Service Financement des hôpitaux Dienst Financiering van de ziekenhuizen. Koninklijk besluit van 25 april 2002 BIJLAGEN

Service Financement des hôpitaux --------------Dienst Financiering van de ziekenhuizen

Koninklijk besluit van 25 april 2002 BIJLAGEN

Arrêté royal du 25 avril 2002 ANNEXES

Officieuze coördinatie van 12/10/2015 Coordination officieuse au 12/10/2015 1

(5) KB van 08/07/2003 (BS van 04/08/2003) (6) KB van 11/07/2003 (BS van 15/10/2003) + erratum (8) KB van 07/06/2004 (BS van 21/06/2004) (10) KB van 22/02/2005 (BS van 11/03/2005) (11) KB van 28/06/2005 (BS van 25/07/2005) (14) KB van 12/05/2006 (BS van 23/05/2006) (15) KB van 10/11/2006 (BS van 24/11/2006) + erratum (16) KB van 19/06/2007 (BS van 28/06/2007) + erratum (18) KB van 19/09/2008 (BS van 07/10/2008) (19) KB van 20/09/2009 (BS van 06/10/2009) (21) KB van 26/11/2010 (BS van 16/12/2010) (22) KB van 26/10/2011 (BS van 29/11/2011) (24) KB van 19/11/2012 (BS van 03/12/2012) (25) KB van 17/12/2012 (BS van 09/01/2013) + erratum in BS van (26) KB van 17/12/2012 (BS van 09/01/2013 p 697) (27) KB van 17/12/2012 (BS van 09/01/2013 p 678) + erratum in BS van 23/01/2013 (29) KB van 26/12/2013 (BS van 17/01/2014) (30) KB van 25/04/2014 (BS van 04/06/2014) (32) KB van 08/01/2015 (BS van 27/01/2015) (33) KB van 12/10/2015 (BS van 23/10/2015)

(5) AR du 08/07/2003 (MB du 04/08/2003) (6) AR du 11/07/2003 (MB du 15/10/2003) + erratum (8) AR du 07/06/2004 (MB du 21/06/2004) (10) AR du 22/02/2005 (MB du 11/03/2005) (11) AR du 28/06/2005 (MB du 25/07/2005) (14) AR du 12/05/2006 (MB du 23/05/2006) (15) AR du 1011/2006 (MB du 24/11/2006) + erratum (16) AR du 19/06/2007 (MB du 28/06/2007) + erratum (18) AR du 19/09/2008 (MB du 07/10/2008) (19) AR du 20/09/2009 (MB du 06/10/2009) (21) AR du 26/11/2010 (MB du 16/12/2010) (22) AR du 26/10/2011 (MB du 29/11/2011) (24) AR du 19/11/2012 (MB du 03/12/2012) (25) AR du 17/12/2012 (MB du 09/01/2013 p 687) + erratum au MB du (26) AR du 17/12/2012 (MB du 09/01/2013 p 697) (27) AR du 17/12/2012 (MB du 09/01/2013 p 678) + erratum au MB du 23/01/2013 (29) AR du 26/12/2013 (MB du 17/01/2014) (30) AR du 25/04/2014 (MB du 04/06/2014) (32) AR du 08/01/2015 (MB du 27/01/2015) (33) AR du 12/10/2015 (MB du 23/10/2015)

BIJLAGE 1

ANNEXE 1

Criteria inzake de behandelingseenheden voor zware brandwonden

Critères relatifs aux unités des grands brûlés

Om als behandelingseenheid voor zware brandwonden bedoeld in artikel 5, §1, 3° van het koninklijk besluit van [….] te worden beschouwd, moeten de eenheden: - deel uitmaken van een algemeen ziekenhuis dat beschikt over erkende bedden onder kenletters C en D, over een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg alsook over een dienst voor plastische chirurgie; - over minstens 6 erkende hospitalisatiebedden beschikken die samen een afzonderlijke architectonische eenheid vormen met een aangepaste structuur met minstens 3 individuele isoleerkamers die bestemd zijn voor verbranden die er bijzonder erg aan toe zijn of in schocktoestand verkeren. - over een autonome interventiezaal beschikken om er huidtransplantaties uit te voeren. Die interventiezaal moet het ook mogelijk maken courante traumatologische ingrepen uit te voeren er moet minstens een waterbed zijn om de verbranden te wassen alvorens de transplantatie wordt verricht. - de dienstlokalen moeten geventileerd en geklimatiseerd zijn. Lucht die van buiten wordt genomen moet door filterering stofvrij worden gemaakt. - de dienst moet met een toegangssas zijn uitgerust. - de dienst staat onder leiding van een geneesheer-specialist in de heelkunde of in de inwendige geneeskunde met bijzondere bekwaming in de intensieve zorg. - per 6 bedden dient de dienst over 2 FTE-artsen te beschikken waarvan één chirurg met een opleiding in de traumatologie en een internist die een opleidingscyclus van infectioloog heeft gevolgd. - moet over een verpleeg- en verzorgingsteam beschikken dat exlusief aan de eenheid verbonden is en uit minstens 3 FTE's per bed bestaat.

Pour être considérée comme unité de traitement de grands brûlés visée à l'article 5, §1er, 3° de l'arrêté royal du […..], les unités doivent: - faire partie d'un hôpital général comptant des lits agréés sous les indices C et D et disposant d'une fonction de soins urgents spécialisés ainsi que d'un service de chirurgie plastique; - compter au minimum 6 lits d'hospitalisation agréés constituant une unité architecturalement distincte avec une structure appropriée dont au moins 3 chambres individuelles d'isolement, qui sont affectées aux brûlés particulièrement atteints ou choqués ; - le service des grands brûlés doit disposer d'une salle d'intervention autonome afin d'y pratiquer des greffes cutanées. Cette salle d'intervention doit également permettre d'y pratiquer des interventions de traumatologie courante et doit être dotée, d'au moins, un "lit d'eau", permettant de nettoyer les brûlés avant de les greffer ; - les locaux du service devront être ventilés et climatisés. L'air pris à l'extérieur sera dépoussiéré par filtrage ; - le service doit être doté d'un sas d'entrée ; - le service sera placé sous la direction d'un médecin-spécialiste en chirurgie ou en médecine interne, ayant des compétences particulières en soins intensifs ; - par tranche de 6 lits, le service disposera de 2 médecins E.T.P. dont un chirurgien, formé en traumatologie et un médecininterniste qui a suivi un cycle de formation d'infectiologue ; - avoir une équipe infirmière et soignante liée exclusivement à l'unité comprenant au moins 3 E.T.P. par lit.

2

(3) KB van 29/01/2003 (BS van 18/02/2003)

(3) AR du 29/01/2003 (MB 18/02/2003)

BIJLAGE 2

ANNEXE 2

Vaststelling van het in artikel 45, §9 bedoelde bedrag Een bedrag van 8.130.907,61 EUR wordt onder de ziekenhuizen verdeeld overeenkomstig de volgende formule

Détermination du montant visé à l’article 45, §9 Un montant de 8.130.907,61 EUR est réparti entre les hôpitaux selon la formule suivante :

M1= 8.130.907,61 x DSI Tot. DSI Waarbij :

M1 = 8130.907,61 x DSI DSI tot. Où :

DSI = verschil inzake het aantal verantwoorde bedden van daghospitalisatie bedoeld in punt 4.3.2 van bijlage 3 indien men dat aantal berekent al dan niet rekening houdend met de besparing van 8.130.907,61 EUR.

DSI : différence du nombre de lits justifiés d’hospitalisation de jour visé au point 4.3.2 de l’annexe 3 si on calcule ce nombre avec ou sans l’économie de 8.130.907,61 EUR.

[ (3) Punten 2° en 3° afgeschaft ]

[ (3) Points 2° et 3° supprimés ]

3

[(29) ANNEXE 3

[(29) BIJLAGE 3

Fixation d’une durée de séjour moyenne par groupe de diagnostics et calcul d’un nombre de lits justifiés

Vaststelling van een gemiddelde ligduur per diagnosegroep en berekening van een aantal verantwoorde bedden

1. INTRODUCTION

1. INLEIDING

[(32) 1.1. Concepts et abréviations

[(32) 1.1. Begrippen en afkortingen

- Enregistrement RHM: l'enregistrement du Résumé Hôpital Minimum tel que visé à l'arrêté royal du 27 avril 2007 déterminant les règles suivant lesquelles certaines données statistiques doivent être communiquées au Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions; - ICD-9-CM: International Classification of Diseases - 9th Edition - Clinical Modification; - MDC: Major Diagnostic Category, grands groupes de diagnostics qui concernent chacun un système ou un organe, tels que décrits dans '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul; - APR-DRG : Diagnosis Related Groups, groupes de diagnostic tels que décrits dans '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul; - Gravité clinique ou « severity of illness » : Etendue de la dégradation physiologique ou de la perte de fonction d’un système clinique, tels que décrits dans '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul; - Risque de mortalité : probabilité de décès, tel que décrit dans '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul.]

- MZG-registratie: de registratie van de Minimale Ziekenhuisgegevens zoals bedoeld in het Koninklijk Besluit van 27 april 2007 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden meegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft. - ICD-9-CM: International Classification of Diseases – 9th edition- Clinical Modification. - MDC: Major Diagnostic Category, grote diagnosegroepen die elk een systeem of een orgaan omvatten, zoals beschreven in '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is; - APR-DRG: Diagnosis Related Groups, diagnosegroepen zoals beschreven in '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is; - Klinische ernst of “severity of illness”: Omvang van de fysiologische decompensatie of van verlies van orgaanfunctie zoals beschreven in '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is; - Sterftrisico: waarschijnlijkheid van overlijden, zoals beschreven in '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is.]

[(32) 1.2. Groupes de diagnostics

[(32) 1.2. Diagnosegroepen '3MTM

Les groupes de diagnostic sont constitués sur base de APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul. Sur base du diagnostic principal, on effectue une première subdivision en groupes de diagnostics principaux, appelés MDC's, qui portent chacun sur un système ou un organe. Chaque MDC est ensuite scindé en un sous-groupe médical et un sous-groupe chirurgical selon qu'il y ait intervention chirurgicale ou non.

De diagnosegroepen worden gevormd op grond van '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is. Op basis van de hoofddiagnose wordt een eerste indeling gemaakt in grote diagnosegroepen, hierna MDC’s genoemd, die elk betrekking hebben op een systeem of orgaan. Elke MDC wordt vervolgens verder verdeeld in een medische en chirurgische subgroep op basis van het al dan niet voorkomen van een chirurgische ingreep.

A l'intérieur de ces sous-groupes, on distingue les groupes de diagnostics proprement dits, c'est-à-dire les APR-DRG, en tenant compte des éléments suivants: diagnostic principal, diagnostics associés, interventions chirurgicales, techniques spéciales, âge, sexe et type de sortie, conformément à '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul.

Binnen deze subgroepen worden de eigenlijke diagnosegroepen, namelijk de APR-DRG’s, onderscheiden, rekening houdend met de volgende elementen: hoofddiagnose, nevendiagnoses, chirurgische ingrepen, speciale technieken, leeftijd, geslacht en aard van ontslag overeenkomstig '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is.

322 APR-DRG de base sont ainsi obtenus.

Op die manier worden 322 basis-APR-DRG’s verkregen.

Chaque APR-DRG de base (à l’exception des APR-DRG MMM, AAA, 955 et 956) est ensuite scindé en 4 niveaux de sévérité clinique. La détermination du niveau de sévérité clinique d’un séjour s’effectue en 3 étapes qui prennent notamment en compte les effets sur la gravité clinique des diagnostics secondaires non associés avec le diagnostic principal et non inter reliés entre eux, de l’âge, du diagnostic principal, de l’existence de certaines procédures

Elke basis-APR-DRG (met uitzondering van de APR-DRG’s MMM, AAA, 955 en 956) wordt vervolgens opgesplitst in 4 niveaus van klinische ernst. De bepaling van het niveau van klinische ernst van een verblijf gebeurt in 3 fasen waarbij met name rekening wordt gehouden met de gevolgen op de klinische ernst van de nevendiagnosen die geen verband houden met de hoofddiagnose en niet onderling verbonden zijn, de leeftijd, de

4

non opératoires,… (Cfr '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul.)

hoofddiagnose, het bestaan van bepaalde niet-operatieve procedures,… (Cf. '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is).

Les quatre « niveaux de sévérité » obtenus sont :

De 4 verkregen “severities of illness” zijn :

-

niveau 1 : niveau de sévérité faible; niveau 2 : niveau de sévérité modéré; niveau 3 : niveau de sévérité majeur; niveau 4 : niveau de sévérité extrême.

-

niveau 1 : zwak niveau van klinische ernst; niveau 2 : gematigd niveau van klinische ernst; niveau 3 : groot niveau van klinische ernst; niveau 4 : extreem niveau van klinische ernst.

Les patients pour lesquels il n’est pas fait mention d’un diagnostic principal (APR-DRG 955) ou pour lesquels il est fait mention d’un diagnostic ne pouvant être utilisé comme diagnostic principal (APR-DRG 956) constituent ce que l’on appelle, plus loin, le ‘groupe de diagnostics résiduels type I’. Les patients pour lesquels il y a une importante intervention chirurgicale ne correspondant pas au diagnostic principal (APR-DRG 950, 951, 952) constituent ce que l’on appelle, plus loin, le ‘groupe de diagnostics résiduels type II’.]

Patiënten zonder vermelding van een hoofddiagnose (APR-DRG 955) of met vermelding van een diagnose die niet als hoofddiagnose gebruikt mag worden (APR-DRG 956) worden verder de ‘rest diagnosegroepen type I’ genoemd. Patiënten met een belangrijke chirurgische ingreep die niet overeenkomt met de hoofddiagnose (APR-DRG 950, 951, 952) worden verder de ‘restdiagnosegroepen type II’ genoemd. Patiënten met een belangrijke chirurgische ingreep die niet overeenkomt met de hoofddiagnose (APR-DRG 950, 951, 952) worden verder de ‘restdiagnosegroepen type II’ genoemd.]

[(32) 1.3. Affinement des groupes de diagnostics

[(32) 1.3. Verfijning van de diagnosegroepen

L’APR-DRG 861 ‘Signes, symptômes et autres facteurs influençant l’état de santé’ est en outre scindé en APR-DRG 861.1 et APRDRG 861.2 dont le dernier reprend les séjours polysomnographiques (avec un nombre de jours facturés plus petit ou égal à 3 pour lesquels au moins un code nomenclature INAMI ‘474563’ a été enregistré).

De APR-DRG 861 ‘Tekens, symptomen en andere factoren met invloed op de gezondheidstoestand’ wordt bovendien gesplitst in APR-DRG 861.1 en APR-DRG 861.2 waarbij de laatste de polysomnografieën verblijven (met een aantal gefactureerde dagen kleiner dan of gelijk aan drie en waarvoor minstens één RIZIV nomenclatuurcode ‘474563’ werd geregistreerd) bevat.

L’APR-DRG 137 ‘Inflammations et infections majeures du système respiratoire’ est scindé en 2 sous-groupes d’APR-DRG (137.1 et 137.2) selon la présence ou non d’un code de tuberculose en diagnostic principal (010.x primary tuberculous infection, 011.x pulmonary tuberculosis, 012.x other respiratory tuberculosis). L’APR-DRG 173 ‘Autres procédures vasculaires’ est scindé en 2 sous-groupes d’APR-DRG (173.1 et 173.2) selon la présence unique ou non de la procédure déterminante 3950 (angioplastie ou athérectomie de vaisseau non coronaire).

De APR-DRG 137 ‘Majeure respiratoire infecties en inflammaties’ wordt opgesplitst in 2 subgroepen (137.1 en 137.2) al naar gelang de verblijven een code voor tuberculose hebben in hoofddiagnose (0.10x primary tuberculous infection, 0.11x pulmonary tuberculosis, 012.x other respiratory tuberculosis) of niet. De APR-DRG 173 ‘Andere vasculaire procedures’ wordt opgesplitst in 2 subgroepen (173.1 en 173.2) al naargelang de aanwezigheid of niet van de bepalende procedure 3950 (nietcoronaire angioplastie of atherectomie van bloedvaten).

En ce qui concerne les patients pour lesquels un enregistrement RHM par spécialité est effectué au cours d’un même séjour à l’hôpital, on choisit un diagnostic principal unique pour toute la durée du séjour hospitalier, conformément à la technique décrite au point 1.4.]

Voor de patiënten waarvoor tijdens eenzelfde ziekenhuisverblijf de MZG per specialisme wordt geregistreerd, kiest men een enkele hoofddiagnose voor de hele duur van het ziekenhuisverblijf, overeenkomstig de in punt 1.4 beschreven techniek.]

1.4. Concaténation

1.4. Concatenatie

Le diagnostic principal est le diagnostic principal de la première spécialité à moins que celle-ci ne soit la spécialité psychiatrique.

De hoofddiagnose is de hoofddiagnose van het eerste specialisme tenzij dit het psychiatrisch specialisme is.

1.5. Constitution des sous-groupes d’APR-DRG

1.5. Bepaling van de APR-DRG subgroepen

Les séjours enregistrés dans le cadre du RHM sont répartis dans des groupes, appelés APR-DRG's au moyen de la technique décrite au point 1.2 et 1.3. Chacun de ces groupes est ensuite scindé en 4 niveaux de sévérité, tel que décrit au point 1.2. Les niveaux de sévérité sont ensuite scindés en quatre sous-groupes d’âge :

De verblijven zoals geregistreerd in de MZG-registratie worden ondergebracht in groepen, APR-DRG’s genoemd, op basis van de techniek beschreven in punt 1.2 en 1.3. Elk van die groepen wordt vervolgens opgesplitst in 4 niveau’s van severity of illness zoals beschreven in punt 1.2. Vervolgens worden de severity of illness niveau’s opgesplitst in vier leeftijdscategorieën:

1) G les patients Gfin Pour appartenir à ce groupe, les patients doivent satisfaire à trois conditions:

1) G Gfin-patiënten Om tot deze groep te behoren, dient de patiënt aan drie voorwaarden te voldoen:

5

a)

avoir été hospitalisés pendant 10 jours au moins dans un lit d’index G; b) l'âge moyen des patients qui ont séjourné dans un index de lit G de l'hôpital est d'au moins 75 ans ou l’âge du patient est d’au moins 75 ans c) et avoir une durée de séjour à l’hôpital qui excède de 30% au moins la durée de séjour moyenne standard des patients inliers de 75 ans et plus présentant la même pathologie et la même gravité clinique mais n'ayant pas séjourné ou ayant séjourné moins de 10 jours dans un index de lit G. 2) L les patients de moins de 75 ans (hormis les patients Gfin) avec niveau de sévérité 1 ou 2; 3) H les patients de 75 ans ou plus (hormis les patients Gfin) avec niveau de sévérité 1 ou 2; 4) A Niveau de sévérité 3 ou 4 (hormis les patients Gfin).

minimaal 10 dagen in een G bedindex verbleven hebben; b) de gemiddelde leeftijd van de patiënten die verblijven in een G bedindex van het ziekenhuis 75 jaar of ouder bedraagt of de patiënt is minstens 75 jaar c) en minstens 30 % langer in het ziekenhuis verbleven hebben dan de gemiddelde standaardligduur van de inlier patiënten van 75 jaar of ouder met een zelfde pathologie en een zelfde klinische ernst die niet of minder dan 10 dagen in een G bedindex verbleven hebben. 2) L patiënten onder 75 jaar (uitgezonderd Gfin-patiënten) met graad van ernst 1 of 2 3) H patiënten van 75 jaar en ouder (uitgezonderd Gfin-patiënten) met graad van ernst 1 of 2 4) A Graad van ernst 3 of 4 (uitgezonderd Gfin-patiënten).

Ci-après, on nommera sous-groupe d’APR-DRG : le croisement APR-DRG, niveau de sévérité et classe d’âge.

Hieronder wordt de kruising APR-DRG, severitygraad en leeftijdscategorie als APR-DRG-subgroep aangeduid.

[(32) 1.6. Nombre de systèmes atteints

[(32) 1.6. Aantal aangetaste systemen

Pour le calcul du nombre de systèmes atteints, le système du diagnostic principal est considéré comme étant le premier système atteint et on y ajoute le nombre de systèmes (différents de celui du diagnostic principal) des complications ou comorbidités mentionnées, tels que décrits dans le '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' dans la version connue au moment du calcul.]

Voor de berekening van het aantal aangetaste systemen wordt het systeem van de hoofddiagnose beschouwd als het eerste aangetaste systeem en wordt het aantal systemen (verschillend van dat van de hoofddiagnose) van de vermelde complicaties of comorbiditeiten hieraan toegevoegd, zoals beschreven in '3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual' versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is.]

2. CALCUL DES DUREES DE SEJOUR MOYENNES STANDARDS

2. BEREKENING STANDAARDLIGDUREN

2.1. Objectif

2.1. Doelstelling

L’objectif est de calculer une durée de séjour moyenne standard par APR-DRG, niveau de sévérité et groupe d’âge.

Het doel bestaat erin om een gemiddelde standaardligduur per APR-DRG, severity of illness en leeftijdscategorie te berekenen.

[(32) 2.2. Champ d’application

[(32) 2.2. Toepassingsgebied

Les durées facturées totales par séjour des trois derniers exercices connus d’enregistrement RHM serviront de base pour le calcul des durées de séjour moyenne standard.

De totale gefactureerde ligduren per verblijf van de laatste drie gekende dienstjaren van de MZG-registratie dienen als basis voor de berekening van de gemiddelde standaardligduren.

On tient compte de tous les séjours classiques (H) des patients admis dans des hôpitaux aigus à l'exception:

Er wordt rekening gehouden met alle klassieke verblijven (H) in acute ziekenhuizen uitgezonderd:

1) 2) 3) 4)

5) 6)

des patients ayant séjourné au moins une journée de leur séjour dans un service Sp, A ou K ; des nouveau-nés (0-7 jours) ayant séjournés exclusivement dans les index de lits M et N* ; des séjours qui sont considérés comme séjours classiques inappropriés (voir point 4.2.2.) ; des séjours des grands brûlés : séjours des hôpitaux avec des unités des grands brûlés pour lesquels MDC=22, soit l’APR-DRG=004 ou 005 et les 3 premiers chiffres du diagnostic principal sont égaux à 940, 941, 942, 943, 944, 945, 946, 947, 948 ou 949 ; des patients qui séjournent un jour dans l'hôpital et qui sont transférés vers un autre hôpital ; des séjours de l’APR-DRG 693 ‘chimiothérapie’ dont la date de sortie moins la date d’admission est égale à 1 jour ;

a)

VAN

GEMIDDELDE

1) patiënten die minstens één dag van hun verblijf op een Sp-, A-

of K-dienst verbleven hebben; 2) pasgeborenen (0-7 dagen) met een exclusief verblijf in M en

N* bedindexen; 3) verblijven die als “oneigenlijk” klassieke verblijven worden

beschouwd (zie punt 4.2.2.); 4) de zware brandwonden verblijven:

verblijven van ziekenhuizen met behandelings-eenheden voor zware brandwonden waarvoor MDC=22 of de APRDRG=004 of 005 en de eerste 3 cijfers van de hoofddiagnose gelijk aan 940, 941, 942, 943, 944, 945, 946, 947, 948 of 949; 5) de patiënten die na één dag in het ziekenhuis naar een ander ziekenhuis worden overgebracht; 6) verblijven van de APR-DRG 693 ‘chemotherapie’ waarvoor de ontslagdatum min de opnamedatum gelijk is aan 1 dag;

6

7)

des séjours appartenant aux APR-DRG's 950, 951, 952, 955 et 956 ; 8) des séjours dont le patient est décédé endéans les 3 jours ; 9) des séjours fautifs soit les séjours pour lesquels la durée de séjour est non valable (négative, pas en concordance avec le jour, le mois et l'année d'admission et de sortie ou non mentionnée, non concordance entre la durée de séjour calculée, la durée de séjour facturée et la somme des durées par index de lit), l'âge est non valable (pas entre 0 et 120 ans). On appelle les séjours restants des séjours purs.]

7) de verblijven die behoren tot APR-DRG’s 950, 951, 952 en

955 en 956; 8) de verblijven waarbij de patiënt binnen 3 dagen overleden is; 9) de foutieve verblijven, met name de verblijven met een

ongeldige verblijfsduur (negatief, niet in overeenstemming met de dag, maand en jaar van opname en ontslag of niet ingevuld, incoherentie tussen de berekende verblijfsduur, de gefactureerde verblijfsduur en de som van de verblijfsduren per bedindex), ongeldige leeftijd (niet tussen 0 en 120 jaar). De overblijvende verblijven worden pure verblijven genoemd.]

2.3. Outliers

2.3. Outliers

Les séjours purs sont considérés comme outliers petits (catégorie=2) s'ils concernent des patients qui ont une durée de séjour facturée plus petite ou égale à la limite inférieure de son sous-groupe d’APR-DRG pour lequel sa limite inférieure est égale à la valeur arrondie de EXP [lnQ1 - 2x (lnQ3-lnQ1)]. Dans chaque cas, la limite inférieure correspond avec une valeur qui, au minimum, se situe 3 jours en dessous de la durée de séjour moyenne standard ; En outre, cette limite inférieure doit représenter au moins 10% de la durée de séjour moyenne standard du sous-groupe d’APR-DRG concerné si cette durée est au moins égale ou supérieure à 10 jours. Les séjours outliers petits de l’APR-DRG 560 « accouchement par voie vaginale » avec retour de la mère à domicile sont classés à part comme catégorie 2b. Les outliers petits ne sont pas pris en compte pour les calculs des moyennes.

Pure verblijven worden als kleine outliers (categorie=2) beschouwd als die patiënten betreffen met een gefactureerde ligduur die gelijk is aan of korter is dan de benedengrens van zijn APR-DRG-subgroep, waarvoor de benedengrens gelijk is aan de afgeronde waarde van EXP [lnQ1 – 2x (lnQ3-lnQ1)]. In elk geval stemt de benedengrens overeen met een waarde die tenminste drie dagen lager ligt dan de gemiddelde standaardligduur; Die benedengrens moet bovendien minstens 10 % van de gemiddelde standaardligduur van de beschouwde APR-DRGsubgroep vertegenwoordigen, indien die duur minstens gelijk is aan of langer is dan 10 dagen. De kleine outlierverblijven met APR-DRG 560 “vaginale bevalling” waarbij de moeder naar huis terugkeert, worden apart aangeduid namelijk als categorie 2b. Met de kleine outliers wordt er bij de berekening van de gemiddelden geen rekening gehouden.

Deux types d'outliers grands sont définis: les outliers type 1 et type 2. Les outliers type 2 (catégorie=4) sont les séjours purs qui, à l'intérieur de leur sous-groupe d’APR-DRG, dépassent la valeur arrondie de la limite suivante: Q3 + 2 x (Q3-Q1), mais se situent sous la limite inférieure des outliers type 1. La limite supérieure des outliers type 2 se situe au moins 8 jours plus haut que la durée de séjour moyenne standard du sous-groupe d’APR-DRG. Les outliers type 2 reçoivent une durée de séjour limitée qui est égale à leur limite supérieure. On tient compte des durées limitées des outliers type 2 pour le calcul des durées moyennes de séjour par sous-groupe d’APRDRG. Les outliers type 1 (catégorie=3) sont les séjours purs qui, à l'intérieur de leur sous-groupe d’APR-DRG, dépassent la valeur arrondie de la limite supérieure suivante: Q3 + 4 x (Q3-Q1) qui au minimum est égal à la limite supérieure des outliers type 2. Ces outliers type 1 ne sont pas pris en compte pour le calcul des durées moyennes de séjour par sous-groupe d’APR-DRG.

Er worden twee soorten grote outliers gedefinieerd: de outliers type 1 en type 2. De outliers type 2 (categorie=4) zijn de pure verblijven die binnen hun APR-DRG-subgroep de volgende afgeronde bovengrens overschrijden: Q3 + 2 x (Q3-Q1), maar die onder de bovengrens van de outliers type 1 liggen. De bovengrens van de outliers type 2 ligt minstens 8 dagen hoger dan de gemiddelde standaardligduur van de APR-DRG-subgroep. Aan de outliers type 2 wordt een begrensde ligduur toegekend die gelijk is aan hun bovengrens. Met de begrensde ligduur van outliers type 2 wordt rekening gehouden bij de berekening van de gemiddelde ligduren per APRDRG-subgroep. De outliers type 1 (categorie=3) zijn de pure verblijven die binnen hun APR-DRG-subgroep de volgende afgeronde bovengrens overschrijden: Q3 + 4 x (Q3-Q1) en die minstens gelijk moet zijn aan de bovengrens van de outliers van type 2. Met die outliers type 1 wordt bij de berekening van de gemiddelde ligduren per APR-DRG-subgroep geen rekening gehouden.

Les limites inférieure et supérieure sont calculées au niveau national, où : Q1 = la durée de séjour correspondant au seuil en delà duquel se situe la durée de séjour de 25 % des séjours du sous-groupe d’APRDRG et où Q3 =la durée de séjour correspondant au seuil au delà duquel se situe la durée de séjour de 25 % des séjours du sousgroupe d’APR-DRG.

De boven- en benedengrenzen worden op nationaal niveau berekend, waarbij: Q1 = de ligduur die overeenstemt met de drempel waaronder de ligduur van 25 % van de verblijven van de APR-DRG-subgroep gelegen is en Q3 = de ligduur die overeenstemt met de drempel waarboven de ligduur van 25 % van de verblijven van de APRDRG-subgroep gelegen is.

Les séjours purs n’étant pas outliers (catégories 2, 2b, 3 et 4) sont appelés des séjours normaux (catégorie=1).

De pure verblijven die geen outliers (categorieën 2, 2b, 3 en 4) zijn, worden normale verblijven (categorie=1) genoemd.

[(32) 2.4. Calcul de la durée de séjour moyenne standard par sousgroupe d’APR-DRG

[(32) 2.4 Berekening van een gemiddelde standaardligduur per APR-DRG-subgroep

7

On calcule par sous-groupe d’APR-DRG (cf. point 1.5) une durée de séjour moyenne standard, en abrégé ‘NGL’. Cette NGL est calculée par sous-groupe d’APR-DRG en divisant la somme des journées facturées des séjours normaux (catégorie = 1) et des durées limitées des outliers type 2 (catégorie = 4) par leur nombre de séjours.

Per APR-DRG-subgroep (cf. punt 1.5) wordt een gemiddelde standaardligduur berekend, hierna afgekort ‘NGL’. Deze NGL wordt per APR-DRG-subgroep berekend door de deling van de som van de gefactureerde dagen (categorie = 1) van de normale verblijven met de begrensde ligduren van de outliers van type 2 (categorie = 4) door hun aantal verblijven.

Les sous-groupes d’APR-DRG auxquels on n’attribue pas une durée de séjour moyenne sont : 0a) les sous-groupes de l’APR-DRG 003 ‘Transplantation de moelle osseuse’; 0b) les sous-groupe d’APR-DRG 004 ‘Ecmo ou trachéostomie avec ventilation mécanique de longue durée et procédure extensive’; 0c) les sous-groupes de l’APR-DRG 005 « Trachéostomie avec ventilation mécanique de longue durée sans intervention extensive »; 0d) les sous-groupes d’APR-DRG, composés au niveau national, de moins de 30 séjours après l’application des critères mentionnés ci-dessus; 0e) les sous-groupes de niveau de sévérité extrême si ce niveau représente moins de 20 % des séjours de l’APR-DRG.]

De APR-DRG-subgroepen waaraan geen gemiddelde ligduur wordt toegekend zijn: 0a) de subgroepen van APR-DRG 003 ‘Beenmergtransplantatie’; 0b) de subgroepen van APR-DRG 004 ‘Ecmo of tracheostomie met langdurige mechanisme ventilatie met extensieve procedure’; 0c) de subgroepen van APR-DRG 005 ‘Tracheostomie met langdurige mecanische ventilatie zonder extensieve procedure’; 0d) de subgroepen van APR-DRG waarin er nationaal minder dan 30 verblijven overblijven na toepassing van bovenvermelde criteria; 0e) de subgroepen van het extreme niveau van klinische ernst indien dit niveau minder dan 20 % van de APR-DRGverblijven vertegenwoordigt.]

2.5. La durée de séjour moyenne observée dans l’hôpital

2.5. De waargenomen gemiddelde ligduur in het ziekenhuis

La durée de séjour moyenne observée dans l’hôpital est calculée comme étant la durée de séjour moyenne des séjours normaux et des outliers grands de type 2 (durée facturée pour catégorie 1 et durée limitée pour catégorie 4) de la dernière année disponible de données RHM.

De waargenomen gemiddelde ligduur in het ziekenhuis wordt berekend als de gemiddelde ligduur (begrensde ligduur voor categorie 4 en gefactureerde ligduur voor categorie 1) van zijn normale en grote outlier type 2 verblijven uit het meest recent beschikbare MZG registratiejaar.

[(32) 2.6. Séjours des patients qui sont restés la moitié ou moins de la moitié de leur durée de séjour dans un service A, K ou Sp

[(32) 2.6. Verblijven van patiënten die maximaal de helft van hun verblijf in een A-, K-, of Sp-dienst hebben doorgebracht

On répartit les séjours des patients qui sont restés la moitié ou moins de la moitié de leur durée de séjour dans un service A, K ou Sp selon les catégories (0a, 0b, 0c, 0d, 0e, 1, 2, 2b, 3, 4) du sousgroupe d’APR-DRG auquel ils font partie. Les séjours avec un sous-groupe d’APR-DRG qui est différent de ceux résultant du calcul des durées de séjour moyennes standards (basé sur les séjours purs) sont classés dans la catégorie 0f.]

Men verdeelt de verblijven van patiënten die maximaal de helft van hun verblijf in een A-, K-, of Sp-dienst hebben doorgebracht volgens de categorieën (0a, 0b, 0c, 0d, 0e, 1, 2, 2b, 3, 4) van de APR-DRG subgroep waartoe deze behoort. Verblijven met een APR-DRG subgroep verschillend van deze die volgen uit de berekening van de gemiddelde standaardligduren (op basis van de pure verblijven) worden geklasseerd in categorie 0f.]

3. CALCUL D’UN NOMBRE DE LITS JUSTIFIES PAR HOPITAL POUR LES SEJOURS CLASSIQUES (H) ET DE LONGUE DUREE (F, M, L) DES HOPITAUX AIGUS

3. BEREKENING VAN EEN AANTAL VERANTWOORDE DAGEN PER ZIEKENHUIS VOOR DE KLASSIEKE (H) EN LANGDURIGE VERBLIJVEN (F, M, L) VAN ACUTE ZIEKENHUIZEN

[(32) 3.1. Séjours exclus du calcul

[(32) 3.1. Verblijven die niet deelnemen aan de berekening

1) les nouveau-nés (0-7 jours) ayant séjournés exclusivement dans les index de lits M et N* ; 2) les séjours qui sont considérés comme séjours classiques inappropriés (cf. point 4.2.2.) ; 3) les séjours des grands brûlés : séjours des hôpitaux avec des unités des grands brûlés pour lesquels soit le MDC=22, soit l’APR-DRG=004 ou 005 et les 3 premiers chiffres du diagnostic principal sont égaux à 940, 941, 942, 943, 944, 945, 946, 947, 948 ou 949 ; 4) les séjours sans facturation en index de lits (cf. point 3.3) pour

1) pasgeborenen (0-7 dagen) met een exclusief verblijf in M en N* bedindexen; 2) verblijven die als “oneigenlijk” klassieke verblijven worden beschouwd (cf. onderdeel 4.2.2.); 3) de zware brandwonden verblijven: verblijven van ziekenhuizen met behandelings-eenheden voor zware brandwonden waarvoor MDC=22 of de APRDRG=004 of 005 en de eerste 3 cijfers van de hoofddiagnose gelijk aan 940, 941, 942, 943, 944, 945, 946, 947, 948 of 949; 4) de verblijven zonder facturatie in de bedindexen (cf. onderdeel

8

lesquels un nombre de lits justifiés est calculé.]

3.3) waarvoor een aantal verantwoorde bedden wordt berekend.]

3.2. Déplacements de la durée de séjour facturée

3.2. Verschuivingen van de gefactureerde ligduur

La durée de séjour facturée d’un patient séjournant en index de lit M, dans un hôpital sans service M agréé ou pour une raison autre que l’accouchement (hors MDC 14), sera attribuée aux index de lits CD, tandis que la durée de séjour facturée en index de lit financé (cf. point 3.3) pour une raison liée à l’accouchement (MDC 14) sera attribuée au index de lit M pour autant que l’hôpital ait un service M agréé.

De gefactureerde ligduur van een patiënt die verblijft in een M bedindex van een ziekenhuis dat niet over een erkende M-dienst beschikt of voor een andere reden dan bevalling (buiten MDC 14) zal aan de CD-bedindexen worden toegekend, terwijl de gefactureerde ligduur in een gefinancierde bedindex (cf. onderdeel 3.3) van een verblijf in een ziekenhuis met erkende M bedden die is opgenomen voor een reden die verband houdt met de bevalling (MDC 14), aan een M bedindex zal worden toegekend.

3.3. Index de lits pour lesquels un nombre de lits justifiés est calculé

3.3. Bedindexen waarvoor een aantal verantwoorde bedden wordt berekend

L’objectif est de calculer un nombre de lits justifiés pour les index de lits (financés) ci-après :

Het doel bestaat erin voor de hierna vermelde (gefinancierde) bedindexen een aantal verantwoorde bedden te berekenen: CD: C, D, I, L E: E G: G M: M NI : NI

CD: E: G: M: NI :

C, D, I, L E G M NI

On détermine, par séjour dans les index de lits repris ci-dessus, les rapports entre les durées de séjours facturés et le total de la durée de séjour.

Per verblijf worden de verhoudingen van de gefactureerde verblijfsduren in bovenstaande bedindexen op het totaal van de verblijfsduren berekend.

En ce qui concerne les lits A, K, Sp, Z et BR on ne calculera pas de lits justifiés. Les lits agréés seront assimilés aux activités justifiées.

Wat de A-, K-,Sp-, Z en BR-bedden betreft, zullen geen verantwoorde bedden worden berekend. De erkende bedden zullen worden geassimileerd met de verantwoorde activiteiten.

3.4. Détermination de la valeur financière

3.4 Bepaling van de financiële waarde

A. Pour les séjours normaux (catégorie 1): la valeur financière est la durée de séjour moyenne standard du sous-groupe d’APR-DRG dont il fait partie.

A. Voor de normale verblijven (categorie 1): de financiële waarde is de gemiddelde standaardligduur van de APR-DRG-subgroep waartoe hij behoort.

[(32) B. Pour les séjours - des APR-DRG’s résiduels type I (955 et 956, catégorie 6a) si la durée facturée est inférieure ou égale à la durée de séjour moyenne observée de l’hôpital moins 2 jours, - classés dans les APR-DRG’s résiduels type II (950, 951, et 952, catégorie 6b), - compris dans les sous-groupes d’APR-DRG auxquels aucune durée de séjour moyenne n’est attribuée (catégories 0a, 0b, 0c, 0d, 0e et 0f), - des patients qui séjournent un jour dans l'hôpital et qui sont transférés vers un autre hôpital (catégorie 2t), - des séjours de l’APR-DRG 693 chimiothérapie dont la date de sortie moins la date d’admission est égale à 1 jour (catégorie 2c), - des outliers petits (catégorie 2), - des outliers grands de type 1 (catégorie 3), - de longue durée (categorie 5), - pour lesquels les patients sont restés plus de la moitié de leur durée de séjour dans un service A, K ou Sp (catégorie 7), - dont le patient est décédé endéans les 3 jours (catégorie 8), la valeur financière est égale à la durée de séjour facturée.]

[(32) B. Voor de verblijven - ingedeeld bij de rest-APR-DRG’s type I (955 en 956, categorie 6a) als de gefactureerde ligduur lager is dan de waargenomen gemiddelde ligduur van het ziekenhuis verminderd met twee dagen, - ingedeeld bij de APR-DRG-restgroep type II (950, 951 en 952, categorie 6b), - van de APR-DRG-subgroepen waaraan geen gemiddelde ligduur werd toegekend (categorieën 0a, 0b, 0c, 0d, 0e en 0f), - van patiënten die na een verblijf van één dag naar een ander ziekenhuis worden overgebracht (categorie 2t), - van de APR-DRG 693 chemotherapie waarvoor de ontslagdatum min de opnamedatum gelijk is aan 1 dag (categorie 2c), - van de kleine outliers (categorie 2), - van de grote outliers van type 1 (categorie 3), - van lange duur (categorie 5), - waarbij de patiënten meer dan de helft van hun verblijf in een A-, K- of Sp-dienst hebben doorgebracht (categorie 7), - waarbij de patiënt binnen 3 dagen is overleden (categorie 8), de financiële waarde is gelijk aan de gefactureerde ligduur.]

9

C. Pour les séjours outliers petits de l’APR-DRG 560 « accouchement par voie vaginale » avec retour de la mère à domicile (catégorie 2b), la valeur financière est égale à la limite inférieure de l’APR-DRG sous-groupe.

C. Voor de kleine outlierverblijven van APR-DRG 560 “vaginale bevalling” waarbij de moeder naar huis terugkeert (categorie 2b), wordt de financiële waarde gelijkgesteld aan de benedengrens van de APR-DRG-subgroep.

D. Pour les séjours outliers grands de type 2 (catégorie 4, remis à la limite): la valeur financière est la somme de la durée de séjour moyenne standard du sous-groupe d’APR-DRG et de la différence entre la durée facturée et la borne d’outliers de type 2.

D. Voor de verblijven grote outliers type 2 (categorie 4, teruggebracht tot de bovengrens): de financiële waarde is de som van de gemiddelde standaardligduur van de APR-DRG-subgroep en het verschil tussen de gefactureerde duur en de grens van type 2 outliers.

E. Pour les séjours classés dans les APR-DRG’s résiduels type I (955 et 956): dont la durée de séjour facturée est supérieure à la durée de séjour moyenne observée dans l’hôpital moins 2 jours. La valeur financière sera remise à la durée de séjour moyenne observée de l’hôpital moins 2 jours.

E. Voor de verblijven ingedeeld bij de rest-APR-DRG’s type I (955 en 956.) waarvan de ligduur hoger is dan de waargenomen gemiddelde ligduur van het ziekenhuis verminderd met twee dagen. De financiële waarde wordt teruggebracht tot de waargenomen gemiddelde ligduur van het ziekenhuis verminderd met twee dagen.

F. Pour les séjours fautifs (catégorie 9): la valeur financière est la durée de séjour moyenne observée dans l’hôpital. On répartira la valeur financière au prorata (=selon les rapports) de la durée de séjour facturée dans les index de lits, sauf pour les séjours fautifs où l’on attribuera l’entièreté de la valeur financière à l’index CD.

F. Voor de foutieve verblijven (categorie 9): de financiële waarde is de waargenomen gemiddelde ligduur in het ziekenhuis. De financiële waarde wordt verdeeld pro rata (=volgens de verhoudingen van) de gefactureerde ligduur in de bedindexen, behalve voor de foutieve verblijven (categorie 9) waarvoor deze volledig aan bedindex CD wordt toegekend.

3.5. La durée de séjour justifiée par séjour

3.5. Een verantwoorde ligduur per verblijf

A partir des résultats des points 3.3 et 3.4, une durée de séjour justifiée est calculée par séjour.

A. h. v. de resultaten uit de vorige onderdelen (3.3 en 3.4) wordt een verantwoord aantal ligdagen per verblijf berekend.

a. Séjours de longue durée La durée de séjour justifiée des séjours de longue durée est égale à la somme des durées facturées des index de lits financés de l’année pour les séjours M et L depuis le début du séjour pour les séjours F

a. Langdurige verblijven De verantwoorde ligduur per verblijf is de som van de gefactureerde ligduren van de gefinancierde bedindexen van het jaar voor de M en L verblijven sinds het begin van het verblijf voor F

b. MDC=14 Les séjours des hôpitaux qui possèdent des lits M agréés et dont MDC=14 reçoivent une durée de séjour justifiée égale à leur valeur financière fois le rapport en index de lit M (attribué à l’index de lit M).

b. MDC=14 Verblijven van ziekenhuizen met erkende M bedden waarbij MDC=14 krijgen hun financiële waarde maal de verhouding in bedindex M als verantwoorde verblijfsduur (toegekend aan bedindex M)

c. G potentiel Pour qu’un séjour soit considéré comme potentiellement G : le patient doit avoir au minimum 70 ans ; le patient doit avoir au minimum 2 systèmes atteints ; le séjour doit avoir une durée de séjour facturée totale supérieure à la moyenne Gfin*0,5 ; la catégorie d’âge est différente de G ; le nombre de jours facturés en index G est égal à 0 ; le patient ne fait pas partie de la catégorie 9 (les séjours fautifs).

c. G potentieel Een verblijf wordt aangeduid als een potentieel G verblijf indien: de patiënt minimum 70 jaar is; de patiënt minimum 2 aangetaste systemen heeft; het verblijf een totale ligduur heeft die hoger is dan het gemiddelde Gfin*0,5; de leeftijdscategorie verschillend is van G; het aantal gefactureerde dagen in G gelijk is aan 0; de patient behoort niet tot categorie 9 (de foutieve verblijven).

La durée de séjour justifiée est calculée de la façon suivante: Groupe CD G d’âge

Zijn verantwoorde ligduur wordt berekend als: Leeftijdsgroep

CD

G

70-74

0,55 x vf x rapport

0,45 x vf x rapportCD

70-74

0,55 x fw x verh

0,45 x fw x verhCD

75-79

0,35 x vf x rapport


75-79

0,35 x fw x verh

0,65 x fw x verhCD

80-84

0,25 x vf x rapport


80-84

0,25 x fw x verh

0,75 x fw x verhCD

0,10 x vf x rapport 85+ vf : valeur financière


85+

0,10 x fw x verh

0,90 x fw x verhCD

fw: financiële waarde, verh: verhouding

10

d. G réel Afin d’être considéré comme G réel: le patient doit avoir au minimum 70 ans le patient doit avoir au minimum 2 systèmes atteints le séjour doit avoir une durée de séjour totale facturée supérieure à la moyenne Gfin*0,5 la catégorie d’âge est différente de G le nombre de jours facturés en index G dépasse 0 le patient ne fait pas partie de la catégorie 9 (les séjours fautifs) La durée de séjour justifiée est calculée de la façon suivante : Groupe d’âge CD G 70-74

0,55 x vf x rapport

vf x [0,45 x rapportCD + rapportG]

75-79

0,35 x vf x rapport


0,25 x vf x rapport

0,10 x vf x rapport vf : valeur financière

80-84 85+

d. G reëel Een verblijf wordt aangeduid als een reëel G verblijf indien: de patiënt minimum 70 jaar is de patiënt minimum 2 aangetaste systemen heeft het verbljif een totale ligduur heeft die hoger is dan het gemiddelde Gfin*0,5 de leeftijdscategorie verschillend is van G het aantal gefactureerde dagen in G groter is dan 0 de patient behoort niet tot categorie 9 (de foutieve verblijven) Zijn verantwoorde ligduur wordt berekend als: Leeftijds-groep

CD

G

70-74

0,55 x fw x verh

fw x [0,45 x verhCD + verhG]

75-79


0,35 x fw x verh


80-84


0,25 x fw x verh


85+

0,10 x fw x verh


e. Autre La durée de séjour justifiée est calculée de la façon suivante : Autres: vf x rapport

fw: financiële waarde, verh: verhouding e. Overige De verantwoorde ligduur wordt berekend als: Overigen: fw x verhouding

3.6. Les lits justifiés par hôpital

3.6 Verantwoorde bedden per ziekenhuis

3.6.1. Taux d’occupation normatifs

3.6.1. Normatieve bezettingsgraden

Par index de lit (ou groupe d’index de lits), le nombre de journées justifiées est divisé par le taux d’occupation normatif du service multiplié par 365 pour obtenir un nombre de lits.

Per bedindex (of groep van bedindexen) wordt het aantal verantwoorde ligdagen gedeeld door de normatieve bezettingsgraad van de dienst vermenigvuldigd met 365 om een aantal bedden te verkrijgen.

Les taux d’occupation normatifs sont : - pour les index de lits E et M : 70 % ; - pour les index de lits CD: 80 % ; - pour les index de lits G : 90 %. - pour les index de lits NI : 75 %.

De normatieve bezettingsgraden zijn: - voor de E- en M-bedindexen: 70 % ; - voor de CD bedindexen: 80 % ; - voor de G bedindexen: 90 %. - voor de NI bedindexen: 75 %.

3.6.2. Limitation des jours G des patients GR et GP à 6 lits

3.6.2. Beperking van de G dagen van de GR en GP patiënten tot 6 bedden

Pour les patients GR et GP, un nombre de lits G sera attribué, à concurrence maximum d’1/4 de la capacité d’une unité complète de lits G (soit 6 lits). Le surplus (> 6 lits) est déplacé vers l’index de lit CD.

Voor de GR en GP patiënten wordt er een aantal G-bedden toegekend, ten belope van maximum 1/4 van de capaciteit van een complete eenheid G-bedden (namelijk 6 bedden). Het overschot van ligdagen (>6 bedden) wordt verschoven naar bedindex CD.

3.6.3. Exceptions géographiques

3.6.3. Geografische uitzonderingen

Il y a lieu de tenir compte des dérogations géographiques prévus dans l’arrêté royal du 30 janvier 1989.

Er dient rekening gehouden te worden met de geografische afwijkingen voorzien in het Koninklijk Besluit van 30 januari 1989.

3.6.4. Comparaison des sorties

3.6.4. Vergelijking van het aantal ontslagen

Lors du calcul de l’activité justifiée, on se base, par hôpital, sur le nombre de séjours RHM enregistrés pour l’année de référence.

Bij de berekening van de verantwoorde activiteit wordt per ziekenhuis uitgegaan van het aantal geregistreerde MZG-verblijven voor het referentiejaar.

11

L’exhaustivité de l’enregistrement sera vérifiée pour les index de lits concernés (C, CD, D, I, L, E, G, M, MI et NI) sur base de la comparaison entre le nombre de sorties RHM et le nombre de sorties communiqué à l’Administration dans le cadre des statistiques financières. On retiendra le plus petit nombre pour adapter le nombre de journées justifiées en index de lit CD.

De volledigheid van de registratie wordt voor de betrokken bedindexen (C, CD, D, I, L, E, G, M, MI en NI) nagegaan door middel van de vergelijking van het aantal geregistreerde MZGontslagen met het aantal ontslagen opgegeven aan de Administratie in het kader van de financiële statistieken. Het laagste aantal zal worden weerhouden bij de aanpassing van het aantal ligdagen in bedindex CD.

La correction qui doit être effectuée à cet égard se fait à l’aide de la formule suivante.

De correctie die moet worden doorgevoerd, gebeurt aan de hand van de hierna volgende formule.

ALZH nd = [ALZH – {max(nombre de sorties RHM – nombre de sorties FINHOSTA,0)* GLZH}]

ALZH nd = [ALZH – {max(max(aantal MZG-ontslagen –aantal ontslagen FINHOSTA,0)* GLZH}]

Où :

Waarbij :

ALZH nd : nombre de journées d’hospitalisation en index de lit CD pour l’hôpital après correction des données AL ZH: nombre de journées d’hospitalisation en index de lit CD de l’hôpital avant correction des données GLZH : le nombre de journées moyenne d’hospitalisation de l’hôpital avant correction des données

ALZH nd : aantal ligdagen in bedindex CD van het ziekenhuis na datacorrectie AL ZH: aantal ligdagen in bedindex CD van het ziekenhuis vóór de correctie GLZH : het gemiddeld aantal ligdagen van het ziekenhuis vóór de correctie

3.6.5. Comparaison avec les lits agréés

3.6.5. Vergelijking met de erkende bedden

Par hôpital, on calcule 112 % du nombre de lits agréés. L’activité justifiée se situant au-dessus de ce seuil est prise en considération pour 50%. On diminue donc le nombre de lits justifiés de 50% de l’activité se situant au-dessus du seuil de 112%, au prorata du nombre de lits dans les index concernés par le dépassement.

Per ziekenhuis wordt een stijging van 12 % van het aantal erkende bedden berekend. 50% van de activiteit die zich boven deze grens bevindt, wordt pro rata in mindering gebracht van het aantal bedden van de betrokken bedindexen.

4. CALCUL D’UN NOMBRE DE JOURNEES JUSTIFIEES PAR HOPITAL EN HOSPITALISATION DE JOUR CHIRURGICALE

4. BEREKENING VAN EEN AANTAL VERANTWOORDE DAGEN IN CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE PER ZIEKENHUIS

4.1. Sources de données

4.1. Gegevensbronnen

4.1.1. Données de facturation INAMI

4.1.1. Facturatiegegevens R.I.Z.I.V.

Année de référence = dernière année connue

Referentiejaar = laatst gekende jaar

Les données INAMI utilisées lors de la fixation des listes A et B (cf. points 5 et 6) comprennent des informations concernant le lieu du traitement (cabinet du médecin, polyclinique, hospitalisation de jour et hospitalisation classique), la fréquence de l’intervention dans ce lieu et la mesure dans laquelle une intervention en hospitalisation de jour évolue.

De RIZIV-gegevens die gebruikt worden bij de bepaling van de lijsten A en B (cf. onderdelen 5 en 6) bevatten informatie in verband met de behandelingsplaats (artsenkabinet, polikliniek, daghospitalisatie en klassieke hospitalisatie), de frequentie van de ingreep op deze plaatsen en de mate waarin een ingreep in daghospitalisatie evolueert.

4.1.2. Enregistrement RHM

4.1.2. Minimale Ziekengegevens

Années de référence = les trois dernières années connues

Referentiejaren = de drie laatst gekende jaren

Le RHM comprend les informations nécessaires concernant le séjour, en particulier l’âge du patient, l’APR-DRG dont le séjour relève, le degré de gravité, le nombre de systèmes atteints, la mortalité, le code de procédure ICD-9-CM, le(s) code(s) INAMI, le nombre de journées d’hospitalisation, etc. Tant les séjours classiques que les séjours en hospitalisation de jour figurent dans la banque de données. L’utilisation des deux sources de données permet de parvenir à une

De M.Z.G. bevatten de noodzakelijke informatie in verband met het verblijf, meer bepaald de leeftijd van de patiënt, de APR-DRG waaronder het verblijf wordt gebracht, graad van klinische ernst, het aantal aangetaste systemen, de mortaliteit, de procedurecode ICD-9-CM, de RIZIV-code(s), het aantal verblijfsdagen, enzovoort. Zowel de klassieke als daghospitalisatieverblijven zijn in de databank opgenomen. Door het gebruik van beide gegevensbronnen wordt het mogelijk

12

identification de l’activité chirurgicale de jour justifiée (l’hospitalisation chirurgicale de jour ayant réellement eu lieu, d’une part, et l’hospitalisation classique inappropriée, d’autre part).

om tot een identificatie van de verantwoorde heelkundige dagactiviteit (de reëel uitgevoerde heelkundige daghospitalisatie enerzijds en de oneigenlijk klassieke hospitalisatie anderzijds) te komen.

4.2. Fixation de l’activité hospitalière justifiée en hospitalisation chirurgicale de jour (C)

4.2. Bepaling van de verantwoorde ziekenhuisactiviteit in chirurgische daghospitalisatie (C)

4.2.1. Séjours réalisés en hospitalisation (chirurgicale) de jour

4.2.1 Gerealiseerde verblijven in (heelkundige) daghospitalisatie

Pour la fixation de l’activité de jour justifiée, on utilise le RHM de la dernière année connue. Tous les séjours en hospitalisation de jour enregistrés, pour lesquels au moins un code chirurgical de nomenclature INAMI de la liste A (cf. point 5.) a été enregistré, sont retenus comme hospitalisations de jour justifiées.

Bij de bepaling van de verantwoorde gerealiseerde dagactiviteit wordt gebruik gemaakt van de MZG van het laatst gekende registratiejaar. Alle in MZG geregistreerde dagverblijven waarvoor ten minste 1 heelkundige RIZIV-nomenclatuurcode uit de lijst A (cf. onderdeel 5.) werd geregistreerd, worden weerhouden als een verantwoorde gerealiseerde daghospitalisatie.

Si un séjour comprend plusieurs codes de nomenclature INAMI de la liste, ce séjour n’est retenu qu’une fois comme hospitalisation de jour justifiée.

Indien een verblijf meerdere RIZIV-nomenclatuurcodes uit de lijst bevat, dan wordt dit verblijf slechts éénmaal weerhouden als verantwoorde daghospitalisatie.

[(32) 4.2.2. Séjours classiques inappropriés

[(32) 4.2.2. Oneigenlijk klassieke verblijven

Pour la détermination du nombre de séjours hospitaliers classiques inappropriés, on utilise le case-mix enregistré dans le RHM des trois dernières années d’enregistrement connues.

Bij de bepaling van het aantal oneigenlijk klassieke ziekenhuisverblijven wordt gebruik gemaakt van de case-mix geregistreerd in de MZG van de drie laatst gekende registratiejaren.

On définit deux sortes de séjours classiques inappropriés : chirurgicaux et médicaux. Ils ont des critères de base en commun, et répondent également à des conditions spécifiques.

Er zijn 2 soorten oneigenlijke klassieke verblijven namelijk chirurgische en medische. Er zijn een aantal gemeenschappelijke basisvoorwaarden maar ook een aantal specifieke criteria waar zij aan moeten voldoen. 0. gemeenschappelijke basisvoorwaarden: - klassieke (H) verblijven; [(33) - met een APR-DRG uit de lijst met 27 APR-DRG’s;]

0. conditions de base en commun: - séjours classiques (H); - avec un APR-DRG de la liste des 27 APR-DRG ;

-

24 chirurgicaux

3 médicaux

24 chirurgische

3 medische

026, 073, 093, 097, 098, 180, 226, 313, 314, 315, 316, 317, 320, 361, 364, 446, 483, 484, 513, 517, 518, 519, 544, 850

114 115 501

026, 073, 093, 097, 098, 180, 226, 313, 314, 315, 316, 317, 320, 361, 364, 446, 483, 484, 513, 517, 518, 519, 544, 850

114 115 501

il s’agit d’une admission planifiée; la durée de séjour réelle ≤ 3 jours; son niveau de sévérité = 1; il ne s’agit pas d’un patient décédé; le niveau de mortalité = 1; l’âge du patient < 75 ans; pour les séjours de l’APR-DRG 097 ‘Procédures sur amygdales et végétations’, l’âge du patient <14 ans.

1. chirurgical (24 APR-DRG): Un séjour est indiqué comme inapproprié chirurgical si: - les conditions sous 0 sont de vigueur; - l’APR-DRG est égal à un des 24 APR-DRG chirurgicaux; - avec exclusivement des codes ICD operating room sélectionnés selon 2 critères au niveau national: -) un taux de substitution ≥ 33% et calculé sur base des 3 dernières années connues du RHM comme suit : séjours d’hospitalisation de jour / (séjours d’hospitalisation de jour + séjours d’hospitalisation classique); -) et au minimum 90 séjours inappropriés.

het betreft een geplande opname; de reële ligduur ≤ 3 dagen; de graad van ernst = 1; de patiënt is niet overleden; het mortaliteitsniveau = 1; de leeftijd van de patiënt is lager dan 75 jaar; voor de verblijven behorend tot APR-DRG 097 ‘Procedures op tonsillen en adenoiden’, is de leeftijd van de patiënt strikt lager dan 14 jaar. 1. chirurgische (24 APR-DRG’s): Een verblijf wordt aangeduid als chirurgisch oneigenlijk klassiek indien: - de voorwaarden onder 0. gelden; - zijn APR-DRG behoort tot één van de 24 chirurgische APRDRG’s; - met enkel operating room ICD codes geselecteerd volgens 2 nationale criteria: -) een substitutiegraad ≥ 33% en als volgt berekend op basis van de MZG van de 3 laatst gekende jaren : daghospitalisatieverblijven / (daghospitalisatieverblijven + klassieke hospitalisatieverblijven) -) en minstens 90 oneigenlijke verblijven. -

13

2. médical (3 APR-DRG) Un séjour est indiqué comme inapproprié médical si: - les conditions sous 0 sont de vigueur; - pour un séjour contenant un des 3 APR-DRG’s médicaux; - en combinaison avec la facturation d’un des codes nomenclature de la liste B (cf point 6).

2. medische (3 APR-DRG’s) Een verblijf wordt aangeduid als medisch oneigenlijk klassiek indien: - voor een verblijf met één van de 3 medische APR-DRG’s - bovenop de voorwaarden onder 0. Basis - een nomenclatuurcode nummer uit lijst B (cf. onderdeel 6) werd geattesteerd.

Sur la base des codes de nomenclature INAMI de la liste B (cf.point 6), on a retenu tous les séjours qui, au cours de la période de référence (trois dernières années d’enregistrement connues) comprennent au moins un code de la liste. Cette sélection comprenait aussi bien les séjours en hospitalisation classique enregistrés que les séjours en hospitalisation de jour. Le nombre de séjours par APR-DRG a été calculé sur la base de cette sélection. Les APR-DRG sélectionnés pour la détermination des séjours classiques inappropriés sont les suivants : 026 Autres procédures du système nerveux et apparentées

Op basis van de RIZIV-nomenclatuurcodes uit de lijst B (cf. onderdeel 6) werden alle verblijven weerhouden die gedurende de referentieperiode (drie laatst gekende registratiejaren) minstens één code uit de lijst hebben. Op basis van deze selectie, die zowel de geregistreerde klassieke als daghospitalisatie-verblijven bevatte, werd het aantal verblijven per APR-DRG berekend. De volgende APR-DRG werden geselecteerd om de oneigenlijke klassieke verblijven te bepalen :

073 Procédures sur l’œil, excepté l’orbite

026 Andere Procedures op het zenuwstelsel en gerelateerde Procedures 073 Procedures op het oog behalve op de orbita

093 Procédures sur sinus et mastoïde

093 Procedures op sinussen en mastoïd

097 Procédures sur amygdale et végétations

097 Procedures op tonsillen en adenoïden

098 Autres procédures sur oreille, nez, bouche et gorge

098 Andere Procedures op oren, neus, mond en keel

114 Maladies et lésions dentaires et buccales

114 Dentale en orale ziekten en letsels

115 Autres diagnostics d’oreille, nez, bouche, gorge, crane/face 180 Autres procédures sur le système circulatoire

115 Andere diagnoses van oren, neus, mond, keel en schedel/aangezicht 180 Andere Procedures op het circulatoire systeem

226 Procédures sur l’anus

226 Anale Procedures

313 Procédures au niveau du genou et de la partie inférieure de la jambe, excepté le pied 314 Procédures au niveau du pied et des orteils

313 Procedures op de knie en het onderbeen, behalve op de voet

315 Procédures au niveau de l’épaule, du bras et de l’avant-bras

315 Procedures op schouder, bovenarm en voorarm

316 Procédures de la main et du poignet

316 Procedures op hand & pols

317 Procédures au niveau des tendons, muscles et autres tissus mous 320 Autres procédures du système musculo-squelletique et tissu conjonctif 361 Greffe cutanée pour diagnostic de la peau et du tissu souscutané 364 Autres procédures sur la peau, les tissu sous-cutanés et apparentées 446 Procédures urétrales et trans-urétrales

317 Procedures op pees, spier en andere weke weefsels

364 Andere procedures op huid, subcutaan weefsel en gerelateerde procedures 446 Transurethrale en urethrale procedures

483 Procédures sur les testicules et le scrotum

483 Procedures op de testes en het scrotum

484 Autres Procédures sur le système reproducteur masculin et apparentées 501 Diagnostics du système reproducteur masculin, sauf affections malignes 513 Procédures sur utérus/annexes pour affection non maligne, exceptée léiomyome 517 Dilatation et curetage pour diagnostics non-obstétriques

484 Andere procedures op het mannelijk voortplantingsstelsel en gerelateerde procedures 501 Diagnosen van het mannelijk voortplantingsstelsel behalve maligne aandoeningen 513 Procedures op uterus/adnexen voor niet-maligne aandoening behalve leiomyoma 517 Dilatatie en curettage voor niet-verloskundige diagnoses

518 Autres procédures sur le système reproducteur féminin et apparentées 519 Procédures utérus/annexes pour léiomyome

518 Andere procedures op het vrouwelijke voortplantingsstelsel en gerelateerde procedures 519 Procedures op uterus/adnexen voor leiomyoma

544 Dilatation et curetage, curetage par aspiration ou hystérectomie pour diagnostics obstétricaux 850 Procédure avec diagnostic de rééducation, suites de soins ou autre contact avec service de santé.]

544 Dilatatie en curettage of hysterotomie voor verloskundige diagnosen 850 Procedure met diagnose van revalidatie, nazorg of ander contact met gezondheidsdiensten]

314 Procedures op voeten en tenen

320 Andere procedures op musculoskeletaal stelsel en bindweefsel 361 Huident voor huid en subcutaan weefsel diagnosen

14

4.2.3. Détermination du nombre de séjours justifiés hospitalisation chirurgicale de jour par hôpital

en

4.2.3. Bepaling van het aantal verantwoorde verblijven in heelkundige daghospitalisatie per ziekenhuis

Le nombre total des séjours justifiés en hospitalisation chirurgicale de jour par hôpital est obtenu en ajoutant le nombre total d’hospitalisations de jour justifié (cf. point 4.2.1.) au nombre total de séjours hospitaliers classiques inappropriés (cf. point 4.2.2.).

Het totaal aantal verantwoorde verblijven in heelkundige daghospitalisatie wordt per ziekenhuis bekomen door het totaal aantal verantwoorde daghospitalisaties (cf. onderdeel 4.2.1.) te voegen bij het totaal aantal oneigenlijke klassieke ziekenhuisverblijven (cf. onderdeel 4.2.2.).

Chaque séjour justifié en hospitalisation chirurgicale de jour obtient une durée de séjour justifiée de 0,81 jours (= multiplicateur).

Elk verantwoord verblijf in chirurgische daghospitalisatie krijgt een verantwoorde verblijfsduur van 0,81 dagen (= multiplicator) toegemeten.

[(33) 5. CODES INAMI RETENUS POUR L’IDENTIFICATION DE L’HOSPITALISATION DE JOUR REALISEE (LISTE A)

[(33) 5. WEERHOUDEN RIZIV-CODES BIJ DE IDENTIFICATIE VAN DE GEREALISEERDE DAGHOSPITALISATIE (LIJST A)

Nomenclatuurcode / Code de la nomenclature 220231

246595

256513

275553

280571

300311

220275

246610

256653

275656

280674

310354

220290

246632

256815

275671

280711

310376

220312

246654

256830

275693

280755

310391

220334

246676

256852

275715

280792

310413

221152

246772

257390

275752

284911

310575

228152

246831

257434

275811

285235

310715

229176

246912

257876

275833

285390

310774

230613

246934

257891

275855

285670

310796

232013

247575

257994

275951

285692

310811

232035

247590

258090

276275

285972

310855

235174

247612

258112

276334

287431

310951

238114

247634

258156

276356

287453

310973

238173

247656

258171

276371

287475

310995

238195

250176

258635

276452

287490

311312

238210

250191

258650

276474

287512

311334

241091

250213

258731

276496

287534

311452

241150

251274

260315

276511

287696

311835

241312

251311

260470

276555

287711

311990

241872

251370

260676

276636

287755

312314

241916

251650

260691

276776

287792

312410

241931

253153

260735

276931

287814

312432

244193

253234

260794

277034

287836

317214

244311

253256

260853

277093

291992

350512

244436

253551

260875

277152

292014

353253

244473

253573

260890

277211

292633

354056

244495

254752

260912

277233

292795

354351

244554

254774

260934

277270

292810

431056

244635

254796

260956

277476

292854

431071

245534

254811

261214

277616

293016

431513

245571

255172

261236

277631

293274

432191

15

245630

255194

262216

278390

293296

432213

245733

255231

262231

278832

293311

432316

245755

255253

275015

279451

293370

432434

245814

255695

275096

279473

294210

432692

245851

255894

275111

279495

294232

475996

245873

256115

275133

280055

294475

246094

256130

275236

280070

294674

246212

256174

275251

280092

294711

246514

256314

275494

280136

300252

246551

256336

275516

280151

300274

246573

256491

275531

280534

300296

Pour la sélection des codes de nomenclature Inami, on s’est fondé sur la liste nominative des prestations donnant droit à un maxiforfait, un superforfait, un forfait A, B, C ou D, tels que visés dans la convention nationale du 24 janvier 1996 entre les institutions de soins et les organismes assureurs.

Bij de selectie van de RIZIV-nomenclatuurcodes werd uitgegaan van de nominatieve lijst van prestaties welke recht geven op een maxi-, super-, A-, B-, C- of D-forfait, zoals bedoeld in de nationale overeenkomst van 24 januari 1996 tussen de verplegingsinrichtingen en de verzekeringsinstellingen.

Ont été retenues les prestations répondant simultanément à tous les critères de sélection mentionnés ci-après: - il s’agit d’une intervention chirurgicale sanglante, telle que définie dans l’arrêté royal concernant la forfaitarisation de l’antibioprophylaxie en chirurgie et - le nombre de prestations en intra-muros doit représenter au moins 60 % du nombre total de prestations réalisées en ambulatoire où intra-muros = dans un cadre hospitalier, soit en hospitalisation de jour, soit en polyclinique.]

Een prestatie werd weerhouden indien ze gelijktijdig aan alle hiernavermelde criteria voldeed : - het betreft een bloederige heelkundige ingreep, zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit betreffende de forfaitarisering van de antibiotica-profylaxie in de heelkunde en - het aantal intramurale prestaties moet minstens 60 % zijn van het totaal aantal ambulant gerealiseerde prestaties waar intramuraal = in ziekenhuisverband, hetzij in daghospitalisatie hetzij poliklinisch.]

6. CODES INAMI RETENUS EN VUE DE L’IDENTIFICATION DES SEJOURS HOSPITALIERS CLASSIQUES INAPPROPRIES (LISTE B)

6. WEERHOUDEN RIZIV-CODES BIJ DE IDENTIFICATIE VAN DE ONEIGENLIJK KLASSIEKE ZIEKENHUISVERBLIJVEN (LIJST B)

Nomenclatuurcode / Code de la nomenclature 220231 – 220242 220275 – 220286 220290 – 220301 220312 – 220323 220334 – 220345 221152 – 221163 230613 – 230624 232013 – 232024 232035 – 232046 238114 – 238125 238151 – 238162 238173 – 238184

250176 – 250180 250191 – 250202 251274 – 251285 251370 – 251381 253234–253245 *2 253551 – 253562 253573 – 253584 253654 – 253665 254752–254763 *3 254774–254785 *4+*5 254796–254800 *4 254811–254822 *4

260691 – 260702 260735 – 260746 260794 – 260805 260890 – 260901 260912 – 260923 260934 – 260945 260956 – 260960 261214 – 261225 261236 – 261240 262231 – 262242 280055 – 280066 280070 – 280081

286215 – 286226 286230 – 286241 286252 – 286263 286296 – 286300 287350 – 287361 287372 – 287383 287431 – 287442 287453 – 287464 287475 – 287486 287490 – 287501 287512 – 287523 287534 – 287545

293274 – 293285 293311 – 293322 293370 – 293381 294210 – 294221 294232 – 294243 294615 – 294626 294674 – 294685 294711 – 294722 300252 – 300263 300274 – 300285 300296 – 300300 300311 – 300322

238195 – 238206 238210 – 238221 241150 – 241161 244311 – 244322 244436 – 244440 244473 – 244484

255172 – 255183 255194 – 255205 255231 – 255242 255253 – 255264 255695 – 255706 255754 – 255765

280092 – 280103 280136 – 280140 280151 – 280162 280195 – 280206 280534 – 280545 280571 – 280582

287556 – 287560 287571 – 287582 287696 – 287700 287711 – 287722 287755 – 287766 287792 – 287803

300333 – 300344 310354–310365 *3 310376–310380 *4 310391–310402 *4 310413–310424 *4 310575 – 310586

16

244495 – 244506 244576 – 244580

255894 – 255905 256115 – 256126

280674 – 280685 280711 – 280722

287814 – 287825 287836 – 287840

310715 – 310726 310774 – 310785

244591 – 244602 244635 – 244646

256130 – 256141 256174 – 256185

280755 – 280766 280792 – 280803

288094 – 288105 288116 – 288120

310855 – 310866 310951 – 310962

245114 – 245125 245534 – 245545 245571 – 245582 245630 – 245641 245733 – 245744 245755 – 245766 245770 – 245781 245792 – 245803

256314 – 256325 256336 – 256340 256491 – 256502 256513 – 256524 256653 – 256664 256815 – 256826 256830 – 256841 256852 – 256863

284572 – 284583 284911 – 284922 285095 – 285106 285110 – 285121 285235 – 285246 285375 – 285386 285390 – 285401 285434 – 285445

291410 – 291421 291970 – 291981 291992 – 292003 292014 – 292025 292633 – 292644 292736 – 292740 292773 – 292784 292810 – 292821

310973 – 310984 310995 – 311006 311312 – 311323 311334 – 311345 311452 – 311463 311835 – 311846 311990 – 312001 312314–312325 *1

245814 – 245825 245851 – 245862

257390 – 257401 257434 – 257445

285456 – 285460 285471 – 285482

292832 – 292843 292891 – 292902

312410–312421 *1 312432–312443 *1

245873 – 245884 246094 – 246105 246514 – 246525 246551 – 246562

257876 – 257880 258090 – 258101 258112 – 258123 258156 – 258160

285574 – 285585 285670 – 285681 285692 – 285703 285810 – 285821

292935 – 292946 292972 – 292983 292994 – 293005 293016 – 293020

317214 – 317225 353253 – 353264 354056 – 354060 431056 – 431060

246573 – 246584 246595 – 246606 246610 – 246621 246632 – 246643

258171 – 258182 258635–258646 *7 258731–258742 *6 260175 – 260186

285832 – 285843 285935 – 285946 285972 – 285983 285994 – 286005

293053 – 293064 293075 – 293086 293134 – 293145 293156 – 293160

431071 – 431082 432191 – 432202 432213 – 432224 432294 – 432305

246676 – 246680

260315 – 260326

286112 – 286123

293230 – 293241

432316 – 432320

246831 – 246842

260676 – 260680

286134 – 286145

293252 – 293263

432434 – 432445

246853 – 246864

432692 – 432703 1er

Les codes 250132-250143 et 250154-250165 sont supprimés à dater du avril 2003. De codes 250132-250143 en 250154-250165 worden vanaf 1 april 2003 afgeschaft. *1 Ces 3 codes remplacent le 312152-312163 à partir du 1er février 2004. Deze 3 codes vervangen 312152-312163 vanaf 1 februari 2004.

*2 Remplace à partir du 1er octobre 2008 la prestation 253190-253201. Vervangt vanaf 1 oktober 2008 de verstrekking 253190-253201. *3 Ces 2 codes remplacent le 255592-255603 à partir du 1er octobre 2008. Deze 2 codes vervangen 255592-255603 vanaf 1 oktober 2008. *4 Ces 6 codes remplacent le 255614-255625 à partir du 1er octobre 2008. Deze 6 codes vervangen 255614-255625 vanaf 1 oktober 2008. 5

Remplace à partir du 1er octobre 2008 la prestation 255732-255743. Vervangt vanaf 1 oktober 2008 de verstrekking 255732-255743.

*6 Remplace à partir du 1er octobre 2008 la prestation 255916-255920. Vervangt vanaf 1 oktober 2008 de verstrekking 255916-255920. *7 Remplace à partir du 1er octobre 2008 la prestation 258031-258042. Vervangt vanaf 1 oktober 2008 de verstrekking 258031-258042. Les codes 255776-255780, 255975-255986, 256550-256561 et 227076-227080 sont supprimés à dater du 1er octobre 2008. De codes 255776-255780, 255975-255986, 256550-256561 en 227076-227080 worden vanaf 1 oktober 2008 geschrapt. Pour la sélection des codes de nomenclature Inami, on s’est fondé sur la liste nominative des prestations donnant droit à un maxiforfait, un

Bij de selectie van de RIZIV-nomenclatuurcodes werd uitgegaan van de nominatieve lijst van prestaties welke recht

17

superforfait, un forfait A, B, C ou D, tels que visés dans la convention nationale du 24 janvier 1996 entre les institutions de soins et les organismes assureurs. Ont été retenues les prestations répondant simultanément à tous les critères de sélection mentionnés ci-après :

geven op een maxi-, super-, A-, B-, C- of D-forfait, zoals bedoeld in de nationale overeenkomst van 24 januari 1996 tussen de verplegings-inrichtingen en de verzekeringsinstellingen. Een prestatie werd weerhouden indien ze gelijktijdig aan alle van de hiernavermelde criteria voldeed:

Les critères de sélection: • il s’agit d’une intervention chirurgicale sanglante, telle que définie dans l’arrêté royal concernant la forfaitarisation de l’antibioprophylaxie en chirurgie et • le taux de substitution de l’hospitalisation classique par l’hospitalisation de jour doit être de 10 % au moins au cours de la période de référence.

De selectiecriteria : • het betreft een bloederige heelkundige ingreep, zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit betreffende de forfaitarisering van de antibioticaprofylaxie in de heelkunde en • de substitutiegraad van de klassieke hospitalisatie door daghospitalisatie moet minstens 10 % bedragen in de referentieperiode. Voor de financiering 2003 blijft de lijst B van de financiering 2002 behouden, behalve de codes 432331-432342 die vervangen werden door de codes 432692-432703 en de codes 531812-531823 die afgeschaft zijn.]

Pour le financement 2003, la liste B du financement 2002 est maintenue, à l’exception des codes 432331-432342 qui ont été remplacés par les codes 432692-432703 et des codes 531812-531823 qui ont été supprimés. ]

18

[(32) Bijlage 4 - Lijst van de geneeskundige verstrekkingen bedoeld in artikel 46 ]

[(32) Annexe 4 - Liste des prestations médicales visées à l'article 46 ]

1) Artikel 46, §2, 2°, c 1): reanimatieverstrekkingen aan patiënten opgenomen in C, D, E:

1) Article 46, §2, 2°, c.1): prestations de réanimation octroyées aux patients hospitalisés en C, D, E:

nrs.: 211024 - 211046 - 212122 - 213021 - 213043 - 214023 - 214045 - 214244.

n°: 211024 - 211046 - 212122 - 213021 - 213043 - 214023 – 214045 – 214244.

2) Artikel 46, §2, 2°, a) heelkundige verstrekkingen aan patiënten opgenomen in C-bedden.

2) Article 46, §2, 2°, a): prestations chirurgicales pour les patients hospitalisés dans les lits C.

Heelkundige verstrekkingen in de C-bedden, zoals bedoeld in de artikelen 14 en 16 van de nomenclatuur van de gezondheidsverstrekkingen.

Prestations de chirurgie dans les lits C telles que reprises dans les articles 14 et 16 de la nomenclature des prestations de santé.

3) Artikel 46, §2, a) en b): geneeskundige verstrekkingen met uitzondering van heelkundige verstrekkingen in de C-bedden van klinische biologie van radiologie, van fysiotherapie en van de forfaitaire honoraria.

3) Article 46, §2, 2°, a) et b): prestations médicales à l'exception des prestations de chirurgie dans les lits C, de biologie clinique, de radiologie, de physiothérapie et des honoraires forfaitaires.

De verstrekkingen van alle diensten, met uitzondering van de Spdienst, bedoeld in:

Les prestations de tous les services, à l'exclusion du service Sp, reprises aux:

artikel 9; artikel 11, §§1 en 2; artikel 12; artikel 13, §1; artikel 18, met uitsluiting van §2, B, 2° [(21) artikel 20, §1, a) tot g);] artikel 21; artikel 25; artikel 26, §1; artikel 32 en 33 .

article 9; article 11, §§1er et 2; article 12; article 13, §1er; article 18, à l'exclusion du §2, B, 2 ; [(21) article 20, §1er, a) à g);] article 21; article 25; article 26 §1er; article 32 et 33,

en de heelkundige verstrekkingen buiten die in de C-bedden.

plus les prestations de chirurgie hormis les prestations de chirurgie dans les lits C.

4) Artikel 43, §3, 2°, a): Heelkundige verstrekkingen voor opgenomen patiënten.

4) Article 46, §3, 2°, a): Prestations chirurgicales pour des patients hospitalisés.

Heelkundige verstrekkingen van alle diensten van de instelling, met uitzondering van de Sp-dienst, zoals bedoeld in de artikelen 14 en 16 van de nomenclatuur van de gezondheidsverstrekkingen.

Prestations de chirurgie de tous les services de l'établissement, à l'exclusion du service Sp, telles que reprises dans les articles 14 et 16 de la nomenclature des prestations de santé.

5) Artikel 46, §3, 2°, b): Supplementen voor verstrekkingen van urgentiegeneeskunde aan opgenomen patiënten.

5) Article 46, §3, 2°, b): Suppléments pour les prestations médicales d'urgence pour des patients hospitalisés.

Ereloonsupplementen voor technische urgentieverstrekkingen 's nachts, in het weekend of op een officiële feestdag, bedoeld in artikel 26, §1, van de nomenclatuur van de gezondheidsverstrekkingen.

Suppléments d'honoraires pour prestations techniques urgentes effectuées pendant la nuit ou le week-end ou durant un jour férié, figurant à l'article 26, §1er de la nomenclature des prestations de santé.

6) Artikel 43, §3, 2°, c): Geneeskundige verstrekkingen met uitzondering van de verstrekkingen van klinische biologie, van radiologie, van fysiotherapie en van de forfaitaire honoraria.

6) Article 46, §3, 2°, c): Prestations médicales à l'exception des prestations de biologie clinique, de radiologie, de physiothérapie et des honoraires forfaitaires.

Totaal van de in punten 2, 3 en 4 bedoelde verstrekkingen.

Total des prestations visées aux points 2, 3 et 4.

[(32) 7) De verstrekkingen vermeld in dienstcode 002 zullen worden toegekend aan het ziekenhuis dat de verstrekking heeft uitgevoerd op basis van de code ‘plaats van prestatie’.]

[(32) 7) Les prestations mentionnées dans le code service 002 seront attribuées à l’hôpital qui a réalisé la prestation sur base du code ‘lieu de prestation’.]

19

BIJLAGE 5

ANNEXE 5

Bepaling van de MVG-punten per verpleegdag

Détermination des d’hospitalisation

points

R.I.M.

1. BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN

1. CONCEPTS ET ABREVIATIONS

par

journée

Voor de toepassing van deze bijlage worden de volgende afkortingen Pour l'application de la présente annexe, on utilise les abréviations gebruikt: suivantes: • Koninklijk besluit van 14 augustus 1987: koninklijk besluit van 14 augustus 1987 houdende bepaling van de regels volgens dewelke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid. • Koninklijk besluit van 11 december 1987: koninklijk besluit van 11 december 1987 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 houdende bepaling van de regels volgens de welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid. • Ministeriële omzendbrief van 5 februari 1988: registratie van de statistische gegevens vermeld in het koninklijk besluit van 14 augustus 1987, gewijzigd door het koninklijk besluit van 11 december 1987 -Uitvoeringsmodaliteiten; • De zorggegevens: de gegevens zoals deze worden geregistreerd overeenkomstig artikel 2,2. van het voornoemd Koninklijk besluit van 14 augustus 1987; • MVG: de minimale verpleegkundige gegevens zoals bedoeld in voornoemd koninklijk besluit van 14 augustus 1987; • MVG-registratie: de registratie van de MVG zoals opgelegd in de voornoemde koninklijke besluiten van 14 augustus 1987 en 11 december 1987; • Zorgitem: een zorgitem is één van de in het artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 14 augustus 1987 vermelde verpleegkundig toegediende zorgen; • Registratieperiode: de registratieperiode zoals bedoeld in het artikel 2bis §1 van het voornoemd koninklijk besluit van 11 december 1987; • Het verpleegkundige en verzorgend personeel: zoals bedoeld in artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit van 11 december 1987; • Score-mogelijkheid: is één van de keuze-mogelijkheden zoals vermeld in voornoemde ministeriële omzendbrief van 5 februari 1988 • Score: is het resultaat van het invullen van één zorgitem; • Scores: is het resultaat van het invullen van alle zorgitems; • Verpleegeenheid: de verpleegeenheid aangeduid door de beheerder zoals bedoeld in artikel 2,1. van het voornoemd koninklijk besluit van 14 augustus 1987; • Dienst: de hospitalisatiedienst aangeduid in het kader van de erkenning zoals bedoeld in artikel 2,1. van het voornoemd koninklijk besluit van 14 augustus 1987.

• Arrêté royal du 14 août 1987: Arrêté royal du 14 août 1987 fixant les règles suivant lesquelles certaines données statistiques doivent être communiquées au Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions. • Arrêté royal du 11 décembre 1987: Arrêté royal du 11 décembre 1987 modifiant l'arrêté royal du 14 août 1987 fixant les règles suivant lesquelles certaines données statistiques doivent être communiquées au Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions. • Circulaire ministérielle du 5 février 1988: enregistrement des données statistiques mentionnées dans l'arrêté royal du 14 août 1987, modifié par l'arrêté royal du 11 décembre 1987 Modalités d'exécution. • Les données relatives aux soins: les données enregistrées conformément aux dispositions de l'article 2.2. de l'arrêté royal précité du 14 août 1987. • RIM: le résumé infirmier minimum tel que visé à l'arrêté royal précité du 14 août 1987. • Enregistrement du RIM: l'enregistrement du RIM tel qu'imposé dans les arrêtés royaux précités des 14.8.1987 et 11.12.1987. • Facteur: un facteur correspond à un des types de soins infirmiers mentionnés à l'article 2 de l'arrêté royal précité du 14 août 1987. • Période d'enregistrement: la période d'enregistrement telle que visée à l'article 2bis, §1er, de l'arrêté royal précité du 11 décembre 1987. • Les personnels infirmier et soignant: tels que visés à l'article 2 de l'arrêté royal précité du 11 décembre 1987. • Possibilité de score: est une des possibilités de choix telles que mentionnées dans l'arrêté royal du 5 février 1988. • Score: est le résultat enregistré pour un facteur déterminé. • Scores: sont les résultats enregistrés pour l'ensemble des facteurs. • Unité de soins: l'unité de soins indiquée par le gestionnaire comme visé à l'article 2.1. de l'arrêté royal précité du 14 août 1987. • Service: le service d'hospitalisation indiqué dans le cadre de l'agrément tel que visé à l'article 2.1. de l'arrêté royal précité du 14 août 1987.

2. BESCHRIJVING VAN DE WIJZE WAAROP DE MVGPUNTEN PER VERPLEEGDAG WORDEN BEPAALD

2. DESCRIPTION DE LA MANIERE DONT SONT CALCULES LES POINTS RIM PAR JOURNEE D’HOSPITALISATION

2.1 Doelstelling.

2.1. Objectif

Voor één dienst of een geheel van diensten van het ziekenhuis wordt een aantal MVG-punten per verpleegdag bepaald op basis van de

Pour un service hospitalier ou un ensemble de services hospitaliers, on calcule un certain nombre de points RIM par

20

overeenstemmende zorggegevens van het ziekenhuis.

journée d'hospitalisation sur la base des données correspondantes relatives aux soins hospitaliers.

2.2 Methodiek.

2.2. Méthode

In een eerste fase worden, op basis van een referentiegroep van verpleegeenheden, landelijke puntenwaarden bepaald. In een tweede fase wordt voor de diensten van ieder ziekenhuis de berekening van het toe te kennen aantal MVG-punten gemaakt.

Dans une première phase, on calcule un certain nombre de valeurs nationales en points sur la base d'un groupe d'unités de soins de référence. Dans une deuxième phase, on calcule le nombre de points RIM à attribuer pour les services de chaque hôpital.

2.3. Bewerkingen.

2.3. Opérations

2.3.1. Fase I: Bepaling van de landelijke puntenwaarden.

2.3.1. Phase 1 : Calcul du nombre de valeurs nationales en points

De landelijke puntenwaarden worden via 3 subfasen bepaald:

Le calcul des valeurs nationales en points s'effectue en trois sous-phases:

2.3.1.1. Subfase I: aanduiding referentie-eenheden en referentiejaren.

2.3.1.1. Sous-phase I: indication des unités de référence et des années de référence

In subfase I worden de verpleegeenheden van de ziekenhuizen aangeduid die in aanmerking komen om de landelijke puntenwaarden te berekenen. Deze verpleegeenheden worden hierna de "referentieeenheden" genoemd.

Dans la sous-phase I, on indique les unités des soins hospitalières prises en compte pour le calcul des valeurs nationales en points. Ces unités de soins sont appelées ci-après "unités de référence".

De referentie-eenheden worden bepaald op grond van de gegevens van één of meerdere dienstjaren zoals bepaald door de Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid wordt vastgesteld, hierna "referentiejaren" genoemd. De referentie-eenheden zijn die verpleegeenheden die gegevens hebben geregistreerd voor ieder van de registratieperioden van een referentiejaar, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 14 augustus 1987. De verpleegeenheid wordt bovendien slechts weerhouden voor zover de dienst waartoe de verpleegeenheid behoort voor de referentiejaren onder dezelfde identificatie bekend was in de registratie van de zorggegevens.

Les unités de référence sont déterminées sur la base des données d'un ou de plusieurs exercices tels que définis par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions et appelés ci-après "années de référence" Les unités de référence sont les unités de soins qui ont enregistré des données pour chaque période d'enregistrement d'une année de référence, tel que prévu à l'arrêté royal du 14 août 1987 En outre, l'unité de soins n'est retenue que dans la mesure où, pour les années de référence, le service auquel l'unité de soins appartient était connu sous la même identification dans l'enregistrement des données relatives aux soins.

2.3.1.2. Subfase Il: positionering van de referentie-eenheden t.o.v. elkaar.

2.3.1.2 Sous-phase II: positionnement des unités de référence les unes par rapport aux autres

Subfase 11: bestaat erin de referentie-eenheden ten opzichte van elkaar te positioneren. Om deze positionering uit te drukken worden de hiernavolgende verschillende bewerkingen uitgevoerd:

La sous-phase II consiste à positionner les unités de référence les unes par rapport aux autres. Pour réaliser ce positionnement, on effectue les opérations suivantes:

2.3.1.2.1. Bewerking 1: bepaling van de landelijke referentiescores.

2.3.1.2.1. Opération 1: détermination des référence nationaux

Er worden "landelijke referentie-scores" berekend door de frequentie van voorkomen voor de verschillende score-mogelijkheden per zorgitem te bepalen op basis van de scores van alle referentieeenheden, geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 14 augustus 1987.

On calcule des "scores de référence nationaux" en déterminant la fréquence d'apparition des différentes possibilités de scores par facteur sur la base des scores de toutes les unités de référence, enregistrés conformément aux dispositions de l'arrêté royal précité du 14 août 1987.

2.3.1.2.2. Bewerking 2: vaststelling van de vingerafdruk per referentieeenheid.

2.3.1.2.2. Opération 2: détermination de l'empreinte digitale par unité de référence

Voor elke referentie-eenheid worden de scores vergeleken met de landelijke referentie-scores. Deze vergelijking levert de vingerafdruk van de referentie-eenheid op. De vingerafdruk wordt bekomen door voor de betrokken eenheid, per zorgitem, de scores van de MVGregistratie te vergelijken met de landelijke referentie-scores.

Pour chaque unité de référence, on compare les scores avec les scores de référence nationaux. Cette comparaison permet d'obtenir l'empreinte digitale de l'unité de référence. On détermine cette empreinte en comparant, pour chaque facteur, les scores de l'enregistrement RIM avec les scores de référence nationaux pour l'unité concernée.

scores

de

21

Deze vergelijking komt tot stand in 3 subbewerkingen:

3 sous-opérations sont nécessaires pour effectuer cette comparaison:

•

•

subbewerking a: uitsplitsing van bepaalde zorgitems.

Voor drie van de zorgitems worden de score-mogelijkheden als volgt opgesplitst: 1) het zorgitem "zorgen aan patiënt met tracheacanule of endotracheale tube" wordt uitgesplitst in een subzorgitem "zorgen aan tracheotomie en/of tube zonder kunstmatige ventilatie" en een subzorgitem "zorgen aan tracheotomie en/of tube met kunstmatige ventilatie"; 2) het zorgitem "zelfstandigheidstraining" wordt opgesplitst in een subzorgitem "Zelfstandigheidstraining occasioneel" en een subzorgitem "Zelfstandigheidstraining programma"; 3) het zorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt" wordt opgesplitst in een subzorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: passief" en een subzorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: actief".

sous-opération a: subdivision de certains facteurs.

De drie hierboven bedoelde uitsplitsingen worden verricht overeenkomstig de respectievelijke formules opgenomen in de punten 3.1, 3.2 en 3.3 van deze bijlage.

Pour trois des facteurs, les possibilités de scores sont subdivisées comme suit: 1) Le facteur "soins aux patients trachéotomisés ou intubés" est subdivisé en un sous-facteur "soins aux patients trachéotomisés ou intubés sans ventilation assistée" et en un sous-facteur "soins aux patients trachéotomisés ou intubés avec ventilation assistée"; 2) Le facteur de soins "éducation à l'autonomie en vue de la sortie" est subdivisé en un sous-facteur "éducation à l'autonomie enseignement occasionnel » et en un sousfacteur "éducation à l'autonomie programme d'enseignement"; 3) Le facteur "soins aux patients désorientés" est subdivisé en un sous-facteur "soins aux patients désorientés: passif" et en un sous-facteur "soins aux patients désorientés: actif". Ces trois subdivisions sont effectuées suivant les formules respectivement précisées aux points 3.1, 3.2, 3.3 de la présente annexe.

•

•

subbewerking b: “herschaling” van bepaalde zorgitems.

sous-opération b: « changement d’échelle » de certains facteurs.

In punt 3.4 van deze bijlage wordt de tabel opgenomen volgens dewelke MVG-registraties voor de hiernavolgende zorgitems worden herschaald tot minimaal 7 en maximaal 10 samengevatte scoremogelijkheden: - bijzondere mondzorg; - decubituspreventie via wisselligging; - registratie van de vitale parameters; - registratie van de fysieke parameters; - afnemen bloedstalen; - toediening van medicatie (intramusculair, subcutaan, intradermis); - toediening medicatie (intraveneus); - toezicht op permanent infuus; - zorgen aan gesloten wonde; - zorgen open wonde;

Le point 3.4 de la présente annexe reprend le tableau sur la base duquel les enregistrements RIM des facteurs mentionnés ciaprès sont replacés dans la nouvelle échelle, qui contient au minimum 7 et au maximum 10 possibilités de score: - soins spécifiques de la bouche; - prévention d'escarres par changements de position; - enregistrement des paramètres vitaux; - enregistrement des paramètres physiques; - prélèvements de sang; - administration de médication (intramusculaire, souscutanée, intradermique); - administration de médication (intraveineuse); - surveillance de perfusion permanente; - soins à une plaie chirurgicale; - soins à une plaie traumatique.

•

•

subbewerking c: berekening van een ridit per zorgitem of subzorgitem voor elke referentie-eenheid.

sous-opération c: calcul d'un ridit par facteur ou sousfacteur pour chaque unité de référence.

Per zorgitem wordt voor elke score-mogelijkheid of samengevatte score-mogelijkheid een waarde berekend, hierna "riditscore" genoemd. Voor elke referentie-eenheid wordt per zorgitem een ridit berekend. Deze ridit wordt bekomen door de frequentie van voorkomen van elke score-mogelijkheid te vermenigvuldigen met de respectievelijke riditscore. De hiervoor gebruikte formules zijn opgenomen in punt 3.5 van deze bijlage. De aldus bekomen ridits voor alle zorgitems en subzorgitems van een referentieeenheid wordt de "vingerafdruk" genoemd.

Pour chaque facteur, on calcule pour chaque possibilité de score ou possibilité de score de synthèse, une valeur, ci-après appelée "ridit". Pour chaque unité de référence, on calcule un ridit par facteur. Ce ridit est obtenu en multipliant la fréquence d'apparition de chaque possibilité de score par le score ridit respectif. Les formules utilisées à cet effet sont reprises au point 3.5. de la présente annexe. Les ridits ainsi obtenus pour l'ensemble des facteurs et sous-facteurs d'une unité de référence constituent ce que l'on appelle "l'empreinte".

2.3.1.2.3. Bewerking 3:samenvatting zorgcoördinaten per referentie-eenheid.

twee

2.3.1.2.3. Opération 3: réduction de scores à deux coordonnées de soins par unité de référence

De ridits van de referentie-eenheden voor alle zorgitems worden samengevat in twee waarden per referentie-eenheid, verder "zorgcoördinaten" genoemd. De zorgcoördinaten van alle

On réduit les ridits des unités de référence pour tous les facteurs à deux valeurs par unité de référence, ci-après appelées "coordonnées de soins". Les coordonnées de soins de toutes les

van

scores

tot

22

verpleegeenheden samen vormen de "landelijke kaart van de referentieeenheden met betrekking tot de verpleegkundige zorgen". De bepaling van de zorgcoördinaten gebeurt volgens de methodiek zoals bepaald onder punt 3.6 van deze bijlage.

unités de soins constituent la "carte nationale des unités de référence concernant les soins infirmiers". Le calcul des coordonnées de soins s'effectue suivant la méthode définie au point 3.6 de la présente annexe.

2.3.1.3. Subfase III: bepaling van landelijke puntenwaarden.

2.3.1.3. Sous-phase III: calcul des valeurs nationales en points

In Subfase 3 wordt de bekomen landelijke kaart voor verpleegkundige zorgen opgedeeld in zones. De referentie-eenheden worden gesitueerd in deze zones op basis van de hogervernoemde zorgcoördinaten. Per zone wordt een landelijke puntenwaarde bepaald op basis van het aantal en de kwalificatie van het verpleegkundig en het verzorgend personeel zoals bedoeld in Artikel 2,4 van het voornoemd koninklijk besluit van 11 december 1987.

Dans la sous-phase 3, on divise la carte nationale des soins infirmiers en zones. On situe les unités de référence dans ces zones sur la base des coordonnées de soins précitées. On calcule pour chaque zone une valeur nationale en points en se basant sur les effectifs de personnel infirmier et soignant et sur leur degré de qualification tel que prévu à l'article 2.4. de l'arrêté royal du 11 décembre 1987.

Om deze landelijke puntenwaarde per zone te bepalen worden de hiernavolgende bewerkingen uitgevoerd:

Pour calculer cette valeur nationale en points pour chacune des zones, on effectue les opérations suivantes:

2.3.1.3.1. Bewerking 1: vastlegging zones en situering van elke referentie-eenheid.

2.3.1.3.1. Opération 1: fixation des zones et situation de chaque unité de référence

In punt 3.7 van deze bijlage worden de zones van de landelijke kaart voor verpleegkundige zorgen vastgelegd. De 2 zorgcoördinaten van elke referentie-eenheid, berekend in punt 2.3.1.2.3., bepalen de zone waarin de referentie-eenheid zich bevindt.

La fixation des zones de la carte nationale des soins infirmiers est décrite au point 3.7. de la présente annexe. La zone dans laquelle se situe chaque unité de référence est déterminée sur la base de ses deux coordonnées de soins calculées au point 2.3.1.2.3.

2.3.1.3.2. Bewerking 2:aantal personeelsleden en hun kwalificatiegraad per zone.

2.3.1.3.2. Opération 2: effectifs de personnel et degré de qualification par zone

In elke zone worden voor iedere referentie-eenheid de hiernavolgende subbewerkingen uitgevoerd:

Dans chaque zone, on effectue pour chaque unité de référence les sous-opérations suivantes:

a. Uitdrukking van het aantal personeelsleden per zone. Voor iedere referentie-eenheid van de zone wordt het voltijds personeelsequivalent per verpleegdag, berekend volgens de definitie en de formule opgenomen in punt 3.8 van deze bijlage. Op basis van het voltijds personeelsequivalent per verpleegdag van al de referentieeenheden van de zone wordt de mediaan-waarde bepaald, verder "voltijds personeelsequivalent per verpleegdag van de zone" genoemd

a. Expression des effectifs de personnel par zone Pour chaque unité de référence de la zone, on calcule le personnel équivalent temps plein par journée d'hospitalisation en se basant sur la définition et la formule figurant au point 3.8. de la présente annexe. Sur la base du personnel équivalent temps plein par journée d'hospitalisation de toutes les unités de référence de la zone, on calcule la valeur médiane, appelée "personnel équivalent temps plein par journée d'hospitalisation de la zone".

b. uitdrukking van de kwalificatiegraad van de personeelsleden per zone. Voor iedere referentie-eenheid van de zone wordt de kwalificatiegraad van het verpleegkundig-en verzorgend personeel berekend volgens de formule opgenomen in punt 3.9 in deze bijlage. Op basis van de kwalificatiegraad van al de referentie-eenheden in een zone wordt de mediaanwaarde bepaald, verder "de kwalificatiegraad van de zone" genoemd. De kwalificatiegraad bekomen op basis van al de referentieeenheden wordt de "landelijke kwalificatiegraad" genoemd

b. expression du degré de qualification des personnels par zone

2.3.1.3.3. Bewerking 3: vaststelling van de landelijke punten.

2.3.1.3.3. Opération 3: fixation des points nationaux

De kwalificatie-graad van de zone, bepaald in punt 2.3.1.3.2.b, wordt omgezet in de kostenpuntenwaarde van de zone berekend volgens de formule opgenomen in punt 3.10 van deze bijdrage. De kostenpunten van de zones worden vermenigvuldigd met het voltijds personeels equivalent per verpleegdag van de respectievelijke zone, bepaald in punt 2.3.1.3.2.a en worden "de landelijke punten" genoemd.

Le degré de qualification de la zone, tel que défini au point 2.3.1.3.2.b, est converti en une "valeur en points-coûts" de la zone, calculée suivant la formule figurant au point 3.10. de la présente annexe. Les "points-coûts" de la zone sont multipliés par le personnel équivalent temps plein par journée d'hospitalisation de la zone respective figurant au point 2.3.1.3.2.a. et sont appelés "points nationaux".

Pour chaque unité de référence de la zone, on calcule le degré de qualification des personnels infirmier et soignant suivant la formule figurant au point 3.9. de la présente annexe. Sur la base du degré de qualification de toutes les unités de référence d'une zone, on calcule la valeur médiane appelée "degré de qualification de la zone".

23

2.3.2. Fase II: bepaling van het aantal MVG-punten per dienst of een geheel van diensten.

2.3.2. Phase II: détermination du nombre de points par service ou pour un ensemble de services

Het aantal MVG-punten van de diensten van het ziekenhuis wordt in 3 subfasen bepaald:

Le nombre de points RIM des services de l'hôpital est déterminé suivant les 3 sous-phases suivantes:

2.3.2.1. Subfase 1: vaststelling van een vingerafdruk en samenvoeging van de verpleegdagen

2.3.2.1. Sous-phase 1: détermination d'une empreinte digitale et regroupement des journées d'hospitalisation

In Subfase 1 worden de bewerkingen omschreven in de punten 2.3.1.2.2. en 2.3.1.2.3. toegepast op iedere verpleegdag van de diensten, geregistreerd tijdens de referentiejaren. Dit resulteert in twee zorgcoördinaten per verpleegdag.

Dans la sous-phase 1, il est appliqué à chacune des journées d'hospitalisation des services enregistrées pendant les années de référence les opérations définies aux points 2.3.1.2.2. et 2.3.1.2.3. Ceci débouche sur deux coordonnées de soins par journée d'hospitalisation.

2.3.2.2. Subfase 2: vaststelling van de zone van de registraties en toepassing van de landelijke puntenwaarden per verpleegdag.

2.3.2.2. Sous-phase 2: détermination de la zone des enregistrements et application des valeurs nationales en points par journée d'hospitalisation

Uitgaande van de zones vastgelegd in punt 2.3.1.3.1 van deze bijlage enerzijds en van de zorgcoördinaten van de verpleegdag anderzijds wordt in Subfase 2 de zone van iedere verpleegdag bepaald. De overeenkomstige landelijke MVG-puntenwaarde van de zone, bepaald in punt 2.3.1.3.3, wordt toegekend aan deze verpleegdag, verder "de gemiddelde MVG-puntenwaarde van de verpleegdag" genoemd.

Dans la sous-phase 2, il est déteminé la zone de chaque journée d'hospitalisation en se basant, d'une part, sur les zones fixées au point 2.3.1.3.1. de la présente annexe et, d'autre part, sur les coordonnées de soins de la journée d'hospitalisation. La valeur nationale en points RIM correspondant à la zone telle que définie au point 2.3.1.3.3. est attribuée à cette journée d'hospitalisation et est appelée "valeur moyenne en points RIM de la journée d'hospitalisation".

2.3.2.3. Subfase 3: vaststelling van de gemiddelde MVG-puntenwaarde van de dienst of het geheel van diensten.

2.3.2.3. Sous-phase 3: détermination de la valeur en points RIM du service ou de l'ensemble des services

In Subfase 3 worden de bekomen MVG-puntenwaarden van de verpleegdagen van de dienst of het geheel van diensten, geregistreerd in de referentiejaren, opgeteld. Deze som wordt gedeeld door de verpleegdagen van de dienst of het geheel van diensten, geregistreerd in de referentiejaren. De bekomen punten worden de "gemiddelde MVGpuntenwaarde per verpleegdag" van de dienst of het geheel van diensten genoemd.

Dans la sous-phase 3, on additionne les valeurs obtenues en points RIM pour les journées d'hospitalisation du service ou de l'ensemble des services enregistrées pendant les années de référence. Cette somme est divisée par les journées d'hospitalisation du service ou de l'ensemble des services enregistrées pendant les années de référence et est appelée "valeur en points RIM par journée d'hospitalisation" du service ou de l'ensemble des services.

3. BESCHRIJVING VAN DE FORMULES

3. DESCRIPTION DES FORMULES

3.1. Uitsplitsing van het zorgitem "zorgen aan patiënt met tracheacanule of endotracheale tube".

3.1. Subdivision du facteur « soins au patient trachéotomisé ou intubé »

Het zorgitem "zorgen aan patiënt met tracheacanule of endo-tracheale tube" heeft de volgende scoremogelijkheden: 0: geen 1: zonder kunstmatige ventilatie 2: met kunstmatige ventilatie.

Les possibilités de scores pour le facteur "soins au patient trachéotomisé ou intubé" sont les suivantes: 0 : non 1 : sans ventilation assistée 2 : avec ventilation assistée

Dit zorgitem wordt uitgesplitst in het subzorgitem "zorgen aan tracheotomie en/of tube zonder kunstmatige ventilatie" en het subzorgitem "zorgen aan tracheotomie en/of tube met kunstmatige ventilatie" met respectievelijk als score-mogelijkheden:

Ce facteur est subdivisé en un sous-facteur "soins au patient trachéotomisé et/ou intubé sans ventilation assistée" et en un sous-facteur "soins au patient trachéotomisé et/ou intubé avec ventilation artificielle" avec les possibilités de scores suivantes:

-

subzorgitem: "zorgen aan tracheotomie en/of tube zonder kunstmatige ventilatie": 0: geen 1: zonder kunstmatige ventilatie

-

sous-facteur: "soins au patient trachéotomisé et/ou intubé sans ventilation assistée" : 0 : non 1 : sans ventilation assistée

-

subzorgitem: "zorgen kunstmatige ventilatie

-

sous-facteur: "soins au patient trachéotomisé et/ou intubé avec ventilation assistée"

aan

tracheotomie

en/of

tube

met

24

0: geen 1: met kunstmatige ventilatie.

0 : non 1 : avec ventilation assistée

De uitsplitsing van de score-mogelijkheden van het zorgitem naar de bijhorende subzorgitems gebeurt als volgt:

La subdivision des possibilités de scores du facteur en plusieurs sous-facteurs s'effectue comme suit:

Définition Omschrijving

Possibilités de scores Score-mogelijkheden

Facteur "soins au patient trachéotomisé ou intubé" Zorgitem "zorgen aan patiënt met tracheacanule of endotracheale tube"

0

1

2

Sous-facteur "soins au patient trachéotomisé et/ou intubé sans ventilation assistée" Subzorgitem "zorgen aan tracheotomie en / of tube zonder kunstmatige ventilatie"

0

1

0

Sous-facteur "soins au patient trachéotomisé et/ou intubé avec ventilation assistée" Subzorgitem "zorgen aan tracheotomie en/of tube met kunstmatige ventilatie"

0

0

1

3.2. Uitsplitsing van het zorgitem "zelfstandigheidstraining"

3.2. Subdivision du facteur "éducation à l’autonomie"

Het zorgitem "zelfstandigheidstraining" heeft de volgende scoremogelijkheden: 0: geen 1: occasioneel 2: vast programma.

Les possibilités de scores pour le facteur "éducation à l'autonomie" sont les suivantes: 0 : non 1 : enseignement occasionnel 2 : programme d’enseignement

Dit zorgitem wordt uitgesplitst in het subzorgitem "zelfstandigheidstraining occasioneel" en het subzorgitem "zelfstandigheidstraining programma" met respectievelijk als scoremogelijkheden:

Ce facteur est subdivisé en un sous-facteur "éducation à l'autonomie: enseignement occasionnel" et en un sous-facteur "éducation à l'autonomie: programme d'enseignement" avec respectivement les possibilités de scores suivantes:

-

subzorgitem: "zelfstandigheidstraining occasioneel" 0: geen 1: occasioneel

-

sous-facteur: "éducation à l'autonomie" 0 : non 1 : enseignement occasionnel

-

subzorgitem: "zelfstandigheidstraining programma"

sous-facteur: "éducation à l'autonomie: programme d'enseignement" 0 : non 1 : programme d’enseignement La subdivision des possibilités des scores du facteur en sousfacteurs s'effectue comme suit: -

0: geen 1: vast programma De uitsplitsing van de score-mogelijkheden van het zorgitem naar de bijhorende subzorgitems gebeurt als volgt: Définition Omschrijving


Facteur "éducation à l'autonomie" Zorgitem "zelfstandigheidstraining"

0

1

2

Sous-facteur "éducation à l'autonomie: enseignement occasionnel" Subzorgitem "zelfstandigheidstraining occasioneel"

0

1

0

Sous-facteur "éducation à l'autonomie programme d'enseignement" Subzorgitem "zelfstandigheidstraining programma"

0

0

1

3.3. Uitsplitsing van het gedesoriënteerde patiënt".

zorgitem

"zorg

aan

de

Het zorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt" heeft de volgende score-mogelijkheden: 0: geen

3.3. Subdivision du facteur "soins au patient désorienté" Les possibilités de scores pour le facteur "soins au patient désorienté" sont les suivantes: 0 : non

25

1: middelen ter bescherming 2: maatregelen met betrekking tot ruimte.

1 : mesures de protection 2 : mesures d’orientation spatio-temporelle

oriëntatie in tijd en

Dit zorgitem wordt uitgesplitst in het subzorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: passief" en het subzorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: actief" met respectievelijk als scoremogelijkheden:

Ce facteur est subdivisé en un sous-facteur "soins au patient désorienté: passif" et en un sous-facteur "soins au patient désorienté: actif" avec les possibilités de scores suivantes:

-

subzorgitem: "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: passief' 0: geen 1: middelen ter bescherming

-

sous-facteur: "soins au patient désorienté: passif" 0 : non 1 : mesures de protection

-

subzorgitem: "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: actief" 0: geen 1: maatregelen met betrekking tot oriëntatie in tijd en ruimte

-

sous-facteur: "soins au patient désorienté: 0 : non 1 : mesures d’orientation spatio-temporelle

De uitsplitsing van de score-mogelijkheden van het zorgitem naar de bijhorende subzorgitems gebeurt als volgt:

La ventilation des possibilités de scores pour le facteur et ses sous-facteurs se présente comme suit:

Définition Omschrijving


Facteur "soins au patient désorienté" Zorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt"

0

1

2

Sous-facteur "soins au patient désorienté: passif" Subzorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: passief"

0

1

0

Sous-facteur "soins au patient désorienté: actif" Subzorgitem "zorg aan de gedesoriënteerde patiënt: actief"

0

0

1

3.4. Herschaling.

actif"

3.4. Changement d’échelle

De score-mogelijkheden van de volgende zorgitems worden Les possibilités de scores des facteurs figurant ci-après sont teruggebracht naar een kleiner aantal score-mogelijkheden zoals réduites en un nombre plus petit de possibilités comme indiqué respectievelijk aangegeven in de tabel: dans le tableau suivant: Facteur "soins spécifiques de la bouche" Zorgitem "bijzondere mondzorg" De/van

0

1

2

3

4

5,6

7,8

9-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

Facteur "prévention d'escarres par changement de position" Zorgitem "decubituspreventie via wisselligging" De/van

0

1

2

3,4

5,6

7,8

9-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

Facteur "enregistrement des paramètres vitaux" Zorgitem "registratie van vitale parameters" De/van

0

1

2

3

4

5,6

7-9

10-17 18-29

30-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

10

9

Facteur "enregistrement des paramètres physiques" Zorgitem "registratie van fysieke parameters" " De/van

0

1

2

3

4

5,6

7-9

10-17 18-29

30-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

10

9

Facteur "prélèvements de sang" Zorgitem "afnemen bloedstalen"

26

De/van

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Facteur "administration de médication (intramusculaire, sous-cutanée, intradermique)" Zorgitem "toediening van medicatie (intramusculair. subcutaan, intradermis)" De/van

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Facteur "administration de médication (intraveineuse)" Zorgitem "toediening van medicatie (intraveneus)" De/van

0

1,2

3,4

5,6

7,8

9,10

11-15

16-20 21-30

31-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Facteur "surveillance de perfusion permanente intraveineuse" Zorgitem "toezicht op permanent infuus" De/van

0

1

2

3

4

5

6

7,8

9,10

11-

naar

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Facteur "soins à une plaie chirurgicale" Zorgitem "zorgen aan gesloten wonde" De/van

0

1

2

3

4

5,6

7,8

9,10

11-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Facteur "soins à une plaie traumatique" Zorgtiem "zorgen aan open wonde" De/van

0

1

2

3

4

5,6

7,8

9,10

11-

A/naar

1

2

3

4

5

6

7

8

9

3.5. Ridittechniek. 3.5.1. Bewerking 1: bepaling van de

3.5. Techniques des ridits riditscore.

3.5.1. Opération 1 : calcul du score ridit

Per zorgitem wordt voor elke score-mogelijkheid of samengevatte score-mogelijkheid een waarde berekend in functie van zijn frequentie van voorkomen ten opzichte van de landelijke referentie-scores. Deze waarde wordt verder aangeduid als "riditscore".

Pour chaque facteur, il est calculé, pour chaque possibilité de score ou possibilité de score de synthèse, une valeur en fonction de la fréquence d'apparition de cette possibilité par rapport aux scores de référence nationaux. Cette valeur est désignée ci-après sous le terme de "score ridit".

Voor elk zorgitem wordt de riditscore berekend op basis van de volgende formule:

Pour chaque facteur, il est calculé le score ridit sur la base de la formule suivante:

RSi =

RSi =

(π i −1 + pi / 2) k

(π i −1 + pi / 2) k

∑ pj

∑p

j =1

waarbij :

j =1

j

où: i −1

i −1

π i −1 = ∑ p j

π i −1 = ∑ p j

RSi = riditscore voor score-mogelijkheid of samengevatte scoremogelijkheid i Pj = de frequentie van voorkomen van score-mogelijkheid of samengevatte score-mogelijkheid i vooralle referentie-eenheden samen, de "landelijke referentie-score" genoemd. k = aantal score-mogelijkheden of samengevatte scoremogelijkheden

RSi = le score ridit de la possibilité de score ou possibilité de score de synthèse i = la fréquence d'apparition de la possibilité de score ou possibilité de score de synthèse i pour toutes les unités de référence confondues, c'est-à-dire le "score de référence national". k= nombre de possibilités de scores ou de possibilités de scores de synthèse

j =1

j =1

27

3.5.2. Bewerking 2: bepaling van de ridit.

3.5.2. Opération 2 : calcul du ridit

Voor elke referentie-eenheid en elk zorgitem wordt uitgaande van de frequentie van voorkomen voor alle score-mogelijkheden een waarde, verder de "ridit" genoemd, berekend volgens de volgende formule.

Pour chaque unité de référence et chaque facteur, il est calculé une valeur, ci-après appelée "ridit", en se basant sur la fréquence d'apparition de toutes les possibilités de scores et ce, selon la formule suivante:

k

k

R = ∑ RSi * fi

R = ∑ RSi * fi

i =1

i =1

waarbij : R = de ridit voor het betrokken zorgitem k =aantal score-mogelijkheden of samengevatte scoremogelijkheden voor het betrokken zorgitem fi = frequentie van score-mogelijkheid i van het betrokken zorgitem RSi = riditscore voor score-mogelijkheid i van het betrokken zorgitem

où: R = le ridit du facteur concerné k = le nombre de possibilités de scores ou de possibilités de scores de synthèse pour le facteur concerné fi = fréquence de la possibilité de score i du facteur concerné RSi = score ridit de la possibilité de score i du facteur concerné

3.6. Bepaling van de zorgcoördinaten.

3.6. Calcul des coordonnées de soins

De twee zorgcoördinaten worden berekend aan de hand van het "prinqual-algoritme" (principal components of qualitive data) zoals omschreven in "The Principal Components of Mixed Measurement Level Multivariate Data: An Alternating Least Squares Method with Optimal Scaling Features", Young, F.W., Takane, Y., en de Leeuw, J., 1978, Psychometrika, 43, 279-281.

Les deux coordonnées de soins sont calculées au moyen du "prinqual-algoritme" (principal components of qualitive data) tel que défini dans "The Principal Components of Mixed Measurement Level Multivariate Data: An Alternating Least Squares Method with Optimal Scaling Features" Young, F.W., Takane, Y., et de Leeuw, J., 1978, Psychometrika, 43, 279-281.

3.7. Zone-indeling.

3.7. Répartition en zones

De zone-indeling wordt bepaald door de Minister die gevoegd is voor de Volksgezondheid.

La répartition en zones est fixée par le Ministre qui a la Santé publique dans ses attributions.

3.8. Bepaling van het voltijds personeelsequivalent per verpleegdag.

3.8. Calcul du personnel équivalent temps plein par journée d’hospitalisation

Het voltijds personeelsequivalent per verpleegdag wordt bepaald met de volgende formule: VTE/verpleegdag

Il est calculé le personnel équivalent temps plein par journée d'hospitalisation au moyen de la formule suivante: ETP/journée d’hospitalisation =

20

20

20

i =1

i =1

i =1

∑ ua1 + ∑ ua 2 + ∑ ua3 7,6 * n

20

20

20

i =1

i =1

i =1

∑ ua1 + ∑ ua 2 + ∑ ua3 7,6 * n

waarbij : VTE/verpleegdag = voltijds personeelsequivalent per verpleegdag ua1 = uren gepresteerd door gegradueerde verpleegkundigen en vroedvrouwen ua2 = uren gepresteerd door gebrevetteerde verpleegkundigen (inbegrepen de ziekenhuis-assistenten) ua3 = uren gepresteerd door het overige personeel ten laste van de verpleegdagprijs n = aantal verpleegdagen van de referentie-eenheid 20 = aantal weerhouden dagen waarop de MVG worden geregistreerd

où: ETP/journée d'hospitalisation = personnel équivalent temps plein par journée d'hospitalisation ua1 = heures prestées par les infirmiers brevetés ua2 = heures prestées par les infirmiers gradués ua3 = heures prestées par d'autres personnels infirmiers et soignants n = nombre de journées d'hospitalisation de l'unité de référence 20 = nombre de jours retenus pendant lesquels des données RIM sont enregistrées

3.9.

3.9. Détermination du degré de qualification

Bepaling van de kwalificatie-graad.

De kwalificatie-graad van een referentie-eenheid wordt bepaald met behulp van de ridittechniek, beschreven in het punt 3.5 van deze bijlage.

Le degré de qualification d'une unité de référence est déterminé au moyen de la technique des ridits décrite au point 3.5. de la présente annexe.

In de eerste bewerking wordt de riditscore op basis van de personeelsgegevens van alle referentie-eenheden samen bepaald,

Dans la première opération, il est déterminé le score ridit sur la base des données relatives au personnel de toutes les unités de référence

28

waarbij de score-mogelijkheden de personeelscategoriëen zijn zoals vermeld in het kader van de MVG. Het zijn devolgende, in dalende volgorde:

confondues, étant entendu que les possibilités de scores correspondent aux catégories de personnel telles qu’elles existent dans le cadre du RIM. Elles sont les suivantes, dans un ordre décroissant:

1. 2. 3.

1. 2. 3.

gegradueerde verpleegkundigen gebrevetteerde verpleegkundigen en ziekenhuis-sassistenten verzorgend personeel

infirmiers gradués infirmiers brevetés et assistants hospitaliers personnel soignant

In de tweede bewerking wordt de ridit bepaald voor een bepaalde referentie-eenheid, waarbij de score-mogelijkheden de vermelde personeelscategoriën zijn. De bekomen ridit wordt de "kwalificatie-graad van de referentie-eenheid" genoemd.

Dans la deuxième opération, il est calculé le ridit pour une unité de référence déterminée, étant entendu que les possibilités de scores correspondent aux catégories de personnel telles qu’elles existent dans le cadre du RIM. On appelle le ridit ainsi obtenu "degré de qualification de l'unité de référence".

3.10. Omzetting van kostenpuntenwaarde.

3.10. Conversion du degré de qualification en une valeur points-coûts

kwalificatie-graad

naar

een

De kostenpuntenwaarde wordt berekend met de volgende formule: kostenpuntwaarde = 1 + (kwalificatiegraad - 0,5) * coëfficiënt met : coëfficiënt: vast te stellen door de Minister die de volksgezondheid onder zijn bevoegdheden heeft

La valeur points-coûts est calculée au moyen de la formule suivante: valeur points-coûts = 1 + (degré de qualification - 0,5) * coefficient avec : coefficient : à fixer par le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions

29

[(25) Annexe 6

[(25) Bijlage 6

Détermination du nombre d’Unités d’Urgence (UU) réalisées dans l’ensemble du pays.

Bepalingen van het aantal units spoedgevallen (US) in heel het land.

[(32) A. Il est attribué une pondération de 1 (Unité d’Urgence ou UU) à tous les patients donnant lieu à l’enregistrement d’un passage urgent au service des urgences.

[(32) A. Er wordt een weging van 1 toegekend (units spoedgevallen of US) aan alle patiënten die aanleiding geven tot een registratie van een dringende passage op de spoedgevallendienst.

Par passage au service des urgences, on entend l’un des enregistrements suivants du résumé hospitalier minimum :

Een spoedpassage wordt in de registratie van de Minimale Ziekenhuis Gegevens op één van de volgende manieren gedefinieerd :

-

premier séjour au service des urgences pour une admission non programmée ; séjour au service des urgences après un séjour dans une autre unité de soins ; admission urgente via le service d’urgence.]

B. De plus, différents groupes de patients se voient attribuer une pondération complémentaire :

-

eerste verblijf in zorgeenheid spoed voor een niet geplande opname; verblijf die op zorgeenheid spoed hebben verbleven na een verblijf in een andere zorgeenheid; dringende opname via spoedgevallendienst.]

B. Bovendien wordt er voor verschillende patiëntengroepen een bijkomende weging toegekend :

a.

transférés en unités de soins intensifs (adultes et enfants) :+1;

a.

b.

patients avec diagnostic d’admission vérifié d’un code ICD-9 repris ci-dessous et qui ne sont pas admis en soins intensifs : + 1 ;

b. patiënten met een geverifieerde opnamediagnose ICD-9 zoals hieronder vermeld, en die niet opgenomen worden in de verpleegeenheden intensieve zorgen : + 1;

Les codes ICD-9 sont les codes :

overgebracht naar de verpleegeenheden intensieve zorgen (volwassenen en kinderen) : + 1 ;

De ICD-9 codes zijn de codes :

-

430 = subarachnoid hemorrhage;

-

431 = intercerebral hemorrhage;

-

432.x = other and unspecified intracranial hemorrhage;

-

433X1 = occlusion and stenosis of precerebral arteries with cerebral infarction;

-

434X1 = occlusion of cerebral arteries with cerebral infarction;

-

436 = acute, but ill-defined, cerebrovascular disease;

- 437.1 = other generalized ischemic cerebrovascular disease; c. patients avec diagnostic psychiatrique avec un code c. patiënten met psychiatrische diagnose met een ICD-9 code ICD-9 allant du 290 au 319 en diagnostic d’admission gaande van 290 tot 319 in geverifieerde opnamediagnose of in vérifié ou en diagnostic secondaire et patients nevendiagnose en patiënten die worden gehospitaliseerd in een hospitalisés en service psychiatrique, tous deux ne psychiatrische dienst die beiden niet beantwoorden aan de répondant pas aux critères repris sous a. et b. : + 1 ; criteria vermeld onder a. en b. : + 1; d.

enfants de 0 à 3 ans ne répondant pas aux critères repris sous a. à c. : + 1 ;

d. kinderen van 0 tot 3 jaar die niet beantwoorden aan de criteria onder a. tot c. : + 1;

e.

enfants de 4 à 15 ans ne répondant pas aux critères repris sous a. à c. : + 0,5 ;

e. kinderen van 4 tot 15 jaar die niet beantwoorden aan de criteria onder a. tot c. : + 0,5

f.

patients de moins de 75 ans provenant d’une MRPA ou MRS et patients de 75 ans et plus ne répondant pas aux critères repris sous a. à c. : si non hospitalisés : + 0,2 ; si hospitalisés = + 0,4 ; patients arrivés aux Urgences entre 21 heures et 6 heures ne répondant pas aux critères repris sous a. à f. : + 0,1. ]

f. patiënten van minder dan 75 jaar afkomstig uit een ROB of RVT en patiënten van 75 jaar en meer die niet beantwoorden aan de criteria onder a. tot c.: indien niet gehospitaliseerd: + 0,2 ; indien gehospitaliseerd: + 0,4 ; g. patiënten die worden opgenomen op de spoedgevallen tussen 21 uur en 6 uur die niet beantwoorden aan de criteria onder a. tot f. : + 0,1. ]

g.

30

BIJLAGE 7

ANNEXE 7

Vaststelling van de scores waarvan sprake in de tweede berekening geviseerd in artikel 46, §2, c), met het oog op de verdeling van de ziekenhuizen in decielen.

Fixation des scores dont question au deuxième calcul visé à l'article 46, §2, c en vue de la répartition en déciles des hôpitaux.

1. Doelstelling

1. Objectif.

In deze bijlage worden de scores bepaalt met het oog op de verdeling in decielen voorzien in de tweede berekening van artikel 46, §2, c), berekend op basis van de M.V.G. registratie en gebaseerd op het laatst gekende boekjaar.

Dans cette annexe, des scores sont déterminés en vue de la répartition en déciles prévue au 2ème calcul de l'article 46, §2, c calculés sur base de l'enregistrement R.I.M. et en se référant au dernier exercice connu.

2. Vaststelling van de scores op basis van de M.V.G registratie

2. Fixation des scores sur base de l'enregistrement

De berekening van de scores op basis van MVG registratie gebeurd overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3 van dit besluit.

Le calcul des scores sur base de l'enregistrement RIM s'effectue conformément aux dispositions de l'annexe 3 du présent arrêté.

Met het oog op de vaststelling van de punten MVG-ZIP (zones met intensief profiel) voor het geheel van de diensten C, D, C+D, E en C+D (intensief), worden de volgende operaties uitgevoerd:

En vue de déterminer les points RIM-ZIP (zones à profil de soins intensifs) de l'ensemble des services C, D, C+D, E et C+D (intensifs), les opérations suivantes sont effectuées:

a) opsplitsing van de zones geviseerd in bijlage 3 in twee types, zijnde - de zones gekwalificeerd als "zones met profiel intensieve zorg" (ZIP) - de zones gekwalificeerd als "zones met een ander zorgprofiel" (ZAP).

a) séparation des zones visées à l'annexe 3 en deux types, soit: - les zones qualifiées de "zones à profil de soins intensifs" (ZIP); - les zones qualifiées de "zones avec un autre profil de soins" (ZAP).

De ZIP worden gekarakteriseerd door een zware basiszorg, hoge observatiefuncties (registratie van vitale en fysieke parameters) en veel verpleegtechnische interventies. De zones waar deze drie karakteristieken gelijktijdig en uitgesproken voorkomen worden beschouwd als ZIP. De zones 19, 20, 24, 25 en 28 worden beschouwd als ZIP want zij bezitten de vermelde karakteristieken.

Les ZIP se caractérisent par des soins de base lourds, des fonctions d'observation hautes (enregistrement des paramètres vitaux et physiques) et beaucoup d'interventions de technique infirmière. Sont considérées comme ZIP les zones où ces trois caractéristiques sont présentes simultanément et de façon prononcée. Les zones 19, 20, 24, 25 et 28 sont considérées comme ZIP car elles possèdent les caractéristiques précitées.

b) bepaling van de punten MVG-ZIP per ziekenhuis Om dit te doen, telt men de waarden in punten MVG op van de hospitalisatiedagen van de vermelde diensten die enkel in ZIP gesitueerd zijn. Vervolgens deelt men deze som door het totaal aantal hospitalisatiedagen (dagen ZIP en ZAP) van de vermelde diensten.

b) détermination des points RIM-ZIP par hôpital Pour ce faire, on additionne les valeurs en points RIM pour les journées d'hospitalisation des services précités et situés uniquement en ZIP. Ensuite, on divise cette somme par le nombre total de journées d'hospitalisation (journées ZIP et ZAP) des services précités.

Het resultaat van deze deling wordt "punten MVG-ZIP" of "scores MVG-ZIP" genoemd.

Le résultat de cette division est appelé "points RIM-ZIP" ou "scores RIM-ZIP".

31

RIM.

BIJLAGE 8

ANNEXE 8

Vaststelling van de score met het oog op de decielindeling der ziekenhuizen in de diensten erkend onder de kenletters C, D en E zoals bepaald in artikel 46, §2, c.3) 3°berekening.

Fixation de scores en vue de la répartition en déciles des hôpitaux pour les services agréés sous les index C, D et E, tel que fixé à l'article 46, §2, 2°, c.3) 3e calcul.

1. Doelstelling

1. Objectif

In deze bijlage wordt een score bepaald op basis van de [(32) MZG]-registratie van de drie laatst gekende registratiejaren.

Dans cette annexe, un score est déterminé sur base de l'enregistrement [(32) RHM] en se référant sur les trois derniers exercices connus.

1.

2.

Bepaling van de score op basis van de [(32) MZG]registratie

Détermination du score l’enregistrement [(32) RHM]

sur

la

base

de

[(32) 2.a. Toepassingsgebied.

[(32) 2.a. Champ d’application

Om de score op basis van de MZG-registratie te berekenen wordt rekening gehouden met alle verblijven in de algemene ziekenhuizen in klassieke hospitalisatie, uitgezonderd de verblijven van:

Pour calculer le score sur la base de l'enregistrement RHM, tous les séjours d'hospitalisation classique dans les hôpitaux généraux sont pris en considération, à l'exception des séjours:

1.

de patiënten die minstens voor de helft van ziekenhuisverblijf verbleven hebben op een Sp-dienst;

hun

1.

de patients qui, pour la moitié au moins de leur séjour hospitalier, ont séjourné dans un service Sp;

2.

de patiënten die minstens voor de helft van hun ziekenhuisverblijf verbleven hebben op een A-, K- of T-dienst;

2.

de patients qui, pour la moitié au moins de leur séjour hospitalier, ont séjourné dans un service A, K ou T;

3.

de patiënten die minstens voor de helft van ziekenhuisverblijf verbleven hebben op een G-dienst;

hun

3.

de patients qui, pour la moitié au moins de leur séjour hospitalier, ont séjourné dans un service G;

4.

de patiënten die in één van de eenheden voor de behandeling van zwaar verbranden verzorgd zijn en ofwel binnen MDC = 22 (brandwonden) vallen, ofwel binnen APR-DRG = 004 of 005 en waarvan de eerste 3 cijfers van de hoofddiagnose gelijk zijn aan 940, 941, 942, 943, 944, 945, 946, 947, 948 of 949 ;

4.

de patients qui sont soignés dans une des unités de traitement des grands brûlés et qui relèvent soit du MDC = 22 (brûlures), soit de l’APR-DRG = 004 ou 005 et dont les 3 premiers chiffres du diagnostic principal sont égaux à 940, 941, 942, 943, 944, 945, 946, 947, 948 ou 949 ;

5.

de patiënten die behoren tot APR-DRG 950 (Extensieve procedure zonder verband met de hoofddiagnose) of APRDRG 951 (Matige uitbreide procedure zonder verband met de hoofddiagnose) of APR-DRG 952 (Niet-extensieve procedure zonder verband met de hoofddiagnose);

5.

les patients qui relèvent des APR-DRG 950 (Procédure extensive sans relation avec le diagnostic principal) ou APRDRG 951 (Procédure modérément étendue sans relation avec le diagnostic principal) ou APR-DRG 952 (Procédure non extensive sans relation avec le diagnostic principal)

6.

de patiënten die behoren tot APR-DRG 955 (Hoofddiagnose niet geldig als ontslagdiagnose) of APR-DRG 956 (niet te groeperen verblijven);

6.

les patients qui relèvent des APR-DRG 955 (Diagnostic non valable comme diagnostic principal) ou APR-DRG 956 (séjours non groupables)

7.

de patiënten die behoren tot de MDC 14 (kraambed, zwangerschap en bevalling) of MDC 15 (pasgeborenen);

7.

de patients qui relèvent du MDC 14 (grossesse et accouchement) ou MDC 15 (nouveau-nés);

8.

de beëindigde verblijven en de niet-beëindigde verblijven met een opnamedatum die meer dan 6 maanden voor het begin van de statistische periode valt. Dit zijn de langdurige verblijven;

8.

les séjours terminés et les séjours non terminés, dont la date d'admission précède le début de la période statistique de plus de 6 mois. Ceux-ci constituent des séjours de longue durée ;

9.

de foutieve verblijven.]

9.

les séjours fautifs.]

2.b Berekening van het nationaal percentage intensieve zorgen dagen per diagnose-subgroep

2.b Calcul du pourcentage national de journées de soins intensifs par sousgroupe de diagnostic

Voor de berekening van het nationaal percentage IZ-dagen per diagnose-subgroep wordt gebruik gemaakt van de [(32 MZG] van de drie laatst gekende registratiejaren.

Pour le calcul du pourcentage national de journées de soins intensifs par sous-groupe de diagnostic, les données d’enregistrement du [(32) RHM] des trois dernières années sont utilisées.

Per APR-DRGj en GRAAD VAN ERNSTi wordt het nationaal percentage intensieve zorgen dagen berekend aan de hand van de volgende formule:

Par APR-DRGj et par degré de sévéritéi, le pourcentage national de journées aux soins intensifs est calculé au moyen de la formule suivante:

Σ IZ dagen

Σ IZ dagen

NPERCIZji = -------------------

NPERCIZji = -------------------

Σ FACdagen

Σ FACdagen

32

waarbij:

où :

NPERCIZji = het nationaal percentage intensieve zorgen dagen per APR-DRGj en GRAAD VAN ERNSTi ;

NPERCIZji = pourcentage national de journées aux soins intensifs par APR-DRGj et par degré de sévéritéi ;

Σ IZdagen = de som van de ligduren op de dienst intensieve zorgen van alle weerhouden patiënten in APR-DRGj en GRAAD VAN ERNSTI , waarbij enkel passages van meer dan 24 uur in rekening worden gebracht;

Σ Izjournées = somme des durées de séjour dans un service de soins intensifs des patients retenus dans APR-DRGj et par degré de sévéritéi; où seuls les passages de plus de 24 heures sont pris en considération ;

Σ FACdagen = de som van de volledig te factureren ligdagen van alle weerhouden patiënten in APR-DRGj en GRAAD VAN ERNSTi

Σ FACjournées = somme de l’ensemble des journées entièrement à facturer pour tous les patients retenus dans le APR-DRGj et par degré de sévéritéi.

2.c Toepassing van het nationaal percentage op de casemix van het individuele ziekenhuis

2.c Application du pourcentage national au case-mix de l’hôpital individuel

De case-mix van het individuele ziekenhuis wordt bepaald op basis van de [(32) MZG] van het laatst gekende registratiejaar

Le case-mix de l’hôpital individuel est fixé sur base du [(32) RHM] de la dernière année connue.

Per verblijf x in APR-DRGji in ziekenhuis k wordt het nationaal percentage IZdagen toegepast om te komen tot een pathologiegewogen percentage IZdagen, en dit via de volgende formule:

Par séjour x dans APR-DRGji dans l’hôpital k, on applique le pourcentage national de journées de soins intensifs pour obtenir un pourcentage de journées de soins intensifs, pondéré par pathologie, au moyen de la formule suivante:

VPERCIZk = Σ (Mx * NPERCIZx ji * FACdagenx ji) / Σ FACdagenk

VPERCIZk = Σ (Mx * NPERCIZx FACjournéesk

waarbij :

où :

VPERCIZk = het pathologiegewogen ziekenhuispercentage van IZdagen.

le pourcentage hospitalier de journées de soins VPERCIZk = intensifs pondéré par pathologie. Mx = le multiplicateur appliqué par séjour x qui prend, normalement, la valeur de 1.

Mx = de multiplicator die toegepast wordt per verblijf x en die normaal als waarde 1 heeft.

ji

* FACjournéesx ji) / Σ

[(25) Hij wordt 2 indien de patiënt in de dienst voor intensieve zorg verbleven heeft en opgenomen is via de dienst 100 of indien de patiënt in de dienst voor intensieve zorg verbleven heeft en overleden is. ]

[(25) Il s’élève à 2 si le patient a séjourné dans le service de soins intensifs et a été admis via le service 100 ou si le patient a séjourné dans le service de soins intensifs et est décédé. ]

De maximumwaarde van de multiplicator is 2 per verblijf. Het is onmogelijk de twee bovenvermelde voorwaarden te cumuleren.

La valeur maximum du multiplicateur est de 2 par séjour. Il est impossible de cumuler les deux conditions ci-dessus.

NPERCIZx ji = het nationaal percentage IZdagen voor verblijf x in APR-DRGj en GRAAD VAN ERNSTi

NPERCIZx ji = le pourcentage national de journées de soins intensifs pour un séjour x par APR-DRGj et par DEGRE DE SEVERITEi

FACdagenx ji = het aantal volledig te factureren ligdagen voor verblijf x in APR-DRGj en GRAAD VAN ERNSTi in ziekenhuis k

FACjournéesxji = le nombre total de journées d’hospitalisation entièrement à facturer pour un séjour x par APR-DRGj et par DEGRE DE SEVERITEi dans un hôpital k

Σ FACdagenk = de som van de volledig te factureren ligdagen van alle weerhouden patiënten in het ziekenhuis k

Σ FACjournéesk = la somme totale des journées d’hospitalisation entièrement à facturer de tous les patients retenus ayant séjourné à l’hôpital k

33

[(22) (29) BIJLAGE 9 Lijst van de tijden in minuten per nummer van nomenclatuur van de ziekte- en invaliditeitsverzekering Nomenclature Minutes Nomenclature Nomenclatuur Minuten Nomenclatuur 112280 60 256944 113024 60 257003 113083 60 257025 113105 60 257040 113120 60 257062 113142 60 257084 113223 50 257106 114063 60 257121 114085 90 257143 144524 30 257165 144546 50 257180 144561 60 257202 144583 90 257224 144620 60 257246 144642 60 257261 144686 60 257283 144701 90 257320 145025 90 257342 145526 90 257386 145541 60 257390 145563 60 257401 145585 60 257423 145600 60 257434 148024 90 257445 148046 120 257460 148061 90 257482 148083 180 257504 148105 90 257526 148120 120 257541 148142 90 257563 148164 120 257585 149026 60 257600 149041 60 257762 149063 90 257821 149166 60 257843 201283 60 257865 220102 60 257876 220124 60 257880 220146 100 257891 220161 70 257902 220183 90 257961 220205 90 257983 220220 60 257994 220231 80 258005 220242 80 258020 220264 95 258031 220275 130 258042 220286 130 258053 220290 50 258064 220301 50 258086 220312 120 258090 220323 120 258101

[(22) (29) ANNEXE 9 Liste des temps en minutes par numéro de nomenclature de l’assurance maladie invalidité Minutes Minuten 120 150 155 200 360 170 120 180 150 300 360 300 220 165 90 90 90 60 60 85 85 90 90 90 420 60 120 180 120 120 150 120 90 90 180 105 150 150 210 210 180 150 160 160 150 120 120 130 130 95 105 105

Nomenclature Nomenclatuur 290706 290721 290743 290765 290780 290802 290824 290846 290861 290883 290905 290920 290942 290964 290986 291001 291023 291045 291060 291082 291104 291126 291141 291163 291185 291200 291222 291244 291266 291281 291303 291325 291340 291362 291384 291406 291410 291421 291443 291465 291480 291502 291524 291546 291561 291583 291605 291620 291642 291664 291686 291701

Minutes Minuten 140 180 240 210 180 150 150 150 220 215 140 190 150 250 180 120 180 120 240 110 140 120 90 150 180 180 360 150 120 155 180 150 150 150 145 150 150 150 150 200 180 260 200 230 260 240 290 140 130 150 150 180

34

220334 220345 220360 221023 221045 221060 221082 221104 221126 221141 221152 221163 221185 221200 226925 226940 226962 226984 227006 227021 227043 227065 227076 227080 227102 227124 227146 227161 227183 227205 227220 227242 227264 227286 227301 227323 227345 227360 227382 227404 227426 227441 227463 227485 227500 227544 227581 227603 227625 227640 227662 227684 227706 227721 227743 227765 227780 227802 227824 227846 227861 227883

145 145 100 100 120 120 120 120 120 120 95 95 120 90 180 145 180 180 155 145 90 165 80 80 90 130 360 180 180 360 380 460 300 480 120 240 280 300 290 240 240 205 230 180 100 240 330 105 150 200 230 230 250 280 150 150 160 180 210 210 95 95

258112 258123 258145 258156 258160 258171 258182 258204 258226 258241 258263 258322 258344 258366 258381 258403 258425 258440 258462 258484 258506 258521 258543 258565 258580 258602 258635 258646 258650 258661 258683 258720 258731 258742 258764 258860 258882 258941 259022 259044 259125 260046 260061 260083 260105 260120 260142 260164 260175 260186 260201 260223 260245 260260 260282 260304 260315 260326 260363 260385 260400 260422

90 90 120 115 115 170 170 150 180 180 180 100 120 240 180 300 480 540 900 150 120 100 90 170 80 90 120 120 120 120 160 120 60 60 220 170 180 680 420 480 500 150 200 205 230 180 240 420 80 80 210 300 145 195 150 80 95 95 100 90 240 480

291723 291745 291760 291782 291804 291826 291841 291863 291885 291900 291922 291944 291966 291970 291981 291992 292003 292014 292025 292040 292062 292084 292106 292121 292143 292165 292180 292202 292224 292235 292246 292261 292283 292305 292320 292342 292364 292386 292401 292423 292445 292460 292482 292504 292526 292541 292563 292574 292585 292600 292622 292633 292644 292666 292681 292703 292725 292736 292740 292762 292773 292784

120 180 180 320 155 200 140 200 150 115 120 150 150 110 110 120 120 130 130 150 160 140 120 150 150 115 160 120 120 105 105 150 150 165 180 150 180 125 150 195 120 120 120 150 150 150 150 145 145 120 150 125 125 120 120 120 150 90 90 120 95 95

35

227905 228023 228045 228060 228082 228104 228126 228141 228152 228163 228185 228200 229025 229040 229062 229084 229121 229143 229165 229176 229180 229202 229224 229246 229261 229283 229305 229320 229342 229364 229386 229401 229445 229482 229526 229541 229563 229585 229600 229622 229644 230241 230263 230300 230322 230344 230366 230381 230403 230425 230440 230462 230484 230506 230543 230565 230580 230602 230613 230624 230646 230705

200 420 370 480 300 120 305 240 170 170 640 200 555 360 360 420 180 140 150 100 100 240 240 400 220 300 400 300 300 320 300 240 240 220 650 600 550 700 560 700 500 400 105 300 150 180 150 180 160 220 280 220 460 220 300 120 275 180 130 130 90 220

260444 260466 260470 260481 260503 260525 260540 260562 260584 260606 260621 260643 260665 260676 260680 260691 260702 260724 260735 260746 260761 260783 260794 260805 260820 260842 260853 260864 260875 260886 260890 260901 260912 260923 260934 260945 260956 260960 260982 261004 261026 261041 261063 261085 261100 261122 261144 261166 261203 261214 261225 261236 261240 261262 261284 261306 261321 261343 261365 261380 261402 261424

445 180 90 90 130 360 480 150 180 240 235 175 140 100 100 150 150 90 90 90 120 240 75 75 90 120 100 100 85 85 100 100 110 110 70 70 75 75 90 120 300 180 90 300 100 240 180 90 120 95 95 115 115 240 180 150 140 180 150 175 95 265

292795 292806 292810 292821 292832 292843 292854 292865 292880 292891 292902 292924 292935 292946 292961 292972 292983 292994 293005 293016 293020 293031 293042 293053 293064 293075 293086 293101 293123 293134 293145 293156 293160 293171 293182 293193 293204 293226 293230 293241 293252 293263 293274 293285 293296 293300 293311 293322 293344 293366 293370 293381 293403 293425 293440 293462 293624 293646 293661 293683 293705 293720

120 120 120 120 90 90 150 150 120 90 90 150 120 120 120 80 80 135 135 100 100 150 150 110 110 150 150 120 120 105 105 100 100 130 130 120 120 120 130 130 120 120 120 120 215 215 150 150 170 150 120 120 60 60 360 330 150 190 120 120 120 140

36

230720 230742 230764 231022 231044 231405 231486 232013 232024 232035 232046 232061 232083 232105 232120 232142 232164 232481 232525 232540 232562 232584 232606 232621 232643 232665 232680 232702 232724 232746 232761 232783 232805 232820 232842 232864 232886 232901 232923 232945 232982 235023 235045 235060 235082 235104 235126 235141 235163 235174 235185 235200 235222 236025 236040 236062 236106 237020 237042 237064 237086 237101

180 340 300 360 500 180 560 160 160 180 180 150 150 180 260 265 240 400 355 480 480 360 355 600 600 155 120 160 395 360 360 420 230 480 90 200 110 125 600 100 360 150 170 100 215 240 280 180 420 155 155 360 360 360 480 480 360 600 395 375 425 240

261446 261461 261483 261542 261564 261586 261601 261623 261645 261660 261682 261704 261726 261741 261763 261785 261800 261822 261844 261881 261903 262021 262043 262065 262080 262102 262124 262146 262161 262183 262205 262216 262220 262231 262242 262301 262323 262345 262360 262382 262441 262463 280022 280044 280055 280066 280070 280081 280092 280103 280125 280136 280140 280151 280162 280184 280195 280206 280221 280243 280265 280280

115 140 180 70 120 60 300 55 300 325 295 290 180 420 365 360 300 130 150 280 150 240 300 300 240 140 230 170 120 75 180 120 120 175 175 180 180 720 95 110 30 30 60 70 80 80 125 125 150 150 60 90 90 115 115 90 130 130 150 90 130 120

293742 293764 293786 293801 293823 293845 293860 293882 293904 293926 293941 293963 293985 294000 294022 294044 294066 294081 294103 294125 294140 294162 294184 294206 294210 294221 294232 294243 294265 294280 294302 294324 294346 294361 294383 294405 294420 294442 294464 294475 294486 294501 294523 294545 294560 294582 294604 294615 294626 294641 294663 294674 294685 294700 294711 294722 294744 294766 294781 294803 295024 295046

180 180 180 180 240 150 150 120 120 180 160 130 180 145 150 180 240 180 170 230 110 250 180 180 120 120 150 150 120 120 150 150 160 145 90 90 160 175 210 150 150 150 145 150 150 140 90 120 120 125 95 120 120 120 150 150 150 190 120 60 90 140

37

237123 237145 237160 237182 237204 237226 238022 238044 238066 238081 238103 238114 238125 238140 238151 238162 238173 238184 238195 238206 238210 238221 238243 238265 238280 238302 238324 238346 239046 239083 239105 239201 239223 239245 239260 239282 239304 239326 239341 240166 240461 240483 240505 240520 241043 241065 241080 241091 241102 241124 241146 241150 241161 241183 241205 241220 241242 241264 241286 241301 241312 241323

300 240 180 320 90 180 300 300 150 120 90 115 115 100 140 140 120 120 150 150 105 105 180 180 120 145 180 300 90 130 90 120 120 180 180 150 180 180 150 190 150 240 150 260 280 240 165 170 170 140 120 120 120 160 150 300 190 175 240 215 130 130

280302 280523 280534 280545 280560 280571 280582 280604 280626 280641 280663 280674 280685 280700 280711 280722 280744 280755 280766 280781 280792 280803 280825 281024 281046 281061 281083 281105 281120 281142 281164 281186 281201 281223 281245 281260 281282 281525 281540 281562 281584 281606 281621 281643 281665 281680 281702 281724 281746 281761 281783 281805 281820 281842 281864 281886 281901 281923 281945 281960 281982 282004

160 100 80 80 110 90 90 80 100 90 120 90 90 180 130 130 80 150 150 90 90 90 100 300 360 420 420 300 240 180 120 150 150 120 150 120 150 360 240 360 340 300 180 330 300 340 300 250 360 240 180 305 240 300 410 180 240 240 300 360 470 540

295061 295083 295105 295120 295142 295164 295326 295341 295363 295385 295400 295422 295444 295621 295643 295724 295820 295842 295864 295886 295901 295923 295945 295960 296026 296041 296063 296085 296100 296122 296144 296166 296225 296240 296262 296284 296306 296321 296343 296365 296380 296402 296424 296446 296461 296623 296645 296660 296682 296704 296822 296844 296866 296881 296903 296925 296940 296962 296984 297006 297124 297146

90 60 90 60 150 150 90 90 90 90 120 120 90 100 90 150 90 90 90 90 90 120 120 120 60 45 60 60 30 60 30 30 55 90 90 90 60 90 60 70 95 90 60 65 60 90 60 90 60 60 120 90 120 90 90 90 90 60 60 60 60 60

38

241345 241360 241382 241404 241426 241441 241463 241485 241500 241522 241544 241566 241581 241603 241625 241640 241662 241684 241706 241721 241765 241780 241802 241824 241846 241861 242023 242045 242060 242082 242104 242126 242141 242303 242325 242340 242362 242384 242406 242421 242443 242465 242480 242502 242524 242546 242561 242583 242605 242620 242642 242664 242686 242701 242723 242745 242760 242782 243025 243040 243062 243084

140 180 60 180 420 420 385 300 240 180 180 430 300 240 240 130 150 120 170 150 320 250 250 150 300 300 480 340 300 300 300 240 285 470 415 300 150 150 240 405 480 180 195 375 360 150 210 120 180 240 230 150 240 240 360 480 360 300 420 420 300 295

282026 282041 282063 282085 282100 282240 282262 282284 282306 282321 282343 282520 282542 282564 282586 282601 282623 282645 282660 282682 282704 282726 283010 283021 283043 283065 283080 283102 283124 283146 283161 283183 283205 283220 283242 283264 283286 283301 283323 283345 283360 283382 283404 283426 283441 283463 283485 283500 283522 283544 283566 283581 283603 283625 283640 283662 283684 283706 283721 283743 283765 283780

540 540 495 480 120 180 180 180 150 300 180 150 150 180 150 480 400 150 240 220 180 150 175 175 180 160 120 150 180 150 180 180 210 240 205 150 150 175 180 275 300 180 180 240 300 420 175 150 215 180 180 120 170 180 180 180 150 180 150 240 300 150

297161 297183 297205 297220 297323 297345 297360 297382 297522 297625 297640 297662 297684 298023 298045 298060 298082 298104 298126 298141 298222 298244 298266 298281 298303 298325 298340 298362 298384 298406 298421 298443 298465 298480 298502 298524 298546 298620 298642 298723 298745 298760 298782 298804 298826 298841 298863 298885 298900 298922 298944 298966 298981 299003 299121 299143 299165 299180 299202 299224 299246 299320

60 60 60 60 60 30 30 60 75 90 90 60 90 60 60 60 60 60 30 60 60 100 60 90 115 60 60 60 85 80 60 90 90 90 90 60 60 60 90 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 90 60 60 60 60 30 60 60

39

243106 243121 243143 243165 243180 243202 243224 243246 243261 243283 243305 243320 243342 243364 243600 243622 243644 243666 243681 243703 243725 243740 243762 243784 244020 244042 244064 244086 244101 244123 244145 244160 244182 244193 244204 244226 244241 244263 244285 244300 244311 244322 244344 244366 244381 244403 244425 244436 244440 244462 244473 244484 244495 244506 244521 244543 244554 244565 244576 244580 244591 244602

360 280 180 110 180 180 180 220 160 180 150 300 200 120 180 180 170 180 160 135 180 215 265 360 400 350 270 240 300 300 120 240 150 145 145 120 180 120 120 90 180 180 60 120 90 220 120 90 90 85 60 60 85 85 60 60 80 80 70 70 85 85

283802 283824 283846 283861 283883 283905 283920 283942 283964 283986 284001 284023 284045 284060 284082 284104 284126 284141 284163 284185 284200 284222 284244 284266 284281 284303 284325 284340 284362 284384 284406 284421 284443 284465 284480 284502 284524 284546 284561 284572 284583 284605 284620 284642 284664 284686 284701 284723 284745 284760 284782 284804 284826 284841 284863 284885 284900 284911 284922 284944 284966 284981

185 190 200 220 200 170 170 240 260 255 240 150 150 240 180 120 100 240 420 180 120 180 150 190 240 120 165 145 200 240 180 180 240 240 155 170 140 145 195 120 120 175 190 180 180 200 240 170 180 180 120 120 120 150 180 300 130 120 120 120 180 150

299342 299364 299386 299526 299541 299563 299725 299740 299784 300252 300263 300274 300285 300296 300300 300311 300322 300333 300344 300366 300381 300403 300425 310354 310365 310376 310380 310391 310402 310413 310424 310520 310542 310564 310575 310586 310601 310645 310660 310682 310704 310715 310726 310741 310763 310774 310785 310796 310800 310811 310822 310844 310855 310866 310881 310903 310925 310940 310951 310962 310973 310984

60 60 60 100 60 60 60 60 60 120 120 110 110 100 100 120 120 95 95 120 180 165 120 120 120 90 90 90 90 90 90 30 60 120 120 120 150 90 60 180 30 120 120 120 180 240 240 240 240 240 240 240 120 120 60 240 110 360 145 145 120 120

40

244624 244635 244646 244661 244683 244705 244720 244742 244764 244786 244860 244882 244904 244926 244941 244963 245022 245044 245066 245081 245103 245523 245534 245545 245560 245571 245582 245604 245626 245630 245641 245663 245685 245700 245733 245744 245755 245766 245770 245781 245792 245803 245814 245825 245840 245851 245862 245873 245884 246024 246046 246061 246083 246094 246105 246120 246142 246164 246186 246212 246223 246514

65 90 90 85 85 175 240 150 420 140 400 120 420 400 500 500 90 60 135 120 120 60 70 70 30 30 30 90 90 60 60 220 150 60 100 100 90 90 90 90 70 70 100 100 90 80 80 150 150 60 150 120 60 90 90 80 200 70 90 140 140 100

285003 285025 285062 285084 285095 285106 285110 285121 285143 285165 285180 285202 285224 285235 285246 285261 285283 285305 285320 285342 285364 285375 285386 285390 285401 285423 285434 285445 285456 285460 285471 285482 285504 285526 285541 285563 285574 285585 285596 285600 285611 285622 285644 285666 285670 285681 285692 285703 285725 285740 285762 285784 285806 285810 285821 285832 285843 285865 285880 285902 285924 285935

180 150 135 175 150 150 120 120 120 110 180 120 190 190 190 120 150 185 135 180 180 110 110 170 170 200 120 120 120 120 120 120 120 150 150 150 130 130 150 150 90 90 120 300 120 120 120 120 145 150 150 120 150 120 120 170 170 120 150 90 90 120

310995 311006 311021 311043 311065 311102 311124 311146 311161 311183 311205 311220 311242 311264 311286 311301 311312 311323 311334 311345 311360 311382 311404 311426 311441 311452 311463 311485 311500 311522 311544 311566 311581 311603 311625 311640 311662 311684 311706 311721 311743 311765 311802 311824 311835 311846 311883 311905 311964 311986 311990 312001 312023 312045 312060 312082 312104 312126 312141 312152 312163 312185

175 175 120 240 190 300 240 130 360 360 120 120 120 150 240 240 120 120 90 90 150 220 250 350 150 170 170 240 300 120 90 150 160 240 240 120 120 120 90 180 240 150 280 60 60 60 180 120 60 30 100 100 185 240 60 140 120 300 120 120 120 50

41

246525 246551 246562 246573 246584 246595 246606 246610 246621 246632 246643 246654 246665 246676 246680 246772 246783 246805 246820 246831 246842 246853 246864 246886 246901 246912 246923 246934 246945 247026 247041 247063 247085 247100 247122 247166 247203 247520 247531 247542 247564 247575 247586 247590 247601 247612 247623 247634 247645 247656 247660 248065 248345 250143 250154 250165 250176 250180 250191 250202 250213 250224

100 90 90 105 105 90 90 100 100 110 110 130 130 90 90 125 125 150 90 90 90 60 60 110 180 120 120 90 90 120 120 95 180 80 180 300 180 150 115 115 150 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 75 30 150 90 90 150 150 120 120 120 120

285946 285961 285972 285983 285994 286005 286020 286042 286064 286086 286101 286112 286123 286134 286145 286160 286182 286204 286215 286226 286230 286241 286252 286263 286285 286296 286300 286322 286344 286366 286381 286403 286425 286440 286451 286462 286484 286506 286521 286543 286565 286580 286602 286624 286646 287022 287044 287066 287081 287103 287125 287140 287162 287184 287206 287221 287243 287265 287280 287302 287324 287346

120 110 80 80 120 120 90 120 90 90 120 75 75 120 120 120 105 120 90 90 90 90 120 120 135 120 120 320 150 120 240 120 120 120 120 120 120 150 150 150 120 150 150 260 350 200 220 200 240 180 190 90 150 120 150 155 300 240 120 135 150 120

312200 312222 312266 312281 312314 312325 312410 312421 312432 312443 312524 312546 312561 312583 312605 312620 312642 312664 312686 312701 312723 312745 312760 312863 312885 312922 317041 317063 317085 317100 317122 317144 317166 317181 317203 317214 317225 317240 317262 317284 317306 317380 317402 318021 318043 318065 318080 318161 318183 318205 318220 318242 318286 318301 318323 318345 350512 350523 350641 350663 351046 353183

60 160 240 180 120 120 110 110 105 105 60 60 180 240 600 360 540 480 160 180 420 360 180 180 240 120 90 120 120 120 60 60 60 80 50 125 125 110 115 240 150 70 60 360 150 600 600 540 480 480 900 420 420 480 760 1050 90 90 90 60 60 135

42

251274 251285 251300 251311 251322 251344 251366 251370 251381 251580 251624 251646 251650 251661 251683 251720 251742 251764 251786 251801 251823 251845 251860 251882 251904 252442 252464 252486 252501 252523 252582 253120 253142 253153 253164 253186 253190 253201 253212 253223 253234 253245 253256 253260 253326 253551 253562 253573 253584 253606 253621 253643 253654 253665 253680 254752 254763 254774 254785 254796 254800 254811

90 90 90 150 150 120 120 120 120 140 180 150 170 170 120 200 120 100 150 100 360 420 180 150 180 150 150 180 90 180 730 150 120 180 180 150 120 120 240 240 120 120 150 150 340 100 100 150 150 120 180 150 150 150 120 120 120 120 120 90 90 90

287350 287361 287372 287383 287405 287420 287431 287442 287453 287464 287475 287486 287490 287501 287512 287523 287534 287545 287556 287560 287571 287582 287604 287626 287641 287663 287685 287696 287700 287711 287722 287744 287755 287766 287781 287792 287803 287814 287825 287836 287840 287862 287884 287906 287921 287943 287965 287980 288002 288024 288046 288061 288083 288094 288105 288116 288120 288326 288341 288363 288385 288400

105 105 150 150 160 90 145 145 180 180 200 200 115 115 130 130 170 170 140 140 130 130 160 270 240 180 240 60 60 80 80 105 110 110 135 85 85 100 100 75 75 90 80 240 240 180 240 180 240 180 120 90 140 85 85 105 105 900 1200 1200 540 345

353205 353242 353253 353264 353301 354023 354045 354056 354060 354082 354104 354200 354222 354244 354266 354340 355025 355040 355062 355084 355423 355563 355806 355880 355946 424104 424126 424141 424163 424185 424200 424222 424244 431023 431045 431056 431060 431071 431082 431104 431126 431185 431222 431266 431281 431303 431325 431340 431362 431384 431406 431443 431465 431480 431502 431513 431524 431546 431561 431583 431605 431620

30 100 120 120 30 60 90 95 95 90 90 60 90 60 45 75 60 90 240 80 70 30 90 30 30 130 100 60 60 90 150 90 120 160 180 75 75 120 120 70 140 420 210 120 170 150 180 260 330 220 190 160 120 150 80 80 80 40 180 180 150 155

43

254822 254844 254866 254881 254903 254925 254940 255161 255172 255183 255194 255205 255220 255231 255242 255253 255264 255301 255323 255345 255360 255382 255404 255426 255441 255463 255485 255522 255544 255566 255592 255603 255614 255625 255640 255662 255684 255695 255706 255721 255732 255743 255754 255765 255776 255780 255802 255824 255846 255861 255883 255894 255905 255916 255920 255942 255964 255975 255986 256001 256023 256045

90 130 165 125 180 185 120 60 45 45 150 150 90 120 120 120 120 420 200 150 1200 150 360 250 300 270 150 120 160 420 105 105 110 110 120 125 140 120 120 300 105 105 120 120 125 125 30 60 90 90 90 100 100 75 75 180 360 360 360 240 150 150

288422 288444 288525 288540 288562 288584 288606 288621 288643 288665 288680 288702 288724 288746 288761 288783 288805 288820 288842 288864 288886 288901 288923 288945 288960 288982 289004 289026 289041 289063 289085 289100 289122 289144 289166 289181 289203 289225 289240 289262 289284 289306 289321 289343 289365 289380 289402 289424 289446 289461 289483 289505 289520 289542 289564 289586 289601 289623 289645 289660 289682 289704

420 480 600 240 240 240 300 300 195 240 240 240 240 360 300 360 190 170 240 200 215 190 180 240 180 180 230 240 200 240 270 360 240 240 240 240 240 275 150 240 195 255 245 200 190 160 190 240 295 240 150 175 150 150 180 195 220 180 150 180 380 220

431642 431664 431686 431701 431723 431745 431760 431782 431804 431826 431863 431885 431900 431922 431944 431981 432003 432025 432040 432062 432084 432106 432165 432180 432191 432202 432213 432224 432261 432294 432305 432316 432320 432331 432342 432386 432401 432423 432434 432445 432460 432482 432504 432526 432541 432563 432585 432600 432622 432644 432666 432681 432692 432703 432740 432762 469125 471085 471741 471800 472021 472065

170 140 90 125 175 360 80 80 150 220 120 150 150 200 150 120 155 160 300 150 120 150 120 150 60 60 90 90 150 70 70 90 90 120 120 60 90 90 60 60 90 120 120 120 135 165 120 160 170 160 200 180 90 90 260 80 30 90 90 90 90 60

44

256060 256082 256104 256115 256126 256130 256141 256163 256174 256185 256200 256281 256303 256314 256325 256336 256340 256384 256406 256421 256443 256465 256480 256491 256502 256513 256524 256546 256550 256561 256583 256605 256620 256642 256653 256664 256686 256701 256723 256760 256782 256815 256826 256830 256841 256852 256863 256885 256900

90 90 150 120 120 90 90 120 90 90 160 90 90 120 120 300 300 200 150 180 150 180 90 90 90 75 75 105 360 360 120 60 90 90 90 90 120 150 160 240 380 90 90 70 70 100 100 120 175

289726 289741 289763 289785 289800 289822 289844 289866 289881 289903 289925 289940 289962 289984 290006 290021 290043 290065 290080 290102 290124 290146 290161 290183 290205 290220 290242 290264 290286 290301 290323 290345 290360 290382 290404 290426 290441 290463 290485 290500 290522 290544 290566 290581 290603 290625 290640 290662 290684

400 180 260 240 180 155 150 140 150 195 180 360 160 145 180 145 150 160 120 150 140 150 130 150 215 140 220 240 270 300 180 150 240 150 180 150 90 170 205 210 190 220 220 185 205 150 150 150 190

472161 472183 472205 472220 472360 472404 472426 472441 472463 472500 473060 473082 473185 473200 473222 473281 473465 473664 477061 531123 531624 531720 531812 531823 531926 532022 532125 532221 532324 532604 589024 589061 589105 589131 589186 589201 589223 589260 589444

90 90 90 90 90 100 30 30 30 120 45 30 60 30 90 80 30 120 30 90 90 120 120 120 90 30 60 120 90 150 60 175 120 60 60 180 90 90 240

]]

45

BIJLAGE 10

ANNEXE 10

[(14) De tussenkomst van de ziekteverzekering, geviseerd in artikel 75, §1, d), is deze bettreffende de leveranciers van implantaten bedoeld in artikelen 28 en 35 van de ZIV nomenclatuur, uitgezonderd de volgende nummers: ]

[(14) L’intervention de l’assurance maladie, visée à l’article 75, §1er, d), est celle relative aux fournisseurs d’implants visée aux articles 25 et 35 de la nomenclature AMI hormis les numéros suivants : ]

611774 – 611785 612054 – 612065 8351 - 612334 – 612345 612813 – 612824 612835 – 612846 8371 - 612695 – 612706 612850 - 612861 pour les prestations 229014 - 229025, 229051 - 229062, 229073 - 229084, 229213 - 229224, 229272 - 229283, 229316 - 229320, 229515 - 229526, 229530 - 229541, 229552 - 229563, 236014 - 236025, 236036 - 236040, 236051 - 236062, 237016 - 237020, 237031 - 237042, 237053 - 237064, 237075 - 237086, 237156 - 237160, 242292 242303, 242314 - 242325, 242336 - 242340, 242631 - 242642, 281551 - 281562, 281573 - 281584, 281654 - 281665, 281794 - 281805, 281971 - 281982, 282052 - 282063, 293436 - 293440, 318054 - 318065 et 318076 – 318080 612872 – 612883 612894 – 612905 612732 – 612743 613012 – 613023 613034 – 613045 613955 – 613966 613970 – 613981 613874 – 613885 613896 – 613900 613992 – 614003 614036 – 614040 614095 – 614106

46

BIJLAGE 11

ANNEXE 11

[(14) Lijst van de prestaties (nomenclatuur RIZIV) bedoeld in artikel 75, §1, e), van het koninklijk besluit van 25 april 2002. ]

[(14) Liste des prestations (codes nomenclature INAMI) visée à l’article 75, §1er, e), de l’arrêté royal du 25 avril 2002. ]

1. ZWARE CHIRURGIE 230425 230521 230543 230602 231405 232164 241043 241404 241463 241485 241500 241566 241581 242045 242082 242141 242325 242340 242443

242502 242524 242561 242605 242723 243040 243062 243106 243320 243784 244020 244042 244101 226962 226984 227146 227264 227323 227345

1. CHIRURGIE LOURDE 227360 228045 228126 229121 229165 229246 229386 235082 235104 235126 235200 236106 237101 237123 239083 431185 431340 431382 246223

246606 246665 246680 246783 246805 247122 247203 255323 255884 256782 257460 257902 257961 258403 258425 258440 258402 260184 260422

260540 261122 261424 261601 261682 261704 261741 261783 261800 262021 281046 281083 281105 281120 281584 281643 281685 281680 281702

281746 281783 281805 281864 281945 281960 282004 282026 282063 282623 283242 283360 283463 284163 284222 284642 284701 284760 285040

285666 286322 286381 287265 287685 288400 288606 288746 288761 288783 288886 289026 289041 289063 289085 289100 289122 289144 289203

2. ZEER ZWARE CHIRURGIE 230440 230484 230506 231022 231044 231420 231442 232525

232540 241426 241441 242023 242303 242421 242620 232525

242745 243025 227205 227220 227242 227286 227301

289240 289284 289306 289321 289343 289365 289380 289402 289424 289446 289461 289586 289601 289660 289682 289704 289726 289741 289763

289785 289940 290242 290264 290286 290964 291222 291605 293926 294125 311625 312605 312620 312642 312664 312701 312723

2. CHIRURGIE TRES LOURDE 228023 228060 228185 229025 229040 229062 229084

229224 229283 229305 229320 229342 229364 229401

229423 229445 229526 229541 229563 236025 236040

236062 237020 237042 237064 237086 260444 281982

3. REANIMATIE

288326 288341 288363 288385 288422 288444 288525

293440 318021 318043 318065 318080 318102 318124

3. REANIMATION

211024 211120 211046 211142 212122 212225 212520 212542 213021 213043 214023 214045 214126 214222 214244 4. RADIOLOGIE 453084 453106 453121 453143 433165 453180

4. RADIOLOGIE

453202 453224 453246 453261 453283 453305

453320 453342 453364 453386 453326 453541

453725 453740 453762 453784 453806 453821

454020 454042 454064 454086 454101 454123

454145 454160 454182 454204 454226 459104

459281 459303 459325 459340 450085 451080

5. DRINGENDE VERSTREKKINGEN ANDERS DAN KLINISCHE BIOLOGIE

451522 451765 451824 455685 457203 458625

458640 458662 458765 458905

5. PRESTATIONS URGENTES BIOLOGIE CLINIQUE

AUTRES

QUE

599524 599546 599561 599583 599605 599620 599642 599664 6. DRINGENDE BIOLOGIE

VERSTREKKINGEN

KLINISCHE

6. PRESTATIONS URGENTES BIOLOGIE CLINIQUE

599686 599723 599760 599841 599885 599900 599922 599944 599966 599701 599745 599826 599863

47

BIJLAGE 12

ANNEXE 12

[(14) Voorwaarden voor de toekenning van de financiering bedoeld in artikel 77, §1er, a), punten B en C en §2, punten C en D. ]

[(14) Conditions d’octroi des financements visés à l’article 77, §1er, a), points B et C et §2, points C et D. ]

1. Nieuwe medische technieken

1. Nouvelles technologies médicales

§1. [(14) Om de financiering bedoeld in artikel 77, §1er, a), punten B en C en §2, punten C en D te behouden, moet het ziekenhuis: ]

§1. [(14) Pour conserver le bénéfice du financement prévu à l’article 77, §1er, a), points B et C et §2, points C et D, l’hôpital concerné doit : ]

1° actief meewerken aan onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's;

1° participer activement à des programmes de recherche et de développement ;

2° erkend zijn voor de volledige opleidingen in de medische hoofdspecialismen;

2° être agréé pour les formations complètes dans les principales spécialités médicales ;

3° alle medische honoraria centraal innen;

3° effectuer la perception centrale de tous les honoraires médicaux ;

4° per 3 erkende bedden ten minste één ziekenhuisgeneesheer, uitgedrukt in full-time equivalenten in dienst hebben;

4° employer au minimum un médecin hospitalier, exprimé en équivalent temps plein, par 3 lits agréés ;

5° bewijzen dat meer dan 70 % van de medische activiteit door voltijdse artsen wordt uitgevoerd;

5° prouver que plus de 70 % de leur activité médicale est effectuée par des médecins à temps plein ;

6° meer dan 70 % van de artsen, uitgedrukt in full-time equivalenten, vergoeden via een salaris voor hun volledige ziekenhuisactiviteit; [(24) opgeheven]

6° rémunérer plus de 70 % des médecins exprimés en équivalents temps plein, par un salaire pour leur activité hospitalière complète ; [(24) abrogé]

[(32) 7° [(24) Elk jaar houdt het ziekenhuis de lijst met de referenties van de wetenschappelijke artikels over de ontwikkeling, evaluatie en toepassing van nieuwe medische technieken die de voltijdse kaderleden van het ziekenhuis tijdens de drie voorgaande jaren hebben gepubliceerd ter beschikking van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, en bezorgt het die aan de FOD op diens vraag. Een Wetenschappelijke Commissie, aangesteld door de Minister, zal de publicaties beoordelen en zal nagaan of de impactfactor van de wetenschappelijke publicatie meer dan 1 punt per 10 bedden bedraagt. De impactfactor van de wetenschappelijke publicaties wordt jaarlijks berekend door het "Institutie of Scientific Information" onder de vorm van de "Science Citation Index" en gepubliceerd in het "Journal of Citation reports".]

[(32) 7° [(24) chaque année, l’hôpital garde à la disposition du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement et lui fournit à sa demande, la liste des références des articles scientifiques ayant trait au développement, à l’évaluation et à l’application de nouvelles technologies médicales publiées au cours des trois années précédentes par les membres du cadre clinique à temps plein. Les publications seront évaluées par une Commission Scientifique désignée par le Ministre, qui vérifiera que le facteur d’impact scientifique dépasse 1 point par 10 lits. Le facteur d’impact des publications scientifiques est calculé annuellement par l’ « Institute of Scientific Information » sous la forme de « Science Citation Index » publié dans le « Journal of Citation Reports ».]

§2. [(32) De bewijsstukken inzake de in § 1, 1° tot 7° bedoelde voorwaarden moeten op diens vraag ter beschikking staan van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu :]

§2. [(32) Les pièces justificatives des conditions reprises au § 1 , 1° à 7° doivent être à disposition du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement à sa demande :]

1° het aantal kandidaat-specialisten, uitgedrukt in full-time equivalent, die tijdens het betrokken dienstjaar in het ziekenhuis werkzaam waren;

1° le nombre de candidats spécialistes, exprimé en équivalents temps plein, occupés pendant l’exercice considéré dans l’hôpital ;

2° voor voorwaarde 2: een kopie van de erkenning van de geneesheer-speciaIisten;

2° pour la condition 2 : une copie des agréments des médecins spécialistes ;

3° voor voorwaarde 3: het door de beheerder en de voorzitter van de medische raad ondertekende attest waarin staat dat het ziekenhuis alle honoraria centraal int;

3° pour la condition 3 : l’attestation signée par le gestionnaire et le président du conseil médical mentionnant que tous les honoraires sont perçus de façon centrale par l’hôpital ;

4° voor voorwaarde 4: het aantal ziekenhuisgeneesheren, uitgedrukt in full-time equivalenten en het aantal erkende bedden op 1 januari van het betreffende dienstjaar;

4° pour la condition 4 : le nombre de médecins hospitaliers exprimé en équivalents temps plein et le nombre de lits agréés au 1er janvier de l’exercice considéré ;

5° voor voorwaarde 5 en 6: de namenlijst van de artsen, hun

5° pour les conditions 5 et 6 : la liste nominative des médecins,

48

arbeidsduur uitgedrukt in halve dagen en het percentage van de bezoldiging waarvoor RSZbijdragen werden betaald;

leur temps de travail exprimé en demi-jours et le pourcentage de la rémunération pour laquelle des cotisations ONSS ont été payées ;

6° een kopie van het geldelijk statuut van de artsen die in het ziekenhuis werkzaam zijn; [(24) 7° opgeheven ]

6° une copie du statut pécuniaire relatif aux médecins occupés dans l’hôpital ; [(24) 7° abrogé ]

2. Opleidingsfunctie

2. Fonction de formation

Om de kosten te financieren die voortvloeien uit de opleidingsfunctie in de in [(14) artikel 77] bedoelde universitaire en niet-universitaire ziekenhuizen wordt een bedrag toegekend van :

En vue de financer les coûts découlant de la fonction de formation dans les hôpitaux universitaires et non universitaires visés à [(14) l’article 77], il est octroyé :

- 29.747,22 euro per stagemeester ; - 4.709,98 euro per geneesheer-specialist in opleiding. Om voormelde financiering te behouden, moeten de ziekenhuizen aan volgende voorwaarden voldoen : - erkend zijn voor de volledige opleidingen in de belangrijkste geneeskundige, heelkundige en medisch-technische specialiteiten; - op elk ogenblik in het ziekenhuis instaan voor de opleiding van minstens één kandidaat-specialist met een erkend stageplan per 10 erkende bedden; - zelf alle kandidaat-specialisten vergoeden en de in artikel 15bis van het koninklijk besluit van 28 december 1944 voorziene bepalingen toepassen; - minstens één ziekenhuisgeneesheer tewerkstellen, uitgedrukt in voltijds equivalenten, per 3 erkende bedden; - bewijzen dat meer dan 70 % van de medische activiteit verricht wordt door voltijds werkende geneesheren; - meer dan 70 % van de artsen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, vergoeden met een salaris voor hun volledige activiteit; - de centrale inning voor alle artsenhonoraria uitvoeren; - [(24) opgeheven]

- 29.747,22 euros par maître de stage ; - 4.709,98 euros par médecin spécialiste en formation. Pour conserver le bénéfice du financement précité, les hôpitaux doivent répondre aux conditions suivantes : -

-

-

-

-

In geval van ontstentenis van een dergelijk nationaal overeenkomst moeten voor het hele ziekenhuis de tarieven toegepast worden die als basis dienen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering onder de voorwaarden die in het laatste nationale overeenkomst geneesheren verzekeringsinstellingen van toepassing zijn op de artsen die er zich toe verbonden hebben de tarieven van dat akkoord na te leven. [(32) De bewijsstukken moeten op diens vraag ter beschikking staan van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.]

être agréé pour les formations complètes dans les principales spécialités médicales, chirurgicales et médicotechniques ; assurer à tout moment au sein de l’hôpital la formation d’au moins un candidat spécialiste ayant un plan de stage agréé par 10 lits agréés ; rémunérer eux-mêmes tous les candidats spécialistes et appliquer les dispositions prévues à l’article 15bis de l’arrêté royal du 28 décembre 1944 ; employer au minimum un médecin hospitalier, exprimé en équivalent temps plein, par 3 lits agréés ; prouver que plus de 70 % de leur activité médicale est effectuée par des médecins à temps plein ; rémunérer plus de 70 % des médecins exprimés en équivalents temps plein par un salaire pour leur activité complète ; effectuer la perception centrale de tous les honoraires médicaux ; [(24) abrogé]

En cas d’absence d’un tel accord national, appliquer pour l’ensemble de l’hôpital les tarifs qui servent de base pour l’intervention de l’assurance maladie, selon les conditions qui, dans le dernier accord national médecins-organismes assureurs, sont d’application aux médecins qui se sont engagés à respecter les tarifs de cet accord.

[(32) Les pièces justificatives doivent être à disposition du SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement à sa demande.]

49

[(32) ANNEXE N° 13 abrogée]

[(32) BIJLAGE NR. 13 opgeheven]

50

[(4) ANNEXE 14

BIJLAGE 14

Règles pour le calcul de la valeur normalisée des prestations médicales

Regels voor de berekening van de genormaliseerde waarde van de geneeskundige verstrekkingen

Notions et abréviations :

Begrippen en afkortingen:

- Institut: l’Institut National d’Assurance Maladie-Invalidité;

- Instituut: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ;

- SPF: le Service Public Fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement;

- FOD: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;

- données RCM-RFM: les résumé clinique minimum et résumé financier minimum couplés par la Cellule Technique pour le traitement des données relatives aux hôpitaux, créée au sein de l’Institut et le SPF par la loi du 29 avril 1996 traitant des dispositions sociales;

- MKG-MFG-gegevens : de minimale klinische gegevens en de minimale financiële gegevens gekoppeld door de Technische cel voor de verwerking van de ziekenhuisgegevens, opgericht in de schoot van het Instituut en van de FOD door de wet van 19 april 1996 houdende sociale bepalingen;

[(32) - classification APRdrg: classification regroupant les patients dans des groupes de diagnostics comme décrit dans le ‘3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual’ dans la version connue au moment du calcul.] - niveau de sévérité : subdivision de l’APRdrg en 4 classes selon la sévérité de l’affection comme décrit dans le manuel précité; - case-mix d’un hôpital: le nombre de séjours par APRdrg et niveau de sévérité, par an pour un hôpital.

[(32) - APRdrg-classificatie: classificatie waarbij de patiënten gegroepeerd worden in diagnosegroepen zoals omschreven in de ‘3MTM APR DRG Classification System, Definitions Manual’ versie zoals deze op het ogenblik van de berekening gekend is.] - severity-niveau: onderverdeling van de APRdrg in 4 klassen volgens de ernst van de aandoening zoals omschreven in voornoemde handleiding; - casemix van een ziekenhuis: het aantal verblijven per APRdrg en severity-niveau, per jaar voor een ziekenhuis.

1.

Sélection des séjours : 1.

Les séjours retenus pour le calcul sont les séjours classiques couplés corrects aigus. 2. Détermination des valeurs normalisées nationales par lit occupé des prestations médicales par APRdrg Le calcul des valeurs normalisées est exécuté sur base des données nationales RCM-RFM du dernier exercice connu.

Selectie van de verblijven :

De voor de berekening in aanmerking genomen verblijven zijn de acute correcte gekoppelde klassieke verblijven. 2. Vaststelling van de genormaliseerde waarden per bezet bed van de medische verstrekkingen per APRdrg De genormaliseerde waarden worden berekend op basis van de nationale MKG-MFG-gegevens van het laatste bekende dienstjaar.

Ce calcul se passe comme suit. Die berekening gebeurt als volgt. En première instance, les dépenses relatives aux prestations visées à l’article 46, § 3, c), 3ème tiret sont agrégées au niveau de chaque séjour. Afin de calculer les valeurs normalisées sur un nombre suffisant de séjours, les principes suivants sont appliqués: a) si les 4 niveaux de sévérité d’un certain APRdrg ne totalisent pas ensemble au moins 80 séjours, ils sont regroupés et le poids relatif calculé est valable pour les 4 niveaux. b) si la somme du nombre des séjours de niveaux 1 et 2 n’atteint pas au moins 40 séjours, ces deux niveaux sont regroupés et le poids relatif calculé est valable pour les deux niveaux. La même règle s’applique pour les niveaux 3 et 4. c) si une classe n’atteint pas au moins 10 séjours, elle est groupée avec sa voisine et le poids relatif calculé est valable pour les deux classes (soit 1+2, ou 3+4). Ensuite, les outliers sont retirés des séjours retenus dans chaque groupe. Les outliers sont les séjours dont les dépenses sont supérieures à Q3+2*(Q3-Q1), où Q1 et Q3 sont les valeurs respectives des premier et troisième quartiles de la distribution des

In eerste instantie worden de uitgaven voor de in artikel 46, §3, c), 3de streepje bedoelde verstrekkingen geaggregeerd op het niveau van elk verblijf. Teneinde de genormaliseerde waarden te berekenen over een voldoende aantal verblijven, worden de volgende principes toegepast: a) Indien de 4 severity-niveaus van een bepaalde APRdrg samen niet minstens 80 verblijven tellen, worden ze samengevoegd en het berekende relatieve gewicht geldt voor de 4 niveaus. b) Indien de som van het aantal verblijven van niveau 1 en 2 niet minstens 40 verblijven oplevert, worden die twee niveaus samengevoegd en geldt het berekende relatieve gewicht voor de twee niveaus. Dezelfde regel is van toepassing voor niveau 3 en 4. c) Indien een klasse niet minstens 10 verblijven telt, wordt ze bij haar buur gevoegd en geldt het berekende relatieve gewicht voor de twee klassen (ofwel 1+2, ofwel 3+4) Vervolgens worden de outliers geëlimineerd uit de in aanmerking genomen verblijven in elke groep. De outliers zijn de verblijven

51

dépenses. Pour les APRdrg qui ont fait l’objet de groupement, la limite retenue pour les outliers est la plus haute des limites de chaque niveau de sévérité calculée individuellement. [(32) Enfin, les valeurs normalisées nationales par lit occupé ellesmêmes sont calculés à l’exclusion des APR DRG 955 (‘Diagnostic principal non valable comme diagnostic de sortie’) et 956 (‘séjours non groupables’). Ces valeurs normalisées sont les dépenses pour les prestations susmentionnées divisées par le nombre de journées totales au niveau de l’APR DRG et niveau de sévérité/ou groupe, après élimination des outliers, comme décrit précédemment.] 3.

waarvoor de uitgaven hoger zijn dan Q3+2*(Q3-Q1), waarbij Q1 en Q3 de respectieve waarden zijn van het eerste en het derde kwartiel van de distributie van de uitgaven. Voor de APRdrg’s die werden gegroepeerd, is de in aanmerking genomen limiet voor de outliers de hoogste van de limieten van elk individueel berekend severity-niveau. [(32) Ten slotte worden de genormaliseerde waarden per bezet bed zelf berekend met uitsluiting van de APR DRG’s 955 (‘Hoofddiagnose niet geldig als ontslagdiagnose’) en 956 (‘nietgroepeerbare verblijvend’). Deze genormaliseerde waarden zijn de uitgaven per verblijf voor bovenvermelde verstrekkingen gedeeld door het totale aantal verpleegdagen op het niveau van APR DRG en severity-niveau/of groep, na eliminatie van de outliers, zoals hierboven beschreven.]

Calcul des dépenses normalisées par hôpital

Les dépenses normalisées par hôpital sont calculées sur base des valeurs normalisées nationales calculées au point 2, et du nombre de journées des séjours du casemix le plus récent de l’hôpital. Le calcul se passe comme suit.

3. Berekening van de genormaliseerde uitgaven per ziekenhuis De genormaliseerde uitgaven per ziekenhuis worden berekend op basis van de genormaliseerde waarden zoals berekend in punt 2, en van het aantal dagen van de verblijven van de meeste recente casemix van het ziekenhuis.

Le calcul se passe comme suit. De berekening gebeurt als volgt. Procédé de standardisation Standaardisatieprocédé Le casemix de l’hôpital comprend tous les séjours des services aigus dans les hôpitaux aigus (sauf les séjours des APRdrg 955 et 956). Par APRdrg et niveau de sévérité (ou groupe le cas échéant), on exécute le produit entre le nombre de journées des séjours retenus de l’hôpital et la valeur normalisée par APR-DRG et niveau de sévérité (ou groupe).

De casemix van het ziekenhuis omvat alle verblijven van de acute diensten in de acute ziekenhuizen (behalve de verblijven van de APRdrg’s 955 et 956).

DNh = ∑ NJh..xy * VNxy

Per APRdrg en severity-niveau (of desgevallend groep) wordt het product gemaakt van het aantal in aanmerking genomen verpleegdagen van het ziekenhuis en de genormaliseerde waarde per APRdrg en severity-niveau (of groep).

où :

GUh = ∑ Avh.xy * GWxy

DNh = les dépenses normalisées de l’hôpital h NJh..xy = le nombre de journées totales des séjours retenus de l’hôpital h appartenant à l’APRdrg x et niveau de sévérité / ou groupe y VNxy = la valeur normalisée nationale par lit occupé des prestations médicales pour l’APRdrg x et niveau de sévérité / ou groupe y

waar: GUh = de genormaliseerde uitgaven van ziekenhuis h Avh.xy = het aantal in aanmerking genomen totale verpleegdagen van de verblijven van ziekenhuis h die behoren tot APRdrg x en severity-niveau/of groep y GWxy = de genormaliseerde waarde per bezet bed van de medische verstrekkingen voor APRdrg x en severity-niveau /of groep y ]

52

[(4) ANNEXE 15

[(4) BIJLAGE 15

MODALITES POUR LE REGLEMENT RELATIF A LA REPRODUCTION MEDICALEMENT ASSISTEE

MODALITEITEN VOOR DE REGELING INZAKE MEDISCH GEASSISTEERDE VOORTPLANTING

Pour bénéficier du financement prévu à [(16) l’article 74bis ], les programmes de soins agréés ‘Médecine de la reproduction B’ ne peuvent, par patiente, qu’implanter un nombre limité d’embryons, cela en fonction de l’âge de la femme et de l’ordre du cycle:

Om de voor [(16) artikel 74bis ] geplande financiering te genieten, mogen de erkende zorgprogramma’s ‘Reproductieve geneeskunde B’, per patiënt, slechts een beperkt aantal embryo’s inplanten, en dit naargelang van de leeftijd van de vrouw en de rangorde van de cyclus :

1° si la femme a ≤ 35 ans :

1° indien leeftijd van de vrouw ≤ 35 jaar :

-

lors du premier essai (ou cycle) seulement implanter 1 embryon frais ; lors du deuxième essai : implanter 1 embryon frais ou 2 embryons frais si la qualité de l’embryon est insuffisante ; lors du troisième essai et lors des essais suivants : implanter 2 embryons frais au maximum.

2° Si la femme a > 35 ans et ≤ 39 ans :

-

lors du premier et du deuxième essai : implanter 2 embryons frais au maximum; lors du troisième essai et lors des essais suivants : implanter trois embryons frais au maximum.

Ce n’est que dans le cas où la femme a > 39 ans et ≤ 42 ans qu’on n’impose pas de maximum en ce qui concerne le nombre d’embryons frais qui peuvent être replacés.

- bij de eerste poging (of cyclus) slechts 1 vers embryo inplanten; - bij de tweede poging : 1 vers embryo inplanten of 2 verse embryo’s indien onvoldoende kwaliteit van het embryo; - bij de derde en volgende pogingen: maximum 2 verse embryo’s inplanten 2° Indien leeftijd van de vrouw > 35 en ≤ 39 jaar :

- eerste en tweede poging maximum 2 verse embryo’s inplanten; - derde en volgende pogingen : maximum drie verse embryo’s inplanten. Enkel indien de leeftijd van de vrouw > 39 en ≤ 42 jaar wordt geen maximum opgelegd inzake aantal verse embryo’s dat mag teruggeplaatst worden.

3° Par dérogation aux 1° et 2°, 2 embryons au maximum peuvent

3° In afwijking van 1° en 2° mogen bij gebruik van ontdooide

être implantés lors de l’utilisation d’embryons décongelés. En cas de combinaison d’embryons frais et décongelés, les critères d’application sont ceux fixés aux 1° et 2°.

embryo’s maximum 2 embryo’s worden ingeplant. Bij combinatie van verse en ontdooide embryo’s gelden de criteria zoals vastgelegd in 1° en 2° ]

53

[(6) [(29) [(30) [(32) Bijlage 16 - Lijst van de ziekenhuizen en de financieringsbedragen voor de forfaits bedoeld in artikel 47ter.

[(6) [(29) [(30) [(32) Annexe 16 - Liste des hôpitaux et montants du financement pour les forfaits visés à l’article 47ter.

§ 1. Voor de periode van 1 januari tot 30 juni 2014.

§ 1er. Pour la période du 1er janvier au 30 juin 2014.

NAAM ZIEKENHUIS / NOM DE L’HOPITAL

STAD / VILLE

STEDELIJK ZIEKENHUIS

ROESELARE

CLINIQUE REINE ASTRID

MALMEDY

CENTRE HOSPITALIER REGIONAL

NAMUR

323.862,04 €

CENTRE HOSPITALIER DE LA HAUTE SENNE

SOIGNIES

198.041,01 €

RESEAU HOSPITALIER DE MEDECINE SOCIALE

BAUDOUR

ZIEKENHUIS NETWERK ANTWERPEN

ANTWERPEN

GRAND HOPITAL DE CHARLEROI

GILLY

350.729,89 €

A. Z. SINT-BLASIUS

DENDERMONDE

300.394,75 €

BUDGET 94.037,49 € 58.651,38 €

131.039,72 € 1.017.443,20 €

SINT-NIKOLAUS HOSPITAL

EUPEN

94.508,86 €

A. Z. MARIA MIDDELARES - SINT JOZEF

GENT

166.829,86 €

CENTRE HOSPITALIER PELTZER - LA TOURELLE

VERVIERS

296.489,14 €

CLINIQUE ANDRE RENARD

HERSTAL

63.196,70 €

A. Z. SINT-MAARTEN

MECHELEN

247.096,73 €

A. Z. ALMA

EEKLO

128.682,89 €

LES CLINIQUES DE SOINS SPECIALISES VALDOR PERI

LIEGE

44.207,39 €

CLINIQUES UNIVERSITAIRES DE MONT GODINNE

YVOIR GODINNE

356.790,31 €

C.H. DU BOIS DE L'ABBAYE ET DE HESBAYE

SERAING

353.962,11 €

CLINIQUE SAINT-PIERRE

OTTIGNIES

229.420,51 €

A. Z. SINT-JAN

BRUGGE

464.699,43 €

JAN YPERMAN ZIEKENHUIS

IEPER

120.972,69 €

A. Z. TURNHOUT

TURNHOUT

498.435,76 €

CENTRE HOSPITALIER HUTOIS

HUY

121.881,75 €

HOPITAL UNIVERSITAIRE SAINT-PIERRE

BRUXELLES

278.711,92 €

ASSOCIATION HOSPITALIERE DE BRUXELLES ET DE SCHAERBEEK

BRUXELLES

396.957,42 €

INSTITUT JULES BORDET

BRUXELLES

181.038,17 €

HOPITAUX IRIS SUD

BRUXELLES

438.033,59 €

CENTRE HOSPITALIER UNIVERSITAIRE DE TIVOLI

LA LOUVIERE

140.871,06 €

HEILIG HARTZIEKENHUIS

LIER

171.442,51 €

GASTHUIS ZUSTERS ANTWERPEN

ANTWERPEN

413.320,55 €


MOL

171.072,15 €

CENTRE HOSPITALIER DU VAL DE SAMBRE

SAMBREVILLE

155.113,05 €

SINT-JOZEFKLINIEK

BORNEM

188.243,33 €

SINT-MARIAZIEKENHUIS

HALLE

160.028,72 €

R. Z. HEILIG HART

LEUVEN

184.674,42 €

A. Z. HEILIG HART

TIENEN

104.912,58 €

CLINIQUE SAINT-JEAN

BRUXELLES

289.654,34 €

CLINIQUES DE L’EUROPE

BRUXELLES

147.335,51 €

REVALIDATIE & MS CENTRUM

OVERPELT

34.780,07 €


ROESELARE

236.861,36 €

SINT-JOZEFSKLINIEK

IZEGEM

ONZE LIEVE VROUWZIEKENHUIS

AALST

SINT-VINCENTIUSZIEKENHUIS

DEINZE

A. Z. SINT LUCAS

ASSEBROEK

66.563,60 € 306.185,81 € 37.540,93 € 148.850,61 €

54

U.Z. BRUSSEL

BRUSSEL

1.010.541,13 €

CENTRE HOSPITALIER DE JOLIMONT - LOBBES

HAINE SAINT PAUL

HOPITAL UNIVERSITAIRE DES ENFANTS REINE FABIOLA

BRUXELLES

LES CLINIQUES SAINT-JOSEPH

LIEGE

560.454,04 €

CENTRE HOSPITALIER SAINT VINCENT - SAINTE ELISABETH

ROCOURT

109.491,56 €

I.H. FAMENNE ARDENNE CONDROZ

MARCHE EN FAMENNE

295.613,75 €

CLINIQUE MATERNITE SAINTE-ELISABETH

NAMUR

137.167,47 €

CENTRE HOSPITALIER DE L'ARDENNE

LIBRAMONT

146.931,48 €

A. Z. OUDENAARDE

OUDENAARDE

108.582,50 €

253.056,14 € 57.978,00 €


AALST

645.703,93 €

A.Z. JAN PORTAELS

VILVOORDE

210.128,18 €

A. Z. SINT-ELISABETH

ZOTTEGEM

220.060,53 €

CENTRE NEUROLOGIQUE ET DE READAPTATION FONCTIONNELLE

FRAITURE EN CONDROZ

1.851,79 €

JESSA ZIEKENHUIS

HASSELT

498.738,78 €

CLINIQUES DU SUD LUXEMBOURG

ARLON

249.958,60 €

CENTRE HOSPITALIER DE MOUSCRON

MOUSCRON

129.423,61 €

CENTRE DE SANTE DES FAGNES

CHIMAY

144.844,00 €

CENTRE INTER UNIVERSITAIRE HOPITAL AMBROISE PARE

MONS

80.334,22 €

KLINIK SINT-JOSEF

ST VITH

44.645,08 €

CENTRE HOSPITALIER DE DINANT

DINANT

92.690,74 €

A. Z. LOKEREN

LOKEREN

C.H.R. MONS HAINAUT

MONS

144.608,32 €

A. Z. SINT-LUCAS

GENT

272.011,79 €

UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS ANTWERPEN

EDEGEM

461.029,51 €

70.267,19 €


HERENTALS

88.010,75 €

SINT-AUGUSTINUS

VEURNE

56.328,22 €

A. Z. HEILIGE FAMILIE

REET

77.943,72 €

U.Z. LEUVEN

LEUVEN

949.802,27 €

C.H.U. ANDRE VESALE

MONTIGNY LE TILLEUL

146.561,12 €

C.H.I.R.E.C. - SITE EDITH CAVELL

BRUXELLES

285.075,36 €

CENTRE HOSPITALIER DE TUBIZE-NIVELLES

NIVELLES

137.807,18 €

ZIEKENHUIS OOST-LIMBURG

GENK

559.174,62 €

SINT-REMBERTZIEKENHUIS

TORHOUT

62.860,01 €

A. Z. ZENO

KNOKKE

130.501,01 €

SINT-ANDRIESZIEKENHUIS

TIELT

152.284,85 €

A. Z. GROENINGE

KORTRIJK

459.716,42 €

KLINIEK ONZE LIEVE VROUW VAN LOURDES

WAREGEM

157.638,22 €

CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT-LUC

BRUXELLES

970.710,71 €

CLINIQUES UNIV DE BXL HOPITAL ERASME

BRUXELLES

574.393,01 €

CLINIQUE NOTRE DAME DE GRACE

GOSSELIES

C. H. BAUDOUR-HORNU

HORNU

109.828,25 €

CENTRE HOSPITALIER REGIONAL DE LA CITADELLE

LIEGE

510.320,91 €

A.Z. DAMIAAN

OOSTENDE

194.741,45 €

C.H.W.A.P.I.

TOURNAI

561.262,10 €

A. Z. SINT JOZEF

MALLE

126.056,71 €

CENTRE DE TRAUMATOLOGIE ET DE READAPTATION

BRUXELLES

A.Z. GLORIEUX

RONSE

107.639,77 €

A. Z. NIKOLAAS

ST NIKLAAS

278.880,26 €

90.333,91 €

808,06 €

55

UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT

GENT

KONINGIN ELISABETH INSTITUUT

KOKSIJDE OOSTDUINK

607.152,93 € 639,71 €

BUNDELING ZORGINITIATIEVEN

OOSTENDE

A.Z. MONICA

DEURNE

317.464,93 €

4.073,95 €

A.Z. IMELDA ZIEKENHUIS

BONHEIDEN

186.054,85 €

NATIONAAL MULTIPLE-SCLEROSECENTRUM

MELSBROEK

12.120,84 €

CLINIQUE SAINT-LUC

BOUGE

133.834,24 €

CENTRE HOSPITALIER UNIVERSITAIRE DU SART-TILMAN

LIEGE

770.211,86 €

A. Z. SINT-DIMPNA

GEEL

143.867,60 €

A.Z. KLINA

BRASSCHAAT

291.573,47 €

A. Z. DIEST

DIEST

55.385,49 €

A. Z. JAN PALFIJN

GENT

95.855,62 €

SINT-FRANCISCUSZIEKENHUIS

HEUSDEN-ZOLDER

284.166,29 €

SINT-TRUDO ZIEKENHUIS

ST-TRUIDEN

139.187,61 €

A. Z. VESALIUS

TONGEREN

153.698,95 €

ZIEKENHUIS MAAS EN KEMPEN

MAASEIK

C. H. U.

CHARLEROI

46.126,52 € 207.603,01 €

MARIAZIEKENHUIS

OVERPELT

125.720,02 €

C.H.I.R.E.C. - SITE STE ANNE - ST REMI - ST ETIENNE

BRUXELLES

147.470,19 €

HOPITAL DE LA MADELEINE

ATH

169.321,36 €

§ 2. Voor de periode van 1 juli tot 31 december 2014.

§ 2. Pour la période du 1er juillet au 31 décembre 2014.

NAAM ZIEKENHUIS / NOM DE L’HOPITAL

STAD / VILLE


ROESELARE

94.037,49 €

CLINIQUE REINE ASTRID

MALMEDY

58.651,38 €

CENTRE HOSPITALIER REGIONAL

NAMUR

CENTRE HOSPITALIER DE LA HAUTE SENNE

SOIGNIES

ZIEKENHUIS NETWERK ANTWERPEN

ANTWERPEN

GRAND HOPITAL DE CHARLEROI

GILLY

350.729,89 €

ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-BLASIUS

DENDERMONDE

300.394,75 €

SINT-NIKOLAUS HOSPITAL

EUPEN

94.508,86 €

ALGEMEEN ZIEKENHUIS MARIA MIDDELARES - SINT JOZEF

GENT

166.829,86 €

CENTRE HOSPITALIER PELTZER - LA TOURELLE

VERVIERS

296.489,14 €

BUDGET

323.862,04 € 198.041,01 € 1.017.443,27 €

CLINIQUE ANDRE RENARD

HERSTAL

ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-MAARTEN

MECHELEN

247.096,73 €

63.196,70 €

A. Z. ALMA

EEKLO

128.682,89 €

LES CLINIQUES DE SOINS SPECIALISES VALDOR PERI

LIEGE

44.207,39 €

CLINIQUES UNIVERSITAIRES DE MONT GODINNE

YVOIR GODINNE

356.790,31 €

C.H. DU BOIS DE L'ABBAYE ET DE HESBAYE

SERAING

353.962,11 €

CLINIQUE SAINT-PIERRE

OTTIGNIES

229.420,51 €

ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-JAN

BRUGGE

464.699,43 €

JAN YPERMAN ZIEKENHUIS

IEPER

120.972,69 €

A. Z. TURNHOUT

TURNHOUT

498.435,76 €

CENTRE HOSPITALIER HUTOIS

HUY

121.881,75 €

HOPITAL UNIVERSITAIRE SAINT-PIERRE

BRUXELLES

278.711,92 €

ASSOCIATION HOSPITALIERE DE BRUXELLES ET DE SCHAERBEEK

BRUXELLES

396.957,42 €

INSTITUT JULES BORDET

BRUXELLES

181.038,17 €

56

HOPITAUX IRIS SUD

BRUXELLES

438.033,59 €

CENTRE HOSPITALIER UNIVERSITAIRE DE TIVOLI

LA LOUVIERE

140.871,06 €


LIER

171.442,51 €

GASTHUIS ZUSTERS ANTWERPEN

ANTWERPEN

413.320,55 €


MOL

171.072,15 €

CENTRE HOSPITALIER DU VAL DE SAMBRE

SAMBREVILLE

155.113,05 €

SINT-JOZEFKLINIEK

BORNEM

188.243,33 €

SINT-MARIAZIEKENHUIS

HALLE

160.028,72 €

R. Z. HEILIG HART

LEUVEN

184.674,42 €

A. Z. HEILIG HART

TIENEN

104.912,58 €

CLINIQUE SAINT-JEAN

BRUXELLES

289.654,34 €

CLINIQUES DE L’EUROPE

BRUXELLES

147.335,51 €

REVALIDATIE & MS CENTRUM

OVERPELT

34.780,07 €


ROESELARE

236.861,36 €

SINT JOZEFSKLINIEK

IZEGEM

ONZE LIEVE VROUWZIEKENHUIS

AALST

SINT-VINCENTIUSZIEKENHUIS

DEINZE

A. Z. SINT-LUCAS

ASSEBROEK

U.Z. BRUSSEL

BRUSSEL

CENTRE HOSPITALIER DE JOLIMONT - LOBBES

HAINE SAINT PAUL

HOPITAL UNIVERSITAIRE DES ENFANTS REINE FABIOLA

BRUXELLES

LES CLINIQUES SAINT-JOSEPH

LIEGE

560.454,04 €

CENTRE HOSPITALIER SAINT VINCENT - SAINTE ELISABETH

ROCOURT

109.491,56 €

I.H. FAMENNE ARDENNE CONDROZ

MARCHE EN FAMENNE

295.613,75 €

CLINIQUE MATERNITE SAINTE-ELISABETH

NAMUR

137.167,47 €

CENTRE HOSPITALIER DE L'ARDENNE

LIBRAMONT

146.931,48 €

A. Z. OUDENAARDE

OUDENAARDE

108.582,50 €


AALST

645.703,93 €

A.Z. PORTAELS

VILVOORDE

210.128,18 €


ZOTTEGEM

220.060,53 €

CENTRE NEUROLOGIQUE ET DE READAPTATION FONCTIONNELLE

FRAITURE EN CONDROZ

66.563,60 € 306.185,81 € 37.540,93 € 148.850,61 € 1.010.541,13 € 253.056,14 € 57.978,00 €

1.851,79 €

JESSA ZIEKENHUIS

HASSELT

498.738,78 €

CLINIQUES DU SUD LUXEMBOURG

ARLON

249.958,60 €

CENTRE HOSPITALIER DE MOUSCRON

MOUSCRON

129.423,61 €

CENTRE DE SANTE DES FAGNES

CHIMAY

144.844,00 €

CENTRE INTER UNIVERSITAIRE HOPITAL AMBROISE PARE

MONS

80.334,22 €

KLINIK ST JOSEF

ST VITH

44.645,08 €

CENTRE HOSPITALIER DE DINANT

DINANT

92.690,74 €

A. Z. LOKEREN

LOKEREN

70.267,19 €

C.H.R. MONS HAINAUT

MONS

144.608,32 €

A. Z. SINT-LUCAS

GENT

272.011,79 €

UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS ANTWERPEN

EDEGEM

461.029,51 €


HERENTALS

88.010,75 €

SINT-AUGUSTINUS

VEURNE

56.328,22 €

A. Z. HEILIGE FAMILIE

RUMST REET

77.943,72 €

U.Z. LEUVEN

LEUVEN

949.802,27 €

C.H.U. ANDRE VESALE

MONTIGNY LE TILLEUL

146.561,12 €

C.H.I.R.E.C. - SITE EDITH CAVELL

BRUXELLES

285.075,36 €

57

CENTRE HOSPITALIER DE TUBIZE-NIVELLES

NIVELLES

137.807,18 €

ZIEKENHUIS OOST-LIMBURG

GENK

559.174,62 €

SINT-REMBERTZIEKENHUIS

TORHOUT

62.860,01 €

A. Z. ZENO

KNOKKE

130.501,01 €

SINT ANDRIESZIEKENHUIS

TIELT

152.284,85 €

A. Z. GROENINGE

KORTRIJK

459.716,42 €

KLINIEK ONZE LIEVE VROUW VAN LOURDES

WAREGEM

157.638,22 €

CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT LUC

BRUXELLES

970.710,71 €

CLINIQUES UNIVERSITAIRE DE BXL HOPITAL ERASME

BRUXELLES

575.201,07 €

CLINIQUE NOTRE DAME DE GRACE

GOSSELIES

C. H. BAUDOUR-HORNU

HORNU

240.867,97 €

CENTRE HOSPITALIER REGIONAL DE LA CITADELLE

LIEGE

510.320,91 €

A.Z. DAMIAAN

OOSTENDE

194.741,45 €

90.333,91 €

C.H.W.A.P.I.

TOURNAI

561.262,10 €

A. Z. SINT_JOZEF

MALLE

126.056,71 €

CENTRE DE TRAUMATOLOGIE ET DE READAPTATION

BRUXELLES

A.Z. GLORIEUX

RONSE

A. Z. NIKOLAAS

ST NIKLAAS

278.880,26 €

UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT

GENT

607.152,93 €

KONINGIN ELISABETH INSTITUUT

KOKSIJDE OOSTDUINK

808,06 € 107.639,77 €

639,71 €

BUNDELING ZORGINITIATIEVEN

OOSTENDE

A.Z. MONICA

DEURNE

317.464,93 €

4.073,95 €

A.Z. IMELDAZIEKENHUIS

BONHEIDEN

186.054,85 €

NATIONAAL MULTIPLE-SCLEROSECENTRUM

MELSBROEK

12.120,84 €

CLINIQUE SAINT-LUC

BOUGE

133.834,24 €

CENTRE HOSPITALIER UNIVERSITAIRE DU SART-TILMAN

LIEGE

770.211,86 €

A. Z. SINT-DIMPNA

GEEL

143.867,60 €

A.Z. KLINA

BRASSCHAAT

291.573,47 €

A. Z. DIEST

DIEST

55.385,49 €

A. Z. JAN PALFIJN

GENT

95.855,62 €

SINT-FRANCISCUSZIEKENHUIS

HEUSDEN-ZOLDER

284.166,29 €

SINT-TRUDO ZIEKENHUIS

ST-TRUIDEN

139.187,61 €

A. Z. VESALIUS

TONGEREN

153.698,95 €

ZIEKENHUIS MAAS EN KEMPEN

MAASEIK

C. H. U.

CHARLEROI

46.126,52 € 207.603,01 €

MARIAZIEKENHUIS

OVERPELT

125.720,02 €

C.H.I.R.E.C. - SITE STE ANNE - ST REMI - ST ETIENNE

BRUXELLES

147.470,19 €

HOPITAL DE LA MADELEINE

ATH

169.321,36 € ».

]]]] ---------

58

[(16) ANNEXE 17

[(16) BIJLAGE 17

[(26) Définitions des variables et paramètres explicatifs du profil social de l’hôpital et calcul d’un indice de correction sociale]

[(26) Definities van de verklarende variabelen en parameters m.b.t. het sociale profiel van het ziekenhuis en berekening van een sociale correctie-index]

1. Sources de données :

1. Gegevensbronnen :

- les admissions dans les hôpitaux généraux fournies par les organismes assureurs ;

- de opnamen in de algemene ziekenhuizen verstrekt door de verzekeringsinstellingen ;

- les données socio-économiques des patients (âge, handicap, isolé, intervention majorée, forfaits maladies chroniques) fournies par les organismes assureurs ;

- de socio-economische gegevens van patiënten (leeftijd, handicap, allenstand, verhoogde tussenkomst, forfaits chronische ziekten) verstrekt door de verzekeringsinstellingen;

[(26) – supprimé]

[(26) – geschrapt]

1. Variables de profil social

1. Variabelen m.b.t. het sociale profiel

1.1. Variables provenant des organismes assureurs

1.1. Variabelen die afkomstig zijn van de verzekeringsinstellingen

age : nombre d’admissions pour les patients âgés de 75 ans ou plus ;

leeftijd : aantal opnamen voor de patiënten van 75 jaar of ouder;

bim : nombre d’admissions pour les patients bénéficiant du MàF social via leur qualité de BIM ;

rvv : aantal opnamen voor de patiënten die de sociale MAF genieten door hun hoedanigheid als RVV;

ihand : nombre d’admissions pour les patients bénéficiant du MàF social via l’intervention pour personne handicapée ;

ihand : aantal opnamen voor de patiënten die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten ;

isolé : nombre d’admissions pour les patients isolés c’est-à-dire dont le ménage MàF ne comprend qu’une seule personne (eux-mêmes) ;

alleenstaand : aantal opnamen voor alleenstaande patiënten, d.w.z. waarvan het MAF-gezin slechts een persoon telt (zijzelf);

forfait : nombre d’admissions pour les patients bénéficiant du forfait infirmier B ou du forfait infirmier C ou du forfait Kinésithérapeute E ;

forfait : aantal opnamen voor de patiënten die het forfait B en C verpleegkundige zorg of het forfait E kinesitherapie genieten;

[(26) 1.2. abrogé]

[(26) 1.2. opgeheven]

1.3. Interactions entre ces variables

1.3. Interacties tussen die variabelen

age*bim : nombre d'admissions pour les patients - âgés de 75 ans ou plus et - bénéficiant du MàF social via leur qualité de BIM ;

leeftijd*rvv : aantal opnamen voor de patiënten - van 75 jaar of ouder en - die de sociale MAF genieten door hun hoedanigheid als RVV;

ihand*isolé : nombre d'admissions pour les patients - bénéficiant du MàF social via l'intervention pour personne handicapée et - isolés ;

ihand*alleenstaande : aantal opnamen voor de patiënten - die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten en - die alleenstaand zijn;

ihand*forfait : nombre d'admissions pour les patients - bénéficiant du MàF social via l'intervention pour personne handicapée et - bénéficiant du forfait infirmier B ou du forfait infirmier C ou du forfait Kinésithérapeute E ;

ihand*forfait : aantal opnamen voor de patiënten die - de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten en - die het forfait B en C verpleegkundige zorg of het forfait E kinesitherapie genieten;

age*ihand : nombre d'admissions pour les patients - âgés de 75 ans ou plus et - bénéficiant du MàF social via l'intervention pour personne handicapée ;

leeftijd*ihand : aantal opnamen voor de patiënten - van 75 jaar of ouder en - die de sociale MAF genieten via de tegemoetkoming voor gehandicapten;

age*isolé : nombre d'admissions pour les patients - âgés de 75 ans ou plus et - isolés ;

leeftijd*alleenstaand : aantal opnamen voor de patiënten - van 75 jaar of ouder en - die alleenstaand zijn;

age*forfait : nombre d'admissions pour les patients

leeftijd*forfait : aantal opnamen voor de patiënten

59

- âgés de 75 ans ou plus et - bénéficiant du forfait infirmier B ou du forfait infirmier C ou du forfait Kinésithérapeute E ; [(26) abrogés] 2. Régression multivariée de la durée de séjour compte tenu des facteurs sociaux pour l’ensemble des variables sociales.

- van 75 jaar of ouder en - die het forfait B en C verpleegkundige zorg of het forfait E kinesitherapie genieten; [(26) opgeheven] 2. Multigevarieerde daling van de ligduur rekening houdende met de sociale factoren voor het geheel van de sociale variabelen

[(26) Variables / Variabelen

Coefficient / Coefficient

âge leeftijd 0,1496 bim Rvv 0,1883 ihand Ihand 0,4566 isolé alleenstaand 0,2793 forfait forfait 0,6195 age*bim leeftijd*bim 0,1278 ihand*isolé ihand*alleenstaand 0,4747 ihand*forfait ihand*forfait -0,2912 age*ihand leeftijd*ihand 0,9959 age*isolé leeftijd*alleenstaand 1,0208 age*forfait leeftijd*forfait 0,5661] [(26) 3. Calcul d’un nombre de journées justifiées par hôpital [(26) 3. Berekening van een aantal verantwoorde ligdagen compte tenu d’un indice de correction sociale. per ziekenhuis rekening houdende met een sociale correctieindex. Calcul du nombre de journées justifiées en fonction de l’indice de correction sociale.

Berekening van het aantal verantwoorde ligdagen in functie van de sociale-correctie-index.

Un nombre de journées justifiées est calculé selon la formule suivante :

Een aantal verantwoorde dagen wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

S x ∑j Xj x βj / ∑j Yj x βj où :

waarbij:

S = montant à répartir ;

S = te verdelen bedrag;

Xj = nombre d’admissions de l’hôpital pour la variable explicative j, telle que définie dans l’annexe 17 ;

Xj = aantal opnamen van het ziekenhuis voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17;

Yj = nombre d’admissions du Royaume pour la variable explicative j, telle que définie dans l’annexe 17 ;

Yj = aantal opnamen van het Rijk voor de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17;

βj = paramètre estimé de la variable explicative j, telle que définie dans l’annexe 17.

βj = geraamde parameter van de verklarende variabele j, zoals gedefinieerd in bijlage 17.

Le nombre de journées justifiées en fonction de l’indice de correction sociale est réparti au prorata des journées justifiées calculées selon la méthode définie à l’annexe 3, point 3, pour les services définis à l’annexe 3, points 3.2.1. à 3.2.4.]

Het aantal verantwoorde dagen in functie van de sociale correctieindex wordt verdeeld naar rato van de verantwoorde dagen, berekend volgens de methode gedefinieerd in bijlage 3, punt 3, voor de diensten gedefinieerd in bijlage 3, punten 3.2.1. tot 3.2.4.]

60

[(32) Annexe 18 – détermination des NRG sur base du DI-RHM. 1.

Pincipes

Les NRG sont construits sur les principes suivants : Chaque type d’unité de soins, défini par son préfixe d’unité et son index de lit principal, prend en charge des patients qui nécessitent des soins infirmiers caractéristiques de ce type d’unité. Lors des transferts d’un patient au cours d’un séjour (admission à l’hôpital, passage en salle d’opération,…), les soins infirmiers sont caractéristiques du type de transfert. Ces soins caractéristiques constituent les NRG (Nursing Related Group). Une fois définis, ces NRG peuvent être comparés aux soins reçus par un patient, un jour donné, au sein d’une unité de soins donnée (épisode de soins). Le NRG le plus ressemblant est attribué à l’épisode de soins. Pour permettre un financement différencié, les NRG sont pondérés en fonction du poids moyen des épisodes de soins auxquels ils sont attribués. 2.

Données utilisées

Les donnée utilisées sont celles des séjours classiques d’une année complète du RHM (Champ A2_HOSPTYPE_FAC=H, F, M, L et N dans la database RHM). Seuls les épisodes où des soins infirmiers ont été enregistrés sont pris en compte. Les profils (NRG) doivent être reconstruits pour chaque nouvelle année d’enregistrement. 3.

Création des profils de soins = NRG

Pour définir les NRG, on sélectionne les épisodes de soins qui correspondent à priori le plus au profil recherché (Groupes d’épisodes sources). Les scores moyens des items infirmiers dans chaque groupe d’épisodes déterminent les NRG. Les scores utilisés pour créer les NRG ne sont pas les scores bruts des items (=scores encodés dans le DI-RHM). Ils sont pondérés en temps et en compétence d’après les résultats de l’étude Profi(e)l-DIVG(2009-2012), et convertis en valeur ridit. Les NRG des épisodes courts (jours de transfert entre unités de soins, admission, sortie, etc.) sont créés distinctement des profils des épisodes de 24h ininterrompues (journée de soins complète dans une même unité). 3.1.

Pondération des scores des items d’après Profi(e)l-DIVG

On procède comme suit: 1. Mise en catégorie des scores des items de fréquence : Les catégories sont issues de l’étude Profi(e)l-DIVG mais les fréquences médianes dans ces catégories sont recalculées pour l’année d’enregistrement considérée, séparément pour les épisodes de 24h et les épisodes courts. 2.

Pour chaque score ou catégorie de score : Attribution des points temps, tels qu’issus de l’étude Profi(e)l-DIVG (1 point correspond à env. 5 min). Attribution d’un facteur de compétence, tels qu’issu de l’étude Profi(e)l-DIVG. Il s’agit du niveau minimal de la compétence principale retenue pour chaque item (Les niveaux vont de 1 à 5). -

Pour chaque score ou catégorie de score, le score pondéré est obtenu via la formule suiante : Pour les items de fréquence : SCORE PONDERE = (FREQUENCE MEDIANE DE LA CATEGORIE [24h ou courts] X POINTS TEMPS X FACTEUR DE COMPETENCE) /FACTEUR DE COMPETENCE MOYEN

61

Pour les autres items : SCORE PONDERE = POINTS TEMPS X FACTEUR DE COMPETENCE /FACTEUR DE COMPETENCE MOYEN 3.2.

Calcul Ridit

Le calcul ridit est fait sur l’ensemble des épisodes de soins, mais distinctement pour les épisodes de 24h et les épisodes courts. On définit donc 2 populations de référence. Le calcul ridit se fait par population de référence, par item et non par possiblité de codage. Les items qui présentent plusieurs possibilités de codage sont les suivants : B200, B400, C100, D100, F100, R100 – Pour ces derniers, les possibilités de codage sont synthétisées en fonction de leur valeur pondérée. Le calcul ridit s’effectue sur les scores pondérés des items, ordonnés par valeur croissante. Une fois les ridits calculés, les scores pondérés des items sont remplacés par leur valeur ridit [dans la population de référence], dans tous les épisodes de soins. 3.3.

Création des NRG

Pour créer les NRG, on sélectionne les épisodes de soins qui correspondent au profil recherché dans le DI-RHM de l’année considérée (Séjours classiques, épisodes avec au moins 1 item de soins enregistré). Pour les épisodes de 24h, les groupes d’épisodes sources sont créés principalement sur base des différents types d’unités de soins. Pour les épisodes courts, les groupes d’épisodes sources sont créés principalement sur base des moments spécifiques des séjours. D’autres groupes sont ensuite créés sur base des différents types d’unités de soins, en dehors de ces moments spécifiques. 3.3.1. NRG pour les épisodes de 24h Les épisodes de 24h qui répondent aux critères du tableau ci-dessous sont sélectionnés pour créer les NRG correspondants. Si nécessaire, ces critères peuvent être modifiés lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement. Préfixe d’unité de soins

Index de lit principal CI, HI

INT

BRU

DIV

DI, HI EI NI BR AR, OB, M, MI M

MI

Critères supplémentaires - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans Age à l'admission <= 28 jours Jour de l'accouchement (Mères) - Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W100 et W200 non scorés au cours de l'épisode - Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W400 non scoré au cours de l'épisode

NRG

1 - Soins intensifs chirurgicaux 2 - Soins intensifs non chirurgicaux 3 - Soins intensifs pédiatriques 4 - Soins intensifs de néonatologie 5 - Soins aux plaies compliquées 6 - Soins en obstétrique/maternité le jour de l'accouchement (Mères) 7 - Soins de maternité (Mères) 8 - Soins de surveillance des grossesses à haut risque (Mères) 62

Préfixe d’unité de soins

Index de lit principal

Critères supplémentaires

NRG

M

Age à l'admission <= 7 jours

9 - Soins de maternité (Nouveaunés)

N E C, CD D, CD G L

- Age à l'admission <= 28 jours - ET l'épisode compte au moins 1 item parmi V200, V300 et V400 ayant un score supérieur à la moyenne de la population de référence Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans Age à l'admission >= 60 ans

S1 S2 SPE

S3 S4 S5 S6

Age à l'admission >= 60 ans

10 - Soins de néonatologie 11 - Soins pédiatriques 12 - Soins chirurgicaux 13 - Soins non chirurgicaux 14 - Soins gériatriques 15 - Soins aux patients contagieux 16 - Soins des affections cardiopulmonaires 17 - Soins des affections de l’appareil locomoteur 18 - Soins neurologiques 19 - Soins palliatifs 20 - Soins des polypathologies chroniques 21 - Soins psycho-gériatriques

3.3.2. NRG pour les épisodes courts Comme pour les groupers d’épisodes de 24h, les critères peuvent – si nécessaires - être modifiés lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement. 3.3.2.1 Critères des NRG courts : NRG spécifiques aux moments du séjour Préfixe d'unité de soins


OPR

Autres critères

NRG

Jour opératoire, épisode préopératoire Jour opératoire, épisode postopératoire Jour opératoire

22 - Soins préopératoires 23 - Soins postopératoires 24 - Soins en salle de réveil 25 - Soins en obstétrique le jour de l'accouchement (Mères)

Jour de l'accouchement (Mères)

DIV

AR, OB

- W100 ou W200 scorés au cours de l'épisode - ET W400 non scoré au cours de l'épisode - W100 et W200 non scorés au cours de l'épisode - ET W400 scoré au cours de l'épisode Premier épisode du séjour de la naissance (Nouveau-né)

26 - Soins prénatals en obstétrique (Mères) 27 - Soins postnatals en obstétrique (Mères) 28 - Soins à la naissance (Nouveau-né) 63

Premier épisode d'un séjour autre que celui de la naissance ou de l'accouchement Dernier épisode du séjour d'un patient décédé Dernier épisode du séjour de la naissance (Nouveau-né) Dernier épisode d'un séjour autre que celui du décès ou de la naissance

29 - Soins à l'admission à l'hôpital (séjours autres que la naissance ou l'accouchement) 30 - Soins lors du décès 31 - Soins du nouveau-né à la sortie de l'hôpital 32 - Soins à la sortie de l'hôpital (séjours autres que celui du décès ou de la naissance)

3.3.2.2 Critères des NRG courts : NRG spécifiques aux types d’unité de soins Il s’agit des mêmes critères que ceux des NRG de 24h. Exception : Le NRG des soins en obstétriques le jour de l’accouchement (NRG 6) n’est pas appliqué aux épisodes courts. Il est remplacé par le NRG 25. Préfixe d’unité de soins


INT

BRU

DI, HI EI NI BR

M

MI M DIV N E C, CD D, CD G

Critères supplémentaires - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans Age à l'admission <= 28 jours

- Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W100 et W200 non scorés au cours de l'épisode - Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W400 non scoré au cours de l'épisode Age à l'admission <= 7 jours - Age à l'admission <= 28 jours - ET l'épisode compte au moins 1 item parmi V200, V300 et V400 ayant un score supérieur à la moyenne de la population de référence Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans Age à l'admission >= 60 ans

NRG

1 - Soins intensifs chirurgicaux 2 - Soins chirurgicaux

intensifs

non

3 - Soins intensifs pédiatriques 4 - Soins intensifs de néonatologie 5 - Soins aux plaies compliquées

7 - Soins de maternité (Mères) 8 - Soins de surveillance des grossesses à haut risque (Mères) 9 - Soins de maternité (Nouveaunés) 10 - Soins de néonatologie 11 - Soins pédiatriques 12 - Soins chirurgicaux 13 - Soins non chirurgicaux 14 - Soins gériatriques 64

Préfixe d’unité de soins



NRG


15 - Soins aux patients contagieux 16 - Soins des affections cardiopulmonaires 17 - Soins des affections de l’appareil locomoteur 18 - Soins neurologiques 19 - Soins palliatifs 20 - Soins des polypathologies chroniques 21 - Soins psycho-gériatriques

L S1 S2 SPE

S3 S4 S5 S6

3.3.3. Cleaning des groupes d’épisodes sources. Les épisodes de soins ayant trop peu d’items enregistrés sont exclus des groupes d’épisodes sources. 3.3.3.1 Cleaning par groupe d’épisodes sources Pour les profils intensifs (NRG 1 à 5), le nombre d’items enregistrés dans l’épisode doit être au moins égal au percentile 5 du groupe d’épisodes sources (avant cleaning). Pour les autres profils, le nombre d’items enregistrés dans l’épisode doit être compris entre les percentiles 5 et 95 du groupe d’épisodes sources (avant cleaning). Les épisodes qui ne correpsondent pas à ces critères sont exclus des groupes d’épisodes sources. 3.3.3.2 Cleaning pour l’ensemble des groupes d’épisodes sources On fixe comme nombre minimum d’items requis pour l’attribution d’un NRG quel qu’il soit, le percentile 5 du groupe d’épisodes sources de 24h ayant le percentile 5 le plus faible (avant cleaning). Les épisodes qui ne présentent pas au moins ce nombre minimum d’items sont exclus des groupes d’épisodes sources (Groupes des 24h et des épisodes courts). 3.4 Attribution d’un NRG à un épisode de soins Pour attribuer un NRG à un épisode de soins donné, on quantifie la ressemblance de l’épisode aux NRG par l’intermédiaire d’indicateurs. Ces indicateurs sont calculés par épisode de soins et comparés entre eux, en fonction d’une série de paramètres. 3.4.1 Indicateur principal Un indicateur principal est construit pour chaquee NRG, sur base des valeurs ridits moyennes des 78 items de soins de ce NRG. Pour chaque NRG, on construit l’indicateur principal selon la formule suivante : Indicateur principal du NRG = Moyenne des valeurs ridits « corrigées » d’après les NRG Où la valeur ridit corrigée = La valeur ridit de l’item dans l’épisode de soins, si le ridit de l’item est au moins égal à 0.5 dans le NRG La valeur (1 – ridit de l’item dans l’épisode), si le ridit de l’item est inférieur à 0.5 dans le NRG L’indicateur principal d’un NRG est calculé pour tout épisode de soins auquel il est applicable. 65

3.4.2 Classes de l’indicateur principal Avant d’être utilisée pour déterminer le NRG d’un épisode de soins, la valeur d’un indicateur principal de NRG est convertie en classe. Cette classe dépend de la valeur de l’indicateur principal dans le groupe d’épisodes sources à l’origine du NRG, comme suit : Classe 0: Indicateur principal <= Quartile 1 de l’indicateur dans le groupe d’épisodes sources Classe 1: Indicateur principal > Quartile 1 et <= Médiane dans le groupe d’épisodes sources Classe 2: Indicateur principal > Médiane et <= Quartile 3 dans le groupe d’épisodes sources Classe 3: Indicateur principal > Quartile 3 dans le groupe d’épisodes sources Après calcul des indicateurs principaux et conversion en classe, un épisode de soins donné reçoit le NRG dont la classe est la plus élevée. Si plusieurs NRG obtiennent la même classe la plus élevée, on utilise un 2ème indicateur : l’indicateur secondaire. 3.4.3 Indicateur secondaire Un indicateur secondaire est construit pour chaque NRG, sur base des valeurs ridits moyennes des items de soins les plus caractéristiques à ce NRG. Pour déterminer les items les plus caractéristiques par NRG, on procède comme suit : a. Pour chaque item de soins, on calcule les percentiles P25 et P75 des scores ridits moyens par NRG, dans la population de référence. b. Si le P75 n’est pas supérieur à 0.5, on augmente le percentil par pas de 5 (P80, P85, etc.) jusqu’à obtenir une valeur supérieure à 0.5. c. Si le P25 n’est pas inférieur à 0.5, on diminue le percentiel par pas de 5 (P20, P15, etc.) jusqu’ à obtenir une valeur inférieure à 0.5. Le P75 ou le percentile correspondant à une valeur supérieure à 0.5 constitue le percentile de référence supérieur de l’item. Le P25 ou le percentile correspondant à une valeur inférieure à 0.5 constitue le percentile de référence inférieur de l’item. Pour chaque NRG, on construit l’indicateur secondaire sur base des items dont le ridit moyen est au moins égal au percentile de référence supérieur de l’item considéré, et des items dont le ridit moyen est au plus égal au percentile de référence inférieur de l’item. Les autres items ne sont pas inclus dans l’indicateur secondaire. Formule de l’indicateur secondaire : Indicateur secondaire du NRG = Moyenne des valeurs ridits des items caractéristiques « corrigées » d’après le NRG Où la valeur ridit corrigée = La valeur ridit de l’item dans l’épisode de soins, si le ridit de l’item dans le NRG est au moins égal à son percentile de référence supérieur La valeur (1 – ridit de l’item dans l’épisode), si le ridit de l’item dans le NRG est au plus égal à son percentiel de référence inférieur Dans le cas où l’indicateur principal ne permet pas de départager plusieurs NRG pour un même épisode de soins (classe la plus élevée non unique), on calcule l’indicateur secondaire des NRG ex-aequo. L’indicateur secondaire ayant la valeur la plus élevée détermine le NRG de l’épisode de soins. 66

3.4.5 conditions d’application d’un NRG à un épisode de soins Tous les NRG définis ne sont pas applicables à tous les épisodes de soins. 3 types de limitation sont mises en place. 3.4.5.1 limitation liée à la durée de l’épisode de soins. Un NRG construit sur des épisodes sources de 24h n’est applicable qu’aux épisodes de 24h. De même pour les NRG « courts », qui ne sont applicables qu’aux épisodes courts. 3.4.5.2 Limitatin liée au nombre d’items enregistrés dans l’épisode de soins. Les NRG ne sont pas applicables aux épisodes n’ayant pas un minimum d’items enregistrés (voir chapitre 3.3.3.2). 3.4.5.3 Limitations spécifiques aux NRG. Ces limitations sont présentées dans le tableau suivant. Ces limitations peuvent – si nécessaires – être modifiées lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement.

NRG 1 - Soins intensifs chirurgicaux 2 - Soins intensifs non chirurgicaux 3 - Soins intensifs pédiatriques 4 - Soins intensifs de néonatologie 5 - Soins aux plaies compliquées 6 - Soins en obstétrique/maternité le jour de l'accouchement (Mères) 7 - Soins de maternité (Mères) 8 - Soins de surveillance des grossesses à haut risque (Mères) 9 - Soins de maternité (Nouveau-nés)

Conditions d'application du NRG à un épisode de soins Age du patient Autres conditions à l'admission >= 1 an >= 1 an <= 18 ans < 1 an L'épisode n'atteint pas la classe 1 dans les >= 1 an autres profils intensifs (NRG 1 à 4) >= 1 an >= 1 an

Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour

>= 1 an < 1 an

10 - Soins de néonatologie

< 1 an

11 - Soins pédiatriques 12 - Soins chirurgicaux 13 - Soins non chirurgicaux 14 - Soins gériatriques 15 - Soins aux patients contagieux 16 - Soins des affections cardio-pulmonaires 17 - Soins des affections de l’appareil locomoteur 18 - Soins neurologiques 19 - Soins palliatifs 20 - Soins des polypathologies chroniques 21 - Soins psycho-gériatriques 22 - Soins préopératoires

<= 18 ans >= 1 an >= 1 an >= 60 ans >= 1 an >= 1 an

L'épisode compte au moins 1 item parmi V200, V300 et V400 avec un score supérieur à la moyenne de la population de référence

>= 1 an >= 1 an >= 1 an >= 1 an >= 60 ans Pas le dernier épisode du séjour 67

Pas le premier épisode du séjour ET Pas en unité préfixée 'OPR'

23 - Soins postopératoires 24 - Soins en salle de réveil 25 - Soins en obstétrique le jour de l'accouchement (Mères) 26 - Soins prénatals en obstétrique (Mères) 27 - Soins postnatals en obstétrique (Mères) 28 - Soins à la naissance (Nouveau-né) 29 - Soins à l'admission à l'hôpital (séjours autres que la naissance ou l'accouchement) 30 - Soins lors du décès 31 - Soins du nouveau-né à la sortie de l'hôpital 32 - Soins à la sortie de l'hôpital (séjours autres que celui du décès ou de la naissance)

>= 1 an >= 1 an >= 1 an < 1 an

Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour Pas le dernier épisode du séjour Pas le dernier épisode du séjour

< 1 an

Dernier épisode du séjour Pas le premier épisode du séjour Pas le premier épisode du séjour

3.4.6 NRG prioritaires « Annexe 18 - Détermination des NRG sur base du DI-RHM. 1.

Principes

Les NRG sont construits sur les principes suivants : Chaque type d’unité de soins, défini par son préfixe d’unité et son index de lit principal, prend en charge des patients qui nécessitent des soins infirmiers caractéristiques de ce type d’unité. Lors des transferts d’un patient au cours d’un séjour (admission à l’hôpital, passage en salle d’opération,…) , les soins infirmiers sont caractéristiques du type de transfert. Ces soins caractéristiques constituent les NRG (Nursing Related Group). Une fois définis, ces NRG peuvent être comparés aux soins reçus par un patient, un jour donné, au sein d’une unité de soins donnée (épisode de soins). Le NRG le plus ressemblant est attribué à l’épisode de soins. Pour permettre un financement différencié, les NRG sont pondérés en fonction du poids moyen des épisodes de soins auxquels ils sont attribués. 2.

Données utilisées

Les données utilisées sont celles des séjours classiques d’une année complète du RHM (Champ A2_HOSPTYPE_FAC=H, F, M, L et N dans la database RHM). Seuls les épisodes où des soins infirmiers ont été enregistrés sont pris en compte. Les profils (NRG) doivent être reconstruits pour chaque nouvelle année d’enregistrement. 3.

Création des profils de soins = NRG

Pour définir les NRG, on sélectionne les épisodes de soins qui correspondent à priori le plus au profil recherché (=Groupes d’épisodes sources). Les scores moyens des items infirmiers dans chaque groupe d’épisodes déterminent les NRG. Les scores utilisés pour créer les NRG ne sont pas les scores brut des items (=scores encodés dans le DI-RHM). Ils sont pondérés en temps et en compétence d’après les résultats de l’étude Profi(e)lDIVG(2009-2012), et convertis en valeur ridit. Les NRG des épisodes courts (jours de transfert entre unités de soins, admission, sortie, etc.) sont créés distinctement des profils des épisodes de 24h ininterrompues (journée de soins complète dans une même unité). 3.1 Pondération des scores des items d’après Profi(e)l-DIVG On procède comme suit:

68

1. Mise en catégorie des scores des items de fréquence : Les catégories sont issues de l’étude Profi(e)l-DIVG mais les fréquences médianes dans ces catégories sont recalculées pour l’année d’enregistrement considérée, séparément pour les épisodes de 24h et les épisodes courts. 2. Pour chaque score ou catégorie de score : Attribution des points temps, tels qu’issus de l’étude Profi(e)l-DIVG (1 point correspond à env. 5 min). Attribution d’un facteur de compétence, tels qu’issu de l’étude Profi(e)l-DIVG. Il s’agit du niveau minimal de la compétence principale retenue pour chaque item (Les niveaux vont de 1 à 5). Pour chaque score ou catégorie de score, le score pondéré est obtenu via la formule suivante : Pour les items de fréquence : SCORE PONDERE = (FREQUENCE MEDIANE DE LA CATEGORIE [24h ou courts] X POINTS TEMPS X FACTEUR DE COMPETENCE) /FACTEUR DE COMPETENCE MOYEN Pour les autres items : SCORE PONDERE = POINTS TEMPS X FACTEUR DE COMPETENCE /FACTEUR DE COMPETENCE MOYEN 3.2 Calcul Ridit Le calcul ridit est fait sur l’ensemble des épisodes de soins, mais distinctement pour les épisodes de 24h et les épisodes courts. On définit donc 2 populations de référence. Le calcul ridit se fait par population de référence, par item et non par possibilité de codage. Les items qui présentent plusieurs possibilités de codage sont les suivants : B200, B400, C100, D100, F100, R100 – Pour ces derniers, les possibilités de codage sont synthétisées en fonction de leur valeur pondérée. Le calcul ridit s’effectue sur les scores pondérés des items, ordonnés par valeur croissante. Une fois les ridits calculés, les scores pondérés des items sont remplacés par leur valeur ridit [dans la population de référence], dans tous les épisodes de soins. 3.3 Création des NRG Pour créer les NRG, on sélectionne les épisodes de soins qui correspondent au profil recherché dans le DI-RHM de l’année considérée (Séjours classiques, épisodes avec au moins 1 item de soins enregistré). Pour les épisodes de 24h, les groupes d’épisodes sources sont créés principalement sur base des différents types d’unités de soins. Pour les épisodes courts, les groupes d’épisodes sources sont créés prioritairement sur base des moments spécifiques des séjours. D’autres groupes sont ensuite créés sur base des différents types d’unités de soins, en dehors de ces moments spécifiques. 3.3.1 NRG pour les épisodes de 24h Les épisodes de 24h qui répondent aux critères du tableau ci-dessous sont sélectionnés pour créer les NRG correspondants. Si nécessaire, ces critères peuvent être modifiés lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement. Préfixe d’unité soins INT

de



NRG

- DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour

1 Soins chirurgicaux

intensifs

69

Préfixe d’unité soins

de

Index de lit principal DI, HI

BRU

Critères supplémentaires - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans

EI

Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans

NI


BR AR, OB, M, MI

M

MI M DIV N E C, CD D, CD G

Jour de l'accouchement (Mères) - Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W100 et W200 non scorés au cours de l'épisode - Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W400 non scoré au cours de l'épisode Age à l'admission <= 7 jours - Age à l'admission <= 28 jours - ET l'épisode compte au moins 1 item parmi V200, V300 et V400 ayant un score supérieur à la moyenne de la population de référence Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans Age à l'admission >= 60 ans

L S1 S2 SPE

S3 S4 S5 S6


NRG

2 - Soins intensifs non chirurgicaux 3 Soins intensifs pédiatriques 4 - Soins intensifs de néonatologie 5 - Soins aux plaies compliquées 6 Soins en obstétrique/maternité le jour de l'accouchement (Mères) 7 - Soins de maternité (Mères) 8 - Soins de surveillance des grossesses à haut risque (Mères) 9 - Soins de maternité (Nouveau-nés) 10 - Soins de néonatologie 11 - Soins pédiatriques 12 - Soins chirurgicaux 13 - Soins non chirurgicaux 14 - Soins gériatriques 15 - Soins aux patients contagieux 16 - Soins des affections cardio-pulmonaires 17 - Soins des affections de l’appareil locomoteur 18 - Soins neurologiques 19 - Soins palliatifs 20 Soins des polypathologies chroniques 21 - Soins psychogériatriques

3.3.2 NRG pour les épisodes courts 70

Comme pour les groupes d’épisodes de 24h, les critères peuvent – si nécessaires - être modifiés lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement. 3.3.2.1 Critères des NRG courts : NRG spécifiques aux moments du séjour Préfixe d'unité de soins


OPR

Autres critères

NRG

Jour opératoire, épisode préopératoire Jour opératoire, épisode postopératoire Jour opératoire

22 - Soins préopératoires 23 - Soins postopératoires 24 - Soins en salle de réveil 25 - Soins en obstétrique le jour de l'accouchement (Mères)

Jour de l'accouchement (Mères)

DIV

AR, OB

- W100 ou W200 scorés au cours de l'épisode - ET W400 non scoré au cours de l'épisode - W100 et W200 non scorés au cours de l'épisode - ET W400 scoré au cours de l'épisode Premier épisode du séjour de la naissance (Nouveau-né) Premier épisode d'un séjour autre que celui de la naissance ou de l'accouchement Dernier épisode du séjour d'un patient décédé Dernier épisode du séjour de la naissance (Nouveau-né) Dernier épisode d'un séjour autre que celui du décès ou de la naissance

26 - Soins prénatals en obstétrique (Mères) 27 - Soins postnatals en obstétrique (Mères) 28 - Soins à la naissance (Nouveau-né) 29 - Soins à l'admission à l'hôpital (séjours autres que la naissance ou l'accouchement) 30 - Soins lors du décès 31 - Soins du nouveau-né à la sortie de l'hôpital 32 - Soins à la sortie de l'hôpital (séjours autres que celui du décès ou de la naissance)

3.3.2.2 Critères des NRG courts : NRG spécifiques aux types d’unité de soins Il s’agit des mêmes critères que ceux des NRG de 24h. Exception : Le NRG des soins en obstétriques le jour de l’accouchement (NRG 6) n’est pas appliqué aux épisodes courts. Il est remplacé par le NRG 25. Préfixe d’unité soins

INT

de


DI, HI

Critères supplémentaires - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans

EI

Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans

NI


NRG 1 Soins chirurgicaux

intensifs

2 - Soins intensifs non chirurgicaux 3 Soins intensifs pédiatriques 4 - Soins intensifs de néonatologie 71

Préfixe d’unité soins BRU

de


MI M N E C, CD D, CD G

- Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W100 et W200 non scorés au cours de l'épisode - Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour - ET W400 non scoré au cours de l'épisode Age à l'admission <= 7 jours - Age à l'admission <= 28 jours - ET l'épisode compte au moins 1 item parmi V200, V300 et V400 ayant un score supérieur à la moyenne de la population de référence Age à l'admission entre 29 jours et 18 ans - DRG chirurgical OU DRG inconnu et passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans - DRG non chirurgical ou inconnu, et pas de passage en salle d'opération au cours du séjour - ET Age à l'admission >= 14 ans Age à l'admission >= 60 ans

L S1 S2 SPE

S3 S4 S5 S6

NRG 5 - Soins compliquées

BR

M

DIV



7 - Soins (Mères)

aux

de

plaies

maternité

8 - Soins de surveillance des grossesses à haut risque (Mères) 9 - Soins de maternité (Nouveau-nés) 10 - Soins de néonatologie 11 - Soins pédiatriques 12 - Soins chirurgicaux 13 - Soins non chirurgicaux 14 - Soins gériatriques 15 - Soins aux patients contagieux 16 - Soins des affections cardio-pulmonaires 17 - Soins des affections de l’appareil locomoteur 18 - Soins neurologiques 19 - Soins palliatifs 20 Soins des polypathologies chroniques 21 Soins psychogériatriques

3.3.3 Cleaning des groupes d’épisodes sources. Les épisodes de soins ayant trop peu d’items enregistrés sont exclus des groupes d’épisodes sources. 3.3.3.1 Cleaning par groupe d’épisodes sources Pour les profils intensifs (NRG 1 à 5), le nombre d’items enregistrés dans l’épisode doit être au moins égal au percentile 5 du groupe d’épisodes sources (avant cleaning). Pour les autres profils, le nombre d’items enregistrés dans l’épisode doit être compris entre les percentiles 5 et 95 du groupe d’épisodes sources (avant cleaning). Les épisodes qui ne correspondent pas à ces critères sont exclus des groupes d’épisodes sources.

72

3.3.3.2 Cleaning pour l’ensemble des groupes d’épisodes sources On fixe comme nombre minimum d’items requis pour l’attribution d’un NRG quel qu’il soit, le percentile 5 du groupe d’épisodes sources de 24h ayant le percentile 5 le plus faible (avant cleaning). Les épisodes qui ne présentent pas au moins ce nombre minimum d’items sont exclus des groupes d’épisodes sources (Groupes des 24h et des épisodes courts). 3.4 Attribution d’un NRG à un épisode de soins Pour attribuer un NRG à un épisode de soins donné, on quantifie la ressemblance de l’épisode aux NRG par l’intermédiaire d’indicateurs. Ces indicateurs sont calculés par épisode de soins et comparés entre eux, en fonction d’une série de paramètres. 3.4.1 Indicateur principal Un indicateur principal est construit pour chaque NRG, sur base des valeurs ridits moyennes des 78 items de soins de ce NRG. Pour chaque NRG, on construit l’indicateur principal selon la formule suivante : Indicateur principal du NRG = Moyenne des valeurs ridits « corrigées » d’après le NRG Où la valeur ridit corrigée = La valeur ridit de l’item dans l’épisode de soins, si le ridit de l’item est au moins égal à 0.5 dans le NRG La valeur (1 – ridit de l’item dans l’épisode), si le ridit de l’item est inférieur à 0.5 dans le NRG L’indicateur principal d’un NRG est calculé pour tout épisode de soins auquel il est applicable. 3.4.2 Classes de l’indicateur principal Avant d’être utilisée pour déterminer le NRG d’un épisode de soins, la valeur d’un indicateur principal de NRG est convertie en classe. Cette classe dépend de la valeur de l’indicateur principal dans le groupe d’épisodes sources à l’origine du NRG, comme suit : Classe 0: Indicateur principal <= Quartile 1 de l’indicateur dans le groupe d’épisodes sources Classe 1: Indicateur principal > Quartile 1 et <= Médiane dans le groupe d’épisodes sources Classe 2: Indicateur principal > Médiane et <= Quartile 3 dans le groupe d’épisodes sources Classe 3: Indicateur principal > Quartile 3 dans le groupe d’épisodes sources Après calcul des indicateurs principaux et conversion en classe, un épisode de soins donné reçoit le NRG dont la classe est la plus élevée. Si plusieurs NRG obtiennent la même classe la plus élevée, on utilise un 2ème indicateur : l’indicateur secondaire. 3.4.3 Indicateur secondaire Un indicateur secondaire est construit pour chaque NRG, sur base des valeurs ridits moyennes des items de soins les plus caractéristiques à ce NRG. Pour déterminer les items les plus caractéristiques par NRG, on procède comme suit :

73

a. Pour chaque item de soins, on calcule les percentiles P25 et P75 des scores ridit moyens par NRG, dans la population de référence. b. Si le P75 n’est pas supérieur à 0.5, on augmente le percentile par pas de 5 (P80, P85, etc.) jusqu’à obtenir une valeur supérieure à 0.5. c. Si le P25 n’est pas inférieur à 0.5, on diminue le percentile par pas de 5 (P20, P15, etc.) jusqu’à obtenir une valeur inférieure à 0.5. Le P75 ou le percentile correspondant à une valeur supérieure à 0.5 constitue le percentile de référence supérieur de l’item. Le P25 ou le percentile correspondant à une valeur inférieure à 0.5 constitue le percentile de référence inférieur de l’item. Pour chaque NRG, on construit l’indicateur secondaire sur base des items dont le ridit moyen est au moins égal au percentile de référence supérieur de l’item considéré, et des items dont le ridit moyen est au plus égal au percentile de référence inférieur de l’item. Les autres items ne sont pas inclus dans l’indicateur secondaire. Formule de l’indicateur secondaire : Indicateur secondaire du NRG = Moyenne des valeurs ridits des items caractéristiques « corrigées » d’après le NRG Où la valeur ridit corrigée = La valeur ridit de l’item dans l’épisode de soins, si le ridit de l’item dans le NRG est au moins égal à son percentile de référence supérieur La valeur (1 – ridit de l’item dans l’épisode), si le ridit de l’item dans le NRG est au plus égal à son percentile de référence inférieur Dans le cas où l’indicateur principal ne permet pas de départager plusieurs NRG pour un même épisode de soins (classe la plus élevée non unique), on calcule l’indicateur secondaire des NRG ex-æquo. L’indicateur secondaire ayant la valeur la plus élevée détermine le NRG de l’épisode de soins. 3.4.5 Conditions d’application d’un NRG à un épisode de soins Tous les NRG définis ne sont pas applicables à tous les épisodes de soins. 3 types de limitation sont mises en place. 3.4.5.1 Limitation liée à la durée de l’épisode de soins. Un NRG construit sur des épisodes sources de 24h n’est applicable qu’aux épisodes de 24h. De même pour les NRG « courts », qui ne sont applicables qu’aux épisodes courts. 3.4.5.2 Limitation liée au nombre d’items enregistrés dans l’épisode de soins. Les NRG ne sont pas applicables aux épisodes n’ayant pas un minimum d’items enregistrés (voir chapitre 3.3.3.2). 3.4.5.3 Limitations spécifiques aux NRG. Ces limitations sont présentées dans le tableau suivant. Ces limitations peuvent – si nécessaires - être modifiées lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement.

NRG 1 - Soins intensifs chirurgicaux 2 - Soins intensifs non chirurgicaux 3 - Soins intensifs pédiatriques 4 - Soins intensifs de néonatologie

Conditions d'application du NRG à un épisode de soins Age du patient Autres conditions à l'admission >= 1 an >= 1 an <= 18 ans < 1 an 74

5 - Soins aux plaies compliquées 6 - Soins en obstétrique/maternité le jour de l'accouchement (Mères) 7 - Soins de maternité (Mères) 8 - Soins de surveillance des grossesses à haut risque (Mères) 9 - Soins de maternité (Nouveau-nés)

>= 1 an >= 1 an >= 1 an

Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour

>= 1 an < 1 an

10 - Soins de néonatologie

< 1 an

11 - Soins pédiatriques 12 - Soins chirurgicaux 13 - Soins non chirurgicaux 14 - Soins gériatriques 15 - Soins aux patients contagieux 16 - Soins des affections cardio-pulmonaires 17 - Soins des affections de l’appareil locomoteur 18 - Soins neurologiques 19 - Soins palliatifs 20 - Soins des polypathologies chroniques 21 - Soins psycho-gériatriques 22 - Soins préopératoires

<= 18 ans >= 1 an >= 1 an >= 60 ans >= 1 an >= 1 an

L'épisode compte au moins 1 item parmi V200, V300 et V400 avec un score supérieur à la moyenne de la population de référence

>= 1 an >= 1 an >= 1 an >= 1 an >= 60 ans Pas le dernier épisode du séjour Pas le premier épisode du ET Pas en unité préfixée 'OPR'

23 - Soins postopératoires 24 - Soins en salle de réveil 25 - Soins en obstétrique le jour de l'accouchement (Mères) 26 - Soins prénatals en obstétrique (Mères) 27 - Soins postnatals en obstétrique (Mères) 28 - Soins à la naissance (Nouveau-né) 29 - Soins à l'admission à l'hôpital (séjours autres que la naissance ou l'accouchement) 30 - Soins lors du décès 31 - Soins du nouveau-né à la sortie de l'hôpital 32 - Soins à la sortie de l'hôpital (séjours autres que celui du décès ou de la naissance)

L'épisode n'atteint pas la classe 1 dans les autres profils intensifs (NRG 1 à 4)

>= 1 an >= 1 an >= 1 an < 1 an

séjour

Au moins 1 item scoré parmi W100, W200, W300 et W400 au cours du séjour Pas le dernier épisode du séjour Pas le dernier épisode du séjour Dernier épisode du séjour

< 1 an

Pas le premier épisode du séjour Pas le premier épisode du séjour

3.4.6 NRG prioritaires Parmi les NRG applicables à un épisode donné, certains sont considérés comme prioritaires. Les NRG applicables mais non prioritaires n’interviennent que si aucun NRG prioritaire n’existe pour l’épisode. 3.4.6.1 Pour les NRG non intensifs (NRG 6 à 32) Un NRG non intensif est considéré comme prioritaire pour un épisode de soins si l’indicateur principal de ce NRG est au moins égal au ridit moyen de l’épisode de soins (Ridit moyen = Moyenne des valeurs ridits des 78 items de l’épisode de soins). 75

3.4.6.2 Pour les NRG intensifs (NRG 1 à 5) Un NRG intensif est considéré comme prioritaire pour un épisode de soins si l’indicateur principal de ce NRG est au moins égal à la valeur minimum de l’indicateur principal dans le groupe des épisodes sources à l’origine du NRG. 3.4.7 Algorithme d’attribution d’un NRG à un épisode de soins 3.4.7.1 Cas général Etapes à suivre pour l’attribution d’un NRG à un épisode de soins, dans le cas le plus général : a. b. c. d. e.

Déterminer les NRG applicables à l’épisode de soins (Voir chapitre 3.4.5) Calculer les indicateurs principaux des NRG applicables (3.4.1) Déterminer les NRG prioritaires (3.4.6) Convertir en classe les indicateurs principaux des NRG prioritaires (3.4.2) La classe la plus élevée détermine le NRG

3.4.7.2 La classe la plus élevée correspond à plusieurs NRG Si après conversion des indicateurs principaux en classe de NRG, on obtient la même classe la plus élevée pour plusieurs NRG (étape ‘e’ du cas général), on utilise l’indicateur secondaire pour les départager. Etapes à suivre : a. Déterminer les NRG applicables à l’épisode de soins (3.4.5) Calculer les indicateurs principaux des NRG applicables (3.4.1) b. c. Déterminer les NRG prioritaires (3.4.6) Convertir en classe les indicateurs principaux des NRG prioritaires (3.4.2) -> La classe la plus d. élevée correspond à plusieurs NRG e. Calculer les indicateurs secondaires des NRG prioritaires ayant la classe la plus élevée (3.4.3) f. L’indicateur secondaire le plus élevé détermine le NRG 3.4.7.3 Pas de NRG prioritaire Si aucun NRG prioritaire n’existe pour l’épisode de soins (étape ‘c’ du cas général), le NRG de l’épisode est déterminé sur base de l’indicateur secondaire. La classe du NRG est déterminée à posteriori via l’indicateur principal. Etapes à suivre : a. b. c. d. e. f. g.

Déterminer les NRG applicables à l’épisode de soins (3.4.5) Calculer les indicateurs principaux des NRG applicables (3.4.1) Déterminer les NRG prioritaires (3.4.6) -> Aucun NRG n’est prioritaire pour l’épisode Calculer les indicateurs secondaires des NRG applicables (3.4.3) L’indicateur secondaire le plus élevé détermine le NRG Calculer l’indicateur principal du NRG retenu (3.4.1) Convertir l’indicateur principal en classe (3.4.2)

3.5

Pondérer les NRG

Chaque NRG est subdivisé en 4 classes d’après la valeur de l’indicateur principal. Le poids d’une classe de NRG est déterminé sur base des épisodes de l’année d’enregistrement ayant reçu ce NRG/Classe.

76

Le poids des NRG de 24h est déterminé sur base des épisodes de 24h uniquement, de même le poids des NRG courts est déterminé sur base des épisodes courts. 3.5.1 Poids d’un épisode de soins Pour chaque épisode de soins, on calcule la somme des scores pondérés de l’ensemble des items scorés dans l’épisode (Voir chapitre 3.1 pour le calcul des scores pondérés). Cette valeur représente le poids « temps-compétence » de l’épisode de soins. 3.5.2 Poids d’une classe de NRG Le poids par NRG-classe est égal au poids « temps-compétence » moyen de tous les épisodes qui reçoivent ce NRG-classe. Ce poids moyen est réattribué à chaque épisode ayant reçu ce NRG-classe. Les épisodes de soins qui comptent moins d’items de soins scorés que le minimum prévu pour recevoir un NRG, conservent leur poids « temps-compétence » comme calculé au point 3.5.1 (Voir aussi chapitres 3.3.3.2 et 3.4.5.2). 3.6 Financement des épisodes de soins Les épisodes de soins considérés pour le financement par NRG sont répartis en 3 groupes, principalement suivant l’index de lit où ils ont lieu. Cet index est déterminé sur base de la composition des unités de soins, de la facturation si l’unité est mixte, voire de la spécialité si les informations de facturation sont insuffisantes. 3.6.1 Groupe CD Ce groupe comprend les épisodes en index de lit C, D, L, CD. Sont exclus du groupe : les épisodes en type d’unité INT ou ayant un NRG intensif. 3.6.2 Groupe E Ce groupe comprend les épisodes en index de lit E. Sont exclus du groupe : les épisodes en type d’unité INT ou ayant un NRG intensif. 3.6.3 Groupe I Ce groupe comprend les épisodes ayant lieu dans les unités de type INT ou en index de lit I (CI, DI, EI, HI), ainsi que les épisodes en index de lit C, D, CD, L, E ayant reçu un NRG intensif. 3.6.4 Episodes exclus des groupes de financement Les épisodes suivants sont exclus des groupes, même s’ils ont reçu un NRG: a. Les épisodes des unités de type DAY, BRU, OPR b. Les épisodes du MDC 15 (Nouveau-nés) et des patients âgés de moins de 29 jours à l'admission c. Les épisodes des DRG 540, 541, 542, 560 (Accouchements) et des séjours avec items de soins spécifiques aux accouchements (W100 à W400) d. Les épisodes qui ne répondent pas aux critères des groupes CD, E, I Les épisodes suivants ne font pas partie du modèle et sont donc aussi exclus des groupes de financement: Les épisodes non scorés a. b. Les épisodes avec A2_HOSPTYPE_FAC=C, D ou U c. Les épisodes des unités de type AKT, DAYMIX, MOB, OUT, TRANS, URG (pas de DI-RHM) 77

Ces exclusions peuvent être revues lors de l’application à une nouvelle année d’enregistrement. 3.6.5 NRG intensifs Les épisodes des index C, D, CD, L et E ayant reçu un NRG intensif sont transférés dans le groupe I. Le poids des NRG intensifs étant différents en fonction de la classe et du type d’épisodes (24h ou courts), on a fixé un poids minimum qu’une classe de NRG intensif doit atteindre pour être considérée comme intensive. Ce seuil n’intervient que pour le transfert des épisodes des groupes CD et E ayant reçu un NRG intensif, vers le groupe I. Le seuil est fixé au poids minimum des NRG intensifs de classe 1 (NRG 1 à 5), dans la série des 24h. 3.7 Calcul des points par hôpital et part de marché. On procède comme suit : a. Les poids NRG des épisodes sont additionnés par groupe de financement (CD, E, I), par jour et par patient. b. La médiane du poids par jour-patient dans le groupe CD est fixée comme seuil pour le calcul des points. c. Cette valeur médiane est soustraite du poids de chaque jour-patient de chaque hôpital. d. Les points « résiduels » sont ensuite totalisés par groupe de financement et par hôpital. e. La part de marché d’un hôpital est la fraction de points résiduels qu’il reçoit par rapport au total des points résiduels de l’ensemble des jours-patients au niveau national. On calcule une part de marché par hôpital et par groupe de financement. ] --------------------[(32) Bijlage 18 – Het bepalen van NRG’s op basis van de VG-MZG 1.

Principes

De NRG’s worden ontwikkeld op basis van de volgende principes : Elk type verpleegeenheid, bepaald door het prefix van zijn eenheid en zijn hoofdbedindex, behandelt patiënten die verpleegkundige zorg nodig hebben die specifiek is voor die eenheid. Bij de transfers van een patiënt tijdens een verblijf (ziekenhuisopname, verblijf in het operatiekwartier, …) is de verpleegkundige zorg specifiek voor het type transfer. Die specifieke zorg bepaalt de NRG’s (Nursing Related Groups). Als de NRG’s bepaald zijn, kunnen deze worden vergeleken met de zorg die een patiënt ontvangt, op een bepaalde dag, binnen een bepaalde verpleegeenheid (zorgperiode). De NRG die het meest overeenkomt, wordt aan de zorgperiode toegekend. Om een gedifferentieerde financiering mogelijk te maken worden de NRG’s gewogen op basis van het gemiddelde gewicht van de zorgperiodes waaraan ze worden toegekend. 2.

Gebruikte gegevens

De gegevens die werden gebruikt, zijn deze m.b.t. de klassieke verblijven gedurende een volledig jaar in de MZG (Veld A2_HOSPTYPE_FAC=H,F,M,L en N in de MZG database). Enkel de periodes waarin de verpleegkundige zorg geregistreerd werd, worden in aanmerking genomen. De (NRG) profielen moeten voor elk nieuw registratiejaar opnieuw uitgewerkt worden. 3.

Bepalen van zorgprofielen = NRG’s 78

Om de NRG’s te bepalen selecteert men de zorgperiodes die het meest overeenkomen met het gezochte profiel (= Basisgroepen van zorgperiodes). De gemiddelde scores voor de verpleegkundige items in elke groep van periodes bepalen de NRG’s. De scores die worden gebruikt om de NRG’s te creëren zijn niet de ruwe scores voor de items (= geregistreerde scores in de VG-MZG). Ze zijn gewogen inzake tijd en competentie overeenkomstig de resultaten van de Profi(e)l DI-VG studie, en omgezet in een riditwaarde. De NRG’s voor de korte periodes (dagen met transfer tussen verpleegeenheden, opname, ontslag, enz.) worden apart gecreëerd van de profielen voor ononderbroken periodes van 24u (volledige verpleegdag op eenzelfde eenheid). 3.1 Weging van de scores voor de items overeenkomstig het Profi(e)l-DI-VG Men gaat als volgt te werk : 1. De scores voor de frequentie-items worden in categorieën ondergebracht : de categorieën zijn afkomstig van de Profi(e)l-DI-VG studie, maar de mediane frequenties in die categorieën worden herberekend voor het beschouwde registratiejaar, en dit afzonderlijk voor de periodes van 24u en de korte periodes. 2. Voor elke score of scorecategorie : worden punten toegekend voor tijd, zoals bepaald in de Profi(e)l-DI-VG studie (1 punt komt ongeveer overeen met 5 min.), wordt een competentiefactor toegekend, zoals bepaald in de Profi(e)l-DI-VG studie. Het betreft het minimaal niveau van de hoofdcompetentie die voor elk item wordt weerhouden (De niveaus gaan van 1 tot 5). Voor elke score of scorecategorie wordt de gewogen score verkregen op basis van de volgende formule : Voor de frequentie-items: GEWOGEN SCORE = ( MEDIANE FREQUENTIE VAN DE CATEGORIE [24u of korte periode] X PUNTEN TIJD X COMPETENTIEFACTOR )/ GEMIDDELDE COMPETENTIEFACTOR Voor de andere items: GEWOGEN SCORE = COMPETENTIEFACTOR

(PUNTEN

TIJD

X

COMPETENTIEFACTOR)

/

GEMIDDELDE

3.2 Berekening Ridit De ridit wordt op alle zorgperiodes berekend, maar afzonderlijk voor de periodes van 24u en de korte periodes. Er worden dus 2 referentiepopulaties bepaald. De ridit wordt per referentiepopulatie, per item berekend, en niet per coderingsmogelijkheid. De items met verschillende coderingsmogelijkheden zijn: B200, B400, C100, D100, F100, R100. Voor deze items worden de coderingsmogelijkheden samengevoegd op basis van hun gewogen waarde. De ridit wordt berekend op de gewogen scores van de items, gerangschikt in stijgende orde. Als de ridits berekend zijn, worden de gewogen scores van de items door hun riditwaarde [binnen de referentiepopulatie] vervangen in alle zorgperiodes. 3.3 NRG’s creëren Om de NRG’s te creëren selecteert men de zorgperiodes die met het gezochte profiel overeenkomen in de VGMZG van het beschouwde jaar (klassieke verblijven, periodes met minstens 1 geregistreerd zorgitem). 79

Voor de periodes van 24u worden de basisgroepen van zorgperiodes hoofdzakelijk gecreëerd op basis van de verschillende types verpleegeenheden. Voor de korte periodes worden de basisgroepen van zorgperiodes in de eerste plaats gecreëerd op basis van specifieke momenten tijdens de verblijven. Andere groepen worden vervolgens gecreëerd op basis van de verschillende types verpleegeenheden, los van die specifieke momenten. 3.3.1 NRG’s voor de periodes van 24u De periodes van 24u die voldoen aan de criteria van de tabel hieronder worden geselecteerd om de overeenstemmende NRG’s te creëren. Indien nodig kunnen die criteria gewijzigd worden bij de toepassing op een nieuw registratiejaar. Prefix verpleegeenheid

Hoofdbedindex Bijkomende criteria CI, HI

INT

BRU

DI, HI

- chirurgische DRG OF DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar

EI

Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar

NI

Leeftijd bij opname <= 28 dagen

BR AR, OB, M, MI Dag van de bevalling (Moeders)

M

MI M DIV N E C, CD D, CD G L

- Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W100 en W200 niet gescoord tijdens de periode - Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W400 niet gescoord tijdens de periode Leeftijd bij opname <= 7 dagen - Leeftijd bij opname <= 28 dagen - EN de periode telt minstens 1 item onder V200, V300 en V400 met een score die hoger is dan het gemiddelde van de referentiepopulatie Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar - chirurgische DRG OF DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar Leeftijd bij opname >= 60 jaar

NRG 1 - Chirurgische intensieve zorgen 2 – Niet-chirurgische intensieve zorgen 3 - Pediatrische intensieve zorgen 4 - Neonatale intensieve zorgen 5 - Zorgen aan gecompliceerde wonden 6 - Obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (Moeders) 7 - Kraamzorg (Moeders) 8 - Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (Moeders) 9 - Zorg op de materniteit (Pasgeborenen) 10 - Neonatale zorg 11 - Pediatrische zorg 12 - Heelkundige zorg 13 - Geneeskundige zorg (niet-chirurgisch) 14 - Geriatrische zorg 15 - Zorg aan besmettelijke 80

Prefix verpleegeenheid

Hoofdbedindex Bijkomende criteria

NRG patiënten 16 - Zorg bij cardiopulmonaire aandoeningen 17 - Zorg bij locomotorische aandoeningen 18 - Zorg bij neurologische aandoeningen 19 - Palliatieve zorgen 20 - Zorg bij chronische polypathologieën 21 - Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen

S1 S2 S3 SPE

S4 S5 S6

Leeftijd bij opname >= 60 jaar

3.3.2 NRG’s voor de korte periodes Net zoals voor de groepen van periodes van 24u kunnen de criteria – indien nodig – gewijzigd worden bij de toepassing op een nieuw registratiejaar. 3.3.2.1 Criteria m.b.t. de NRG’s voor korte periodes : specifieke NRG’s voor momenten tijdens het verblijf Prefix Hoofdbe verpleeg dindex -eenheid

OPR

DIV

Andere criteria

NRG

Operatiedag, preoperatieve periode

22 - Preoperatieve zorgen

Operatiedag, postoperatieve periode

23 - Postoperatieve zorgen

Operatiedag

AR, OB

24 - Zorg op recovery 25 - Obstetrische en verloskundige Dag van de bevalling (Moeders) zorg op de dag van de bevalling (Moeders) - W100 of W200 gescoord tijdens de periode 26 - Prenatale verloskundige zorg - EN W400 niet gescoord tijdens de periode (Moeders) - W100 en W200 niet gescoord tijdens de periode 27 - Postnatale verloskundige zorg - EN W400 gescoord tijdens de periode (Moeders) Eerste periode van het verblijf bij de geboorte 28 - Zorgen bij de geboorte (Pasgeborene) (Pasgeborenen) Eerste periode van een verblijf anders dan 29 - Zorg bij opname (verblijven geboorte of bevalling anders dan geboorte of bevalling) Laatste periode van het verblijf bij een overleden 30 - Zorg bij overlijden patiënt Laatste periode van het verblijf bij de geboorte 31 - Zorg aan de pasgeborene bij (Pasgeborene) ontslag uit het ziekenhuis 32 - Zorg bij ontslag uit het Laatste periode van een verblijf anders dan ziekenhuis (verblijven anders dan overlijden of geboorte geboorte of overlijden)

3.3.2.2 Criteria m.b.t. de NRG’s voor korte periodes : specifieke NRG’s voor types verpleegeenheden 81

Het betreft dezelfde criteria als deze voor de NRG’s van 24u. Uitzondering : De NRG obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (NRG 6) wordt niet toegepast op de korte periodes. Deze wordt vervangen door NRG 25. Prefix verpleegeenheid

INT

BRU

Hoofdbedindex

Bijkomende criteria

CI, HI

- chirurgische DRG OF DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar

DI, HI EI

Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar

NI

Leeftijd bij opname <= 28 dagen

MI M

DIV

N E C, CD D, CD G L S1 S2

SPE S3 S4 S5

1 - Chirurgische intensieve zorgen 2 - Niet chirurgische intensieve zorgen 3 - Pediatrische intensieve zorgen 4 - Neonatale intensieve zorgen 5 - Zorgen aan gecompliceerde wonden

BR

M

NRG

- Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W100 en W200 niet gescoord tijdens de periode - Minstens 1 gescoord item onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf - EN W400 niet gescoord tijdens de periode Leeftijd bij opname <= 7 dagen - Leeftijd bij opname <= 28 dagen - EN de periode telt minstens 1 item onder V200, V300 en V400 met een score die hoger is dan het gemiddelde van de referentiepopulatie Leeftijd bij opname tussen 29 dagen en 18 jaar - chirurgische DRG OF [DRG onbekend en verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf] - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar - niet-chirurgische DRG of onbekend, en geen verblijf in het operatiekwartier tijdens het verblijf - EN Leeftijd bij opname >= 14 jaar Leeftijd bij opname >= 60 jaar

7 - Kraamzorg (moeders) 8 - Zorg bij hoogrisicozwangerschappe n (moeders) 9 - Zorg op de materniteit (pasgeborenen) 10 - Neonatale zorg 11 – Pediatrische zorg 12 – Heelkundige zorg 13 - Geneeskundige zorg (niet chirurgisch) 14 – Geriatrische zorg 15 - Zorg aan besmettelijke patiënten 16 - Zorg bij cardiopulmonaire aandoeningen 17 - Zorg bij locomotorische aandoeningen 18 - Zorg bij neurologische aandoeningen 19 – Palliatieve zorgen 20 - Zorg bij chronische 82

Prefix verpleegeenheid

Hoofdbedindex

S6

Bijkomende criteria

Leeftijd bij opname >= 60 jaar

NRG polypathologieën 21 - Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen

3.3.3 Cleaning van de basisgroepen De zorgperiodes met te weinig geregistreerde items worden uitgesloten van de basisgroepen. 3.3.3.1 Cleaning per basisgroep Voor de intensieve profielen (NRG 1 tot 5) moet het aantal geregistreerde items tijdens de periode minstens gelijk zijn aan percentiel 5 van de groep van basisperiodes (vóór cleaning). Voor de andere profielen moet het aantal geregistreerde items tijdens de periode liggen tussen percentiel 5 en percentiel 95 van de groep van basisperiodes (vóór cleaning). De periodes die niet overeenstemmen met deze criteria worden uitgesloten van de basisgroepen. 3.3.3.2 Cleaning voor alle basisgroepen Als minimumaantal items dat vereist is om een NRG toe te kennen stelt men percentiel 5 vast van de basisgroep van 24u met het laagste percentiel 5 (vóór cleaning). De periodes die dit minimumaantal items niet halen, worden uitgesloten van de basisgroepen (Groepen van 24u en kortere periodes). 3.4 Toekenning van een NRG aan een zorgperiode Om een NRG aan een bepaalde zorgperiode toe te kennen wordt de overeenkomst van de periode met de NRG’s door middel van indicatoren gekwantificeerd. Die indicatoren worden per zorgperiode berekend en onderling vergeleken op basis van een reeks parameters. 3.4.1 Hoofdindicator Voor elke NRG wordt een hoofdindicator ontwikkeld op basis van de gemiddelde riditwaarden van de 78 zorgitems van de NRG in kwestie. Voor elke NRG wordt de hoofdindicator ontwikkeld overeenkomstig de volgende formule: Hoofdindicator van de NRG = Gemiddelde van de “gecorrigeerde” riditwaarden overeenkomstig de NRG Waarbij de gecorrigeerde riditwaarde = De riditwaarde van het item tijdens de zorgperiode, indien de ridit van het item minstens gelijk is aan 0.5 in de NRG De waarde (1 – ridit van het item tijdens de periode), indien de ridit van het item kleiner is dan 0.5 in de NRG De hoofdindicator van een NRG wordt berekend voor alle zorgperiodes waarop deze van toepassing is. 3.4.2 Klassen van de hoofdindicator 83

De waarde van een hoofdindicator van een NRG wordt in klassen geconverteerd alvorens te worden gebruikt om de NRG voor een zorgperiode te bepalen. Die klasse hangt af van de waarde van de hoofdindicator in de basisgroep die aan de oorsprong ligt van de NRG, als volgt : Klasse 0: Hoofdindicator <= Kwartiel 1 van de indicator in de basisgroep Klasse 1: Hoofdindicator > Kwartiel 1 en <= Mediaan in de basisgroep Klasse 2: Hoofdindicator > Mediaan en <= Kwartiel 3 in de basisgroep Klasse 3: Hoofdindicator > Kwartiel 3 in de basisgroep Na berekening van de hoofdindicatoren en de conversie in klassen krijgt een bepaalde zorgperiode de NRG met de hoogste klasse toegekend. Als meerdere NRG’s dezelfde hoogste klasse krijgen toegekend, gebruikt men een tweede indicator : de secundaire indicator. 3.4.3 Secundaire indicator Voor elke NRG wordt een secundaire indicator ontwikkeld op basis van de gemiddelde riditwaarden van de meest specifieke zorgitems voor die NRG. Om de meest specifieke items per NRG te bepalen gaat men als volgt te werk : a. Voor elk zorgitem berekent men de percentielen P25 en P75 van de gemiddelde riditscores per NRG in de referentiepopulatie. b. Als P75 niet hoger is dan 0.5 wordt het percentiel met stappen van 5 verhoogd (P80, P85, enz.) tot een waarde wordt verkregen die hoger ligt dan 0.5. c. Als P25 niet lager is dan 0.5 wordt het percentiel met stappen van 5 verminderd (P20, P15, enz.) tot een waarde wordt verkregen die lager ligt dan 0.5. P75 of het percentiel dat overeenstemt met een waarde hoger dan 0.5 is het hoogste referentiepercentiel van het item. P25 of het percentiel dat overeenstemt met een waarde lager dan 0.5 is het laagste referentiepercentiel van het item. Voor elke NRG wordt de secundaire indicator ontwikkeld op basis van de items waarvan de gemiddelde ridit minstens gelijk is aan het hoogste referentiepercentiel van het beschouwde item, en de items waarvan de gemiddelde ridit hoogstens gelijk is aan het laagste referentiepercentiel van het item. De andere items zijn niet begrepen in de secundaire indicator. Formule voor de secundaire indicator : Secundaire indicator van de NRG = Gemiddelde van de riditwaarden van de “gecorrigeerde” specifieke items overeenkomstig de NRG Waarbij de gecorrigeerde riditwaarde = De riditwaarde van het item tijdens de zorgperiode, indien de ridit van het item in de NRG minstens gelijk is aan zijn hoogste referentiepercentiel De waarde (1 – ridit van het item tijdens de periode), indien de ridit van het item in de NRG hoogstens gelijk is aan zijn laagste referentiepercentiel

84

Ingeval de hoofdindicator niet toelaat meerdere NRG’s voor eenzelfde zorgperiode te onderscheiden (hoogste niet-unieke klasse) wordt de secundaire indicator van de NRG’s ex aequo berekend. De secundaire indicator met de hoogste waarde bepaalt de NRG voor de zorgperiode. 3.4.5 Voorwaarden voor toepassing van een NRG op een zorgperiode De NRG’s die werden bepaald zijn niet op alle zorgperiodes van toepassing. Er zijn 3 soorten beperkingen ingevoerd. 3.4.5.1 Beperking betreffende de duur van de zorgperiode. Een NRG gecreëerd op basis van zorgperiodes van 24u, is enkel van toepassing op periodes van 24u. Evenzo voor de “korte” NRG’s die enkel op korte periodes van toepassing zijn. 3.4.5.2 Beperking betreffende het aantal geregistreerde items tijdens de zorgperiode. De NRG’s zijn niet van toepassing op de periodes waarvoor er geen minimumaantal items geregistreerd werd (zie hoofdstuk 3.3.3.2.). 3.4.5.3 Specifieke beperkingen voor de NRG’s. Deze beperkingen worden uiteengezet in de tabel hieronder. Die beperkingen kunnen – indien nodig – gewijzigd worden bij de toepassing op een nieuw registratiejaar.

NRG 1 - Chirurgische Intensieve zorgen 2 - Niet-chirurgische Intensieve zorgen 3 - Pediatrische intensieve zorgen 4 - Neonatale intensieve zorgen 5 - Zorgen aan gecompliceerde wonden 6 - Obstetrische zorg/kraamzorg op de dag van de bevalling (Moeders) 7 - Kraamzorg (Moeders) 8 - Zorg bij hoogrisicozwangerschappen (Moeders) 9 - Zorg op de materniteit (Pasgeborenen)

Voorwaarden voor toepassing van de NRG op een zorgperiode Leeftijd van de patiënt bij Andere voorwaarden opname >= 1 jaar >= 1 jaar <= 18 jaar < 1 jaar De periode haalt niet klasse 1 in de andere >= 1 jaar intensieve profielen (NRG 1 tot 4) >= 1 jaar >= 1 jaar

Minstens 1 item gescoord onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf

>= 1 jaar < 1 jaar

10 - Neonatale zorg

< 1 jaar

11 - Pediatrische zorg 12 - Heelkundige zorg 13 - Geneeskundige zorg (niet-chirurgisch) 14 - Geriatrische zorg 15 - Zorg aan besmettelijke patiënten 16 - Zorg bij cardio-pulmonaire aandoeningen 17 - Zorg bij locomotorische aandoeningen 18 - Zorg bij neurologische aandoeningen 19 - Palliatieve zorgen

<= 18 jaar >= 1 jaar >= 1 jaar >= 60 jaar >= 1 jaar >= 1 jaar >= 1 jaar >= 1 jaar >= 1 jaar

De periode telt minstens 1 item onder V200, V300 en V400 met een score die hoger is dan het gemiddelde van de referentiepopulatie

85

20 - Zorg bij chronische polypathologieën 21 - Zorg bij psychogeriatrische aandoeningen

>= 1 jaar >= 60 jaar Niet de laatste periode van het verblijf

22 - Preoperatieve zorgen

Niet de eerste periode van het verblijf EN NIET in een eenheid met het prefix ‘OPR’

23 - Postoperatieve zorgen 24 - Zorg op recovery 25 - Obstetrische en verloskundige zorg op de dag van de bevalling (Moeders) 26 - Prenatale verloskundige zorg (Moeders) 27 - Postnatale verloskundige zorg (Moeders) 28 - Zorgen bij de geboorte (Pasgeborenen) 29 - Zorg bij opname (Verblijven anders dan geboorte of bevalling) 30 - Zorg bij overlijden 31 - Zorg aan de pasgeboren bij ontslag uit het ziekenhuis 32 - Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis (Verblijven anders dan geboorte of overlijden)

>= 1 jaar >= 1 jaar >= 1 jaar < 1 jaar

Minstens 1 item gescoord onder W100, W200, W300 en W400 tijdens het verblijf Niet de laatste periode van het verblijf Niet de laatste periode van het verblijf Laatste periode van het verblijf

< 1 jaar

Niet de eerste periode van het verblijf Niet de eerste periode van het verblijf

3.4.6 Prioritaire NRG’s Sommige van de NRG’s die op een bepaalde periode van toepassing zijn, worden als prioritair beschouwd. De NRG’s die van toepassing maar niet prioritair zijn, worden alleen gebruikt als er geen prioritaire NRG bestaat voor de periode. 3.4.6.1 Met betrekking tot de niet-intensieve NRG’s (NRG 6 tot 32) Een niet-intensieve NRG wordt als prioritair beschouwd voor een zorgperiode als de hoofdindicator van die NRG minstens gelijk is aan de gemiddelde ridit van de zorgperiode (Gemiddelde ridit = gemiddelde van de riditwaarden van de 78 items van de zorgperiode). 3.4.6.2 Met betrekking tot de intensieve NRG’s (NRG 1 tot 5) Een intensieve NRG wordt als prioritair beschouwd voor een zorgperiode als de hoofdindicator van die NRG minstens gelijk is aan de minimale waarde van de hoofdindicator in de basisgroep die aan de oorsprong ligt van de NRG. 3.4.7 Algoritme voor het toekennen van een NRG aan een zorgperiode 3.4.7.1 Algemeen Stappen die doorgaans gevolgd moeten worden voor het toekennen van een NRG aan een zorgperiode: a. b. c. d. e.

De NRG’s bepalen die van toepassing zijn op de zorgperiode (Zie hoofdstuk 3.4.5) De hoofdindicatoren berekenen van de NRG’s die van toepassing zijn (3.4.1) De prioritaire NRG’s bepalen (3.4.6) De hoofdindicatoren van de prioritaire NRG’s in klassen converteren (3.4.2) De hoogste klasse bepaalt de NRG

3.4.7.2 De hoogste klasse komt met meerdere NRG’s overeen 86

Indien na conversie van de hoofdindicatoren in NRG-klassen dezelfde hoogste klasse wordt verkregen voor meerdere NRG’s (stap ‘e’ van het puntje algemeen hierboven) wordt de secundaire indicator gebruikt om deze te onderscheiden. Te volgen stappen : a. De NRG’s bepalen die van toepassing zijn op de zorgperiode (3.4.5) b. De hoofdindicatoren berekenen van de NRG’s die van toepassing zijn (3.4.1) c. De prioritaire NRG’s bepalen (3.4.6) d. De hoofdindicatoren van de prioritaire NRG’s in klassen converteren (3.4.2) -> De hoogste klasse komt met meerdere NRG’s overeen. e. De secundaire indicatoren berekenen van de prioritaire NRG’s met dezelfde hoogste klasse (3.4.3) f. De hoogste secundaire indicator bepaalt de NRG 3.4.7.3 Geen prioritaire NRG Als er geen prioritaire NRG bestaat voor de zorgperiode (stap ‘c’ van het puntje algemeen hierboven) wordt de NRG van de periode bepaald op basis van de secundaire indicator. De klasse van de NRG wordt achteraf bepaald via de hoofdindicator. Te volgen stappen: a. b. c. d. e. f. g.

De NRG’s bepalen die van toepassing zijn op de zorgperiode (3.4.5) De hoofdindicatoren berekenen van de NRG’s die van toepassing zijn (3.4.1) De prioritaire NRG’s bepalen (3.4.6) -> Er is geen prioritaire NRG voor de periode De secundaire indicatoren berekenen van de NRG’s die van toepassing zijn (3.4.3) De hoogste secundaire indicator bepaalt de NRG De hoofdindicator van de weerhouden NRG berekenen (3.4.1) De hoofdindicator in een klasse converteren (3.4.2)

3.5 De NRG’s wegen Alle NRG’s worden in 4 klassen onderverdeeld overeenkomstig de waarde van de hoofdindicator. Het gewicht van een NRG-klasse wordt bepaald op basis van de periodes van het registratiejaar die die NRG/klasse gekregen hebben. Het gewicht van de NRG’s voor 24u wordt enkel bepaald op basis van de periodes voor 24u, evenzo wordt het gewicht van de korte NRG’s bepaald op basis van de korte periodes. 3.5.1 Gewicht van een zorgperiode Voor elke zorgperiode berekent men de som van de gewogen scores van alle items die tijdens de periode gescoord werden (Zie hoofdstuk 3.1 voor de berekening van de gewogen scores). Die waarde komt overeen met het gewicht “tijd-competentie” van de zorgperiode. 3.5.2 Gewicht van een NRG-klasse Het gewicht per NRG-klasse is gelijk aan het gemiddelde gewicht “tijd-competentie” van alle periodes die die NRG-klasse krijgen. Dat gemiddeld gewicht wordt opnieuw toegekend aan alle periodes die die NRG-klasse gekregen hebben.

87

De zorgperiodes die minder gescoorde items tellen dan het voorziene minimum om een NRG te krijgen, behouden hun gewicht “tijd-competentie” zoals berekend in punt 3.5.1 (Zie ook hoofdstukken 3.3.3.2 en 3.4.5.2). 3.6 Financiering van de zorgperiodes De zorgperiodes die in aanmerking worden genomen voor de financiering per NRG worden in 3 groepen onderverdeeld, hoofdzakelijk overeenkomstig de bedindex waar ze plaatsvinden. Die index wordt bepaald op basis van de samenstelling van de verpleegeenheden, de facturering als het een gemengde eenheid is, en zelfs het specialisme als de facturatiegegevens onvoldoende zijn. 3.6.1 Groep CD Deze groep omvat de periodes in bedindex C, D, L, CD. Zijn van deze groep uitgesloten : de periodes in type eenheid INT of met een intensieve NRG. 3.6.2 Groep E Deze groep omvat de periodes in bedindex E. Zijn van deze groep uitgesloten : de periodes in type eenheid INT of met een intensieve NRG. 3.6.3 Groep I Deze groep omvat de periodes die plaatsvinden in de eenheden van het type INT of in bedindex I (CI, DI, EI, HI), evenals de periodes in bedindex C, D, CD, L, E met een intensieve NRG. 3.6.4 Periodes die uitgesloten zijn van de financieringsgroepen De volgende periodes zijn uitgesloten van de financieringsgroepen ook al hebben ze een NRG gekregen : a. De periodes in de eenheden van het type DAY, BRU, OPR b. De periodes van MDC 15 (Pasgeborenen) en patiënten die bij opname jonger zijn dan 29 dagen c. De periodes van DRG’s 540, 541, 542, 560 (Bevallingen) en de verblijven met zorgitems die specifiek zijn voor bevallingen (W100 tot W400) d. De periodes die niet voldoen aan de criteria van groepen CD, E, I. De volgende periodes maken geen deel uit van het model en zijn dus ook uitgesloten van de financieringsgroepen : a. De niet gescoorde periodes b. De periodes met A2_HOSPTYPE_FAC=C, D of U c. De periodes m.b.t. de eenheden van het type AKT, DAYMIX, MOB, OUT, TRANS, URG (geen VGMZG) Deze uitsluitingen kunnen herzien worden bij de toepassing op een nieuw registratiejaar. 3.6.5 Intensieve NRG’s De periodes m.b.t. bedindexen C, D, CD, L en E met een intensieve NRG worden in groep I ondergebracht. Aangezien het gewicht van de intensieve NRG’s verschilt in functie van de klasse en het type periode (24u of korter) heeft men een minimumgewicht vastgesteld voor een intensieve NRG-klasse om als intensief te worden beschouwd. Die drempel wordt enkel gebruikt om de periodes m.b.t. groepen CD en E met een intensieve NRG in groep I onder te brengen. De drempel is vastgesteld op het minimumgewicht van de intensieve NRG’s van klasse 1 (NRG 1 tot 5), in de loop van 24u.

88

3.7 Berekening van de punten per ziekenhuis en marktaandeel Men gaat als volgt te werk : a. De NRG-gewichten van de periodes worden opgeteld per financieringsgroep (CD, E, I), per dag en per patiënt. b. De mediaan van het gewicht per patiëntdag in groep CD wordt vastgelegd als drempel voor het berekenen van de punten. c. Deze mediaanwaarde wordt afgetrokken van het gewicht van elke patiëntdag van elk ziekenhuis. d. De “rest”punten worden vervolgens per financieringsgroep en per ziekenhuis opgeteld. e. Het marktaandeel van een ziekenhuis is het deel van de restpunten die deze krijgt ten opzichte van het totaal van de restpunten van alle patiëntendagen op nationaal niveau. Men berekent een marktaandeel per ziekenhuis en per financieringsgroep.]

89

Service Financement des hôpitaux Dienst Financiering van de ziekenhuizen. Koninklijk besluit van 25 april 2002 BIJLAGEN

Recommend Documents