SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS
LUMBALE en CERVICALE epidurale infiltratie
Inhoud
Voorwoord
2
Wat is een epidurale infiltratie
3
Praktisch richtlijnen
4
Dag van de epidurale infiltratie
5
De behandeling
6
Nazorg
7
Zal een epidurale infiltratie mij helpen?
7
Wat zijn de risico’s en de nevenwerkingen?
8
Hoeveel infiltraties zullen plaatsvinden?
9
Tot slot
10
1
Voorwoord Mevrouw, Mijnheer, Binnenkort komt u naar de pijnkliniek voor een lumbale of cervicale infiltratie. In deze brochure proberen we u zo duidelijk mogelijk uit te leggen wat dit precies inhoudt. De bedoeling is dat u zo goed mogelijk geïnformeerd bent voor u toestemming geeft om de lumbale of cervicale epidurale infiltratie uit te voeren. De juridische term hiervoor is “informed consent”. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen? Aarzel niet en contacteer uw arts of de pijnverpleegkundige. Zij zullen u graag te woord staan. Frank Fincken Pijnverpleegkundige St. Franciskusziekenhuis Tel: 011 71 54 31
2
Wat is een epidurale infiltratie? Een epidurale infiltratie is een inspuiting van een cortisone-achtig product in de epidurale ruimte. Vanuit deze ruimte verspreidt de medicatie zich rond de zenuwen om een dubbele werking uit te oefenen: in de eerste plaats neemt het de ontsteking weg en bovendien heeft het een pijnstillende werking. Deze behandeling kan plaatsvinden op elk niveau van de wervelzuil.
3
Praktische richtlijnen • •
• • • •
•
Thuis hoeft u geen specifieke voorbereiding te treffen, tenzij dit speciaal vermeld is . De behandeling gebeurt in het operatiekwartier. In de regel kunt u gewoon eten en drinken en uw medicatie innemen, behalve bloedverdunners. (Marcoumar®, Plavix®,Ticlid®,….) Als u bloedverdunners gebruikt moet u dit van tevoren melden aan uw arts, zodat er passende maatregelen kunnen getroffen worden. Meestal moet u een aantal dagen voor de behandeling stoppen met de inname ervan. Sommige bloedverdunners worden vervangen door onderhuidse injecties met bloedverdunnende medicatie(clexane®, fraxiparine®,…..) deze mogen ten laatste de avond vóór de dag van de epidurale infiltratie toegediend worden. Deze mogen zeker niet meer toegediend worden op de dag van de epidurale infiltratie. U hoeft geen nachtkledij of toiletgerief mee te brengen. Zorg ervoor dat u na de behandeling naar huis gebracht kan worden door een begeleider. U mag namelijk na de behandeling gedurende 24 uur niet actief deelnemen aan het verkeer. Als u op de dag van de behandeling koorts heeft of ziek bent, neem dan contact op met het dagziekenhuis op het nummer 011 71 53 60. In verband met de röntgenstraling is het belangrijk te weten of u zwanger bent. De straling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Als u zwanger bent of een vermoeden daarvan heeft, dient u dit te melden bij de verpleegkundige of arts. Bent u overgevoelig voor jodium, pleisters, contrast– of verdovingsvloeistof, meld dit dan bij de arts of verpleegkundige.
4
Dag van de epidurale infiltratie Let op: Zie ook de richtlijnen met betrekking tot het innemen van uw medicatie! Bij aankomst in het ziekenhuis meldt u zich bij het onthaal. Breng zeker uw SIS-kaart mee. De verpleegkundige van het dagziekenhuis komt u halen en brengt u vervolgens naar de kamer, waar u de tijd heeft om zich uit te kleden en e en operatiehemd aan te trekken. Dit hemd sluit aan de achterzijde.
5
De behandeling De behandeling vindt plaats in het operatiekwartier. Afhankelijk van de voorkeur van de anesthesist wordt u gevraagd, bij een lumbale epidurale infiltratie, te gaan zitten of op de zij te gaan liggen. U moet dan uw rug zo rond mogelijk maken. Dit is de zogenaamde “kattenrug”. De bedoeling hiervan is zoveel mogelijk plaats tussen de ruggenwervels te bekomen om de epidurale infiltratie te vergemakkelijken. De cervicale epidurale infiltratie gebeurt in zittende houding, met het hoofd voorover gebogen. Voorafgaand aan een cervicale epidurale infiltratie wordt er door de verpleegkundige eerst een infuus geplaatst. De omgeving van de prikplaats wordt door de anesthesist ontsmet met een koude, rode ontsmettingsstof. Vervolgens worden de huid en onderliggende structuren plaatselijk verdoofd door de arts. Dit kan een brandend, spannend gevoel geven dat snel weer wegtrekt. Van zodra deze weefsels verdoofd zijn kan de arts de epidurale ruimte opzoeken. Bij een cervicale epidurale infiltratie gebeurt dit door middel van röntgenstralen. Het is zeer belangrijk dat u tijdens de ganse procedure stil blijft zitten. Wanneer de naald zich met zekerheid in de epidurale ruimte bevindt, wordt de medicatie traag ingespoten. Nadien brengt de verpleegkundige van het dagziekenhuis u terug naar de kamer waar u dertig minuten op de rug moet liggen, daarna wandelt u dertig minuten rond waarna u naar huis mag gaan. In deze tussentijd zorgt de arts dat de nodige attesten worden ingevuld en krijgt u eventueel een afspraak voor een volgende infiltratie. Na de cervicale epidurale infiltratie wordt u kortstondig geobserveerd in de uitslaapkamer.
6
Nazorg Het kan zijn dat u een pijnlijke rug of hals hebt gedurende ongeveer twee dagen. Dit komt door het prikken en door een beginnende vorm van irritatie van de cortisone. Vanaf ongeveer de derde dag zou u een vermindering van de pijn kunnen gewaarworden. U mag gedurende 24 uur niet actief deelnemen aan het verkeer. De rest van de dag doet u het best wat rustig aan.
Zal een epidurale infiltratie mij helpen?
Het is erg moeilijk te voorspellen of de infiltratie u zal helpen of niet. Over het algemeen is het zo dat patiënten met uitstralende pijn beter reageren op de infiltratie dan patiënten met gewone rugpijn. Hetzelfde geldt voor patiënten bij wie de pijn recent is ontstaan tegenover patiënten die reeds lang pijn lijden. Patiënten met anatomische afwijkingen kunnen minder goed reageren op infiltratie.
7
Wat zijn de risico’s & de nevenwerkingen? De procedure is over het algemeen veilig. Aan elke behandeling zijn nevenwerkingen verbonden en bestaat er een mogelijkheid op complicaties. Er bestaat een kleine kans op bloeding, infectie, zenuwbeschadiging en pijn door de prik zelf. De kans op deze complicaties wordt echter sterk verminderd door volgende maatregelen: controle van de bloedstolling en de ontsmetting van de huid. De belangrijkste bijwerkingen kunnen in twee groepen onderverdeeld worden; enerzijds deze die aan de techniek gebonden zijn en anderzijds de bijwerkingen door de toediening van de medicatie. Techniekgebonden. Het is mogelijk dat tijdens het inbrengen van de naald het bot van de wervel geraakt wordt. Dit veroorzaakt een korte pijn ter hoogte van de rug of de hals. U moet elke gewaarwording aan uw arts melden zodat hij de naald lichtjes kan verplaatsen. Indien het membraan dat het ruggenmerg omringt accidenteel doorprikt wordt kan U na enkele dagen hoofdpijn ondervinden. Het is een typische hoofdpijn die het meest uitgesproken is terwijl u zit of staat en die verdwijnt zodra u gaat liggen. U kunt de hoofdpijn aanzienlijk verminderen door extra koffie en cola te drinken en te blijven platliggen gedurende 24 uren. Indien deze hoofdpijn optreedt, neemt u overdag best contact op met de dienst anesthesie op het telefoonnummer 011 71 55 70, ‘ s nachts en in het weekend kunt u altijd terecht op de dienst spoedgevallen met als telefoonnummer 011 71 55 04. Indien de hoofdpijn niet met medicatie verholpen kan worden, is het aangewezen de epidurale procedure te herhalen. Er wordt een kleine hoeveelheid bloed uit één van uw aders afgenomen en in de epidurale ruimte ingespoten. Dit bloed vormt dan als het ware een pleister op het gaatje in de membraan. Deze verwikkeling komt echter maar zelden voor. Medicatiegebonden Het lokaal anestheticum en het corticosteroïd zijn uiteraard erg veilige producten. Toch werden een aantal zeldzame bijwerkingen beschreven. Deze zijn meestal van voorbijgaande aard. Het corticosteroïd kan occasioneel spierzwakte, hoofdpijn of een verminderde bijnierwerking veroorzaken. Indien u suikerziekte heeft, kunnen de bloedsuikerwaarden gestoord zijn. De bloedsuikerwaarden
8
Hoeveel infiltraties zullen plaats vinden? In de meeste gevallen zijn drie infiltraties nodig met telkens een tussenpauze van minstens één week. Door de injectie bij herhaling toe te dienen wordt de pijnvermindering die na de eerste inspuiting bekomen wordt verder gestabiliseerd. Bij een toename van de pijn na een epidurale infiltratie neemt u het best contact op met uw behandelende arts.
9
Tot slot De inhoud van deze brochure is slechts een leidraad. Het doel is u zo goed mogelijk te informeren en voor te bereiden op de behandeling. Heeft u nog vragen? Aarzel dan niet en neem contact op met de pijnverpleegkundige of uw behandelende arts.
Frank Fincken Pijnverpleegkundige
[email protected] Tel:011 71 54 31 Dienst Anesthesie secretariaat tel.: 011 71 55 70 Meer info: www.sfz.be Homepage: rubriek Multimedia - Infiltratie
10
SF Z SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS
Sint-Franciskusziekenhuis P. Paquaylaan 129 3550 Heusden-Zolder Tel. 011 71 50 00 Fax. 011 71 50 01 www.sfz.be