SharePoint In het kort: Hoge beschikbaarheid wordt belangrijker Betere patchmanagement en monitoring Nieuwe PowerShell cmdlets Sandboxes solutions voor autonome rollout
SharePoint 2010 maakt groeispurt Mirjam
va n
Olst
SharePoint is in de loop der jaren uitgegroeid van een vrijblijvend hobby project van het Exchange team tot een serieus enterprise platform. Zo verklaarde Mike Fitzmaurice in de keynote van de SharePoint Connections in Amsterdam nog dat SharePoint het ‘middelpunt van het universum’ is. Dat klinkt misschien overdreven, maar SharePoint speelt wel degelijk een belangrijke en zelfs bedrijfskritische rol in steeds meer organisaties. Met de groeiende rol van SharePoint binnen organisaties wordt het steeds belangrijker om de beschikbaarheid van het SharePoint platform te kunnen garanderen. Hiervoor moet het platform dan ook de mogelijkheden bieden en daar ontbrak het in vorige versies van SharePoint een beetje aan. Microsoft heeft veel tijd en aandacht besteed aan het beter beheersbaar maken van het SharePoint platform door niet alleen te investeren in verbeteringen voor eindgebruikers en developers, maar ook zeker voor IT-Pro's. De investeringen voor IT-Pro's richten zich op de mogelijkheid om flexibel te deployen, een schaalbare infrastructuur en verbeterde productiviteit van IT-Pro's.
36
februari 2010
In dit artikel belichten we de acht belangrijkste en meest opvallende verbeteringen in SharePoint 2010 voor IT-Pro's. 1. Gestroomlijnde en gemakkelijke(re) installatie Met het installeren van een SharePoint omgeving zijn nogal wat stappen gemoeid. Voordat u überhaupt kunt beginnen met de feitelijke SharePoint installatie, moet eerst de hardware op orde zijn. SharePoint vraagt nogal wat van een server en de hardware eisen zijn dan ook aanzienlijk. Servers moeten 64-bit zijn en voor productie omgevingen minimaal 8GB geheugen en een 60GB harde schijf hebben. VervolTechNet Magazine
gens moeten de domain controller en SQL Server omgeving worden ingericht. SQL Server moet minimaal SQL Server 2005 SP2 of SQL Server 2008 SP1 CU2 zijn. Dan moet er Windows op de beoogde SharePoint server worden geïnstalleerd. Hiervoor geldt dat dit minimaal Windows Server 2008 SP2 of Windows Server 2008 R2 moet zijn. Vervolgens moet een aantal software componenten worden geïnstalleerd. Het gaat om: • SQL Server Native Client • .Net Framework 3.5 SP1 • PowerShell V2 • Geneva Framework Runtime • Sync Framework Runtime • Chart Controls for .Net Framework • Filter Pack • SQL Server Analysis Services ADOMD.NET • Web Server (IIS) Role • Application Server Role Deze componenten kunnen natuurlijk één voor één worden gedownload en geïnstalleerd, maar gelukkig heeft Microsoft ingezien dat dit arbeidsintensief en foutgevoelig is. Daarom komt de SharePoint 2010 installatie wizard met een “Prerequisites Installer”. Wanneer een server een internetverbinding heeft, zorgt deze installer ervoor dat al deze software componenten worden gedownload, geïnstalleerd en daar waar nodig geconfigureerd. Dit scheelt veel tijd en irritatie en zal het aantal succesvolle installaties,
Figuur 1 SharePoint installatie scherm met link om de prerequisites installer te starten
waarbij alle onderdelen van SharePoint werken, zeker ten goede komen. Heeft een server geen internet verbinding, dan is de beheerder helaas toch overgeleverd aan het zelf downloaden en installeren van de componenten voordat de SharePoint installatie kan worden gestart. Nadat de installatie wizard succesvol is doorlopen en SharePoint is geïnstalleerd op de server kan ervoor worden gekozen om de configuratie wizard te starten. Deze wizard maakt het de beheerder gemakkelijk door de belangrijkste stappen van het configureren van een SharePoint omgeving te loodsen. Houdt er echter wel rekening mee dat SharePoint bijvoorbeeld de naam van bepaalde databases zal verzinnen en
Figuur 2 SharePoint prerequisites installer
TechNet Magazine
februari 2010
37
SharePoint accounts toewijst aan bepaalde services. Dit is niet in alle gevallen gewenst. Als u als beheerder de volledige controle over uw SharePoint farm in eigen handen wilt houden, dan is het advies om PowerShell scripts te gebruiken voor het configureren van de SharePoint omgeving. Later in dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op de ondersteuning die SharePoint 2010 biedt voor PowerShell. 2. PowerShell Windows PowerShell is een zeer krachtige script technologie waarmee beheerders diverse Microsoft server producten onderhouden kunnen worden. Vanaf SharePoint 2010 kan naast onder andere Windows, Exchange en Active Directory ook SharePoint met behulp van PowerShell gemanaged worden. In SharePoint 2007 had een beheerder 182 STSADM commando’s tot zijn beschikking voor het managen van SharePoint vanaf de command line. In SharePoint 2010 zijn er meer dan 650 PowerShell cmdlets (spreek uit als “commandluts”) waar een beheerder gebruik van kan maken. Dit betekent dat er met PowerShell taken uitgevoerd kunnen worden, of nuances aangebracht kunnen worden die niet in de user interface beschikbaar zijn. Daarnaast is het mogelijk eigen PowerShell cmdlets te schrijven en is het uitvoeren van batch operaties met behulp van PowerShell veel sneller dan met behulp van STSADM. PowerShell wordt dus steeds meer dé technologie voor beheerders van Microsoft servers.
In PowerShell kunnen taken worden uitgevoerd die niet in de grafische user beschikbaar zijn Bij het schrijven van PowerShell scripts voor SharePoint is het belangrijk om in de gaten te houden dat er twee soorten cmdlets zijn. • Er zijn cmdlets die wijzigingen aanbrengen aan de server. Deze moeten op elke SharePoint server in de farm gerund worden. Een voorbeeld hiervan is het “Start-SPServiceInstance”. Dit cmdlet start een service op de server waar het commando gerund wordt en moet dus op elke server in de farm waar deze service gestart moet worden gerund worden. • Er zijn ook cmdlets die wijzigingen aanbrengen in de database. Omdat alle SharePoint
38
februari 2010
servers in de farm naar dezelfde databases kijken, hoeven deze cmdlets slechts één keer per farm gerund te worden. Een voorbeeld van een cmdlet dat slechts eenmaal in een farm gerund hoeft te worden is “New-SPSite“. Dit cmdlet maakt een nieuwe site collectie aan. Site collecties zijn opgeslagen in de database en zodra de site collectie is aangemaakt, zal hij dan ook op alle SharePoint servers in de farm beschikbaar zijn. Het “New-SPSite“ hoeft dus maar één keer te runnen. Om ondersteuning te bieden bij het gebruik van de SharePoint cmdlets heeft Microsoft help files gemaakt voor zowel SharePoint Foundation als voor SharePoint Server. De cmdlets kunnen hier gedownload worden: • http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?familyid=8CB845F5-C8D7-4D9B8108-31D06BF6DD37&displaylang=en • http://www.microsoft.com/downloads/ details.aspx?familyid=045F7AF5-B226-4A058ACE-4E17CFDEF856&displaylang=en 3. Patching In SharePoint 2007 wordt een patch altijd in één keer voor de hele farm geïnstalleerd. Dit houdt in dat de SharePoint en de database server tegelijk worden gepatched. Dit zal altijd op zijn minst IIS resetten en de Windows SharePoint Timer Service herstarten. Dit zorgt ervoor dat een SharePoint farm tijdens het patchen korte tijd niet beschikbaar is. In SharePoint 2010 zijn verschillende verbeteringen doorgevoerd die een beter en subtieler patch management mogelijk maken. De servers in een SharePoint farm kunnen nu (tijdelijk) op verschillende patch levels draaien. In een farm met twee geloadbalancede web front end servers en een database cluster kan het upgrade proces er als volgt uitzien: • Eén van de web front end servers wordt offline genomen • Op deze web front end server wordt de patch geïnstalleerd • De web front end server wordt weer online gebracht (de farm bestaat nu dus uit twee web front end servers die op verschillende patch levels draaien) • De tweede web front end server wordt offline genomen, dit kan direct na het patchen van de eerste web front end zijn, maar ook enige tijd later • Ook op de tweede web front end server wordt de patch geïnstalleerd • De tweede web front end server wordt weer TechNet Magazine
online gebracht (de twee web front end servers van de farm draaien nu op hetzelfde patch level, maar de databases hebben nog een ouder patch level) • De volgende stap, die direct, maar ook enige tijd later uitgevoerd wordt, is het upgraden van het database schema. Deze stap wordt gestart met behulp van PSConfig of het PowerShell “Upgrade-SPContentDatabase” commando. Dit plaatst geen nieuwe bits op de database server, maar past de SharePoint content database(s) aan. Deze stap zal de database(s) offline nemen terwijl deze geupgrade wordt en daardoor zal deze stap er helaas wel voor zorgen dat de farm tijdelijk niet beschikbaar is. Hoe lang dit duurt hangt van de grootte en de complexiteit van de content database af. In Central Administration is te zien welke servers op welk patch level zitten, welke databases op welk patch level zitten en wat de status van de upgrade is. Al met al is het patchen van SharePoint nog niet perfect, omdat het upgraden van de content databases nog steeds voor enige downtime zal zorgen, maar de downtime is korter dan in de vorige SharePoint versie en het hele patch en upgrade proces is veel beter te managen en te monitoren. 4. Managed Service Accounts De aanbevolen manier om SharePoint in een productie omgeving te installeren is als een zogeheten “Least Privilege Install”. Dit houdt in dat er voor verschillende taken verschillende service accounts gebruikt worden en dat deze service accounts alleen de rechten hebben om de taak die ze hebben uit te kunnen voeren. Dit betekent echter wel dat een beheerder ook al deze service accounts moet beheren. In de praktijk leidt dit er vaak toe dat beheerder of voor kiest om minder service accounts te gebruiken, of om de password expiry policy van service accounts uit te zetten. Geen ideaal scenario dus en Microsoft heeft het concept van managed service accounts bedacht om dit probleem aan te pakken. Als een account aangewezen wordt als service account om een bepaalde taak in SharePoint 2010 uit te voeren, dan moet dit account in SharePoint een managed service account gemaakt worden. Figuur 3 toont het scherm waarin een account een managed service account geregistreerd kan worden. Allereerst worden de username en het wachtwoord ingevuld. Vervolgens kan een schema worden ingesteld aan de hand waarvan het TechNet Magazine
Figuur 3 Het registreren van managed service accounts
wachtwoord van het service account gewijzigd zal worden. SharePoint zorgt ervoor dat er een nieuw wachtwoord genereert wordt dat voldoet aan de wachtwoord complexiteit zoals deze in Active Directory is opgegeven. Dit wachtwoord wordt vervolgens het nieuwe wachtwoord van het service account. Wanneer SharePoint merkt dat een password expiry policy van Active Directory ervoor zorgt dat het wachtwoord eerder verloopt dan dat SharePoint het wachtwoord zou wijzigen, dan zorgt SharePoint ervoor dat het wachtwoord twee dagen voordat het wachtwoord volgens Active Directory zou verlopen alvast wordt gewijzigd. Omdat het service account door SharePoint wordt beheerd, hoeft een beheerder op andere plaatsen (bijvoorbeeld bij het aan maken van een web applicatie of een service applicatie) alleen het juiste account te selecteren uit een drop down van managed service accounts en hoeft hier het wachtwoord niet meer te worden ingevuld. De voordelen van managed service accounts: • Het verminderen de complexiteit van het beheren van service accounts • De password expiry policy van service accounts kan door SharePoint beheerd worden, waardoor geen “service unavailable” foutmeldingen meer zullen optreden door het verlopen van wachtwoorden van service accounts • In scenario’s waar de wachtwoorden van service accounts zijn vergeten of zijn kwijtgeraakt, kunnen deze nu in SharePoint gereset worden, terwijl de farm al die tijd beschikbaar zal blijven • Het gebruik van minder veilige settings met betrekking tot de password expiry policy voor service accounts kan eenvoudig worden vermeden 5. Logging en monitoring In vorige SharePoint versies moest informatie over de stabiliteit en het welzijn van de SharePoint omgeving vanuit verschillende locaties bijeen worden geschraapt. SharePoint 2010 kent op dit gebied een enorme verbetering.
februari 2010
39
SharePoint
Figuur 4 Health analyzer alerts
De belangrijkste vernieuwingen zijn: • De logging database • Rapportages • De health analyzer In de logging database worden alle log gegevens van de SharePoint omgeving verzameld. Zo worden de SharePoint (ULS) logs behalve naar het file systeem ook naar de database geschreven. Windows events worden naar de event viewer en naar de logging database geschreven. Voor het verzamelen van gegevens over het gebruik en de stabiliteit van de omgeving bevat SharePoint 2010 diverse timer jobs . Een timer job is een trigger die een specifieke Windows service laat starten. De timer job bevat een definitie van de service die gestart moet worden en de timer job registreert hoe vaak en wanneer deze gestart moet worden. Timer jobs worden op hun beurt gestart door de Windows SharePoint Services Timer v4 service. De timer jobs in SharePoint 2010 verzamelen onder andere informatie over de performance van de omgeving, gegevens over het gebruik en de status van site en site collecties, informatie over het gebruik van de search functionaliteit in SharePoint en web statistieken. Al deze informatie wordt opgeslagen in de logging database. Daarnaast is het mogelijk om eigen logging over de omgeving of van maatwerk componenten ook naar de SharePoint logging database te schrijven. Nu alle data in de logging database verzameld is, wordt het ook gemakkelijker om deze data te gebruiken. De informatie kan onder andere gebruikt worden voor het maken van rapportages. Out-of-the-box wordt een aantal rapporten meegeleverd die informatie over de SharePoint omgeving visualiseren. De standaard rapporten
40
februari 2010
bevatten onder andere informatie over search, informatie management policies en de snelste, langzaamste en meest bezochte pagina’s. Het is ook mogelijk om eigen rapporten te maken om informatie uit de logging database te verwerken en visualiseren. De health analyzer scant de omgeving op potentiele configuratie, performance en stabiliteits problemen. De analyzer test of de omgeving voldoet aan een set voorgedefinieerde regels en rapporteert een status met het resultaat van de test. Als de omgeving niet door een bepaalde test komt, wordt er een alert aangemaakt in de Health Analyzer Reports lijst die getoond wordt in Central Administration. U krijgt meer informatie over het probleem en uitleg over hoe het probleem op te lossen is door op een alert te klikken. Daarnaast is het mogelijk om de regels waartegen een omgeving getest wordt in te zien en te wijzigen. Wanneer bij het installeren van de Beta versie van SharePoint 2010 de farm configuration wizard gerund wordt voor het inrichten van de omgeving, wordt er standaard al een aantal alerts gegenereerd. Figuur 4 toont de waarschuwingen die de health analyzer geeft na het runnen van de farm configuration wizard. De waarschuwingen hebben vooral te maken met het feit dat alle service applications onder hetzelfde account draaien. De oplossing hiervoor is simpel. Configureer een productie omgeving niet met behulp van de farm configuration wizard, maar door middel van PowerShell scripts. De health analyzer heeft u dus al een waardevolle tip gegeven voordat uw omgeving operationeel is.
TechNet Magazine
6. Remote blob storage Alle data die in SharePoint wordt opgeslagen, komt in de content databases. Dit betekent dat ook files in SharePoint worden opgeslagen. Ze worden opgeslagen als Binary Large Objects (BLOBs). Voor een gemiddeld bedrijf dat SharePoint gebruikt voor samenwerking in teams en document management is dat geen enkel probleem. Maar voor een bedrijf dat een groot archief of hele grote files, zoals bijvoorbeeld muziek of video bestanden in SharePoint wil opslaan kan dit wel een probleem zijn. Er is een aantal redenen waarom het ongunstig is om veel grote bestanden in SharePoint op te slaan: • De database is niet de meest efficiënte plek om dit soort data op te slaan. Database opslag is over het algemeen erg duur. • Het een best practice om SharePoint content databases niet groter dan ongeveer 100GB te laten worden. Dit heeft niks met grenzen van SQL of SharePoint te maken, maar met het feit dat er van een SharePoint database binnen afzienbare tijd een backup en een restore gedaan moet kunnen worden. Als een database te groot wordt, zou dit zo lang kunnen duren dat het onmogelijk is om de beloftes in het Service Level Agreement (SLA) van de SharePoint omgeving na te komen. Als er video- of muziek bestanden in de SharePoint database opgeslagen worden is deze 100GB snel bereikt. Nu is het wel mogelijk om meerdere site collecties en meerdere content databases aan te maken, maar met tientallen databases wordt het management van de omgeving er niet eenvoudiger of overzichtelijker op. Met behulp van RBS kunnen BLOB objecten in plaats van in de database op het file systeem, of in een storage oplossing zoals Documentum
of FileNet opgeslagen worden. In de database wordt slechts een verwijzing in de vorm van een unique identifier opgeslagen. Op deze manier kan er voor deze bestanden een goedkoper opslagmedium worden gebruikt en zal de SharePoint content database niet zo snel groeien. Figuur 5 beschrijft hoe RBS voor SharePoint werkt. 1. Een gebruiker uploadt een bestand naar een SharePoint document library. 2. Het SharePoint object model, dat normaal gesproken het bestand zou oppakken en in de database zou opslaan, slaat het bestand op de locatie die geselecteerd is voor BLOB storage op. Dit kan dus het file systeem, maar ook Documentum of FileNet zijn. 3. De BLOB store geeft een ID mee, dat het zojuist opgeslagen bestand in de BLOB store identificeert. 4. Het SharePoint object model slaat het BLOB ID en de metadata van het document in de content database op. In plaats van het volledige bestand wordt dus alleen het BLOB ID in de database opgeslagen. Aan het opslaan van de metadata verandert er niets ten opzichte van een SharePoint omgeving waar geen RBS gebruikt wordt. 5. De pagina met een view van de document library wordt naar de gebruiker gestuurd. De gebruiker ziet in zijn browser niet dat zijn bestand in de document library is opgeslagen. De gebruiker ziet dus niet dat het zojuist geuploade bestand in een aparte BLOB store in plaats van de database staat. 7. Ondersteuning voor database mirroring Steeds vaker wordt database mirroring gekozen in plaats van database clustering voor het neerzetten van een high availability en/of
Figuur 5 Remote Blob Storage in SharePoint 2010
TechNet Magazine
februari 2010
41
SharePoint disaster recovery oplossing. Database mirroring levert een high availability oplossing door het voortdurend versturen van de transaction logs van de oorspronkelijke SQL server instance (de principal) naar een tweede SQL server instance (de mirror). Met SQL server mirroring kan, wanneer een enkele database om wat voor reden dan ook niet meer beschikbaar zou zijn, voor die enkele database gebruik overgeschakeld worden van de principal naar de mirror server. Voor die database wordt de mirror server dan dus de principal server. Dit is een belangrijk verschil met SQL server clustering, waarbij altijd voor een hele server overgeschakeld wordt van de ene node naar de andere node in het cluster. Het voordeel van het per database kunnen overschakelen is dat dit veel sneller is. Een ander voordeel van database mirroring is dat zowel de principal als de mirror server hun eigen opslaglocatie hebben. Bij een cluster delen twee SQL Servers de opslag op een SAN. Bij database mirroring is dus niet alleen de server dubbel, of redundant uitgevoerd, maar ook de data opslag. Dit kan heel gunstig zijn als de data opslag crasht of corrupt raakt. Daarentegen moet alle data wel twee keer opgeslagen worden en is er dus twee keer zoveel opslag ruimte nodig.
Tabel 1 Meetwaarden en resources per point
In SharePoint 2007 wordt database mirroring wel ondersteund, maar het opzetten ervan vereist het schrijven en runnen van diverse scripts en het opzetten van SQL aliasing, met name om automatische failover mogelijk te maken. In SharePoint 2010 kunt u voor vrijwel elke SharePoint database via de user interface, of via een PowerShell script een failover partner
Meetwaarden
Resources Per Point
AbnormalProcessTerminationCount
1 termination
CPUExecutionTime
3600 seconden
CriticalExceptionCount
10 excepties
InvocationCount
100 invocations
PercentProcessorTime
85 procent
ProcessCPUCycles
100000000000 cycles
ProcessHandleCount
10000 handles
ProcessIOBytes
0
ProcessThreadCount
10000 threads
ProcessVirtualBytes
0
SharePointDatabaseQueryCount
20 queries
SharePointDatabaseQueryTime
120 seconden
UnhandledExceptionCount
50 excepties
UnresponsiveprocessCount
2 processen
42
februari 2010
(mirror) opgeven. Alleen de mirror van de SharePoint configuration database is niet via de user interface in te stellen, deze kan alleen met behulp van PowerShell worden aangewezen. Als SharePoint 15 seconden geen verbinding kan krijgen met de principal database, zal SharePoint zelf proberen te connecten met de mirror database. Als dit lukt, zal SharePoint vanaf dat moment gebruik maken van de mirror database, die daarmee dus de principal wordt. Dus geen scripts en geen handmatige failover meer. 8. Sandboxed Solutions In SharePoint 2010 wordt het concept van Sandboxed Solutions geïntroduceerd. Een Sandboxed Solution is net als een ouderwetse of farm solution een cab bestand met een .wsp extensie. Sandboxed Solutions zijn containers met maatwerk SharePoint onderdelen die geupload kunnen worden naar en uitgerold kunnen worden vanuit de Solution Gallery op site collectie niveau. Omdat de solutions uitgerold worden op site collection niveau kan het beheer ervan door een site collectie beheerder gedaan worden. Er is geen toegang tot de server, of tot de Central Administration nodig en er hoeft dus geen farm of server beheerder bij de uitrol betrokken te zijn. De functionaliteit in een Sandboxed Solution is volledig geïsoleerd binnen de site collectie waar deze uitgerold is. Dit betekent dat een Sandboxed Solution alleen functionaliteit kan bevatten die alleen maar binnen deze site collectie kan worden gebruikt. Om een Sandboxed Solution te kunnen isoleren, is er een aantal specifieke maatregelen genomen. • S andboxed solutions worden uitgerold naar de database. Alle bestanden in het solution package worden dus naar de database gekopieerd en niet, zoals bij een farm solution het geval zou zijn naar de inetpub of SharePoint root folder. • Sandboxed solutions runnen in een special proces, het Sandbox Worker Process (SPUCWorkerProcess.exe) en dus niet in het w3wp process, waar SharePoint oplossingen normaal gesproken in draaien. Het sandbox worker process zorgt ervoor dat de onderdelen uit de solution gebruikt kunnen worden alsof zij naar het file system van de server TechNet Magazine
•
uitgerold zijn en zorgt er ook voor dat de onderdelen in de solution zich alleen binnen de grenzen van een Code Access Security (CAS) policy kunnen bewegen. De permissies die de solution zal krijgen van de CAS policy zijn: - SharePointPermission.ObjectModel - SecurityPermission.Execution - AspNetHostingPermission.Level = Minimal Als er gebruik wordt gemaakt van sandboxed solutions kan een farm of server beheerder zogeheten “resource points” aan een site collectie toewijzen. Het standard quotum is 300 punten per dag en de punten worden berekend op basis van 14 verschillende meetwaarden. De gebruikte meetwaarden zijn gekozen vanwege de impact die ze hebben op de stabiliteit van de server. Het gebruik van resources die een grotere impact op de server hebben kost meer punten. De meetwaarden zijn genormaliseerd naar Resources per Point zoals aangegeven in tabel 1 vorige pagina.
Als de sandboxed solutions in de site collectie meer dan de toegestane hoeveelheid resources per 24 uur hebben gebruikt, zullen de sandboxed solutions in die site collectie voor die dag gestopt worden. Dit betekent dat eindgebruikers dan de onderdelen en functionaliteit uit de sandboxed solutions niet meer kunnen gebruiken, totdat het aantal gebruikte resource point gereset wordt.Dit betekent ook dat één slecht ontworpen sandboxed solutions het kan verpesten voor de andere sandboxed solutions binnen die site collectie. Sandboxed solutions bieden voordelen voor zowel developers als IT-Pro's. Het voordeel voor developers is dat zij gemakkelijk hun eigen solution kunnen uitrollen, zolang zij tenminste site collectie beheerder rechten hebben. Een developer hoeft niet te wachten tot een farm of server beheerder de tijd neemt of heeft om hun oplossing te controleren en uit te rollen. Hierdoor is een developer flexibeler. Voor een farm of server beheerder is het voordeel dat zij er zeker van kunnen zijn dat wat een developer ook ontwikkelt en uitrolt, dat het nooit de stabiliteit van de farm kan beinvloeden. De invloed van een sandboxed solution is immers beperkt tot de aangewezen resources per site collectie en de scope van de site collectie zelf. Sandboxed solutions zorgen dus zowel voor flexibiliteit als voor stabiliteit. TechNet Magazine
Het nadeel van sandboxed solutions is dat ze alleen functionaliteit kunnen bevatten die binnen de grenzen van een site collectie opereert. Conclusie In dit artikel zijn acht nieuwe of verbeterde features in SharePoint 2010 beschreven die relevant zijn voor IT-Pro's. Deze acht features zijn slechts een selectie uit de lange lijst van verbeteringen in SharePoint 2010. Met al deze verbeteringen wordt het veel gemakkelijker en minder arbeidsintensief om SharePoint goed te beheren. Dit is belangrijk omdat de groei in het gebruik van SharePoint door zowel grote als kleine bedrijven naar alle waarschijnlijkheid de komende jaren zal blijven toenemen. Daarnaast zal de rol die SharePoint speelt binnen organisaties waarschijnlijk belangrijker worden, doordat SharePoint door Microsoft als centraal product in het totaal van server producten wordt neergezet. Het wordt dus ook belangrijk dat IT-Pro's het beheer van SharePoint als een serieuze en belangrijke taak gaan zien. En natuurlijk dat het management aan zowel de business als de IT-kant het beheer van SharePoint niet langer ziet als iets “wat er iemand er wel even bij kan doen”, maar als de belangrijkste taak van een beheerder met specifieke SharePoint kennis en -ervaring. Als dit artikel u geïnspireerd heeft om alvast wat ervaring met SharePoint2010 op te doen, of u graag zelf de nieuwe features eens zou willen zien of uitproberen, dan kunt u de publieke beta van SharePoint 2010 downloaden vanaf de Microsoft site: http://sharepoint2010.microsoft.com/try-it/ Pages/Trial.aspx ■
Mirjam van Olst is Microsoft Certified Master (MCM) SharePoint en SharePoint architect bij het Information Worker Solutions Center van Macaw. Daarnaast is Mirjam één van de organisatoren van de Dutch Information Worker User Group (DIWUG) en is zij mede-track owner van de Information Worker track van het Software Development Network (SDN). Mirjam geeft regelmatig presentaties en schrijft artikelen voor diverse magazines. Mirjam’s blog is te vinden op http://sharepointchick.com
februari 2010
43