Zórg * voor elkaar
verkiezingsprogramma van de ChristenUnie/SGP 2006 - 2010
Inleiding Voor u ligt het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie/SGP. Wij willen ons de komende vier jaar inzetten voor onze fraaie stad vanuit Bijbelse waarden. Dat betekent zorgvuldig omgaan met de schepping, zorg voor de kwetsbaren en nuchterheid ten aanzien van de maakbaarheid van de samenleving.
De ChristenUnie/SGP zet zich in voor: •
• •
• •
•
•
• •
•
Zorg voor elkaar. De aandacht voor het individu is doorgeschoten. De gemeente investeert daarom in het terugbrengen van zorg en verantwoordelijkheid voor elkaar. Dit kan bijvoorbeeld door opvoedingsondersteuning, het ondersteunen van mantelzorg en het stimuleren van particulier initiatief. Solidariteit. Als mensen zichzelf niet kunnen redden springt de gemeente bij, zodat mensen een fatsoenlijk bestaan kunnen leiden. Integratie. Dat betekent niet: aanpassing aan de meest voorkomende leefstijl (assimilatie). Wèl: deelname aan de samenleving, in het bijzonder via werk en school. Vrijwilligerswerk. Deze ‘smeerolie’ van de samenleving wordt gestimuleerd en gewaardeerd. Werk. De gemeente begeleidt mensen met een uitkering actief bij het zoeken naar werk. Misbruik van uitkeringen wordt streng aangepakt. Zondagsrust. Een collectieve rustdag is buitengewoon waardevol in een hectische, samenleving. Mensen kunnen dan naar de kerk gaan en/of op een andere wijze samen met familie, vrienden, buren een vrije dag beleven. Voorkomen moet worden dat mensen gedwongen worden deel te nemen aan zondagsarbeid. Veiligheid. Eén van de primaire taken van de gemeente. De gemeente zet voldoende politie in en maakt efficiënt gebruik maken van de beschikbare middelen. Daarnaast stimuleert de gemeente ouders hun verantwoordelijkheid te nemen in de opvoeding en zorgt voor perspectief. Handhaving. Naleving van wetten en regels is een blijvend aandachtspunt. Laten we lessen leren uit de rampen in Enschede en Volendam. Rentmeesterschap. Werkgelegenheid en economie worden gestimuleerd, maar niét tegen elke prijs. Randvoorwaarden zijn gezonde leefomstandigheden en zorgvuldig omgaan met de natuur. Preventie door voorlichting. Op scholen vindt actieve voorlichting plaats om problemen rond verslaving en criminaliteit (tabak, alcohol, softdrugs, harddrugs, loverboys e.d.) te voorkómen. Een uitgebreide beschrijving van onze standpunten vindt u in dit programma.
Maatschappelijk perspectief Samen leven in Delft De kwaliteit van de Delftse gemeenschap is meer dan het beschikbaar stellen van extra middelen voor voorzieningen. Het belangrijkste is dat de mensen het ook waarderen in onze gemeente te wonen. Voor een ieder moet er plaats zijn om te wonen, te werken, te recreëren en gegeven gaven te ontwikkelen. Vanuit de Bijbelse basis willen wij een samenleving waarin mensen zorg dragen voor elkaar. Sociale samenhang is - zeker in deze individualistische, multiculturele en materialistische maatschappij - van groot belang. Veel mensen kunnen helaas niet echt terugvallen op hun omgeving en dan komt de maatschappelijke taak van de gemeente om de hoek kijken. Maar het gemeentebestuur regelt niet alles zelf. Zoveel mogelijk wordt aan het particuliere initiatief worden overgelaten. Er zijn echter beleidsterreinen waar de gemeente wèl het initiatief neemt of moet nemen. Welzijn Wet Maatschappelijke Ondersteuning In 2006 wordt de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingevoerd. De gemeente is dan integraal verantwoordelijk voor het totaal van voorzieningen dat burgers in staat stelt deel te nemen aan de maatschappij. Bijvoorbeeld: sociale activering, voorzieningen voor jeugd en ouderen, ondersteuning vrijwilligerswerk en mantelzorg. Ook de taak huishoudelijke verzorging gaat over naar de gemeente. De gemeenteraad stelt een ‘lokaal plan maatschappelijke ondersteuning’ op. Punt van belang is een goede samenwerking tussen de betrokken instanties. Verder dat zorg voor iedereen die het nodig heeft, gewaarborgd blijft en dat duidelijk is waar mensen terecht kunnen met hulpaanvragen. Zoveel mogelijk wordt gestimuleerd dat burgers op het gebied van huishoudelijke verzorging zelf kunnen kiezen. Een persoonsgebonden budget bevordert deze keuzevrijheid. Voor burgers die deze keuze zelf niet kunnen maken, is de gemeente verantwoordelijk voor het leveren van adequate en kwalitatief goede zorg. Burgers zorgen ook voor elkaar. Mantelzorg is vaak een zware taak. De WMO ondersteunt daarom mantelzorgers. Wel is het vragen van een eigen bijdrage naar draagkracht op z’n plaats. Jeugd- en jongerenbeleid Het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor jongeren in de eerste plaats bij de ouders ligt. Daarnaast zorgt de gemeente voor voldoende voorzieningen voor de jeugd. De gemeente neemt
niet zelf het initiatief voor allerlei voorzieningen maar sluit aan bij de vraag. Bij subsidiëring zijn voorwaarden gesteld voor toegankelijkheid, de activiteiten en het budgetbeheer. Jeugd(gezondheids)zorg De gemeente voorkomt met haar jeugdbeleid dat jongeren in de hulpverlening terechtkomen. Speerpunten voor dit beleid zijn het waken voor oplopende financiële schulden, intimiderende groepen, tweedeling tussen allochtone en autochtone groepen en druggebruik. Om de informatie over de gezondheid van jongeren te verbeteren, wordt jaarlijks een ‘jeugdmonitor’ opgesteld. Onder meer hiermee wordt het beleid geëvalueerd en - indien noodzakelijk - bijgesteld. De gemeente heeft de taak problemen bij risicokinderen en -jeugdigen en hun gezinnen te voorkomen, te verminderen en de juiste hulp te bieden. Daarom is er contact met gezinnen die zorg mijden (bijvoorbeeld als deze niet verschijnen bij de reguliere contactmomenten van de jeugdgezondheidszorg). Als er problemen zijn, probeert de gemeente ouders zover te krijgen dat ze deze onderkennen, zonodig met aandrang. Ook pedagogische hulp wordt eventueel geboden en de zorg gecoördineerd. De gemeente biedt de zorg aan, zo dicht mogelijk bij de jeugd en met inachtneming van achtergrond en identiteit van de betrokken jongeren. Ontmoediging gebruik verslavende middelen Voorkómen en verminderen van verslavingen als drugs, gokken, alcohol en tabak krijgt voorrang bij het gemeentebeleid. Goede, verantwoorde voorlichting en adequate hulpverlening is dan ook vanzelfsprekend. De gemeente bevordert preventieve voorlichting op scholen over de gevaren van verslavende middelen. Het aantal coffeeshops wordt verminderd. Peuterspeelzalen en kinderopvang Peuterspeelzalen worden gesteund. Deze bieden de mogelijkheid peuters te laten spelen met leeftijdgenootjes. Tevens krijgen peuters met een ontwikkelingsachterstand daar extra begeleiding. De gemeente ziet toe op de kwaliteit van de kinderopvang. Ouderenbeleid Bij nieuwbouw wordt rekening gehouden met het groeiende aantal 55-plussers. Naast voldoende, kwalitatief goede huisvesting zijn ook het aanbod van de zorgvoorzieningen en de kwaliteit daarvan belangrijk. Het doel van het ouderenbeleid is de ouderen in de gelegenheid te stellen zo volwaardig mogelijk in de samenleving te kunnen participeren en zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Gehandicaptenbeleid
Mensen met een (blijvende) handicap functioneren zo goed mogelijk in onze gemeenschap. Dit betekent onder meer aanpasbaar en aangepast bouwen, rekening houden met deze groep bij de inrichting van de openbare ruimte (stoepen, uitvoering verkeersmaatregelen, voldoende parkeerplaatsen bij openbare gebouwen) en gebouwen en zorg voor de werkvoorziening voor gehandicapten. Op gemeentelijk finacieel gebied houdt de gemeente rekening met de meerkosten die gehandicapten moeten maken. Minderheden De gemeente brengt bevolkingsgroepen met elkaar in contact en vergroot het wederzijdse begrip. Dit kan in samenwerking met particuliere instellingen en hulporganisaties. De jeugd verdient hierbij extra aandacht. In samenwerking met belangengroepen wordt beleid getoetst op toegankelijkheid voor etnische minderheden (ouderenbeleid, jeugdbeleid, gehandicaptenbeleid enz.). Racisme en discriminatie worden tegengegaan. In onze multiculturele samenleving is het niet vanzelfsprekend dat mensen van verschillende culturen elkaar begrijpen en respecteren. De overheid brengt mensen bij elkaar, geeft voorlichting en zelf het goede voorbeeld en spreekt mensen aan op hun verantwoordelijkheid. Sociale zaken Werk en bijstand De gemeente zet sterk in op de reïntegratie. Op alle mogelijke manieren stimuleert de gemeente dat werklozen weer aan de slag gaan, zoals het doen volgen van reïntegratieprogramma’s (bijscholing, leerwerktrajecten). Alleenstaande ouders met jonge kinderen worden ontslagen van de sollicitatieplicht. Bij gebleken onwil om te gaan werken of fraude wordt de uitkering gekort. De gemeente controleert regelmatig op de rechtmatigheid van de uitkeringen. Bij fraude wordt het teveel uitgekeerde bedrag teruggevorderd. Participatie Burgers kunnen door uiteenlopende redenen in een maatschappelijk isolement verkeren of dreigen te raken. Met behulp van de wettelijke instrumenten en lokale initiatieven die binnen de wettelijke kaders passen, bevordert de gemeente de participatie van deze burgers en/of leidt hen naar betaald werk. Meestal betreft het mensen die kampen met meerdere problemen; hulp is dan vaak maatwerk. Lokale armoedebestrijding Ondanks de grote welvaart leeft in Nederland toch een grote groep mensen rond of onder het
sociaal-economische minimum. Het zorgen en opkomen voor de zwakkeren is een kerntaak van de overheid. De gemeente heeft - als gevolg van gedecentraliseerd beleid - een grote verantwoordelijkheid richting minima. Daar waar de rijksoverheid onvoldoende maatregelen neemt, treedt de gemeente op. Tegelijkertijd worden de cliënten zelf als eerstverantwoordelijke aangesproken op hun levensonderhoud en wordt er alles aan gedaan om hen zelfstandigheid (wonen, werken, omgaan met geld en dergelijke) aan te leren. Een blijvend punt van zorg zijn alleenstaande ouders met kinderen. Het gemeentelijke beleid is erop gericht dat de alleenstaande ouder de opvoeding van kinderen en tieners als eerste prioriteit kan kiezen. Ook biedt de gemeente aan deze - vaak kwetsbare - groep mogelijkheden tot ontplooiing, werk en scholing. Juist voor deze groep zijn voldoende kinderopvangplaatsen beschikbaar. De gemeente voert een actief voorlichtingsbeleid waarbij mensen ook op hun rechten (op voorzieningen en uitkeringen) wordt gewezen. In samenwerking met organisaties (ook kerken) wordt ‘stille armoede’ getraceerd. Dak- en thuislozen In ruil voor het accepteren van gedwongen hulp in de vorm van voogdij, budgettering, schuldsanering, afkicken etc. krijgen “beginnende” dak- en thuislozen op korte termijn woonruimte. Hiermee kan worden voorkomen dat burgers jarenlang een uitzichtloos en soms crimineel leven leiden. Tenslotte Hulpverlening heeft altijd tot doel om mensen, zoveel als mogelijk, weer toe te leiden naar een plaats in de maatschappij. Dit kan met dwang (justitiële maatregelen bij overlastgevers, veelplegers of criminele verslaafden), met drang (bij verwaarlozing en verloedering) of vrijwillig. Er is sprake van ketenzorg: alle betrokken instanties werken goed samen en de regie ligt bij één instantie. Cultuur, recreatie en sport Algemeen Kunstzinnige vaardigheden behoren tot de gaven die God aan mensen geeft. De gemeente stimuleert burgers hun artistieke capaciteiten te ontplooien en schept voorwaarden om de bevolking te laten genieten van kunst en cultuur. De voorzieningen hebben een zo breed mogelijk draagvlak. De cultuuruitingen verdienen een grote uitingsvrijheid, maar de gemeente voorkomt onzedelijkheid, discriminatie en godslastering. Bibliotheek
Goede bibliotheekvoorzieningen zijn noodzakelijk om de burgers de kans te geven zich op cultureel gebied te verrijken. De centrale bibliotheek heeft daarbij de hoofdfunctie. De bibliotheken in de wijken zorgen ervoor dat men ook ‘in de buurt’ terecht kan. De gebruikers betalen een redelijke vergoeding voor het gebruik; voor minderdraagkrachtigen is korting via de Delftpas mogelijk. Alle burgers kunnen gebruikmaken van de informatie op internet, de bibliotheken bieden daarvoor de gelegenheid. Monumenten Naast de rijksoverheid heeft ook de gemeente een taak bij het instandhouden van monumenten binnen haar grenzen. De gemeente koestert het historische stadsgezicht van Delft. Eventuele nieuwbouw past in deze historische context. Zowel het gemeente- als het bodemarchief worden zorgvuldig bewaard, met ook als doel het vergroten van de kennis van de Delftse geschiedenis voor alle inwoners. Recreatie en sport In onze gehaaste maatschappij heeft de mens behoefte aan recreatie. Dat kan op vele manieren, maar sport is zeer populair. Sport kan een belangrijke rol spelen bij lichamelijk en geestelijk welzijn. De taak van het gemeentebestuur ten aanzien van sport en recreatie is in de eerste plaats voorwaardenscheppend. De gebruikers leveren een bijdrage die in redelijke verhouding staat tot de kosten en tot het inkomen (kortingsmogelijkheden via de Delftpas), Sportverenigingen betalen geen OZB. Soberheid, doelmatigheid en veiligheid zijn uitgangspunten bij het realiseren van sportaccommodaties. Sport is een belangrijk onderdeel van het lesprogramma van het primaire onderwijs, bij voorkeur gegeven door professionele leerkrachten. Stad FM Delft De plaatselijke omroep bedruipt zichzelf en is niet afhankelijk van structurele, gemeentelijke subsidie. Een ‘breed geluid’ vanuit de bevolking op deze zender is wenselijk, waarbij respect voor elkaar wordt getoond. De gemeente gebruikt dit medium ook om de bevolking te bereiken, naast kranten en de gemeentelijke website. Onderwijs Schoolmaatschappelijk werk Gezien de toenemende problematiek onder kinderen van de basisschool krijgt het schoolmaatschappelijk werk aandacht in het kader van het lokaal onderwijsbeleid. Schoolbegeleiding
Het verdwijnen van de plicht van de gemeente om financieel bij te dragen aan de schoolbegeleidingsdiensten, leidt er niet toe dat door scholen - om financiële redenen - minder gebruik gemaakt wordt van schoolbegeleiding. De gemeente volgt de omslag van het financieringsstelsel nauwlettend en blijft - indien nodig - financieel bijdragen aan schoolbegeleiding. Ook heeft de gemeente oog voor de toegankelijkheid van landelijk werkende schoolbegeleidingsdiensten die passen bij de identiteit van de school. Onderwijsachterstanden De gemeente signaleert achterstanden in een zo vroeg mogelijk stadium en stimuleert voorschoolse peuteropvang: peuters met een ontwikkelingsachterstand krijgen daar extra begeleiding zodat zij goed voorbereid naar de basisschool kunnen. Brede school De ontwikkeling van de Brede School vraagt naast inventiviteit en creativiteit ook respect voor de identiteit van de betrokken ‘spelers’. Uitgangspunt is dat niets van bovenaf wordt opgelegd. De opvang van kinderen buiten schooltijd is geen taak van het schoolteam. Leerlingenvervoer De gemeente zorgt voor een adequaat leerlingenvervoer om de keuzevrijheid van de ouders en de bereikbaarheid van de school voor de leerlingen te bevorderen. Daarbij hanteert zij redelijke afstandsgrenzen en financiële drempels. Leerplicht De leerplicht is integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. De gemeente stelt voldoende middelen ter beschikking stellen voor de handhaving van deze plicht. Volwasseneneducatie De gemeente bevordert de volwasseneneducatie, waardoor de mogelijkheden voor de arbeidsreïntegratie worden vergroot. Ook is volwasseneneducatie belangrijk voor de inburgering van allochtonen. Evenzo de bestrijding van het analfabetisme onder autochtonen. De educatie van volwassenen is vooral beroepsgericht.
Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven (Galaten 5: 14)
Bestuurlijk perspectief Duaal besturen in Delft De afgelopen raadsperiode is in het gemeentebestuur ervaring opgedaan met het dualisme. Dat betekent onder andere dat wethouders geen deel meer uitmaken van de gemeenteraad. De dualisering is geen onverdeeld succes. Uit verschillende evaluaties blijkt dat gemeentebestuurders nog erg moeten wennen aan de nieuwe situatie. De structuur is wel veranderd, maar nu de cultuur nog! Wij pleiten ervoor het dualisme de tijd te geven en niet opnieuw veranderingen in te voeren. In onze gemeente kan het duaal besturen nog verbeterd worden, als het college de raad meer in de positie brengt doelen en kaders vóóraf te stellen. Dit kan bijvoorbeeld door de raad vroeg bij het maken van beleid te betrekken. De raad neemt dan vervolgens meer afstand bij de uitwerking en uitvoering van het werk binnen de gestelde kaders. Wel controleert de raad of het college het beleid goed uitvoert. In de afgelopen periode is het gemeentebestuur erg met zichzelf bezig geweest. Voor de komende tijd is het zaak dat de dualisering resultaat oplevert voor de burger en het bestuur zich buiten het gemeentehuis - met de burger bezighoudt! Wil de politiek zicht- en herkenbaarder worden, dan neemt de gemeenteraad zijn eigen bevoegdheden serieus. Dus niet alleen reageren en controleren, maar ook zelf actief kaders stellen waarbinnen het college opereert. Als een wethouder niet meer op het vertrouwen kan rekenen van de (meerderheid van de) gemeenteraad omdat hij niet binnen de gestelde kaders blijft, dan moet hij daar de consequenties van aanvaarden. Te makkelijke inzet van dit instrument is beslist niet de bedoeling. Mèt en vóór de burger Wij onderschrijven de noodzaak voor raadsleden om met de burgers in contact te komen en te blijven. Ondanks de dualisering zijn raadsleden nog teveel gericht op het bestuur. Meer - en beter - luisteren naar de burgers is noodzakelijk. Raadsleden zijn immers de vertegenwoordigers van die burgers. Natuurlijk binnen bepaalde kaders. Niet alles wat een burger wil, kan ook. De gemeenteraad en het college wegen àlle belangen mee, ook die van een minderheid. Ook belangrijk is dat het gemeentebestuur, zowel college als raad, zijn beleid toelicht en uitlegt.
Voorlichting aan de burgers is van belang voor de democratie in de lokale gemeenschap. De ChristenUnie/SGP wil dat er een gemeentelijke communicatienota wordt opgesteld en dat deze voortdurend wordt geëvalueerd. Interactieve beleidsvorming In de communicatienota vormt interactieve beleidsvorming een belangrijk onderdeel. En wel in een zo vroeg mogelijk stadium. Met andere woorden: laat de burgers vanaf het begin meepraten. De winst is dat draagvlak onder de bevolking gecreëerd wordt, zeker bij ingrijpende projecten. Ook kan de - vroege - inbreng van burgers bijdragen aan de kwaliteit en aan de effectiviteit van het bestuur. Voorwaarde is wel dat voorafgaande hieraan, aan de burgers duidelijk wordt gemaakt binnen welke kaders alles gebeurt. Duidelijke spelregels en randvoorwaarden voorkomen dat er verwachtingen gewekt worden, die niet waar gemaakt kunnen worden. Indien suggesties of ideeën van burgers niét worden overgenomen, moet duidelijk gemotiveerd worden waarom niet. De eindafweging is altijd de verantwoordelijkheid van de - democratisch gelegitimeerde - raad. Interactieve beleidsvorming kan op veel verschillende manieren gebeuren, door middel van voorlichtings- en/of inspraakbijeenkomsten, panels, interviews of actieve informatievoorziening naar de burgers. Een goede procesbegeleiding is hierbij onmisbaar. Referendum De ChristenUnie/SGP is om principiële en praktische redenen geen voorstander van het referendum. De gemeenteraad is immers door de burgers gekozen om vier jaar lang de gemeente te besturen; dáár worden alle belangen afgewogen en aan de hand daarvan wordt geprobeerd een evenwichtig beleid te formuleren. Daarom heeft de gemeenteraad altijd het laatste woord. Deze moet dan ook zijn verantwoordelijkheid durven nemen. Slagvaardig en klantgericht Voor ons zijn de kernwoorden voor de gemeentelijke organisatie: slagvaardig en klantgericht. Het meedenken met de klant, de burger, voorkomt negatieve beeldvorming. Hij mag niet van het kastje naar de muur gestuurd worden. Bovendien hecht de burger aan duidelijkheid. Digitale dienstverlening Uitbreiding van de mogelijkheden voor digitale dienstverlening is vanzelfsprekend. Deze digitale dienstverlening mag echter het “papier” niet
volledig vervangen: veel mensen zijn nog steeds afhankelijk van de papieren informatie. Ruimte voor gewetensbezwaren De ChristenUnie/SGP vindt dat ruimte gegeven moet worden aan ambtenaren die op levensbeschouwelijke gronden bepaalde (al dan niet wettelijke) taken niet kunnen uitvoeren.
Door wijsheid wordt een huis gebouwd en door verstandigheid bevestigd. (Spreuken 24 : 3)
Openbare orde en veiligheid Orde en veiligheid beschermen onze vrijheid en worden vaak in één adem genoemd. De gemeentelijke overheid heeft als belangrijke taak ervoor te zorgen dat de burger zich in de ruimste zin van het woord vrij en veilig voelt en het beleid is er op gericht onveilige situaties te vermijden. Enerzijds beperken veiligheidsvoorzieningen de vrijheid, bijvoorbeeld bij cameratoezicht, anderzijds beschermen ze onze veiligheid. Het gemeentebestuur hanteert de uitgangspunten van integraal veiligheidsbeleid en heeft gericht aandacht voor integriteit van het overheidspersoneel. De gemeente ziet toe op de eerbiediging van Bijbelse normen in openbare aangelegenheden. Deze principes gelden voor de volgende zaken die voor ons van groot belang zijn: - De burgemeester bevordert een effectieve bestrijding van criminaliteit en een optimale inzet van het politieapparaat binnen de gemeente. Hij betrekt op adequate wijze de gemeenteraad bij het beleid inzake de openbare orde en veiligheid. Het gemeentebestuur zorgt voor een goed toegerust en geoefend brandweerkorps en bevordert regionale samenwerking. - De gemeenteraad zorgt er voor dat het gemeentelijke rampenplan steeds actueel is. - De gemeente garandeert de handhaving en uitoefening van grondwettelijk gewaarborgde vrijheden van burgers en van anderen met wie zij in contact komt. - Het afzetten van de openbare weg voor samenkomsten, feesten en evenementen, zonder vergunning en zonder overleg met de politie, wordt tegengegaan. Aan evenementen waarvan verwacht kan worden dat deze de zondagsrust zullen verstoren werkt het gemeentebestuur, binnen de grenzen van de wet, niet mee. - Het gemeentebestuur voert een beleid dat prostitutie, drugshandel, gokken en pornografische uitingen tegengaat. Ook reclameuitingen die onzedelijk, Godslasterlijk of kwetsend zijn worden op openbare plaatsen vermeden en zonodig bestreden.
- Vloeken in openbare ruimten wordt bestreden en instellingen die zich inzetten voor deze bestrijding kunnen in aanmerking komen voor subsidie. - De gemeente geeft ruimte en zonodig vrijstelling aan ambtenaren die gewetensbezwaren hebben tegen het voltrekken van het zogeheten homohuwelijk.
Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe het goede, en gij zult lof van haar hebben. (Rom.13:3)
Ruimtelijk perspectief Volkshuisvesting/ruimtelijke ordening Op ruimtelijk gebied wordt - waar nodig in overleg met omliggende gemeenten - een totaalvisie opgesteld voor samenhangend ruimtelijk beleid. Deze visie: - wordt opgesteld vanuit een actueel inzicht in de woningbehoeften. Een bijgewerkt woonbehoeftenonderzoek ligt dus hieraan ten grondslag. - gaat in op de veranderende vraag naar woonruimte als gevolg van de vergrijzing. - doet recht aan de woonruimtebehoeften van de vele studenten die Delft rijk is. - houdt rekening met de behoefte aan ruimte voor (grote) gezinnen. - let op de gevolgen van de uit te voeren herstructurering van wijken - zoekt evenwicht tussen het spanningsveld van de noodzakelijke expansiedrift en de 'inbreiding', als gevolg van de herstructurering De inhaalslag bij de actualisering van bestemmingsplannen wordt gevolgd door een plan voor het actueel houden en de goede naleving ervan. Leefbaarheid De Delftse wijkaanpak met wijkprogramma's en wijkverslagen van de afgelopen raadsperiode heeft gewerkt: de leefbaarheid is erdoor vergroot. Toch moeten meer bewoners uit een wijk of buurt erbij worden betrokken. Zo wordt bereikt dat zowel de leefbaarheid, als ook het draagvlak en de betrokkenheid bij de eigen buurt worden vergroot. Dit kan door bijvoorbeeld discussieavonden in wijk of buurt te organiseren. Bewoners kunnen daar knelpunten en ideeën aandragen. Ook worden daarbij gemeentelijke plannen uiteen gezet. Politieke vertegenwoordigers van de stad nemen hieraan deel. Er komen meer vaste, openbare toiletten in de binnenstad. Naast de negatieve gevoelens die dit onderwerp vaak oproept, is de afgelopen periode te zien dat graffiti de stad meer kleur kan geven (Irenetunnel). In die tijd is echter ook gebleken dat creativiteit bij graffiti niet volledig 'de vrije hand' moet hebben. Gevoelens van onveiligheid die afbeeldingen bij inwoners - en in het bijzonder bij kinderen - soms teweegbrengen, vragen een enigszins 'sturende hand' van het gemeentebestuur. In het kader van het graffitibeleid stelt de gemeente dan ook een
‘etiquette’ op die het kader moet vormen voor wat wel en wat niet kan. De uitbreiding van legale graffitiplaatsen staat of valt met de aanwezigheid van deze etiquette. De gemeente zet zich in voor een zo hoog mogelijk niveau van openbare voorzieningen zoals postagentschappen en apotheken. Milieu Op gemeentelijk niveau geeft de overheid het goede voorbeeld: auto's van het gemeentelijke wagenpark worden bij nieuwe aanschaf, naast praktisch nut, geselecteerd op een zo klein mogelijke milieubelasting. De afvalinzameling wordt voor zover mogelijk op het huidige niveau gehouden. Waar mogelijk gaan nog meer afvalcontainers 'ondergronds'. Er wordt - in overleg met de omliggende gemeenten - gezocht naar locaties voor het winnen van duurzame energie. De gemeente stimuleert de inwoners gebruik te maken van duurzame energiebronnen boven fossiele brandstoffen. Dat kan bijvoorbeeld door in samenwerking met bedrijven, aantrekkelijke regelingen te treffen. Het beleid ten aanzien van de ecologische hoofdstructuur wordt voortgezet. Goed onderhoud van het groen - waar mogelijk verzorgd door de bewoners zelf - is uitgangspunt van het groenbeleid. Hemelwater is een geschenk van boven dat beter verdient dan het riool. Daarom wordt intensief gezocht naar mogelijkheden om de riolering buiten spel te zetten voor de afvoer van hemelwater. Regenwater kan in een aantal gevallen vrij eenvoudig worden afgevoerd naar naastgelegen oppervlaktewater (bijvoorbeeld delen van de Kruithuisweg). Bij nieuwbouw en waar mogelijk worden vergelijkbare oplossingen gekozen. Het gemeentebestuur zet zich in om, bij toenemende hinder door auto- en vliegverkeer van buiten de gemeentegrenzen, het wankelijke evenwicht tussen economische motieven en het welzijn van de burger niet ten koste van het laatste te laten uitvallen.
En hij riep hem, en zeide tot hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester zijn. (Lukas 16 : 2)
Verkeer en vervoer Bereikbaarheid De gemeente zorgt voor een goede bereikbaarheid van woningen en andere locaties van menselijke activiteit. De hiervoor te treffen voorzieningen zijn afgestemd op eisen van verkeersveiligheid, leefbaarheid en milieu, een verantwoorde afweging van kosten en baten, alsmede eisen vanuit de specifieke functies van gebieden. Bereikbaarheid omvat méér dan bereikbaarheid per auto. De gemeente bevordert, in verband met de externe effecten, allereerst het gebruik van fiets en benenwagen, vervolgens collectief (openbaar) vervoer en tenslotte eigen gemotoriseerd vervoer (auto, bromfiets). Dit geldt in het bijzonder voor het personenvervoer met niet-zakelijke motieven (inclusief woonwerkvervoer). Zakelijk vervoer en goederenvervoer over de weg dienen zo weinig mogelijk hinder van autowerende maatregelen te ondervinden. Bij alle verkeersvoorzieningen wordt rekening gehouden met de specifieke belangen van deelnemers van alle leeftijdsgroepen en personen met een handicap. Parkeerbeleid, zowel in het stadscentrum als in woonwijken, is een belangrijk instrument voor de regulering van rijdend en stilstaand autoverkeer en verdient dan ook permanente aandacht. Enerzijds wordt bij de realisatie van dit beleid rekening gehouden met de wensen van de betrokken bewoners en andere belanghebbenden. Anderzijds is het streven dat voor gelijksoortige gebieden, gelijksoortige regelingen gelden. Eventuele parkeeroverlast wordt zo gelijkmatig mogelijk gespreid. Fiets De kwaliteit van de fietsvoorzieningen wordt regelmatig getoetst. Vlotte, aantrekkelijke routes, voldoende stallingsmogelijkheden en goede bewegwijzering vormen noodzakelijke voorwaarden om fietsgebruik te stimuleren. Openbaar vervoer De gemeente maakt maximaal gebruik van de mogelijkheden om betrokken te zijn bij de besluitvorming over openbaarvervoervoorzieningen in en rondom Delft, voor welke besluitvorming het stadsgewest Haaglanden en de StadsRegio Rotterdam verantwoordelijkheid dragen. Hierbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met financiële gevolgen (infrastructuur- en
exploitatiekosten), alsook de kwaliteitskenmerken die (potentiële) reizigers aanspreken (met name frequentie, totale reisduur, betrouwbaarheid, informatie). Deze afweging mag niet vertroebeld worden door een a-priorivoorkeur voor openbaar vervoer op rails of over de weg. De gemeente streeft na dat alle woonwijken goed worden ontsloten door openbaar vervoer. En dat met behoud van vlotte, overstaploze verbindingen met Station Delft en met het stadscentrum. Eventuele invoering van een “servicebus” ter vervanging van regulier busvervoer dient vervoerkundig te zijn onderbouwd en tezijnertijd grondig te worden geëvalueerd. Spoorzone De CHRISTENUNIE/SGP heeft de plannen voor de aanleg van de spoortunnel ondersteund. Nu is het belangrijk dat verkeers- en vervoersaspecten bij de nadere planvorming voor het Spoorzonegebied voldoende aandacht verkrijgen. Dat geldt ook voor de jaren waarin de bouwwerkzaamheden plaatsvinden. Vlotte en veilige verbindingen voor fietsers, het waarborgen van adequate en betrouwbare dienstverlening door het openbaar vervoer en voldoende doorstroming van het zakelijk en goederenvervoer over de weg verdienen daarbij een hoge prioriteit. De gemeente streeft naar intensievere benutting van vaarwegen voor het vervoer van personen en goederen. De gemeente stelt een beheerplan 'verkeerslichtinstallaties' op. In dat verband worden bij vervanging 'slimme' installaties teruggeplaatst die een vlotte afhandeling van verkeer in de wijken en een goede doorstroming op doorgaande wegen, bevorderen.
En David gedroeg zich voorzichtiglijk op al zijn wegen; en de HEERE was met hem. (1 Samuel 18 : 1)
Economie en werkgelegenheid Economische visie Bij vernieuwings-, uitbreidings- en/of herstructureringsprojecten, met economische doelstellingen als wezenlijk onderdeel, ontwikkelt de gemeente een economische visie. Daarbij is lokale en regionale samenwerking belangrijk, bijvoorbeeld bij gemeenteoverstijgende vraagstukken (planning nieuwe bedrijventerreinen, (boven)lokale infrastructurele knelpunten, problemen met het arbeidsmarktbeleid). Een integrale visie op de gemeentelijke economie wordt opgesteld in een gemeentelijke economische beleidsnota. Onderstaand de belangrijkste aandachtspunten voor de gemeente. Bedrijfshuisvesting Het gemeentebestuur creëert gunstige financiële en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden voor het behouden en aantrekken van bedrijven. De gemeente werkt binnen de regio Haaglanden nauw samen bij de acquisitie van bedrijven voor de regio. Voor Delft krijgen kennisintensieve bedrijven een extra accent. Detailhandel, horeca, winkelcentra, binnenstad De gemeente realiseert voor de burgers een goed voorzieningenniveau, ook in het belang van de winkeliers. Een goed en op elkaar afgestemd aanbod van winkels, goede bereikbaarheid (wegen, fietspaden, parkeerplaatsen, al dan niet bewaakte fietsenstallingen) en toegankelijkheid zijn basisvoorwaarden voor een goed draaiende middenstand. Bij een groot verloop van het winkelaanbod wordt onderzocht in hoeverre deze basisvoorwaarden aanwezig zijn. Gemeentebestuur en winkeliersvereniging(en) inventariseren de kansen en bedreigingen en mogelijke oplossingsrichtingen. Indien een bovenlokaal winkelcentrum wordt ontwikkeld, wordt nagegaan of omliggende gemeenten een financiële bijdrage kunnen leveren. Regionale afstemming van de voorzieningen is in ieder geval nodig, zeker bij de oprichting van een groot winkelcentrum met regionale functie in onze gemeente. Vaak vormt een dergelijk centrum een bedreiging voor de eigen lokale middenstanders en de
zondagsrust en dat is voor de Christenunie/SGP zeker een belangrijk aandachtspunt. De gemeente overlegt structureel met winkeliersverenigingen en andere vertegenwoordigers van de belangen van zelfstandige ondernemers. Het gemeentebestuur versterkt de toeristische functie van Delft door mee te werken aan de vestiging van hotels met voldoende parkeermogelijkheden nabij de binnenstad. Het aanbod van toeristische activiteiten en attracties dient evenwichtig en compleet te zijn. De ontwikkeling van nieuwe initiatieven wordt getoetst aan het reeds beschikbare aanbod. Dit vraagt om een heldere visie en duidelijke beleidsuitgangspunten. Het is van belang hierbij alle relevante organisaties te betrekken. In dat kader vindt de ChristenUnie/SGP het belangrijk dat de zondagse kerkdiensten ongestoord plaats kunnen vinden. Het uitgaansleven mag niet leiden tot verstoring van de openbare orde. Bij de vestiging van horecagelegenheden en het verlenen van vergunningen houdt de gemeente hiermee rekening. Midden- en kleinbedrijf/startersbeleid Startende bedrijven die een bijzondere betekenis kunnen hebben voor de reïntegratie van werklozen of arbeidsongeschikten, krijgen bijzondere aandacht en - zo mogelijk - concrete steun. Delft Kennisstad Het project “Delft Kennisstad” profileert Delft als aantrekkelijke vestigingsplaats voor kennisintensieve bedrijven. Een goede inventarisatie van de behoeften van bedrijven is essentieel voor het slagen van het project. Daarbij betrekt de gemeente de conclusies en aanbevelingen uit het evaluatierapport over “Delft Kennisstad” (mei 2005). De gemeente voorkomt dat door eenzijdige aandacht voor “Delft Kennisstad” de werkgelegenheid voor minder hoog geschoolden uit het oog verloren wordt en de economische activiteiten niet goed op elkaar zijn afgestemd. De gemeente hanteert een integrale en uitgebalanceerde visie en speelt in op de sterke punten van Delft Arbeidsbemiddeling, sociale werkvoorziening De gemeente spant zich in voor de moeilijk bemiddelbare werkzoekenden en helpt deze mensen bij het vinden van een structurele en
reguliere baan. Waar nodig en mogelijk zorgt de gemeente hierbij voor de benodigde financiën. De gemeente is en blijft dus nauw betrokken bij de gang van zaken bij Combiwerk en Combiservices. Infrastructuur De gemeente zorgt voor adequaat onderhoud aan en tijdige vernieuwing van de wegen, riolering, nutsleidingen en kabels, in beheer bij de gemeente. Infrastructuur voor nutsvoorzieningen zoals energie, water en riolering, blijft in overheidshanden. Als nutsvoorzieningen zijn geprivatiseerd, garandeert de gemeente blijvende aansluiting voor iedere gebruiker. Een goede bereikbaarheid van de stad en de belangrijkste voorzieningen is noodzaak. Dit vraagt om een afgewogen beleid ten aanzien van openbaar vervoer en parkeerfaciliteiten, maar ook ten aanzien van beheersing van de verkeersstromen en de veiligheid Publiekprivate samenwerking (PPS) In deze vorm van samenwerking financieren overheid (de gemeente) en private partijen een project of investering gezamenlijk. Vanwege mogelijke risico’s gaat de gemeente hier terughoudend mee om. Het is in dit soort projecten vaak niet duidelijk wat het belang van het project is voor alle burgers en evenmin welke risico’s op (kunnen) treden. Als het een belangrijke publieke voorziening betreft, moet deze in elk geval gewaarborgd blijven door de gemeente. Bij de keuze een pps-constructie aan te gaan, moet worden bedacht dat het nièt aangaan van pps, mogelijk leidt tot het helemaal niet kunnen doorgaan van het project. Wordt bij een bepaald project gekozen voor pps, dan moeten de randvoorwaarden en afspraken over wederzijdse prestaties in ieder geval duidelijk zijn.
Armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels (Spreuken 30 : 8)
Financiën Taakopvatting in een dualistische verhouding Om beleid daadwerkelijk uit te voeren, zijn voldoende financiële middelen nodig. Naast de uitkering die de gemeente krijgt van het Rijk (uitkering Gemeentefonds), heft de gemeente ook belastingen. De belangrijkste daarvan is de onroerende zaakbelasting (OZB). Als deze (gedeeltelijk) wordt afgeschaft dient de gemeente een ander instrument te krijgen voor eigen, autonome belastinginkomsten. Beperking lokale belastingdruk Wanneer het financiële meerjarenperspectief een neergaande tendens laat zien, bijvoorbeeld omdat de uitkering uit het Gemeentefonds lager is, dan stijgen niet automatisch de lokale lasten, zoals de OZB. Dat houdt in dat bezuinigd moet worden, of dat geplande investeringen worden heroverwogen of getemporiseerd. Bij vaststelling van tarieven wordt gekeken naar de totale gemeentelijke lasten voor de burger. Deze integrale benadering is bovendien nodig, omdat bij bepaalde taken kostendekkendheid uitgangspunt is, zoals bij leges of afvalstoffen- en rioolheffing. IJkpunt voor de lokale lastendruk voor de burger is het totaal van OZB, afvalstoffenheffing, reinigings- en rioolrechten en andere algemene heffingen. Jaarrekening en begroting Om tijdig beleid bij te stellen en daarover een debat te voeren in de raad, wordt in het voorjaar een voorjaarsnota aan de raad aangeboden. Tijdige behandeling hiervan maakt het mogelijk de uitkomsten van het debat mee te nemen bij het opstellen van de begroting. De jaarrekening wordt tijdig bij de raad ingediend en het streven is deze tegelijk met de voorjaarsnota te behandelen. In de begroting wordt duidelijk welke wensen het college niet in de begroting heeft verwerkt en waarom. De gemeenteraad moet kunnen beoordelen of het college de juiste keus heeft gemaakt. Het vaststellen en periodiek bijstellen van een nota ‘reserves en voorzieningen’ is essentieel voor een goed inzicht in de financiële positie en het weerstandsvermogen van de gemeente. Verantwoording
Het college van burgemeester en wethouders (B en W) heeft een actieve verantwoordingsplicht richting burgers en raad. Hierbij is de jaarlijkse cyclus van meerjarenbegroting, tussentijdse rapportages en jaarrekening met accountantsverklaring onmisbaar. Voordat grote projecten worden gestart of investeringen worden gedaan, wordt eerst de financiële haalbaarheid en de financiële gevolgen voor de burger, ook op de langere termijn, onderzocht. In het collegeprogramma voor de komende periode krijgt de dualistische verhouding tussen raad en college verder gestalte. Dit zal leiden tot het formuleren van heldere, meetbare doelstellingen. Dit om enerzijds duidelijk de ambitie richting burger te presenteren en zich anderzijds “afrekenbaar” richting raad op te stellen. Transparantie Over de door de gemeente opgestelde jaarrekening moet een accountantsverklaring worden afgegeven en er wordt sinds 1 januari 2004 een rechtmatigheidcontrole op uitgevoerd. In het gelijktijdig met de accountantsverklaring afgegeven rapport van bevindingen wordt tevens op bepaalde aspecten van de gemeentelijke (financiële) organisatie en administratie ingegaan. De ingestelde Commissie voor de Rekening maakt de Delftse gemeentelijke financiën inzichtelijk voor de raad en draagt op deze wijze bij aan de gewenste transparantie. Subsidies De basis voor het verlenen van subsidies is de subsidienota met bijbehorende algemene verordening welzijnsbeleid. Delft hanteert binnen dit kader de (lokale) subsidieverordening. Het subsidiebeleid van de gemeente is erop gericht particuliere activiteiten te ondersteunen. Naast de regels uit de Algemene wet bestuursrecht die op de subsidieverlening van toepassing zijn, geldt voor het subsidiebeleid: - Het dient helder te zijn; de criteria voor het subsidie verstrekken zijn duidelijk, eerlijk, rechtvaardig en consequent. - Organisaties die hiervoor in aanmerking komen worden, waar nodig, geholpen om de weg naar de subsidies te vinden. - De gemeente past het principe toe dat voor elke door de subsidievrager zelf opgebrachte Euro een zeker percentage subsidie verstrekt; zo
-
-
-
-
-
stimuleert de gemeente de eigen fondswerving door de subsidievrager. Subsidies worden alleen verstrekt aan verenigingen of instellingen die aantoonbare betekenis hebben voor de samenleving en waarvan de te subsidiëren activiteiten gericht zijn op de plaatselijke bevolking. Deze activiteiten zijn voor iedereen toegankelijk en niet in strijd zijn met Christelijke normen en waarden, met het recht of de goede zeden. Subsidies kunnen eenmalig of periodiek (b.v. jaarlijks) zijn en zijn altijd aan doelstellingen gebonden. Er vindt controle plaats of de subsidie ook besteed is aan het afgesproken doel. Outputfinanciering, waarbij met de te subsidiëren vereniging of instelling productafspraken worden gemaakt, is daarvoor een geschikt instrument. Initiatieven gericht op maatschappelijke verantwoordelijkheid als zorg, leefbaarheid en veiligheid (in lijn met gemeentelijk beleid) verdienen steun. Subsidiëring van organisaties van etnische minderheden moet gericht zijn op integratie in de Nederlandse samenleving, op samenwerking tussen verschillende culturen of op het terugdringen van achterstanden en aanverwante problemen.
En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods. (Lukas 4 : 4)