PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
Sharon volkerenmoordenaar, Arafat koorknaapje (vervolg) Op verzoek van de Heer Bert Murrath, hoofdredacteur van ’t Scheldt, reageer ik op de proza van de Heer Eddy Daniëls. Dat doe ik met tegenzin, maar uit eerbied voor de lezers van ’t Scheldt, omdat het rabiate antisemitisme dat E. Daniëls ten beste geeft een aanwijzing is dat hij geen debat wenst te voeren maar enkel zijn gal wenst te spuwen op joden en Israël. Getuige hiervan is zijn ellenlang betoog van liefst 10 volgeschreven bladzijden, waarin hij onder het mom van een reactie op mijn artikel de geschiedenis herneemt tot in de tijden van Mathusalem om de zonden Israëls doorheen de eeuwen in de verf te kunnen zetten. Ook in de verkorte versie kan hij zich er niet van weerhouden zich in hatelijke digressies te storten over de Ashkenaze zionisten en hun vermeende misdaden, ofschoon dit in de verste verte geen verband houdt met het beweerdelijk bekritiseerde artikel. Immers was mijn artikel begrensd tot het in de verf zetten van de ‘volkerenmoorden’ waarvan Premier Ariël Sharon wordt beschuldigd, afgewogen tegenover het prototype van internationaal terrorisme Jasser Arafat, die ingevolge een opmerkelijke collectieve amnesie dezer dagen als een koorknaapje wordt verheerlijkt. Sedert de afschuwelijke, walgelijke, weerzinwekkende, wraakroepende, monsterachtige verfoeilijke terreuraanslagen van New York en Washington schijnt hierin verandering in te komen, nu de terreur het westen zelf treft. “Beoordeel niet iemand vooraleer in zijn situatie te zijn1” verkondigen onze Wijzen. Welnu de lesgevers van de beheersing tegenover terroristen, waaronder de opperste predikant van de restrain (Amerika), hebben de terreur nu zelf aan den lijve ondervonden. Merkwaardig genoeg schijnt hun blik op, en verhouding tot, de terroristen en hun sponsors en beschermelingen een ware omwenteling te hebben ondergaan. Gedaan met de eufemismen van ‘vrijheidsstrijders’ en met het begrip voor hun beweegredenen. Voortaan beseft men dat het om koelbloedige en bloeddorstige moordenaars gaat. Overigens schijnt men zich in de V.S.A. niet eens de vraag te stellen of men moet vergelden. Men zit er te trappelen van ongeduld om te vergelden en wacht met veel ongeduld op de juiste schietschijf... De beste stuurlui voor Israël stonden tot nu toe aan wal. Sedert 11 september 2001 baden ook zij in de volle zee van terreur en volgen zelf geenszins hun matigende adviezen aan Israël.
Juridische wetenswaardigheden De in België gestemde wet van 16 juni 1993 betreffende de bestraffing van de ernstige inbreuken op de Internationale Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 en op de Aanvullende Protocollen bij die Verdragen van 8 juni 1977, zoals gewijzigd door de wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, die toelaat om correctionele vervolgingen in te zetten 1
Talmud, Tr. Kalla Rabat, hoofdstuk 10; Misjna Avot, hoofdstuk 2, 4.
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
voor strafrechterlijk beteugelbare feiten die buiten ons grondgebied zijn gepleegd, is op zich vatbaar voor ernstige kritiek vanuit juridisch standpunt. Het territorialiteitsbeginsel van correctioneel beteugelbare feiten is algemeen aanvaard en het is zeer de vraag of België hieraan unilateraal verandering in kan brengen en in welke mate andere –vooral betroffen- landen hierdoor gebonden kunnen worden, bijvoorbeeld om een misdadiger onder deze wet aan België uit te leveren. Bovendien heeft de wet een retroactief karakter en hiermee sneuvelt een tweede grondbeginsel van ons strafrecht, met name de nietretroactiviteit van de strafwet. Ook de strafrechterlijke verjaring wordt blijkbaar buiten spel gezet, nu men Sharon zou kunnen vervolgen voor feiten die dagtekenen uit het jaar 1983. Een beginsel waar echter niet aan kan voorbijgegaan worden is het feit dat Sharon zich voor dezelfde feiten reeds onder eed heeft moeten verantwoorden voor een parlementaire onderzoekscommissie in Israël, waardoor hij zichzelf mogelijk geïncrimineerd heeft. In een strafproces kan nochtans niemand verplicht worden zichzelf te incrimineren en de verdachte wordt om deze reden niet onder ede verhoord. Hij heeft het recht te zwijgen, ja zelfs te liegen (wat hij niet heeft voor een parlementaire onderzoekscommissie). Gelet op de procedure voor de parlementaire onderzoekscommissie kan de Heer Sharon in België niet meer vervolgd worden, zonder dat zijn fundamentele rechten van verdediging (met name het zwijgrecht dat voortvloeit uit het beginsel van vermoeden van onschuld) ernstig zouden geschonden worden. Ook de eenzijdige opheffing van de diplomatieke immuniteit gewaarborgd onder het multilaterale Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 juni 1961, zoals verwoord in artikel 5 van de wet van 16 juni 1993, gaat wellicht niet op. “De immuniteit welke verbonden is aan een officiele hoedanigheid staat de toepassing van deze wet niet in de weg” zegt het artikel in de bijgeklutste versie van 10 februari 1999. Vooreerst is de verwoording van die aard dat het niet expliciet de buitenlandse diplomatieke onschendbaarheid (op het Verdrag van Wenen gestoeld) includeert en de strafwet dient limitatief uitgelegd te worden, zodat de Belgische wetgever in zijn wet van 16 juni 1993 enkel de nationale soorten immuniteiten ingesloten heeft en niet de diplomatieke onschendbaarheden die op verdragsrechtelijke bepalingen steunen.
Historische en politieke wetenswaardigheden Het Verdelingsplan van 1947 De legitimiteit van de Staat Israël stoelt niet op “fictieve historische aanspraken” van Ashkenaze joden op het Land Israël, noch op de bijbelse belofte aan het joodse volk. De juridische en volkerenrechtelijke bestaansgrond van Israël als staat is het gevolg (1) van de Balfour Declaratie van 1917, (2) van de verklaring door Groot-Britannië dat zij het mandaat over Palestina dat zij in 1923 van het Verbond der Naties (de voorloper als het ware van de Verenigde Naties) had gekregen, wenste te zien beëindigen en (3) vindt zijn rechtvaardiging in de aanvaarding door de Verenigde Naties in 1947 van het Partition Plan, vervat in de V.N.-Resolutie 181 van 29 november 19472, waarbij het gebied Palestina verdeeld werd tussen joden en Arabieren. Joden waren de enigen die het plan accepteerden. Alle omringende Arabische staten –zij tot wie Premier David Ben Gourion als ‘onze Arabische buren’ appelleerde om het Plan in vrede te aanvaarden2
m. 128 Pl. GA II, 29 november 1947.
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
ontketenden de eerste oorlog tussen onafhankelijkheidsoorlog zou worden.
Israël
en
de
buurstaten,
die
de
De bezetting van de Westbank en Gaza Tijdens deze onafhankelijkheidsoorlog van 1948-49 bezette Jordanië de Westbank en annexeerde het op 15 april 1951 onder de naam Transjordanië, wat alleen door GrootBritannië en Pakistan werd erkend. Deze onwettelijke annexatie druiste regelrecht in tegen V.N.-Resolutie 181 én tegen artikel 2 (4) van het V.N.-Handvest, dat bepaalt: “De organisatie en haar leden (...) zullen handelen in overeenstemming met de volgende principes: (...) (4) Alle leden zullen zich in hun internationale betrekkingen weerhouden van het dreigen of het gebruiken van geweld ten aanzien van de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van enige staat, of, op een andere manier die niet in overeenstemming is met de doelstellingen van de Verenigde Naties”. Ook Egypte bezondigde zich hieraan door de Gaza-strook tussen 1948 en 1967 op onrechtmatige wijze te bezetten in weerwil van V.N.-Resolutie 181. Jordanië roeide op de koop toe tijdens de bezetting van de Westbank tussen 1948 en 1967 elke herinnering aan joodse aanwezigheid in het gebied (vooral in Oost-Jeruzalem) uit: 58 synagoges werden verwoest, joodse grafstenen werden gebruikt om er wegen mee aan te leggen en joden hadden gedurende 19 jaar geen toegang tot de klaagmuur en de tempelberg die onder Jordaans bewind stonden. Vermelden wij terloops dat gedurende de heerschappij van Israël sedert 1967, voor het eerst gelovingen van alle godsdiensten vrije toegang genieten tot de tempelberg en de klaagmuur, alsook tot alle andere heiligdommen. Indien de Arabieren dus het verdelingsplan (V.N.-Resolutie 181) hadden geaccepteerd, zou er heden ten dage geen Palestijns vluchtelingenprobleem bestaan en zouden de Palestijnen op de Westbank en in Gaza naast Israël al sinds 1948 een eigen staat hebben gehad. Vooral Jordanië gunde dat toen niet aan de Palestijnen en lijfde het grondgebied onder de naam Transjordannië in. De stijfhoofdigheid en strijdlust van de Arabieren zijn er de oorzaak van dat meer dan vijftig jaar (en vier oorlogen en twee intefada’s) later, de Palestijnen op het punt staan datgene te verwerven waarop zij onder de V.N.-Resolutie 181 in 1947 recht hadden: een eigen Palestijnse staat in Transjordanië. Einde van de bezetting door Jordanië en Egypte Wanneer de Arabieren, ditmaal Egypte en Syrië, in 1967 de Zesdaagse Oorlog ontketenden door een zeeblokkade aan Israël op te leggen, en Jordannië zich ongevraagd in de strijd wierp aan de zijde van Egypte en Syrië, kwam de Westbank onder Israëlische heerschappij. Dit gebeurde ten gevolge van de verdedigingsoorlog die Israël, overeenkomstig de bepalingen van artikel 51. van het V.N.-Handvest, verklaarde. Door te handelen in overeenstemming met artikel 51. van het V.N.-Handvest (de zeeblokkade werd immers terecht als een casus belli beschouwd) en ingevolge de initiële onrechtmatige en Resolutie 181-schendende bezetting van de Westbank door Jordanië en van Gaza door Egypte, kon Israël deze gebieden niet bezetten (Zie artikelen 42. en 43. van de Haagse Conventie van 1907). Israël kon deze gebieden alleen bevrijden van de onrechtmatige occupatie door Egypte en Jordanië. Israël veroverde dus het Sinai-schiereiland met de Gaza-strook, tot dan onder Egyptische heerschappij. Met de vredesakkoorden tussen Israël en Egypte keerde het Sinai-gebied terug naar Egypte, maar weigerde Egypte de Gaza-strook terug onder haar
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
heerschappij te nemen. Ze liet het als een vergiftigd geschenk aan Israël over, waardoor het eigenlijk een terra nullius werd. Zonder de Zesdaagse Oorlog waren de Palestijnen uit de Gaza-strook nog steeds onder Egyptische heerschappij en dezen uit de Westbank onder Jordaanse bezetting en noch Egypte noch Jordannië scheen enig begrip te hebben voor het zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk en voor hun recht op een eigen staat. Het Palestijnse vluchtelingenprobleem Israël is als het ware opgezadeld geworden met een Palestijns probleem, dat het pas werd wanneer de Arabische landen dat zelf beslisten. Immers ook vòòr 1967 waren er vluchtelingen, maar die stonden toen onder heerschappij van hun “broedervolkeren” in Gaza, op de Westbank, in Libanon. Deze volks- en geloofsgenoten van de Palestijnse vluchtelingen hielden het vluchtelingenstatuut nauwlettend in stand door elke relocalisatie of integratie te weigeren. De Palestijnse vluchtelingen moesten vluchtelingen blijven en in hun erbarmelijke kampen blijven wonen. Nochtans was ook het vluchtelingenprobleem in 1948 niet tot stand gekomen, indien het V.N.-Verdelingsplan toen door de Arabieren was geaccepteerd. In dat geval zou de joodse staat alle joodse vluchtelingen niet alleen uit de op te richten Palestijnse staat hebben opgeslorpt, maar tevens alle joodse vluchtelingen uit gans de Arabische wereld. In feite is het precies wat Israël gedaan heeft: een vluchtoord geboden aan de ontelbare joden die de Arabische landen hebben moeten ontvluchten of die er weggepest werden. De op te richten Palestijnse staat zou dan enkel de Palestijnen moeten integreren die Israël n.a.v. de onafhankelijkheidsoorlog hebben ontvlucht of die er verdreven werden (naargelang de versies)3. Terloops releveer ik dat Israël noodgedwongen vluchtoord werd voor alle joden uit de ganse Arabische wereld (meer dan één miljoen vluchtelingen!), nu de oorlog die de Arabieren tegen Israël op 15 mei 1948 ontketenden, meteen het voorwendsel was voor landen als Algerije, Marokko, Tunezië, Irak, Syrië, Jemen, Egypte, Iran om hun joodse burgers in het beste geval weg te pesten, doorgaans op kort termijn en zonder have of goed uit te wijzen en in het ergste geval vogelvrij te verklaren en aan staatsterreur te onderwerpen. Het miljoen joodse vluchtelingen uit de Arabische landen werd in de Israëlische melting pot als volwaardige burgers geïntegreerd en voedde zijn kinderen niet op tot terreur en zelfmoordacties.
Blinde haat De Heer E. Daniëls spreidt in zijn pennevruchten een virulent en blind antizionisme en antisemitisme tentoon. Hij sluit hierbij aan bij de conferentiegangers van Durban die over gans de wereldbol alleen één staat als racistisch konden isoleren en schandvlekken: uitgerekend Israël dat een multiculturele democratie is waar joden, christenen en moslims vreedzaam naast elkaar samenleven, waar de mensenrechten en rechten van de vrouwen worden geëerbiedigd. De conferentiegangers van Durban zijn blind gebleven voor de Arabische landen waar joden en vrouwen zwaar gediscrimineerd worden (probeer als jood eens Saoedie-Arabië binnen te reizen...), voor het Talibanregime waar vrouwen en niet-moslims op middeleeuwse wijze gediscrimineerd worden
3
Wellicht ligt de historische waarheid ergens in het midden.
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
en terroristen opgeleid en beschermd worden, voor het zwaar discriminerende en mensonterende kastensysteem in India, etc. Op dezelfde manier is E. Daniëls selectief blind en werkt met twee maten en twee gewichten. Volgens hem is er geen bewijs dat Jasser Arafat achter de moorden op de Israëlische atleten op de Olympische Spelen in München was, maar dat Premier A. Sharon verantwoordelijk was voor de moordpartij in Sabra en Shatila is een evidentie. Maar ook indien J. Arafat achter de moorden in München was, argumenteert E. Daniëls, dan nog waren zijn slachtoffers geen onschuldige burgers omdat zij wellicht reservisten waren in het Israëlische leger. Deze krankzinnige gedachtengang van E. Daniëls impliceert dat enkel terreur tegen ‘onschuldige’ burgers te veroordelen is, maar terreur tegen ‘schuldigen’ acceptabel zou zijn. De recente slachtoffers in New York en Washington waren ook zulke ‘schuldige’ slachtoffers, nu Amerika de Grote Satan is. De fabel die islamisten de wereld insturen dat de koran het doden van ook maar één mens met het doden van gans de wereld gelijkstelt en dus ten strengste verboden is, steunt op de verwarring rond de definitie van “mens”. Zij die het ware geloof aankleven vormen de ummah (het zuivere ras). Omdat bij joden en christenen (alsook bij de overwegend in Indië levende Parsim e.a.) nog "kernen van waarheid" te bespeuren vallen, zijn zij dhimmi’s die een distinctief kenteken moeten dragen (een soort gele ster als het ware) en kunnen op de bescherming van de islam rekenen. De andere ongelovingen behoren tot de dar el-harb of de gemeenschap waarmee de islam in oorlog is en zij genieten niet het statuut “mens”... Bovendien waren volgens E. Daniëls de Palestijnen in München het slachtoffer van een volkerenmoord (een Endlösung), omdat men hen er niet als een “volk” wenste te erkennen en ook daaraan zou Israël verantwoordelijk zijn. Veinst E. Daniëls te vergeten dat Jordanië of Egypte de Palestijnen nooit als een volk erkenden, dat zij –en niet Israëlhen in 1949 van hun eigen staat beroofden? E. Daniëls blijft ook blind voor de doelstellingen van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie van J. Arafat die in haar –nog steeds niet overeenkomstig de procedure van artikel 33. herroepen- Handvest van 1-17 juli 1968, de bevrijding (lees: herovering) van gans Palestina bepleit (artikels 1. en 2.: “Palestine, with the boundaries it had during the British Mandate, is an indivisible territorial unit”), op grond dat de V.N.-Resolutie 181 illegaal was (artikel 19. van het PLO-Handvest). Het Handvest schrijft ook voor dat enkel deze joden die vòòr de zionistische invasie (sic) in het gebied woonden, aldaar kunnen blijven (artikel 6.). De anderen moeten er weg en de enige (sic) manier waarop de herovering en de verdrijving moeten plaatsvinden, zijn de gewapende strijd en ‘commando acties’ (artikels 8., 9., 10., 15. en 30.) of, voor wie begrijpt, terreuracties. In artikel 29. van het PLO-Handvest wordt de medeaansprakelijkheid vastgelegd van alle landen die de voornoemde herovering van gans Palestina en de verdrijving van de joden niet steunen. In duidelijke taal ligt hier de dreiging met terreurdaden ook buiten Israël tegen landen die de doelstellingen van de P.L.O. niet steunen. De V.S.A. waren dus gewaarschuwd...
PDFMAILER.COM Print and send PDF files as Emails with any application, ad-sponsored and free of charge www.pdfmailer.com
Utopie E. Daniëls draait volledig door wanneer hij de oplossing van het conflict ziet in een utopische confederatie tussen de feodale tyrannieke Palestijnse staat en het moderne en democratische Israël en de vazalstaat Libanon onder Syrische heerschappij. De dagdromerij gaat voort wanneer E. Daniëls het heeft over het seculiere en democratische Palestina die de Hamas zal uitzweten. Israël is nu al een seculiere en democratische staat. Palestina is bijzonder slecht op weg naar een democratie en nog minder naar een seculiere staat of naar het uitstoten van de Hamas. In afwachting van de utopische messiaanse tijden die E. Daniëls voorspiegelt, bestaat de oplossing er m.i. voor Israël in zich eenzijdig uit de Palestijnse gebieden terug te trekken om aldus tegemoet te komen aan de V.N.-Resoluties 2424 en 3385 en een waterdichte grens tussen beide staten op te trekken. De Palestijnse staat zal dan met zijn eigen middelen moeten voortboeren en voor zijn werkgelegenheid gaan aankloppen bij de broeder- en buurstaten Jordanië en Egypte, die nu meer dan lippendienst zullen moeten volbrengen. Palestijnen moeten beseffen dat het vrij verkeer van goederen en personen in het Midden-Oosten geen verworven recht is en, gelet op de veiligheidssituatie die zijzelf in de regio hebben gecreëerd, kan Israël de Palestijnse werkkracht met daarin menselijke brandbommen niet meer binnen haar grenzen toelaten. Het is overigens zeer de vraag of Jordanië en Egypte het vrij grensoverschrijdend verkeer van deze goedkope werkkrachten zal tolereren, maar dat is niet meer het probleem van Israël. Antwerpen, 15/01/2003
Prof. Dr. Henri Rosenberg
4 5
Van de Veiligheidsraad dd. 22 november 1967. Van de Veiligheidsraad dd. 22 oktober 1973.