Sigaretten en de nieuwe wettelijke leeftijdsgrens: Hoe vaak wordt de leeftijd gecontroleerd? Dr. Marc Willemsen
Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres Postbus 16070 2500 BB Den Haag Telefoon + 31 (0)70.312 04 00 Internet: www.stivoro.nl © Den Haag, 2003 Overname van gegevens met bronvermelding is toegestaan
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
Conclusies
3
Inleiding
6
De wettelijke leeftijdsgrens Tabaksautomaten De onderzoeksvragen
6 6 6
Onderzoeksmethode
8
Resultaten
9
Relatie tussen roken en leeftijd Bekendheid met de wettelijke leeftijdsgrens Controle op leeftijd Populaire verkoopplaatsen Aantal bezitters van een Age Key
9 9 10 13 13
Discussie
14
Literatuur
15
Bijlage
16
Vragenlijst
16
Conclusies Dit rapport biedt een eerste inzicht in de naleving van de wettelijke leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten die op 1 januari 2003 is ingesteld. Deze maatregel is bedoeld om het roken onder jongeren te verminderen. In Nederland wordt nog steeds veel gerookt door jeugdigen. Met het stijgen van de leeftijd verdriedubbelt jaarlijks het percentage wekelijks rokers, van het 11e levensjaar tot en met het 14e levensjaar. Op 15-jarige leeftijd rookt al 31% tenminste wekelijks. Van de minderjarigen (< 16 jaar) rookt 6,5% dagelijks, 10,3% wekelijks, 13% maandelijks en heeft 35,6% ooit wel eens gerookt. Op basis van het onderzoek, dat is uitgevoerd bij een representatieve steekproef van jongeren van 10 -19 jaar, kunnen de volgende conclusies worden getrokken.
Jongeren onder de 16 jaar kunnen nog gemakkelijk aan sigaretten komen, ondanks de wettelijke leeftijdsgrens. Van alle minderjarige rokers heeft 84% sinds de nieuwe leeftijdswet wel eens zelf sigaretten gekocht. Dit is zelf hoger dan in een Amerikaanse studies waar nagegaan is hoeveel minderjarigen nog sigaretten kunnen kopen in staten waar een verkoopverbod bestaat. Daar werden percentages tussen 77% (Radecki % Zdunich, 1993) en 67% (USDHHS, 1994) gerapporteerd.
Verkopers van tabakswaar houden zich niet aan de Tabakswet. Verkopers van rookwaar controleren nog nauwelijks. Bij slechts 12,8% van de Nederlandse minderjarige rokers (<16 jaar) die na de inwerkingtreding van de wettelijke leeftijdsgrens wel eens zelf sigaretten kochten, is sinds 1 januari 2003 tenminste regelmatig naar de leeftijd gevraagd of is tenminste een opmerking gemaakt over de leeftijd. Zelfs bij rokers waar weinig twijfel mogelijk lijkt over of ze 'minderjarig' zijn, namelijk rokende kinderen tussen de 10 en 14 jaar, heeft 45% sinds de invoering van de leeftijdgrens sigaretten gekocht zonder dat ooit naar de leeftijd is gevraagd. Ook deze bevinding bevestigt eerder observaties in het buitenland. In de meeste landen waar een officiële leeftijdsgrens bestaat is de handhaving ervan een groot probleem (W.H.O., 1997). Een Australische studie uit 1992 vond dat 70% van de aankopen door minderjarigen succesvol waren ondanks een verkoopverbod (Sanson-Fisher et al, 1992). De toegankelijkheid van sigaretten via de tabaksautomaten en de slechte naleving van de legitimatieplicht door verkopers zijn de grootste problemen (Willemsen & de Zwart, 1999). Jongeren zijn zeer behendig in het achterhalen van welke winkeliers of uitbaters 'streng' zijn en welke minder strikt de Tabakswet naleven. In enkele studies is gebleken dat de enige conditie waaronder de leeftijdsgrens goed wordt nageleefd, een combinatie is van een vergunningensysteem voor de verkoop van sigaretten, regelmatige winkelinspecties ('compliance checks') en sancties tegen winkeliers (boetes en uiteindelijk het verlies van de verkoopvergunning) die in overtreding zijn (Jason et al., 1991; DiFranza et al., 1992). Onder deze condities was er ook sprake van afname van tabaksconsumptie onder vooral de jongste leeftijdsgroepen. Dit effect kan nog worden versterkt als
tabaksverkoop zou worden beperkt tot tabaksspeciaalzaken. Hierdoor zou de controle op de naleving eenvoudiger worden.
De meeste minderjarigen kopen hun rookwaar via de supermarkt. De vier belangrijkste kanalen waarlangs minderjarige rokers aan hun sigaretten komen zijn de supermarkt, de tabakszaak, de snackbar en de automaat. Op al deze plaatsen is het vanaf 1 januari verplicht om naar legitimatie te vragen als er twijfel is over de leeftijd van een koper. De supermarkt is echter veruit favoriet. Niet alleen bij de minderjarigen overigens, ook bij de oudere jongeren. Iets meer dan de helft (51,3%) van de minderjarige rokers zegt de sigaretten voornamelijk van supermarkten te betrekken. In een eerder onderzoek dat in 2001 werd verricht bleek ook al dat jongeren van 13 tot en met 15 jaar beduidend vaker bij levensmiddelenzaken sigaretten kopen dan bij tabaksspeciaalzaken of sigarettenautomaten (INTRAVAL, 2002).
De bekendheid met de wettelijke leeftijdgrens is goed onder jeugdige rokers. Slechts 10,9% van de rokende minderjarigen (10-15 jarigen) was 3 maanden na inwerkingtreding van de nieuwe bepaling nog niet op de hoogte. Het lijkt dan ook weinig zin te hebben om inspanningen te plegen om via communicatiecampagnes de leeftijdsgrens verder onder de aandacht van rokende jongeren te brengen.
Bijna niemand heeft nog een 'Age Key'. Slechts een kleine 9% van de 16-19 jarigen zegt zelf over een dergelijke 'sleutel' te beschikken waarmee tabaksproducent uit de tabaksautomaten kunnen worden gehaald. Volgens LBT Nederland zouden uiterlijk 1 april 2003 al haar automaten zijn voorzien van het Age Key systeem (Luijt, 2003). Dit was halverwege de veldwerkperiode van het onderzoek. De meeste automaten waren ten tijde van het onderzoek waarschijnlijk dus al wel toegerust met het systeem, maar het systeem was nog niet in werking gesteld. Dit was dan ook nog niet wettelijk verplicht, omdat de politieke besluitvorming hierover niet was afgerond. Van de minderjarigen zegt 23,5% vooral via de automaten aan sigaretten te komen. Van de minderjarigen die vooral via tabaksautomaten aan sigaretten komen is in 35% van de gevallen nog nooit naar de leeftijd gevraagd. De uitbater is verantwoordelijk voor het checken van de leeftijd. Het lijkt erop dat dit in de praktijk dus nog onvoldoende gebeurt. Het lijkt dan ook van belang dat alle sigarettenautomaten snel met een werkend Age Key worden toegerust (of met een ander systeem).
Inleiding De wettelijke leeftijdsgrens In juli 2002 werd de Nederlandse Tabakswet gewijzigd. Eén van de nieuwe bepalingen is een leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak (Stb. 2002; 201 art 8). Die bepaling zegt dat tabaksproducten per 1 januari 2003 enkel mogen worden verkocht aan personen van 16 jaar en ouder. Vóór die tijd gold er geen wettelijke minimumleeftijd om sigaretten te mogen kopen. De wetsbepaling stelt verder dat er bij een verkooppunt een mededeling over de minimumleeftijd moet worden opgehangen of neergezet. Dit moet voor iedereen goed zichtbaar zijn. De verkoper moet bij twijfel over iemands leeftijd naar een identiteitsbewijs vragen. Wanneer een verkoper tabak verkoopt aan iemand die jonger is dan 16 jaar riskeert hij/zij een boete. Die boete is 450 voor de eerste overtreding en kan oplopen tot 4.500 voor een derde overtreding. Iemand die rookwaar koopt voor iemand die nog geen 16 jaar is, is zelf niet strafbaar.
Tabaksautomaten De leeftijdsgrens geldt ook voor de verkoop van tabaksproducten via tabaksautomaten. Dit zijn er in Nederland ongeveer 23.000. Vaak staan deze opgesteld buiten het zicht van uitbaters, die verantwoordelijk zijn voor het naleven van de leeftijdsgrens. Om te voorkomen dat tabaksautomaten verboden zouden worden, heeft de automatenbranche systemen ontwikkeld om de leeftijd van de koper vast te stellen. Er bestaan twee systemen. Het ene is de 'Age Key', ontwikkeld door LBT-Nederland, de brancheorganisatie voor exploitanten van tabaksautomaten en BAT (British American Tobacco) eigenaar van de meeste tabaksautomaten. Deze werkt als volgt. Mensen van 16 jaar of ouder kunnen op het postkantoor met een geldig legitimatiebewijs hun bankpas of chipknip laten activeren. De sigarettenautomaat leest de leeftijdsinformatie dan van de kaart af. Om fraude te beperken, is er een limiet aan het aantal pakjes dat per uur getrokken kan worden. Het alternatieve systeem is de ' duo-maat' . Wie een pakje sigaretten wil trekken uit een automaat die met dit systeem is uitgerust, moet zich eerst legitimeren bij het personeel achter de bar. Pas als de leeftijd is gecontroleerd, gaat de automaat via een afstandsbediening 'van het slot' en kan de klant binnen 30 seconden sigaretten kopen. De minister van VWS heeft vooralsnog gekozen voor algehele invoering van het Age key systeem, omdat dit minder fraudegevoelig zou zijn dan het duo-maat systeem. De Age key is echter nog niet verplicht. De besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden. Zolang dit nog niet gebeurd is, moet de uitbater er voor zorgen dat niemand onder de zestien sigaretten uit een 'onbeschermde' tabaksautomaat haalt.
De onderzoeksvragen Dit onderzoek is uitgevoerd om na te gaan of minderjarige rokers 3 maanden na inwerkingtreding van de leeftijdsgrens er nog in slagen om sigaretten te kopen en op welke plaatsen dat dan vooral gebeurt. Wij hebben onderzocht of het kopen van sigaretten door minderjarige rokers sinds de wettelijke leeftijdsgrens
nog mogelijk is. Of de nieuwe wet ook een effect heeft op rookgedrag en op hoe niet-rokers tegen sigaretten aankijken is niet in dit onderzoek nagegaan. De volgende specifieke onderzoeksvragen werden beantwoord: 1. Hoeveel jongeren onder de 16 jaar zijn op de hoogte van het feit dat er een wettelijke leeftijdsgrens voor de verkoop van sigaretten is ingesteld? En hoeveel van de rokende minderjarigen? 2. Hoeveel jongeren onder de 16 jaar hebben na 1 januari 2003 wel eens tabaksproducten gekocht? Bij hoeveel wordt naar de leeftijd gevraagd? 3. Waar halen jongeren onder de 16 jaar sinds de nieuwe leeftijdsbepaling hun rookwaar vandaan? 4. Hoeveel jongeren van 16-19 jaar beschikken over een Age Key?
Onderzoeksmethode Het onderzoek is uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van STIVORO. Het onderzoek maakt deel uit van het Roken Jeugd Onderzoek, een peiling van rookgedrag onder jongeren dat TNS NIPO vanaf 1991 elk jaar uitvoert voor STIVORO. TNS NIPO heeft in de periode 13 maart t/m 17 april 2003 een steekproef van 4.471 jongeren in de leeftijd van 10 t/m 19 jaar ondervraagd. De samenstelling van de steekproef is gebaseerd op de verdeling naar sexe, leeftijd en schooltypen in Nederland (een quotasteekproef). De vraaggesprekken met de jongeren die voltijds onderwijs volgen hebben face-to-face in school plaatsgevonden aan de hand van computergestuurde vragenlijsten (met behulp van labtops). De enquêteur heeft vooraf contact opgenomen met het schoolhoofd/rector voor toestemming om in de school te enquêteren. Hierbij werd gestreefd naar gesprekken buiten de aanwezigheid van leerkrachten. De vraaggesprekken met jongeren die geen (dag)onderwijs volgen hebben in hun eigen woonomgeving plaatsgevonden. Hiertoe kregen de enquêteurs opdracht om een jongere in de eigen omgeving te ondervragen die geen opleiding (meer) volgt, gequoteerd naar leeftijd en sekse. De vragenlijst bestond uit 6 vragen. De vragenlijst is opgenomen als bijlage bij dit rapport. Doordat het onderzoek deel uitmaakte van het Roken Jeugd 2003 Onderzoek was het mogelijk om de antwoorden af te zetten tegen relevante achtergrondvariabelen. Dit is gedaan voor de volgende variabelen: leeftijd ('minderjarig': 10-15 jaar, 'meerderjarig': 16 –19 jaar) en rookgedrag. Als in dit rapport dus over 'minderjarigen' wordt gesproken, wordt daarmee consequent de groep van 10-15 jarigen bedoeld. Met ' meerderjarigen' worden steeds de 16 t/m 19 jarigen bedoeld. Bij rookgedrag zijn we uitgegaan van jongeren die (tenminste) wekelijks roken. Als we de operationalisatie van rookgedrag zouden hanteren zoals dat gebruikelijk is bij onderzoek bij volwassenen, namelijk 'wel eens roken', zou de onderzoeksgroep 'vervuild' wordt door jongeren die (bijna) nooit zelf sigaretten kopen. Van de wekelijkse rokers mag worden verwacht dat ze zelf sigaretten kopen. Van de wekelijks rokers waren er 285 minderjarig, hetgeen voldoende is voor het doen van redelijk betrouwbare uitspraken (het 95% betrouwbaarheidsinterval is +/- 6).
Resultaten Relatie tussen roken en leeftijd De steekproef bestond uit 4.470 jongeren, goed verdeeld over de 10 leeftijdsgroepen. Dit varieerde van 474 11-jarigen tot 412 19-jarigen. Van alle respondenten hadden er 2.337 nog nooit gerookt, 2.133 hadden ooit wel eens 'n sigaret gerookt. Tabel 1 toont de stijging van het percentage rokers met de leeftijd. Dit is weergegeven voor 4 'definities' van 'roken'. Van de minderjarige rokers (<16 jaar) is 6,5% dagelijks roker, 10,3% wekelijks roker, 13% maandelijks roker en 35,6% ooit roker. Voor het onderzoek is uitgegaan van de derde categorie, de wekelijks rokers. Met het stijgen van de leeftijd verdriedubbelt jaarlijks het percentage wekelijks rokers, van het 11e levensjaar tot en met het 14e levensjaar. Op 15-jarige leeftijd rookt 31% van de jongeren tenminste wekelijks.
Tabel 1: Roken naar leeftijd, volgens verschillende definities van 'roken' (in percentage van het totaal per leeftijdgroep). Leeftijd
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
10 -
Aantal respon-
473
474
456
452
452
452
439
434
425
412
4.470
Heeft ooit wel
66
93
121
179
249
275
283
273
299
295
2.133
eens gerookt
(14%)
(20%)
(27%)
(40%)
(55%)
(61%)
(64%)
(63%)
(70%)
(72%)
(48%)
Rookt
0
12
24
46
112
165
168
170
202
191
1.090
maandelijks
(0%)
(2%)
(5%)
(10%)
(25%)
(36%)
(38%)
(39%)
(47%)
(46%)
(24%)
Rookt
0
4
12
33
95
141
147
165
190
173
960
wekelijks
(0%)
(1%)
(3%)
(7%)
(21%)
(31%)
(33%)
(38%)
(45%)
(42%)
(21%)
Rookt dagelijks
0
1
2
20
54
97
108
132
149
152
715
(0%)
(0%)
(0%)
(4%)
(12%)
(21%)
(25%)
(31%)
(35%)
(37%)
(16%)
19 denten
Bekendheid met de wettelijke leeftijdsgrens De eerste vraag luidde: "Vanaf welke leeftijd mag je in Nederland volgens jou tabaksproducten, zoals sigaretten en shag, kopen?" Twintig procent van de jongeren bleef het antwoord schuldig of gaf een verkeerd antwoord. Uitgesplitst: twaalf procent meende dat de grens bij 18 jaar lag, 5% was het antwoord schuldig en de overige 3% gaf een ander antwoord (geen leeftijdsgrens of een andere leeftijd).
%
Figuur 1 toont hoe sterk de bekendheid met het goede antwoord afhangt van iemands eigen leeftijd. Jongere kinderen zijn beduidend minder goed op de hoogte dan de wat oudere kinderen. Tien- tot twaalfjarigen gaan relatief vaker uit van een leeftijdsgrens van 18 jaar (21%). De bekendheid met de grens van 16 jaar is het grootst onder de 16 jarigen zelf (93%). Van alle minderjarigen (10-15 jaar) was 26,6% niet bekend met de nieuwe regel. Van de meerderjarigen was dit 9,6%. Als we meer specifiek naar de rokers kijken, blijkt dat van de rokende minderjarigen 10,9% niet bekend is met de nieuwe bepaling en van de rokende meerderjarigen 7,0%.
"Vanaf 16 jaar"
"Vanaf 18 jaar"
Weet niet
Figuur 1: "Vanaf welke leeftijd mag je in Nederland volgens jou tabaksproducten, zoals sigaretten en shag, kopen? (Percentages; N = 4.470).
Nb. Figuur 1 ontbreekt helaas in dit document, zie de volgende pagina
Controle op leeftijd De volgende vraag luidde: "Heb je na 1 januari van dit jaar wel eens tabaksproducten voor jezelf of voor anderen gekocht?". Van de 960 rokers antwoordde 91% bevestigend. Als we deze groep uitsplitsen naar minder- en meerderjarigen, blijkt dat 83,8% van de minderjarige- (10-15 jaar) en 94,5% van de meerderjarige rokers (16-19 jaar) wel eens tabaksproducten kocht sinds de nieuwe minimumleeftijd van kracht ging. Vervolgens is aan de rokers die na 1 januari 2003 wel eens tabaksproducten gekocht hebben, gevraagd: "Is er na 1 januari wel eens naar je leeftijd gevraagd of zijn er wel eens opmerkingen gemaakt over je
100 90 80 70
%
60 50 40 30 20 10 0 10
11
12
13
14
15
16
17
18
Leeftijd "Vanaf 16 jaar"
"Vanaf 18 jaar"
Weet niet
Figuur 1: "Vanaf welke leeftijd mag je in Nederland volgens jou tabaksproducten, zoals sigaretten en shag, kopen? (Percentages; N = 4.470).
19
leeftijd bij het kopen van tabaksproducten?". Bij 49% van de minderjarigen en 77% van de meerderjarigen is dit nooit het geval geweest. Figuur 2 toont hoe het antwoord varieert met de leeftijd van de respondent.
100
90 85
90 80
73
70
%
60 50
52
54
15
16
45
40 30 20 10 0 <15
17
18
19
Leeftijd
Figuur 2: Percentage rokende jongeren dat wel eens sigaretten gekocht heeft na 1 januari 2003 en waarbij nooit naar de leeftijd is gevraagd, naar leeftijd van de respondent (N = 876 rokers).
Verder is aan de rokende respondenten die na 1 januari wel eens tabaksproducten kochten gevraagd: "hoe vaak wordt naar je leeftijd gevraagd als je ergens sigaretten of shag koop?" Figuur 3 toont de antwoorden, apart voor minderjarigen en meerderjarigen. De gegevens zijn ook in tabelvorm weergegeven (Tabel 2). Uit de tabel is onder meer af te lezen dat sinds 1 januari van dit jaar bij slechts 12,8% van de minderjarige rokers die wel eens rookwaar kochten sinds de wettelijke leeftijdsgrens werd ingevoerd, tenminste regelmatig naar de leeftijd is gevraagd
90 80 70 60
%
50 40 30 20 10 0 altijd
vaak
regelmatig
minderjarig
af en toe
(bijna) nooit
meerderjarig
Figuur 3: Frequentie waarmee naar leeftijd wordt gevraagd wanneer rokende jongeren sigaretten trachten te kopen, voor minderjarige en meerderjarige rokers apart (percentages) (N = 238 minderjarige rokers en 638 meerderjarige rokers).
Tabel 2: Antwoord op de vraag: "Hoe vaak wordt naar je leeftijd gevraagd als je ergens sigaretten of shag koopt?", uitgesplitst naar minder- en meerderjarige rokers die sinds 1 januari zelf wel eens tabaksproducten gekocht hebben. Minderjarig (<16) Meerderjarig (16- 19) Antwoorden Aantal % Aantal % Altijd 7 2,8 5 0,7 Vaak 8 3,4 13 2,0 Regelmatig 16 6,6 14 2,2 Af en toe 91 38,2 117 18,4 (bijna) nooit 116 49,0 489 76,6 Totaal 238 100 638 100
Populaire verkoopplaatsen Met behulp van de vraag "Waar haal je meestal je sigaretten of shag vandaan?" is nagegaan via welke kanalen minderjarigen doorgaans aan rookwaar komen. Tabel 3 geeft een overzicht van de antwoorden, apart voor minderjarige- en meerderjarige rokers die na 1 januari wel eens sigaretten gekocht hebben. De bij jongeren meest populaire kanalen om aan hun sigaretten te komen zijn de supermarkt, de tabakszaak, de snackbar en de automaat. De supermarkt valt op: veruit de meeste jongeren kopen hun rookwaar via de supermarkt. Bij de meerderjarige jongeren is dit bij meer dan 3/4 het geval. Van de minderjarigen zegt ruim de helft vooral bij de supermarkt sigaretten te kopen.
Tabel 3: Antwoord op de vraag " Waar haal je meestal je sigaretten of shag vandaan?". Verschil tussen minder- en meerderjarigen rokers die sinds 1 januari zelf wel eens tabaksproducten kochten. Minderjarig (<16 jaar). Meerderjarig (16-19 Verkoopplaats N =238 jaar). Significantie (p) N = 638 Supermarkt 51,3 76,3 <.001 Tabakszaak 27,7 39,3 <.001 Snackbar 32,4 35,9 n.s. Automaat 23,5 24,0 n.s. Discotheek 12,6 22,3 <.001 Café 13,0 25,1 <.001 Tankstation 11,8 11,3 n.s. Via vrienden 11,8 3,9 <.001 n.s. = niet significant. Meerdere antwoorden tegelijk waren mogelijk.
Aantal bezitters van een Age Key Op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd was 2,2% van alle 10-19 jarigen in het bezit van een Age Key. Onder rokers was dit percentage 6,9%. Vreemd genoeg zei 2,1% van de minderjarige rokers (10-15 jaar) over een Age Key te beschikken. Van de meerderjarige rokers (16-19 jaar) was dit 8,9%.
Discussie Er moeten enkele kanttekeningen worden geplaatst bij het onderzoek. Wij hebben onderzocht of het kopen van sigaretten door minderjarige rokers sinds de wettelijke leeftijdsgrens nog mogelijk is. Dit blijkt in ruime mate nog het geval te zijn. Op dit punt schiet de wet dus vooralsnog haar doel voorbij. De Tabakswet kent echter een breder en meer ambitieus doel: het bijdragen aan het voorkómen dat jongeren met roken beginnen en het verminderen van het aantal rokers in Nederland. Op basis van de gehanteerde onderzoeksmethode (een eenmalige enquête enkele maanden na invoering van de leeftijdgrens) kunnen geen uitspraken worden gedaan over effecten van de invoering van de wettelijke leeftijdsgrens op het roken door jongeren, omdat er goede vergelijkingsgegevens ontbreken over de situatie vóór invoering ervan. We weten dus bijvoorbeeld niet of de maatregel ertoe geleid heeft dat er meer of minder sigaretten gekocht worden door minderjarigen of dat wellicht sommige leeftijdsgroepen juist méér zijn gaan roken omdat roken door de officiële leeftijdsgrens spannender is geworden (het 'verboden vrucht effect'). We weten alleen zeker dat er na 1 januari door veel minderjarige rokers nog 'gewoon' sigaretten kocht worden, terwijl dat volgens de wet niet meer is toegestaan. Er is weliswaar een eerder onderzoek verricht naar de mate waarin minderjarigen in staat zijn sigaretten te kopen, namelijk door bureau INTRAVAL in opdracht van de Keuringsdienst van Waren (Intraval, 2002), maar de gegevens kunnen eigenlijk niet vergeleken worden met die uit het huidige onderzoek, doordat zij uitgingen van een beperktere leeftijdsgroep (alleen de 13-15 jarigen), een (te) ruime definitie van rokers, en een andere onderzoeksmethode (telefonische interviews). Uit de INTRAVAL studie kwam bijvoorbeeld naar voren dat in 2001 82% van de 13-15 jarige rokers wel eens zelf tabak kocht. Uit het huidige onderzoek bleek dat van de 10-15 jarige rokers 84% na 1 januari 2003 wel eens zelf tabak had gekocht. Dit suggereert dat er geen afname is opgetreden in het kopen van tabak door minderjarigen, maar een dergelijke conclusie zou onverantwoord zijn gezien de grote methodelogische verschillen. De kracht van het huidige onderzoek is dat het uitgevoerd is met behulp van ' face-to-face' interviews (dus directe contacten met jongeren) die buiten de invloedsfeer van ouders of leerkrachten werden afgenomen, hetgeen bij het onderwerp roken – zeker bij de jongste leeftijdsgroepen – heel belangrijk is. Dit vergroot de betrouwbaarheid van de antwoorden afkomstig uit het huidige onderzoek. Verder levert het huidig onderzoek geen 'harde' data op over de werkelijke naleving door verkopers. Om daar achter te komen zijn zogenaamde 'compliance checks' nodig. Dit is een methode waarbij steekproefsgewijs in de praktijk getest wordt of verkopers daadwerkelijk weigeren of naar legitimatie vragen wanneer een kind dat duidelijk jonger is dan 16 jaar sigaretten wil kopen. Dit levert de meest betrouwbare cijfers op over het nalevingsniveau. Toekomstig onderzoek moet dus uitwijzen of de hier gepresenteerde cijfers een goede weergave zijn van het werkelijke nalevingsniveau.
Literatuur Jason, L.A., Ji, P.Y., Anes, M.D., & Birkhead, S.H. (1999). Active enforcement of cigarette control laws in the prevention of cigarette sales to minors. Journal of the American Medical Association, 266, 31593161. DiFranze, J.R., & Brown, L.J. (1992). The Tobacco Institute's "It's the law" campaign: has it halted illegal sales of tobacco to children? American Journal of Public Health, 82, 1271-1273. INTRAVAL (2002). Tabaksverstrekking aan jongeren. Metingen 1999 en 2001. Rotterdam: INTRAVAL. Luijt, M. (2003). Nieuw probleem tabaksautomaten. NRC Handelsblad, 2 Januari 2003. Radecki, T.E., & Zdunich, C.D. (1993). Tobacco sales to minors in 97 US and Canadian communities. Tobacco Control, 2, 300-306. Sanson-Fisher, R.W., Scofield, M.J., & See, M. (1992). Availability of cigarettes to minors. Australian Journal of Public Health, 16, 354-359. WHO. (1997). Tobacco or Health: A Global status report. Genève: World Health Organization (WHO). USDHHS (1994). Preventing tobacco use among young people: A report of the Surgeon General. Washington DC: U.S. Government printing office. Willemsen, M.C., & de Zwart, W.M. (1999). The effectiveness of policy and health education strategies for reducing adolescent smoking: a review of the evidence. Journal of Adolescence, 22, 587-599.
Bijlage Vragenlijst Allen: QUESTION 271 NIEUW Heb je na 1 januari van dit jaar wel eens tabaksproducten voor jezelf of voor anderen gekocht?
1 2 3
q q q
Ja Nee Weet niet
Indien Q271, code 1: QUESTION 272 NIEUW Is er na 1 januari wel eens naar je leeftijd gevraagd of zijn er wel eens opmerkingen gemaakt over je leeftijd bij het kopen van tabaksproducten?
1 2 3
q q q
Ja Nee Weet niet
Allen: QUESTION 273 NIEUW Heb je een age-key (geactiveerde chipkaart) om sigaretten uit een automaat te halen?
1 2 3
q q q
Ja Nee Weet niet
Allen: QUESTION 274 NIEUW Hoe vaak word je naar je leeftijd gevraagd als je ergens sigaretten of shag koopt?
1 2 3 4 5
q q q q q
Altijd Vaak Regelmatig Af en toe (Bijna) nooit
6
q
Weet niet
Allen: QUESTION 275 NIEUW
Waar haal je meestal je sigaretten of shag vandaan?
1 2 3 4 5 6 7 8 9
q q q q q q q q q
Schoolkantine Sportkantine Tabakszaak Supermarkt Automaat Snackbar Discotheek Café Via vrienden / vriendinnen
10 12
q q
Anders, nl:……. Koopt nooit sigaretten / shag