verf&inkt magazine van de vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 28 - 2013
In dit nummer:
Jaarverslag 2012 Ruud Joosten, nieuwe deco-topman AkzoNobel: ‘Europa niet over één kam scheren’ Niets staat recycling verf meer in de weg De mens achter… Verftechnoloog Twan Keijsers zoekt uitdagingen in verf en triatlon
Verfindustrie meet eco voetafdruk ‘Nieuwe stap naar duurzaamheid’ Cao-akkoord in moeilijke tijden
Sikkens wereldwijd in spotlights met kleuren Rijksmuseum
Vision on quality www.tqc.eu
N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R VOOR DE VERFINDUSTRIE TQC
TQC
TQC
AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR
AUTOMATISCHE CUPPING TESTER
WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER
Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.
Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.
Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.
• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren • Intuïtieve bediening • Vele instelmogelijkheden
• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding • Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat • Deformatie vooraf instelbaar in mm
• Voor droge en natte testen • Test tot vier proefstalen tegelijk • Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen
TQC
TQC
ASCOTT ANALYTICAL
GLANSMETERS
AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS
CORROSIE TESTKASTEN
Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten
Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).
Voor versnelde corrosietesten.
• Drie modellen: SoloGloss 60°, Duogloss 60°/20°, Polygloss 60°/20°/85° • Uniek in stabiliteit en robuustheid • Geïntegreerde kalibratie standaard • Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek) • Incl. Ideal Finish Analysis software
TQC B.V. Molenbaan 19
• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid • Ook handmatig instelbaar
2908 LL Capelle a/d IJssel Nederland
• • • • • •
Vochtigheids corrosietest Zoutsproei corrosietest Cyclische corrosietest Alle modellen in div. maten leverbaar Modern vormgegeven Zeer gebruiksvriendelijk
31(0)10 - 79 00 100 31(0)10 - 79 00 129
[email protected] www.tqc.eu
ons beroep op verf & inkt
Hans Geerken, voorzitter van het Neerlandsch Stucgilde: Een rode draad door het leven van Hans Geerken (1952) is zijn werk als docent in het beroepsonderwijs. Zijn liefde voor het van huis uit meegekregen vak van stukadoor resulteerde ruim tien jaar geleden in de oprichting van Het Neerlandsch Stucgilde, waarvan hij voorzitter is. Belangrijkste doel: het ambacht en de sector op een hoger plan brengen. Hij werkte onder meer als consulent bij de Stichting Vakopleiding Schilders en Stukadoorsbedrijf en als docent stukadoren en afbouw bij diverse scholen in het land. Verder was hij tot zijn 60ste als onderwijsspecialist in dienst van de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA). Momenteel is hij als adviseur actief bij sierpleisterproducent Strikolith in Raamsdonksveer. Te k s t : A n t o n S t i g
“
‘Restauratiestukadoor
vaker in bestek voorgeschreven’
Foto: Pet van de Luijtgaarden
Ik heb destijds samen met Jaap Poortvliet het initiatief genomen om het Neerlandsch Stucgilde op te richten. We zagen dat in de restauratiesector in ons land in toenemende mate stukadoors van buitenaf werden ingezet. Waarvan wij uiteraard dachten: dat kunnen we met onze eigen stukadoorsbedrijven en met al onze vakkennis en ervaring ook zelf. Het gilde was vooral bedoeld om het ambacht over de hele breedte op een hoger peil te brengen. Met als formele doelstelling het bevorderen van de kwaliteit van restauratief en decoratief stukadoorswerk. Daar hoort ook bij: het onderling uitwisselen van bij de Gildeleden aanwezige expertise, hun vak- en materiaalkennis. Al snel volgde een plan op onderwijsgebied; we kenden in onze branche eigenlijk alleen een aspirant- en gezelopleiding. Op dat moment nog de hoogste onderwijsgraad in de stukadoorswereld, maar onvoldoende om in ons land het cultureel erfgoed op verantwoorde wijze en structureel in stand te houden.”
verf&inkt 28 - 2013
In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf, inkt, kitten of sierpleisters te maken hebben en daar enthousiast over vertellen. Deze keer: Hans Geerken, voorzitter van het Neerlandsch Stucgilde en ontwikkelaar van de opleiding tot restauratie- en meesterstukadoor.
“Ik ben begonnen met de ontwikkeling van een restauratieopleiding die aansloot op de gezelopleiding. Inmiddels praten we over drie opleidingstrajecten voor de stukadoor die samen zeven jaar duren. Een studie in modulen, waarmee je zeker niet van vandaag op morgen klaar bent en waarin je toch wel de nodige tijd moet investeren. Daarom voeren we ook intakegesprekken. Wie slaagt, krijgt aan het eind van de rit het diploma van restauratiestukadoor en aansluitend de titel meesterstukadoor. Een initiatief dat werkt en een schot in de roos is gebleken. Vandaag de dag zie je dat in toenemende mate ook daadwerkelijk een restauratiestukadoor in bestekken wordt voorgeschreven. Een tendens die mede te maken heeft met het feit dat de overheid steeds meer kwaliteitseisen stelt aan het restauratiewerk. Terecht, want je kan maar één keer een monument goed verpesten. Inmiddels hebben we ook zelf een restauratiebestek ontwikkeld dat is te downloaden.”
“Wat afbraak betreft is er al genoeg ten prooi gevallen aan de sloophamer. Bijvoorbeeld omdat een aannemer vond dat een monumentaal plafond maar beter kon wijken voor een glad en modern systeemplafond. Een echte vakman zal altijd proberen te redden wat er te redden valt. En gaat eerst na hoe hij een monumentaal stucwerk optimaal kan herstellen. Of vernieuwt zo nodig een compleet ornament. Daarvoor moet hij uiteraard over de nodige vaktechnische bagage beschikken. Wat we met de Silberlingcollectie ook zelfs letterlijk in huis hebben: Neerlands grootste verzameling van stucontwerpen, moedermallen, hoekstukken en ornamenten vanaf ruwweg 1860. De opleiding tot restaurateur bestaat zeker niet alleen uit praktijk. Bijvoorbeeld waar het gaat om materialenkennis, kunstgeschiedenis, of om soorten van ornamenten en hun achtergronden, over de technieken die er zoal bestaan en hoe daarmee te werken. En ook hoe een stukadoor te werk moet gaan bij schade- of sporenonderzoek.” “Momenteel gaat het slecht in de bouw. In de restauratiewereld is het al niet veel beter. Geen reden om niet meer in onderwijs te investeren. Want er komt altijd weer een ommekeer. En ook vaklieden gaan met pensioen. Sinds de opleiding bestaat, hebben we zo’n 45 gediplomeerde restauratiestukadoors afgeleverd. De cursisten komen uit het hele land naar Veenendaal. Stukadoors bijvoorbeeld die al jaren voor zichzelf werken en al eerder in hun carrière gezelexamen hebben gedaan, maar dan toch de opleiding tot restaurator willen volgen. En terecht, want als er wordt geselecteerd, is zo’n diploma altijd een pre. Bovendien, wie de opleiding weet af te ronden, kan ook als docent ingezet worden op welke school voor beroepsonderwijs dan ook. Hoe meer restauratiestukadoors hoe beter: samen maken gekwalificeerde vaklieden de bedrijfstak sterk. Met je handen werken is een prachtig vak. Daarom word je geen stukadoor, nee, je bent stukadoor. Het is een roeping!
”
3
inhoud 28 - 2013
Europa niet over één kam scheren
Verder in dit nummer:
Per 1 mei volgde hij Tex Gunning op als deco-topman van AkzoNobel. Nieuw in de functie, niet nieuw in de verfindustrie: al in 1988 werkte hij als marketingmanager voor Sigma Coatings. Nu moet hij de activiteiten van het bedrijf in het kwakkelende Europa stroomlijnen. Maar pas op, waarschuwt Ruud Joosten: “We moeten niet alle Europese landen over één kam scheren. In Rusland en Turkije draaien we uitstekend.” Pagina 12
Goede startpositie “Laten we elkaar niet de put in praten. Ondanks alle tegenwind waren in 2012 een aantal hoopvolle bewegingen te zien.” Aldus VVVF-voorzitter Ben Berkel in zijn voorwoord van het jaarverslag over 2012. Hij wijst op het grote aantal initiatieven waarmee de verfindustrie ook in het moeilijke jaar 2012 bezig is geweest. “De vooruitzichten voor de korte termijn zijn misschien zorgelijk, maar de industrie loopt zich nadrukkelijk warm voor een goede startpositie als de economie aantrekt.” Het jaarverslag begint na Pagina 16
3
Ons beroep op: de restauratiestukadoor 7 Branchenieuws en voorwoord 9 Branchenieuws en colofon 11 Branchenieuws Uitneembaar: Jaarverslag VVVF 2012
JAARVERSLAG VVVF 2012
17 Column: Jan Rotmans 17 Gespot 18 De mens achter: Twan Keijsers 20 Cao in crisistijd 24 Sikkens gewild na Rijksmuseum 26 Verfrecycling kan van start 28 Kleurrijk verleden: ’t Paulussen-merk 30 VVVF-verenigingsnieuws
Verf- & drukinktindustrie in beweging
Voetafdruk De verfindustrie zet een nieuwe stap op de weg naar duurzaamheid. CEPE, de koepelorganisatie van de Europese verfindustrie, heeft een databank en een webapplicatie ontwikkeld waarmee de ecologische voetafdruk van verf kan worden vastgesteld. VVVF-bestuurder Kees Mylanus bestempelt het initiatief als “een belangrijke stap van theorie naar praktijk”. Pagina 22
Omslagfoto: Iwan Baan Rijksmuseum, Nachtwachtzaal, 2013. verf&inkt 28 - 2013
5
cilindrisch conisch
pails blikverpakking drums vaten food rechthoek
vloeistof aerosols plamuur
2-komponenten van 14 ml tot 220 liter
Mus Verpakkingen Blik bepalend
Mus Verpakkingen BV | Herfordstraat 9 | 7418 EX | NL - Deventer T +31 (0)570 629 229 |
[email protected] | www.musverpakkingen.nl
branchenieuws
voorwoord
plant Based Summit
Goed schilderweer
De ‘Plant Based Summit’ zal plaatsvinden van 19 tot 21 november in Parijs. Hier worden de laatste ontwikkelingen met betrekking tot biobased componenten gepresenteerd. Nadere informatie op http://plantbasedsummit.com.
Europese chemiesector daalt 2,1 procent De Europese chemiesector daalde 2,1 procent in productie in het eerste kwartaal van 2013. Dit blijkt uit het Chemical Trends Report van CEFIC, de Europese organisatie van de chemie.
AkzoNobel en Solvay werken samen aan verduurzaming grondstoffen Voortbouwend op een bestaande samenwerking hebben AkzoNobel en Solvay een driejarige overeenkomst gesloten voor uitbreiding van het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in verven en coatings van AkzoNobel. Volgens de voorwaarden van de overeenkomst gaat AkzoNobel in toenemende mate gebruikmaken van biologisch gefabriceerd epichloorhydrine (Epicerol) van Solvay. De grondstof wordt al vaak toegepast in de harsen die worden verwerkt in de coatingproducten van AkzoNobel. De overeenkomst past in het kader van het streven van beide partijen naar een sleutelrol in duurzame ontwikkeling en vergroting van het gebruik van hernieuwbare grondstoffen. Het door de internationale chemiegroep Solvay ontwikkelde en gepatenteerde Epicerol betreft een innovatief proces waarbij op biologische basis epichloorhydrine wordt geproduceerd uit hernieuwbare glycerol. Epicerol heeft een aanzienlijk lagere CO2-uitstoot dan de meeste op fossiele basis geproduceerde epichloorhydrine. AkzoNobel streeft ernaar om tegen 2016 twintig procent van de totale behoefte aan epichloorhydrine te dekken uit biologisch geproduceerd materiaal. Epichloorhydrine is een chemisch tussenproduct voor de fabricage van epoxyharsen, die de basisingrediënten vormen voor bepaalde coatings. AkzoNobel en Solvay zullen nauw samenwerken met hun respectievelijke leveranciers en klanten om het gebruik van Epicerol voor de harsen van AkzoNobel te faciliteren en ervoor te zorgen dat dit op een controleerbare manier gebeurt en volgens de hoogste geldende duurzaamheidsnormen.
Coatings AkzoNobel Confederations Cup AkzoNobel heeft hoge kwaliteitscoatingsystemen mogen leveren voor de helft van de stadions die deze maand gebruikt zullen worden tijdens het FIFA Confederations Cup voetbaltoernooi in Brazilië. Tijdens het toernooi, dat zal plaatsvinden van 15 tot 30 juni, zal het concern met drie stadions kunnen pronken met haar coatings: het beroemde Maracanã stadion in Rio de Janeiro, het Estádio Nacional Mané Garrincha in Brasília, waar de openingsceremonie zal plaatsvinden en de Arena Pernambuco in Recife. Voor de behandeling en het toevoegen van kleur aan de staalconstructies en wanden van de drie stadions heeft AkzoNobel beschermende coatings, poeders en decoratieve verf van de merknamen International Paint, Interpon en Coral geleverd. 4
verf&inkt 28 - 2013
Twee voorwoorden in één nummer: op deze vaste voorzittersplaats en verderop in het blad, daar waar het jaarverslag begint. Ik zal het dus kort houden. Op het moment dat ik dit schrijf schijnt de zon en is het droog en warm. Eindelijk goed schilderweer. Daarmee is de crisis niet van tafel, maar boven op het kille economische klimaat hadden we in de eerste vijf maanden van 2013 ook nog eens af te rekenen met een langdurige winterdepressie. De tol die we als bedrijfstak moeten betalen voor al die ellende begint zo langzamerhand goed zichtbaar te worden: sinds het begin van de crisis raakten we 1.200 van de 6.000 banen in onze bedrijfstak kwijt. In dat licht is het voor sommigen verwonderlijk dat we vorige maand een cao-onderhandelingsresultaat bereikten dat uitgaat van een algemene salarisstijging van 1,5 procent per 1 juli. Dat lijkt in tegenspraak met berichten over afzetdalingen en verlies aan werkgelegenheid, maar het is zoals onze onderhandelaar Marlies van Wijhe verderop in het blad zegt: continuïteit is ons uitgangspunt en ondanks de crisis proberen we er alles aan te doen om een aantrekkelijke bedrijfstak te blijven, want tevreden medewerkers vormen ook een belangrijke voorwaarde om continuïteit te waarborgen. In mijn voorwoord voor het jaarverslag wijs ik erop dat we in deze crisistijd toch boeiende ontwikkelingen in gang hebben gezet. We zetten in op biobased grondstoffen, we meten onze ecologische voetafdruk, bepleiten duurzaam onderhoud en zijn erachter gekomen dat verfrecycling technisch en bedrijfseconomisch haalbaar is. Recent hebben we een drukbezochte en geslaagde coatings innovatiedag meegemaakt en rond de verschijningsdatum van dit nummer wordt tijdens de algemene ledenvergadering van VVNH en NBvT de promotiecampagne ‘Hout’ aan ‘De vrienden van hout’ gepresenteerd. Met de laatste groep worden ook de sponsors van deze campagne bedoeld, waarvan de VVVF er één is. Ik bedoel maar: ook in moeilijke tijden gaan we niet op onze handen zitten. Als het nou nog een beetje goed weer blijft en we ons langzamerhand uit de crisis werken, kunnen we eindelijk spreken van licht aan het eind van de tunnel. Met die gedachte in het achterhoofd wens ik u allen een mooie zomer. Ben Berkel, voorzitter VVVF
7
Al meer dan 20 jaar de verwerker van verf & inkt afvalstoffen die vrijkomen bij de leden van de VVVF ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersonen: John van den Berg (06-51422067) & Ron van Verk (06-51124004)
colofon
Branchenieuws
Anker Stuy: 25 jaar garantie op onderhout gevelelement Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt zes keer per jaar. Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden. Redactie Jos de Gruiter (hoofdredactie), Marloes Hooimeijer, Annet Huyser (eindredactie) en Anton Stig Redactieadres Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam 070 3378734
[email protected] Vo r m g e v i n g GrafischeZaken, Den Haag
Voor ondernemingen in de timmer- en houtindustrie introduceert Anker Stuy Verven uit Terwispel vier nieuwe garantiesystemen. Met het meest uitgebreide concept biedt Anker Stuy tot 25 jaar garantie op onderhoud aan houten gevelelementen. Met dit onderhouds- en preventieplan biedt het bedrijf, aldus Anker Stuy, de afnemers minimaal onderhoud en langdurige bescherming van houten (gevel)elementen. Adviseurs van Anker Stuy Verven bespreken met relaties hoe zij de verf aanbrengen op houten elementen. Op basis van de bevindingen geven de adviseurs verbeterpunten, verftech-
Microscopielaboratorium SHR biedt nieuwe mogelijkheden Houtonderzoeksinstituut SHR heeft zijn onderzoekfaciliteiten uitgebreid, waardoor het laboratorium nieuwe mogelijkheden voor onderzoek heeft, zo meldt het instituut. Een van de microscopen en het binoculair op dit laboratorium zijn recent voorzien van een nieuwe camera. Ook is een van de microscopen voorzien van een verbeterde (led-)verlichting. Tevens is er geheel nieuwe software voor het bewerken
Druk Deltahage, Den Haag Advertentie-acquistitie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS Den Haag Telefoon 070 3234070
[email protected]
© VVVF Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF.De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen.Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
verf&inkt 28 - 2013
nisch advies, werkbegeleiding en controle. “Met de aanbevelingen realiseert de klant uiteindelijk een hoogwaardige afwerking van het houten gevelelement”, aldus het bedrijf. Als de verftechnische adviezen worden opgevolgd, geeft Anker Stuy ruime garantie. Anker Stuy Verven is opgericht in 1896 en produceert verven en aanverwante producten. Het bedrijf werkt in eigen laboratorium met, naar eigen zeggen, uitsluitend de hoogste kwaliteit bindmiddelen en pigmenten. Anker Stuy werkt samen met timmerfabrieken en -bedrijven in binnen- en buitenland.
en analyseren van de beelden geïnstalleerd. Volgens SHR stellen de vernieuwingen het instituut niet alleen in staat om fraaiere foto’s van houtstructuren te maken en laagdikte en systeemopbouw van bijvoorbeeld verflagen, deklagen en fineren te bekijken en in beeld te brengen, maar de toegenomen scherpte van de beelden laat onder meer celdeformatie (beschadigingen van de cel door bewerkingen) duidelijk zien. Bovendien is er de mogelijkheid om afmetingen van deze beschadigingen, evenals de dikte van verflagen of de indringdiepten, direct te meten en op beeld vast te leggen. Al deze onderzoeken kunnen nu dus aanzienlijk nauwkeuriger en sneller worden uitgevoerd. SHR beschikt over een modern analytisch laboratorium met stereomicroscopen en een binoculair die worden benut bij onderzoek naar houtsoorten, de soort en mate van houtaantasting, hechting van verf, kitten en dergelijke en de oorzaak van schade.
Rust-Oleum stopt productie Roosendaal Rust-Oleum stopt zijn productie-activiteiten in Roosendaal. Ondernemingsraad en werknemers zijn eind april geïnformeerd over de directieplannen. Met het voorgenomen besluit de productie te stoppen zijn dertig arbeidsplaatsen in het geding. Voor de twintig overige werknemers, in de sales en marketing, heeft het voornemen geen gevolgen. Zij behouden hun baan. Een aantal van hen werkt in de buitendienst. Rust-Oleum is fabrikant van industriële verven, lakken en coatings voor de professionele eindgebruiker. Locatiedirecteur Reinout Klapwijk noemt ‘structurele
overcapaciteit van de Europese productielocaties’ als de voornaamste reden voor het voorgenomen besluit. Klapwijk tegenover de lokale pers: ‘Dit heeft slechts deels te maken met de economische omstandigheden van tegenwoordig. Er zat nog altijd groei in de vraag. Maar die groei was minder dan de groei in de productie. Vandaar. We hebben nog twee andere fabrieken, in België en Engeland. Daar gaan we door met produceren.’ In overleg met ondernemingsraad, vakbonden, UWV en werknemers wordt gestreefd naar een aanvaardbaar sociaal akkoord.
4
9
coating • dispersing • grinding • mixing dispensing • filling • packaging • shaking dosing • regenerating • screening • engineering
‘it’s in our nature!’
Your total supplier for machinery, spare parts, service & maintenance in the Benelux for the coatings, paints & inks, chemical, cosmetic, environmental, food and packaging industry. Eskens represents Willy A. Bachofen AG, CPS Color Equipment Spa, Collomix GmbH, Lödige Process Technology, Mount Packaging Systems Ltd., Ofru Recycling GmbH & Co Kg., Ludwig Schwerdtel GmbH, Rhewum GmbH.
E s k e n s B e n e l u x B .V. T: + 3 1 1 7 2 4 3 0 1 8 1
[email protected]
Eskens Benelux nv T: + 3 2 1 5 4 5 1 5 0 0 w w w. e s ke n s . c o m
Branchenieuws
VNCI: zorgen om Europa en beschikbaarheid personeel IJssel Coatings investeert in duurzaamheid IJssel Coatings heeft in januari duizend vierkante meter zonnepanelen geïnstalleerd op het dak van de nieuwe productielocatie in Moordrecht. De verffabrikant streeft ernaar jaarlijks minimaal twintig procent van de eigen energiebehoefte op te wekken. De eerste resultaten waren hoopgevend. De resultaten zijn real time te volgen op http://elianesolarprojects.solarlog-web.be/5942.html. Ook de reductie van energie is een speerpunt van IJssel Coatings. Samen met Deltas Power is een energiebesparingsprogramma gestart, dat beoogt het energieverbruik met twintig procent te verminderen. In een persbericht laat het bedrijf weten er trots op te zijn dat het deze investeringen kan doen. IJssel Coatings is ervan overtuigd dat de investeringen zichzelf zullen terugverdienen. “Bij IJssel Coatings wordt niet alleen over maatschappelijk verantwoord ondernemen gepraat, maar er wordt ook in geïnvesteerd.” De onderzoeksactiviteiten richten zich voorts op het duurzamer maken van de producten Double Coat, IJmopox en Variopox.
Twee boodschappen stonden centraal tijdens de VNCI-jaarvergadering van eind mei: de zorgen rond de teloorgang van Europa als vestigingsplaats voor industriële bedrijven en de vraag óf en in welke mate de chemische industrie de komende jaren met problemen op de arbeidsmarkt zal worden geconfronteerd. VNCI-voorzitter Fuhrmann is van mening dat er een aardverschuiving in de chemie gaande is. Vier mondiale ontwikkelingen zetten de verhoudingen in de chemische industrie op zijn kop: de inzet van schaliegas in de VS, waardoor energie er vele malen goedkoper is dan in Europa, de ontwikkeling van de omvangrijke Chinese consumentenmarkt, de keuze van landen in het Midden-Oosten om ‘downstream’ te gaan en de groei van onderzoek, kennis en innovatie in Azië. Het oude continent moet oppassen niet ‘insignificant’ te worden, was Fuhrmanns boodschap. Vervolgens wees hij op het VNCI/Deloitte-rapport over de toekomst van de chemische industrie in Noord-West-Europa. Dankzij de bestaande grensoverschrijdende clusters heeft de chemie hier geweldige kansen, constateert het rapport. Europa moet die kansen niet om zeep helpen, want het verdwijnen van de chemische industrie is dramatisch: ze zit aan het begin
van de waardeketen, benadrukte de VNCI-voorzitter. Een van de voorwaarden voor het behoud van een sterke chemische sector is de beschikbaarheid van voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel. Het binnenhalen van ‘toptalent’ was het thema van de bijeenkomst. Vooral door vergrijzing krijgt de chemie tussen nu en 2020 te maken met een toenemend aantal vacatures. Volgens de onderzoekers van DUO Market Research ontstaat er een tekort van bijna twintigduizend mbo’ers, vierduizend hbo’ers en vijfduizend academici. De constatering leidde tot een boeiende discussie tussen zaal en podium. Niet alle vertegenwoordigers van lidbedrijven herkenden zich in de cijfers. Zo werd vastgesteld dat het onderzoek zich beperkt tot de ‘Nederlandse’ cijfers (uitstroom en behoefte worden tegenover elkaar gezet), terwijl de chemische industrie voor vooral hogere functies internationaal werft. Bedrijven werd gevraagd stageplaatsen beschikbaar te stellen en de poorten te openen voor (ouders van) leerlingen, zodat zichtbaar wordt dat de chemie een interessante werkplek is. De overheid werd opgeroepen mogelijke belemmeringen voor innovatieve initiatieven op de arbeidsmarkt uit de weg te ruimen.
Meidendag Van Wijhe
Nieuwe leidraad resultaatgericht werken Tijdens het Opdrachtgeverssymposium is door OnderhoudNL de nieuwe leidraad gelanceerd voor resultaatgericht werken. De nieuwe leidraad geeft de werkwijze weer tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers om samen resultaatgericht te werken. Nadere informatie op www.OnderhoudNL.nl
verf&inkt 28 - 2013
Van Wijhe Verf ontving eind april dertig meiden uit de hoogste groepen van basisschool De Aquarel uit Zwolle. Dat gebeurde in het kader van de vijfde zogenoemde ‘Girlsday’ van VHTO. Girlsday is een internationaal evenement waarbij duizenden meisjes kennismaken met bèta, techniek en ICT. Meisjes in de leeftijdscategorie van tien tot vijftien jaar krijgen zo gelegenheid een kijkje te nemen in bedrijven en instellingen die op dat terrein actief zijn. Onderdeel is een ontmoeting met (vrouwelijke) professionals die in de bètasectoren werken. VHTO noemt zichzelf hét expertisebureau in Nederland op het gebied van meisjes/vrouwen en bètawetenschap, techniek en ICT. Doel van VHTO is de participatie van meisjes en vrouwen
aan bètawetenschap, techniek en ICT in Nederland vergroten. De meisjes werden ontvangen door vrouwelijke medewerkers van Van Wijhe Verf. In het onderzoekslaboratorium werd uitgelegd hoe verf wordt ontwikkeld. Daarna mochten zij zelf aan de slag. Renske Puts, medewerker Afdeling P&O van Van Wijhe Verf, noemt het belangrijk dat juist meisjes jong in aanraking komen met bèta, techniek en ICT. “Ze hebben vaak geen idee wat een technisch beroep inhoudt en kennen zelden technische bedrijven. Girlsday draagt ertoe bij dat het blikveld van meisjes wat betreft opleidings- en beroepsmogelijkheden in bèta, techniek en ICT wordt verruimd en dat zij hun opties voor de toekomst vergroten.”
Registratie Producten met nanomaterialen CEPE heeft een Position Paper uitgebracht met relevante informatie en met een instructie hoe te handelen bij productie/import en distributie in Frankrijk van nanomaterialen c.q. producten met nanomaterialen. De
deadline voor de registratie van producten met nanomaterialen in Frankrijk is 1 juli 2013. Nadere informatie op www.r-nano.fr/?locale=en.
11
interview
Ruud Joosten, nieuwe deco-topman AkzoNobel:
‘Niet heel Europa
over één kam scheren’
Per 1 mei volgde hij Tex Gunning op als deco-topman van AkzoNobel. Nieuw in de functie, niet nieuw in de verfindustrie: al in 1988 werkte hij als marketingmanager voor Sigma Coatings. Nu moet hij de activiteiten van het bedrijf in het kwakkelende Europa stroomlijnen. Maar pas op, waarschuwt Ruud Joosten: “We moeten niet alle Europese landen over één kam scheren. In Rusland en Turkije draaien we uitstekend.”
Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Carrière Joosten: 1988 - 1996 1996 - 2008 2008 - 2011 2011 - 2013 2013 - heden
12
Marketing- en salesmanager Sigma Coatings (nu PPG) Diverse internationale marketing- en managementposities Managing director AkzoNobel Decorative Paints Noord- en Oost-Europa Managing director AkzoNobel Pulp and Performance Chemicals (Göteborg) Lid AkzoNobel executive committee, verantwoordelijk voor Decorative Paints
‘AkzoNobel kiest voor megafabrieken buiten Nederland.’ Aldus het Financieele Dagblad van 28 mei. In twee grote artikelen, waarvan één prominent op de voorpagina, beschrijft de krant de keuze van ’s werelds grootste verffabrikant om het gros van de Europese productiecapaciteit te concentreren in vijf of zes ‘megafabrieken’ buiten Nederland. En dat terwijl AkzoNobel een Nederlands bedrijf is, aldus de berichtgeving. Ruud Joosten is op dat moment vier weken lid van het executive committee, verantwoordelijk voor Decorative Paints bij AkzoNobel. Hij heeft het stuk gelezen en is verbaasd. “Ik snap niet waarom de krant dit als nieuws brengt”, reageert hij. “AkzoNobel heeft al een jaar of vijf geleden de ontwikkeling ingezet naar grotere sites in Europa, met een aantal satellietfabrieken voor specia-
interview
In het FD-artikel spreekt bestuurder Ron Vos van FNV Bondgenoten de vrees uit dat de koerswijziging, zoals het FD het noemt, gevolgen heeft voor de Nederlandse vestigingen van AkzoNobel. Hij maakt zich met name zorgen over de vestiging in Groot-Ammers, waar Flexa- en Sikkensverven worden geproduceerd. Zijn die zorgen terecht? “Ook hiervoor geldt dat het beleid niet anders is dan vijf jaar geleden. Ik kan natuurlijk niets uitsluiten, want ik weet niet hoe de markt zich ontwikkelt, maar dat is in zijn algemeenheid natuurlijk altijd een onzekere factor. Formeel zit ik pas een paar weken op deze plaats, maar ik heb niets gehoord over concrete plannen voor sluiting van Nederlandse vestigingen.
Orde op zaken
listische producten. Het artikel is de bevestiging van een ontwikkeling, niet de melding van iets nieuws.” AkzoNobel heeft in Engeland, Frankrijk en Polen al ‘megasites’ in bedrijf. In het noorden van Engeland is een vierde fabriek in aanbouw. Een vijfde staat in de planning en wordt waarschijnlijk in (of in de buurt van) Turkije gebouwd. Joosten zit nog midden in de fysieke en mentale verhuizing van Zweden naar Nederland. Op 26 april werd hij tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders geïntroduceerd en 1 mei is hij begonnen als opvolger van Tex Gunning en werd hij in het executive committee van AkzoNobel verantwoordelijk voor het bedrijfsonderdeel Decorative Paints. Tot die datum was hij binnen AkzoNobel Specialty Chemicals managing director van Pulp and Performance Chemicals, met standplaats Götenborg in Zweden.
verf&inkt 28 - 2013
AkzoNobel publiceerde half april de cijfers over het eerste kwartaal van 2013. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2012 lag de omzet dit jaar zeven procent lager. Volgens AkzoNobel het gevolg van een zwakke vraag in Europese markten en desinvesteringen. De omzet van Decorative Paints daalde vijf procent, voornamelijk als gevolg van lagere volumes in Europa, prijs-/mixeffecten en valuta-effecten. Door lagere herstructureringskosten en lagere kosten in volwassen markten was het bedrijfsresultaat 43 miljoen euro hoger dan in 2012. De omzet van Performance Coatings daalde drie procent. De desinvestering van Decorative Paints Noord-Amerika werd in april 2013 voltooid. Volgens financieel topman Keith Nichols blijft de economische omgeving “uitdagend” en verwacht AkzoNobel “geen spoedige verbetering in de trends die wij in onze activiteiten waarnemen”. Vooral de situatie in Europa zal niet snel veranderen, aldus Nichols. In China en in Zuid-Amerika groeit de economie weliswaar minder snel dan pakweg twee jaar geleden, maar is er nog steeds sprake van robuuste economische groei, voegde hij toe. AkzoNobel voert het eerder aangekondigde kostenbesparingsprogramma versneld uit en ligt daarbij op schema. Nichols liet weten ervan uit te gaan dat het besparingsdoel van 500 miljoen euro (jaarlijks), al eind dit jaar zal worden gehaald. Met name de verfactiviteiten in Europa worden geherstructureerd. Het persbericht waarmee AkzoNobel Joostens benoeming aankondigde, wijst op zijn ruime ervaring in Decorative Paints. “In zijn nieuwe functie zal hij zich richten op het aanpassen van Decorative Paints aan de uitdagende marktomstandigheden in Europa en op het verder uitbreiden van de aanwezigheid in belangrijke groeimarkten”, aldus het bericht. Onnodig te zeggen dat die groeimarkten zich in Azië en Zuid-Amerika bevinden. In Europa moet, zoals Joosten het uitdrukt, “orde op zaken” worden gesteld. “Europa doet het slecht en binnen Europa doet Nederland het nog
‘De grote uitdaging is om over te stappen op biologische grondstoffen zonder de prestaties van onze producten aan te tasten. Dat accepteren onze klanten niet’ slechter. De oorzaken zijn bekend: weinig nieuwbouw en weinig activiteit op de huizenmarkt.” We moeten echter oppassen heel Europa over één kam te scheren, waarschuwt Joosten. “In landen als Rusland en Turkije draaien we uitstekend.” De nieuwe deco-topman ziet het als zijn opdracht in Europa efficiencyslagen te maken op verschillende gebieden: “Niet alleen op de gebieden productie en logistiek, maar ook ten aanzien van marketing, sales, onderzoek en ontwikkeling.” AkzoNobel heeft gekozen voor grote R&D-centra voor deco in Slough en in Sassenheim. Er zijn geen nieuwe plannen om onderzoek en ontwikkeling op andere plaatsen onder te brengen? “Naast Slough en Sassenheim hebben we nog een groot R&D-centrum in Singapore. Met die drie zijn we behoorlijk in sync met het beleid dat ons voor ogen staat en dat gebaseerd is op minder en grotere fabrieken en grotere R&D-centra. Het lab in Sassenheim wordt momenteel uitgebreid. Wij geloven erin dat mensen van elkaar leren en elkaar inspireren, dus innovatie gedijt volgens ons het beste in grote eenheden.” Op welke innovatieve gebieden wilt u zich vooral richten? “Ik geloof heel erg in verven die directe invloed hebben op de levens van mensen. Om een voorbeeld te noemen: verven die warmte reflecteren. In tro-
4
13
een aantal van deze merknamen zijn verdwenen
maar de harsen en de kwaliteit zijn geBleven!
Bent u op zoek naar deze producten die een nieuwe merknaam heBBen gekregen? dan kunnen wij u helpen. Nuplex biedt haar klanten een uitgebreid productportfolio met kwalitatief hoogstaande harsen. Het is onze passie om voor onze klanten de juiste oplossing te vinden door het ontwikkelen van innovatieve producten, het verstrekken van voortdurende technische ondersteuning en persoonlijke service.
BAyER mERknAAm
PRoDuctgRoEP
nuPLEx mERknAAm niEuw
Desmophen® A
Acrylaat harsen
Setalux D A
Desmophen® A HS
High solid acrylaatharsen
Setalux D A HS
Bayhydrol® B
Copolymeer dispersies
Setaqua B B
Bayhydrol® E
Polyester dispersies
Setaqua B E
Desmophen RD
Polyester polyolen
Setal D RD
Desmalkyd®
Polyurethaan harsen, olie -gemodificeerd
Setal D L
Alkydal®
Alkyd harsen
Setal A
®
wiLt u mEER infoRmAtiE? nEEmt u DAn contAct oP mEt:
Nuplex Industries Limited is a leading global manufacturer of polymer resins. As a global manufacturer and distributor of polymer resins to the
nuPLEx RESinS B.V.
DiStRiButEuR BEnELux
paint and coatings market, Nuplex has 17 production
(hoofdkantoor EmEA)
kEySER & mAckAy
sites located across Australasia, Asia, Europe and
T +31 (0)164 276 406
Leidsegracht 19, 1017 NA Amsterdam
North America. Through its commitment to
F +31 (0)164 276 446
T +31 (0)20 626 33 23
R&D and production excellence, Nuplex consistently
E
[email protected]
E
[email protected]
delivers its customer high quality, innovative products
nuPLEx RESinS gmBH
kEySER & mAckAy
T +49 3493 35 8123
Plaskylaan 144, 1030 Brussel
F +49 3493 35 8111
T +32 (2)735 40 72
Webshop: https://shop.nuplex.com
E
[email protected]
which are sold in over 80 countries worldwide. Via its extensive technology portfolio, Nuplex supplies resins for a wide range of applications including automotive OEM, plastic, vehicle refinish, industrial wood, metal, marine & protective, flooring & construction and decorative coatings. In EMEA, Nuplex’s regional head office is located at its production and R&D facility at Bergen op Zoom in The Netherlands. Additionally, Nuplex has production sites in Bitterfeld, Germany and London in the UK.
interview
pische gebieden kan daardoor de airco een graadje lager. Maar we moeten niet vergeten dat we het niet alleen moeten hebben van innovatie. We moeten ook het bestaande assortiment upgraden en we moeten voldoen aan nieuwe wet- en regelgeving. Dat moeten we niet onderschatten, zeker in Europa met zijn steeds strenger wordende voc- en biocidenwetgeving is dat een belangrijk aspect van ons onderzoeks- en ontwikkelingswerk. Voorlopig zal dat allemaal in ontwikkeling blijven.” Vergeet u niet de transitie naar biobased coatings als belangrijk innovatietraject? “Dat vergeet ik zeker niet. Binnen ons duurzaamheidsbeleid speelt transitie naar biogrondstoffen een belangrijke rol. AkzoNobel heeft de ambitie om elk jaar bij de top drie van de Dow Sustainability Index te zitten en een onderdeel daarvan is de vraag hoe duurzaam ons grondstoffenassortiment is. We zijn daarom constant in gesprek met onze grondstofleveranciers. De grote uitdaging is het om over te stappen op biologische grondstoffen zonder de prestaties van onze producten aan te tasten. Dat accepteren onze klanten niet.” De VVVF heeft eind 2011 in de Roadmap biobased coatings de ambitie uitgesproken om in 2030 de helft van alle verven op de Nederlandse markt op biogrondstoffen te baseren. Is dat voor u een realistische ambitie? “Ja. Daaruit spreekt een langetermijnaanpak en die is noodzakelijk. Die ambitie is haalbaar als de verfindustrie er actief op inspringt. De technische routes zijn daarbij niet de grootste belemmering, want die kennen we wel. Waar het om gaat is het behoud van alle bestaande kwaliteiten. Het is vaak ingewikkelder dan we denken. Bovendien maakt het nogal wat uit of je praat over industriële coatings of decoratieve verf. Je kunt de heavy duty coating voor bescherming van een stalen brug niet vergelijken met muurverf voor een huiskamer, hoewel uiteindelijk ook daarvoor technische routes zullen ontstaan.” De verfindustrie heeft de afgelopen jaren veel last gehad van het hoge prijsniveau en de soms gebrekkige beschikbaarheid van grondstoffen. In 2011 hadden prijsstijgingen een effect van een miljard euro op het resultaat van AkzoNobel. Inmiddels zijn de prijzen gestabiliseerd. Verwacht u nog problemen rond prijs en beschikbaarheid van grondstoffen? “Grondstoffen zijn altijd belangrijk, zeker voor de verfindustrie. Zonder titaandioxide geen witte verf, zo eenvoudig is het. Maar ook voor andere grond-
verf&inkt 28 - 2013
‘Het beleid moet duidelijk zijn en het moet over een langere periode onveranderd blijven’ stoffen geldt dat prijs en aanbod fluctueren. Door de crisis in Europa en de daardoor lagere vraag, verwachten mensen misschien dat de prijs zakt, maar zo zit de wereld niet meer in elkaar. In Azië en Zuid-Amerika is geen crisis en dus ook geen lagere vraag. Daarnaast is de Amerikaanse economie herstellende. Alleen Europa loopt achter. Dus als China een jaarlijkse groei van zes of zeven procent haalt, dan gaan de grondstoffen die richting uit en blijft de prijs hoog.” Nederland doet het binnen het achterblijvende Europa slecht. De verfindustrie heeft op de ‘thuismarkt’ al drie jaar te kampen met achterblijvende afzetcijfers, vooral als gevolg van de ingestorte nieuwbouwen huizenmarkt. Initiatieven om die markten vlot te trekken, hebben niet het beoogde resultaat. Hebt u de oplossing? “Ik woon nog in Zweden, dus ik zie het vanuit de verte. Maar volgens mij gaat het vooral om consistentie in het beleid. Duidelijkheid voor de consument. Er zijn de afgelopen jaren te veel wisselende boodschappen uitgezonden, bijvoorbeeld over de hypotheekrenteaf-
trek. Dat geeft onzekerheid. Het beleid moet duidelijk zijn en het moet over een langere periode onveranderd blijven. Bouwprocessen zijn langdurig en mensen willen weten of een investering rendabel is. En er is wel haast geboden, want de bouw is een belangrijke steunpilaar voor de Nederlandse economie, die al te lang aan het kwakkelen is, zelfs in een Europese vergelijking.” Ligt een deel van de oplossing ook niet bij de banken? Zij voeren momenteel een behoorlijk restrictief beleid als het gaan om de verstrekking van leningen en hypotheken. “De banken zoeken ook duidelijkheid in het politiek en financieel klimaat. Ze zijn een integraal onderdeel van de problematiek.” Tot slot: voordat u naar Zweden vertrok bent u een aantal jaren bestuurslid geweest van de VVVF. Vanuit de grote lidbedrijven klinkt een enkele keer de roep om verdergaande samenwerking tussen de nationale brancheverenigingen in de Benelux. Zou een dergelijke oproep ook uit uw mond kunnen komen? “Toen ik in het bestuur van de VVVF zat, was dat absoluut niet aan de orde. Maar ik heb de afgelopen jaren in de chemie geleefd, dus ik kom er graag op terug als ik helemaal ben bijgepraat. Maar het is duidelijk dat AkzoNobel als belangrijke wereldwijde speler een actieve rol speelt in nationale en internationale brancheverenigingen en daarom internationale samenwerking toejuicht en stimuleert.” •
Verhuizing Ruud Joosten is sinds 1 mei verantwoordelijk voor de afdeling Decorative Paints. Hij heeft in die functie Tex Gunning opgevolgd. Gunning is vanaf juni CEO van TNT Express. Daarnaast is Graeme Armstrong per 1 april vertrokken als lid van het Executive Committee, waarin hij verantwoordelijk was voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Hij is binnen AkzoNobel aan de slag gegaan als managing director Surface Chemistry en regiodirecteur voor Noord-Amerika. Op 1 juli verlaat Marjan Oudeman het concern. Zij gaat aan de slag als voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht. AkzoNobel wil eind 2015 het Nederlandse managementpersoneel hebben samengebracht in een nieuw hoofdkantoor aan de Amsterdamse Zuidas. Dat betekent dat onder meer de kantoren in Amersfoort en Hoofddorp zullen sluiten. De operatie heeft geen directe gevolgen voor de werkgelegenheid maar zal wel tot duidelijke kostenbesparingen leiden, aldus de onderneming. AkzoNobel laat een nieuw hoofdkantoor ontwikkelen door Dura Vermeer. Het gebouw wordt eigendom van de Duitse Union Investment Groep. De bouw is inmiddels begonnen en zal naar verwachting 2,5 jaar duren. Het nieuwe kantoor, waar ongeveer 700 mensen gaan werken, komt vlak bij het huidige hoofdkantoor te staan. AkzoNobel verhuisde in 2007 zijn hoofdkantoor van Arnhem naar Amsterdam en betrok toen tijdelijke kantoorruimte. Ongeveer 450 medewerkers van het chemiebedrijf zullen van werkplek moeten veranderen. Mensen die in Sassenheim en Hoofddorp werken, gaan naar Amsterdam. Medewerkers in Amersfoort gaan dan naar Amsterdam of naar het kantoor in Arnhem.
15
Optimaal voeden van mengers en processen
Automatisch efficiënt
The acknowledged professional chemical distributor!
• Our knowhow is our advantage • Our reputation is our motivation • Our strength are our people
Bax Chemicals B.V. Pieter Kramerstraat 49 Stationsweg 61 1461 AE Zuidoostbeemster 1471 CM Kwadijk The Netherlands Netherlands Tel.: +31(0)299 - 45 Tel. : +31(0)299 - 45 11 11 70 70 Fax: +31(0)299 - 45 Fax: +31(0)299 - 45 1111 71 71
[email protected] [email protected] www.baxchemicals.com www.baxchemicals.com
Bax Adv_0111.indd 1
Voedingssystemen voor mengers : AZO • betrouwbaar • nauwkeurig • economisch Bedrijfszekere en economische oplossingen voor de automatisering van uw grondstoffen en processen.
AZO N.V. Katwilgweg 15 B-2050 Antwerpen Tel. : +32-3-250 16 00 Fax : +32-3-252 90 02
www.azo.be
1/18/11 1:05:16 PM
Uw partner voor kunststof verpakkingen voor: · · · ·
Pigmentpasta Watergedragen autoreparatielak Verf Drukinkt
Zowel standaard standaard potten als speciaalverpakkingen. nagenoeg restloos Zowel potten als leegbare speciaalverpakkingen. Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze 8408 opkijk deop Eurofinish Voor meer informatie en stand voorbeelden 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . www.bema.nl Deltastraat 14, 4301 RC Zierikzee
Tel. +31 111 418807
[email protected]
gastcolumn
Gespot
Energieakkoord SER:
gemiste kans
Niemand beter “We zijn heel kritisch. Niemand wordt er beter van. Eh… in financiële zin dan” (Voorzitter van de stichting Alpe d’HuZes Johan de Waal op Radio 1 op 7 juni op vragen over de besteding van de gelden van de stichting) Hogesnelheidstrein “Dat er stukken trein van de Fyra vielen lag niet aan de trein maar aan de sneeuw. Als er sneeuw ligt mag hij niet harder dan twintig kilometer per uur rijden” (Bedrijfsleider Maurizio Manfellotto van treinbouwer AnselmoBreda n.a.v. vragen op 6 juni) Groenlichtapp “Laatst stond ik naast iemand anders te wachten bij een stoplicht bij een oversteekplaats. Beiden keken we op onze telefoon. Toen zei degene achter ons: ‘Het is al groen geweest hoor. Maar nu weer rood. Er zou eigenlijk een app moeten zijn die zegt wanneer het licht op groen staat. Toen dacht ik: veel gekker moet het niet worden” (Carolien Ligtenberg, architect en coördinator van het Platform Openbare Ruimte, op 7 juni in het Algemeen Dagblad over veranderingen in de publieke ruimte) Total loss “Een depressieve vriend van mij wilde zelfmoord plegen en sprong een paar maanden geleden in de buurt van Roosendaal voor een aanstormende Fyra. Hij kwam er vanaf met twee schaafwonden en een winkelhaak in zijn spijkerbroek, terwijl de Fyra total loss naast de rails stond” (Cabaretier Youp van ’t Hek in NRC Handelsblad van 8 juni) Mannelijke eigenschappen “Ik ben een man die in een huwelijk zijn mannelijke eigenschappen naar voren laat komen en misschien pas ik daarom niet meer in deze maatschappij” (Ondernemer Emile Ratelband in De Telegraaf van 10 juni)
verf&inkt 28 - 2013
Onlangs kreeg ik een eerste versie van het SERenergieakkoord onder ogen en ik zag bevestigd wat ik al vermoedde: een draak van een ambtelijk stuk waarin in onbegrijpelijke crypto-taal afspraken zijn vastgelegd over energie in de gebouwde omgeving. Het stuk - een van de vier deelakkoorden - is wel ambitieus, maar vooral op de heel lange termijn. Doel is de gebouwde omgeving energieneutraal maken in 2050. Dat is over twee generaties. Saillant is dat Urgenda voor de zomer met een rapport en actieplan komt om de gebouwde omgeving al in 2030 energieneutraal te maken. Technisch kan dat namelijk al en snel; het hangt vooral op wilskracht en organisatorisch vermogen. Dit zou hét megaproject van Nederland moeten worden de komende twintig jaar: alle woningen, kantoorgebouwen, scholen, ziekenhuizen en winkels energieneutraal maken. Dat haalt de bouw uit het slop, levert circa 100.000 banen per jaar op en scheelt ongeveer 30 procent in het energiegebruik. Daarnaast levert het een forse reductie in CO2-uitstoot op en verhoogt het de waarde van het vastgoed. Kortom, een geweldige impuls voor de Nederlandse economie en voor het klimaatbeleid. Het SER-energiestuk ademt een heel andere sfeer. Stapje voor stapje wil men de gebouwde omgeving energieneutraal maken. Haaks daarop staat het renovatieprogramma ‘Stroomversnelling’, een Green Deal in voorberei-
ding, dat minimaal 100.000 woningen energieneutraal wil maken in vijf jaar tijd. Deze energiesprong levert schaalvoordelen en bespaart uiteindelijk een hoop geld. Het concept van de ‘energienotaloze’ woning zou een prachtig uitgangspunt zijn voor het verduurzamen van de woningvoorraad in Nederland. Maar dat is het helaas niet in het SER-energiestuk. Onbegrijpelijk dat toch weer is gekozen voor incrementele innovatie in plaats van radicale innovatie. Een gemiste kans. Een ander belangrijk thema is energiebesparing. Hier wil men een grootschalige voorlichtingscampagne starten om de bewustwording van energiebesparing te verhogen. En dat in 2013. De samenstellers gaan voorbij aan het feit dat er al diverse van dit soort grootschalige voorlichtingscampagnes zijn geweest en dat we nu in een geheel andere fase van de energietransitie zitten. We zijn al 40 jaar bezig en veel burgers hebben de stap al gemaakt van bewustwording naar attitude/perceptieverandering en moeten nu de stap maken naar gedragsverandering. Een voorlichtingscampagne als typisch top-down beleidsinstrument past niet meer bij de huidige tijdsgeest. Wie iets aan energiebesparing wil doen, moet dat juist van onderop doen, vanuit een mentale transitie, waardoor beweging ontstaat. Energiebesparing is niet iets tobberigs, maar een inspirerende uitdaging waar iedereen beter van wordt. Energiebesparing moet ‘cool’ worden. Niet door dat als overheid te gaan organiseren, maar door allerlei partijen uit te dagen om mee te doen. Lokale gemeenschappen, sportverenigingen, scholen, corporaties, buurten, wijken, etc. In de vorm van prijsvragen, wedstrijden en iconen. Conclusie is dat het SER-energieakkoord voor de gebouwde omgeving blijft steken in goede bedoelingen, weinig ambitieus is, een ratjetoe aan voorstellen omvat en vooral gebruikmaakt van traditionele top-down instrumenten (convenanten!). Wat mist is de urgentie en een overkoepelende gedachte vanuit een integrale aanpak. Jammer, maar het verbaast mij niet, blijkbaar willen nog niet alle partijen echt aan de bak. • Jan Rotmans, hoogleraar duurzaamheid en transities aan de Erasmus Universiteit
17
De mens achter
Twan Keijsers (verftechnoloog bij Drost Coatings):
‘Ik zoek uitdaging, ook in de verf’ Twan Keijsers, veertiger, zoekt graag grenzen op. Niet alleen sportief, maar ook in zijn werk als hoofd verftechnologie bij verffabriek Drost Coatings in Venlo. ‘Op het moment dat ik ergens geen prikkel in kan vinden, valt de motivatie weg. Dat geldt ook voor verf’, zegt de oudste uit het gezin van een gepensioneerde champignonkweker uit het Noord-Limburgse Horst. De verfwereld zal er in 2030 volslagen anders uitzien. Toch is Drost dan nog altijd van de partij, zo vertrouwt Twan op kennen en kunnen van hemzelf en zijn collega’s. Te k s t : A n t o n S t i g Foto: Pet van der Luijtgaarden Om fit te blijven doet Twan aan triatlons mee. Ook aan uitputtingsslagen zoals de ‘Mud Masters.’ Of aan zoiets als de negentien kilometer lange ‘Viking Run’ in het Gelderse Wijchen. Evenementen met soms zelfs een militair karakter en een hoog baggergehalte, maar die gek genoeg een stijgende populariteit genieten. Met zulke extra zware kilometers en hindernissen in de benen oogt Anthonius Wilhelmus Johannes Maria Keijsers (1965) dan ook afgetraind. Wat geenszins wil zeggen dat hij geen plezier zou beleven aan die vormen van zelfkasteiding. Waarbij, als we Twan mogen geloven, soms zelfs ‘nat’ getijgerd moet worden: als een commando sluipend onder schrikdraad door dat, uiteraard, onder stroom staat. Twan grijnst en neemt alle ongemakken maar op de koop toe. Want hij krijgt er nu eenmaal iets voor terug: voldoening. “Als ik zo’n sportevenement weer tot een goed einde heb gebracht, voel ik me altijd sterker in m’n schoenen staan. Wat zeg ik: gevoelsmatig kan je dan de hele wereld aan. En je blijft er ook nog eens fit bij.”
Climax Meedoen aan een klassieke ‘hele triatlon’ is niet niks. Bij deze wedstrijd wordt een deelnemer geacht in rap tempo een kilometer of 180 te fietsen, bijna vier kilometer te
18
zwemmen, en vervolgens ook nog eens 42 kilometer te rennen. Waar gemiddeld genomen zeker tien tot twaalf uur over wordt gedaan. Iets waarvoor Twan de afgelopen jaren dan ook gefaseerd heeft getraind. Met als climax de dag van de waarheid bij een triatlon in de Oostenrijkse Alpen. Over prikkels en uitdagingen gesproken, zelfs qua wedstrijdlocatie blijkt Twan selectief. “Bij een triatlon in Almere kom je onderweg hooguit een koe of een schaap tegen. In de Alpen is dat wel anders: bergen, vergezichten, prachtig! Hoe aantrekkelijker de omgeving, hoe makkelijker de race!”
Geen premiejager Voor de goede orde: Twan, slaat zichzelf, bescheiden als hij is, nooit op de borst en is al helemaal geen record- of premiejager. Meedoen is belangrijker dan winnen. Over de triatlon in Klagenfurt deed hij bijvoorbeeld twaalf uur. Terwijl je daar maximaal zeventien uur over mocht doen. Om zijn verplichtingen thuis en de qualitytime zo efficiënt mogelijk in te delen, hebben de ‘hele’ triatlons intussen plaats gemaakt voor halve triatlons. Maar ook halve triatlons, vergen de nodige training. En dus ook tijd. Twan prijst zichzelf daarom gelukkig dat zijn vrouw en twee kinderen van zestien en bijna achttien onvoorwaardelijk
achter hem en zijn hobby staan. ‘Extra trainingstijd voor niks’ pakt hij mee door simpelweg op de fiets naar zijn werk te gaan. Tenminste, als hij geen zakelijke verplichtingen buitenshuis heeft. Dat bijna dagelijkse ritje van nog geen twintig kilometer ervaart hij als ‘de prettigste uitlaatklep die je je kunt voorstellen.’
Vo o r e e u w i g i n H o r s t Keijsers, van huis uit katholiek, werd in 1965 in het tuinbouwmekka Horst geboren. Een plaats waarin hij alleen al vanwege alle roots en dwarsverbanden ‘voor eeuwig geboren en getogen zal blijven.’ Twan was de oudste van het gezin Keijsers. Hij noch zijn twee broers hadden trek in een bestaan als champignonkweker, zoals hun vader. “Onze ouders zijn daar altijd heel eerlijk in geweest”, blikt Twan terug. “De champignonteelt in deze streek heeft goede jaren gekend, maar op het moment dat de branche aan verandering onderhevig was, hebben wij daar een eerlijk en duidelijk advies in meekregen: dat we beter wat anders konden gaan doen. De kwekerij is dan ook verkocht. En de branche is veranderd, in negatieve zin zelfs.” Aan ooms en tantes moet het de gebroeders Keijsers in hun jeugd in Horst in elk geval niet hebben ontbro-
De mens achter
“Bij een triatlon in Almere kom je hooguit een koe of een schaap tegen. In de Alpen is dat anders: bergen, vergezichten, prachtig! Hoe aantrekkelijker de omgeving, hoe makkelijker de race.”
ken. Twans moeder (ook uit Horst) kwam bijvoorbeeld uit een gezin van maar liefst 21 kinderen (van één en dezelfde vader). Twans vader deed daar afkomstig uit een katholiek nest uit het naburige Heesch met een totaal van twaalf broers en zusters getalsmatig zeker niet veel voor onder. “Aantallen waar je je tegenwoordig misschien geen voorstelling meer bij kunt maken. Alleen als je daadwerkelijk teruggaat naar die tijd van toen”, vermoedt Twan. “Behalve het verhaal van de pastoor denk ik dat het toch ook een manier was om te overleven. Zeker in een tuinbouwgebied met arbeidsintensieve teelten waar helpende handjes nodig waren. Waarbij ik me voorstel dat vader of moeder de boel ook als een soort managers moesten zien te bestieren. Inclusief het delegeren van taken, waarbij een oudere vaak de zorg op zich nam van een jongere.”
Als laborant ingelijfd Als jong teken- en schildertalent had Twan wel iets met het vak decoreren en koos daarom voor de vierjarige mbo-opleiding Verftechnologie op het Sint Lucascollege in het naburige Boxtel. “Aanvankelijk meer vanuit de decoratieve dan vanuit de beschermtechnische sfeer van verf”, aldus de student, die later
verf&inkt 28 - 2013
ook andere eigenschappen van verf ontdekte toen er meer chemie om de hoek kwam kijken. Zeker toen hij zijn kennen en kunnen op hbo-niveau kon brengen met aanvullende cursussen bij SBC, nu Elsevier. Kennelijk gespot als ‘talent’, werd Keijsers na het behalen van zijn mbo-diploma door de toenmalige directeureigenaar van de Noord-Limburgse verffabriek Drost – Jan Drost, toen toevallig ook schoolbestuurder van het Lucascollege – als laborant ingelijfd. Een stap waarvan hij meer dan 25 jaar na dato – hij was 22 toen hij bij Drost begon – nog altijd geen spijt heeft. Zeker nu hij na diverse wisselingen van de wacht op het vijf man sterke laboratorium halverwege de jaren 90 zelf de kans heeft gekregen om de verffabriek als hoofd verftechniek samen met al zijn naaste collega’s mede richting te geven. “We kennen hier totaal geen hokjescultuur. Daardoor kun je hier overal induiken. Altijd leuker dan eenzijdig bezig te moeten zijn.”
Nieuwe uitdagingen Bij Drost, in het vroege verleden al verantwoordelijk voor de ‘eerste’ watergedragen polyurethaanlakken die als ‘doorbraak’ werden bestempeld, ziet Keijsers inmiddels veel meer nieuwe uitdagingen. Met
de introductie van een nieuw kleurenmengsysteem dat recent in gang is gezet, moet de fabrikant ‘voorlopig voor nu’ weer jaren vooruit kunnen, is Twans overtuiging. Ook in de ontwikkeling van biobased verfproducten, het vervangen van fossiele in nietfossiele grondstoffen, ziet hij volop perspectief en uitdaging. Zowel in lakken voor de strekkende, als in moderne muurverven voor de vierkante meters. Vooral in laatstgenoemd segment is Drost van huis uit al ‘ijzersterk.’ Onzekere factor daarin is en blijft de politiek, denkt Twan. Mee blijven doen aan de verschillende VVVF-issuegroepen ziet hij dan ook als ‘onontbeerlijk.’ “Daardoor zit je relatief dicht bij het vuur. Op het moment dat vanuit de politiek een actie, of een beweging wordt ingezet, weet je in elk geval al meer. Ook hoe je daar als bedrijf eventueel op moet anticiperen. Wij doen daar dan ook zeker ons voordeel mee. Belangrijk, want juist kleinere bedrijven kunnen zich geen misstap veroorloven als het om productontwikkeling gaat. Neem je risico’s met stoffen die het politiek uiteindelijk toch niet (gaan) halen, werk je voor niets en trek je aan een dood paard.”
19
verf & Arbeidsvoorwaarden
Cao-akkoord in moeilijke tijden Branche in crisis wil aantrekkelijk blijven
De verf- en drukinktindustrie heeft een nieuwe cao. Het akkoord gaat vooral over geld. Bonden en werkgevers spraken daarnaast af voor het eind van het jaar vaart te maken met sociale innovatie. Voorzitter Marlies van Wijhe van de onderhandelingsdelegatie is tevreden met het resultaat. “Enerzijds maken de bedrijven zware tijden door, aan de andere kant willen we een aantrekkelijke branche zijn en blijven, ook voor de mensen die er werken.” Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Na drie onderhandelingsronden werd vorige maand het arbeidsvoorwaardenoverleg afgesloten met een onderhandelingsresultaat (zie kader). Medewerkers in de verf- en drukinktindustrie krijgen er 1,5 procent bij. Bovendien wordt de tijdelijke extra pensioenafdracht door werkgevers tot 1 juni 2014 voortgezet. De overlegpartners legden het akkoord neutraal voor aan de beide achterbannen. Die hebben inmiddels in meerderheid ingestemd met het resultaat. De cao heeft een looptijd tot 1 juni 2014. Oud-VVVF-voorzitter Marlies van Wijhe was voorzitter van de werkgeversdelegatie. Met haar een korte terugblik op de onderhandelingen. Tevreden met het resultaat? “Ik zou natuurlijk liever zeggen dat het hartstikke goed gaat in de branche. Dan konden we over andere getallen praten, maar het is gewoon niet anders. Er waren goede argumenten om op de nullijn te gaan zitten en de bonden snapten dat heel goed. Het is gewoon jaar op jaar erg slecht. Dit voorjaar kwam daar nog het bar slechte weer bij. Illustratief was het dat het tijdens de onderhandelingsronden voortdurend regende. Ik ben blij dat het in juni beter is geworden en ik hoop dat het zes weken zo blijft, zodat we in elk geval het werk dát er is, niet verliezen.” Beter schilderweer wil toch niet zeggen dat dan de markt opeens aantrekt? “Nee, natuurlijk niet, maar als je iets niet kunt doen vanwege het weer, ben je het gewoon kwijt en moet je
20
maar zien dat je het een volgend jaar krijgt. Ik geef niet graag het weer de schuld van de ellende, maar deze keer speelde het zeker een meer dan normale rol.” De verfindustrie zit al drie jaar in de min. Er zijn sinds 2008 1.200 banen verdwenen. In veel bedrijfstakken zou dat een argument zijn om de hand op de knip te houden. “Dat klopt, maar onze medewerkers zitten ook met een problemen. Die zien ook dat alles duurder wordt dankzij de hogere btw en die worden ook geconfronteerd met lastenverzwaringen. Dat zorgt ervoor dat we in een eigenaardige spagaat zitten. Enerzijds maken de bedrijven zware tijden door, zeker als ze afhankelijk zijn van de bouw en de woningmarkt, aan de andere kant willen we een aantrekkelijke branche zijn en blijven, ook voor de mensen die er werken. We geven hiermee aan dat we toekomstgericht zijn en dat we een leuke branche zijn om in te werken als de conjunctuur straks aantrekt. Ondanks het feit dat we overal saneringen zien. We hebben tijdens de onderhandelingen steeds gezegd dat de continuïteit van de bedrijven vooropstaat en dat het belangrijk is dat we flexibiliteit behouden. Continuïteit vul je voor een deel in door de mensen die er werken een interessante job te bieden met een goed salaris, want je wilt niet dat ze om die reden weglopen. Naar die balans zijn we steeds op zoek geweest.” Het akkoord gaat vooral over geld; er is niets afgesproken over sociale innovatie, een onderwerp dat al een paar jaar op de agenda staat.
“Een van de redenen waarom het al zo lang op de agenda staat, is dat we niet de juiste vorm en de rust konden vinden om erover te praten. De grote winst van deze onderhandelingsronde is dat we het akkoord beperkt hebben tot afspraken over de financiële kant van de zaak. Daarnaast hebben we afgesproken dat we separaat gaan praten over onderwerpen die vallen onder sociale innovatie. We gaan er nu keihard aan werken. Er is een werkgroep in het leven geroepen en de bezetting ervan is geregeld. Er staat iets in de cao over geld, maar eigenlijk is er iets belangrijkers afgesproken.” Welke onderwerpen komen dan op tafel? “Zowel de bonden als wij zijn van mening dat verschillende onderwerpen in het arbeidsvoorwaardenboekje mogen worden afgestoft. Daar gaan we nu, zonder de druk van cao-overleg op onze nek, naar kijken, indien nodig met de benen op tafel. De insteek is dat we de branche ook op sociaal vlak beter toesnijden op de toekomst.” Een grotere flexibiliteit is eerder genoemd als onderwerp. En verder? “We gaan onder meer kijken naar het loongebouw. Dat is erg verouderd.” Sociale innovatie is al lang een werkgeverswens. Zijn er nu termijnen afgesproken? “We kunnen niets afdwingen, maar de intentie is uitgesproken om in elk geval voor 1 januari 2014 een
verf & Arbeidsvoorwaarden
Marlies van Wijhe: “Er waren goede argumenten om op de nullijn te gaan zitten en de bonden snapten dat heel goed.”
aantal zaken helder te krijgen en, als het even kan, ook per die datum in te voeren. We zijn niet uit elkaar gegaan met de vage toezegging dat we er de komende jaren nog eens over gaan praten.” Zowel de bonden als de VVVF hebben het onderhandelingsresultaat neutraal voorgelegd aan hun achterbannen. Wat wil dat zeggen? “Je kunt er op zijn minst uit aflezen dat het zware gesprekken zijn geweest. We hebben drie ronden aan tafel gezeten, dat is niet weinig.”
Een paar jaar geleden was de verhouding tussen werkgevers en bonden erg kil. Het overleg lag zelfs heel lang stil. Hoe was de stemming deze keer? “Ik denk dat we stevig hebben onderhandeld op basis van de feitelijke situatie in de bedrijfstak en dat we elkaar niet de tent hebben uitgevochten. Ik heb van mijn vader geleerd dat je van alles kan zeggen, maar dat je de sfeer goed moet houden. Dat lukt niet altijd, maar ik heb de indruk dat het deze keer gelukt is. We weten allemaal dat we weleens lange tijd met kwaaie koppen tegenover elkaar hebben gestaan. Misschien heeft die kennis eraan bijgedragen dat we dat deze keer wilden voorkomen. Je zoekt zoiets geen van beiden op en deze keer was het gelukkig ook niet nodig.” Is er nog iets opvallends overeengekomen? “We hebben het in het verleden gehad over het aannemen van mensen met een handicap. Er is nu overeengekomen dat de bedrijfstak vijf mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt een vaste baan gaat bieden. Vijf is misschien niet veel, maar het is een begin. Noem het een stukje bewustwording in de branche.” •
Cao-naam
Cao Bereide Verf- en Drukinktindustrie (ook bekend als CAO VVVF)
Looptijd
Looptijd van een jaar: 1 juni 2013 tot en met 31 mei 2014.
Loonmutaties
Loonsverhoging per 1 juli 2013 van 1,5 procent.
Arbeidsvoorwaarden
• Extra pensioenpremie van 0,5 procent blijft voor rekening van de werkgever voor de looptijd van de cao. • Scholing – in de cao worden de teksten aangepast, waardoor diplomatoeslag ook gegeven moet wor den als werknemers niet alle modules van de cur sus vakman heeft doorlopen. Ook kan werknemer zelf met initiatief komen om een scholing te volgen. • Een werkgroep gaat een nieuw loongebouw uit werken, in te voeren per 1 januari 2014. • Werkgevers hebben de intentie om vijf mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
Advertentie
Innovatie door kennis! CL ASSIFICAT MEUBELL AKKEIEN SHR biedt technologische ondersteuning bij alle aspecten van het afwerken van meubels en interieurbouwelementen.
HECHTING KRASVASTHEID
Als onafhankelijke partner voor productontwikkeling, advisering, testen en schadeexpertise maakt SHR op projectbasis een modern laboratorium voor u toegankelijk. Onze medewerkers ontsluiten ruime expertise op het vlak van bestaande toepassingen en kennis van nieuwe ontwikkelingen voor u. Voor specifieke vragen en productvergelijk kunnen op maat testprocedures worden ontwikkeld.
STOOTVASTHEID SLIJTVASTHEID VOCHTIGE WARMTE DROGE WARMTE COLD-CHECK TEST VERKLEURING CHEMICALIËN- RESISTENTIE DOORBLOEDEN VERLIJMING
Impact
Bloeden
Microscopie
SHR Nieuwe Kanaal 9b | Postbus 497 | 6700 AL Wageningen Tel: (+31) 0317 467 366 | Fax: (+31) 0317 467 399 |
[email protected] | www.shr.nl
KLEUR EN GLANS MICROSCOPIE
Verf & milieu
Nieuwe stap in duurzaamheidsstreven
Verfindustrie gaat eco voetafdruk berekenen De verfindustrie zet een nieuwe stap op de weg naar duurzaamheid. CEPE, de koepelorganisatie van de Europese verfindustrie, heeft een databank en een webapplicatie ontwikkeld waarmee de ecologische voetafdruk van verf kan worden vastgesteld. VVVF-bestuurder Kees Mylanus bestempelt het initiatief als “een belangrijke stap van theorie naar praktijk”.
Bouwbesluit 2013 Sinds 1 januari 2013 moet conform het Bouwbesluit 2012 bij elke omgevingsvergunningsaanvraag voor nieuwbouwwoningen en kantoren boven de 100 m2, een milieuprestatieberekening materialen bijgevoegd worden. De berekening moet voldoen aan de SBK-Bepalingsmethode Milieuprestatie gebouwen en GWW-werken (inclusief de Nationale Milieudatabase). Het Bouwbesluit 2012 stelt nog geen grenswaarde aan de milieuprestatie. Dat is vooral bedoeld om de bouw gelegenheid te geven ervaring op te doen en te laten wennen in het stellen van milieuprestatie-eisen aan gebouwen en bouwwerken.
22
Tientallen R&D-medewerkers uit de verfindustrie waren op 4 juni verzameld in het Veerhuis in Nieuwegein om informatie op te doen over de door CEPE ontwikkelde LCI-database en een zogenoemde Eco Footprint Tool. De database bevat informatie over de milieu-aspecten van een kleine 300 grondstoffen die veelvuldig in de verfindustrie worden toegepast. De footprint tool is een webapplicatie waarmee de ecologische voetafdruk van een verfproduct kan worden vastgesteld. Het programma is vanaf deze maand beschikbaar voor bedrijven die zijn aangesloten bij de VVVF. CEPE, de koepelorganisatie van de Europese verfindustrie, is een aantal jaren geleden begonnen met het initiatief omdat, zoals CEPE-directeur Jan van der Meulen het uitdrukt, “de verfindustrie haar eigen ecologische voetafdruk moet kunnen begrijpen en moet kunnen managen”. De verfindustrie in Nederland loopt, samen met de industrie in Frankrijk en Duitsland, internationaal voorop in het werken aan duurzaamheid, aldus de CEPE-directeur. “Ondanks de crisis zal duurzaamheid een rol blijven spelen”, verwacht hij. “Hoewel verf in volume een klein deel uitmaakt van een bouwwerk of industrieproduct, speelt het een belangrijke rol in het duurzaamheidsvraagstuk.”
Zo eist het Bouwbesluit 2012 sinds 1 januari 2013 een berekening van de milieuprestatie van een bouwwerk over de gehele levenscyclus.
Cradle to grave Bij de inventarisatie en de ontwikkeling van de webapplicatie werkte CEPE nauw samen met Ecomatters, een in meetbare duurzaamheid gespecialiseerd adviesbureau. Partner Max Sonnen van Ecomatters: “We hebben grondstoffen verzameld en productieprocessen geanalyseerd. Die informatie hebben we in een database gestopt en verwerkt in een tool. De gebruiker kan op eenvoudige wijze zijn formule inbrengen en met een paar muisklikken de ecologische voetafdruk van het desbetreffende product aflezen.” Voor de duidelijkheid: Sonnen praat over de voetafdruk van verf tot het moment waarop het product de fabriekspoort verlaat. Handelingen die op de productie volgen voor een bouwdeel, zoals transport en applicatie, tot aan de afvalfase, zijn er niet in verwerkt. In de toekomst wordt de applicatie mogelijk uitgebreid zodat de voetafdruk van cradle to grave van een bouwdeel kan worden vastgesteld. Sonnen hoopt dat nationale branche-organisaties
Verf & milieu
Mylanus: “De volgende stap is verificatie”
en individuele bedrijven die uitdaging oppakken. Hij wordt in die wens gesteund door Gerben Dijkstra. “Uiteindelijk moeten we toe naar een traject waarin we de voetafdruk van cradle to grave vaststellen”, zegt de stafmedewerker Duurzaamheid van de VVVF.
Eerste stap Directeur Kees Mylanus van KEIM Nederland is bestuurslid en voorzitter van de issuegroep Duurzaam Ondernemen van de VVVF. Hij noemt het belangrijk dat duurzaamheid in de verfindustrie na vier jaar onderzoek en overleg in de fase van toepassing komt. “Het berekenen van de voetafdruk is daarbij een eerste stap”, benadrukt hij. “De volgende stap is verificatie van de gemeten footprint door een certificerende instelling. Als dat proces is doorlopen heb je een zogenoemde Environmental Product Declaration, een EPD oftewel een milieu product verklaring, een middel om kwalitatief goede informatie te communiceren over de milieuprestaties van een product. De gegevens van een EPD kunnen worden opgenomen in de Nationale Milieudatabase van de Stichting Bouwkwaliteit. Op grond van de informatie in de milieudatabase kan de milieuprestatie van materialen en uiteindelijk hele gebouwen worden
verf&inkt 28 - 2013
Van der Meulen : “…de verfindustrie moet haar eigen ecologische voetafdruk kunnen begrijpen en managen…”
uitgerekend. Ook voor verf, hoewel slechts een klein onderdeel van een gebouw. Het zijn allemaal stappen in het duurzaamheidsproces en de NL-verfindustrie zit op dat gebied in de kopgroep.” De markt zal steeds vaker vragen om milieuclassificaties van gebouwen en producten, is Mylanus’ overtuiging. “Sinds 1 januari kennen we de verplichting om milieudata aan te leveren voor gebouwen. Zodra belangrijke bouwopdrachten gewonnen of verloren worden op basis van milieuprestatie, zal het belang toenemen.” De workshop in Nieuwegein werd goed bezocht door vertegenwoordigers van grote bedrijven, die de gelegenheid kregen met de webapplicatie te stoeien. De opkomst van kleinere verffabrikanten viel Mylanus wat tegen. “Ik hoop dat kleine verfbedrijven er ook mee aan de slag gaan”, zegt hij. “Ik weet dat de verfindustrie in deze crisistijd ook andere problemen aan haar hoofd heeft, maar dit is wel een onderwerp dat je tot je moet nemen.” Hij doet een beroep op de schildersbranche om, in navolging van het convenant over duurzaam onderhoud, mee te denken over een methode om de voetafdruk van verf na het verlaten van de fabriekspoort te berekenen, zodat het hele traject in kaart gebracht kan worden. •
‘Uiteindelijk naar traject waarin we voetafdruk van cradle to grave vaststellen’ Milieu product verklaring Een milieu product verklaring (EPD) is een standaard- (ISO 14025/TR) en LCA-gebaseerde toepassing om de milieuprestaties van een product of systeem te communiceren en is wereldwijd toepasbaar voor alle geïnteresseerde partijen. Een EPD is gebaseerd op de LCA van een product, maar ook classificatie en labellen en toxiciteit worden meegenomen. Het maken van een EPD is vrijwillig en het doel is om kwalitatief goede informatie te communiceren over de milieuprestaties van een product.
23
Verf & cultuur
Hoe Sikkens hofleverancier van het Rijksmuseum werd
‘Vooral die bijna zwarte verf is een echte hit’ Restauratie en renovatie, daar draaide het de afgelopen jaren allemaal om bij het Rijksmuseum in Amsterdam. Door de verf voor het restauratiewerk te sponsoren, wist Sikkens (onderdeel van AkzoNobel) ook hofleverancier te worden van het Rijksmuseum voor het volledige renovatieschilderwerk. Zo’n 8.000 liter verf verder staat het museum er weer gelikt bij. Te k s t : M a r l o e s H o o i m e i j e r Atrium, 2012. Foto: Pedro Pegenaute
Nachtwachtzaal, 2013. Foto: Iwan Baan
“De Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL) had als opdracht de uitbundige decoraties uit 1885 van architect Pierre Cuypers in oorspronkelijke kleuren te herstellen”, zegt Fred van den Heuvel van Sikkens, die als projectleider de afgelopen zeven jaar zo ongeveer in het Rijksmuseum ‘woonde’. En bij dat herstel kon SRAL de kleurexpertise van Sikkens, waarmee ze bij andere restauraties al had samengewerkt, goed gebruiken. “Maar budget was er onvoldoende, dus was de vraag of we het materiaal wilden sponsoren. Het Rijksmuseum als opdrachtgever, welke verfleverancier wil dat nou niet? We hebben samen met SRAL zestig authentieke Cuypers-kleuren opnieuw vervaardigd en hebben zo’n 800 liter verf in die kleuren geleverd. Allemaal om niet. Maar bij de eregalerij staat nu wel een bordje met ‘Cuypers colours by Sikkens’. Fantastisch, toch?”
Universeel verfsysteem En dat is nog lang niet alles, want terwijl restaurateurs van SRAL met de nieuwe oude kleuren aan de slag konden om de decoraties in de eregalerij en de voorhal – ‘het priegelwerk’ – in ere te herstellen, zat Sikkens alweer om tafel met architecten, aannemers en de directeur om te praten over het renovatieschilderwerk. Wél betaald! “We hebben een verftechnisch advies gemaakt voor de houten kozijnen, de deu-
24
ren, gewelven en wanden, en voor enkele vloeren.” Sikkens maakte een verfpalet met de acht donkere, matte renovatiekleuren die de architecten hadden uitgekozen. De uitdaging was volgens Van den Heuvel om voor de veelheid aan verschillende ondergronden een zo universeel mogelijk verfsysteem te maken (zie kader). “Je wilt de schilders niet met een hele apotheek aan verven opzadelen. Gelukkig waren het veel minerale ondergronden, zoals gips en steen, die je goed kon voorbehandelen met een voorstrijkmiddel of primer.”
Grootste complicatie De ‘grootste complicatie’ deed zich voor toen de wanden van de expositiezalen waren geschilderd. “In sommige zalen bleef de wandconstructie zichtbaar door de eindlaag heen, wat werd versterkt doordat de gebruikte verf extreem donker en extreem mat was.” Er werd een stukadoor ingevlogen en de glad gemaakte wanden kregen een nieuwe lik verf. Museumdirecteur Pijbes had inmiddels ook besloten dat de bijna zwarte wandkleur in sommige ruimtes – tegen de wil van de architecten in – een tintje lichter moest worden. Ook hiervoor leverde Sikkens nieuwe verf, die over het stucwerk werd aangebracht. In totaal is er ongeveer 8000 liter verf voor het renovatieschilderwerk binnen en buiten gebruikt. Een andere complicatie was de wens van het Rijksmu-
Verf & cultuur
17e eeuw, 2013. Foto: Iwan Baan
Voorhal, 2012. Foto: Jannes Linders
seum dat ook daar waar oude decoraties niet in oude staat werden hersteld, dit in de toekomst wel mogelijk moest zijn. Kortom: simpelweg overschilderen was geen optie. Speciaal voor het museum ontwikkelde Sikkens samen met VanDerVeen Consult een reversible muurverfsysteem, geschikt om over te schilderen maar ook weer van onderliggende decoraties te verwijderen. “De kalkgipscombinatie met celluloselijm maakt het tot een afwasbare verf. De testen bewijzen dat het werkt, al zie ik het nageslacht niet zo snel met water in de weer gaan om de lagen verf te verwijderen: dat wordt monnikenwerk.”
Rijksmuseumpalet Het museum staat nu van alle kanten mooi in de verf, maar wie denkt dat Van den Heuvel in een zwart gat is gevallen, heeft het mis. “De nasleep levert me nog genoeg werk op. We krijgen telefoontjes en mailtjes uit de hele wereld, laatst nog uit Brazilië: waar ze de verf van het Rijksmuseum konden kopen? Vooral die bijna zwarte verf is een echte hit.” Binnenkort komt er zelfs een speciaal Rijksmuseumpalet op de markt met de belangrijkste kleuren van de architecten: de hoofdkleuren en enkele veel gebruikte restauratiekleuren. “De kleuren uit dat palet zijn straks te koop bij iedere winkel met een Sikkens-mengmachine.” •
verf&inkt 28 - 2013
Toegepaste verfsystemen Buiten (uitgevoerd door schildersbedrijf Hoogstraten uit Haarzuilens): Sikkens Rubbol SB Plus Binnen (uitgevoerd door schildersbedrijf Van Vonderen uit Bergeijk en Lufatane uit Nederhorst den Berg): Sikkens Rubbol BL Satura op houten kozijnen en deuren Redox BL Forte op staalwerk Sikkens Alphacryl Mat op wanden Sikkens Alphatex SF op plafonds en voor de decoraties
25
Verf & markt
Technisch mogelijk, economisch haalbaar
Niets staat
verfrecycling
in de weg
Per jaar verdwijnen duizenden liters ongebruikte verf in de verbrandingsoven van de afvalverwerker. Dat kan beter, vindt de verfindustrie. Onlangs werd onderzoek afgerond naar de technische en economische mogelijkheden om verfrestanten te hergebruiken. De conclusie: niets staat verfrecycling in de weg. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden Vorig jaar september kondigde Verf&Inkt de komst aan van verf waarvan een deel bestaat uit de (opgewerkte) restanten uit halflege verfblikken. In elke schuur en elke kelder zijn ze te vinden, schreven we: blikken met resten niet-gebruikte verf. Ze blijven staan om ooit nog eens gebruikt te worden, maar als het slecht gesloten blik op een dag wordt geopend, blijkt de verf een uitgedroogde substantie of is de inhoud beschimmeld. En dus blijven ze staan, op die plank, tot de dag van de grote schoonmaak. Dan worden ze verzameld en naar het gemeentelijk milieudepot gereden. Vervolgens worden ze vernietigd en dienen ze als brandstof voor de vuilverbrandingsoven. Daar leveren ze nog een beetje energie op, maar erg duurzaam is het proces niet. En zeker geen cradle-to-cradle. Een in opdracht van de VVVF door de Interfacultaire Vakgroep Milieukunde (IVAM) van de Universiteit van Amsterdam en de Chemiewinkel Amsterdam uitgevoerde life cycle analysis (lca) bracht aan het licht dat recycling van verfrestanten leidt tot een ruim 70 procent lagere milieubelasting ten opzichte van de bestaande productiemethoden. Uit milieu-oogpunt is hergebruik van de verfrestanten uit kelders en schuren dus zeer profijtelijk, concludeerde het artikel, dat eindigde met een vraag: waar het nu om gaat is de vraag of recycling van verfrestanten rendabel is, of de kwaliteit van gerecyclede verf voldoende is en of de markt het
26
product omarmt. Daarop zijn inmiddels antwoorden. In het buitenland is het hergebruik van verfrestjes al langer gebruik. In Canada is het merk Boomerang ruim vijftien jaar op de markt. Boomerang wordt in zestien standaardkleuren gemaakt op basis van niet-gebruikte verven en verfrestanten en vindt er zijn weg naar de particuliere schilder. Ook in de Verenigde Staten is een begin gemaakt met recycling. In de staat Oregon is het inzamelen van oude verf en verfresten voor hergebruik of - als dat niet mogelijk is - verantwoorde afvoer, bij wet geregeld. De staat hoopt op deze wijze jaarlijks twee miljoen liter verf terug te halen. Als de maatregel zijn vruchten afwerpt zullen andere staten het voorbeeld van Oregon volgen. Californië heeft dat besluit al genomen. Onder de naam PaintCare hebben fabrikanten en overheid de handen ineengeslagen en is een inzamelingssysteem in het leven geroepen dat particuliere consumenten en beroepsschilders in staat stelt hun verfresten in te leveren. De fabrikanten zorgen vervolgens voor ‘verantwoorde verwerking’. Om het systeem te laten draaien betalen particulieren en beroepsschilders een kleine toeslag.
Bevindingen positief In Nederland wordt jaarlijks 60.000 ton watergedragen muurverf afgezet. Naar schatting 10.000 ton daarvan blijft achter in halflege blikken in de schuur of in de
Verf & markt
‘10.000 ton aan halflege blikken in schuren en kelders’
Pille (VVVF): “Bevindingen zonder meer uiterst positief”
kelder. Begrijpelijk: niemand koopt te weinig verf. De meeste particulieren blijven dus zitten met een hoeveelheid ongebruikt product. Uiteindelijk, als de schuur wordt opgeruimd, gaan die restanten via de lokaal actieve afvalinzamelaar de verbrandingsoven in. Een derde deel, zo’n 3.500 ton, zou geschikt zijn voor hergebruik. Om de haalbaarheid te toetsen is de afgelopen maanden een technische analyse uitgevoerd door afvalverwerker Sita, in samenwerking met vertegenwoordigers uit de industrie. Dat gebeurde onder begeleiding van de Werkgroep Business Case Verfrestanten van de VVVF, bestaande uit vertegenwoordigers van PPG, AkzoNobel, Ursa Paint, afvalverwerker Sita en het VVVF-bureau. Voorzitter was VVVF-bestuurder en KEIM-directeur Kees Mylanus. Projectleider was Cees Pille (VVVF). De werkgroep moest onderzoeken of het hergebruik van verfrestanten technisch en bedrijfseconomisch haalbaar was. Volgens Pille waren de bevindingen, zowel ten aanzien van de techniek als van de economische haalbaarheid, “zonder meer uiterst positief”. “Bij Sita is bruikbare verf geselecteerd voor monsters. Oplosmiddelhoudende verf is verwijderd en de monsters zijn gecontroleerd op kleur, verontreiniging, schimmelvorming, bodemkoek en de kwaliteit van de latex. Het bleek redelijk eenvoudig om bruikbare verf
verf&inkt 28 - 2013
te selecteren. Na de selectie hebben de drie producenten uit de werkgroep technische criteria opgesteld waaraan de monsters minimaal moesten voldoen om als grondstof te kunnen worden toegevoegd aan nieuwe verf. Dat waren eisen ten aanzien van dichtheid, viscositeit, vaste-stofgehalte, VOS-gehalte, fijnheid, ph-waarde, kleur, dekking, CMR-stoffen en bacteriële besmetting. De algemene kwaliteit van de verf was boven verwachting goed.”
Hobbel Op basis van de specificaties heeft Sita een calculatie gemaakt. Om niet in strijd met de Mededingingswet te handelen heeft de afvalverwerker op individuele basis met de bedrijven uit de werkgroep over de prijs gesproken. Alle bedrijven kwamen tot de conclusie dat de business case technisch en bedrijfseconomisch haalbaar is. Pille: “Eigenlijk is er nog maar één hobbel. Voor de wetgever is er een juridisch verschil tussen afval en een grondstof. We hebben dat bij de overheid aangekaart en daarop is zeer alert gereageerd. De juridische status is nu of binnenkort aangepast. Dat heeft nogal wat voordelen. Als het niet gebeurt moet elk bedrijf zijn milieuvergunning aanpassen. Dat kost tijd en geld en zou dus een rem op de voortgang van het initiatief
betekenen. Een andere hobbel is de economische situatie. Het is begrijpelijk als bedrijven op dit moment een beetje terughoudend zijn. Aan de andere kant kan het helpen om de problemen rond beschikbaarheid en prijs van grondstoffen het hoofd te bieden.” Pille spreekt de hoop uit dat in de loop van dit jaar het eerste product op de markt zal verschijnen. Anders dan in Canada zal dat geen verf zijn die onder een gezamenlijke merknaam zal worden gepresenteerd: elk deelnemend bedrijf zal zijn eigen marketingstrategie kiezen. Het zal ook geen verf zijn die 100 procent hergebruikt is. Naar verwachting zullen fabrikanten tien tot twintig procent hergebruikte grondstof aan hun nieuwe verf toevoegen. Dat lijkt misschien teleurstellend, maar het gaat, zoals werkgroepvoorzitter Mylanus vorig jaar liet optekenen, om het doel: “We hergebruiken verfrestanten, die daardoor niet in het milieu komen en waardoor we de ecologische voetafdruk van onze producten verminderen.” Pille: “Ik hoop dat bedrijven, ondanks de crisis waarin de industrie verkeert, serieus kijken naar de mogelijkheden van hergebruik. Ze kunnen vanaf nu verfrestanten inkopen bij Sita. De VVVF hoopt in de toekomst met meer afvalbedrijven samen te werken. Als er bij leden vragen leven, nodig ik ze graag uit om contact met mij op te nemen.” •
27
kleurrijk gekleurdverleden verleden
Nederland telde ooit honderden verffabrieken en ambachtelijke verf- en inktmakers: van kleinschalige familiebedrijven tot robuuste ondernemingen met industriële potentie. ‘Kleurrijk Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van fragmenten uit de rijke geschiedenis van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. In deze aflevering: N.V. Verf- en Vernisfabriek W. Paulussen uit Den Haag.
‘Voor goed werk, ‘t Paulussen-merk!’
Verffabriek W. Paulussen, in het Haagse stadscentrum ooit voortgekomen uit drogisterij ‘De Vergulde Ton’ aan het Spui, zei het stadscentrum rond 1924 vaarwel. Om vervolgens in het Haagse industriegebied Binckhorst uit te groeien tot een zelfs exporterende fabriek met in de hoogtijdagen meer dan 120 man personeel. Met dank aan eigenaar en oprichter Wim Paulussen en zijn opvolgers, o.a. de uit Den Haag afkomstige gebroeders Gerrit en Jo de Bie. De basis van het bedrijf werd in 1904 gelegd toen Willem Paulussen drogisterij ‘De Vergulde Ton’ aan het Spui dreef. Om te kunnen voldoen aan de toenemende vraag naar verf werden producten uit eigen ‘fabriek’ en uit eigen verfmalerij in de Haagse Elsemoerstraat betrokken. De groei en bloei van het bedrijf maakten dat in 1919 een vennootschap werd opgericht. De oorspronkelijke naam was: Eerste ’s-Gravenhaagsche Electrische Verffabriek W. Paulussen, van ouds De Vergulde Ton. Een naam die al snel een begrip werd in Den Haag en die ook in grote letters was geschilderd op de gevel van de ‘fabriek’ naast de drogisterij aan het Spui op nummer 158. Met voor iedereen leesbaar de term ‘Verfwaren’ op de gevel, konden daar allerlei spullen aangeschaft worden zoals Japanlakken, vernissen, kwasten, penselen tot aan ‘scheepshuidverven’ toe. En bijvoorbeeld ook (spiegel)glas en glasin-lood raamwerk.
Tijdperk De Bie De naam zou in latere jaren worden gewijzigd in N.V. Verf- en Vernisfabriek W. Paulussen. Omstreeks dezelfde tijd werd het bedrijf overgenomen door de gebroeders Gerrit en Jo de Bie uit Den Haag. In de beeldbank van het Haags Gemeentearchief is nog een foto te vinden van het diner dat in 1919 plaatsvond ter gelegenheid van de overname van de verffabriek
28
Een slogan van het bedrijf.
door familie De Bie. In reactie op de op de gemeentelijke Beeldbank geplaatste foto, meldde nazaat H. de Bie in 2011 nog in een e-mail dat het zijn grootvader en diens oudere broer waren die de ‘sinds 1904 bestaande verffabriek Paulussen achter drogisterij De Vergulde Ton’ hadden overgenomen. Volgens De Bie was Paulussen ‘een gepensioneerd politieman, die de drogisterij sinds 1900 bedreven had.’ De inventaris van ‘de fabriek’ zou slechts hebben bestaan uit twee potmolens en een stopverfmachine. Verder meldde De Bie in zijn e-mail dat er ten behoeve van de productie ‘een nieuwe locatie’ werd gevonden op het terrein van een gesloten werf aan de Binckhorstlaan met ‘op de werf enkele bruikbare loodsen.’ “In de dertiger jaren is er een nieuwe stenen fabriekshal bijgebouwd. De winkel aan het Spui werd verkoopmagazijn en kantoor. Mijn grootvader woonde er tot 1922 boven met zijn gezin. De firma is later verkocht aan de heer Münnickhoff”, aldus De Bie. De Haagsche Courant grijpt het vijftigjarig jubileum van het bedrijf in december 1954 aan om het bedrijf in de schijnwerpers te zetten. In het artikel wordt uitgelegd dat de fabriek op dat moment behoort tot ‘één van de ongeveer 20 fabrieken’ (van de dan in totaal 220 bij
de VVVF aangesloten bedrijven, red.) die samen goed zijn voor tachtig procent van de totaalproductie van verf in ons land. In verband met het overlijden van toenmalig ‘president-commissaris J.M.J.A. Munninghoff’ vindt bij het vijftigjarig jubileum echter geen officiële receptie plaats. De directie laat weten ‘’het bedrag dat anders aan de receptie zou zijn uitgegeven, te storten in de kas van het Koningin Wilhelminafonds, ten bate van de kankerbestrijding.” Wel was voor ‘het gehele personeel’ een feestavond georganiseerd in ‘Den Hout.’ Met op het programma de revue ‘Humor is troef’ en als afsluiting een bal. In een artikel in het blad Nieuwbouw in Nederland wordt geconcludeerd dat het bedrijf Paulussen ‘durf’ heeft. Onder meer omdat het bedrijf zich grote moeite getroost op het gebied van research. In 1936 kon de hiervoor bestemde nieuwbouw in gebruik worden genomen. Tot ‘één van de eerste scheppingen’ uit onderzoek, behoorde bijvoorbeeld de ‘Fixator loodmenieverf’, een toen als ‘modern’ bestempelde loodmenieverf.
Naam in schilderswereld ‘Een goed product blijft nimmer onbekend. De verffabriek Paulussen begon een naam te veroveren in de schilderswereld. Vele producten werden een begrip”, zo brengt ook een hoofdstuk over het bedrijf in het boek ‘Zo werkt Den Haag’ uit 1958 van uitgever Martinus Nijhoff zijn lezers nog onder de aandacht. Tot de producten en merknamen die het bedrijf dan voert behoren onder meer ‘antiloodwit Hagelwit’, ‘Edelweiss’, ‘Pauline Japanlak’ en ‘Blanke Japanlak.’ Rode draad in alle publiciteit is dat Paulussen zich tegen het eind van de jaren vijftig gerust zou kunnen scharen onder “de reeks van grote verffabrieken in Nederland.” Op het gebied van de verfexport stond het bedrijf met een twaalfde plaats bijvoorbeeld nog zelfs
kleurrijkverleden verleden gekleurd
Rechts: De N.V. Verf- en vernisfabriek firma W. Paulussen, gezien van de Trekweg (foto: HGA-Haags Gemeentearchief). Links: Winkel in verfwaren van de ‘Eerste ‘s-Gravenhaagsche Electrische Verffabriek firma W. Paulussen’ aan het Spui 158. Links drogisterij ‘De Vergulde Ton’ (foto: HGA-Haags Gemeente Archief).
Briefpapier van de Haagse verffabriek waarop een beeld wordt geschetst van het bedrijfsterrein (illustraties briefpapier: collectie Mediamiek).
bijna in de top tien. Ook personeelsadvertenties in lokale kranten vanaf de jaren vijftig tot zeker halverwege de jaren zestig, waarin door Paulussen gevraagd wordt om ‘verftappers of malers’ illustreren groei.
Strijd tegen roest Hoewel niet duidelijk is of de persoon in kwestie de voormalige eigenaar is van de Haagse verffabriek W. Paulussen, of daarmee wellicht nog zakelijke banden heeft, laat een ‘heer Paulussen’ het Haagse dagblad Het Vaderland in het grijze verleden (1924) nog weten hoe strijd kan worden gevoerd tegen roest. En niet voor niets, want Franse, Duitse en Engelse economen hebben in die jaren berekend dat roest jaarlijks een derde van ’s werelds jaarproductie aan ijzer zou wegvreten. Paulussen, in de publicatie omschreven als ‘fabrikant van de Moranitverf, met fabrieken in Den Haag en Zwijndrecht’ weet hoe daarmee af te rekenen. Volgens het bericht laat hij dat zien tijdens een ‘gratis demonstratie op initiatief van de heer Kamerbeek, opzichter van Gemeentewerken alhier’ (lees: ’s-Gravenhage), waarbij de ijsfabriek van het gemeentelijk abattoir bij wijze van proef een verfbeurt krijgt. De fabriek blijkt zeer onder roest te lijden. Het antwoord van Paulussen: “Moranit : een bitumineuze verf die
verf&inkt 28 - 2013
elastisch is en dus met het ijzer rekt en trekt, zodat het barsten voorkomen wordt.” Als toegift volgt volgens het bericht ook nog een demonstratie met een ijzeren plaat. De verslaggever meldt dat de plaat aan één zijde werd beschilderd met menie en aan de andere kant met ‘Moranit.’ “Onder een stevige waterstraal spoelde de menie weg, de Moranit bleef zitten. Het wordt nu interessant na te gaan, hoelang deze verf het in de ijsfabriek zal uithouden”, zo besluit de verslaggever zijn relaas.
Jubileum directie In april 1944 vieren de gebroeders G.A. (Gerrit) en J.A. (Jo) de Bie hun 25-jarig jubileum als directeur van de N.V. Verf- en Vernisfabriek W. Paulussen. Voor het Haagse bedrijf is het vanzelfsprekend en ‘traditie’ dat klanten de producten niet alleen rechtstreeks bij de fabriek, maar ook via winkels in de stad moeten kunnen aanschaffen. Daarmee was immers al sinds jaar en dag ervaring opgedaan in hun winkel voor ‘verfwaren’ aan het Spui. In een advertentie in de Haagsche Courant kondigt het bedrijf in november 1957 aan dat vanwege ‘de steeds toenemende vraag naar onze verven’ een nieuw winkelfiliaal zal worden geopend aan het Haagse Westeinde 30a. “Onze langdurige ervaring waarborgt dezelfde vak-
kundige voorlichting als in het van ouds bekende filiaal”, belooft de verffabriek, die dan al jarenlang zaken doet met als slogan: ‘Voor goed werk, ‘t Paulussen-merk!’ Deze op het briefpapier afgebeelde reclamekreet (zie ook de afbeeldingen bij dit artikel) in deze rubriek is daarvan een bewijs. Met eigen haven aan de Haagse Trekvliet gevestigd, werden grondstoffen en eindproducten ook vaak per schip aan- en afgevoerd. Voor demping van die haven werd rond 1949 vergunning verkregen. In Den Haag gaan tegenwoordig stemmen op om op die locatie in de Binckhorst weer delen boven water te krijgen. Een en ander om de stad aan extra bergingscapaciteit te helpen voor de afvoer van het oppervlaktewater. In het tijdperk van de schaalvergroting binnen de verfindustrie eind jaren zestig, beginjaren zeventig van de vorige eeuw, ging het Haagse bedrijf in 1969 door een fusie op in Verffabrieken A.W. Sabel N.V. uit Zaandam. De Haagse fabriek telde toen nog rond de veertig medewerkers. Uiteindelijk is de in 1876 opgerichte Zaanse verffabriek in de jaren tachtig failliet gegaan. Een aantal recepturen en merknamen uit de boedel kwamen in eigendom van Schaepman’s Lakfabrieken B.V. en Van Wijhe Verf B.V. in Zwolle. Tek s t : A nt on St ig
29
vvvf verenigingsnieuws
CEPE Guidance for the Handling of engineered Nano-objects in the workplace VVVF-jaarvergadering Op donderdag 12 december 2013 zal de algemene jaarvergadering van de VVVF plaatsvinden voor bestuursleden, partners en gasten in Hilton Royal Parc Soestduinen. Het openbare gedeelte begint om 10.30 uur, aansluitend is er een lunchbuffet en vervolgens zal het besloten gedeelte plaatsvinden. Het thema van de jaarvergadering is ‘Nederland uit de crisis’. Uiteraard hebben wij dit jaar weer een aantal interessante gastsprekers voor u in petto. Een officiële uitnodiging wordt nog naar de leden en gasten gestuurd.
CEPE heeft de ‘Guidance for the Handling of engineered Nano-objects in the workplace’ uitgebracht. Het is een handleiding voor het creëren van een veilige werkplek als er wordt gewerkt
met nanomaterialen of met producten die nano bevatten. De Guidance is een product van de CEPE Working Group Nanotechnology waarin ook de VVVF is vertegenwoordigd.
Brainstormsessie ‘Biobased Coatings voor de Bouwsector’ In april vond de bijeenkomst ‘Biobased Coatings voor de Bouwsector’ plaats bij Van Wijhe Verf in Zwolle. De bijeenkomst werd georganiseerd door het Agro Papier & Chemie (APC)-platform waarbinnen de VNCI en het Dutch Biorefinery Cluster
samenwerken. Een creatieve sessie die de vraag vanuit de producenten en gebruikers van coatings en coatingbestanddelen moest koppelen aan de vele mogelijkheden van producenten van biobased chemicaliën en materialen.
Workshop 3 Biobased Coatings In de VVVF-TNO-VNCI-workshop 3 Biobased Coatings van 20 juni 2013 zijn de resultaten uit de tweede workshop verder geconcretiseerd en omgezet in acties en of mogelijke vervolgprojecten, waaraan VVVF en VNCI-leden kunnen deelnemen. Een van de mogelijkheden is het vormen van een Technologie Cluster (TC). De financiële constructie van een TC is dat er minimaal vijf MKB-bedrijven nodig zijn die ieder een financiële bijdrage hieraan willen leveren. Interesse om deel te nemen? Voor meer informatie: Martin Terpstra issuemanager Technologische Innovatie VVVF, e-mail
[email protected] of 070-444 0680.
Labelling of Treated Articles CEPE heeft een guidance opgesteld over het etiketteren van producten die onder de Biocidenverordening vallen. Het gaat in het bijzonder over de zogenaamde treated articles.
Gids geactualiseerd De werkgroep LSDS (Labellingen and SafetyDataSheets) van CEPE heeft deel 3, de Phrase Catalogue, van de gids voor VeiligheidsInformatieBladen geactualiseerd.
30
Wettelijke minimumlonen per 1 juli 2013 Op de VVVF-ledensite is een overzicht van de wettelijke minimumlonen per 1 juli 2013 gepubliceerd.
Wijzigingen Transportwetgeving De VVVF-expertgroep Transport heeft een document opgesteld met betrekking tot de relevante wijzigingen in de ADR- en IMDGregelgeving 2013 voor de lijm-, kit-, verfen drukinktindustrie. Voor meer informatie zie bericht op VVVF-ledensite.
Recycling Verfrestanten
Nieuwe cao verf- en drukinktindustrie Op 23 mei 2013 hebben cao-partijen in de verf- en drukinktindustrie een cao-onderhandelingsresultaat bereikt. Het resultaat is door de partijen neutraal (zonder positief of negatief advies) aan hun achterban
voorgelegd. Zie elders in het blad het interview met cao-onderhandelaar Marlies van Wijhe. Voor meer informatie: Gerben Dijkstra, Sociale Zaken VVVF, e-mail
[email protected] of 070-444 0680.
Werving & Selectie De werving en selectie-commissie is van start gegaan voor vervanging van een aantal bureaumedewerkers. De specialisten gaan volgend jaar met pensioen. Voor Gerben Dijkstra, beleidsmedewerker Sociale Zaken, en Gerrit Jonkers, beleidsmedewerker Technische Zaken, wordt gezocht naar geschikte opvolgers. Een klein groepje uit het bestuur onder aanvoering van de voorzitter gaat met VVVF-directeur Martin Terpstra de werving en selectie voorbereiden en begeleiden. Voor meer informatie: Martin Terpstra, e-mail
[email protected] of 070-444 0680.
De VVVF heeft de factsheet ‘Recycling verfrestanten biedt mogelijkheden’ beschikbaar gesteld voor leden. De factsheet geeft informatie over verfrecycling. De VVVF heeft een werkgroep ingesteld die onderzocht heeft of recycling van verf een haalbare business case is voor de verfindustrie. Deze werkgroep, onder leiding van Kees Mylanus (KEIM), heeft geconcludeerd dat het voor een bedrijf haalbaar is om restanten in te zetten als grondstof voor nieuwe muurverven. Er is gekeken naar het verzamelproces bij afvalbedrijf SITA en er zijn monsters getest. Verder zijn er minimale specificaties voor de bruikbare restanten opgesteld. Er liggen nog wel juridische uitdagingen ten aanzien van de ‘afvalstatus’ van de restanten, waarover meer duidelijkheid zal volgen. Zie elders in dit nummer voor een achtergrondverhaal. Voor meer informatie: Cees Pille, VVVF-project Recycling Verfrestanten, e-mail
[email protected] of 070-444 0680.
@verfeninkt Volg ons op Twitter
Infor Blending Branchespecifieke soft (semi-) procesindustri
Handige sof twar MSDS-en e voor in a Europese ta lle len.
TITANIUM DIOXIDE • EFFECT PIGMENTEN ORGANISCHE PIGMENTEN • IJZEROXIDES
ERP | BEHEER GEVAARLIJKE STOFFEN | LIMS
Recepturen, Berekening VOS-gehalte, Pigment/Vulstof-verhouding Tracking and Tracing, Analysecertificaat, MSDS, REACH, GHS ........? Dan weten wij waar het over gaat! IT-partner voor automatisering van al uw bedrijfsprocessen. Wij bieden volledig geïntegreerde ERP of deeloplossingen in de branches: ⇒ Chemie & Verf ⇒ Farmacie & Voedingssuplementen ⇒ Voeding & Drank ⇒ Verzorging & Cosmetica
Reitsma & Koree BV importeert hoogwaardige pigmenten voor een aantrekkelijke prijs uit China naar Europa. Wij vertegenwoordigen toonaangevende Chinese producenten van titanium dioxide, ijzeroxides, organische pigmenten en effect pigmenten. Ga naar www.reitsma-koree.com voor een uitgebreid overzicht van ons product assortiment.
Blending Nederland BV Hakgriend 18 3371 KA Hardinxveld-Giessendam +31 184 490 367 www.blending.nl
Blending_ADV_1210.indd 1
Reitsma & Koree BV • P.O.B. 56684 • 1040 AR Amsterdam • Nederland +31(0)203377464 • +31(0)620003947 • info@reitsma–koree.com • www.reitsma–koree.com
11/26/10 1:36:57 PM
Want to focus on your profession?
Safety is
OUR PROFESSION Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft
vandenAnker.com
of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en kennisnetwerk u grote voordelen.
COLORCAN laat uw product opvallen in het schap Nieuw binnen onze succesvolle COLORCAN-serie is de mogelijkheid om uw blikverpakking te voorzien van een full colour folie, mat of glanzend. Dankzij de 7 kleurendruk zijn er onbeperkte kleurcombinaties mogelijk, waaronder alle metaalkleuren. Het folie kan zelfs (deels) transparant gemaakt worden waardoor u op unieke wijze gebruik kunt maken van de uitstraling van het blik zelf. Ook bij kleine drukoplages maakt COLORCAN het mogelijk om uw producten in de hoogst denkbare kwaliteit te verpakken. Overtuig uzelf en vraag een voorbeeld aan via
[email protected].
Zandvoortstraat 69 T +31 (0)255 510 409
1976 BN IJmuiden F +31 (0)255 512 801
The Netherlands
[email protected]
www.hildering.com
Jaarverslag VVVF 2012
Verf- & drukinktindustrie in beweging
inhoud
vvvf jaarverslag 2012
Voorwoord 3 Bewegingen: Technologische innovatie
5
Duurzaam ondernemen
5
Sociale innovatie
7
Gezond & veilig werken
8
Wet- en regelgeving
9
Ketensamenwerking
10
Communicatie
11
Vereniging
12
Coatings Care
14
Financiën 20 Feiten & cijfers
20
Bestuur 24 Leden 25 Bureau 26 Summary 27
2
Jaarverslag VVVF 2012
Voorwoord
Ondanks tegenwind in beweging
In 2012 kwam de verf- en drukinktindustrie niet uit het dal waarin ze drie jaar eerder terechtkwam. Voor het derde achtereenvolgende jaar daalde het afzetvolume op de binnenlandse markt, vooral als gevolg van de stagnerende huizenmarkt. Zowel de nieuwbouw als de huizenmarkt zakte naar een tot voor kort ongekende diepte. Het is aan de structuur van onze sector – vele (kleinere) familiebedrijven – en aan onze exportinspanningen te danken dat wij nog fier overeind staan: van de overheid was weinig te verwachten. Ook in 2012 was de Haagse politiek niet in staat (of bereid) maatregelen te treffen om de bouw – en in het kielzog daarvan de verfindustrie – uit het slop te trekken. Helaas zijn op dit moment geen signalen zichtbaar die ons voor de korte en middellange termijn positief stemmen. Marlies van Wijhe, van wie ik in december 2012 de voorzittershamer overnam, werd in ons verenigingsblad Verf&Inkt aangeduid als ‘crisisvoorzitter’. Gedurende haar zittingsperiode van drie jaar had de industrie permanent te kampen met een stagnerende economie. Ik hoop van harte dat er op enig moment tijdens mijn voorzitterschap licht aan het eind van de tunnel zichtbaar wordt. Is alles dan somber en zwart? Gelukkig niet. Laten we elkaar niet de put in praten. Ondanks alle tegenwind waren in 2012 een aantal hoopvolle bewegingen te zien. Gezien de grote belangstelling om initiatieven te ontwikkelen is de sector intensief bezig met het thema innovatie. Er ontstaan samenwerkingsverbanden tussen industrie en kenniscentra en met partners in de keten, van grondstofleveranciers tot applicateurs. Er wordt volop gewerkt aan de ontwikkeling van duurzame verven, recycling van verfrestanten en duurzaam onderhoud. Het is onverminderd ons streven dat in 2030 de helft van alle verven gebaseerd is op biologische grondstoffen. De vooruitzichten voor de korte termijn zijn misschien zorgelijk, maar de industrie loopt zich nadrukkelijk warm voor een goede startpositie als de economie aantrekt. Bij een goede startpositie hoort ook een vergroting van de aantrekkelijkheid van de branche. In het verslagjaar hebben VVVF en werknemersorganisaties afspraken gemaakt om het onderwerp ‘sociale innovatie’ handen en voeten te geven. Ter voorbereiding heeft de VVVF een Branche Advies Raad (BAR) in het leven geroepen, een adviserend college van medewerkers uit het ledenbestand, dat vanuit de praktijk aanbevelingen doet die gericht zijn op modernisering van het arbeidsproces en verhoging van de arbeidsproductiviteit en de arbeidsparticipatie. In 2012 is voorts, na een lange, zorgvuldige voorbereiding, de overstap van ons bedrijfstakpensioenfonds naar het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven tot stand gekomen. Ik ben ervan overtuigd dat we daarmee een beslissende stap hebben gezet om de aanspraken van gepensioneerden en werkenden voor de toekomst veilig te stellen.
Jaarverslag VVVF 2012
Tot slot is in 2012 een werkbare oplossing gevonden voor onze verplichting om gebruikers van onze producten te voorzien van informatie om ‘veilig met verf’ om te gaan. Dit alles overziende kan ik vaststellen dat 2012 een zorgelijk jaar was als we kijken naar de korte termijn, maar tegelijk mag ik concluderen dat we een aantal bewegingen in gang hebben gezet die ons in een goede uitgangspositie brengen om toekomstige uitdagingen aan te gaan. Ben Berkel, Voorzitter VVVF
Foto: Van Wijhe Verf B.V.
Bewegingen
4
Jaarverslag VVVF 2012
bewegingen
Dimitri de Vreeze, Businessgroep Directeur DSM Resins & Functional Materials: ‘We zijn verantwoordelijk voor onze eigen wereld, een meer duurzame wereld. Daarom ben ik ook heel blij dat VVVF proactief het initiatief ondersteunt om naar biogebaseerde coatings te gaan. Dat is in het hart van DSM. We zijn klaar en bereid om gezamenlijk deze droom te ontwikkelen.’
Technologische innovatie Toegang tot de kenniswereld Verf en drukinkt zijn hightech producten. Ze moeten voldoen aan steeds hogere eisen en moeten bovendien ook innovatief en duurzaam zijn. De VVVF wil de goede positie die de Nederlandse industrie heeft op technologisch terrein voor de toekomst behouden en uitbouwen. Dat veronderstelt dat de kennisinstituten in Nederland koploper blijven op hun terrein en nog toegankelijker worden voor de verf- en drukinktindustrie. Ook leveranciers van stoffen en mengsels die gebruikt (kunnen) worden in verf en inkt, kunnen een belangrijke bron zijn voor innovaties. Coatings Innovatie Dag 2013 In 2012 heeft de Issuegroep Technologische Innovatie het initiatief genomen om, samen met de Nederlandse Vereniging van Verftechnici (NVVT), de eerste Nederlandse ‘Coatings Innovatie Dag’ te organiseren op 25 april 2013. De dag beoogt het samenbrengen van wetenschappers, onderzoekers, grondstof- en chemiebedrijven en verffabrikanten met als doelstelling om de kennisoverdracht tussen de kenniswereld en de verf- en drukinktindustrie te bevorderen. Eind 2012 is een Call for Papers uitgestuurd met daarin een oproep aan topwetenschappers en onderzoekers om zich aan te melden. Op 25 april 2013 zullen tien deskundigen hun nieuwste vinding pitchen. Daarnaast zal er een netwerkborrel plaatsvinden waar informatie uitgewisseld kan worden tijdens een ‘postersessie’ over nieuwe technologische ontwikkelingen en aansprekende innovatieve projecten.
Jaarverslag VVVF 2012
Foto: Pet van de Luijtgaarden
‘TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGen bieden mogelijkheden’
Biobased Coatings In 2012 is gestart met het tweede Branche Innovatie Contract met TNO, waaraan deze keer ook de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) deelneemt. In 2011 is aan het einde van de workshops die in het kader van het eerste contract werden gehouden, een ambitie geformuleerd en een routekaart ontwikkeld. In 2030 wil de verfindustrie realiseren dat 50 procent van de verf op de Nederlandse markt volledig gebaseerd is op hernieuwbare grondstoffen, waarbij de prestatie ervan gelijkwaardig is aan die van de op fossiele grondstoffen gebaseerde tegenhangers. Met een vervolgserie workshops ‘Biobased Coatings’ willen de VVVF en VNCI hun leden helpen om deze ambitie te realiseren en de routekaart verder uit te werken. Het project loopt tot medio 2013.
Duurzaam ondernemen Nieuwe uitdagingen In de 21e eeuw staat de verf- en drukinktsector voor nieuwe uitdagingen. Het voortbestaan van verf- en drukinktproducenten is niet langer alleen afhankelijk van een gedegen financieel beleid. Het is noodzakelijk om een goed bedrijfsrendement te combineren met de bescherming van het milieu, het benutten van de talenten van de medewerkers en bij te dragen aan een stabiele samenleving voor de toekomst. Duurzaam ondernemen in de verf- en drukinktindustrie vraagt volgens de VVVF en haar leden om een integrale aanpak. Er moet gekeken worden naar drie aspecten om te bepalen of er sprake is van ‘duurzame verf- en drukinkt’: de functie van het product, de samenstelling ervan en het productieproces. Daarnaast is samenwerking op Europees niveau van essentieel belang voor het inlossen van de ‘duurzaamheidsbelofte’ aan de maatschappij. De VVVF stimuleert leden een stap verder te gaan dan waartoe de wet verplicht; vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid en haar toekomstgerichte visie.
5
Bewegingen
‘DUURZAAM ONDERHOUD VOOR DE TOEKOMST’ Ruud Maas, voorzitter OnderhoudNL: ‘OnderhoudNL vindt het bijzonder belangrijk samen met de VVVF op te trekken in het dossier duurzaamheid. Het is namelijk zeer van belang om voorrang te geven aan de zorg voor onze planeet en om de kansen op de markt van duurzaamheid te benutten.’
Duurzaam onderhoud Een historisch moment op het gebied van duurzaam ondernemen was de ondertekening, op 24 oktober 2012, door de VVVF en OnderhoudNL (voorheen FOSAG) van de intentieverklaring ‘Duurzaam onderhoud aan gebouwen en infrastructuur’. Hiermee verklaarden verfproducenten en professionele schilders gezamenlijk dat zij willen komen tot een algemeen erkende definitie van duurzaam onderhoud en afspraken willen maken over hoe duurzaam onderhoud verder kan worden bevorderd. Het uiteindelijke doel is dat in de markt dezelfde definitie van duurzame verf wordt gehanteerd en dat gebruik wordt gemaakt van dezelfde methodieken om duurzaam onderhoud aan te tonen en te communiceren. In 2013 zal de VVVF met OnderhoudNL afspraken maken voor vervolgstappen in het proces richting duurzaam onderhoud.
Foto: Sigma Coatings
Duurzame verf Koepelorganisatie CEPE is van plan om in de eerste helft van 2013 een database met life cycle informatie over verfgrondstoffen via een website online te zetten. Daarbij zal CEPE de leden ook een rekentool aanleveren om een Life Cycle Analysis (LCA) van hun producten uit te kunnen voeren. Hierdoor kunnen verfproducenten in de toekomst, via een Europees gedragen methodiek, inzicht krijgen én geven in de milieueffecten van hun producten. De VVVF gaat onderzoeken of het mogelijk is om op basis van de informatie van onder andere CEPE, een instrument te ontwikkelen om de mate van duurzaamheid van verf te communiceren.
6
Jaarverslag VVVF 2012
Bewegingen
‘VERFRECYCLING VOOR EEN BETER MILIEU’ Vincent Mooij, Business Innovator SITA: ‘De milieuwinst van watergedragen verven bedraagt 72 procent. Dit toont het voordeel aan van de circulaire economie.’
Recycling verfrestanten Er is in 2012 een werkgroep ingesteld die de opdracht heeft gekregen om te bepalen of er een haalbare business case is voor de verfindustrie om watergedragen muurverf te recyclen. Naast haalbaarheid heeft de werkgroep gekeken naar de LCA van recycling, het verzamel- en sorteerproces bij afvalverwerker SITA, specificaties voor bruikbare restanten en juridische knelpunten. Uit de LCA-analyse bleek de totale milieuwinst 72 procent te zijn als watergedragen muurverf hergebruikt wordt. De uitstoot van CO2 en de fossiele uitputting worden sterk beperkt. De werkgroep schat dat circa 3.500 ton restanten die nu verbrand worden, geschikt is voor recycling. Tot tweemaal toe zijn er monsters genomen bij de afvalverwerker. De kwaliteit van de restanten was boven verwachting goed. Technici uit de verfindustrie hebben de specificaties opgesteld waaraan de restanten minimaal moeten voldoen. Op basis van deze specificaties zal begin 2013 de bedrijfseconomische haalbaarheid worden getoetst. MVO Nederland In 2012 heeft de VVVF zich aangesloten bij MVO Nederland. MVO Nederland is de nationale kennis- en netwerkorganisatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO); hét startpunt voor alle ondernemers die hun bedrijfsvoering willen verduurzamen. De VVVF wil werk maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen en heeft actief geparticipeerd in het project ‘MVO Expeditie Beleidsplannen’. Hieraan namen verschillende brancheorganisaties deel die ervaringen deelden in duurzaam ondernemen. MVO Nederland heeft een presentatie verzorgd tijdens de vergadering van de issuegroep Duurzaam Ondernemen en dient als klankbord voor beleidsontwikkelingen in de verf- en drukinktindustrie.
Jaarverslag VVVF 2012
Sociale innovatie BAR Sociale innovatie is vernieuwing van het arbeidsproces met als doel de arbeidsproductiviteit en de arbeidsparticipatie te verhogen. De VVVF en de werknemersorganisaties hebben in 2012 afspraken gemaakt om dit onderwerp handen en voeten te geven. Zij hebben besloten om een gezamenlijke werkgroep op te richten die cao-partijen zal adviseren. De VVVF heeft voorbereidingen getroffen om in 2013 te starten met een Branche Advies Raad (BAR). De BAR bestaat uit medewerkers van VVVF-lidbedrijven. Het is de bedoeling dat zij vanuit hun werkpraktijk met aanbevelingen komen voor de VVVF-delegatie in de gezamenlijke werkgroep. Cao Op 23 mei 2012 werd een onderhandelingsresultaat bereikt inzake een nieuwe cao. Dit resultaat werd, na goedkeuring door alle achterbannen, omgezet in een akkoord. De nieuwe overeenkomst heeft een looptijd van 14 maanden (1 april 2012 tot en met 31 mei 2013). Er werden loonsverhogingen overeengekomen van 1,25 procent per 1 april 2012 en van 0,5 procent per 1 januari 2013. Omdat de AOW-leeftijd geleidelijk zal opschuiven, werd het einde dienstverband bij pensionering gelijkgesteld aan de ingangsdatum van de AOW-uitkering in plaats van het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Daarnaast werd afgesproken dat de VVVF-leden vier arbeidsplaatsen beschikbaar zouden stellen voor ‘WAJONGers’ (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten). Verder werd besloten om in het kader van sociale innovatie in 2013 twee pilots te starten: Scholing en Levensfasebewust personeelsbeleid.
7
bewegingen
‘DE OVERSTAP VAN BPF VDI NAAR PGB BIEDT STERKERE FINANCIËLE BASIS’ Jan van der Laan, werkgeverssecretaris Pensioen Fonds Bestuur Verf en Drukinkt in liquidatie: ‘Het Pensioenfonds Grafische Bedrijven is een partner met een ijzersterke reputatie, degelijk en proactief. Het grote voordeel is dat onze eigen pensioenregeling intact blijft! Een sectorcommissie samengesteld uit de caopartijen gaat ervoor zorgen dat de belangen van onze deelnemers optimaal behartigd blijven.’
Bedrijfstakpensioenfonds Een historische innovatie op sociaal terrein was dat het bedrijfstakpensioenfonds voor de verf- en drukinktindustrie (Bpf VDI) na meer dan vijftig jaar ophield te bestaan en zich aansloot bij het stabiele en veel grotere Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB). Overwegingen om dit te doen waren de steeds sterker stijgende kosten, versterking van de financiële basis en het feit dat het steeds moeilijker werd om bestuursleden van werkgeverskant te vinden vanwege de deskundigheidseisen en het tijdsbeslag. De VVVF is verheugd met deze aansluiting, waarmee de aanspraken van gepensioneerden en werkenden voor de toekomst zijn veilig gesteld.
Gezond en veilig werken Arbocatalogus Sinds enkele jaren bestaat er een arbocatalogus voor de verf- en drukinktindustrie. De catalogus is te vinden op de website www.vvvf.dearbocatalogus.nl. De catalogus is in 2012 uitgebreid met de onderwerpen Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) en Geluid. In het hoofdstuk PSA worden onder andere de onderwerpen werkdruk, werkstress, burn-out en ongewenste omgangsvormen behandeld. Het onderwerp Geluid is toegevoegd omdat het een onderschatte factor is en blijvende gehoorbeschadiging door hard geluid een van de meest voorkomende beroepsziekten in Nederland is. Onderdeel van de arbocatalogus is de ‘Stoffenmanager verf- en drukinktindustrie’. De Stoffenmanager is een digitaal instrument voor het beoordelen en beheersen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkplek. De VVVF heeft in 2012, in samenwerking met de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie de campagne ‘Gezond en veilig werken in uw en ons belang’ uitgevoerd. Hierbij werd aandacht gevraagd voor een veilige werkomgeving in de verf- en drukinktindustrie. De campagne bestond uit een informatiebijeenkomst op 27 maart 2012, de uitgave van een brochure en een serie van vier posters.
In diverse landen is er een discussie gaande over het invoeren van een verplichting tot openbare registratie van producten met nanomaterialen. Om te voorkomen dat er verschillende nationale regelingen komen heeft de Nederlandse regering gepleit voor de invoering van één Europees registratiesysteem. De Franse regering wenst de Europese regelgeving niet af te wachten en heeft per 1 januari 2013 een verplichting ingevoerd voor producenten, importeurs en distributeurs om nanomaterialen in hun producten te registreren. Echter, er bestond nog een aantal onduidelijkheden. In het verslagjaar heeft CEPE aangegeven een instructie te ontwikkelen over de wijze waarop gehandeld moet worden bij productie, import of distributie van producten met nanomaterialen in Frankrijk. CEPE is ook bezig met de afronding van een handleiding voor leden hoe medewerkers op een veilige en gezonde manier moeten omgaan met nanomaterialen en producten op de werkvloer.
Nanotechnologie De ontwikkelingen op het gebied van nanotechnologie worden nauwlettend gevolgd door een CEPE-werkgroep waarin de VVVF is vertegenwoordigd. 8
Jaarverslag VVVF 2012
bewegingen
‘DE VVVF EN DE OVERHEID VERMINDEREN SAMEN DE REGELDRUK VAN REACH’ Carla Zuiderwijk Casus Invoering REACh, Sggv: ‘Ondernemers in de verfindustrie ervaren regeldruk bij het opstellen en distribueren van Veiligheidsinformatiebladen (VIB’s). Binnen de casus REACh van het programma “Slim geregeld, goed verbonden” (Sggv) hebben bedrijfsleven en overheid gewerkt aan vermindering van deze regeldruk door middel van een ICT-oplossing.’
Wet- en regelgeving REACh en CLP De gevolgen van de REACh-verordening (de verordening voor registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen) en de CLP-verordening (zie hierna) worden steeds meer merkbaar, ook voor downstream- en eindgebruikers. Tijdens de informatiebijeenkomst op 14 november 2012 zijn de leden geïnformeerd over de ontwikkelingen van generieke exposure scenario’s, het invoeren van aangepaste risicomaatregelen (indien dit op basis van het Veiligheidsinformatieblad noodzakelijk is gebleken) en de verplichting voor downstreamgebruikers om maatregelen voor veilig gebruik van stoffen en mengsels over te nemen.
Veiligheidsinformatiebladen Het verspreiden van Veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) door de keten zorgt voor een grote administratieve last voor de verf- en drukinktleden maar nog meer voor de verfgroothandelaren. Tot 2011 was het mogelijk om te verwijzen naar de website VeiligmetVerf.nl. Gebruikers van verfproducten konden daar het gewenste VIB downloaden. In 2012 is definitief komen vast te staan dat deze werkwijze niet voldoet aan de actieve brengplicht zoals de Europese wetgever die heeft vastgesteld. De VVVF heeft samen met het ministerie van Economische Zaken, in het kader van het project ‘Slim geregeld, goed verbonden’ (Sggv) de functionele eisen voor de ICT-tool gespecificeerd, waarmee VIB’s automatisch per e-mail aan de volgende schakel in de keten worden aangeleverd. Hiermee kunnen alle schakels in de keten tot de eindgebruiker op een eenvoudige wijze aan hun brengplicht voldoen. Het prototype van de ICT-tool is in de praktijk getest. Het project is op 7 december 2012 geëindigd met de ondertekening van een intentieverklaring van de partners over de invoering van de ICT-tool. Naast de administratieve lasten verbonden aan de distributie van het VIB door de keten heen, maakt de VVVF zich grote zorgen over de bruikbaarheid van het VIB door de professionele of industriële eindgebruiker. Dit al langer bestaande probleem wordt met de toevoeging van blootstellingscenario’s nog groter. De VVVF heeft het initiatief genomen om met alle brancheverenigingen van eindgebruikers van verf of drukinkt in dialoog te gaan over deze problemen. Een eerste gezamenlijke stakeholdersbijeenkomst hierover werd op 13 september 2012 gehouden. CLP CLP (de verordening voor het classificeren, etiketteren en verpakken van stoffen en mengsels) verplicht leveranciers van stoffen en mengsels over te gaan op een andere wijze van etikettering. Stoffen moeten sinds 2010 van nieuwe etiketten zijn voorzien. Voor mengsels geldt de verplichting vanaf 2015. Onderdeel van de CLP-verordening is het aanleveren van productinformatie aan vergiftigingencentra (poison centres) in Europa. De VVVF is, via CEPE, nauw betrokken bij de totstandkoming van geharmoniseerde regels hiervoor. Naar het zich laat aanzien zal dit opnieuw een grote administratieve last betekenen voor de industrie. De CLP-verordening schrijft voor dat de productinformatie aangeleverd moet worden in ieder land van de EU waar producten op de markt worden gebracht. Daarnaast moet er ook een zogenoemde Unic Product Identifier op alle verpakkingen worden vermeld.
Jaarverslag VVVF 2012
9
bewegingen
Biociden Men mag verfproducten met een actieve biocide werking alleen op de markt brengen en gebruiken als ze een toelating hebben van de Nederlandse overheid. De verordening zal in september 2013 van kracht worden in alle lidstaten van de EU. De verordening is van belang voor de verf- en drukinktindustrie in verband met nieuwe regels over onder meer wederzijdse erkenning van toelatingen door de lidstaten, de mogelijkheid om een Europese toelating voor biocide verfproducten te verwerven en de verplichtingen ten aanzien van specifieke etikettering. De VVVF is lid van het Platform Biociden waarin kennis en standpunten van verschillende branches worden gedeeld en dat optreedt als gesprekspartner van de industrie voor de overheid. Opslag De PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) bevat de regels voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Goed gebruik van deze regels moet ervoor zorgen dat bedrijven ‘een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu’ bereiken. Naast de PGS 15 wordt ook de PGS 31, bovengrondse en ondergrondse opslag in tanks, aangepast. De VVVF is actief betrokken bij de aanpassing van de BRL K903 met betrekking tot certificering van bovengrondse en ondergrondse tanks. Gidsen De VVVF ondersteunt haar leden in de uitvoering van regelgeving door het uitgeven van gidsen. • VIB-gids De gids voor het opstellen van Veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) bestaat uit drie delen. Deel 2, waarin de standaardzinnen zijn opgenomen, de ‘Phrase Catalogue’, is aangepast en vernieuwd. • Etiketteringsgids De Etiketteringsgids is bedoeld voor het op de juiste wijze opstellen van etiketten, specifiek gericht op de producten voor de verf- en drukinktindustrie. CEPE werkt aan de totstandkoming van de etiketteringgids gebaseerd op CLP. Verwacht wordt dat de eerste versie van deze gids in 2013 beschikbaar komt.
10
• Bundel Transportinformatiebladen De bundel Transportinformatiebladen omvat alle relevante informatie voor de verf- en drukinktindustrie over het vervoer van gevaarlijke stoffen en mengsels. Er is een beperkt aantal wijzigingen doorgevoerd in 2012. De VVVF expertgroep die zich bezig houdt met transport is gestart met de ontwikkeling van een awarenesstraining; bedrijven zijn verplicht deze aan te bieden aan hun medewerkers. • INVECO-gids De INVECO-gids is de gids waarin is beschreven hoe bedrijven op een veilige manier moeten omgaan met stoffen, grondstoffen en halffabricaten. INVECO staat voor Interne Veiligheids Codering. Aan de hand van posters en etiketten wordt aan de medewerkers op de werkvloer duidelijk gemaakt wat de risico’s zijn van het werken met een stof en welke maatregelen ze moeten nemen om de risico’s te beheersen. In 2012 is een klein aantal correcties met betrekking tot de indeling van stoffen doorgevoerd.
Ketensamenwerking Schakels aan elkaar verbinden Voor alle partners in de diverse ketens waarin verf- of drukinkt wordt verwerkt geldt dat het belangrijk is om samen te werken. Elke schakel in de keten streeft ernaar om zijn product of dienstverlening zo goed mogelijk uit te voeren. Toch zijn de schakels afhankelijk van elkaar voor de kwaliteit en de eigenschappen van het eindproduct ten behoeve van de eindgebruiker of opdrachtgever. De kwaliteit van verf of drukinkt komt pas tot zijn recht als de verf of inkt door een vakman of productiebedrijf goed wordt aangebracht of verwerkt, op de juiste ondergronden en in de juiste omgeving wordt gebruikt, voor het doel dat de eindgebruiker voor ogen heeft. Door efficiënt, flexibel en innovatief met elkaar samen te werken in de keten is het mogelijk een duurzaam en concurrerend aanbod te leveren. Duurzaamheid Dat veronderstelt van de brancheverenigingen dat zij intensief samenwerken om de belangen van de keten als totaliteit te behartigen. De VVVF heeft in 2012 het bilateraal overleg met de brancheverenigingen van afnemers krachtig voortgezet.
Jaarverslag VVVF 2012
Foto: Drywood Coatings
bewegingen
Het initiatief is genomen om op voorzittersniveau met OnderhoudNL (voorheen FOSAG, Koninklijke Ondernemersorganisatie voor de schilders-, onderhouds-, metaalconserverings- en glasbranche) en de Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBVT) een breder ketenoverleg te starten. Een van de uitdagingen is om te komen tot een samenwerking van de brancheverenigingen op het terrein van duurzaamheid. Daarvoor is een begin gemaakt met de op 24 oktober 2012 ondertekende intentieverklaring (zie voor meer informatie ‘Duurzaam onderhoud’, pagina 6). Promotie gebruik van hout Enkele branches in de houtketen zijn tot het initiatief gekomen om een publiekscampagne te houden ter promotie van het gebruiken van hout. Die achterban van de VVVF die belang heeft in woningbouw (waarin hout een prominente rol speelt) en het afwerken van hout (bijvoorbeeld in de meubelindustrie) heeft met enthousiasme zijn ondersteuning aan de campagne gegeven. In 2013 zal blijken of er voldoende draagvlak is voor zo’n publiekscampagne. Schilderen in de winter De actie de ‘winterschilder’ is ook in het winterseizoen 2012-2013 gevoerd op initiatief van OnderhoudNL. Deze actie was er opnieuw op gericht consumenten over te halen schilderwerk te laten doen in de winter, omdat ook in de winter een vakman prima schilderwerk kan afleveren. De ‘winterschilder’ kan bovendien extra voordelig zijn. Leden van de VVVF hebben de mogelijkheid gekregen via de VVVF ‘vriend’ van de winterschilder te worden door de campagne financieel te steunen.
Communicatie Communicatie met de leden De VVVF vindt het belangrijk dat er open en transparant gecommuniceerd wordt vanuit het bestuur en de issuegroepen naar de leden. Via de ledensite worden de leden geïnformeerd over de VVVF-thema’s en belangrijke ontwikkelingen in de branche. Sinds 1 januari 2011 biedt het VVVF-branchebureau behalve aan de VVVF- en VVVH-leden tevens ondersteuning aan VLK-leden (de Vereniging van Lijmen en Kitten). Op verzoek van de leden is in de ledensite de ‘dashboardfunctie’ toege-
Jaarverslag VVVF 2012
voegd. Met de dashboardfunctie is het voor het management mogelijk om inzicht te krijgen of bepaalde medewerkers essentiële berichten over belangrijke thema’s ontvangen en of ze deelnemen aan bepaalde werkgroepen, issuegroepen of secties van de VVVF, VVVH of VLK. In 2013 zal bekeken worden hoe de ledensite verder geoptimaliseerd kan worden. Daarnaast ontvingen de leden in 2012 vijfmaal het magazine Verf&Inkt en werden ze op de hoogte gehouden door middel van social-mediaberichten. Leden hebben ook rechtstreeks contact met de VVVF via secties, werk- en issuegroepen en informatiebijeenkomsten. Deze dienen om informatie uit te wisselen en te netwerken. Communicatie met de stakeholders De VVVF streeft ernaar om de maatschappelijke zichtbaarheid van de sector bij stakeholders, politiek en media te vergroten. Ook in 2012 waren vertegenwoordigers van de VVVF aanwezig op vele externe bijeenkomsten. Door stakeholders meer te betrekken in processen en door bepaalde projecten gezamenlijk uit te voeren heeft de VVVF de dialoog met stakeholders geïntensiveerd. Daarnaast werden stakeholders geïnformeerd via de VVVF-website en social media. In 2012 is de externe website uitgebreid met meer informatie over de VVVFthema’s en nieuws uit de branche. Bovendien ontvingen stakeholders vijf edities van het magazine Verf&Inkt, met nieuws en artikelen. In 2012 zijn plannen gemaakt om de externe communicatie uit te breiden. Deze plannen zullen in 2013 verder uitgewerkt worden.
verf&inkt magaz
ine va n de v ereni
ging v an ver f-
en dru kin
ktfabr
ikante
n VVVF - 27 2013
Inspectie Arbo in de SZW handhaaft str verdrukki enger: ng? Ons beroep De decors op verf en dru kinkt: childer De mens achter… John Uilenb erg (Den ‘Ik wist nik Braven kitten, ma s van lijmen en ): in twintig ar werd ingewijd minuten’ Branche Ad sociale inn vies Raad pleit voo ova r ‘Mensen gez tie ond en gem otiveerd hou Nieuwe den’ Coatingsvindingen op Innovatie dag Eddie Sei nen : afscheid na vier decenn ia verf
Verfaf derde jazeat voor in het roo r op rij d 11
Vereniging
12
Jaarverslag VVVF 2012
Vereniging
bestuur en bureau
Evenementen
Bestuur en bureau In het verslagjaar beëindigde Geert Geelkerken (International Paint Nederland BV) zijn functie als bestuurslid. Als nieuw bestuurslid is benoemd de heer Robert Groot (Hempel The Netherlands BV). Robert Groot zal tevens fungeren als voorzitter van de Sectie Protective Coatings. Per 1 januari 2012 is Cees Pille aangetreden als beleidsmedewerker bij de VVVF en als branchecoördinator voor de Vereniging van Lijmen en Kitten (VLK). Hij zal zich de komende jaren inzetten voor VVVF-projecten op het gebied van Duurzaam Ondernemen en Technische Innovatie.
Algemene ledenvergadering Op 12 december 2012 heeft de VVVF-jaarvergadering plaatsgevonden in Hilton Royal Parc Soestduinen. Marlies van Wijhe keek in haar laatste jaar als voorzitter van de VVVF terug op drie jaar voorzitterschap en stelde dat de crisis in de branche voorlopig nog niet voorbij is. Desondanks richt de verf- en drukinktbranche zich op de toekomst, waar mogelijkheden te wachten staan, vooral op het gebied van innovatie en duurzaamheid. Zo gaf Alfons van Blaaderen (hoogleraar, Debye Institute for NanoMaterials Science) in zijn presentatie aan dat structurele kleuren de toekomst hebben. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar de zelforganisatie van deeltjes op atomair en nanoniveau heeft dit aangetoond. Op het gebied van duurzaamheid zijn ook stappen te behalen. Stef Kranendijk (chairman Desso Group) toonde aan hoe Desso er in was geslaagd om een Cradle-to-Cradle® concept te ontwerpen voor vloertegels. Ten slotte benadrukte Feike Sijbesma (CEO Koninklijke DSM) de rol van kennis en innovatie voor de industriële ontwikkeling in Europa. Hij ging in op de grondstoffenschaarste en maakte duidelijk dat grote bedrijven zich steeds meer bewust worden van de impact van hun bedrijfsvoering op het milieu en de maatschappij.
Lijm- en kitindustrie De VLK is sinds 1 januari 2011 onderdeel van het Branchebureau. Het bureau heeft een coördinerende en een ondersteunende functie en onderhoudt de externe contacten voor de VLK. Het betrekken van de lijm- en kitindustrie bij de verf- en drukinktindustrie zorgt voor efficiënte informatie-uitwisseling en samenwerking bij actuele zaken en een sterkere positie bij de belangenbehartiging. Verfgroothandel De Vereniging van Verfgroothandelaren (VVVH) ziet zichzelf als een belangrijke schakel in het midden van de verfketen. De groothandel brengt immers leveranciers en afnemers bij elkaar. De vereniging komt op voor de belangen van de verfgroothandelaren en onderhoudt met alle ketenpartijen een constructieve relatie. Sinds 2009 verzorgt het Branchebureau de secretariaatsfunctie voor de VVVH. De besturen van de VVVF en VVVH hebben regelmatig overleg om informatie uit te wisselen en mogelijkheden tot samenwerking te bespreken.
Overige evenementen 2012 27 maart 2012 Bijeenkomst over Arbocatalogus & Stoffenmanager (zie Arbocatalogus, pagina 8) 13 september 2012 Stakeholdersbijeenkomst Veilig met verf (zie Veiligheidsinformatiebladen, pagina 9) 24 oktober 2012 Netwerkbijeenkomst Verf en onderhoud duurzaam! (zie Duurzaam onderhoud, pagina 6) 14 november 2012 Technische Informatiebijeenkomst REACh/CLP (zie Reach en CLP, pagina 9) 22 november 2012 Workshop 1 Biobased Coatings (zie Biobased Coatings, pagina 5)
Jaarverslag VVVF 2012
13
Coatings Care
Coatings Care®
Wat is Coatings Care? Coatings Care is een initiatief van verf- en drukinktproducenten en leveranciers over de gehele wereld. Coatings Care staat voor het streven naar voortdurende verbeteringen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu en het geven van informatie hierover. Het is een belangrijk instrument om invulling te geven aan de doelstelling van de verf- en drukinktindustrie in Nederland om duurzaam te ondernemen. Waarom Coatings Care? Met het Coatings Care-programma van de VVVF laten verf- en drukinktfabrikanten zien dat ze werken aan de ontwikkeling van innovatieve en duurzame producten die op een verantwoorde manier worden geproduceerd en zorgvuldig gedistribueerd. Uitgangspunt daarbij is het streven om in de behoeften van de maatschappij van vandaag te voorzien zonder de mogelijkheden aan te tasten van toekomstige generaties om in hún behoeften te voorzien. Daarnaast is het Coatings Care-programma een middel om open en transparant te communiceren naar stakeholders over alle aspecten van veiligheid, gezondheid en milieu. Coatings Care en Duurzaamheid Coatings Care draagt bij aan een grotere bewustwording van de deelnemende bedrijven wat betreft de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Coatings Care stimuleert dan ook duurzaam ondernemen. Duurzaam ondernemen vergt een integrale aanpak. Daarbij wordt niet alleen gekeken in hoeverre de grondstoffen voor verf en drukinkt duurzaam zijn qua samenstelling, maar ook of zij duurzaam zijn geproduceerd. Dit geldt ook voor de wijze waarop afnemers (schilders, drukkerijen) met deze producten omgaan. Hoewel de performance indicators van Coatings Care niet alle componenten van duurzaamheid meten, is deelname aan Coatings Care een praktisch startpunt voor een onderneming op de weg naar ‘Sustainability’. De performance indicators van Coatings Care voorzien een bedrijf van achtergrondinformatie, zodat zij een basis hebben van waaruit zij hun duurzaamheidbeleid vorm kunnen geven. 14
Ook IPPIC, de organisatie die het project ‘Coatings Care’ wereldwijd coördineert, is zich bewust van het natuurlijke bondgenootschap van Coatings Care en Duurzaamheid en besteedt steeds meer aandacht hieraan. Performance indicators Meten is weten. Door elk jaar de gegevens over veiligheid, gezondheid en milieu op te vragen bij onze leden door middel van de enquête Performance Indicators (PI), worden resultaten zichtbaar. De VVVF maakt elk jaar een Coatings Care-jaarverslag dat op de VVVF-website te vinden is. Hierin worden alle PI’s vermeld die de VVVF verzamelt bij haar leden. De gegevens over 2012 zijn afkomstig van de VVVF-leden: 82 verf- en drukinktfabrikanten en importeurs. Deze bedrijven hebben 95 procent van de medewerkers in de totale bedrijfstak in dienst. Dit percentage geeft aan dat de resultaten als representatief voor de gehele branche beschouwd kunnen worden. In totaal had de enquête betrekking op 4.400 medewerkers aan de enquête (zie tabel 1). Economische crisis De weinig positieve economische ontwikkelingen in de branche laten hun sporen na in de perfomance indicators. De productontwikkeling is bijvoorbeeld minder gericht op het ontwikkelen van producten die mensen en milieu minder belasten, maar wordt op het ogenblik (veel) meer bepaald door kwaliteit, prijs en de eisen vanuit de markt. Het aantal mensen dat werkzaam is in de branche neemt zienderogen af. Had de Nederlandse verf- en drukinktindustrie in 2008 nog 6.300 medewerkers in dienst, in 2012 waren dat er nog maar 4.800 (zie tabel 1). Er wordt bezuinigd op opleidingen: in 2012 had 25 procent van het personeel een opleiding op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM) gevolgd tegen 31 procent in 2011. Echter, over een langere periode gemeten is er vooruitgang te constateren: het aantal medewerkers dat een VGM-diploma bezit is gestegen van 10 procent in 2004 naar 25 procent in 2012. Marktontwikkelingen Een factor die van invloed zou kunnen zijn op het niet verder teruglopen van het aandeel gevaarlijke stoffen in verf en drukinkt is het gedaalde aandeel van de de-
Jaarverslag VVVF 2012
Coatings Care
Tabel 1. Medewerkers (aantal fte’s)
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Totaal in de verf- en drukinktindustrie
6.100
5.900
6.200
6.300
5.500
5.300
5.000
4.800
Totaal in dienst van deelnemers aan de enquête
5.844
5.624
6.071
5.725
5.319
4.950
4.756
4.400
- medewerkers in vaste dienst
5.406
5.332
5.625
5.365
4.521
4.650
4.468
4.230
441
292
446
360
279
300
288
170
- medewerkers in dienst bij producerende bedrijven
5.478
5.343
5.778
5.157
4.567
4.642
4.423
4.087
- medewerkers in dienst bij importerende bedrijven
368
281
293
309
233
308
333
313
- medewerkers op contractbasis
coratieve verven (Bouw en DHZ (doe-het-zelf)) in de totale verfafzet. Hierdoor nam het aandeel van scheepslakken, protective coatings, autoreparatielakken en industrielakken toe. In deze verven zitten in het algemeen meer gevaarlijke stoffen dan in decoratieve verven. Dit kan er de oorzaak van zijn dat het percentage medewerkers dat wordt blootgesteld aan bijvoorbeeld oplosmiddelen in 2012 steeg. Een positieve ontwikkeling is dat er steeds meer aandacht is voor biobased coatings. De VVVF streeft ernaar dat in 2030 50 procent van de grondstoffen die de VVVF-leden gebruiken biobased zijn (zie voor meer informatie Biobased Coatings, pagina 5). Als dit streven gerealiseerd wordt zal dat zeker een positieve invloed hebben op de performance indicators.
Veiligheid Arbocatalogus In de verf- en drukinktindustrie behoort veilig werken een onlosmakelijk onderdeel te zijn van het productieproces. Veiligheid is van invloed op een goede voortgang van de werkzaamheden en op het behalen van positieve resultaten. Ongelukken en ongevallen kunnen langdurig persoonlijk leed veroorzaken. Dat willen we
Jaarverslag VVVF 2012
natuurlijk zo veel mogelijk voorkomen door gevaar of risico’s tijdig te signaleren, waardoor preventieve maatregelen getroffen kunnen worden. Sinds 2010 biedt de VVVF via de arbocatalogus voor de verf- en drukinktindustrie (www.vvvf.dearbocatalogus.nl) werkgevers en medewerkers oplossingen aan voor gezond en veilig werken op de werkvloer. De afgelopen jaren is er veel informatie toegevoegd over machineveiligheid, blootstelling aan gevaarlijke stoffen en geluid. Inspectie SZW Ondanks alle inspanningen zijn er nog steeds verbeteringen te realiseren. Eind 2012 kwam een rapport van de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) uit. Daaruit bleek dat in de periode mei 2008-januari 2010 55 bedrijven zijn bezocht die tot de verf- en drukinktindustrie behoren. Daarbij zijn bij 47 procent van de bezochte bedrijven een of meer overtredingen waargenomen, met name op het gebied van machineveiligheid en blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De VVVF zal zich blijven inzetten om leden bewust te maken van de noodzaak om medewerkers goed te informeren over mogelijke gevaren en risico’s en de preventiemaatregelen die ze kunnen nemen. De VVVF hoopt en verwacht dat bij volgende bezoeken de conclusies van de Inspectie SZW positiever zullen zijn. 15
Coatings Care
Ongevallen Het is een goede zaak dat er in 2012 wederom geen dodelijk ongevallen hebben plaatsgevonden in de verf- en drukinktbranche. Ondanks alle maatregelen gebeuren er soms toch, op kleine schaal, beroepsongevallen. Het aantal beroepsongevallen is ten opzichte van 2011 toegenomen maar bleef beperkt tot 0,97 procent van het totaal aantal fulltime medewerkers dat actief is in de verf- en drukinktindustrie. Overigens hebben we in zeven jaar tijd het aantal beroepsongevallen kunnen verminderen met 30 procent. (In 2005 had 1,32 procent van het personeel te maken met een beroepsongeval, in 2012 was dit nog maar 0,97 procent.) De VVVF streeft ernaar om ook in de toekomst het aantal beroepsongevallen zo veel mogelijk te beperken.
Gezondheid Ziekteverzuim Gezondheidsklachten kunnen verschillende oorzaken hebben. Er kan een relatie zijn met het werk, bijvoorbeeld stress, of met het niet zorgvuldig opvolgen van voorschriften. Het ziekteverzuim in de bedrijfstak is voor het eerst sinds jaren gestegen (van 5 procent in 2011 naar 5,56 procent in 2012). Hierdoor ligt het percentage voor het eerst sinds lange tijd boven
het gemiddelde van 5 procent dat voor de Nederlandse industrie is gemeten. Overigens is op de lange termijn een daling van het ziekteverzuim waar te nemen, zoals blijkt uit onderstaande tabel 2: van 6,3 procent in 2005 naar 5,56 procent in 2012. De VVVF streeft ernaar om ook in de nabije toekomst het ziekteverzuim zo veel mogelijk terug te dringen. Het percentage ziekteverzuim (zoals vermeld in tabel 2) is berekend door het aantal opgegeven ziektedagen te delen door het totaal aantal gewerkte dagen van alle medewerkers (uitgaande van 210 werkzame dagen per jaar per medewerker). Het ziekteverzuim in de verf- en drukinktindustrie is niet helemaal vergelijkbaar met het landelijke percentage van het CBS. De reden is de wijze waarop de percentages worden berekend. Naast de verschillende rekenmethoden wordt ook het begrip ziekte anders gedefinieerd. Het CBS vindt bijvoorbeeld dat ook zwangerschapsverlof hieronder valt.
Tabel 2. Ziekteverzuim (%)
16
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Totaal ziekteverzuim
6,30
5,65
5,15
5,15
5,11
5,07
5,00
5,56
- van producerende bedrijven
6,51
5,82
5,20
5,10
5,10
5,20
5,02
5,72
- van importerende bedrijven
3,10
2,42
4,18
5,36
5,17
3,10
3,47
3,61
Percentage landelijk (CBS)
4,00 4,40 4,40 4,30 4,30 4,40 4,50 4,00
Percentage industrie (CBS)
5,40
5,70
5,00
5,00
5,20
5,10
5,20
5,00
Jaarverslag VVVF 2012
Coatings Care
Foto: P.K. Koopmans Lakfabrieken
Tabel 3. Gevaarlijke stoffen (% t.o.v. totaal verbruik stoffen)
Stoffenmanager Veel medewerkers in de verf- en drukinktindustrie staan dagelijks in contact met chemische stoffen. Ten opzichte van 2011 is het percentage verbruik van T- en CMR-stoffen gedaald, maar het verbruik van VOS is gestegen (zie tabel 3). Deze laatste toename is mede te verklaren door de verschuiving bij de verschillende deelsectoren in de totale verfafzet (zie voor een nadere verklaring ‘Marktontwikkelingen’). In tabel 3 worden gevaarlijke stoffen onderverdeeld in twee categorieën: TCMR en VOS. T-, C-, M- en R-stoffen staat voor Toxic, Carcinogeen, Mutageen en Reprotoxisch. Het is belangrijk om de risico’s zo veel mogelijk te minimaliseren door medewerkers goed te informeren. Nog niet zo lang geleden is de Stoffen-
Jaarverslag VVVF 2012
16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Verbruik T-, C-, en R-stoffen (excl. VOS) Verbruik VOS manager geïntroduceerd. Met behulp van dit (digitale) hulpmiddel kan, via de website www.stoffenmanagerverfendrukinktindustrie.nl, snel en efficiënt worden vastgesteld hoe het staat met de blootstellingniveaus in de verschillende werkruimten. Zo draagt ook dit instrument eraan bij dat gevaarlijke situaties snel gesignaleerd kunnen worden en dat er op korte termijn adequate maatregelen kunnen worden genomen om de gezondheid van medewerkers te beschermen.
17
Coatings Care
Blootstelling aan oplosmiddelen Bij blootstelling aan hoge concentraties oplosmiddelen kunnen medewerkers gezondheidsklachten krijgen. Om de risico’s te minimaliseren krijgen medewerkers persoonlijke beschermingsmiddelen aangeleverd en worden de werkplekken aangepast voor optimale werkomstandigheden. Daarnaast worden de medewerkers regelmatig gecontroleerd. Het aantal medewerkers dat blootgesteld werd aan oplosmiddelen steeg in 2012 met 2 procent ten opzichte van 2011. Dit kan zijn oorzaak vinden in het feit dat het aantal medewerkers dat betrokken is bij de productie van verven met een hoger oplosmiddelgehalte (autoreparatie, industrie, protective coatings en scheepslakken) is gestegen.
Tabel 4. VOS-emissie (% t.o.v. productievolume) 0,16 0,15 0,14 0,13 0,12 0,11 0,10 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Emissie t.g.v. productieactiviteiten
Milieu Productieproces Binnen het productieproces van verf wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met het milieu. Het is voor het milieu dan ook een goede zaak dat de emissie van oplosmiddelen tijdens de productie van verf en inkt stabiel bleef in 2012. Overigens is de VOS-emissie op productielocaties in zes jaar tijd van 0,16 procent van het productievolume gedaald naar 0,11 procent in 2012 (zie tabel 4). 18
Jaarverslag VVVF 2012
Foto: Ursa Paint
Coatings Care
Steeds meer bedrijven scheiden de afvalstromen in componenten die voor hergebruik geschikt zijn. Het percentage afval van het productievolume steeg licht in vergelijking met 2012, maar bleef nog onder het niveau van 2011. Ondanks het feit dat de VVVF-leden nieuwe technologieën ontwikkelden om het energieverbruik te verminderen, steeg het gemiddeld energieverbruik per ton product: van 392 kWh in 2011 naar 397 kWh in 2012. Echter op de lange termijn is wel duidelijk te zien dat het energiegebruik is gedaald (zie tabel 5). Alle milieugerelateerde cijfers binnen het productieproces worden beïnvloed door het gestegen aandeel van de productie van scheepslakken, protective coatings, autoreparatielakken en industrielakken. In deze deelsectoren worden meer milieubelastende stoffen gebruikt. Bredere context Het milieu houdt echter niet op bij de fabriekspoort of aan de landsgrenzen. We worden er wereldwijd door omgeven. Door het verbranden van fossiele brandstoffen stoten we broeikasgassen, gevaarlijke stoffen en fijn stof uit en veranderen zo het klimaat. We zullen ons met zijn allen actief moeten blijven inzetten voor een schoner milieu en een betere leefomgeving. Iedereen kan daaraan een steentje bijdragen. Dat blijkt ook uit het project ‘Recycling
verfrestanten’ dat op initiatief van de VVVF is gestart. Hierbij is het mogelijk om verfrestanten opnieuw te verwerken in het productieproces van verf (zie Recycling verfrestanten pagina 7). Coatings Care: een langetermijnproject Veiligheid, Gezondheid en Milieu is een zaak van lange adem. Economische tegenwind kan op korte termijn een terugval veroorzaken. Bekijken we de ontwikkelingen over een groot aantal jaren, dan valt er veel positiefs te melden. Bijvoorbeeld: • In 2005 had 1,32 procent van het personeel te maken met een beroeps ongeval, in 2012 was dit 0,97 procent: een vermindering met 30 procent. • Het ziekteverzuim daalde van 6,3 procent in 2005 naar 5,56 procent in 2012. • De VOS-emissie op productielocaties was in 2005 0,16 procent van het productievolume. In 2012 was dit gedaald tot 0,11 procent. • Het energieverbruik per ton product was in 2004 446 kWh tegen 397 kWh in 2012. De VVVF zal zich blijven inzetten om de veiligheids-, gezondheids- en milieuaspecten in de verf- en drukinktindustrie te verbeteren. Zie voor meer informatie over Coatings Care de VVVF-website: www.vvvf.nl.
Tabel 5. Energieverbruik (kWh) Gemiddeld verbruik per ton product
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 446
442
402
322
340
349
421
392
397
Spreiding * Min.
69
97
44
43
51
46
26
30
30
Max.
1.811
1.934
1.917
1.920
1.951
1.865
2.106
2.100
2.300
* Min. is het laagste energieverbruik per ton product dat is opgegeven door een VVVF-lid. Max. is het hoogste energieverbruik per ton product dat is opgegeven door een VVVF-lid.
Jaarverslag VVVF 2012
19
VVVF
branche
Financiën
Feiten en cijfers
Hieronder zijn verkorte versies opgenomen van de balans en de staat van lasten en baten van de VVVF over het verslagjaar. De door de externe accountant goedgekeurde jaarstukken 2012 zullen met een positief advies van de Financiële Commissie ter goedkeuring aan de ledenvergadering worden voorgelegd in december 2013.
De VVVF telt 82 leden, bedrijven waar in totaal 4.400 mensen werken. Hiermee vertegenwoordigt de branchevereniging circa 95 procent van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie.
Balans VVVF per 31 december 2012 Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
€ Passiva 93.000 Eigen vermogen 587.000
1.135.000
Overige voorzieningen 15.000
Voorraden 15.000 Schulden op korte termijn Vorderingen op korte termijn
204.000
Liquide middelen
430.000
Totaal
€
1.329.000 Totaal
179.000
1.329.000
De Nederlandse verfmarkt Ook 2012 was geen goed jaar voor de Nederlandse verfindustrie. De vastzittende huizenmarkt en de steeds sterker teruglopende productie van nieuwbouwwoningen zorgden ervoor dat de sector decoratieve verven (Bouw en DHZ) kromp. De bouwvervenmarkt (waarop de professionele schilder opereert) liep, in vergelijking met 2011, qua volume terug met meer dan 9 procent en qua omzet met 3 procent. Het volume op de DHZ-markt was zelfs 20 procent lager dan in 2011, de omzet daalde wat minder sterk. Ook de Scheepsbouw- en onderhoudsector had behoorlijke last van de aanhoudend slechte economie met een volumedaling van bijna 9 procent (omzet minus 9 procent). De markten voor Staalconservering en Industrielakken liepen (licht) terug. De Autoreparatielakken konden zich, dankzij een winter met nogal wat gladheid en ongelukken, vooral qua volume nog redelijk staande houden. Hoe de verfverkopen in 2012 waren verdeeld over de verschillende segmenten is aangegeven in de figuren 3 en 4. Daaruit valt op te maken dat, door de hierboven beschreven ontwikkelingen, het aandeel van decoratieve verven in de totale verfplas met 4 procentpunten terugliep tot 76 procent.
Figuur 1. Afzet verfproducenten en -importeurs (x 1.000 ton)
Staat van Baten en Lasten VVVF 2012 Lasten
€ Baten
Jaar Afzet binnenland Afzet export Afzet totaal €
Personeelskosten 674.000 Contributies/ heffingen
992.000
Kantoor/ overheadkosten
124.000
Overige baten
148.000
Activiteiten
188.000 Resultaat
84.000
Bijdragen aan derden 238.000 Totaal 1.224.000 Totaal 1.224.000
20
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
258.500 111.100 248.100 114.900 238.100 111.500 225.100 66.300 210.100 70.900 227.600 70.100 224.000 78.500 230.500 85.600 221.100 91.900 197.660 76.100 193.700 83.700 192.200 85.500 173.950 85.800
369.600 363.000 349.600 291.400 281.000 297.700 302.500 316.100 313.000 273.760 277.400 276.900 259.750
Bron: VVVF en Panteia
Jaarverslag VVVF 2012
branche
Figuur 2. Omzet verfproducenten en -importeurs (x € 1.000)
Omzet binnenland
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Omzet export
686.000 677.500 674.900 638.900 629.200 664.800 670.000 711.100 715.400 650.900 653.400 677.100 658.400
Omzet totaal
352.800 1.038.800 394.000 1.071.500 401.500 1.076.400 233.200 872.100 242.600 871.800 258.800 923.600 311.600 981.600 380.600 1.091.700 338.700 1.054.100 286.500 937.400 332.300 985.700 349.900 1.027.000 354.500 1.012.900 Foto: Sigma Coatings
Jaar
Bron: VVVF en Panteia
Figuur 3. Afzet binnenland verfindustrie per deelsector (in %)
Figuur 4. Omzet binnenland verfindustrie per deelsector (in %)
55,1%
44,9%
7,3% 6,2% 5,2% 20,9%
Bouw Doe-het-zelf Industrie Scheepsbouw/reparatie Staal conservering Autoreparatie
Jaarverslag VVVF 2012
3,5%
5,3% 20,9%
9,1%
11,8% 9,8%
Bron: VVVF en Panteia
Bouw Doe-het-zelf Industrie Scheepsbouw/reparatie Staal conservering Autoreparatie
Bron: VVVF en Panteia 21
branche
De Nederlandse drukinktindustrie Ook in 2012 had de Nederlandse drukinktmarkt te maken met een teruglopende afzet en omzet. De economische crisis was daar mede debet aan. Er is echter ook een onderliggende ontwikkeling die een structureel lagere vraag naar drukinkt veroorzaakt: de toegenomen digitale uitwisseling van informatie. De VVVF is er echter van overtuigd dat de consument altijd in veel gevallen een voorkeur blijft houden voor gedrukte informatie en dat de vraag naar drukinkt dus een solide basis heeft.
Figuur 5. Afzet drukinktproducenten en -importeurs (x 1.000 ton)
2001
28.000
2002
22.000
2003
22.000
2004 Foto: Flint Group
2005 2006 2007
41.000
2008
42.200
2009
37.500
2010
35.600
2011
33.800
2012
31.700 10
15
20
25
30
35
40
45
Bron: VVVF en EuPIA
22
Jaarverslag VVVF 2012
branche
Figuur 6. Omzet drukinktproducenten en -importeurs (x € 1.000)
2001
82.000
2002
77.000
2003
76.000
2004 2005
2007
118.000
2008
123.600
2009
107.500
2010
100.000
2011
98.000
2012
94.400
Foto: Pet van de Luijtgaarden
2006
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 Bron: VVVF en EuPIA
Verantwoording cijfers Tot en met 2003 heeft de VVVF de afzet- en omzetgegevens verzameld. Daarna heeft EuPIA, de Europese associatie van drukinktproducenten, dit overgenomen. EuPIA heeft echter over de jaren 2004 tot en met 2006 geen cijfers gepubliceerd. In de VVVF-cijfers zijn alleen de afzet en omzet van drukinktproducenten en -importeurs verwerkt die in Nederland zijn gevestigd. In de cijfers van EuPIA is ook de afzet en omzet begrepen van drukinktproducenten die rechtstreeks vanuit vestigingen in het buitenland leveren aan afnemers in Nederland. Dit verklaart het grote verschil tussen de cijfers van de VVVF en die van EuPIA.
Jaarverslag VVVF 2012
23
VVVF
Bestuur vvvf (per 6 april 2013)
24
Ben Berkel, Drywood Coatings BV Voorzitter, Issuegroep Werk & Arbo
Dick Boekee, Hunter Douglas Europe B.V. Issuegroep Wet- en Regelgeving
Guus Duray, PPG Coatings Nederland B.V. Plaatsvervangend voorzitter, Sectorgroep Bouw/DHZ/TIFA
Kees Ekelmans, AkzoNobel Decorative Coatings B.V.
Robert Groot, Hempel (The Netherlands) B.V. Sectorgroep Protective Coatings, Marine en Brandwerende Coatings
Anja Jessurun, Norway Coatings BV Commissie Statistiek
Michel Kranz, BICCS Industrial Coatings B.V. Issuegroep Europese zaken
Kees Mylanus, Keim Nederland BV Issuegroep Duurzaam Ondernemen
Eli Roodbeen, Flint Group Netherlands B.V. Sectorgroep Drukinkt
Theo Wemmers, Valspar B.V. Penningmeester, Sectorgroep Industrie, Sectorgroep Autoreparatielakken
Marlies van Wijhe, Van Wijhe Verf B.V. CAO-onderhandelingsdelegatie, Issuegroep Technologische Innovatie
Jaarverslag VVVF 2012
VVVF
leden
(per 15 april 2013)
Verfleden N.V. Aalterpaint S.A. AALTER AkzoNobel Automotive & Aerospace Coatings SASSENHEIM Akzo Nobel Decorative Coatings bv SASSENHEIM Alabastine Holland BV AMMERZODEN Anker Verven BV GORREDIJK Aspect Yacht Paints B.V. DRACHTEN Baril Coatings BV ’s-HERTOGENBOSCH BASF Coatings Services B.V. MAARSSEN BICCS Industrial Coatings B.V. ALMERE A. Bok en Zonen BV AMSTERDAM Bristol Coatings Holland BV HONSELERSDIJK Chugoku Paints BV FIJNAART Coateq Coating Concepts HAARLEM Coldec Productie BV VAASSEN Conti Coatings Benelux BV ALPHEN a/d RIJN CPS Color BV SITTARD Cronolin Paint BV GENEMUIDEN DAW Coatings Nederland B.V. NIJKERK Digo Products BV VELDHOVEN D.P.G. B.V. NEDERWEERT Verfindustrie Drost BV VENLO Drywood Coatings BV ENSCHEDE DuPont Performance Coatings EMEA Holding B.V. BREDA Eco-Point International B.V. HALSTEREN Farball Holland BV ETTEN-LEUR Flexchemie BV RIDDERKERK W. Heeren & Zoon BV AALSMEER Hempel (The Netherlands) BV SCHIEDAM Herfst en Helder BV LELYSTAD Hermadix Coatings BV AALSMEER HIM Chemie BV VELSEN-NOORD Hunter Douglas Europe BV HOOGEVEEN Inducoat B.V. AMERSFOORT International Paint (Ned.) BV RHOON Jotun B.V. SPIJKENISSE Keim Nederland BV ALMERE Kluthe Benelux BV ALPHEN a/d RIJN P.K. Koopmans Lakfabrieken B.V. FERWERT Korthals Lakken BV IJMUIDEN Glas- en Verfimport A. v/d Kwast BV LEIDEN Lakfa Verffabriek BV AMSTERDAM Nanocoat International ALPHEN a/d RIJN NELF Lakfabrieken BV FERWERT Neverlak BV AMSTERDAM Norway Coatings BV UTRECHT Nu Plastall KAMPEN Phoenix Verffabriek BV HUIZEN PPG Coatings Europe B.V. Protective & Marine AMSTERDAM
Jaarverslag VVVF 2012
PPG Coatings Nederland B.V. UITHOORN PPG Coatings BV TIEL PPG Industrial Coatings B.V. VEENENDAAL PPG Industries WIJCHEN Remmers Bouwchemie BV HOOGEVEEN Rust-Oleum Netherlands BV ROOSENDAAL Schaepman’s Lakfabrieken b.v. KAMPEN Signature Wegmarkering bv WAPENVELD Sika Nederland BV UTRECHT Soen’s Meubelbeitsen BV IJMUIDEN Strikolith BV RAAMSDONKSVEER Strizo Synthetics BV TILBURG Teodur B.V. BREDA Tikkurila Coatings BV BOTLEK - ROTTERDAM Tollens Coatings NV TEMSE Touwen & Co. BV ZAANDAM U.P. Quality & Environment BV IJMUIDEN Valspar bv LELYSTAD Veluvine BV BREDA Veveo Coatings AMSTERDAM Vista BV VOORBURG Vliegenthart BV TIEL Verffabr. H. de Vos & Zn. BV DEN HAAG VPD BV DEURNE Van Wijhe Verf B.V. ZWOLLE De IJssel Coatings BV MOORDRECHT Zandleven Coatings B.V. LEEUWARDEN Drukinktleden Flint Group Benelux B.V. DEVENTER Flint Group Netherlands BV ’s-GRAVENZANDE Flint Group Netherlands BV HELMOND Flint Group Netherlands BV WINSCHOTEN Kiian BV HAARLEM Siegwerk Benelux NV BORNEM Kon. Drukinktfabrieken Van Son BV HILVERSUM Sun Chemical Zaandam ZAANDAM Buitengewone A-leden Mavom BV ALPHEN a/d RIJN PGZ Retail Concept HOUTEN TQC BV CAPELLE AAN DEN IJSSEL WSB Finishing Equipment B.V. MAARSSEN Buitengewone B-leden Distributiecentrum Van den Anker B.V. SON Ardagh Packaging Group LEEUWARDEN BASF Nederland BV ARNHEM Bayer BV, divisie BMS MIJDRECHT 25
vvvf
VVVF-bureau (per 6 april 2013)
Buhler Benelux MECHELEN Caldic Nederland B.V. ROTTERDAM Clariant SE, Branche Nederland MAASTRICHT DSM Coating Resins WAALWIJK DSM Resins bv ZWOLLE E & R Chemicals & Equipment BV VLAARDINGEN Eskens Benelux ALPHEN a/d RIJN Everlight Europe B.V. CAPELLE AD IJSSEL Grolman Benelux BV GOOR Holland Colours Apeldoorn BV APELDOORN Keyser & Mackay CV AMSTERDAM KRONOS BV ROTTERDAM Necarbo BV BEVERWIJK Nuplex Resins BV BERGEN op ZOOM Omya Netherlands MOERDIJK E.H. Worlée & Co. BV KORTENHOEF Belangstellende leden Ashland Nederland B.V. ASK Chemicals Benelux B.V. Brenntag Nederland B.V. IMCD Benelux B.V. De Monchy International BV Münzing International S.à.r.l. Pack2Pack Profiltra BV Reed Business Opleidingen BV G.C. Rutteman & Co. BV Univar Belgium S.A./N.V.
BARENDRECHT WAALWIJK DORDRECHT ROTTERDAM HOOGVLIET Rt. LUXEMBURG HALSTEREN ALMERE ZWIJNDRECHT ROTTERDAM BRUSSEL
Gerben Dijkstra Beleidsmedewerker Sociale zaken, issuemanager Werk & Arbo, Duurzaam Ondernemen
Catelijne Hopmans Medewerker Communicatie
Gerrit Jonkers Beleidsmedewerker Technische zaken, issuemanager Techniek & Informatie
Cees Pille Beleidsmedewerker Duurzaam Ondernemen en Technologische Innovatie, Branchecoördinator VLK
Martin Terpstra Directeur, issuemanager Industrie & Innovatie, Communicatie en Europese zaken
Marjan van der Velden Secretaresse
Geassocieerd lidmaatschap Vereniging van Verfgroothandelaren in Nederland (VVVH) De VVVH behartigt de belangen van de verfgroothandel in Nederland. De VVVF biedt de 48 leden van de VVVH een aangepast pakket diensten aan. Tussen de besturen van VVVF en VVVH vindt regelmatig overleg plaats. Sinds 1 januari 2009 verzorgt het VVVF-bureau de secretariaatsfunctie voor de VVVH.
26
Jaarverslag VVVF 2012
Summary
Annual Report: Summary On the move Technological innovation Access to the world of knowledge The VVVF wishes to consolidate and expand the excellent position held by Dutch industry in the field of technology. We are counting on research institutes in the Netherlands to continue to lead in their field, and become even more accessible for the paint and printing ink industry. Coatings Innovation Day 2013 In 2012, the VVVF Technological Innovation Issue Group took the initiative of organizing the first Dutch ‘Coatings Innovation Day’, to be held on 25 April 2013, together with the Dutch Paint Technicians Association (NVVT). The day aims to bring together scientists, researchers, raw material and chemical producers and paint manufacturers, with the goal of promoting the transfer of knowledge between knowledge institutes and the paint and printing ink industry. Bio-based Coatings Jointly with the Dutch Chemical Industry Association (VNCI), in 2012 the VVVF started the second Industry Innovation Contract with research organisation TNO. The paint industry’s goal is that by 2030, 50% of the paint on the Dutch market will be based entirely on renewable raw materials, and shall have a performance equivalent to that of fossil-based counterparts. To help their members to achieve this ambition, the VVVF and VNCI intend to organise a follow-up series of ‘Bio-based Coatings’ workshops.
Sustainable business Coatings Care® Each year, as part of Coatings Care the VVVF benchmarks its members on safety & health, environment and product development and education by means of the Performance Indicators (PI) survey. Performance Indicators are related to data on aspects such as sickness-related absence, exposure to solvents and hazardous substances, solvent emissions, product development and training. The VVVF brings this information together and identifies where improvements have been made. New challenges In the 21st century, the paint and printing ink industry faces new challenges. It is essential for business to combine a good operating result with protection of the environment and utilization of employee talent, and to contribute to a safe and stable society. The VVVF and its members believe that sustainable business in the paint and printing ink industry demands an integrated approach. Consideration must be given to three aspects of any product: its function, composition, and production process. Sustainable maintenance On 24 October 2012, VVVF and OnderhoudNL (formerly FOSAG) signed the Memorandum of Understanding ‘Sustainable maintenance of buildings and infrastructure”. This is a joint declaration by paint manufacturers and professional painters of their wish to arrive at a generally accepted definition of “sustainable maintenance’, and exactly how the concept can be further developed. Sustainable paint CEPE plans in 2013 to give online access via a web site to a database with life cycle information on the raw materials of paint. The site will include a calculation tool that members can use to perform a Life Cycle Analysis (LCA). This will enable paint manufacturers to both gain and give insight into the environmental impact of their products. The VVVF will investigate the possibility of developing a tool to communicate the level of sustainability of paint. Recycling of paint residues In 2012 a working party was formed to determine whether there is a viable business case for recycling of water-based wall paint. They looked at the LCA of recycling, the collection and sorting process, specifications for usable residues and legal bottlenecks. The LCA analysis showed that the overall environmental benefit from recycling of water-based wall paint is 72 %. The economic feasibility will be investigated in early 2013.
Foto: Ursa Paint
MVO Nederland In 2012, the VVVF joined MVO Nederland (CSR Netherlands). MVO Nederland, as the national knowledge and networking organisation for Corporate Social Responsibility (CSR), is the first stop for any enterprise setting out to make their business sustainable. (See http://www.mvonederland.nl/english/what-ismvo-nederland)
Jaarverslag VVVF 2012
27
Summary
Socially-minded innovation
Labour agreement In 2012, a new collective labour agreement was agreed with the unions, to apply from April 2012 through May 2013. It was agreed that wages would be increased. The retirement age will now coincide with the effective date of the state pension (recently changed under Dutch law). In addition, VVVF members will make four jobs available for ‘WAJONGers’ (WAJONG: Work and Employment Support for Disabled Youth Act). In 2013, two pilot projects will be launched: Training and Stage-of-life Personnel Policy. Sector pension scheme After more than 50 years of independence, the paint and printing ink industry pension fund decided to join the Pension Fund for the Graphic industry (PGB). This move was made to control rapidly rising costs, strengthen the financial base, and solve the growing problem of finding employer representatives for the supervisory board.
Safe and healthy work OSH catalogue An Occupational Safety and Health catalogue for the paint and printing ink industry has been available for several years (at www.vvvf.dearbocatalogus.nl). In 2012 the catalogue was extended with the subjects Psycho-social Work Stress and Noise. An important part of the OSH catalogue is the ‘Paint and Printing Ink Industry Substance Manager’. The Substance Manager is a digital tool for assessing and controlling exposure to hazardous substances in the workplace. To highlight the need for a safe working environment in the paint and printing ink industry, in 2012 the VVVF jointly ran the campaign ‘Safe and healthy work in your and our best interest’ together with three trade unions (FNV, CNV Vakmensen and De Unie). Nanotechnology In many countries there is a debate under way on the introduction of mandatory public registration of products containing nanomaterial. To avoid a scenario of conflicting national regulations, the Dutch government has called for the establishment of a single European registration system. The French government has already imposed an obligation (per 1 January 2013) on producers, importers and distributors to register the nanomaterial in their products. CEPE will develop an instruction on how to act in respect to production, import or distribution of products containing nanomaterial in France. 28
Foto: P.K. Koopmans Lakfabrieken
BAR Socially-minded innovation stands for re-thinking the labour process with the goal of increasing labour productivity and participation. In 2012, the VVVF and unions decided to appoint a joint working party to advise labour agreement negotiators (see below). The VVVF will start an Industry Advisory Council (BAR) in 2013. The BAR will make recommendations to the VVVF delegation in the joint working party.
CEPE is also developing a manual for employees on safe and healthy handling of nanomaterial and products in the workplace.
Legislation and regulations REACh and CLP The impact of REACh and CLP Regulations is becoming increasingly noticeable. During the technical briefing on 14 November 2012, members were informed on the development of generic exposure scenarios, the introduction of modified hazard prevention measures (if found necessary, based on the SDS) and the requirement for downstream users to adopt measures for the safe use of substances and mixtures. Safety Data Sheets The dissemination of Safety Data Sheets (SDS) through the supply chain creates a significant administrative burden. Until 2011 it was possible to refer users to the website VeiligmetVerf.nl (‘Safe with Paint’) where they could download the required SDS. In 2012 it became absolutely clear that this method did not meet the active transfer duty under European legislation. Together with the Ministry of Economic Affairs, as part of the project ‘Smart Arrangements, Good Connections, the VVVF has developed an ICT tool to supply SDS by e-mail to the next link in the chain. This is a convenient way to ensure that the transfer duty is fulfilled. The project came to an end on 7 December 2012 with the signing of a Memorandum of Understanding between the partners on the introduction of the ICT tool. In addition, the VVVF is concerned about the practicality of the SDS. The VVVF
Jaarverslag VVVF 2012
Summary
has taken the initiative of starting a dialogue on these issues with all trade associations of users of paint or printing ink. A stakeholders’ meeting was convened on 13 September 2012. CLP CLP (Classification, Labelling and Packaging regulations for substances and mixtures) requires suppliers of substances and mixtures to change to a different manner of labelling. Substances must already (since 2010) have new labelling. Mixtures must abide by the regulations from 2015 onwards. Biocides Paint products with an active biocidal effect may only be marketed and used with explicit permission from the Dutch government. The regulation will come into force in all EU member states in September 2013. Storage The PGS 15 publication series contains the regulations for storage of packaged hazardous substances. Proper compliance with these regulations should ensure that companies achieve ‘an acceptable level of protection for people and the environment’. Guides The VVVF publishes guides to support its members in compliance with regulations. •SDS guide Guide to compilation of Safety Data Sheets (SDS). •Labelling guide Guide to the correct layout and content of labels, specific to products for the paint and printing ink industry. •Transport Data Sheet bundle This bundle comprises all relevant information on the transport of hazardous substances and mixtures for the paint and printing ink industry. •INVECO guide The INVECO guide describes safe business practices for handling of substances, raw materials and semi-finished products.
Supply chain cooperation Joining the links The quality of paint or printing ink is at its best when processed and applied in a professional manner by a tradesman or production company, over the proper substrates and in the correct environment, for the purpose envisaged by the end user. When the links in the chain are able to cooperate in an efficient, flexible and innovative way, a sustainable and competitive offering can be provided.
Jaarverslag VVVF 2012
Sustainability In 2012, the VVVF has vigorously pursued bilateral consultations with the trade associations. The initiative to start a broader supply chain consultation was taken at chairman level with OnderhoudNL (formerly FOSAG, Royal Trade Organisation for the painting, maintenance, metal conservation and glass industry) and the Dutch trade association for the carpentry industry (NBVT). One of the many challenges is greater cooperation in the field of sustainability. Promotion of use of wood Several sectors within the timber and wood supply chain took the initiative of launching a public campaign to promote the use of wood. The VVVF membership has enthusiastically backed the campaign. It will become apparent in 2013 whether there is sufficient support. Painting in wintertime The ‘winter painter’ campaign was also conducted in the 2012-2013 winter season at the initiative of OnderhoudNL (formerly FOSAG). This campaign was again aimed at persuading consumers have paintwork done during the winter. Via the VVVF, members had the opportunity to be “friend” of the winter painter by financially supporting the campaign.
Communication Communication with membership The VVVF considers it important that there is open and transparent communication from the board and issue groups towards members. Members are kept informed via the member site. The Dashboard feature enables management to see whether employees are receiving essential reports on important issues, and whether they are actively participating in specific working parties, issue groups or sections. Members also received five issues of the magazine Verf&Inkt (Paint & Ink) in 2012 as well as social media messages. The membership also has direct contact with the VVVF via sections, issue groups, working parties and seminars. Communication with stakeholders The VVVF works actively to increase the sector’s social visibility among stakeholders, politics and media. By involving stakeholders more in processes and through joint execution of certain projects, the VVVF has intensified the dialogue with stakeholders. In addition, stakeholders were kept abreast of developments via the VVVF web site and social media. Moreover, the stakeholders received five issues of the Magazine Verf&Inkt. In 2012, plans were made for expansion of the external communication.
29
Summary
Association
Facts & Figures
Adhesives and Sealants industry The Adhesive & Sealants Industry association VLK has been part of the Sector Bureau since 1 January 2011. The bureau has a coordination and support role, and maintains external contacts for the VLK.
The VVVF has 82 members, companies employing a total of 4,400 persons. The trade association therefore represents around 95% of the Dutch paint and printing ink industry.
Wholesale Paint The Sector Bureau has provided a secretarial facility for the Association of Paint Wholesalers (VVVH) since 2009. The VVVF and VVVH boards get together regularly to exchange information and discuss opportunities for cooperation.
Events General Assembly On 12 December 2012, the VVVF General Assembly was held in the Hilton Royal Parc Soestduinen. In her last year as VVVF chairperson, Marlies van Wijhe reflected on her three years in that office. Alfons van Blaaderen (Professor at the Debye Institute for NanoMaterials Science) predicted that the future lies in structural colours. Stef Kranendijk (Chairman, Desso Group) showed how Desso had succeeded in designing a Cradle to Cradle® concept for floor tiles. Feike Sijbesma (CEO of DSM) shared the role of knowledge and innovation for industrial development in Europe. Other events in 2012 27 March 2012 Seminar on OSH Catalogue & Substance Manager (see OSH Catalogue section)
The Dutch paint market 2012 was another disappointing year for the Dutch paint industry. The stubborn housing market and the steepening decline in the production of new homes caused further shrinkage in the decorative paints sector (construction and DIY). Compared to 2011, the architectural coatings market (in which the professional painter operates) fell in volume terms by more than 9%, and revenue dropped by 3%. The volume on the DIY market was even worse, at 20% down on 2011, although the revenue fell less sharply. The Shipbuilding and maintenance sector had considerable difficulty due to the persistently poor economy, with volume and revenue both falling by around 9%. The markets for steel conservation and Industrial Lacquers experienced a slight downturn. Thanks to a harsh winter with icy roads and frequent accidents, car refinishing lacquers held their ground reasonably well, especially in volume terms.
The Dutch printing ink industry The Dutch printing ink market was again confronted with declining sales and revenue in 2012. This can be attributed at least partly to the economic crisis. However, there is also an underlying development that is causing a structurally lower demand for ink: the increasingly digital exchange of information.
13 September 2012 Stakeholders’ Meeting ‘Safe with Paint’ (see Safety Data Sheet section) 24 October 2012 Network meeting ‘Paint and maintain sustainably!’ (see Sustainable Maintenance section) 14 November 2012 Technical Briefing REACh/CLP (see REACh and CLP section) 22 November 2012 Bio-based Coatings Workshop 1 (see Bio-based Coatings section)
30
Jaarverslag VVVF 2012
COLOFON
Uitgave Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten (VVVF) Teksten en eindredactie VVVF Annet Huyser Vormgeving GrafischeZaken, Den Haag Drukwerk DeltaHage BV Contact VVVF Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam Telefoon: 070 444 06 80 Fax: 070 444 06 84 E-mail:
[email protected] Website: www.vvvf.nl Verantwoord papier Het VVVF-jaarverslag 2012 is geprint op FSC-gecertificeerd papier
FSC Logo
2013, VVVF Leidschendam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende.
JAARVERSLAG VVVF 2012
31
Loire 150, 2491 AK Den Haag Postbus 241, 2260 AE Leidschendam Telefoon: 070 444 06 80 E-mail:
[email protected] Website: www.vvvf.nl