A VUmc-compas toetsing
Toets
herSET 2.2 Leren dokteren 4 / Semestertoets
Semester B 2.2 Semestercoördinator Cursuscoördinator (vice-) Gelegenheid Toetsdatum Tijd Plaats
Studiejaar 2011-2012 Prof. dr. Toine Pieters Dr. Paul Houben / Coördinator KR: prof.dr. Henk de Vries 2e 8 augustus 2012 12.00 uur – 14.30 uur ( tot 15.00 uur voor extra-tijd studenten) TenT 65 meerkeuzevragen (1 tweekeuzevraag, 9 driekeuzevragen, 53 vierkeuzevragen en 2 vijfkeuzevragen) 1 tweezijdig bedrukt geen
Aantal en type vragen Aantal versies Druk Toegestane hulpmiddelen
Studentinstructie MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord • • • • • • • •
mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel alléén toetsbenodigdheden op tafel vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord commentaren na afloop naar de JVC van je cursus toiletbezoek NIET toegestaan fraude wordt bestraft kras NIET op het antwoordformulier! Ook geen doorhalingen! foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen!
Succes!
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 1 van 16
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 2 van 16
1
Allergische rhinitis wordt veroorzaakt door een a. IgA-gemedieerde reactie b. neurovasculaire autonome verstoring c. secundaire bacteriële kolonisatie d. sensibilisatie voor allergenen.
2
De buis van Eustachius heeft zijn opening a. onder de concha media b. onder de concha superior c. in de nasopharynx d. in de oropharynx.
3
Welk medicament wordt als tablet geven voor de medicamenteuze behandeling van seizoensgebonden allergische rhinitis? a. antihistaminicum (H1-antagonist) b. corticosteroïd c. non-steroidal anti-inflammatory drug (NSAID) d. smalspectrum antibioticum.
4
U loopt stage bij de huisarts en uw begeleidende huisarts ziet een vrouw van 32 jaar met hinderlijke jeukklachten van het oor. Er is hier waarschijnlijk sprake van: a. chronische otitis media b. otitis externa c. otitis externa maligna d. otitis media acuta.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 3 van 16
5
Door obstructie van het anatomische gebied dat weergegeven is met de donkere kleur (letter ‘A’) kan makkelijk a. acute otitis media ontstaan b. conjunctivitis ontstaan c. sinusitis ontstaan d. verminderde reuk ontstaan. 6
In een randomized controlled trial (RCT) wordt de effectiviteit van een nieuw antibioticum onderzocht voor de behandeling van een infectieziekte bij mannen. Variabelen die geregistreerd worden zijn behandeling, aantal dagen koorts en leeftijd. In dit onderzoek is leeftijd a. de afhankelijke variabele b. de onafhankelijke variabele c. de externe variabele d. de dummy variabele.
7
De resultaten van een onderzoek naar de kwaliteit van slaap registreert men als: slecht, matig of goed. Dit is een voorbeeld van data op a. nominaal meetniveau b. ordinaal meetniveau c. interval meetniveau.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 4 van 16
8
Om in een steekproef van een populatie voldoende informatie te krijgen over een belangrijke subgroep (bijvoorbeeld ouderen) kan het best gebruik gemaakt worden van een a. random sample b. probability sample c. convenience sample d. grab sample.
9
Bij de opzet van een patiënt controle onderzoek blijkt uit literatuuronderzoek dat vijf factoren de samenhang tussen de afhankelijke en de onafhankelijke variabele kunnen beïnvloeden. Deze potentiële bron van bias kan het best tegengegaan worden door a. te matchen b. te stratificeren c. een multivariabele analyse toe te passen d. een sensitiviteitsanalyse toe te passen.
10
Welk onderzoeksdesign is het MINST geschikt om een causale relatie aan te tonen? a. case-control onderzoek b. cohort onderzoek c. cross-sectioneel onderzoek d. randomized controlled trial.
11
In een onderzoek naar de kwaliteit van de HPV test als diagnostisch instrument voor baarmoederhalskanker worden de volgende resultaten gevonden: Baarmoederhalskanker ja nee totaal HPV test afwijkend 99 99 198 normaal 1 891 892 totaal 100 990 1090 De positief voorspellende waarde van de HPV test is afgerond a. 9% b. 50% c. 90% d. 99%.
12
Bij hypothese toetsing wordt met de ‘power van een onderzoek’ bedoeld: de kans om de nulhypothese a. onterecht te verwerpen b. onterecht niet te verwerpen c. terecht te verwerpen d. terecht niet te verwerpen
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 5 van 16
13
Een patiënte komt bij de specialist met geheugenklachten. De specialist vindt het waarschijnlijk dat de patiënte dementie heeft. Hij wil de ziekte gaan aantonen met een diagnostische test. Welke diagnostische testeigenschap is in dit geval het belangrijkst? a. sensitiviteit b. specificiteit c. generaliseerbaarheid d. positief voorspellende waarde.
14
De incidentie van een myocardinfarct in de leeftijdsgroep van 45-49 is bij rokers 29.6 per 1000 personen, en bij niet rokers 7.4 per 1000 personen. Wat is het attributief risico op een myocardinfarct voor rokers ten opzichte van niet-rokers? a. (29.6 - 7.4) / (29.6 + 7.4) = 0.6 b. 29.6 / (29.6 + 7.4) = 0.8 c. 29.6 - 7.4 = 22.2 d. 29.6 + 7.4 = 37.
15
U wilt onderzoeken of het volgen van een hoge opleiding beschermt tegen het krijgen van dementie. Welke studieopzet is uit ethisch en praktisch oogpunt het meest geschikt om deze vraag te beantwoorden? a. een randomized controlled trial b. een prospectief cohort c. een cross-sectionele studie d. een patiënt-controle onderzoek.
16
In een randomized controlled trial wordt een bewegingsinterventie getest als middel om een myocardinfarct te voorkomen. Er zijn meerdere exclusiecriteria; zo worden mensen uitgesloten die jonger dan 40 jaar zijn, medicatie nemen, andere ernstige ziektes hebben of niet therapietrouw waren tijdens een ‘run-in period’. Deze aanpak bevordert a. de generaliseerbaarheid b. de criteriumvaliditeit c. de interne validiteit d. de externe validiteit.
17
U wilt een indruk krijgen van de maximale werkzaamheid van een geneesmiddel onder ideale omstandigheden. Om deze vraag te beantwoorden, moet u naar de resultaten kijken van een a. explanatory analyse b. intention-to-treat analyse c. gestratificeerde analyse d. sensitiviteitsanalyse.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 6 van 16
18
Het voorschrijven van bloeddrukverlagende middelen voor dagelijks gebruik aan patiënten die volledig hersteld zijn van een myocardinfarct, is een voorbeeld van a. primaire preventie b. secundaire preventie c. tertiaire preventie.
19
Wat is ‘compliance bias’? De uitkomst in de gescreende groep lijkt gunstiger a. omdat de gevallen met een gunstiger beloop worden opgespoord. b. doordat de gescreende groep medische adviezen beter opvolgt c. maar eigenlijk is de ziekteduur verlengd in plaats van de overlevingsduur d. doordat na de start van het screeningsprogramma steeds minder mensen overblijven die ‘at risk’ zijn.
20
Bij het selecteren van controls voor een case-control studie moet men ervoor zorgen dat de controls a. op de ziekte na, zoveel mogelijk lijken op de cases b. niet aan de expositiefactor zijn blootgesteld c. een blanco medische voorgeschiedenis hebben.
21
Een prognostische studie voert men bij voorkeur uit door het bestuderen van een a. gerandomiseerd onderzoek b. cohort onderzoek c. controle onderzoek d. tijd-serie onderzoek.
22
Wat is de meest voorkomende verwekker van keelpijn bij jongvolwassenen? a. eppstein-barr-virus b. groep-A-streptokokken c. haemophilus influenza d. rino- en adenovirussen.
23
Waarin onderscheidt gerefereerde oorpijn zich van otitis media acuta? Bij gerefereerde oorpijn is er a. een psychische stoornis b. unilaterale doofheid c. vestibulaire duizeligheid d. zeurende en stekende pijn.
24
Otitis externa maligna wordt veroorzaakt door een a. carcinoom van de uitwendige gehoorgang b. reactie op corticosteroïd-oordruppels c. infectie met Pseudomonas aeruginosa d. perforatie van het trommelvlies.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 7 van 16
25
Waarmee moet men rekening houden als men de uitslag van een streptest bij kinderen interpreteert? a. de test reageert bij kinderen ook op rino- en adenovirussen b. de specificiteit van de test is laag (<60%) bij kinderen c. kinderen hebben een hoge voorafkans op een groep-A-streptokok (>50%) d. kinderen zijn vaak drager van een groep-A-streptokok.
26
Men spreekt van een atypische koortsstuip als er een convulsie optreedt a. met gegeneraliseerde tonisch klonische trekkingen b. bij het oplopen van de temperatuur c. met een recidief tijdens dezelfde koortsperiode d. die langer dan vijf minuten aanhoudt.
27
Een alarmsymptoom bij een kind met koorts is een reden voor een beoordeling op zeer korte termijn. Welk gegeven is een alarmsymptoom? a. spugen b. oorpijn c. koorts > 40.0 °C d. petechiae.
28
De ICF beschrijft onder andere het functioneren van mensen, waarbij het functioneren wordt gezien als een wisselwerking tussen een aandoening of ziekte enerzijds, en externe en persoonlijke factoren anderzijds. Volgens de ICF a. heeft een persoon uitsluitend een beperking als er ook een stoornis is b. zijn problemen in de participatie mogelijk terwijl er geen stoornis is c. heeft een persoon problemen in de participatie als er beperkingen zijn.
29
Wat is een essentiële stap in de pathogenese van acne vulgaris? a. er is een hoge concentratie vetzuren in het serum b. er is een hoge testosteronspiegel in het serum c. er is occlusie van haarfollikels door hyperkeratose d. er is bacteriële kolonisatie van de talgklierfollikel.
30
Welke aandoening wordt door een Malassezia-infectie veroorzaakt? a. impetigo b. intertrigo c. luierdermatitis d. pityriasis versicolor.
31
Dermatofyten groeien a. op hoornmateriaal als voedselbron b. op de gehele huid, maar niet op de nagels c. met name in de dieper gelegen dermis d. door ‘eilandjes’ te vormen op afstand.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 8 van 16
32
Welke huidafwijking (efflorescentie) treedt wel op bij acne, maar niet bij rosacea? a. papels b. pustels c. comedonen d. teleangiectasieën.
33
Chronische aandoeningen vereisen een andere benadering dan in de acute zorg gebruikelijk is. Het gaat daarbij om een ander accent in de zorg. Welke zorgbenadering past het best bij chronische zorg? De hulpverlener a. ondersteunt de patiënt in zijn omgang met de organische afwijking b. is gericht op het totale lichamelijke en geestelijke functioneren van de zieke mens in zijn eigen omgeving c. is gericht op het bestrijden of wegnemen van de ziekteoorzaak d. schenkt alleen aandacht aan de huiselijke omgeving waarin de patiënt dagelijks functioneert.
34
De Amerikaanse ethica Joan Tronto onderscheidt een aantal specifieke ethische kwaliteiten in de zorgethiek. Welke kwaliteit hoort hier bij? a. spaarzaamheid b. opgeruimdheid c. onbaatzuchtigheid d. ontvankelijkheid.
35
Het laatste decennium is toenemende kritiek op de vanzelfsprekendheid van medisch handelen bij ouderen en ernstig zieken. Welke bewering heeft betrekking op deze kritiek? a. alle mogelijkheden tot behandeling dienen te worden aangegrepen b. het bestrijden van de dood is een nastrevenswaardig goed c. medisch handelen is in de regel verantwoord d. het nuttig effect van medisch handelen wordt overschat.
36
Bij een kind dat jonger is dan 2 jaar, met de klachten koorts, braken, diarree, slecht drinken en sufheid, is otitis media acuta waarschijnlijk. Deze stelling is: a. juist b. onjuist.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 9 van 16
37
De assistente van dokter Verest, huisarts in Amsterdam, krijgt een telefoontje van de ouders van Luca Spinelli, 2 jaar. Luca heeft sinds gisteren koorts. Vanochtend was de koorts 40.1 graden. Hier schrokken de ouders erg van. Hij huilt veel en grijpt naar zijn oortje. Hij heeft sinds gisteren niet gegeten en niet gedronken. De assistente adviseert de ouders om met Luca vandaag nog naar het spreekuur te komen. Wat is de primaire reden om Luca vandaag nog op het spreekuur te onderzoeken? a. meer dan één dag koorts b. meer dan 40.0 graden koorts c. huilen en grijpen naar het oortje d. sinds gisteren niet drinken.
38
Mevrouw Blom, 28 jaar, komt op het spreekuur bij haar huisarts omdat ze sinds vier dagen veel jeuk en pijn heeft aan het linker oor. Daarbij heeft ze een stinkende afscheiding uit het oor. Ze heeft geen koorts gehad. Ze hoort momenteel met het linkeroor niet goed. Otitis externa is waarschijnlijker dan otitis media acuta vanwege a. de stinkende afscheiding b. de pijn aan het oor c. het niet goed horen d. de leeftijd.
39
In uw huisartsenpraktijk komt een meisje van 3 jaar met sinds vier dagen 39.0 graden koorts. Het meisje is flink verkouden en aan het hoesten. Bij auscultatie van de longen hoort u verminderd ademgeruis rechts onder. Er is sprake van een geringe tachypneu. Er zijn geen alarmsymptomen. U denkt aan een pneumonie. De meest waarschijnlijke oorzaak is een a. virusinfectie b. bacteriële infectie c. schimmelinfectie d. astma exacerbatie.
40
U leest een artikel over een randomized controlled trial naar het effect van cholesterolverlagende medicatie op het optreden van hart- en vaatziekten. In deze studie werden de volgende groepen patiënten geëxcludeerd: patiënten ouder dan 65 jaar, patiënten met diabetes mellitus en/of hypertensie, patiënten met andere medicatie en patiënten met een slechte therapietrouw tijdens het eerste begin van de studie. Deze selectiecriteria vergroten de a. generaliseerbaarheid van de resultaten b. betrouwbaarheid van de resultaten c. interne validiteit van de resultaten.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 10 van 16
41
U leest een case-control studie over de relatie tussen cannabisgebruik en het krijgen van testiscarcinoom. U weet dat een case-control studie geen sterk design is voor het aantonen van een oorzaak-gevolg relatie. Er zijn echter mogelijkheden om een oorzaak-gevolg relatie met grotere waarschijnlijkheid aan te tonen. Welke onderstaande methode is daartoe het meest geschikt? a. vergroten van het aantal onderzochte cases en controls b. onderzoeken van de relatie tussen dosis en effect c. niet-cannabisgebruikers excluderen d. onderzoeken van de tijd tussen blootstelling en effect.
42
U leest een artikel over een niet-gerandomiseerd prospectief onderzoek naar het effect van een conservatief beleid versus appendectomie bij patiënten met een appendicitis. De onderzoekers includeerden 50 patiënten op de spoedeisende hulp van vijf streekziekenhuizen. Op basis van klinische symptomen achtte de arts appendectomie noodzakelijk voor 20 patiënten. De andere 30 patiënten werden conservatief behandeld. Het blijkt dat de patiënten met een appendectomie meer comorbiditeit hadden. Welk probleem zal door deze ongelijke verdeling van comorbiditeit waarschijnlijk optreden? a. selectie bias b. confounding bias c. measurement bias d. kans (chance).
43
De heer van Hattum, 42 jaar, heeft drie dagen koorts 39 °C, een verstopt gevoel van neus en holtes, en drukpijn over de rechter sinus maxillaris. De huisarts overweegt een sinusitis en vraagt zich af of hij verder onderzoek moet doen. Welke bewering is correct? Op dit moment is a. een bepaling van CRP, BSE en leukocyten geïndiceerd b. een nasale endoscopie geïndiceerd c. een röntgenfoto van de sinus geïndiceerd d. verder onderzoek NIET geïndiceerd.
44
Mevrouw Ros belt de assistente van de huisarts omdat haar dochtertje Rachella, zeven maanden, koorts en oorpijn heeft. Wanneer moet de assistente overleggen met de huisarts, dan wel een consult plannen? Als de koorts a. een fluctuerend beloop heeft op de dag b. hoger is dan 40 ºC c. langer dan drie dagen duurt d. met paracetamol niet zakt onder 38 ºC.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 11 van 16
45
Op de spoedeisende hulp komt een jongen van 5 jaar bij de KNO-arts, met koorts sinds twee dagen, een verstopte neus, groen snot en oedeem en roodheid van het rechter ooglid. Het oog is normaal beweeglijk en de oogbol is niet verplaatst. De oogarts vindt aan het oog geen afwijkingen. Wat is op dit moment het correcte beleid? a. chirurgische decompressie van de orbita b. endoscopische drainage van de sinus ethmoïdalis c. xylometazoline neusdruppels en antibiotica d. xylometazoline neusdruppels en paracetamol.
46
De huisarts ziet een vrouw van 22 jaar met keelpijn en koorts sinds drie dagen. De huisarts vermoedt een tonsillitis. Welk symptoom geeft bij aanwezigheid een grotere kans op een bacteriële verwekker? a. hoesten b. lymfadenopathie c. oorpijn d. rhinorroe.
47
Welk medicijn kan men het best als eerste keus voorschrijven bij een jongen van 17 jaar met een lichte acne vulgaris in het gelaat die nog geen medicijnen heeft gebruikt? a. benzoylperoxide b. clindamycine c. cyproteronacetaat d. isotretinoïne.
48
Mevrouw Bechai, 63 jaar, heeft een fors overgewicht (BMI 34). Tussen de huidplooien van haar buik heeft ze sinds een week rode, vochtige, stinkende plekken. Welke onderzoek is het meest geschikt om de diagnose te stellen? a. histopathologisch biopt b. indirecte immunofluorescentie c. KOH-preparaat d. Woodse lamp.
49
Roos Siegenbeek, 17 jaar, heeft sinds twee dagen rechts bij de bovenlip een branderig jeukend gevoel en er zijn enkele vesikels en pustels op een erythemateuze ondergrond. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. folliculitis b. herpes simplex c. impetigo d. rosacea e. varicella.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 12 van 16
50
Eva Dinant, 10 jaar, is fervent nagelbijtster. Ze komt bij de huisarts op het spreekuur omdat ze sinds gisteren aan de middelvinger van haar rechter hand bij de nagel een pijnlijke rode fluctuerende zwelling heeft. De huisarts stelt vast dat ze een oppervlakkige paronychia heeft. Wat is nu het beste beleid? a. afwachten b. antibioticum c. antimycoticum d. incisie.
51
Een jongetje wordt in het ziekenhuis geboren met één voet in inversiestand. De kinderarts vindt bij onderzoek een redelijk beweeglijke voet. Er is geen sprake van verkorting en verdikking van de kuitspieren en de achillespees. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. standafwijking door intra-uteriene beklemming b. pes equinovarus c. pes talovalgus.
52
Een 35-jarige man komt in maart terug uit Azië waar hij voor zaken geweest is. Rechtstreeks van Schiphol gaat hij naar de afdeling Spoed Eisende Hulp van het VUmc in verband met koude rillingen. Zijn voorgeschiedenis vermeldt geen bijzonderheden. Hij heeft hoofdpijn, keelpijn, geen thoracale pijn en geen dyspnoe. Zijn temperatuur is 38,6 °C. U neemt een gerichte anamnese af. Sinds drie dagen hoest hij dag en nacht. Hij zweet veel. Bij onderzoek van de longen wordt over alle velden een sonore percussie gevonden, de longgrenzen verschuiven goed. Bij auscultatie is er normaal ademgeruis zonder bijgeluiden. Welke aandoening is nu het meest waarschijnlijk? a. influenza b. laryngitis c. pleuritis d. pneumonie.
53
Bij een vrouw van 21 jaar is een volledige uitval van de hypofyse ontstaan na een zwangerschap die eindigde in een placentaloslating. Daarbij trad een complicatie op die haar hypofyse beschadigde: het syndroom van Sheehan. Zij krijgt volledige hormoonsuppletie. Na een paar maanden gaat ze weer aan het werk en krijgt vervolgens last van frequent braken en een lage bloeddruk. Welk hormoon dient zij nu te krijgen? a. ADH b. cortisol c. oestrogeen d. thyroxine.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 13 van 16
54
Op de afdeling Spoed Eisende Hulp wordt een vrouw van 25 jaar gezien omdat ze sinds een halve dag hevige pijn in de onderbuik heeft die sterk toeneemt. Ze was drie weken geleden normaal ongesteld op de verwachte dag. Er is geen afscheiding of tussentijds vaginaal bloedverlies. Ze is seksueel actief en heeft sinds kort een nieuwe relatie. Bij lichamelijk onderzoek is de temperatuur 37,7 °C, over de buik is spaarzame peristaltiek te horen, er wordt druk- en loslaatpijn in de rechter onderbuik gevonden, bij vaginaal toucher is er opstootpijn rechts. Het urinesediment is schoon, de CRP is 30, de leukocyten in het bloed zijn 11,9 x109/L. De arts denkt aan appendicitis acuta, maar overweegt ook een gynaecologische oorzaak. Welke gynaecologische oorzaak is het meest waarschijnlijk? a. bacteriële vaginose b. extra-uteriene graviditeit c. polycysteus ovarium syndroom (PCO) d. salpingitis (PID).
55
Een 87-jarige vrouw heeft een lokaal doorgegroeid en naar de longen gemetastaseerd vaginatop carcinoom. Ze is opgenomen op de afdeling palliatieve zorg van een verpleeghuis. Ze heeft veel last van pijn in de onderbuik. Paracetamol, NSAID’s en milde opiaten hebben onvoldoende effect op de pijn. De behandelend specialist ouderengeneeskunde besluit nu om haar met een sterk opiaat te behandelen. Wat is hierbij het beste beleid? a. starten met een hoge dosis en regelmatig toedienen onafhankelijk van de pijn b. een lage dosis steeds frequenter toedienen tot voldoende pijnstilling bereikt is c. een opklimmende dosis met een vast interval toedienen tot er voldoende pijnstilling is.
56
Een meisje van 13 jaar komt bij de huisarts. Ze heeft het afgelopen jaar vijf maal een episode met hoesten en gebrek aan lucht bij inspanning doorgemaakt. Deze trad meestal op als nasleep van een verkoudheid en duurde steeds twee tot drie weken. Inhalaties met een beta-2-mimeticum gedurende deze episodes geven wel enige verlichting. Welke onderhoudsmedicatie is nu geïndiceerd? a. een antibioticum b. een antihistaminicum c. een corticosteroïd per os d. een inhalatiecorticosteroïd.
57
De heer Scarlatti is 75 jaar oud en is bekend met chronische bronchitis, rechtszijdig hartfalen en beginnende levercirrose. Hij komt nu komt bij zijn huisarts in verband met moeheid en kortademigheid sinds enkele maanden. Zijn huid en slijmvliezen zijn opvallend bleek. De huisarts doet bloedonderzoek en vindt een Hb van 6,5 mmol/l en een MCV van 93 fL (normaal). Het ferritine blijkt 105 microgram/liter (hoog-normaal) te zijn. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. beta-thalassemie b. ijzergebreksanemie c. foliumzuurdeficiëntie d. anemie door chronische ziekte.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 14 van 16
58
Een 55-jarige man heeft toenemend last van retrograde ejaculaties. Hij komt wel klaar maar er verschijnt daarbij geen ejaculaat. Hij heeft een blanco voorgeschiedenis. Welke bepaling bij het bloedonderzoek is nu het belangrijkst voor de diagnostiek? a. leverenzymen b. kreatinine c. TSH d. glucose e. testosteron.
59
Een vrouw van 23 jaar heeft tijdens een recente vakantie een aantal onveilige seksuele contacten gehad. Ze klaagt nu over overvloedige, egale, groene vaginale afscheiding. Ze heeft een blanco voorgeschiedenis. Welke verwekker past bij dit beeld en zal zeer waarschijnlijk GEEN complicaties met zich meebrengen? a. candida b. chlamydia c. syfilis d. trichomonas.
60
Een man van 55 jaar werkt op de bagageafhandeling op Schiphol. Hij tilt de hele dag door koffers. Hij is rechtshandig en klaagt over geleidelijk toenemende schouderpijn rechts. Bij lichamelijk onderzoek vallen bij abductie van de rechter schouder een painful arc en een sterke beperking van de passieve en actieve abductie op. De exorotatie is niet beperkt. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. bursitis b. capsulitis c. myalgie d. tendinitis.
61
Een 55-jarige man heeft geleidelijk toenemende pijn in de linker lies bij lang lopen. Sinds enkele maanden is er ook pijn tijdens de eerste stappen wanneer hij gaat lopen. Een röntgenfoto bevestigt het vermoeden op een coxartrose. Hij heeft geen belangrijke andere aandoeningen. Hij is verder gezond en wandelt graag en veel. Hij overlegt met zijn huisarts over de mogelijkheden van een heupvervangende operatie. Welk beleid heeft de voorkeur? a. intensieve looptraining onder begeleiding van fysiotherapie en na enkele maanden een heupvervangende operatie b. streven naar aantal jaren conservatieve therapie met pijnstillers en fysiotherapie voordat tot een heupvervangende operatie wordt overgegaan c. zonder verdere voorbereiding heupvervangende operatie op korte termijn plannen (enkele weken tot maanden) d. een maand voorbehandelen met antistollingsmedicatie en dan uitvoeren van de heupvervangende operatie.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 15 van 16
62
Een 65-jarige man heeft sinds drie maanden pijn in de bovenbuik. Hij is 5 kg afgevallen. Hij heeft geen last van zuurbranden. Hij is regelmatig misselijk en heeft de laatste week enkele malen overgegeven. Hij heeft nooit last gehad van bovenbuiksklachten. Omdat de man voor het eerst sinds 15 jaar zijn huisarts raadpleegt verwijst deze hem met spoed door voor een gastroscopie. In het PA-preparaat wordt lymfoïd weefsel met maligne kenmerken aangetoond. Welke diagnose is nu het meest waarschijnlijk? a. hodgkin lymfoom b. maagcarcinoom met ontstekingsinfiltraat c. M. Kahler d. non-hodgkin lymfoom.
63
Een vrouw van 55 jaar heeft een positief mammogram bij het bevolkingsonderzoek op borstkanker. Lichamelijk onderzoek levert geen aanwijzingen op voor doorgroei in huid of onderlaag. Een in het ziekenhuis herhaald mammagram met echogeleide punctie heeft als PA-uitkomst: invasief groeiend mammacarcinoom cT1-2N0-1. De tumor is 1,5 cm in doorsnee. Wat is nu het beleid? a. totale mastectomie b. mammasparende operatie met radiotherapie c. totale mastectomie met verwijdering van alle oksel-lymfeklieren.
64
Een 76-jarige man komt bij de huisarts voor een huidafwijking. Het valt de huisarts op dat hij erg vermoeid is en bleek ziet. Bij doorvragen blijkt hij tevens kortademig bij inspanning te zijn. Hij is in een half jaar 15 kg afgevallen (15% van zijn gewicht). Verder heeft hij geen klachten. Zijn defaecatiepatroon is onveranderd en hij heeft geen last van buikpijn of pijn tijdens of na de ontlasting. Bij bloedonderzoek blijkt een ernstige ferriprieve anemie. In de faeces wordt bij herhaling bloed gevonden. De huisarts verdenkt hem van een colorectaal carcinoom. Wat is gezien dit beeld de meest waarschijnlijke lokalisatie? a. rectum b. sigmoïd c. colon ascendens.
65
Een vrouw van 83 jaar heeft permanent boezemfibrilleren. Daarnaast heeft zij hypertensie en hartfalen. De vrouw is een rookster. Het beleid is onder meer gericht op het voorkomen van arteriële trombo-embolieën. Wat is daarbij het uitgangspunt? a. bij patiënten ouder dan 75 jaar heeft acetylsalicylzuur de voorkeur b. coumarinen hebben de voorkeur tenzij er belangrijke contraïndicaties zijn c. de keus tussen acetylsalicylzuur en coumarinen wordt bepaald door een risicoscore per patiënt d. acetylsalicylzuur en coumarinen zijn gelijkwaardig, de voorkeur van de patiënt geeft de doorslag.
herSET 2.2 Leren Dokteren 4 / afname 08-08-2012
Pagina 16 van 16