M us A 2 juni 2012
Farnace, dramma per musica musica di Antonio Lucio Vivaldi libretto di Antonio Maria Lucchini pompeo Diego Fasolis dirigent
Daniel Behle tenor
farnace
berenice
Max Emanuel Cencic countertenor
Mary-Ellen Nesi mezzosopraan
tamiri
selinda
Sara Mingardo alt
Carol Garcia mezzosopraan
gilade
aquilo
Vivica Genaux sopraan
Emiliano Gonzalez Toro tenor
vertaling Evianne de Kup
eerste concert O-serie 47e seizoen • 8 september 2007 14.00 uur
Atto primo 2
scena 1
Eerste akte scène 1
Riviera dell’Eusino con folta selva, che ingombra tutta la scena. Farnace con spada nuda in mano, poi Tamiri
Kust van Eusino met een dicht bos dat het hele toneel vult. Farnace met getrokken zwaard, dan Tamiri
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Benché vinto, e sconfitto perfide stelle, io son Farnace ancora. Di Mitridate il figlio ha in pugno ancor di Mitridate il brando, ha in seno ancor di Mitridate il core. Per lacerar i lauri in su la chioma alla superba Roma risorgerò, nemico ognor più crudo, cenere anche sepolte, e spirto ignudo.
Overwonnen, verslagen, toch, valse sterren, ben ik nog Farnace. De zoon van Mitridate heeft in zijn hand nog Mitridate’s zwaard, heeft in zijn borst nog Mitridate’s hart. Ik scheur de lauwerkrans op de panache van het hovaardige Rome, want ik verrijs, vijandiger onversaagder, al ben ik louter geest, dood en begraven.
Tamiri
Tamiri
Mio consorte, mio re, deh per le sacre
Mijn gemaal, mijn koning, ah, om de heilige en eerbiedwaardige vlammen van liefde, van Hymen, om het geloof dat onzen zielen verbond, ga niet voort.
venerabili fiamme d’amor, e d’Imeneo, per quella fede che annodò le nostre alme, arresta il piede.
Farnace
Farnace
Non ami ben, se l’onor mio non ami.
Je hebt niet lief, als je mijn eer niet liefhebt.
Tamiri
Tamiri
Amo, sì, l’onor tuo, ma mi spaventa l’orror dell’imminente alto periglio.
Zeker heb ik je eer lief, maar ik vrees het gruwzame van het dreigende gevaar.
Farnace
Farnace
Dov’è più di periglio, è più di gloria.
Waar meer gevaar is, is ook meer glorie.
Tamiri
Tamiri
Vanne dunque, o crudel, e qui mi lascia
Ga dan, meedogenloze, en laat me hier
3
tra le fiere agonie de’ miei timori. Lascia in balìa del vincitor superbo 4
la sposa desolata, e l’infelice, oh dio! tenero figlio, perché vadano entrambi tra le schiave più vili a torcer lane, ed a baciar le clamidi romane.
in de bittere agonie van mijn angsten. Laat in de macht van de hovaardige winnaar je troosteloze gade en je onzalige, o God, jonge zoon, opdat ze beiden tussen abjecte slaven wollen garen twijnen en de chlarys kussen van de Romeinen.
Tamiri
Tamiri
Due gran prove mi chiedi, signor, del mio coraggio. L’una è degna di me perché son moglie, l’altra è indegna di me perché son madre.
Tweemaal vraag je aan mij, heer, een blijk van mijn moed. De een ben ik waardig want echtgenote, de andere ben ik onwaardig want moeder.
Farnace
Farnace Ook ik heet vader, ik gebied het je. Zo’n naam ontneemt ons niet de hoge noodzaak als groten te handelen. Keer terug naar de stad, Tamiri, adieu, met deze omhelzing verg ik van jou gehoorzaamheid. Dien het gebod dat je zwoer voor mijn liefde, voor mijn glorie. Farnace’s gemalin ben je niet als er geen kracht in je is.
Farnace
Farnace
(Questo solo pensiero urta la mia costanza; ma lo domi virtù robusta, e forte.) Sposa Tamiri, ascolta.
(Alleen al de gedachte beukt in op mijn volharding; maar robuuste, krachtige deugd zal haar temmen.) Tamiri, gade, luister.
Tamiri
Tamiri
Il cenno attendo.
Ik wacht je aanwijzing.
Anch’io son padre, e te ’l comando. A noi questo nome non toglie l’alta necessità d’oprar da grandi. Torna tosto in città, Tamiri, addio, con quest’amplesso impegno l’ubbidienza tua. Servi alla legge che giurasti al mio amor, e alla mia gloria, e pensa che consorte di Farnace non sei se non sei forte.
Farnace
Farnace
Aria
Aria
Quest’acciaro fatal prendi, o regina, e sovra d’esso giura d’eseguir quella legge, che uscirà dal mio labbro.
Neem dit fatale zwaard, o koningin, ter hand en zweer erop het gebod uit te voeren dat uit mijn mond zal komen.
Farnace
Farnace
Tamiri
Tamiri
Eccomi pronta.
Ik ben gereed.
Farnace
Farnace
Ricordati che sei Regina madre, e sposa, Che dell’onor gelosa Ti vuol la maestà. Pria che soffrir la pena D’una servil catena, Sì, sì questa tu déi Pietosa crudeltà.
Weet dat je echtgenote, Koningin-moeder bent, En dat aan eer gehecht Jou wenst de majesteit. Voordat in slavenboeien Je wonden zullen bloeden, Ja, is voor jou van node Milde hardvochtigheid.
La tiranna del mondo puote ancora esser vinta; ma se l’empia Fortuna, idolatra di lei per lei pugnando, farà che sul mio capo l’aquile abominate alzino il volo, tutto nel cor del figlio, indi nel tuo tu questo ferro immergi. Dall’indegno servaggio esso vi sciolga,
Zij, de tiran van de wereld, ze kan verwonnen worden; maar als wrede Fortuna idolaat van haar is en voor haar vechtend maakt dat boven mijn hoofd de verafschuwde adelaars opvliegen, steek je diep in ’t hart van je zoon, daarna in het jouwe, dit zwaard. Dat het u uit onwaardig knechtschap weghaalt, dat ’t zwaard de schendingen der zwaarden wegneemt.
e l’ingiurie del ferro il ferro tolga.
scena 2
scène 2
Tamiri sola
Tamiri alleen
Recitativo
Recitatief
Tamiri
Tamiri
Ch’io mi tolga col ferro all’onta del trionfo è giustizia, è ragione, e sì grand’atto stabilito era già ne’ miei pensieri. Ma che col ferro stesso
Dat ik me aan de schande van de triomf met ’t zwaard onttrek, is juist, terecht, zo’n grote daad was al in mijn gedachten vastgelegd. Maar dat ik met dit zwaard
5
io sveni il caro figlio, il figlio amato è fierezza crudel d’ingiusto fato.
mijn lieve zoon dood, mijn beminde zoon, dat lot is onterecht meedogenloos.
e se non mente della fama il grido già ne’ vicini campi dal romano valor fu debellato.
Als het gerucht niet bedriegt, werd hij al op het nabije slagveld verdelgd door de Romeinse heldenmoed.
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Tamiri
Tamiri
Fu debellato, sì, ma non fu vinto.
Combattono quest’alma La Gloria, la Pietà, l’Amor, la Fedeltà. Lo sposo, il figlio. Lo sposo tradirò? Il figlio ucciderò? Ah che l’ingiusta palma Non so di chi sarà, Cieli consiglio!
In deze ziel weergalmen Glorie en Piëteit, Liefde, Loyaliteit, Mijn zoon, mijn gade. Mijn gade zal ik loochenen? Mijn zoon zal ik vermoorden? De onterechte palmtakken, Van wie zouden die zijn, O hemel, raad me!
Verdelgd ja, maar hij werd niet overwonnen.
Gilade
Gilade
Se con l’armi di Roma le tue congiungi il tuo trionfo è certo.
Als bij ’t leger van Rome je ’t jouwe voegt, is je triomf een feit.
Berenice
Berenice
Sì, da Roma invitata a guerreggiar contro Farnace io venni.
Ja, door Rome genodigd kwam ik om te strijden tegen Farnace.
Gilade
Gilade
Nunzi del nostro arrivo al gran duce romano invia messaggi.
Stuur de Romeinse leider boodschapppers met bericht van onze aankomst.
Berenice
Berenice
È già noto a Pompeo che Berenice con cento amiche schiere dell’Eusino guerrier preme le sponde.
Pompeo weet al dat Berenice met honderd bevriende troepen strijdlustig op Eusino’s oever landt.
Gilade
Gilade
Ma qual gente improvvisa a noi s’appresa?
Wie komen daar onverwacht naar ons toe?
Berenice
Berenice
Io vedo nell’insegne ondeggiar l’aquila invitta.
Op ’t vaandel deint de onoverwinnelijke adelaar.
6
7
scena 3 Escono guastatori, che troncando in breve la selva la riducono ad un’aperta campagna, vedendosi in fondo il mare, e in esso l’armata navale di Berenice, e da una parte la città di Eraclea con ponte, che introduce nella medesima. Approdano le navi, e gettati i ponti sbarca sul lido l’esercito, e dopo sbarcano da ricco naviglio Berenice, e Gilade con numeroso reale accompagnamento
scène 3 Infanteristen hakken in korte tijd het bos om. Op de achtergrond van de open vlakte verschijnt de zee met de marine van Berenice. Terzijde ligt de stad Eraclea, met een brug. De schepen landen, het leger gaat van boord; uit een rijk versierd schip komen Berenice en Gilade met koninklijk gevolg
Coro
Koor
Dell’Eusino con aura feconda Approda alla sponda La guerriera, l’eccelsa regina. Qui la gloria d’un’alta vendetta Invitta l’aspetta Del nemico all’estrema rovina.
Over d’Eusino, met gunstige wind Kwam de koningin, De krijgshaftige, de hooggeëerde. Onoverwinnelijk wacht ze de roem Van een hoge genoegdoening, de vijand volledig ruïnerend.
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Del nemico Farnace questo è l’impero, e quella che là si vede torreggiar vicina è la città de’ regni suoi, regina,
Van Farnace, onze vijand, is dit het rijk, en wat we boven alles uit zien steken is de stad van zijn koninkrijk, koningin.
scena 4
scène 4
Berenice
Berenice
(a Gilade) Principe udisti. Sotto l’altro comando a tant’impresa guida tu le nostre armi.
(tegen Gilade) Prins, je hoorde ’t. Jij voert bij de onderneming ’t leger aan onder ander commando.
Pompeo, Aquilio con l’esercito romano e detti
Pompeo, Aquilio met het Romiens leger en genoemden
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
Gilade
Gilade
Amazzone regal dell’oriente …
Koninklijke amazone van ’t oosten …
Seguirò coraggioso l’orme di sì gran duce.
Een zo’n groot leider zal ik Onbevreesd navolgen.
Berenice
Berenice
Debellator de’ più feroci imperi.
Verdelger van de woeste heerschappijen.
Berenice
Berenice
Col suo esempio o renderai maggior la mia fortuna, o nell’opre ammirande lascerai l’ombra almen d’un nome grande.
Met zijn voorbeeld maak je mijn fortuin, of je geeft door de bewonderenswaarde daden van die grote naam tenminste de schaduw.
8
Pompeo
Pompeo
Berenice.
Berenice.
Berenice
Berenice
Pompeo.
Pompeo.
Pompeo
Pompeo
Roma t’accoglie con le mie braccia.
Rome verwelkomt je met mijn armen.
Berenice
Berenice
E con le mie riceve l’Asia gli amplessi tuoi.
En met de mijne ontvangt Azië je omhelzingen.
Pompeo
Pompeo
Contro i ribelli della gloria romana combatteremo uniti.
scena 5
scène 5
Pompeo, Gilade, Aquilio
Pompeo, Gilade, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
De opstandelingen tegen Romeinse glorie bevechten we tesamen.
Guerrieri, eccovi a fronte la città più superba ove regni Farnace, ove regnasse il gran nemico Mitridate. In quella è il più forte riparo dell’Asia già cadente, la difesa maggior dell’oriente.
Krijgers, u staat hier voor een hoogst hovaardige stad; het heet dat Farnace er heerst, dat vijand Mitridate er eens heerste. In haar is de sterkste verschansing van Azië nu verlopen, de grootste verdediging van het Oosten.
Berenice
Berenice
Coro
Koor
Mora Farnace. Altro da te non bramo.
Dood aan Farnace. Meer vraag ik je niet.
Pompeo
Pompeo
Mora Farnace. Ad assalir le mura ov’ei s’asconde io moverò le squadre de’ più scelti guerrieri, tu l’assalto feroce d’altra parte asseconda, e vendicato a momenti sarai.
Dood aan Farnace. De muren waarachter hij zich verbergt laat ik bestormen door mijn uitgelezen krijgers, jij steunt de woeste stormloop vanaf de andere kant, en weldra zul je je genoegdoening krijgen.
Su campioni, su guerrieri Coraggiosi, arditi, e fieri A ferire, a fulminar. Con le fiamme, cogl’acciari Sdegno atroce si prepari Quelle mura ad atterrar.
Zet u, krijgers, kampioenen, Onverschrokken, trots en moedig, Om te schieten, dood te slaan. Met de degens, met de vlammen, Zij gereed gruwzame gramschap Om de muren neer te slaan.
Segue l’assalto della città, che viene attaccata sul ponte. Sortiscono gl’assediati, e respingono sul campo gl’asssalitori, i quali incalzano nella città gl’assaliti, e se ne impadroniscono.
Bestorming van de stad over de brug. De belegerden komen naar buiten en rukken naar het slagveld op, maar de belegeraars drijven hen terug en nemen de stad in bezit. Farnace
9
In questo esce dal bosco Farnace co’ suoi soldati. Investe alle spalle i nemici, e dopo fiero contrasto Farnace co’ suoi resta fugato
komt met zijn krijgslieden uit het bos. Hij valt de vijand in de rug aan, en na een hevige strijd slaat hij met de zijnen op de vlucht
10
scena 6
scène 6
Aquilio con Selinda dalla parte della città; dall’altra Berenice con séguito, Pompeo, Gilade, e soldati sul campo
Aquilio met Selinda aan de kant van de stad; aan de andere kant Berenice met gevolg, Pompeo, Gilade en krijgers
Recitattivo
Recitatief
Selinda
Selinda
Signor, s’anche fra l’armi pietade ha luogo, e cortesia non toglie punto di lena a marziali incendi,
Heer, als onder de wapenen meelij bestaat, en beleefde manieren niet afdoen aan een martiale ontvlambaarheid, dan behoede en beware een niet abject jong meisje voor krijgsdapperheid.
me donzella non vile dal militare ardir salva, e difendi.
scena 7
scène 7
Selinda, Gilade, Aquilio, alcuni soldati
Selinda, Gilade, Aquilio, enkele krijgers
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Nell’intimo del petto Quel caro, e dolce sguardo, Mi va cercando il cor. Non mi difendo, o guardo, Ma godo del diletto Che mi promette amor.
Diep binnenin mijn borst Die blik zo lief en innemend, Is zoekend naar mijn hart. Ik hoed me niet noch weer me, Maar ken al het genot Dat Amor geven zal.
scena 8
scène 8
Selinda, Aquilio, e alcuni soldati
Selinda, Aquilio, en enkele krijgers
Recitativo
Recitatief
Aquilio
Aquilio ’t Hart overrompelend, mooie Selinda, schittert op je gelaat de sereenste idee die uit hoge sferen neerdaalde om de aarde licht te geven.
Aquilio
Aquilio
(Quanto è vaga costei!)
(Wat is ze mooi, dit meisje!)
A sorprendermi il cor, bella Selinda, splende nel tuo bel viso la più serena idea, che mai scendesse dall’alte sfere ad illustrar la terra.
Gilade
Gilade
Selinda
Selinda
(Quanto è gentile!)
(Wat is ze aardig!)
Duce, me non alletta aura di vana lode.
Leider, een zweem van lege lofprijzing lokt me niet.
Pompeo
Pompeo
Sorgi, e il grado palesa.
Sta op, maak je bekend.
Aquilio
Aquilio
Amor favella.
’t Zijn Amors woorden.
Selinda
Selinda
Io son Selinda.
Ik ben Selinda
Selinda
Selinda
Berenice
Berenice
Amore in un eroe romano?
De liefde in een Romeinse held ?
Selinda di Farnace la superba germana?
Selinda, de hovaardige zuster soms van Farnace?
Aquilio
Aquilio
Che? Non amano forse anche gl’eroi?
Hoezo dat? Hebben helden soms niet lief ?
Selinda
Selinda
Vanne, e pensaci bene Aquilio, addio.
Kom, denk ’r eens goed over, Aquilio, adieu.
Pompeo
Pompeo
Avrai nel nostro campo, bella Selinda, e sicurezza e scampo.
Je zult, mooie Selinda, in ons kamp veiligheid en redding vinden.
11
12
Aria
Aria
Aquilio
Aquilio
Begl’occhi io penserò. Ma che risolverò? Se ho già risolto, sì, di sempre amarvi. Voi siete il pensier mio, Ad altro non poss’io Pensar che a vagheggiarvi.
O mooie ogen, ik denk na. Maar wat ik dan bepaal? Heb ik niet al bepaald u lief te hebben. U bent heel mijn gedachte, Ik kan, van u versmachtend, Over niets anders denken.
scena 9
scène 9
scena 10
scène 10
Luogo de’ mausolei, in mezzo de’ quali v’è gran piramide destinata per la sepoltura dei re di Ponto. Tamiri sol suo piccolo figlio condotto a mano da un servo
Temidden van de mausolea staat een piramide waar de koningen van Pont worden begraven. Tamiri met haar kleine zoon, aan de hand gehouden door een dienaar
Recitativo
Recitatief
Tamiri
Tamiri
Figlio, non v’è più scampo: l’empia Roma trionfa, e a noi de’ numi nessun più resta, o restano i men forti.
Zoon, er valt niet te ontsnappen: goddeloos Rome triomfeert, ons blijft er van de goden geen, of de minst krachtigen.
Selinda con alcuni soldati
Selinda met enkele krijgers
Recitativo
Recitatief
Recitativo accompagnato
Accompagnato-recitatief
Selinda
Selinda
Tamiri
Tamiri
Qual sembianza improvvisa in Gilade abbagliò le mie pupille? Ah se mai fosse amore! Eh, no, Selinda, servi, servi al tuo grado. A entrambi lascia con le lusinghe libertà d’amarti. Nasceran dall’amor le gelosie, e dalle gelosie l’ire, e gli sdegni. Così forse amerai Roma contro di Roma, e Berenice contro di Berenice, e così forse degl’occhi miei con la fatal saetta io medesima farò la mia vendetta.
Welk aanzicht in Gilade heeft plotseling mijn pupillen verblind? Ah, zou dat liefde zijn! Maar nee, Selinda, dien, dien immer je rang. Laat beiden vrij om je met vleierijen te beminnnen. Want uit de liefde komt de afgunst voort, en uit de afgunst de toorn en de woede. Zo bemin je misschien Rome tegen een Rome en Berenice tegen een Berenice, en zo misschien met mijn ogen, met de noodlottige pijlen, zal ik door mezelf genoegdoening krijgen.
O figlio, o troppo tardi nato all’afflitta patria, e troppo presto alla madre infelice. Io ti dono una vita. Che il genitor condanna, ma ti riserbo al rischio d’una servil catena. Abbila in grado
Aria
Aria
Selinda
Selinda
Al vezzeggiar d’un volto, Al balenar d’un ciglio Giugne la piaga al cor, Che non temea d’amor fatal il dardo.
Door lief gelaat bevangen, Door oogleden bebliksemd, Komt in het hart de wond, Het had voor Amors noodlotspijl geen schrik. En in het net gevangen Is waardigheid, kortom, En ’t vleiende gloeien van een zoete blik.
O zoon, te laat geboren voor het trieste vaderland, en te vroeg voor je onzalige moeder. Ik schenk aan jou een leven, dat een ouder veroordeelt, maar hoed je voor ’t gevaar van slavenketenen. Wees het leven dankbaar, of het genadig is of wreed, vergeef. Ga nu, o zoon. (De jongen gaat, maar keert met weerzin om) Maar eerst, mijn lief, ontvang je mijn kus, laatste geschenk van mijn armazalige liefde. In hem gaat heel de ziel over mijn lippen en leert je te volgen.. Kom, in een ogenblik kom ook ik. Mij zal insluiten hetzelfde graf dat jou weldra insluit. Ik sta je steeds terzijde, zie op je toe, schaduw die je omhult. kom, mijn idool; verberg je daar, en rust. (de jongen gaat de piramide in, de dienaar sluit de deur) Is van een moeder
E nella rete colto Resta così il valor, E’l lusinghiero ardor d’un dolce sguardo.
s’ella è pietà, s’è crudeltà, perdona. Andianne, o figlio. (s’incammina, ma ripugnando il fanciullo torna indietro) Intanto, o caro, questo bacio ricevi, del mio povero amor ultimo dono. L’alma sen viene in esso tutta sul labbro, ed a seguirti impara. Vanne, fra pochi istanti anch’io verrò. Mi chiuderà l’istessa tomba, ch’ora ti chiude. Ti starò sempre al fianco, veglierò su’ tuoi casi, ombra gelosa. Vanne, idol mio; colà ti cela, e posa. (entra il fanciullo nella piramide, e il servo chiude la porta) Ma se di madre
13
14
abbastanza si è serbato il costume, tornisi a ripigliar quel di consorte. (cava lo stile datole da Farnace) Fiero ordigno di morte, delle sciagure mie rimedio estremo, aprimi il petto, e col mio sangue scrivi che da regina io vissi, e da regina, libera, e coronata seppi ancor morir. (mentre vuol uccidersi vien arrestata improvvisamente da Berenice)
voldoende de zede gestand gedaan, dan nu hervat die van de echtgenoot, (pakt het wapen dat Farnace haar gaf) trots werktuig van de dood, laatste remedie tegen mijn ellende, open mijn borst en met mijn bloed schrijf op: ik leefde als koningin, en als koningin, vrij en met een kroon, wist ik ook hoe te sterven. (als ze zich wil doden, wordt ze onverwacht dood Berenice tegengehouden)
Berenice
Berenice
Figlia di Berenice, in me madre or vedi; me sposa di Farnace, vedi in me la nemica e la tiranna.
Dochter van Berenice, in mij zie je een moeder; maar gade van Farnace, zie je in mij de vijand en de tiran.
Tamiri
Tamiri
E in che peccò quell’infelice, amando la tua prole in Tamiri, e l’immagine tua nel mio sembiante?
En waarin zondigde de ongelukkige die je kroost in Tamiri bemint, en je beeld in mijn aangezicht?
Berenice
Berenice
In che peccò? Non ti rapì l’indegno
Waarin hij zondigde? Rukte de onwaardige je niet tot mijn vertoornhied uit mijn armen?
dalle mie braccia a mio dispetto?
scena 11 Berenice con guardie, e detti
scène 11 Berenice met wachten, en genoemden
Tamiri
Tamiri
Ed io, qual oltraggio ti feci con ubbidir al mio destin?
En ik, hoe heb ik je gekrenkt door aan mijn lot gehoor te geven?
Berenice
Berenice
Dovresti alla madre ubbidir pria che al destino.
Je moest je moeder gehoor geven, niet het lot.
Tamiri
Tamiri
Ah regina …
Ah koningin …
nb: vandaag niet uitgevoerd
Recitativo
Recitatief
Berenice
Berenice
(togliendole lo stile) Fermati ingrata.
(neem haar het wapen af) Stop, jij ondankbare.
Tamiri
Tamiri
Qual ingiusta pietà?
Welk onbillijk erbarmen?
Berenice
Berenice
Qual folle ardire?
Welke dwaze driestheid?
Berenice
Berenice
Tamiri
Tamiri
Usurparmi una morte, che i miei disastri onora?
Me van een dood beroven die mijn ellende eert?
Non più. Dove ascondesti del mio fiero nemico l’odiato germe?
Stop. Waar verborg je van mijn trotse vijand de gehate kiem?
Tamiri
Tamiri
Berenice
Berenice
Arbitrar d’una vita di cui Roma è signora?
Een leven arbitreren waarover Rome heerst?
Oh dio! Nella strage dell’Asia il cerco anch’io.
O God! Ook ik zoek hem in het vernielde Azië.
Berenice
Berenice
Tamiri
Tamiri
Ma tu di Roma amica, dimmi, se giungi a me madre, o nemica?
Zeg me, vriendin van Rome, ben je als moeder, of als vijand gekomen?
Nel pallor del tuo volto la tua frode io ravviso. Parla: il figlio dov’è?
In je bleke gelaatskleur bespeur ik je bedrog. Zeg me: waar is je zoon?
15
16
Tamiri
Tamiri
Tamiri
Tamiri
Dov’è il mio sposo? Dove il mio regno? E dove con la mia libertà la mia grandezza?
Waar is mijn gade? Waar is mijn rijk? En waarheen is met met vrijheid mijn grandeur gegaan?
Berenice
Berenice
Signor, miri al tuo piede dell’invitto Ariarate una figlia infelice, odiata così da Berenice perché serba nel petto pieno di fede e di costanza il core,
Non passeggia il dolor con tanto fasto
come l’ereditò del genitore.
su le grandi sciagure. Tu l’occultasti, iniqua. Ma i tormenti, e le fiamme ti trarranno dal sen l’alma, o l’arcano.
Diep verdriet wandelt niet met zoveel praal over een grote rampspoed. Je verstopte hem, booswicht. Maar foltering en vlam sleuren uit je borst de ziel of het raadsel.
Mijn heer, zie aan je voeten Van de onoverwinlijke Ariarate een onzalige dochter, door Berenice zeer gehaat want in haar borst bewaart ze een hart vol van volharding en getrouwheid, zoals ze het geërfd heeft van die ouder.
Pompeo
Pompeo
Tamiri
Tamiri
Ben ti risplende in volto la chiarezza del sangue, e in un dell’alma nulla io chiedo da te. Sei prigioniera della tua genitrice. A lei t’inchina,
Pensi di spaventarmi? Io sono avvezza a sfidar la mia morte. Svenami, chi te ’l vieta? Chi ti chiede pietà? Giunta all’estremo delle miserie mie, nulla più temo.
Denk je me angst aan te jagen? Ik ben gewend mijn dood te tarten. Breng me om, wie belet het je? Wie vraagt je genade? Beland in de misère weet ik van geen angst.
ed in lei riconosci la vincitrice tua, la tua regina.
Hoe straalt in je gelaat de klaarheid van het bloed en van de ziel. Ik vraag jou niets. Je bent gevangene van je ouder. Voor haar maak je een knie buiging, in haar erken je je overwinnares, en je koningin.
Berenice
Berenice
No, no. Resti l’iniqua, resti pur ne’ tuoi lacci, finché riveli dove ostinata nasconde il figlio indegno ad onta del mio amore, e del mio sdegno.
Nee. Blijve de onbillijke, blijve zij in jouw strikken, tot ze verteld heeft waar ze koppig verborgen houdt de onwaardige zoon, tot schande van mijn liefde, en van mijn toorn.
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Da quel ferro, ch’ha svenato Il mio sposo sventurato Imparai la crudeltà. Nel mirar un figlio esangue E bagnato del mio sangue Mi scordai della pietà.
Deze degen bracht de dood Aan mijn arme echtgenoot, ’t Heeft me wreedheid onderwezen. Uit mijn zoon het bloed gevloeid, ’k Zag hem badend in mijn bloed, De genade ben ik vergeten.
scena 12
scène 12
Pompeo con séguito e dette
Pompeo met gevolg, en genoemdem
Recitativo
Recitatief
Berenice
Berenice
Signor, costei che audace empie le vene del sangue mio, ma nel suo core impressa ha l’immagine sol del suo Farnace,
Heer, zij hier die het waagt de aderen van mijn bloed te vullen, maar in wier hart slechts het beeld gedrukt staat van haar Farnace, zij weze uw gevangene. Haar moeder te zijn, loochen ’k. Want de feeks loochent ’t mijn dochter te zijn. De naam van koningin wijzige zich in dienares; en van ’t rijk zij haar amper gebleven hoeveel een keten rondom af kan meten.
sia pur tua prigioniera. D’esserle madre io sdegno da che l’empia sdegnò d’essermi figlia. Il nome di regina cangi in quello di serva, e de’ suoi regni abbia sol tanto appena quanto può misurarne una catena.
17
scena 13 18
scène 13
Tamiri e Pompeo
Tamiri en Pompeo
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
L’Asia non è ancor doma, e ben saria cagione la mia stolta pietà d’alto periglio, se risorgesse il genitor nel figlio.
Azië is niet getemd, en mijn domme genade kan de oorzaak zijn van een groot gevaar als in de zoon de ouder op zou staan.
Tamiri
Tamiri
Or di Roma forti eroi che gli imperi soggiogate come i regni debellate se un semplice fanciullo vi spaventa. Non conviene al gran valore la viltà di quel timore forti eroi, che vi sgomenta.
Sterke helden van Rome die de staten onderwerpen, hoe kunt gij een rijk verdelgen wanneer een eenvoudig klein kind u ontstelt. Grote dapperheid kent geen lafheid, weet niet van een vrees, sterke helden, die u ontzet.
Pompeo Come ben fa veder la donna eccelsa, che l’insolente arbitrio della sorte non serba autorità su le grand’alme, e che un’alta virtude, benché da lacci involta, va con libero piè sempre disciolta. Aria
Aria
Pompeo Non trema senza stella Fra il nembo e la procella, S’è di coraggio armato il buon nocchier Che ha la virtù per guida In essa sol affida E ad onta d’empio fato Forte non sa temer.
Atto secondo scena 1
Tweede akte scène 1
Luogo spazioso d’architettura nella reggia. Selinda, Gilade e Aquilio
Grote ruimte in het koninklijk paleis Selinda, Gilade en Aquilio
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Principessa gentil, ciascun di noi ha l’illustre ardimento di sospirar per te. Ma le nostr’alme rivalità soffrir non ponno. Eleggi qual di noi più ti piace.
Zachtaardige prinses, ieder van ons heeft de hooggloeiende moed naar jou te hunkeren. Maar onze zielen verdragen geen rivaliteit. Kies wie van ons je ’t meest bevalt.
Aquilio
Aquilio
Già, in fortuna diversa ambo contenti, l’uno delle sue gioie, e l’altro si godrà de’ suoi tormenti.
Ja, wisselend fortuin beiden tevreden, de een zal vrolijk zijn, de ander blij dat hij veel heeft geleden.
Pompeo
Selinda
Selinda
De uitzonderlijke vrouwe toont wel aan dat het brutale machtsmisbruik van ’t lot geen gezag heeft over een grote ziel, dat als een hoge deugd in strikken is gevangen, toch vrijuit wandelt, immer onbevangen.
Ambo dunque per me d’amore ardete, ed ambo mi chiedete ch’io rifiuti un di voi?
Voor mij van liefde gloeiend allebei vraagt beiden dus aan mij dat ik een van u afwijs?
Gilade
Gilade
Pende il nostro destin da’ cenni tuoi.
Door jouw aanwijzing wordt ons lot beschikt.
Pompeo
Selinda
Selinda
Zonder zijn ster, niet bevend, In storm en wolk en regen, Gaat met moed bewapend de goede schipper, Slechts de deugd is zijn gids, Op haar verlaat hij zich, Ondanks ’t verwaten lot Is hij sterk, zal niet schrikken.
Io goderei d’appagarvi, ma...
Uw wens vervul ik graag, maar …
Gilade
Gilade
Qual dubbio?
U aarzelt?
Aquilio
Aquilio
Qual tema?
U vreest?
19
20
Selinda
Selinda
Chi sarà poi l’escluso, si turberà? Si sdegnerà?
Wie dan wordt uitgesloten, zal hij vertoornd zijn? Zal hij verstoord zijn?
Aquilio
Aquilio
Tranquillo.
Gerust.
Gilade
Gilade
Sereno.
Sereen.
Aquilio
Aquilio
Imperturbabile.
Gans onverstoorbaar.
Gilade
Gilade
Costante.
Standvastig.
Aquilio
Aquilio
Soffrirò la ripulsa.
Ik duld de weigering.
(ad Aquilio) Tu non intendi amor. (a Gilade) Tu amor non sai. (ad Aquilio) Se poi quando ti piace Snodar i tuoi legami. (a Gilade) Estinguer la tua face. (ad Aquilio) Non hai catene al cor. (a Gilade) Fiamme non hai.
scena 2
(tegen Aquilio) Van liefde weet jij niets. (tegen Gilade) Jij kent geen liefde. (tegen Aquilio) Wanneer je naar believen Je banden kunt verbreken. (tegen Gilade) Je fakkel uit kunt doven. (tegen Aquilio) Je hebt geen harteketenen. (tegen Gilade) Vuur heb je niet.
scène 2
Gilade, Aquilio
Gilade, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Gilade
Gilade
Tempo miglior si scelga onde la bella, meno schiva e guardinga, a noi palesi il genio suo.
We zoeken een beter moment waarin de schone, minder schuw en behoedzaam, ons haar smaak vertelt.
Gilade
Gilade
Al rival cederò.
Ik wijk voor de rivaal.
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Aquilio
Aquilio
(ad Aquilio) Quest’è l’amore Che per me t’arde il core? (a Gilade) Mi potesti lasciar con tanta pace E sospiri per me? (ad Aquilio) Finto. (a Gilade) Mendace.
(tegen Aquilio) De liefde is dat Wat zo gloeit in je hart? (tegen Gilade) Met zo veel pais en vree geef je me op, En je hunkert naar mij? (tegen Aquilio) Nep. (tegen Gilade) Bedrog.
Son queste solite ripugnanze di ritrosa beltà, che poi s’arrende, già ch’altro non pretende con quel tenero suo dolce rigore che aggiunger essa ad un novello amore.
Gewoon weer die weerbarstigheden van onwillige schoonheid, die zich dan geeft, want niets anders beweert dan met tedere en zoete strengheid haar liefde te vernieuwen en verlengen.
Aria
Aria
Aquilio
Aquilio
Alle minacce Di fiera belva Non si spaventa Buon cacciatore. La rete stende, O impugna l’arco, Cauto l’attende,
Door de bedreiging Van een wild beest Is niet ontsteld Een goede jager. Hij spant het net Of grijpt de boog, Wacht nauwgezet;
Aria
Aria
Selinda
Selinda
(ad Aquilio) Lascia di sospirar. (a Gilade) Lascia di vaneggiar.
(tegen Aquilio) Laat achterwege ’t hunkeren. (tegen Gilade) Laat achterwege ’t zuchten.
21
22
E se ritorna, Morte le dà. I lacci tende L’amante ancora Alla bellezza Che s’innamora. Soffre, sospira, Il tempo attende, E al fin, in rete, Decer la fa.
scena 3
Keert ’t beest terug, Maakt hij het dood. De strik gelegd Heeft een geliefde Voor zoete schoonheid Die zich verliefde. Hij lijdt en zucht, Verbijdt de tijd, Dan, in het net, Legt zij het lood.
scène 3
Gilade e Berenice con séguito Recitativo
Gilade en Berenice met gevolg
Berenice
Berenice
Gilade, già m’avvedo che divenuto sei un folle amante. Sai pur che in cor guerriero è fallo amor. Cangia però pensiero.
Gilade, ik bemerk dat je een dolle minnaar geworden bent. Weet dat in krijgersharten de liefde een fout is. Verander van gedachte.
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Al tribunal d’amore Esamina il tuo cuore E pensa s’esser déi Guerriero o amante. Non déi pregar così Per lei che t’avvilì Per un sembiante.
Voor het liefdesgericht Ga je hart onderzoeken Bedenk dan wie ben ik Krijger of minnaar? Je moet niet zoveel bidden Voor haar die je ontmoedigde Om een gezicht.
scena 4
Recitatief
scène 4
stimolo di valore, al pari della gloria è spesso amore. Contro la mia diletta Berenice non s’armi, o in pena attenda ch’io crudeltà per crudeltà le renda.
prikkel tot dapperheid, aan de roem is liefde vaak gelijk. Tegen mijn schat bewapene zich geen Berenice, anders wacht haar dat ik de wreedheid met wreedheid betaal.
Aria
Aria
Gilade
Gilade
Quell’usignolo Ce innamorato Se canta solo Tra fronda e fronda, Spiega del fato La crudeltà. S’ode pietoso Nel bosco ombroso Chi gli risponda: Con lieto core Di ramo in ramo Cantando va.
De nachtegaal Die van zijn liefde Zingend verhaalt Alleen in ’t lover, Legt van fortuin De wreedheid uit. In bos en schaduw Antwoorden horend Vol mededogen: Met vrolijk hart, Van tak op tak, Zingt hij voluit.
scena 5
scène 5
Mausolei con la piramide destinata la sepolturadei re di Ponto
Mausolea met de piramide waarin de koningenvan Ponto worden begraven
Farnace
Farnace
scena 6
scène 6
Tamiri e detto
Tamiri en genoemde
Recitativo
Recitatief
Tamiri
Tamiri Pupillen, o u droomt, o hij is vast mijn lieve echtgenoot.
Gilade solo
Gilade alleen
Pupillo, o voi sognate, o questi è certo il diletto mio sposo.
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Gilade
Gilade
No che amor non è fallo in cor guerriero, anzi all’eroiche imprese
Liefde is geen fout in een krijgershart, veeleer bij heldendaden
(Cieli! Vive Tamiri, e al mio comando non ubbidì?)
(Hemel! Tamiri leeft, gehoorzaamde niet aan mijn bevel?)
23
24
Tamiri
Tamiri
Farnace
Farnace
Qual nume mosso a pietà degli aspri miei tormenti ti riconduce a consolarmi, o caro?
Een god, door mijn gekweldheid tot gena bewogen, brengt je hier om mij te troosten, o lief?
Farnace
Farnace
Quel nume spergiurato da te vil donna.
Een god misbruikt door jou, lafhartige vrouw.
Dunque morì l’amata prole? Ah troppo, troppo ottenne da me la mia sciagura. Si è servito alla gloria, ormai si serva alla paterna tenerezza. Parli, parli alquanto il dolore, poi la virtù il sommerga entro del core.
Dus hij stierf, het geliefde kroost? Te veel, te veel verkreeg van mij mijn tegenspoed. De glorie is gediend, nu zij gediend de vaderlijke tederheid. Dat spreke, spreke, even de smart, en dan de deugd hem dompele in het hart.
Tamiri
Tamiri
Aria
Aria
Ah che quel nume stesso …
Ah want diezelfde god …
Farnace
Farnace
Gelido in ogni vena Scorrer mi sento il sangue, L’ombra del figlio esangue M’ingombra di terror. E per maggior mia pena Vedo che fui crudele A un’anima innocente, Al core del mio cor.
IJskoud in iedere ader, Het bloed dat door mij vloeit, De schaduw van mijn zoon, Bloedeloos, schrikt me af. Tot groot verdriet ervaar ik Hoe ijzig wreed ik was Voor een onschuldige ziel, Voor het hart van mijn hart.
Farnace
Farnace
Taci. Cotanto è dunque dolce la vita ai miseri, che ponno goderne ancora in servitù crudele?
Zwijg nu. Is dan zo zoet het leven voor ellendigen dat ze er nog van genieten kunnen in wrede knechtschap?
Tamiri
Tamiri
Io ben volea morendo fuggir l’ingiurie della mia fortuna, ma Berenice …
Ik wilde door te sterven de krenkingen van mijn fortuin ontvluchten, maar Berenice …
Farnace Intendo. Berenice ti diede col sangue suo la sua viltà. Ma forse
scena 7
scène 7
Berenice con séguito di soldati e Tamiri
Berenice met gevolg van krijgers en Tamiri
Farnace
Tamiri
Tamiri
Oh dèi! Che sento?
Goden! Wat hoor ik?
Berenice
Berenice
al primo tradimento il secondo accoppiasti, e all’oltraggio del barbaro trionfo il figlio mi serbasti.
Ik begrijp ’t. Berenice gaf jou met haar bloed haar abjectheid. Maar misschien paarde je aan het eerste verraad het tweede en als belediging van barbaarse triomf bewaarde je mijn zoon.
A voi guerrieri, cada l’altera mole.
Dat voor u valle, krijgers, het fier gebouw.
Tamiri
Tamiri
Tamiri
Tamiri
(Oh dio! Tutto in vano ho tentato.) Empi fermate. Odimi Berenice.
(O god! Vergeefs mijn pogingen.) Stop goddelozen. Luister nu, Berenice.
Ah, lo serbai … (Deh, secondate, o cieli, l’amorosa menzogna.) Ma lo serbai di quella tomba in seno. Ivi è sepolta, oh dio! l’unica tua delizia, e l’amor mio.
Ah, ik bewaarde hem … (Toe, steun, o goden, de liefhebbende leugen.) Maar ik bewaarde hem diep in het graf. Daar is begraven, god! míjn liefde en van jou enig genot
Berenice
Berenice
Che dirai?
Wat zeg je?
Tamiri
Tamiri
(Che farò? Materno amore
(Wat te doen? Jij, moederliefde
25
seguo, sì; le tue voci, e il tuo consiglio mi trafigga lo sposo, e viva il figlio.)
volg ik, ja; opdat jouw stem, en jouw aard doet leven mijn zoon, doorsteekt mijn gemaal.)
Berenice
Berenice
Spiégati.
Vertel.
Tamiri
Tamiri
Il pargoletto, che fin or t’occultai, voglio svelarti. Mia cara madre, hai ben di sasso il core, s’ei la vita d’un figlio oggi mi niega io lo darò; ma... poi...
Het kleine kind, dat ik tot nu toe verborg, wil ik je tonen. Lieve moeder, ’t hart van jou is van steen, als ’t mij het leven van een zoon ontzegt, ik zal hem geven, en …
Berenice
Berenice
Dallo, e poi priega.
Geef hem, en bid.
26
Tamiri
Tamiri
Ecco, o regina, il grande terror di Roma, ecco l’avanzo estremo di quel sangue, che s’aborrì. Su via, piègati a terra picciola fronte. Questi, o regina, è il tuo nipote. In esso del suo genio guerrier l’indole osserva; ma col tuo sangue il tuo rigor consiglia,
Dit is dan, koningin, de schrik van Rome, dit is het laatste restant van het bloed dat men verafschuwt. Toe, buig diep naar beneden je hoofdje klein. Hij, koningin, is je kleinzoon. Je ziet zijn aard van kwade krijgersgenius; maar laat je strengheid je bloed raadplegen, want toch ben je mijn moeder.
che alfin madre mi sei.
Berenice
Berenice
Non mi sei figlia.
Je bent mijn dochter niet.
scena 8
scène 8
il prezioso onore d’una libera morte? E quando mai t’insegnò tal viltà la gloria mia? Or vanne, e porgi ancora al romano carnefice la spada,
là degli Elisi in su le nere soglie.
de kostbare eer in acht van een vrije dood? En wanneer heeft ooit mijn glorie je zo’n lafheid bijgebracht? Ga nu, en geef alsnog aan de Romeinse scherprechter dit zwaard, dat hij woest en wreed diep in de jonge zachte borst zal steken. Ga … nee blijf veeleer … Ik neem uit mijn ogen dit afschuwwekkend aanzicht, funest, lafhartig en abominabel; maar de gerechte straf ontvlucht je niet. Ik wacht je als wrekende geest. Laag gedrocht, op de zwarte drempel van Elysium zal ik je zien.
Tamiri
Tamiri
Sposo... Farnace... Oh dio...
Gade … Farnace … o God …
Farnace
Farnace
Non mi sei moglie.
Je bent mijn gade niet.
perché fiero e crudele in quel tenero sen tutta l’immerga. Vanne … anzi resta … Io tolgo agl’occhi miei l’orror di quel sembiante codardo, abominevole, funesto; ma la pena dovuta non fuggirai. T’attendo spettro vendicator, larva sdegnata
scena 9
scène 9
Tamiri sola
Tamiri alleen
Recitativo accompagnato
Accompagnato-recitatief
Tamiri
Tamiri
Dite che v’ho fatt’io, ditelo, o cieli?
Zeg ’t, wat heb ik u gedaan, zeg ’t, o goden? Is het zo’n grote misdaad, een juist erbarmen, dat gestraft moet worden op zo’n barbaarse wijze? Slechts omdat ’k een miserabele onschuldige behoed voor mijn wreed razende bestemming? Nu ontkent mijn moeder de benaming van dochter,
È delitto sì grande una giusta pietà, che si punisca
Farnace e Tamiri
Farnace en Tamiri
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
dalla rabbia crudel del mio destino?
Questa è la fé spergiura che tu serbi al consorte? Così guardi a mio figlio
is dit hoe je de trouw aan je echtgenoot misbruikt? Zo neem je bij mijn zoon
Già mi niega la madre il titolo di figlia,
in sì barbare guise? Sol perché salvo un misero innocente
27
28
già mi toglie lo sposo il nome di consorte, e sol mi resta per mia pena maggiore di consorte, e di figlia in petto il core. Aria
ontneemt mijn echtgenoot me de naam van gade, en tot mijn groot verdriet blijft in mijn borst alleen het hart van gade, en van dochter. Aria
Tamiri
Tamiri
Dividete, o giusti dèi, Gl’amorosi affetti miei Nella madre, e nello sposo, Che pietoso L’un, e l’altro allor sarà. Date poi per mio ristoro, Date a me gl’affetti loro, Che con quelli del consorte Il mio cor sarà più forte, E con quelli della madre Più spietato diverrà.
Deel, o goden, naar believen Mijn genegenheid, mijn liefde In de moeder in de gade, Dat genadig De één en de ander weze. Geef voor mijn weldadigheid, Geef me hun genegenheid, Dat met die van een gemaal ’t Hart nog sterker is, van staal, En dat het met die van moeder Onbarmhartiger is, wreder.
Aria
Aria
Gilade
Gilade
Quel tuo ciglio languidetto, Il mio core tutto amore, Ha saputo incatenar. E quel placido sorriso, Il mio petto tutto affetto, Sempre più fa innamorar.
Jouw zwoel zwijmelende wimpers Weten het hart, gans verliefd, Prikkelend te ringeloren. Die bedaarde zoete glimlach Doet mijn boezem, gans verinnigd, Van verliefdigheid vergroten.
scena 11
scène 11
Selinda, Farnace
Selinda, Farnace
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace Al mijn getrouwen weten dat ik in dit paleis poog Berenice en Pompeo te doden. Emireno wacht op de grote daad, dan, tegen de vijand, onstuimig en trots, rukt hij zijn troepen op.
Gabinetti reali Selinda, Gilade
Koninklijk kabinet Selinda, Gilade
Ai miei fidi è noto che in questa reggia io tento di svenar Berenice, di dar morte a Pompeo. Emireno attende della grand’opra, e poi contro i nemici impetuose, e fiere spingerà le sue schiere.
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Selinda
Selinda
Ah s’egli è ver che m’ami, principe generoso, salva il figlio a Tamiri, salva il nipote a me.
Als het waar is dat jij me bemint, aardige prins, red de zoon van Tamiri, en red de neef van mij.
Maggior ch’io non credea è il tuo disegno, ed il tuo rischio. Vanne, vanne german, dove Emiren ti attende, e a me lascia il pensiero d’eseguir ciò, che brami.
Groter dan ik dacht is je plan en je risico. Ga nu, mijn broer, naar waar Emireno je wacht, en laat aan mij de zorg te doen hetgeen je wenst.
Gilade
Gilade
Farnace
Farnace
Per te cara mia fiamma tutto farò, tutto ardirò, ma poi di Gilade sarà l’opra e la fede, d’Aquilio il merto.
Voor jou, mijn lieve vlam, doe ik alles, waag ik alles, maar dan is het Gilade’s verrichting en trouw, Aquilio’s loon.
Ammiro il tuo generoso, e magnanimo ardimento,
Selinda
Selinda
No, te n’assicuro, e per lo stral che mi piagò, te ’l giuro..
Nee, ’k verzeker het je, bij de pijl die me verwondt, zweer ik het je.
Ik bewonder je welwillende, grootmoedige onversaagdheid maar wil geen maten bij het grote waagstuk. Met te veel ongeduld branden in mij vaderliefde, wraakrazernij, De zoon, het rijk, mijn eer wachten op mij.
scena 10
scène 10
ma compagni non voglio al gran cimento. Impaziente troppo freme in me amore di padre e furor di vendetta, il figlio, il regno l’onor mio m’aspetta.
29
30
Aria
Aria
Farnace
Farnace
Gemo in un punto e fremo, Fosco mi sembra il giorno, Ho cento affanni intorno, Ho mille furie sen. Con la sanguinea face M’arde Megera in petto, M’empie ogni vena Aletto Del freddo suo velen.
Ik kerm tegelijk brand ik De dag schijnt mij verdonkerd Rond me honderd zorgen Binnenin duizend furiën. Met haar bebloede fakkel Gloeit in mijn borst Megaera, Alecto vult mijn aderen Met haar verkillend gif.
scena 12
Scène 12
Berenice col fanciullo, Pompeo con Aquilio, e Selinda
Berenice met kind, Pompeo met Aquilio, en Selinda
Recitativo
Recitatief
Berenice
Berenice
Dell’iniquo Farnace eccoti il figlio vedilo: ha nel sembiante della madre l’orgoglio del genitore la perfidia. Abbatti il papavero infausto, pria che spiegata la superba spoglia
Hier, de zoon van onbillijke Farnace, zie hem: in zijn gezicht van de moeder de trots, van de vader de perfidie. Sla neer de fatale papaver, voordat, als de hovaardige schil zich uitvouwt, het veld met stinkend zaden verstopt raakt.
di pestiferi semi ingombri il campo.
scena 13
scène 13
Berenice, Aquilio, Selinda
Berenice, Aquilio, Selinda
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Amorosa e men irata Lascerò d’esser credule, Solo allor che vendicata Dell’offesa resterò. E nell’odio e nello sdegno, Se la strage che desio Non appaga l’odio mio, Io l’istessa ognor sarò.
Liefdevol en minder pinnig Ben ik niet langer lichtgelovig, Opdat mijn beledigingen Echt gewroken zullen zijn. En in haat en toornigheid, Als de rampspoed die ik wens Mijn haat niet tevredenstelt, Zal ik zelf tevreden zijn.
scena 14
scène 14
Selinda, Aquilio
Selinda, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Aquilio, e ben? Pensasti? Pretendi più di mio campion la gloria?
Aquilio, wel? Wat denk je? Ding je niet meer naar mijn kampioens glorie?
Aquilio
Aquilio
Giacché ho quella d’amarti, anche quella vorrei di meritarti.
’k Heb die je te beminnen, ’k zou ook die van jou te verdienen willen.
Aria
Aria
Pompeo
Pompeo
Duetto
Duet
Roma invitta ma clemente Non precipita nel Tebro Sangue illustre ed innocente. Gonfia ben le rapid’onde, Sormontando argini e sponde All’orror di crudeltà. E se beve latte e sangue, Lei s’infuria e l’onda estolle, E di sdegno e d’ira bolle, Assorbir ben si vorria E trar seco in compagnia, Chi ricusa la pietà.
Rome, onwinbaar en zachtmoedig, Slingert nimmer in de Tebro Adelijk onschuldig bloed. Snelle golven zwelt ze op, Spoelend over dijk en oever, Want ze heeft van wreedheid afschuw. Moet ze drinken bloed en melk, Raast ze en tilt de golven op, Kookt en ziedt van toorn verkropt; En ze wilde graag verzwelgen, In haar compganie betrekken, Wie van mededogen afziet.
Aquilio
Aquilio
Io sento nel petto …
Ik voel in mijn boezem …
Selinda
Selinda
Io sento nell’alma …
Ik voel in mijn ziel …
Aquilio
Aquilio
Sì grande l’affetto …
Die grote gevoelens …
Selinda
Selinda
Sì dolce la calma …
Zo’n rustig plezier …
31
32
Selinda
Selinda
Che avvinto il mio core Ridirlo non sa. Dal prode valore Mi nasce il contento.
Kritiek heeft het niet, Mijn verstrikkled hart, Uit moed, stout en vief, Ontstaat mijn genoegen.
Aquilio
Aquilio
Dal tuo fido amore Acceso mi sento.
Door jouw trouwe liefde Voel ik me zo warm gloeien.
Selinda
Selinda
Chi brama godere S’adopri in piacere Alla sua beltà.
Wie wenst zaligheid, Moet zorgen dat hij Zijn schone bevalt.
Atto terzo scena 1
Derde akte scène 1
Piazza d’Eraclea con trofei ed altri apparati di trionfo Pompeo, Berenice, Gilade, Aquilio seguìti da ambedue gl’eserciti vittoriosi
Plein van Eraclea met trofeeën en andere voorwerpen van triomf Pompeo, Berenice, Gilade, Aquilio, gevolgd door zegevierende legers
Aria
Aria
Berenice
Berenice
Non trova mai riposo L’anima sconsolata, Che persa nello sposo Ha la sua pace. Or ch’in spavento mira Il fiero vostro cor, Ripiglia il suo rigor E il duolo tace.
Nooit meer kan vredig slapen De troosteloze ziel Die haar rust in de gade Verloren ziet. Als vol ontzetting kijkt Uw trotse strenge hart, Wordt het weer bikkelhard, En zwijgt het verdriet.
scena 2 Tamiri con servi che portano molti preziosi doni. Pompeo col suo séguito e Aquilio
scena 3
scène 2 Tamiri met bedienden die kostbare geschenken dragen. Pompeo met zijn gevolg en Aquilio.
scène 3
Farnace, Tamiri
Farnace, Tamiri
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Quanto mai fu crudele la tua pietà nel dar la vita al figlio! Sol così lo perdesti, sol così l’uccidesti.
Wat was je mededogen wreed door aan je zoon het leven te geven! Slechts zó verloor je hem, slechts zó doodde je hem.
Tamiri
Tamiri
Ma del ciel la clemenza con la man di Pompeo a me lo rende. Son rea però di mille morti, e mille
De hemelse clementie geeft me hem met Pompeo’s hand terug. Maar ’k heb schuld aan duizend doden, en duizend
33
34
a te ne chiedo. Squarcia questo petto. Ma caro sposo, allor che ai piedi tuoi languirò moribonda in questo petto stesso ravviva la cagion dell’error mio, e riconosci, oh dio! che vivo il figlio al genitor serbai perché nel figlio il genitor amai.
vraag ik er aan jou. Doorklief deze borst. Maar, lieve gade, als ik aan je voeten verkwijn, op sterven lig, dat in diezelfde borst de oorzaak van mijn dwalingen herleve, en wil, god! van me weten dat ik de vaders zoon in leven liet, want ’k had in de zoon de vader lief.
Aria
Aria
Tamiri
Tamiri
Forse, o caro, in questi accenti Col tuo labbro mi favella Qualche nume o qualche stella Che rigor più non avrà. Qualche nume che vorrà, Qualche stella che saprà Raddolcir i miei tormenti Consolar la fedeltà.
Is ’r, o lief, met deze woorden Eén die door jouw mond iets zegt, Deze god of gene ster Die geen nijdigheid meer heeft. Deze god die in me meent, Gene ster die in me weet Mijn getrouwheid te vertroosten, Te verzachten mijn groot leed.
Recitativo
Recitatief
Farnace
Farnace
Sì qualche nume, o qualche stella al fine ne darà qualche aita. Il cielo sempre d’atre saette armato ci fulmina sdegnato, d’uopo è soffrir fin ch’ei non cangi tempre.
Ja, deze god en gene ster, tenslotte, zal hulp ons geven. De hemel met zwarte pijlen immer bewapend, bliksemt ons verontwaardigd, we moeten lijden tot zijn aard verandert.
Aria
Aria
Farnace
Farnace
Quel torrente che s’innalza Sulla sponda e fuor ne balza, Ha nel mare alfin la tomba. Così ancora avverso il fato, Forz’è ben ch’un dì placato Cangi aspetto e alfin soccomba.
Als een beek omhoog zich richt, Buiten steile oevers springt, Is het zeegraf toch haar eind. Zo ook het vijandig lot, Op een dag bedaard alsnog, Verandert zich en bezwijkt.
scena 4
scène 4
Stanze corrispondenti a giardini Selinda, Gilade
Kamers grenzend aan de tuin Selinda, Gilade
Aria
Aria
Gilade
Gilade
Scherza l’aura lusinghiera, E scuotendo e ramo e fronda, Col suo dolce mormorio, Va spiegando il suo goder. Tale appunto sono anch’io, Che di tua bellezza altera Cedo ai vezzi ed al piacer.
’t Vleiend briesje speelt en lacht, Schuddend takken en gebladerte, Fluisterend zoet en zacht, Spreidt het zijn genoegen uit. Zo genietend ben ook ik, Die voor aangename aanhalingen Van een trotse schoonheid zwicht.
35
scena 5
scène 5
Selinda, Aquilio
Selinda, Aquilio
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Aquilio, il braccio forte preparasti all’impresa? All’opra dunque. Io voglio che ritorni a regnar Farnace in soglio.
Aquilio, is je sterke arm klaar voor de onderneming? Dan aan het werk. Ik wil dat op de koningstroon Farnace zit.
Aquilio
Aquilio
Farnace?
Farnace?
Selinda
Selinda
Sì. Vive Farnace, e quando ei racquisti per te la sua grandezza ti promette in mercede i miei sponsali.
Ja. Farnace is in leven, als hij door jou zijn grandeur terug wint, belooft hij je mijn echtverbintenis.
Aquilio
Aquilio
Ciò da me non dipende.
Zoiets hangt niet van mij af.
Selinda
Selinda
E tu procura che dipenda da te.
Zorg jij ervoor dat het wel van jou afhangt.
Aquilio
Aquilio
Che mai far deggio?
Wat dan te doen?
36
Selinda
Selinda
Berenice
Berenice
Dove primo esser puoi sdegna d’esser secondo. Fa’ che delle romane altere insegne ricada in te l’autorità suprema, e con libero impero allor farai
Chi sei? Volgi la fronte.
Wie ben je? Keer je om.
Farnace
Farnace
quanti re far vorrai.
Kun je de eerste zijn, acht tweede jou te laag. Zorg dat van de Romeinse trotse insignes de hoogste autoriteit op jou neervalt, en koningen, met volmacht regerend, maak je zoveel als je wilt maken.
Io son uno, che teme nelle sorti seconde, ma nell’avverse ha in un coraggio e speme.
Ik ben er één die vreest als ‘t lot voorspoedig is, maar bij tegenspoed heeft hij hoop en moed.
Aquilio
Aquilio
Pompeo
Pompeo
Contro Pompeo pretendi …
Tegen Pompeo eis je …
E ben regina, il guerrier chi è?
Wel, koningin, Wie is de krijger?
Selinda
Selinda
Quest’è il comando, è questo il desiderio mio. Tu pensa il resto.
Dit is mijn bevel, en dit is mijn wens. Denk jij aan de rest.
Berenice
Berenice
Non lo ravvisi? Al favellar superbo, al volto audace,
Aria
Aria
Selinda
Selinda
all’orgoglio del cor? Egl’è Farnace.
Herken je hem niet? Aan ’t brutaal gezicht, aan het fiere praten, aan de trots van het hart? Hij is Farnace.
Ti vantasti mio guerriero, Intendesti il mio pensiero. Se ricusi d’appagarmi, Sei codardo, o mentitor. Non dovevi lusingarmi A svelarti il mio disegno, Se bastante al grand’impegno Non avevi in petto il cor.
Je prees je als mijn krijger aan, Zou mijn denkwijze verstaan. Als je mijn voldoening weigert, Ben je ’n liegbeest of zwakzinnig. En je hoort me niet te vleien Dat ’k zou praten van mijn plan, Als je borst ontbeert een hart Dat voldoet aan de verplichting.
Pompeo
Pompeo
E nella reggia osasti entrar furtivo, e contro me t’armasti?
Je durfde steels ’t paleis in te gaan en je tegen mij te wapenen?
Berenice
Berenice
Trucidatelo, o fidi.
Getrouwen, maak hem af.
Farnace
Farnace
Morirò, ma pugnando finché avrà lena il braccio, e taglio il brando.
Ik zal sterven, maar strijdend zolang de arm sterk is en de degen snijdend.
Pompeo
Pompeo
Renditi: si disarmi, e s’incateni.
Geef je over: ontwapen hem en boei hem.
Berenice en genoemden
Farnace
Farnace
Recitativo
Recitatief
Non è, non è Farnace facil trionfo. Io solo …
Farnace is geen makkelijke triomf. Nee, alleen ik …
Pompeo
Pompeo
Regina, in costui riconosci un tuo custode.
Koningin, in hem herken je één van je bewakers.
Mentre Farnace è assalito dalle guardie sopravviene, ed entra fra l’armi Tamiri
Als Farnace door de wachten wordt overvallen, komt Tamiri en mengt zich in de strijd
scena 6 Aquilio, poi Pompeo, e poi dall’altra parte Farnace
scena 7 Berenice e detti
scène 6 Aquilio, dan Pompeo, en dan aan de andere kant Farnace
scène 7
37
scena 8 38
scène 8
Berenice
Berenice
Tamiri e detti
Tamiri en genoemden
Tanto fasto?
Zo’n praal?
Recitativo
Recitatief
Pompeo
Pompeo
Tamiri
Tamiri
Tant’orgoglio?
Zo’n trots?
Oh dio! Fermate fermate i colpi. Ah sposo, a me quel ferro, a me lo cedi. Io sono la tua Tamiri. Io te ne priego. Lascia che trionfi il mio amore almen del tuo valore, se non può trionfar tutto il mio pianto della fierezza d’una madre.
O God! Stop, stop met slaan. Ah echtgenoot, aan mij dat zwaard, sta ’t aan mij af. Ik ben Tamiri. Ik smeek het je. Laat tenminste mijn liefde triomferen over jouw grote moed, wanneer mijn tranenvloed niet triomferen kan over een moeders woestheid.
Berenice
Berenice
Morte attendi.
Wacht je dood.
Farnace
Farnace
E morte io voglio.
En dood wil ik.
Tamiri
Tamiri
Madre, sposo, oh dio!
Moeder, gade, o god!
Farnace
Farnace
Farnace
Farnace
Io non chiedo a voi pietà.
Ik vraag u geen mededogen.
Prendi. (getta la spada a’ piè di Berenice)
Neem. (werpt zijn zwaard voor de voeten van Berenice) Stil je vertoorndheid met mijn bloed, en heb je het gegoten uit de onverschrokken aders, wreedaardig wild beest, lik je ’t van de aarde.
Berenice, Pompeo
Berenice, Pompeo
Non è tempo di pietà.
’t Is geen tijd voor mededogen.
Tamiri
Tamiri
Questa è troppa crudeltà.
Dit is veel te onmeedogend.
Tamiri, Farnace
Tamiri, Farnace De gestrengheid en de schrik Van mijn lot Maakt mijn vroege dood weer kalm.
Sazia pur la tua rabbia nel sangue mio, ma quando sparso l’avrai dalle feroci vene, fera crudel, ne lambirai l’arene.
Quartetto
Kwartet
Berenice
Berenice
Il rigore, e la fierezza Della mia sorte La mia morte appagherà.
Io crudel? Giusto rigore Ti condanna, o traditore.
Ik wreedaardig? Billijke strengheid, O verrader, oordeelt jou.
Berenice, Pomepeo
Berenice, Pompeo
La costanza, e la fortezza Del tuo cor La tua morte abbatterà.
De constantheid en de wil Van je hart Brengt je harde dood ten val.
Pompeo
Pompeo
Non sei degno di mercé.
Je bent erbarmen onwaardig.
Tamiri
Tamiri
Madre, duce, oh dio! Perché Così barbara sentenza?
Moeder, leider, o mijn god! Zo’n barbaars vonnis, waarom?
Farnace
Farnace
È viltà chieder clemenza.
Het is laf gena te vragen.
39
scena 9
scène 9
Gilade e Selinda con numeroso séguito, tutti con l’arme nude, e detti
Gilade en Selinda met een talrijk gevolg, allen met getrokken degens, en genoemden
Recitativo
Recitatief
Selinda
Selinda
Berenice morrà, morrà Pompeo. (assaltano le poche guardie di Berenice e le fugano)
Dood aan Berenice, dood aan Pompeo. (ze vallen de paar wachten van Berenice aan en jagen hen op de vlucht)
Berenice
Berenice
Qual fellonia?
Een schurkenstreek?
40
Tamiri
Tamiri
Rifletti, sì, che impiaghi Tamiri in Berenice. Son io tanto infelice, che difender non possa dalla madre lo sposo, dallo sposo la madre? Ah se in te resta scintilla di pietà per chi t’adora serba in vita colei …
Bedenk dat je Tamiri verwondt in Berenice. Ben ik zo ongelukkig dat ik niet kan behoeden de gade voor de moeder, de moeder voor de gade? Heb je nog voor ’n aanbidster een sprankje mededogen, houd in leven degene …
Farnace
Farnace
Voglio che mora.
Ik wil haar doden.
Pompeo
Pompeo
Qual tradimento?
Een laf verraad?
Berenice
Berenice
Gilade
Gilade
Perfido, o t’allontana, o squarcio il petto della tua vaga.
Valsaard, verwijder je of ik splijt de borst van je schatje.
A terra quest’indegne ritorte.
Weg met die onwaardige boeien.
Pompeo
Pompeo
Selinda
Selinda
O cedi, o del tuo figlio vedrai la morte.
Of wijk, of van je zoon zie je de dood.
Compisci di tua man la tua vendetta.
Voltrek eigenhandig je eigen wraak.
Farnace
Farnace
Farnace
Farnace
In vano, in van tentate …
Vergeef, vergeefs, proberen …
Amici, di Pompeo si rispetti la vita. In Berenice vadan tutti a ferir le nostre spade.
Vrienden, zij van Pompeo ’t leven geëerbiedigd; In Berenice van ons allen onze degens gestoken.
Berenice
Berenice
Vieni.
Kom.
Berenice
Berenice
Pompeo
Pompeo
Traditori venite. Eccovi il petto, non ricuso un castigo, che meritai con ritardar la morte
Appressati.
Naderbij.
Tamiri
Tamiri
Oh dèi?
O goden?
al più fiero, e crudel de’ miei nemici.
Verraders, kom. hier is mijn borst. Ik wijs een tuchtiging niet af die ik verdien doordat ik de dood uitstelde van mijn meest wrede en gemene vijand.
Farnace
Farnace
Farnace
Farnace
Voglio sol io l’onore di questo scempio.
Ik wil de eer van ’t afslachten voor mij alleen.
Prence, germana, or che farem?
Zuster en prins, wat doen we nu?
Selinda
Selinda
Pompeo
Pompeo
Non so.
Ik weet het niet.
Ah principe, rifletti …
Ah prins, vooreerst, bedenk …
41
42
Pompeo
Pompeo
Farnace
Farnace
Principi, è tempo omai, che in voi s’estingua delle vostr’ire il fuoco. Alterna pace dal generoso core risorger faccia il già sopito amore.
Prinsen ’t is tijd dat het vuur van uw toorn in u uitdooft. Dat in ’t genereus hart een alternerende vrede de ingeslapen liefde doet herleven.
Si frastorni la pugna; rendasi Aquilio.
Verstoor de strijd en geve terug Aquilio.
Pompeo
Pompeo
Ad Emireno andate, e ’l comando recate.
Naar Emireno snel, breng over het bevel.
Farnace
Farnace
Vuoi la mia morte? Eccoti il ferro. Uccidimi.
Wil je mijn dood? Hier heb je de degen. Dood me.
Selinda
Selinda
Berenice
Berenice
A Gilade, che fabbro fu della nostra sorte, mostra la tua clemenza.
Toon aan Gilade, die in zijn smidse over ons lot beschikte, je clementie.
Farnace, finito è l’odio mio. Vedo, che il cielo apertamente lo condanna. Vieni accoglimi qual madre, ch’io t’abbraccio qual figlio. Abbia Tamiri un sì degno consorte, abbia il mio trono un sì nobil sostegno. Omai vivete, e felici regnate, e vostra sia ogni fortuna, ogni grandezza mia.
Farnace, over is mijn haat. ik zie dat de hemel hem openlijk veroordeelt. Kom naar mij ontvang mij als een moeder, dat ik je omhels als een zoon. Tamiri verkrijge een zo waardige echtgenoot, mijn troon een zo nobele steun. En nu, leef en regeer gelukkig, de uwe zij al het fortuin, alle grootheid van mij.
Berenice
Berenice
Io gli perdono, e se Farnace assente, ch’egli sii tuo consorte, a te lo dono.
Ik zal ’m vergeven, en als Farnace toestemt, dat hij je gade weze, hem jou geven.
Farnace
Farnace
Principe, il tuo gran merto di maggior premio è degno. Ti debbo oltre Selinda, e vita, e regno.
Waardige prins, je verdient zelfs een nog grotere prijs. Mij blijft Selinda, ’t leven en het rijk.
Pompeo
Pompeo
Coro
Koor
Per sì lieti successi anch’io ti rendo il tuo scettro, il mio amor. Con Berenice vivi, e regna felice. Ma d’Aquilio, che avvenne?
Om de zo goede afloop geef ook ik je je scepter, mijn liefde. Met Berenice leef, en regeer gelukkig. Maar Aquilio, waar is hij?
Coronata di gigli, e di rose Con gl’amori ritorni la pace. E fra mille facelle amorose Perda i lampi dell’odio la face.
Dat, gekroond met leliën en met rozen, Vrede wederkere met de liefde, En bij duizend lieve lichtende toortsjes, De toorts van de haat zijn schicht verlieze.
Gilade
Gilade
(a Pompeo) È prigioniero. (a Farnace) Emireno il tuo duce, mentr’ei passava dalla reggia al campo lo rattenne per via.
(tegen Pompeo) Gevangen genomen. (tegen Farnace) Emireno, je leider, hield hem aan toen hij zich van het paleis naar ’t kampement begaf.
libretto: Antonio Maria Lucchini (ca 1690-ca 1736)
vertaling: Evianne de Kup
Selinda
Selinda
Contro il romano esercito già move furibondo Emireno un nembo d’armi.
Tegen ’t Romeinse leger rukt Emireno al met een zwerm gewapenden razend op.
43