Simon de Heer 80 jaar. Datum: 12 november 1965.
Simon de Heer uit Beemster - portretschilder in Bloemendaal wordt dinsdag 80 jaar Simon de Heer is een bescheiden mens. In de telefoongids staat achter zijn naam en adres als beroep „portretschilder". Maar hij kan veel meer dan alleen portretten schilderen. Wie de enorme collectie schilderijen heeft gezien in zijn woning, Duinwijcklaan 12 te Bloemendaal, moet wel onder de indruk komen van de begaafdheid van deze meester-schilder, want in die collectie bevindt zich een grote verscheidenheid van werken: stillevens, landschappen, genrestukken, in olieverf zowel als aquarel. En niet te vergeten de etsen. Etsen van een gezicht op Zwolle, waar zijn succes ais schilder begon. En etsen van „De Eenhoorn” en van de poort van ,,Zwaansvliet” aan de Volgerweg. De weg waarlangs Simon de Heer naar school ging, want deze meester is Beemsterling van geboorte. Hij is de kleinzoon van de beroemde dammer Aris de Heer en de op-één-na-jongste uit een gezin met tien kinderen, van wie hij nu de nog enige overgeblevene is. Dinsdag a.s. wordt hij tachtig jaar. De leeftijd der zeer sterken zoals de bijbel zegt. Hem is geen bijzondere kracht aan te zien, maar ook van zijn leeftijd zou hij voor de omgeving best een jaartje of acht kunnen verzwijgen. Voor eerste tekenlessen op dinsdag per boerenwagen naar de Purmerender tekenschool Simon de Heer werd geboren in een boerderij aan de Jisperweg bij de Hobrederweg. Kort nadien verhuisde hij naar de Neckerweg, in een boerderij die er nu niet meer is, maar die hij vele malen en van alle kanten heeft getekend. A1 op de lagere school, waar meester Dekker hoofd was kreeg hij lessen in perspectief van meester Hovinga ,.Ik heb nooit begrepen, waarom meester Hovinga niet verder is gekomen. Hij kon de hoofdakte niet halen, maar hij wist zoveel van perspectieftekenen”. Dat Simon de Heer zich voor tekenen ging
interesseren kwam door iets van buiten het schoolleven. „Mijn zuster, die tien jaar ouder was, was eens te logeren geweest op kasteel Assumburg. Daar woonde familie. En daar waren ook een paar schilders, die met elkaar spraken over hoe ze schilderden. Dat gesprek had mijn zuster gehoord. Ze vertelde het later thuis. Toen dacht ik: dat wil ik ook, tekenen en schilderen. En op school praatte ik met een paar jongens, die ook goed konden tekenen, onder de les steeds over hoe we iets zouden tekenen, hoe we het moesten doen.
We deden erg ons best, vonden we. Met gevolg dat we slechte beoordelingen kregen, want meester Dekker vond dal we weinig werkten en veel te veel praatten.
Simon de Heer 80 jaar. Datum: 12 november 1965. Natekenen Van de heer Van der Worp in Purmerend, op de tekenschool moesten heel nauwkeurig leren natekenen, allerlei voorbeelden en ornamenten. Dat was toen nog zo. Ik heb het met veel plezier gedaan. Ik was toen nog op de lagere school, maar voor de tekenschool kreeg ik dan speciaal vrij, op dinsdagochtend, want dan kon ik op een boerenwagen meerijden. „Eigenlijk had ik vóór de lessen van meester Van der Worp al onderricht, van Laan, de rijtuigschilder, de vader van schilder Laan die een jaar of wat geleden is overleden. Hij kon prachtig schilderen en deed het met veel liefde. Hij ging, in de herfstdag, als er geen werk meer was, met zijn jongens, zijn knechts, wel hier of daar heen, om te schilderen. Zo staat me nog duidelijk voor de geest dat ik eens met hem mee ben geweest naar Middelie. „Na Laan kreeg ik dus tekenles van meneer Van der Worp. Ik heb in die tijd eens een tekening gemaakt van een begonia van grootmoeder Noome,
bij haar op de boerderij, een stilleven met crayon. Toen was er in Den Haag een tentoonstelling van 't werk van alle tekenscholen in Nederland, Daar mocht die tekening van die begonia toen ook naar toe, van meneer Van der Worp. „Koningin Wilhelmina, die veel voor tekenen en schilderen voelde, bezocht ook die tentoonstelling. Toen ze mijn crayontekening van de begonia van grootmoeder zag, vroeg ze aan een der heren die haar rondleidden, wat mijn ouders deden. Ze was erg verbaasd dat ik een boerenzoon was en ze hoorde er erg van op dat er boerenzoons waren die een andere richting kozen dan het vak van hun vader” ,,Die tekening heeft altijd erg gezworven, maar nu na zoveel jaren is hij toevallig bij de lijstenmaker”.
„We hebben hem nog bijtijds kunnen redden”, vult mevrouw De Heer aan, Simon de Heer kreeg zijn verdere opleiding aan de kunstnijverheidsschool te Amsterdam, waar hij de akte M.O. handtekenen behaalde, In 1908 werd hij na afgelegd examen direct toegelaten tot de schildersklasse aan de rijksacademie voor beeldende kunst te Amsterdam, waar hij in 1910 een loge kreeg. Het eerste jaar onder leiding van professor Van der Waay. het tweede jaar onder professor Derkinderen. Daarna vertrok hij naar Parijs voor studie, bezocht Barbizon en bracht enige maanden schilderend in België door.
Simon de Heer 80 jaar. Datum: 12 november 1965. Commandant geschilderd De eerste twee jaar van de eerste wereldoorlog was Simon de Heer als militair gelegerd in fort Erfprins bij Den Helder. Legering en het militaire leven stonden hem niet erg aan, maar deze periode bood hem veel gelegenheid portretten te schilderen van officieren, onder wie zijn commandant. „Majoor Teengsma was er erg mee ingenomen. Ik bood hem aan, dat ik ook zijn vrouw zou schilderen, maar dat was niet nodig, zei hij”. „Nu had ik het in de dienst erg gemakkelijk, want de majoor vond het belangrijk dat ik me bleef bekwamen in de schilderkunst. Mijn diensttijd bracht ik schilderend door. Als ik ging schilderen, kwam ik langs een sergeantmajoor en die maakte er op een keer werk van dat ik hem niet groette. Je moest je meerderen groeten, maar niemand van de jongens groette. Hij maakte er werk van en ik moest bij de kapitein komen. Die zei dat hij me moest straffen. Ik zei: ,,Ja kapitein, maar niemand groet er” Toen heeft ie het bij een waarschuwing gelaten. Maar daar was die
sergeant-majoor weer niet content mee. Ik moest weer bij de kapitein komen. Hij zei: „Ik hoor, dat het al verscheidene keren is gebeurd, dat je niet gegroet hebt. Nu moet ik je toch straffen”. En ik kreeg een straf, maar zó, dat ik toch kon schilderen, behalve als er geen dienst was. Dan had ik straf. Ik dacht: hoe moet dat nou, want in het weekeinde wilde ik toch graag schilderen. Ik naar majoor Teengsma toe. Ik legde hem de situatie uit. Hij zei: „Dat is gauw geregeld, als je geen dienst hebt, ben je bij mij in ,dienst”. Naar Zwolle In 1916 ging de jonge portretschilder („Professor Derkinderen zei: Je moet portretschilder worden, dat wordt betaald”) naar Zwolle, waar hij tekenaar werd aan de Burgeravondschool. Op een tentoonstelling in Kampen exposeerde hij een portret. Het werd aanleiding tot opdrachten voor portretten van drie professoren van de theologische hogeschool benevens de uitgever Kok. Vele portretopdrachten volgden daarna. Uit die Overijsselse periode dateert ook het contact
met een boerenfamilie in Beerse, welks leden men op tal van schilderijen van Simon de Heer kan zien.
Naar de Beemster „Ik was daar bij een boerderijtje, wat ik schilderde. De boer bekeek het met belangstelling. Ik mocht zijn vrouw portretteren, de meid, hemzelf. Ze poseerden altijd heel geduldig en ik heb me er wel eens over verwonderd dat die boer het altijd maar goed vond dat ik in feite toch zijn vrouw en het personeel van hun werk afhield. „Op een keer heb ik die vrouw eens meegenomen naar de Beemster, om als tegenprestatie haar daar de boerderij van mijn moeder - vader was al lang dood - te laten zien. En het Deutzenhofje en Middenbeemster.
Simon de Heer 80 jaar. Datum: 12 november 1965. Ze vond het er veel mooier dan bij hen in Overijssel, hoewel het daar toch erg mooi was met al die bossen. Nu was ze bij ons in de Beemster net in het voorjaar, toen alles in bloei stond. Vandaar misschien, dat ze het mooier vond”. ,,Haar man was erg doof. Hij zat altijd aan tafel met zo'n koperen hoorn aan zijn oor, Aan iedereen die er kwam, moest hij vertellen dat zijn vrouw in de Beemster was geweest. Het was toen ook nog een hele reis!” Naar Londen In 1920 vertrok Simon de Heer naar Londen. Halverwege zijn zes maanden durend verblijf aldaar keerde hij terug naar Zwolle om er in het huwelijk te treden Terug in Kingston Hill bij Londen met zijn jonge vrouw, maakte hij o,a. kopieën van Rembrandt, Reynolds en Millet en exposeerde in Parish Hall. In 1921 keerde het echtpaar De Heer terug naar Zwolle, maar niet voor lang, want al gauw daarna volgde een benoeming tot leraar aan de kweekschool te Den Haag, waar een broer van de schilder wiskundeleraar was. Zijn leraarschap oefende Simon de Heer slechts
twee dagen in de week uit, want vóór alles wilde hij schilder blijven Hij vestigde zich te Bloemendaal en kreeg er opdracht na opdracht voor het schilderen van bekende en minder bekende persoonlijkheden. Liefde en toewijding Uit de veelheid van geportretteerden noemen we dr. Max Euwe aan het schaakbord, dr. Jac. P. Thysse, prof. van den Berg van Eysinga te Bloemendaal, prof. Flu te Leiden, prof. Harting te Amsterdam, prof. Van Leeuwen te Utrecht. Prachtige portretten schilderde hij van zijn kinderen en later van de kleinkinderen, van zijn vrouw ook en wat uit al deze portretten duidelijk spreekt dat is de warme menselijkheid, de liefde en toewijding waarmee ze werden geschilderd. Het moet dan ook bepaald geen verwondering wekken dat hij tijdens de oorlogsjaren particuliere opdrachten kreeg koningin Wilhelmina en prinses Juliana naar bestaande afbeeldingen te schilderen.
Streekgenoten Ook uit de Beemster zijn opdrachten gekomen. Wouter Sluis en de huidige dijkgraaf, de heer K. Hogetoorn Dz., werden door de Bloemdaalse portretschilder geconterfeit. Beide portretten hangen in het Landbouwhuis te Alkmaar. Een andere streekgenoot, die lang geleden werd uitgepenseeld, was jonkheer Van Foreest, destijds arts te Oosthuizen. Werk van Simon de Heer bevindt zich in het museum van Zwolle, het gemeentehuis van Bloemendaal, museum „Betje Wolff" te Middenbeemster (portretten van grootvader Aris de Heer en de ouders van de schilder, Cornelis de Heer en Trijntje Noome). Een grote tekening, gemaakt ter ere van het voorlaatste jubileum van de Beemster, voorstellende Aris de Heer die zijn zonen Klaas en Jan en een zekere Zomerdijk zijn beroemde
Simon de Heer 80 jaar. Datum: 12 november 1965. damzet uitlegt, bevindt zich in de hal van het Heerenhuis te Middenbeemster. Laatste tentoonstelling; Simon de Heer geniet een goede gezondheid en schildert nog steeds met plezier, zoals een der foto's laat zien, waar . hij bezig was één van zijn geliefde onderwerpen te schilderen, namelijk het Meertje van Caprera te Bloemendaal, op een van de oktoberdagen tijdens deze mooie herfst. Zijn laatste grote tentoonstelling werd hem aangeboden door 't gemeentebestuur van Bloemendaal, ter gelegenheid van het nieuwe tentoonstellingsgebouw „Bloemenheuvel” in 1958. Freek van den Berg zei naar aanleiding van deze tentoonstelling: „Zijn werk toont hem als een ervaren schilder van het menselijk gelaat en landschap waarin bezonkenheid en scherpe observatie de opvallendste kenmerken zijn. Zijn schilderijen zijn een voorbeeld van een fijnzinnig talent, dat mens en natuur weet uit te beelden met middelen die hem tot schilder maken”.
Het is mede op grond van dit mooie „brevet van bekwaamheid” dat we de cultuur beschermende en cultuurdragende instanties in Beemster durven voorstellen deze schilder een tentoonstelling van zijn werken in zijn geboorteplaats aan te bieden. Hij heeft het stellig verdiend, al zal bij de laatste zijn die er om zal vragen. Want Simon de Heer is in de grootheid van zijn artistiek kunnen een bescheiden mens gebleven. C. Booy De foto's De bijna tachtigjarige portretschilder Simon 9e Heer aan het werk bij een geliefd plekje, het meertje van Caprera te Bloemendaal. Een portret kleindochter.
van
een
Een zelfportret. Een portret van een koopman met een prachtige profetenkop. Het originele schilderij heeft iets Rembrandtieks en maakt duidelijk dat Simon de Heer een groot vereerder is van Rembrandt.
De tekening van o.a. grootvader Aris de Heer, welke in de hal van het Heerenhuis te Middenbeemster hangt.