burgos (p. 154) en het zuidportaal van de Santa Maria l a Real in ~ a s a m ó n(p. 155) erg veel op elkaar: in h e t midden van het tympaan i s Christus omringd
door de vier symbolen van de evangelisten, die zelf achter hun lezenaar driftig zitten t e schrijven. Het onderwerp i s identiek, maar details zijn bij beide
a m
a
3Li g
A m
E
a
tyrnpanen verschillend. Ook de sfeer i s anders; de figuren v a n de evangelisten,
2
bijvoorbeeld, stralen in Sasamón een zekere warmte uit, die in Burgos laten je
2
C>
koud. De apostelen, allemaal op een rijtje zittend onder de hoofdscene, zijn in O
Sasarnón paarsgewijs in gesprek, in Burgos zijn ze veel minder bij elkaar
z
betrokken.
m
7
In de binnenste archivolt dragen engelen kaarsen en in de andere twee archivolten musiceren de Oudsten. Zowel in Burgos als in Sasamón zitten de draailierspelers links; in Burgos als eerste, in Sasamón als vijfde van onder. Ook in de weergave van figuren en instrumenten zijn verschillen duidelijk. In Burgos (p. 156) i s de man ingespannen bezig met spelen. De vingers van zijn linkerhand drukken op de toetsen, die van hem af geplaatst zijn. De Oudste in Sasamón ;d w
m m .;f m m
a
9
m
g m
lijkt moeite t e hebben met de draailier die hij op een onhandige manier vastpakt; alleen de onderzijde van het instrument rust op zijn knie. Zijn linkerhand rust op het instrument, maar niet op de toetsen die duidelijk aan de andere kant van het instrument uitsteken. Hij speelt dus niet! Langs de camino komen we nog meer 13de-eeuwse 'stenen' draailieren tegen, zoals bij de kathedraal van León. Rechts langs het linker tympaan van de westgevel (zie foto p. 122) zit de draailierspeler met gekruiste benen (p. 168). In de 12de tot 14de eeuw bestaat naast de tweemansdraailier, vooral gebruikt voor religieuze muziek, ook een kleinere uitvoering. Dit instrument voor één muzikant i s makkelijk mee t e nemen en wordt door troubadours of jongleurs bespeeld.
In dyce,, tijd komen afbeeldingen van draailieren ook veelvuldig voor in manuscripten. In de prachtige Cantigas de Santa Maria, samengesteld door koning Alfons X de Wijze, zitten twee spelers n a a s t elkaar t e spelen; ieder op zijn eigen rechthoekige draailier. In een ander manuscript ( S i r v e n t e s fadet joglar) lezen we wat de goede 'entertainer' van die tijd allemaal moet kunnen;
kleine appels op messen opvangen, vogelgeluiden imiteren en door vier hoepels springen. Naast verschillende kaartentrucs moet hij zeker negen muziekinstrumenten kunnen bespelen, waaronder de draailier.
d Q)
De dertiende-eeuwer, van hoog t o t laag, s t e l t de muziek van de draailier op prijs; tijdens vrolijke feesten of juist in een melancholieke bui. Minder waardering i s e r alleen voor h e t draailierspel van minstreel Colin Muset; hij klaagt in een van zijn liederen d a t hij moet spelen voor een edelman, die hem niets geeft; geen geschenken e n geen loon! DOOD EN DRAAILIER Vanaf de 14de eeuw wordt h e t instrument ook bespeeld door blinde bedelaars en boeren, die er hun brood mee proberen t e verdienen. Daarnaast blijft de muziek van de draailier eveneens klinken tijdens grote feesten van de hogere standen.
g
ks Q)
i m L<
'Cf Q)
5m x
g Q)
Y..
Nadat Constantinopel door de Turken i s ingenomen, organiseert Philip de Goede, hertog van Bourgondië, een samenkomst voor alle ridders om een kruistocht
4
% w
e P,
ur
a
Q
.u w w &
w
U
U1
voor t e bereiden. Aansluitend op zondag 17 februari 1454 i s e r een groot hoffeest en in een gigantisch kasteel van deeg zitten de hofrnuzikanten. onder wie twee blinde draailierspelers. Enkele jaren l a t e r schildert een meester in de kloosterkerk van La Chaise-Dieu (ongeveer 40 km t e n noorden van Le Puy) een schitterende danse macabre; priester, edelvrouwe, koopman, geleerde en koning worden ingesloten door dansende skeletten. O p deze langgerekte (26m) schildering wordt ook de minstreel belaagd. Hij heeft zijn draailier aan zijn voeten gelegd en h e t lijkt
o o wel of hij, bijna hooghartig, nog probeert de dood t e stoppen door zijn hoofd ,-l
x
1 a, -d
0
w
op t e richten en met zijn rechterhand af t e weren. Maar tevergeefs! De dood h a a l t uiteindelijk iedereen, arm of rijk, dik of dun, man of vrouw. De hel, zoals Jeroen Bosch deze rond 1500-1510 schildert in zijn drieluik De
V> -4
tuin d e r lusten (Madrid, Prado), heeft niets aantrekkelijks. Afgrijselijke
u
folteringen s t a a n de slechterik t e wachten. Ongeveer in h e t midden van h e t
C
%d
cii
schilderij s t a a t een reusachtige draailier met tien zichtbare toetsen (p. 160).
Een in het toetsenkastje verborgen vrouw steekt juist haar hoofd boven de tiende toets naar buiten. Aan de andere kant van het toetsenkastje zijn haar handen zichtbaar. In deze ongemakkelijke houding probeert ze op een grote triangel t e slaan. Een naakte liggende man draait a a n de kruk van de gigantische draailier. Het instrument is gedetailleerd weergegeven en toont een vorm die vanaf Bosch' tijd vooral bespeeld wordt door bedelaars en boeren. In de nachtmerrieachtige Triomf van de Dood, geschilderd door Pieter Brueghel de Oude (Madrid, Prado) rond 1661-1662, ie de Dood zelf de draailierspeler (p. 2 & 161). Een houten kar, getrokken door een scharminkelig paard, i s beladen met J Y doodskoppen en beenderen. Op de rand van de houten wagen zit een skelet, dat P: een draailier bespeelt. Met zijn linkerhand (botjes) beroert hij de kruk, terwijl w zijn rechterhand h e t instrument vasthoudt. Het lijkt wel of hij op die manier .zq h het naar beneden glijden van de draailier, zo veel volumineuzer dan het fragiele C U skelet, wil verhinderen. P O m HQOG EN LAAG E Vanaf de 16de eeuw i s onze kennis van de draailier niet alleen gebaseerd op afbeeldingen, maar zijn e r ook instrumenten bewaard gebleven; eenvoudige uit- $
E
voeringen, maar ook prachtig bewerkte exemplaren, zoals een rijk beschilderde draailier (Londen, Victoria & Albert Museum), ooit eigendom van de Franse koning Hendrik 111 (1551- 1589). In de 17de eeuw wordt de draailier gerangschikt onder de 'minst waardige' instrumenten en op schilderijen en etsen uit deze tijd zijn h e t vooral zwervende muzikanten, blinden en bedelaars die het instrument bespelen. Maar tegelijkertijd blijft in koninklijke kring belangstelling bestaan voor de draailier. Tijdens de regering van Lodewijk XIV (1643-1715) zijn e r twee draailierspelers zo populair d a t de aristocratie maar wat graag lessen van hen neemt. De 18de eeuw i s de gouden eeuw voor de draailier, iedereen, van hoog t o t laag, speelt erop; zwervers -mannen, vrouwen en kinderen- proberen er i e t s mee t e verdienen en de aristocratie vult er haar vrije tijd mee. De romantiek van h e t landelijke leven is mode bij de welgestelden en daar past het instrument van de 'landlieden' bij: de draailier. Maria Leszczynska, de vrouw van koning Lodewijk XV, luistert graag naar draailiermuziek e n op intieme partijtjes bespeelt zij h e t instrument zelf. Uiteraard zijn deze draailieren schitterend versierd met inlegwerk van ivoor, parelmoer en edelstenen; een heel verschil met de eenvoudige
instrumenten van de zwervers. Hoe populair de draailier ook i s , niet iedereen kan het geluid waarderen. Een Fransman vergelijkt de 'muziek' met de herrie van kwakende kikkers vermengd met h e t gillend krassen van de slijpsteen v a n de scharesliep! In de 19de eeuw is de draailier vooral weer een populair volksinstrument, d a t langzamerhand vervangen wordt door o.a. de accordeon. Alleen in enkele streken van Hongarije, Noord-Spanje en Frankrijk blijft de draailier voortbestaan. Vanaf de twintiger jaren van onze eeuw o n t s t a a t overal in Europa en Amerika nieuwe belangstelling voor volksmuziek en de daarbij horende instrumenten; een renaissance ook voor de draailier. De Pórtico de la Gloria heb ik weer gezien, nu met andere ogen én oren. Met het bijzondere geluid van de draailier, waarin warmte en vrolijkheid doorklinkt, in mijn hoofd hoor ik de middeleeuwse draailierspelers langs de camino spelen. Steeds weer i e t s nieuws langs de Weg; ik zal nooit uitgekeken en 'uitgeluisterd' raken
.......
Annet van Wiechen foto's Ruud Conens
GEDICHTEN
In elk nummer van de afgelopen drie jaargangen van DE JACOBSSTAF stond een gedicht van Paul de Vaan uit zijn gedichtenbundel ROMAANS (ongepubliceerd, Doorwerth 1987). Bij de gedichten zijn eigen foto's afgebeeld. Nu alle gedichten uit zijn bundel zijn gepubliceerd in DE JACOBSSTAF s t a a n hieronder de locaties vermeld van h e t Romaans dat Paul de Vaan inspireerde: nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer nummer
Echebrune, Eglise Saint-Pierre Avy, Eglise Notre Dame Anzy-le-Duc, Eglise de l a Trinité, Sainte-Croix e t Sairite-Marie, Alphabet des Moines Fénioux, Eglise Avy, Eglise Notre Dame Vézelay, Basilique Sainte-Marie-Madeleine, Petrus bevrijd uit de gevangenis Aubeterre, Eglise Saint-Jacques Aubeterre, Eglise Saint-Jacques Arles, Ancienne Primatiale Saint-Trophime Autun, Cathédrale Saint-Lazare Vézelay, Basilique Sainte-Marie-Madeleine 124 Carte des chemins de Saint-Jacques a travers la France 164 Anzy-le-Duc, Eglise de la Trinité, Ste-Croix e t Ste-Marie
ROMAANS
In de namiddag vraagt bezonken licht goedmoedig aandacht voor het kerkportaal en toont met milde vinger het verhaal over het tweegevecht van lust en plicht., Dat laat zich lezen als een nieuw gedicht, gehakt uit onvergankelijke taal, met als het laatste rijmwoord een moraal die niet vergeeft of troost, maar s t r a f t en sticht. In het besloten huis drukt het gewelf zwaar op de kapitelen die het voorbeeldvan-buiten uitspelen tegen mijzelf: aards fabeldier, tot tegenspel veroordeeld, d a t zijn tekortschieten soms overbrugt, maar zonder vleugels, zonder hemelvlucht. Paul de Vaan
E l z a s 4-6 oktober 1991 Bij de viering van het eerste lustrum van het Nederlands Genootschap van Sint-
Jacob had mevrouw Warcollier van het Franse genootschap a l verteld dat e r in oktober een internationale bijeenkomst in de Elzas zou worden georganiseerd. Er waren ruim 50 deelnemers uit verschillende Europese landen, waarvan wij als de twee enige Nederlanders. De eerste avond was er, n a een gezamenlijke maaltijd een bijeenkomst, waarbij ieder land zich presenteerde. Van Franse zijde werden projekten toegelicht in verband met het in 1993 t e vieren Heilig Jaar. Er zal een tentoonstelling komen van Franse kunst in verband met Les chemins de Saint Jacques. De Franse kapel in Santiago zal worden opgeknapt en e r i s een plan om, in samenwerking met het Engels genootschap, met een grote zeilboot over zee naar Santiago t e gaan. Andere landen maakten melding van hun werkzaamheden aan pelgrimshuizen of refugio's. Wij spraken over ons grote aantal leden (780), onze goed georganiseerde landelijke vergaderingen, het werk van de regio's en de hulp die het genootschap biedt aan pelgrims. Het feit dat Nederlandse pelgrims, zeker in Frankrijk, in de meerderheid zijn, werd nog eens bevestigd door de heer Urrutibénety, een Bask, die in Saint Palais (64) een pelgrimsmuseum heeft. Uit Spanje waren aanwezig Dr. José Carro Otera die door h e t parlement van Galicië is aangewezen om de vele manifestaties t e r gelegenheid van het Heilig Jaar t e coördineren. Voor deze manifestaties i s "heel veel geld" beschikbaar gesteld: nieuwe refugio's worden gebouwd, pelgrimswegen en monumenten worden opgeknapt en e r zal een pelgrimsmuseum komen in Santiago. In Brussel komt zelfs een natuurgetrouwe copie van de kathedraal in Santiago t e staan. Ook uit Spanje was Don Jaime Garcia, de man die verantwoordelijk is voor het verstrekken van de compostellana's. Hij zei dat er ook veel "spiritueel materiaal" beschikbaar zal komen, waardoor "de kwaliteit van de pelgrimages verbeterd zal worden". Hij suggereerde dat de katholieke kerk goed uit de bus zou komen. (Wij waren niet de enigen die vonden dat een tocht naar Santiago niet exclusief een katholieke aangelegenheid is). De zaterdag werd besteed aan een tocht in de omgeving. Zo kwamen we in Kaysersberg, met een pelgrimskruis waarop een richting aanwijzende Jacobus en in de kerk een uniek beeld van een zittende Jacobus. In Osthoffen, met in zijn gemeentewapen Jacobsschelpen, was een ontvangst op het gemeentehuis, een ontmoeting met Baron Grouvel op diens kasteel en een lezing door professor
Rapp van de universiteit van Straatsburg over de ontwikkeling van de middeleeuwse spiritualiteit en van de pelgrimages. Tenslotte werd de u i t 1951 stammende stomme film Chemin de Compostelle vertoond. Op zondag bezocht h e t gezelschap Straatsburg, h e t museum van de "oeuvres" van de kathedraal. Hierin s t a a n veel originele beelden, waarvan buiten dan de copieën s t a a n . Er was ook nog een bezoek aan h e t Palais Rohan, zetel van vier bisschoppen van die naam. Tenslotte ging men n a a r de overkant van de Rijn voor een ontmoeting in de Duitse s t a d Kehl. De vele ontmoetingen en soms ontroerende gesprekken zullen ons van deze "réunion" bijblijven t o t een onvergetelijke herinnering.
Titia e n Harry Peters
R e g e n s b u r g 11-13 oktober 1991 De Deutsche St.Jakobus-Gesellschaft vierde met deze Tagung h a a r eerste lustrum. In 1986 is dit genootschap in Keulen opgericht. Er zijn ongeveer 630 leden bij aangesloten, waaronder 50 buitenlanders. Der Sternenweg is de naam van h e t h a a r tijdschrift. Ook verschijnen regelmatig Jakobus-Studien in een "wissenschaftliche Buchreihe zu Sonderthemen der Santiago-Pilgerfahrt", uitgegeven door h e t Guriter Narr Verlag in Tubingen. De opening vond plaats op 11 oktober om 16.30 uur in h e t Diozesan-Zentrum Obermunster door Dr. Robert Plötz, president van h e t genootschap. De eerste lezing werd gehouden door Dr. Barbara Goy-Möckershoff over "Der Hl. Jakobus in den Patrozinien des Bistums Regensburg" en was gelardeerd met dia's over kerken in de omgeving met Jacobsbeelden en aanverwante fresco's. Na h e t eten begon om acht uur een lezing door Dr. Bernard Graf uit Munchen over "Die Entwicklung der Jakobuskultur in Bayern, Ostereich un Südtirol - Werke der bildenden Kunste als Spiegelbild der Jakobusverehrung". 200 dia's passeerden tijdens zijn voordracht de revue. De volgende dag was gevuld met een zeer druk, maar afwisselend programma. Het begon met een enthousiast verhaal, gehouden door Dr. Johanna von Herzogenberg u i t Munchen over de 2000-jarige s t a d Regensburg, s t a d van de Romeinen, christelijke heiligen en Europese handelslieden. Zij gaf een geweldige hoeveelheid boeiende informatie over de geschiedenis van de s t a d en wel op een zeer amusante toon, zodat e r af toe smakelijk werd gelachen! In de Romeinse tijd h e e t t e de s t a d Radaspona. De Fransen noemen h a a r vandaag de dag nog Ratisbonne. Regensburg ligt op een kruispunt van handelswegen a a n de rivier de Donau. Vanuit deze stad is de Jacobustraditie uitgewaaierd, naar h e t oosten
(Kiev) en het noorden (Riga). Na deze gezellige causerie werden wij door haar rondgeleid door de oude stad. Wat altijd zo bijzonder i s bij de jaarvergaderingen van dit genootschap i s de ontvangst door de burgemeester van de betreffende s t a d . Ook nu gingen e r weer deuren open waar normaal gesproken geen gewone sterveling bij kan komen. Dit keer hadden wij h e t voorrecht om in de Kurfürstenzimmer van h e t oude raadhuis door Frau Bürgemeister ontvangen t e worden. Ons volgende doel was de Jakobikirche, die ook Schottenkirche wordt genoemd. Zowel buiten- a l s binnenkant van deze kerk zijn zeer de moeite waard. Het klooster S t J a k o b werd door Ierse Benediktijner monniken opgericht. De bouw van de kerk volgde in 1190. Het zogenaamde Schottenportaal is enig in zijn soort. De oorspronkelijke gepolychromeerde beeldengroepen en figuren stellen een theologisch beeldprogramma van het Laatste Oordeel voor. Het interieur van de driebeukige zuilenbasiliek i s van een heldere eenvoud en maakt grote indruk. Jacobus heeft een belangrijke plaats bij h e t a l t a a r gekregen. Om 17.00 uur volgde de ledenvergadering van h e t genootschap. Enige verrneldenswaardige punten hieruit waren: het bestuur heeft nogal moeite om kontakten t e leggen met de nieuwe landen van de Bondsrepubliek; a l s bijdrage a a n de restauratie van de refugio in Rabanal werd t e r plekke, binnen een half uur, DM 1153,- bij elkaar gehaald; er zijn zeer ver gevorderde plannen om t o t een nieuwe opzet van een pelgrimsgids t e komen. Het traject Le Puy
- Pamplona ligt
persklaar, de kosten zijn nog niet bekend, inlichtingen bij Heins Jansen, Am Burgfeld 3, D-5180 Eschweiler; er is een initiatief genomen om eind januari 1993 Spaanse priesters naar Aken t e laten komen t.g.v. de Karlstag, het feest t e r ere van Karel de Grote in de Dom van Aken, waar zij dan de dank voor hun hulp langs de camino in ontvangst kunnen riemen. Het affiche waarop de Spaanse mascotte voor 1993 s t a a t afgebeeld werd unaniem veroordeeld als toeristenreclame. Op zondag woonden wij om 9.00 uur de hoogmis bij in de Dom. Helaas werd hierbij niet door de Regensburger Domspatzen gezongen, maar door voormalige Domspatzen. Na de hoogmis werd om 11 uur nog de l a a t s t e lezing over de betekenis van de Schotten van St. Jakob in Regensburg gehouden door Dr. Helrnut Flachenecker uit Eichstatt. Na de lunch werd deze bijeenkomst door Dr. Heinrich Bahnen, de secretaris gesloten. Wij wensten elkaar een Ultreia en Auf Wiedersehen in Weingarten (bij de Bodensee, 14-18 oktober 1992).
Herman Stokmans
Spanien : Kunst des fruhen Mittelalters vom Westgotenreich bis zum Ende der Romanik / Pedro de Palol ; Aufnahmen von Max, Albert und Irmgard Hirmer.Repr.- München : Hirmer, 1991.- 193 p., 256 p. pl. : ill. ; 32cm.- ISBN 3-77745730-2.- Oorspr. uitg.: 1965 DM 98,OO Het Spaanse feest-jaar 1992 heeft uitgeverij Hirmer -gelukkig- ertoe gebracht d i t standaard werk u i t 1965 compleet t e herdrukken (in beperkte oplage) met de 5 4 kleuren- e n 256 zwart-wit Hirmer foto's. Echt een reden om nu eens met kerstmis een cadeau t e geven a a n een Santiago-ganger (in spé). Na een korte inleiding over h e t begin van de geschiedenis van h e t Iberisch Schiereiland (Romeinen) komen cultuur en kunst van de Visigoten a a n bod (p. 13-20: Sta Comba de Bande, S.Pedro de la Nave, Sta Maria de Quintanilla de l a s Viñas etc.). Daarna (p. 21-46) alle aandacht voor h e t koninkrijk van Asturië (kerkjes rond e n in Oviedo, Cruz de los Angeles etc.). Pedro de Palol bespreekt h e t mozarabische element in p. 37-50 (S. Miguel de Escalada, Santiago de Pieñalba etc.), daarna de romaanse kunst (p. 51-135). Deze t e k s t i s gelardeerd met plattegronden, doorsneden e n isometrische projecties van de genoemde gebouwen. Noten, stambomen van koningen en kaartjes van Spanje, waarop de christelijke en islamitische invloedsferen door de eeuwen heen zijn getekend (p. 136-150), beëindigen h e t eerste deel van h e t boek. Daarna volgen de -vaak pagina grote- foto's van de genoemde "kunst" in chronologische volgorde: prachtige overzichten en details van kerken e n kathedralen in Leyre, Jaca, Sanguesa, León, Frómista, Torres del Rio, Santiago de Compostela
........ om maar
e e n paar hoogtepunten t e noemen. Uiteraard ook (kleurrijke) illustraties van Beatus-handschriften,
beeldhouwwerk van steen, ivoor of hout, wandschil-
deringen, smeedkunst. Hoewel h e t boek heel Spanje a l s onderwerp heeft, is juist i n de beschreven periode h e t gebied rond de camino zeer belangrijk; vandaar d u s veel aandacht voor de ons zo vertrouwde "beelden" in dit Spanien. Na deze foto-documentatie heeft Palol op p. 151-181 duidelijke e n bondige beschrijvingen e n literatuuropgaven gegeven bij de gepubliceerde foto's. Handige registers zijn opgenomen (p. 182- 191). Hirmer s t a a t garant voor fenomenaal fotografisch vakmanschap en Pedro de Palol voor kunsthistorische deskundigheid, vandaar d a t ik bij h e t beschrijven v a n dit boek eigenlijk maar twee woorden nodig heb: PUUR GENIETEN! (En als Nederlandse moet ik daar natuurlijk ook a a n toevoegen: en d a t voor maar DM 98,00! Het i s bij elke goede boekwinkel t e bestellen.)
AvW
In h e t tijdschrift Wandelen, driemaandelijkse periodiek v a n de Grote Routepaden V . Z . W . ( V a n Stralenstraat 40, B-2060 Antwerpen), i s e e n groot artikel i n h e t october 1991 nummer gewijd aan de Jacobusweg ( p . 5-21). Onder de t i t e l Ende nemene palster ende scerpe : e e n pelgrimstocht v a n Saint-Jean -Pied-de-Port naar Compostela beschrijft Herman V a n Hilst de camino. Na e e n algemene inleiding g e e f t auteur enkele praktische t i p s , waaronder e e n mogelijke etappeindeling (29 dagen voor 752 km volgens V a n Hilst), informatie over literatuur, klimaat, budget e n uitrusting. Het l a a t s t e gedeelte v a n h e t artikel bestaat u i t e e n lijst v a n Spaanse refugio's. D i t nummer v a n Wandelen i s t e koop door overschrijving v a n 80 Belgische franken o f HFL 5,50 op rekening 000-0395282-07 v a n Grote Routepaden V.Z.W., 13-2060 Antwerpen O.V.V. Dossier Compostela oktobernummer Wandelen GR 1991. Red. Pelgrimsgids voor Spanje 1991 - 1992 / uitgave v a n h e t Nederlands Genootschap van Sint-Jacob onder redactie van E. van Helmond.- 44 p.; 21cm. Prijs f 10,OO. Verkrijgbaar v i a h e t genootschap. De Engelse Confraternity o f Saint James g e e f t al voor de negende keer haar Pilgrim Guide t o Spain u i t . Dit i s e e n handzaam boekje op A5-formaat dat de camino frances v a n plaats t o t plaats volgt e n daarbij iedere keer informatie geeft over a f s t a n d e n , restauranten, bars, hotels, refugio's, campings e n culturele bezienswaardigheden. Ons genootschap h e e f t toestemming gekregen om hiervan e e n Nederlandse vertaling u i t t e brengen. De t e k s t daarvan i s verzorgd door de heer v a n de Mijl u i t Tilburg e n Els v a n Helmond h e e f t h e t op zich genomen om door gebruikers opgegeven rectificaties e n wijzigingen t e verzamelen e n i n iedere nieuwe editie t e verwerken. De eerste versie v a n deze Nederlandse uitgave was tijdens de jaarvergadering i n Franeker t e koop e n kan n u ook v i a ons "postorderbedrijf" worden aangeschaft ( z i e binnenzijde achteromslag). Het i s mogelijk dat u enige t i j d moet wachten op toezending omdat, i n verband met h e t drukken, de bestelFC lingen verzameld worden t o t begin januari. Der Weg nach Santiago : Jakobuswege in Suddeutschland / Wolfgang Lipp.- Ulm: Suddeutsche Verlagsgesellschaft, 1991.- 240 p.: (kleurenlill.; 20 cm.- ISBN 3-88 294-164-2. Prijs: DM 30,OO De auteur h e e f t , nadat de Muur t u s s e n de twee Duitslanden gevallen was, met zijn familie e n vrienden, talloze oude Jacobs-pelgrimswegen gelopen. V a n u i t de voormalige D D R onderzochten zij vier hoofdwegen, t e weten v a n u i t Eger naar Lindau v i a Augsburg; v a n u i t Dresden naar Konstanz v i a Nurnberg; v a n u i t Leipzig l69
n a a r Schaffhausen via Tübingen e n vanuit Jena riaar Villingen via Heilbron en nog twee andere hoofdwegen namelijk vanuit Frankfurt am Main via Heidelberg n a a r Base1 en vanuit Mainz via Straatsburg naar Basel.
In h e t boek s t a a n tekeningen en wegaanduidingen tussen de steden. Het zijn geen echte kaarten. Op de route worden kerken, kloosters en steden besproken. Als gids i s h e t boek niet zo geschikt, omdat het geen routebeschrijvingen bevat, zoals wij die in de meeste Jacobsgidsen aantreffen. Maar a l s voorbereiding op h e t maken van een Jacobstocht, in een, voor de meesten van ons, onbekend gebied, i s h e t goed t e gebruiken. De tekeningen en de kleurenfoto's zijn heel goed. Bijzonder i s de rubricering van h e t fotomateriaal in onderwerpen, zoals Jacobsbeelden en andere Jacobalia. D e a u t e u r is evangelisch theoloog. Hij was onder andere studentenpredikant van d e universiteit van Ulm e n sedert 1984 wijkpredikant van de Evangelisch Lutherse Kerk, eveneens in Ulm. Op, de onlangs gehouden jaarvergadering van h e t Duitse Jacobsgenootschap werd d i t boek a l s present aangeboden a a n de referenten en andere medewerkers. Tini Stokmans-Berteling Reisboek Europa 1492 / Lorenzo Camusso ; vertaling u i t h e t Duits door Frans HP1le.- Den Haag : SDU, 1991.- 288 p. : ill. ; 26 cm.- ISBN 90-12-06552-6. Oorspr. uitg.: Guida a i viaggi nell'Europa del 1492.- Milano, 1990. Prijs f 79,90 In. de grote stroom van boeken die verschijnen met 1492 a l s onderwerp (C:olumbus, Nieuwe Wereld, verdrijving Joden uit Spanje, val van Granada) i s dit Reisboek een welkome afwisseling. Tien routes door Europa zijn h e t onderwerp. Van Florence naar Brugge loopt de "geldMroute,zoals een Florentijnse bankier v a n de Medici op weg n a a r zijn standplaats in de Nederlanden moet hebben gevolgd. Verder worden in h e t boek gevolgd: een koopman u i t Liibeck naar Nowgorod, een wapenhandelaar u i t Milaan naar de Mont-Saint-Michel, Dürer van Neurenberg n a a r Venetië, een pelgrim uit. Trondheim (Noorwegen) naar Rome, e e n Schotse boogschutter uit Edinburgh naar Parijs, een reiziger van Genua n a a r Istanboel, Andalusische reder van Sevilla naar Antwerpen, een gezant van Wenen naar Moskou. Ons interesseert natuurlijk vooral de tocht van een pelgrim u i t Vézelay naar Santiago de Compostela, de derde beschreven route. In h e t k a r t wordt duidelijk uitgelegd over het wat, wie en waarom van de pelgrimage.
H e t jaartal 1492 i s beslist niet s t r i k t genomen, zo gaat de Rome-pelgrim in h e t heilig jaar van 1500 en Durer in 1494. Bij de Santiago-bedevaart worden Luigi
dlAragona (mei 1517), baron Lev von Rozmital (1466) e n Cervantes (rond 1600) aangehaald. De fictieve reizen vallen tussen 1446 en 1516. Bijna elke pagina i s geïllustreerd met prachtige kleuren-afbeeldingen van (details van) schilderijen, beelden, manuscripten, houtsneden, wandtapijten ed. Zó mooi, d a t je zou willen d a t het boek breder was (nu 15 cm), want de kleine illustrat i e s zouden bij vergroting meer tot hun recht kunnen komen. Af en toe zijn t e r verduidelijking kleine plattegrondjes of reconstructies van gebouwen geplaatst. Er zijn geen foto's van gebouwen, hoewel die wel beschreven worden (bijv. "de kerk van de heilige Magdalena in Vézelay een van de grote monumenten van de Romaanse bouwkunst in Frankrijk"). Ik kan me voorstellen d a t het een bewuste keuze is geweest van de auteur, immers dit soort foto's wordt vaak genoeg afgebeeld. Daarom i s het zo jammer d a t hij wél zwart-wit schetsjes van het exterieur van gebouwen heeft opgenomen (bijv. de westgevel van de gotische kathedraal in Burgos). Ze detoneren in dit kleurrijke en mooi uitgevoerde boek. Behalve dit min-puntje is Reisboek Europa 1492 een heel prettig boek, ook vooral een fascinerend kijk-boek. Ik blijf wel met een raadseltje zitten: oorspronkelijk in het Italiaans geschreven is deze Nederlandse editie uit het Duits vertaald, maar in de colofoon ontbreken gegevens van een Duitse (?) uitgave.
AvW
El camino de Santiago : peregrinos e n l a Europa medieval / Fernando Aznar.Madrid : Anaya, 1990.- 48 p. : ill. ; 29 cm.- (La vida en el pasado).- ISBN 84207-3700-3 1.600 pesetas Dit kleurige Spaanse prentenboek -alle tekeningen zijn in kleur- heb ik gekocht op de kinderboekenafdeling van een grote boekwinkel in Burgos. Maar het boek is zeker niet alleen bedoeld voor kinderen1 In 12 hoofdstukken behandelt Aznar de geschiedenis van het graf van Jacobus, Santiago de Compostela, de pelgrims,
en de camino tot de 13de eeuw. Hij geeft in getekende beelden de (hypothetische) reconstructie van het Romeinse mausoleum van Jacobus en de l a t e r op deze plaats gebouwde pre-romaanse en romaanse (p. 36-43) kerk. Verder zijn e r sfeervolle ' a r t i s t impressions' van de bewoners van Asturias in de 9de eeuw en van episodes u i t het pelgrimsleven: een aanval van ruige struikrovers, de opvang in gasthuizen of de begrafenis van een dode pelgrim. Op twee pagina's zijn Almanzor en zijn krijgers h e t onderwerp. De helder geschreven (uiteraard Spaanse) t e k s t i s t o t het minimum beperkt, want het is in de eerste plaats een plaatjes-boek. En wát voor een kijk-boek, een frisse en leuke kijk op alles wat met de (vroeg)middeleeuwse Santiagopelgrim t e maken heeft.
AvW
Tekens langs h e t pad : t e voet naar Santiago de Compostella / Pieter Schroevers.- Utrecht: van Arkel, 1991.- 92 p. : tekeningen van de auteur ; 24 cm.- ISBN 90-6224-254-5 Prijs f 22,90 Dje auteur heeft tijdens een a a n t a l vakanties gelopen v a n Le Puy naar Santiago e n dit boek i s een keuze uit zijn dagboekaantekeningen. "Er s t a a t in wat ik onderweg opmerkte, waarover ik nadacht, wat ik meemaakte en welke gesprekken ik voerde. Het is dus géén reisgids, a l levert het natuurlijk wel nuttige tips e n interessante waarnemingen op voor de aspirant-pelgrim". Na lezing van dit boek c o n s t a t e w ik d a t de schrijver landschapskunde heeft gestudeerd. Hij heeft aandacht voor reliëf, bebouwing, flora en fauna. Dermate veel d a t h e t opvalt. Omdat dit onderwerp in andere reisverslagen vrijwel niet u i t de verf komt, kan men spreken van een welkome aanvulling op de vele bleschrij-vingen van de pelgrimsroute.
FC
De reiskas van graaf Willem IV / door H. Enno van Gelder.- Leiden : Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet, 1990.- 32 p. : ill. ; 25 cm prijs ca. f 10,OO
Im DE JACOBSSTAF nummer 9 (p. 37) vermelden wij de kleine tentoonstelling Naar Jeruzalem : de dure reis van een middeleeuwse graaf in Leiden. Ter gelegenheid hiervan verscheen een herdruk (met wijzigingen) van een artikel v a n H. Enno van Gelder. Financiële ondersteuning van De Grenswisselkantoren maakte h e t mogelijk om een mooi boekje t e maken met 16 goede kleurenfoto's. Im 1343-1344 maakte Willem IV, graaf van Holland en Henegouwen, met een
groot gevolg een bedevaart n a a r Jerusalem. In Venetië scheepten zij zich in. Geland op de Syrische k u s t gingen de edelen a a n land, maar de knechten bleven op Cyprus achter, want de graaf wilde niet in hun gezelschap h e t heilig graf bezoeken! Daarna ging de graaf -opnieuw via Venetië- n a a r Pruisen. In een bewaard gebleven kasboek lezen we over de onkosten van de graaf onderweg. Al gauw bleek d a t hij t e weinig bij zich had; hij moest overal lenen e n ook medereizigers schoten de graaf geld voor. Verder komen we veel t e weten over de 'gewone' geldzorgen van die tijd. Chronisch geldgebrek kunnen we ons nog indenken, maar h e t gewicht van h e t meegenomen kapitaal (er is een a p a r t paard nodig om h e t geld t e dragen) en al die verschillende muntsoorten h e t de wissel-problemen)
...
Van Gelder v e r t e l t heel duidelijk hoe moeizaam -in onze ogen- de financiële k a n t van zo'n middeleeuwse pelgrimage verliep.
AvW
Langs d e rand v a n h e t v e r l e d e n Als je een lange wandeltocht door Frankrijk maakt, spreekt h e t vanzelf d a t je de grote wegen vermijdt. Vlak voor e n vlak na de grote steden i s d a t meestal onmogelijk e n ontkom je niet a a n geestdodende stukken langs industrieterreinen. Toch is h e t wel goed d a t je daar i e t s van ziet, want toeristen hebben vaak de indruk d a t zo'n land alleen maar u i t schilderachtige oude stadjes en dorpen bestaat, gevuld met gastvrije horeca-gelegenheden en bezienswaardigheden u i t de Guide Michelin. Ook in Frankrijk moet h e t dagelijks brood met gewone arbeid worden verdiend en d a t i s natuurlijk in heel veel gevallen fabrieksarbeid. En d a t die fabrieksarbeid in Frankrijk misschien nog wel minder aangenaam i s dan in Nederland, v a l t a a n de achterkant van heel wat van die fabrieken t e raden
- ze
zien e r zelden modern e n verzorgd uit. Maar wat a a n de rand of zelfkant van die grotere steden dan nog "niet modern" genoeg mag worden, i s in de kleine steden, de dorpen en h e t platteland zonder meer ouderwets. Of gewoon oud. Hoe verder je van de grote steden wegwandelt, des t e sterker heb je h e t gevoel h e t verleden binnen t e lopen. Fransen zijn behoudend. Ze gooien de oude schoenen niet weg voordat ze nieuwe hebben, en dan nog niet graag. En je hebt de indruk d a t het aanschaffen van die nieuwe schoenen een kwestie is geweest van uitvoerig wikken e n wegen en uitstellen e n zeker niet plotseling of bij ingeving is gebeurd. Het meest opvallende voorbeeld zijn auto's. Wie de kleine weggetjes neemt, loopt vaak langs de achterkant en ziet veel tuinen. En anders dan bij Amerikanen, waar h e t huis vaak zo gebouwd i s d a t de driveway met het trotse familiebezit -twee, drie of nog meer auto's- het eerst in h e t oog springt, is h e t Franse autobezit in de achtertuin t e zien. Dicht bij h e t huis s t a a t de huidige auto, zelden spiksplinternieuw of glanzend opgepoetst. Iets verder de tuin in s t a a t zijn voorganger, vaak een model van hetzelfde merk, maar zeker tien jaar ouder. Of hij nog rijvaardig is, i s niet altijd op h e t eerste gezicht t e zien. Maar vaak i s h e t duidelijk: allang niet meer. De banden zijn eraf, de stoelen eruit en h e t gras groeit e r royaal overheen. Toch heeft de familie e r nog geen afstand van gedaan. Misschien omdat hij toch niets meer opbracht, denkelijk ook omdat het altijd nog mogelijk i s d a t een onderdeel uit de nieuwe vervangen moet worden, of d a t een krukas of remvoering of deurknop van de oude nog goede diensten kan bewijzen voor i e t s anders. Achter in de t u i n s t a a t h e t oudste model. Niet meer a l s mogelijk reservoir van
reserveonderdelen, maar a l s bergruimte of a l s konijnenhok. Waarom zou je een nieuwe schuur bouwen als je nog een tamelijk roestvrije e n verplaatsbare ruimte hebt? En waarom zoe je afstand doen van een dierbaar oud voorwerp d a t je jaren lang gebruikt hebt? Wat voor auto's geldt, geldt ook voor landbouwwerktuigen. Wie zijn h a r t wil ophalen a a n oude maaimachines, dorsmachines, hakselmachiries, trekkers, ploegen e n origemotoriseerde boerenwagens van allerhande slag, hoeft maar even de hoofdstraat t e verlaten en achter langs de huizen t e lopen. Op de hoofdstraat is hij overigens ook niet kansloos. Want een deel van het oude spul is nog wel degelijk in gebruik. Auto's die je in Nederland allang niet meer ziet, rijden op het Franse platteland nog volop rond. Om mij t o t een enkel merk t e beperken: ik heb dit jaar heel wat Renaults 6 en 16 zien rijden en zlelfs een oude 4 van h e t vorige model. Fransen zijn behoudend. Het is boeiend om t e zien hoe een land dat de naam heeft de nieuwste modesnufjes t e dicteren, in zijn binnenste een volstrekte afkeer belijdt van alles wat nieuw is. Geen moderne tuinmeubelen, bloempotten, brievenbussen of tuinlampen. Het oude spul wordt pas vervangen a l s het niet meer werkt en d a t l a a t s t e ruim genomen. Wie e r eenmaal oog voor krijgt, ziet zichzelf voortdurend op de rand van het verleden lopen. Geschiedenis beleven is zoiets a l s reizen n a a r een vreemd land, zeggen historici. In Frankrijk wordt h e t met een verrukkelijke overvloed van voorbeelden bewezen. Deurknoppen, luchtroosters, knoppen en sluitingen van hlekken en deuren, trapleuningen, plantenstandaards, goten, kapstokken, lichtschakelaars, kranen, beddelampjes, zoutvaatjes en radio's, het is een onafzienbare parade van vertederende jeugdherinneringen. Ook van verwarrende. Ik moet nu even heel intiem worden en bekennen d a t ik blidets zonder stromend water, die niervormige bekkens op een ijzeren standaard, a,ltfjd verontrustende maar ook lichtelijk meelijwekkende apparaten heb gevonden. Ik weet d a t d a t tegenwoordig comfortabele wonderen van sanitair vernuft zijn en ik beschouw d a t a l s een duidelijk bewijs v a n h e t voortschrijden v a n de beschaving. Iin Frankrijk heb ik geleerd d a t a l lang geleden, ook voor heel kleinbehuisden,
dleze luxe niet onbereikbaar was. Tweemaal had ik een hotelkamertje met, ingenieus onder de wastafel weggewerkt, een uitrijdbaar bidet-met-warm-enkoud-stromend-water.
Eenmaal op zwenkwielen, eenmaal glijdend over een
metalen strip. Hoogtepunten van loodgieterskunst met mobiele aan- en afvoer-
pijpen, kennelijk tegen de tand des tijds royaal bestand. Ik heb in feite weinig boodschap a a n die dingen. Maar ik kon h e t niet laten ze even op de proef t e stellen. Warm water, koud water, afvoerleiding, draaimechanisme, het werkte allemaal perfect en kon nog jaren mee. Dit stukje had natuurlijk over oude kerkjes moeten gaan, bedevaartkruisen en romaanse bruggen. Maar ook in de achtertuin en onder de gordel leeft h e t verleden voort. Houden zo.
P. Le Rinesque
MERKWAARDIG In de t e k s t over Rochus in DE JACOBSSTAF nr. 11, p. 94 s t a a t : "staf met kalebas". Beziet men echter beide foto's, dan i s e r geen s t a f t e bekennen. Wel doet de houding van de linkerhand van beide beelden de vroegere aanwezigheid van een staf vermoeden. Tijdens de vakantie in Zuid-Frankrijk in 1986 bezochten wij de Saint Sernin in Toulouse en kochten een k a a r t van h e t Rochus-beeld. Op deze k a a r t is h e t beeld nog compleet mét staf en kalebas. Ik kan me niet herinneren of het beeld in 1986 nog een s t a f had. De k a a r t i s niet van een jaartal voorzien, het i s heel goed mogelijk d a t Rochus a l eerder dan 1986 zijn s t a f i s kwijtgeraakt. Van h e t beeld in Conques heb ik geen afbeelding mét staf kunnen vinden. Om de t r i t s vol t e maken: h e t Jacobusbeeld in h e t portaal van Sint Jacob in Den Bosch mist ook de s t a f . Wel heeft het beeld een gat in de hand, waarin een s t a f kan worden geplaatst. Wellicht een idee voor het tienjarig bestaan van h e t Genootschap: de schenking van een nieuwe s t a f voor h e t Jacobusbeeld in 'sHertogenbosch? Wim Bettonvil
PRAKTISCH
...
Handdoeken worden zowat niet droog en als je ze achter a a n je bagage hangt, worden ze nog vuil ook. Gewone hydrofiel luiers zijn zó droog! Ik had e r twee meegenomen, maar als je kort h a a r hebt, is één a l voldoende. Wegwerp washandjes gaan óók een week mee! Voor fietsers i s heel belangrijk een oude blouse met wijde lange mouwen. Als de zon ineens na een n a t t e en koude periode gaat schijnen, verbrand je levend! Wij José Wienk hadden die eventjes vergeten ....... Ik vind h e t heerlijk om na dagenlang alles op de hand gewassen t e hebben, mijn wasgoed weer eens een heel was-programma t e laten doorlopen. Vorig jaar liepen wij vanaf Digoin n a a r Le Puy, vandaar de GR 65 t o t a a n Lectoure. Op die hele weg van zo'n 600km vonden we slechts één wasserette, in de binnens t a d van Cahors. Dit jaar liepen wij het traject Lectoure-Burgos. In Pamplona overnachtten wij in h e t pelgrimshuis aan de Calle Blas de la Serna. Twee wasmachines, die e r stonden, waren stuk. Een lange zoektocht met behulpzame Spanjaarden, telefoonboeken e n 'vragen en nog eens vragen' bracht ons bij de Lavateria a a n de C./ Descalzos, vlakbij het museum van Navarra. Keurig opgevouwen konden wij ' s middags onze bonte en wol-was weer meenemen. Adrie Dik
IN-DRUK
D e vorige keer was het 'raadsel' koning David bij de Puerta de l a s Platerias (Santiago de Compostela, kathedraal). " h l s we de dia's laten zien en vertellen van onze Santiago-reis in 1984, komt
David er altijd als een mooi plaatje uit en i s de herinnering a a n de ietwat rommelige gevel weer heel levendig. Daarbij moet ik dan toch ook dadelijk denken a a n de bedelaar in z'n hoekje voor de kerkdeur. Ook h e t plein met de leuke zilverwinkeltjes, waar de gevel z'n naam a a n dankt. Er moest toen na-
Ea, 2
v
, s
tuurlijk een kleine, zilveren schelp a a n een kettinkje gekocht worden a l s
2
herinnering e n afsluiting van deze reis, waarvan we zo hebben genoten", aldus H.'H.M. Margry-van Schijndel u i t Rotterdam.
C>
ö
E O
DIT IS NIET ZOMAAR EEN PRIJSVRAAG! We willen niet alleen van u weten waar deze foto gemaakt is en wat h e t voorstelt, maar ook welke indrukken, herinneringen, en emoties dit beeld bij u
.......
2
oproept. Het i s in de familie van Jacobus gebleven én in Spanje
g
Uw reacties worden dan in h e t volgende nummer van DE JACOBSSTAF vermeld.
a
Onder de inzenders verloten we weer een Genootschapstegeltje (gezien de
Cu
v
7
2
breekbaarheid van het tegeltje kan h e t niet verstuurd worden!).
ö Graag ontvangen wij uw reacties vóór
C>
O
cr
15 januari op h e t nieuwe redactie-adres:
Peter J a s , Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn
OUDE S A N T I A G O - G A N G E R S :
William Wey (1407-1476) in Santiago de Compostela: mei 1456 D e Engelse koning Hendrik V1 s t i c h t t e in 1440-1441 h e t beroemde Eton College e n enkele jaren l a t e r was William Wey a a n deze onderwijsinstelling verbonden. Van de koning kreeg Wey in 1456 toestemming om t e pelgrimeren n a a r Santiago de Compostela. Theoloog en monnik Wey maakte van deze bedevaart e n van zijn l a t e r e reizen n a a r h e t Heilig Land (1458 en 1462) verslagen resp. in h e t Latijn e n in h e t Engels. Uit zijn beschrijving weten we d a t hij op 27 maart 1456 u i t Eton vertrok. Op 30 april arriveerde Wey in de haven Plymouth, maar hij kon p a s op 17 mei met de Mary White scheep gaan n a a r h e t Spaanse Grwne (= La Coruña), waar op 21 mei werd aangemeerd. Op h e t feest v a n de heilige Drieeenheid (22 mei) zag Wey in Santiago de Compostela voor de mis een processie met negen bisschoppen e n kardinalen i n pontificalibus. Verder zag hij op h e t hoofd van de zittende Jacobus op h e t hoofdaltaar een prachtige kroon. Volgens Wey was deze kroon afkomstig van de koning van Granada, een Sarazenus, die in d a t jaar van Wey's bezoek a a n Santiago (1456) door Hendrik IV, koning van Castilla en León, gevangen genomen was. De gouden (of vergulde) kroon van de Moorse vorst werd naar Santiago de Compostela gezonden en op Jacobus' hoofd gezet. Het grootste gedeelte van Wey's beschrijving van Santiago de Compostela g a a t over de geestelijkheid verbonden a a n de kathedraal: een aartsbisschop met o.a. zeven kardinalen onder zich. Verder vertelt hij universi catholici fideles, a a n alle trouwe katholieken, hoe Jacobus in Spanje reisde om h e t evangelie t e verkondigen en daarna naar Jeruzalem trok om hetzelfde t e doen. Na Jacobus' dood namen enkele leerlingen zijn lichaam e n brachten dit naar de havenplaats Jappe, Hier lag een boot die h e t lichaam van Jacobus in zeven dagen bracht n a a r de Spaanse haven, waar de apostel h e t evangelie zou hebben verkondigd.
D e leerlingen namen h e t lichaam u i t h e t schip e n legden h e t op een steen, genaamd Barcha (Boot), e n op een andere steen die Patronon werd genoemd. De e e r s t e steen was concaaf -in de vorm van een sarkofaag- en de andere leek op e e n sedes, een zetel. Pelgrims namen steeds kleine stukjes van de Barcha-steen mee e n h e t r e s t a n t belandde uiteindelijk in de rivier. De Patron-steen werd gelplaatst onder h e t a l t a a r van de Jacobuskerk in de s t a d die nu Padrón wordt gelnoemd. Wey vertelt daarna over de verschillende aflaten die verkregen worden b&j h e t bezoek a a n de Mariakerk van Iria, de Jacobuskerk van Padrón en de Jancobus-fontein op de berg bij Padrón, waar Jacobus' s t a f voor h e t eerst de Spiaanse bodem raakte en waar ook nog de steen t e zien i s waarop de apostel bij
zijn eerste preek heeft gestaan. Ook de in Santiago de Compostela verleende aflaten noemt Wey. Paus Calixtus, "die Jacobus zeer vereerde", gaf toestemming voor een e x t r a aflaat tijdens h e t heilig jaar (zie ook p. 137 van DEze JACOBSSTAF): pelgrims die echt berouw hebben en gaan biechten in zo'n jaar wordt alle schuld vergeven, aldus Wey. Na zijn bezoek a a n Jacobus' graf bleef Wey enkele dagen in de haven van La Coruña, waar 80 schepen -waaronder 32 Engelse- voor anker lagen. Hij sprak met een Jood, woonde een mis bij, hoorde een preek en zag een processie. Wey ontmoette daar in La Coruña ook een Engelsman u i t Somerset met wie hij in Plymouth had kennisgemaakt. De Engelsman was toen zwaar ziek, maar was van plan toch naar Spanje t e gaan omdat hij Jacobus had beloofd n a a r zijn graf t e pelgrimeren. Maar de zieke was plotseling bang geworden; hij zou v a s t onderweg sterven en hij wilde liever in zijn eigen bed doodgaan. Wey adviseerde hem in Plymouth toch naar Santiago t e gaan, want h e t was veel beter -met h e t oog op de aflaten!- op weg n a a r Jacobus t e sterven dan thuis. Maar de zieke sloeg Wey's raad in de wind en reisde terug naar huis. Met veel pijn en moeite bereikte hij a a n h e t eind van zijn eerste reisdag een herberg. Daar bracht hij de nacht door en de volgende ochtend kon hij h e t bijna niet geloven: hu was genezen! Snel ging hij terug n a a r Plymouth, nam de boot n a a r Jacobus en kwam -gezond en wel- aan in La Coruña, waar hij Wey opnieuw ontmoette e n zijn relaas vertelde. Jacobus doet wonderen, constateert Wey. Op 28 mei begon voor Wey de terugvaart n a a r Engeland, maar het weer z a t tegen en h e t schip werd gedwongen terug t e varen n a a r La Coruña. Uiteindelijk verlieten de Engelsen de Spaanse haven op 6 juni en vier dagen l a t e r liep het schip de haven van Plymouth binnen. Tijdens de zeereis terug n a a r Engeland gebeurde h e t volgende: een pelgrim werd bestolen, een dief had de beurs van de broekriem losgesneden. De pelgrim was a l zijn geld kwijt en hij beloofde Jacobus n a a k t n a a r diens graf t e pelgrimeren a l s hij zijn bezittingen terug kreeg. Daarna werd unus Britonum (een Engelsman of iemand u i t Bretagne?) in de kraag gegrepen terwijl deze bezig was een andere reiziger van diens beurs t e beroven. De dader was gepakt en de bestolen pelgrim kreeg zijn geld terug. Deze deed zijn belofte gestand: hij ging nudus ad sanctum Jacobum pelgrimeren! De wind (Jacobus?) hielp mee om n a a r Spanje terug t e gaan, want de zee was zo ruw d a t de boot genoodzaakt was terug naar La Coruila t e varen en daar drie dagen t e wachten t o t uitvaren weer mogelijk was. In deze drie dagen kon de pelgrim zijn naakte pelgrimstocht volbrengen!
Annet van Wiechen
AGENDA
Vermeld in deze AGENDA worden de volgende activiteiten: (dia)lezingen, film-, muziek-uitvoeringen, tentoonstellingen e.d. die door anderen georganiseerd wiorden e n die 'iets' met de pelgrimage n a a r Santiago de Compostela t e maken hebben, regio-bijeenkomsten van h e t Genootschap etc. Vergissingen en wijzigingen zijn u d mogelijk, controleer daarom de gegevens voor u op pad g a a t v i a h e t genoemde adres/telefoonnummer. t o t 19 jan 1992 Leiden, Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet: tentoonstelling Naar Jeruzalem :de dure reis van e e n middeleeuwse graaf, zie ook DE JACOBSSTAF nummer 9, p. 37. 19 jan Bijeenkomst Regio Bollenstreek, zie p. 147. vanaf 26 janHet Folkloristisch Danstheater zet in h a a r nieuwe programma Van Madonna t o t Madonna twee werelden tegenover elkaar. In h e t klassieke deel Van Madonna ... wordt de pelgrimsroute n a a r Santiago de Compostela gevolgd. Het moderne deel ...t o t Madonna geeft een overzicht v a n de Amerikaanse folklore vanaf 1850 t o t nu. Voorstellingen Alkmaar 26 januari, Haarlem 20 februari, Zaandam 21 februari en Purmerend 18 april 1992. zo, 23 feb Den Haag, St Jacobskerk, 10-17 U.: beurs mineralen, schelpen e.d. 7 mrt Bijeenkomst Regio Bollenstreek, zie p. 147. 16-22 mrt Jaarvergadering van de Zwitserse Vrienden van Jacobus. z a 28 mrt VOORJAARSVERGADERING Nederlands Genootschap van Sint-Jacob in Den Bosch. zo1 29 mrt Halle (Westfalen, bij Osnabruck): Santiago de Compostela: muziek e n beeld bU een pelgrimstocht, diaconcert Ensemble Peregrino en Conens & van Wiecheri. Liederen uit o.a. Codex Calixtinus (12e E), Cantigas de Sta Maria (13e E). Inl.: 01714 - 15386. zo 12 april Wandelmarkt in Gebouw Marcanti, J a n van Galenstraat 10, Amsterdam georganiseerd door Op Lemen Voeten e n Pied a Terre. Thema o.a. de weg naar Santiago de Compostela. Inl.: Secr. Wandelmarkt, Singel 393, 1012 WN Amsterdam, tel.: 020-6226990. 7-10 mei Kalamazoo Medieval Congress onder de titel: "Pilgrimage and Art: How do we construe t h e Pilgrimage Routes now t h a t we've thrown out Conant and Porter?". 12,-28 juli Frans Waltmans, Oliemolenstraat 23, 6411 GJ Heerlen, tel. 045711529 wil een culturele busreis verzorgen naar Santiago de Compostela, 12-28 juli 1992. Informatie op bovengenoemd adres. 16 juli Vanaf 16 juli organiseert de Jacobusvereniging v a n Navarra een internationale looptocht van Roncesvalles n a a r Astorga (487 km). De l a a t s t e etape Astorga - Santiago de Compostela zal in 1993 worden gelopen. Inlichtingen: Amigos del Camino de Santiago e n Navarra, Sierra de Alaiz, no. 3-10° izda, E-31006 Pamplona. 31 dec Begin Año Santo in Santiago de Compostela; opening Puerta Santa. Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela Sint-Andriesabdij, Zevenkerken B-8200 Brugge Soiciété des Amis de Saint Jacques de Compostelle 4, Square du Pont de Sèvres, F-92100 Boulogne s u r Seine Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft e.v. Wilhelmstrafie 50-52, D-5100 Aachen Les Amis du Chemin de Saint-Jacques, Association Helvétique Secrétaire: Noëlle Marty, Av. du Gros-Chêne 37, CH-1213 Onex
ER Hieronder vindt u een lijst v a n de verkrijgbare a r t i k e l e n , elk voorzie nummer e n de prijs inclusief verzendkosten. U voldoet h e t totaalbedrag door middel v a n betaling op Postbank-numm 515.11.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob
Rotterdam onder vermeldlng v a n h e t (de) nummer($) v a n d e door u gewe artikelen. Na o n t v a n g s t van h e t bedrag door d e penningmeester e n n a controle vrager wel lid i s en zijn contributie h e e f t betaald, wordt toegezonden a a n h e t a d r e s d a t op h e t giro-formulier s t a a t verm Alleen bij bestelling v a n een pelnrimspas d i e n t u gebruik t e m kopie v a n ) h e t bestelformulier op p. 69 (DE JACOBSSTAF 10). Indien u n i e t per giro b e t a a l t , maar per bank, d i e n t u een lijst v a n artikelen s e p a r a a t toe te zenden aan: J.M.A. v.d. Werff, Burgemeester Koningssingel 27, 3042 NK
NR
ARTIKEL
O1
Alfabetische ledenlijst Ledenlijst volgens postcode Gebed van pelgrim Stickers (20 s t u k s ) Literatuurlijst Pelgrimspas i e k a a r t Rustende Pelgrims
O2
O O O
06 O7 08 O9 1O 11
12 13 14 15 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
s voor S p a d e 1991 TUdschriPt Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift TIJdschrilPt Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift Tijdschrift
DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE DE
-
1992 (zie ook p. 169) PELGRIM nummer 10 PELGRIM nummer 11 PELGRIM nummer 12 PELGRIM nummer 1 3 PELGRIM nummer 1 4 PELGRIM nummer 15 JACOBSSTAF 1989 nummer 1 uitverkocht JACOBSSTAF 1989 nummer 2 uitverkocht JACOBSSTAF 1989 nummer 3 JACOBSSTAF 1989 nummer 4 JACOESSTAF 1990 nummer 5 uitverkocht JACOBSSTAF 1990 nummer 6 JACOBSSTAF 1990 nummer 7 JACOBSSTAF 1990 nummer 8 JACOBSSTAF 1991 nummer 9 JACOBSSTAF 1991 nummer 10 JACOBSSTAF 1991 nummer I l JACOBSSTAF 1991 nummer 12