Sensorische waarneming
Met dit onderzoek hebben de onderzoekers getracht een aanzet te geven tot een instrument waarmee gedragsmatige responses op sensorische waarneming valide en betrouwbaar vastgesteld kunnen worden bij kinderen met evmb. Er is daarbij uitgegaan van een bestaand instrument dat op ODB Twinkeling van Dichterbij, wordt gebruikt van een sensorisch profiel, de Sensorische Dieetlijst.
Sensorische dieetlijst Deze lijst is samengesteld door Willen van Kempen, fysiotherapeut en s.i. therapeut. De inhoud van de lijst is gebaseerd op de ‘Out of Sync Child’-lijsten van Stock Kranowich & Silver (1998) en de lijst van S.I.-therapeut Rengenhart (1994).
Het onderzoek heeft zich gericht op de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Oftewel:als twee mensen meten komen ze dan onafhankelijk van elkaar tot dezelfde resultaten
Onderzoekers hebben sensorische integratie gezien als een in te delen in een aantal verschillende processen, namelijk understanding, localizing, attending en awareness (Aitken & Buultjes, 1992), waarbij een hiërarchische volgorde geldt. De processen van recognizing en understanding spreken hogere hersenfuncties aan, terwijl overige processen zich afspelen in de lagere hersenfuncties. Deze lagere processen (localizing, attending, en awareness) vormen tezamen de sensorische waarneming.
Het onderzoek heeft zich met name gericht op de sensorische waarneming, vooral ook omdat het moest gaan om observeerbaar gedrag. Uit de omvangrijke sensorische dieetlijst zijn specifiek die items geselecteerd die zich richten op sensorische waarneming
Hieruit ontstond een verkorte lijst bestaande uit 72 kwaliteiten. Deze zijn alle door groepsleiding en fysiotherapeut (onderdelen evenwicht, houding en diepe tast) afgenomen en op video geregistreerd. Deze testleiders hebben voor het afnemen van de lijst geen aanvullende instructies gekregen.
Onderzoekspopulatie Uit de populatie van de ODB zijn alle kinderen met evmb geselecteerd. Hieruit zijn willekeurig vijf kinderen gekozen. Er deden vier jongens en één meisje mee. De leeftijd van de kinderen is gemiddeld 8,4 jaar.
De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is berekend voor alle kinderen apart en vervolgens over de gehele onderzoeksgroep. De verkregen gegevens laten een zeer lage betrouwbaarheid zien. De verkregen betrouwbaarheid per kind varieert van 38,8% tot 66,3 %. De overall betrouwbaarheid kwam uit op 50,8 %.
Op basis van de bevinding is de Sensorische Dieetlijst aangepast. Items in de aangepaste lijst moesten voldoen aan de volgende eisen: • Items moeten leiden tot observeerbaar gedrag • Items moeten functioneel zijn, d.w.z. informatie geven voor de dagelijkse situatie • Items mogen elkaar niet overlappen.
Overige aanpassingen: • Instructies voor afname, waarin staat voorgeschreven hoe de items moeten worden afgenomen, hoe vaak en hoe lang het kind de gelegenheid krijgt te reageren. • Testkoffer • Aanpassen van de antwoordmogelijkheden • Uitbreiden van antwoordmogelijkheden • Weglaten van open vragen
Resultaten De overall betrouwbaarheid en de betrouwbaarheid per kind zijn na de aanpassingen van de lijst opnieuw bekeken. Hieruit blijkt dat de betrouwbaarheid van de aangepaste Sensorische Dieetlijst voor vier kinderen hoger ligt dan bij de niet-aangepaste lijst. Ook de overall betrouwbaarheid van de aangepaste lijst ligt iets hoger dan die van de originele lijst, het gaat hier echter slechts om 0,4%.
Na analyse van de gegeven van kind 3, die de laagste betrouwbaarheid had, kan worden vastgesteld dat: • 32% van de niet-overeenstemming wordt verklaard door het verschillend beoordelen of het geobserveerde gedrag wel of niet een reactie is op de aangeboden prikkel. • 46% van de niet-overeenstemming kan worden verklaard door gedrag dat over het hoofd gezien is door één van beide observeerders en • 22% wordt verklaard door hetzelfde gedrag dat door de verschillende observeerders anders gescoord is.
Vervolgens is onderzocht of het hebben van een relatie met een kind met evmb noodzakelijk is voor het correct interpreteren van gedrag en derhalve ook voor het gebruiken van de Sensorische Dieetlijst.
Na analyse van de gegevens van groepsleiding blijkt de betrouwbaarheid van de sensorische Dieetlijst voor kind 3 gestegen te zijn van 45,6% overeenstemming, naar 51,1%. Hierbij is opvallend dat maar liefst 128 malen is voorgevallen dat één van beide groepsleidsters bepaald gedrag wel gezien heeft als reactie op een prikkel terwijl de andere groepsleidster het gedrag niet als zodanig heeft geïnterpreteerd.
Wanneer deze voorvallen uit het onderzoek worden weggelaten, er er dus slechts gekeken wordt naar het gedrag dat door beide observatoren geïnterpreteerd is als reactie op de aangeboden prikkel, is er voor het eerste gedeelte 49.7% overeenstemming en bij groepsleiding 79,1% overeenstemming.
Wederom wordt duidelijk hoe moeilijk het is om het gedrag van kinderen met evmb te interpreteren. Het blijkt dat groepsleiding, mensen die het kind goed kennen, het gedrag van het kind aanzienlijk beter interpreteren dan mensen die het kind niet kennen.
Het is in dit onderzoek ook gebleken dat het betrouwbaar maken van een instrument voor kinderen met evmb bepaald niet eenvoudig is. De interpretaties van het gedrag van een kind vergt gedegen kennis over het individuele kind en zelfs dan bestaan er twijfels over wat een kind bedoelt met een bepaald gebaar, een lichaamshouding of een geluid.