KM - orgel jaar 4
H3
tijd = gemiddelde lesduur per week
7e sem. ects tijd
musicus instrument, plus: H2 / H3: hymnologie H2 / H3: liturgie lecture-recital
70/30 60 30 6 60
maker / performer ensembles: kamerkoor / koorprojecten begeleiding ("orgel +")* H2 / H3: improviseren/kerkelijk orgelspel H2 / H3: cantoraat
*) wordt getoetst tijdens de hoofdvaktentamens
10
20
10
60 60
2
4
totaal ects
6
60 60
profielruimte minors totaal aantal studiepunten per semester
20 70/30 60 30
10
ondernemer portfolio 2 projectweken in alle studiejaren onderzoeker scriptiepresentatie
8e sem. ects tijd
2
4
10
18
18
50
60
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud
Verwijzing competenties Leerdoelen
Hoofdvak jaar 4 Hoofdvak orgel jaar 4 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Zie modulebeschrijving semester 1. In semester 7 staan de moeilijkste trio’s en Concerti van J.S. Bach op het programma plus Italiaanse werken in de Toccatastijl, Franse werken en werken van W.A. Mozart. Je hebt tijdens MTV geleerd zelfstandig een compositie te analyseren die deel uitmaakt van het eindexamenrepertoire en kunt de resultaten hoorbaar maken tijdens het lecture-recital. In semester 8 staat de voorbereiding op het eindexamen centraal plus de keuze van het instrument/de instrumenten en de uitwerking van registraties. 1-21 Semester 7 Je kunt 1. a.de moeilijkste Trio’s en Concerti van J.S.Bach uitvoeren b.Italiaanse werken in de specifieke Toccatastijl uitvoeren c.Franse werken (met hun specifieke eisen op het gebied van versiering en inègalespel)uitvoeren en d.de werken van W.A. Mozart uitvoeren; 2. deze werken stijlgetrouw te articuleren en fraseren; 3. a.zelfstandig een analyse te maken van een werk uit het repertoire b.een verbinding te leggen tussen analyse en interpretatie, i.e. de analyse leidt tot een betere interpretatie van het werk Semester 8 1. Je kunt zelfstandig een fraai solorecital verzorgen 2. Je kunt een groot symfonisch en modern werk vertolken 3. Je improviseert op een gegeven thema
Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Erik Zwiep Voertaal Engels of Nederlands Werkvormen Individuele praktijkles Docent Aart Bergwerff, Ben van Oosten, Bas de Vroome, Hayo Boerema (improvisatie) Ingangseisen Bronnen, literatuur Semester 7 Bij 1.a. bijv.Concerto in a BWV 593 Triosonates BWV 525-530 1.b. bijv.Toccata’s van G.Frescobaldi en M.Rossi 1.c. bijv. werken van F.Couperin en N.de Grigny 1.d. W.A.Mozart:KV 594 en KV 608
Semester 8 Bij 2 bijv. M.Reger: een Koraalfantasie L.Vierne: een Symfonie O.Messiaen: l’Ascension K.van Baaren: Musica per Organo Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Toets 1 Hoofdvak orgel semesters 7 1 Praktijktentamen Het uitvoeren van het tijdens MTV7 geanalyseerde werk • Ritmische en melodische nauwkeurigheid • Tempokeuze
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
• Registratiekeuze • Artistieke zeggingskracht 20 minuten 0 0 2 20 punts, 0,5 – 10, af te ronden op halven Toets 2 Hoofdvak orgel semester 8 EINDEXAMEN 2 Praktijktentamen Het uitvoeren van het voorbereide programma • Ritmische en melodische nauwkeurigheid • Tempokeuze • Registratiekeuze • Artistieke zeggingskracht 60 minuten 1 12 2 20 punts, 0,5 – 10, af te ronden op halven
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld) Verwijzing competenties Leerdoelen
Hoofdvak jaar 4 Liturgiek en hymnologie jaar 4 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Zie modulebeschrijving liturgiek en hymnologie jaar 3 Liturgie 4, 10, 13-16, 18-21 Hymnologie 4, 10, 13-16, 18-21 Liturgiek • Je hebt inzicht in andere typen dienst dan van Schrift en Tafel, zoals Doop en Belijdenis • Je hebt kennis van tempel en synagoge • Je hebt kennis van het Dienstboek • Je kunt in een betoog de onderdelen van het vak aan de orde stellen
Hymnologie • Je hebt inzicht in materiaal uit de Engelse reformatie en de daarop volgende periode tot 1980 • Je hebt inzicht in meerstemmige kerkmuziek • Je kunt de ontwikkeling van de cantate, de passie en het motet uitleggen • Je kunt de kerktoonsoorten solmiseren • Je kunt werken met de alternatim praktijk en de beleidsnota liedboek 2000 • Je kunt het materiaal uit de vorige modules en de modules cantoraat met elkaar verbinden Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Erik Zwiep Voertaal Nederlands Werkvormen • Hoorcollege (liturgiek, hymnologie) • Schrijfopdracht (liturgiek) Docent Arie Hoek, Hans van Gelder Ingangseisen Bronnen, literatuur Liturgiek: • J. de Jongh: “Rond de langste nacht” • Vrijlandt: “Liturgiek” blz. 118-167 en 199-216 • Reader: De zondagen van het kerkelijk jaar • Artikelen gekozen door de student en/of de docent • Oosterhuis: “De tent van de samenkomst” • Hoenderdaal: “Riskant spel” hoofdstuk 3 • Uit te reiken artikelen van o.a. Barnard en Van Olst Hymnologie: • Compendium Liedboek voor de kerken • F.vd Meer, Augustinus de Zielzorger • C.W.Mönnich, Koningsvanen • Van Andel, Tussen de regels • Zevenbergen Luth, Kleine geschiedenis van het kerklied • J.Luth, J.Pasveer, J.Smelik, Het kerklied • Watson, The English Hymn • F.Blume, Geschichte der Evangelische Kirchenmusik • Dr. R.A.Bosch, En nooit meer oude psalmen zingen • Instituut voor Liturgiewetenschap, Het lied en de Kerk • Dr. S.J.Lenselink, De Nederlandse Psalmberijmingen van de Souterliedekens tot Datheen • Prof. Dr. O.J. de Jong, Het eigene van de Nederlandse nadere reformatie • J.de Gier, Van de Souterliedekens tot Marnix • Prof. Dr. A.Th. van Deurzen, Bavianen en Slijkgeuzen
Toets
Toets 1
Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets
Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Liturgiek jaar 4 2 In te leveren opdrachten Afsluitend tentamen: presentatie gedurende ca. 20 minuten van een van de opdrachten De student levert een sterkte-zwakte analyse van het Dienstboek in de vorm van een scriptie in. Gedurende de laatste fase van de studie liturgiek wordt toegewerkt naar het aanstaande tentamen. Per les worden kennis en inzicht in deelonderwerpen in de vorm van gesprekken over de geschiedenis van de liturgie, de invalshoeken en uitgangspunten voor liturgiek in de e 21 eeuw, het kerkelijk jaar en de door de student vervaardigde werkstukken getoetst. • De inhoud van de verslagen, die in aanwezigheid van de docent besproken worden. • De reflectie op de bijgewoonde viering. • De kwaliteit van de scriptie. • De score van de schriftelijke toets over de behandelde stof in aantekeningen, artikelen en boek. • Presentatie 20 minuten 1 4 2 20 punten: 0,5-10 in halven Toets 2 Hymnologie jaar 4 2 In te leveren opdrachten Afsluitend tentamen: presentatie gedurende ca. 20 minuten van een van de opdrachten Analyse van Liedboek 2013, beleidsnota gebaseerd op de eigen praktijksituatie, drie kerkmuziekprogramma’s inleveren en een lijst van 40 liederen die zeer goed gekend zijn. • Geeft blijk van voldoende kennis van en inzicht in de verschillende onderwerpen • Geeft blijk van voldoende repertoirekennis • Is in staat dat goed mondeling en schriftelijk te formuleren 20 minuten 1 4 2 20 punten: 0,5-10 in halven
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Algemene theorievakken jaar 4 KM Lecture-Recital semester 7 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Het lecture-recital dient ter voorbereiding op het eindtentamen Bachelor, d.w.z. dat de student een presentatie in de vorm van een lecture-recital verzorgt van een werk dat hij/zij zelf op het eindtentamen uitvoert. Voorafgaand aan dit lecture-recital wordt een diepgaand werkstuk t.a.v. de historische context en de structuur van het betreffende werk ingeleverd. Verwijzing competenties 2, 6, 7, 11, 12, 19, 20 Leerdoelen Door middel van deze module worden de verworven competenties t.a.v. het hoofdvak en de muziektheoretische vakken met elkaar in verband gebracht. Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Rijnhard Bokelmann Voertaal Tweetalig (Nederlands/Engels) Werkvormen • Individuele praktijkles • Individuele coaching Docenten Frans de Berg, Rijnhard Bokelmann, Jan Jongbloed, Desiree Staverman, Willem Tanke, Gustavo Trujillo, Marcel Zijlstra, de eigen hoofdvakdocent Ingangseisen Een volledig behaalde Propedeuse, alsmede Analyse 3 & 4, Harmonie 3 & 4, Solfège 3 & 4 en Muziekgeschiedenis 1, 2 & 4. Voor de studenten die verplicht contrapunt volgen: contrapunt 3 & 4. Daarnaast bij voorkeur Analyse 5a, 5b, 6a, 6b en Muziekgeschiedenis 5 & 6. Bronnen, literatuur Door de student verzamelde bronnen en literatuur. Handleiding over vorm en inhoud van het werkstuk. Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud van de toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Toets 1 Lecture-recital 7 1 Presentatie d.m.v. een lecture-recital (voor alle studenten m.u.v. compositiestudenten) of mondelinge presentatie (voor compositiestudenten) Het gekozen werk wordt tijdens het tentamen uitgevoerd en besproken. Er wordt een diepgaand werkstuk gevraagd waarin de meest relevante onderwerpen uitgebreid aan bod komen. • De student dient blijk te geven van voldoende kennis, inzicht en vaardigheden t.a.v. de behandelde compositie. Dit moet zowel blijken uit het ingeleverde werkstuk als de mondelinge presentatie. • De student dient d.m.v. de toets blijk van inzicht te tonen in de historische context, de stilistische aspecten, alsmede de grote structuur, de frasering, het harmonische verloop, alsmede de melodische en ritmische ontwikkeling van de door hem/haar voorbereide compositie. • Voor alle studenten m.u.v. de compositiestudenten: De student dient een zinvol verband te kunnen leggen tussen de analyse en de uitvoeringspraktijk en deze relatie tijdens de uitvoering van het werk hoorbaar te maken. • Voor alle compositiestudenten: De student dient een zinvol verband te leggen tussen het geanalyseerde werk/de geanalyseerde werken en het werk dat hij/zij zelf componeert en dient dit met concrete voorbeelden aan te tonen. 45 minuten 100% 6 2 20 punts, 0,5 – 10, af te ronden op halven
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Verwijzing competenties Leerdoelen
Samenspel jaar 4 Samenspel orgel jaar 4 Code (16) Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Improvisatie: Zowel in het sacrale als in het profane werkveld krijgt de organist te maken met de vraag naar geïmproviseerde muziek. In de derde module werkt de student verder aan een uitbreiding van de verschillende vormen. Het (laat) romantisch idioom staat centraal. Cantoraat behandelt en beoefent het instuderen van kerkmuziek met gemeenteleden en/of cantorij. De student vertaalt zijn kennis van de verschillende kerkliedgenres naar de context van de groep waarmee gewerkt wordt , hij heeft leren tacteren in alle voorkomende maatsoorten en voorzingen vanaf de stemvork. Hat vak cantoraat bestaat uit acht modules van acht weken elk, dat wil zeggen twee modules per semester. Cantoraat 2-10, 12-16, 18, 20, 21 Improviseren/kerkelijk orgelspel 1, 2, 5-16, 18-21 Cantoraat • Je werkt met Engelse chants • Je werkt met vierstemmige zettingen • Je werkt met vierstemmige zettingen en eenvoudige motetten • Je kunt de in de voorgaande modules behandelde werken tacteren • Je vertaalt je inzicht in melodiestructuren op muzikale wijze • Je werkt vanaf de stemvork • Je kunt een melodie goed voorzingen vanuit de juiste tempovoorstelling en met de juiste aansluiting van coupletten
Improviseren/kerkelijk orgelspel • Je kunt een koraalzetting, duo, trio en fugato improviseren Coördinerend onderdeel KM Contactpersoon Erik Zwiep Voertaal Nederlands Werkvormen • Groeps-praktijkles (cantoraat, gregoriaans) • Individuele praktijkles (Improviseren/kerkelijk orgelspel) Docent Arie Hoek, Hayo Boerema Ingangseisen Bronnen, literatuur Cantoraat: • Gezangen voor Liturgie bijv. Ps.19, 122, 25, 103 • Vierstemmige zettingen van o.a. Goudimel • Meerstemmige Kerkmuziek: Bachcantates, eenvoudige Motetten van o.a. M.Franck, M.Vulpius Improviseren/kerkelijk orgelspel • W. de Ruiter Compositietechnieken uit de 20e eeuw Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets
Toets 1 Improviseren/kerkelijk orgelspel jaar 4 2 Praktijktentamen Kerkelijk orgelspel: Het begeleiden van een aantal psalmen en liederen waaronder 1x onvoorbereid plus een collectespel
Beoordelingscriteria Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
15 minuten 1 2 2 20 punten: 0,5-10 in halven
Toets Omschrijving Semester
Toets 2 Cantoraat jaar 4 2
Toetsvorm Inhoud v.d. toets Beoordelingscriteria
Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Praktijktentamen Het tacteren van 1 psalm, een refreinlied en een lied naar keuze • Communicatief vermogen • Technische vaardigheid • Kennis over achtergronden van het lied • Stilistische kennis 20 minuten 1 2 2 20 punten: 0,5-10 in halven
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Portfolio jaar 4 Portfolio jaar 4 Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Algemeen: Het Portfolio is een module waarbinnen diverse activiteiten vallen. Sommige activiteiten worden door Codarts georganiseerd (bijvoorbeeld de projectweken), andere activiteiten worden door de student zelf vormgegeven (individuele studieactiviteiten). Beide type activiteiten hebben met elkaar gemeen dat ze gericht zijn op oriëntatie op de verdere studie en op de beroepspraktijk. Ze brengen de student in contact met verschillende aspecten van het kunstvak, zowel op het gebied van de verschillende beroepsrollen als op het gebied van de verschillende disciplines binnen de kunsten. Deze brede oriëntatie op het kunstvak, prikkelt de student te reflecteren op zijn eigen ambities en profiel en deze om te zetten in concrete keuzes tijdens en na de studie. Het Portfolio in jaar 4 bestaat uit twee projectweken. Deze projectweken hebben elk jaar een andere vorm en een ander thema.
Verwijzing competenties Leerdoelen Coördinerend onderdeel Contactpersoon Voertaal Werkvormen Docent Ingangseisen Bronnen, literatuur Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud vd toets
3, 5, 13, 15, 19 De projectweken dienen als oriëntatie op verschillende aspecten van het kunstvak. Het opdoen van nieuwe ideeën en ervaringen staat hierbij voorop. Er worden geen leerdoelen getoetst aan het einde van de module. Muziek (JPW+KM) Renske Wassink Engels Diverse werkvromen mogelijk, verschilt per projectweek Verschilt per projectweek Geen Verschilt per projectweek Toets 1 Projectweek 1 1 Deelname (adhv presentielijst) De projectweek wordt getoetst aan de hand van een deelnamepercentage. Studenten die niet (voldoende) aanwezig waren, dienen een vervangende opdracht in te leveren.
•
• •
• • •
de vervangende opdracht projectweek heeft de vorm van extra Individuele Studie Activiteiten. De student legt verslag van deze activiteiten volgens de ISA systematiek (zie handreiking ISA). Hierbij worden hetzelfde format en dezelfde inleverwijze en deadline gehanteerd; de vervangende opdracht heeft een studielast van 28 uur; elke projectweek heeft een thema, de extra ISA’s vinden plaats in het kader van dit thema. Het management van de opleiding ziet erop toe dat bij het ontwerpen van de projectweek het thema ook wordt vertaald naar een duidelijk kader voor de vervangende opdracht. Indien verschillende vakgroepen/studierichtingen een ander thema kennen, werkt dat door in de vervangende opdracht; bij de Codarts-brede projectweek wordt het thema voor de vervangende opdracht afgestemd tussen de verschillende opleidingen; binnen twee weken of zodra bekend is welke studenten de projectweek gemist hebben, wordt door de opleiding gecommuniceerd wat de vervangende opdracht inhoudt; als een student een deel van de projectweek wel heeft bijgewoond, kan hij die uren meenemen in de verantwoording van de extra ISA’s;
Beoordelingscriteria Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud vd toets Beoordelingscriteria Toetsduur Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
Deelname minimaal 75%. Dat wil zeggen dat van een project van 8 dagdelen, maximaal 2 dagdelen gemist mogen worden. Van een project van 4 dagdelen mag maximaal 1 dagdeel gemist worden. nvt 50% 1 2 VD/NVD voldaan / niet voldaan Toets 2 Projectweek 2 2 Deelname (adhv presentielijst) Zie Projectweek 1 Deelname minimaal 75%. Dat wil zeggen dat van een project van 8 dagdelen, maximaal 2 dagdelen gemist mogen worden. Van een project van 4 dagdelen mag maximaal 1 dagdeel gemist worden. nvt 50% 1 2 VD/NVD voldaan / niet voldaan
Generieke naam module Specifieke naam module Code Osiris Cursustype Jaar Examendoel Inhoud (en relatie werkveld)
Verwijzing competenties Leerdoelen
Coördinerend onderdeel Contactpersoon Voertaal Werkvormen Docent Ingangseisen Bronnen, literatuur Toets Omschrijving Semester Toetsvorm Inhoud v.d. toets
Scriptie Scriptie Cursus Jaar 4 B Hoofdfase Bachelor Voor elke kunstprofessional is het van essentieel belang dat hij/zij met een onderzoekende houding naar zijn eigen vakgebied kijkt en zijn bevindingen kan presenteren. Aan die vaardigheden wordt gewerkt in deze onderzoeksmodule. Op basis van het onderzoeksvoorstel zoals opgesteld in de module ‘scriptievoorbereiding’ voert de student zelfstandig een onderzoek uit en doet hiervan schriftelijk (scriptie) en mondeling (scriptiepresentatie) verslag. De student wordt in dit proces begeleid door een scriptiebegeleider. De module scriptie draagt met name bij aan de ontwikkeling van de beroepsrollen musicus, maker/performer en onderzoeker. 3, 4, 12, 13, 14, 15, 19, 20, 21 De student is in staat zelfstandig zijn onderzoeksvaardigheden in te zetten De student is in staat bronnen te selecteren en interpreteren. De student is in staat zijn bevindingen binnen een context te plaatsen • De student is in staat keuzes en ideeën te beargumenteren. • De student is in staat feedback constructief te verwerken in zijn proces en werk. De student is in staat conclusies te verbinden aan onderzoeksresultaten De student is in staat een brug te slaan tussen zijn bevindingen en zijn vakgebied/muzikale praktijk • De student is in staat onderzoeksresultaten en conclusies te presenteren Muziek (JPW&KM) Marijke Tielenius Kruijthoff Ned/Eng • Individuele coaching • Verschillende scriptiebegeleiders (formele en technische begeleiding) • Verschillende hoofdvakdocenten (vakinhoudelijk aanspreekpunt) Module Scriptievoorbereiding (jaar 3) afgesloten met een voldoende Codarts Handleiding Scriptie en gekozen/aanbevolen literatuur Toets Scriptie 1 Scriptie en presentatie • Een geschreven scriptie • Een presentatie van de belangrijkste bevindingen en conclusies Wanneer de scriptie niet is ingeleverd of als er geen groen licht is van de scriptiebegeleider, wordt een student niet ingepland voor een scriptie presentatie en is de toets niet behaald. Het geschreven werk en de scriptie-presentatie zijn complementair. De presentatie is dus meer dan slechts een samenvatting van de scriptie; het is een aanvulling, verdediging en/of verduidelijking op het geschreven werk. De scriptie en de scriptie-presentatie worden beoordeeld door een commissie bestaande uit een voorzitter, de scriptiebegeleider van de student en een hoofdvakdocent. In sommige gevallen kan de scriptiecoördinator besluiten een extern expert zitting te laten nemen in de commissie in plaats van de hoofdvakdocent.
Beoordelingscriteria
De scriptie-presentatie is openbaar en wordt bijgewoond door zoveel mogelijk medestudenten/geïnteresseerden. Bij verschillende vakgroepen is het verplicht voor studenten om presentaties van medestudenten bij te wonen. • professionele relevantie van het onderzoeksonderwerp • toepassing van de onderzoeksvaardigheden en de methode • selectie, gebruik en interpretatie van de bronnen • reflectie en omgang met feedback • verbinding van onderzoeksresultaten aan de conclusies
Toetsduur
Weging Studiepunten Aantal gelegenheden Resultaatschaal
• argumentatie en structuur van het geschreven werk • verzorging en taalgebruik van het geschreven werk • helderheid, argumentatie en structuur van de presentatie • verzorging en taalgebruik van de presentatie • beantwoording van vragen/feedback van commissie en gasten • functionaliteit van de presentatie in relatie tot het geschreven werk 45 minuten (20 minuten presentatie, 10 minuten vragen/discussie, 15 minuten evaluatie beoordeling) • Bij verschillende vakgroepen is het verplicht voor studenten om presentaties van medestudenten bij te wonen, de toetsduur wordt dan automatisch verlengd. Het geschreven werk en de presentatie moeten beiden met een voldoende (20 punts) worden afgesloten. Het gemiddelde van deze twee cijfers bepaalt het eindcijfer (20 punts) 4 2 20 punts 0,5-10 afgerond op halven