SECTORFOTO. Beheer van gebouwen en dienstboden 2008

SECTORFOTO

Beheer van gebouwen en dienstboden 2008

Departement Werk en Sociale Economie

Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel 02/553 42 56 [email protected] Verantwoordelijke uitgever: Dirk Vanderpoorten Secretaris-generaal Depotnummer: D/2008/3241/339 Lay-out: Vingerhoets.com Uitgave: december 2008

Synthese • In deze sectorfoto is de laatste uitbreiding van het competentiedomein van Paritair Comité 323 (mei 2008) niet opgenomen. De verschillen tussen deze eerste editie en komende edities zullen aanzienlijk zijn, en de redenen daartoe zijn aangehaald onder § 1 (Inleiding). • In 2007 werkten 2.039 Vlaamse werknemers in de sector van beheer van gebouwen & dienstboden, die daarmee een aandeel van 0,1% in het totaal aantal loontrekkende Vlaamse werknemers heeft. Ten opzichte van 2005 is het aantal werknemers met 84 personen toegenomen in 2007, wat neerkomt op een stijging van +4,1% op 2 jaar tijd. Deze evolutie is gunstiger dan de globale groei in de Vlaamse loontrekkende tewerkstelling (+2,6%), maar minder sterk dan de jobtoename in de tertiaire sector (+4,9%). • De sector van beheer van gebouwen & dienstboden is een vrouwelijke arbeiderssector: 73% van de werknemers is vrouw, tegenover 45% vrouwelijke werknemers gemiddeld in Vlaanderen. 81% van de werknemers werkt als arbeider, tegenover 39% gemiddeld in Vlaanderen. • Ouderen zijn sterk vertegenwoordigd in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden: 44% van de werknemers is ouder dan 50 jaar, tegenover 20,5% over alle sectoren heen. 7% van deze werknemers is zelfs ouder dan 64 jaar, tegenover 0,4% gemiddeld in Vlaanderen. • De jobs zijn voornamelijk gesitueerd in micro-ondernemingen: 94% van de loontrekkende jobs zijn gesitueerd in ondernemingen met minder dan 5 werknemers, wat opmerkelijk hoger is dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (11%). • 76% van de werknemers die instromen in de sector was één jaar voordien werkzaam in een andere sector, tegenover 41% gemiddeld in Vlaanderen. • De sector van beheer van gebouwen & dienstboden rekruteerde vooral werknemers die werkzaam waren in het ANPC voor de werklieden: 65% van alle werknemers die vanuit een andere sector in PC 323 instroomden, kwam uit PC 100. Een andere noemenswaardige instroomsector is de bediendensector (ANPC 218, 14%). • Een opvallende vaststelling is de relatief hoge instroom uit (brug)pensioen (3%) in vergelijking met het gemiddelde in Vlaanderen (0,7%). Ook de uitstroom naar pensioen ligt in deze sector (17%) opmerkelijk hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (3%).

- Departement Werk en Sociale Economie

Sectorfoto Beheer van gebouwen EN dienstboden 2008

3

Voorwoord Sectoren zijn een belangrijke motor in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. We denken hierbij bijvoorbeeld aan acties in het kader van diversiteit, opleiding van werknemers en toeleiding van leerlingen en werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de sectorale sociale partners zich om de prioriteiten van het arbeidsmarktbeleid mee gestalte te geven. Op die manier werkt het sectorale beleid versterkend ten aanzien van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2001 werd de eerste generatie sectorconvenants afgesloten in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2001-2002. De bestaande samenwerking van de Vlaamse Regering met de sectoren d.m.v. sectorconvenants werd later telkens verlengd en uitgebreid op basis van de volgende Werkgelegenheidsakkoorden. Anno 2008 is het vooral de Competentieagenda die inspirerend werkt op de werking van de sectorconvenants. Via de sectorconvenants trachten de sectoren meer mensen aan het werk te krijgen en houden en elk talent te (h)erkennen, ontwikkelen en benutten. Om de sectorconvenants en de sectoren te kunnen plaatsen binnen een socio-economisch kader, worden sectorfoto’s gemaakt die we ter beschikking stellen van de sectoren en publiek maken via de portaalsite www.werk.be. Op deze website kan u ook de gehanteerde cijferreeksen en uitleg bij de methodologie terugvinden. We geloven namelijk in de sectorfoto’s als steunpunt én hefboom om in overleg met de sectoren en vanuit een sectorale invalshoek een strategische visie te ontwikkelen als antwoord op de huidige en toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt. Sectoren krijgen aan de hand van de sectorfoto’s zicht op de realiteit in hun sector en op hun positie ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Dit kan inspirerend werken bij de totstandkoming van nieuwe sectorconvenants (verlengingen) of kan sectoren aanzetten om tussentijds bij te sturen. Alle gepubliceerde sectorfoto’s werden eerst gekeurd en goed bevonden door de sectorale sociale partners. We beseffen dat de onderstaande cijfers, tabellen en grafieken geen perfecte weergave zijn van de sectorale dynamiek. Misschien had uzelf als fotograaf vanuit een ander perspectief een andere kadering gekozen of gefocust op andere elementen. We nodigen u dan ook uit om dit instrument gaandeweg samen met ons te blijven versterken. We hopen met deze snapshots alvast het sectoraal beleid verder te inspireren.

Dirk Vanderpoorten Secretaris – generaal, departement Werk en Sociale Economie



4

Inhoudsopgave SYNTHESE

3

VOORWOORD

4

INHOUDSOPGAVE

5

1. INLEIDING

6

2. HET AANTAL VLAAMSE WERKNEMERS

8

3. AANTAL JOBS EN VESTIGINGEN IN VLAANDEREN

10

4. KENMERKEN VAN DE BEROEPEN EN VACATURES

12

5. JOBMOBILITEIT

14

6. DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING

17

Figuren 1: Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)

9 11

3: Werknemersstromen in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2003-2004)

15

4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)

16

Tabellen 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers (2005-2007)

8

2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007)

9

3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)

10

4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)

11

5: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2007)

12

6: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2007)

13

7: Werknemersstromen in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2003-2004)

14

8: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)



15

5

1. Inleiding De vastgoedsector, beschouwd als werkgever, heeft pas in mei 2008 definitief vorm gekregen. De competenties van het paritair comité van de sector, PC 323, vroeger het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en de dienstboden werden dan namelijk aanzienlijk verruimd en het PC werd omgedoopt tot “Partiair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden”. Aan de bestaande competentieomschrijving werd toen volgende belangrijke toevoeging gedaan: (…) ondernemingen waarvan de ondernemingsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het bemiddelen met het oog op de verkoop, aankoop, ruil, verhuring of afstand van onroerende goederen, onroerende rechten of handelsfondsen die erkend zijn als vastgoedmakelaars door het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (…). Deze foto echter geeft een beeld van hoe de sector vóór mei 2008 was, en cijfermateriaal rond de ondernemingen die bij de laatste competentieuitbreiding toegetreden zijn is er nog niet in opgenomen. Het betreft hier dus enkel ondernemingen die binnen de vroegere competentieomschrijving vielen. Samengevat zijn dat werknemers tewerkgesteld binnen een onderneming die één van volgende activiteiten uitoefenen: Beheer van een vereniging van mede-eigenaars Beheer van onroerend vermogen, ander dan in mede-eigendom Syndici van verenigingen van mede-eigendom en hun personeel Privé personen en de dienstboden die ze tewerkstellen vallen hier eveneens onder. De werkgevers worden gegroepeerd onder werkgeverskengetallen 037, 112 en 113 (dit laatste sedert 01/04/2003). Omdat de cijfers waarop dit rapport gebaseerd is niet allemaal uit de zelfde periode stammen, lijkt het ons ook nuttig hierbij nog een beknopte chronologie van de opeenvolgende competenties van PC 323 te geven.

1978 - 2001: enkel huisbewaarders van flatgebouwen 2001: eerste uitbreiding: beheerders van eigen onroerend vermogen en syndici van onroerend goed in mede-eigendom en hun personeel (vastgoedkantoren met als hoofdactiviteit het beheer van onroerende goederen) 2004: tweede uitbreiding: dienstboden 2008: derde uitbreiding: alle vastgoedkantoren

De databestanden waarmee de cijfers uit deze sectorfoto opgemaakt zijn steeds afgebakend volgens óf paritair comité óf werkgeverskengetal. Een afbakening volgens paritair comité geeft gewoonlijk een licht andere populatie dan bij een afbakening op basis werkgeverskengetal, maar dit staat een correcte interpretatie van de cijfers niet in de weg. In dit geval echter is omzichtigheid geboden, gezien het ambigue karakter van kengetal 112 (cfr. § 3 : aantal jobs). De resultaten van de analyse worden per sector steeds afgewogen tegen een gemiddelde voor alle sectoren samen. Hierdoor kan vastgesteld worden of de sector beneden- of bovengemiddelde cijfers haalt voor de verschillende indicatoren. De sectorfoto biedt zo een globaal cijfermatig portret van de sector.



6

Een uitgebreide toelichting over de gebruikte methodologie/bronbestanden kan u terugvinden op www.werk.be. De cijfers die in deze sectorfoto gebruikt worden, evenals in de sectorfoto’s van andere sectoren, worden u integraal online aangeboden. Ook de sectorfoto’s zijn downloadbaar in pdf-formaat.



7

2. Het aantal Vlaamse werknemers Voor het berekenen van het aantal werknemers in de deze sector maken we gebruik van de gecentraliseerde statistieken van de RSZ1. In deze statistieken wordt de tewerkstelling berekend in functie van de woonplaats van iedere werknemer, ongeacht de werkplaats. De afbakening is gebeurd op basis van PC 323. In het tweede kwartaal van 2007 telde de sector 2.039 Vlaamse loontrekkende werknemers. In alle sectoren samen waren op dat moment 2.045.049 Vlaamse loontrekkende werknemers actief, dus van alle Vlaamse werknemers werkt 0,1% in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden. Ten opzichte van 2005 is het aantal werknemers met 84 personen toegenomen in 2007, wat neerkomt op een stijging van +4,1% op 2 jaar tijd. Deze evolutie is gunstiger dan de globale groei in de Vlaamse loontrekkende tewerkstelling (+2,6%), maar minder sterk dan de toename in de tertiaire sector (+4,9%). De sector van beheer van gebouwen & dienstboden is een groeisector voor de bedienden. Tussen 2005 en 2007 is het aantal bedienden sterk toegenomen (+ 110 werknemers), terwijl het aantal arbeiders lichtjes is afgenomen (- 25 werknemers). Tabel 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers (2005-2007) Beheer van gebouwen (n) en dienstboden

(%)

Tertiaire sector

(n)

2005

2006

2007

1.955

1.968

2.039

+0,7%

+3,6%

854.535

879.838

+1,9%

+3,0%

2.014.451

2.045.049

+1,1%

+1,5%

838.981

(%) Alle sectoren

(n)

1.992.293

(%)

Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2005-2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

• sector van beheer van gebouwen & dienstboden is een vrouwelijke arbeiderssector: 73% van de werknemers is vrouw, tegenover 45% vrouwelijke werknemers gemiddeld in Vlaanderen. 81% van de werknemers werkt als arbeider, tegenover 39% gemiddeld in Vlaanderen • Ouderen zijn sterk vertegenwoordigd in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden: 44% van de werknemers is ouder dan 50 jaar, tegenover 20,5% over alle sectoren heen. 7% van deze werknemers is zelfs ouder dan 64 jaar, tegenover 0,4% gemiddeld in Vlaanderen. • Maar liefst 64% van de werknemers werkt deeltijds, dit is veel hoger dan het globaal aandeel deeltijdse werknemers in Vlaanderen (29%).

De gecentraliseerde statistieken worden opgemaakt op basis van de onderneming als een homogeen geheel en worden geteld naar personen. Hierdoor worden dubbeltellingen door personen met meerdere jobs uitgezuiverd. 1



8

Tabel 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) Beheer van gebouwen en dienstboden

Totaal Vlaams Gewest

n

%

%

2.039

100,0

100,0 (n=2.045.049)

Mannen

547

26,8

54,8

Vrouwen

1.492

73,2

45,2

Arbeiders

1.649

80,9

38,7

Bedienden

390

19,1

48,5

-

-

12,8

Totaal aantal Geslacht

Statuut

Ambtenaren Leeftijdsklasse 18-24 jaar

56

2,7

10,2

25-49 jaar

1.082

53,1

69,2

50-64 jaar

759

37,2

20,1

Andere (-18 en +65)

142

7,0

0,4

733

35,9

67,4

1.306

64,1

28,7

-

-

3,8

Arbeidsregime Voltijds Deeltijds Speciaal regime

Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

Figuur 1: Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) Ambtenaren

Andere

Andere

Speciaal regime 100%

50-64 Bedienden

90%

50-64 Deeltijds 25-49

Vrouwen

70% 60%

Bedienden

50%

Deeltijds

40%

Vrouwen

30% 20%

25-49 Mannen

80%

Mannen

Beheer van Vlaams gebouwen Gewest Geslacht

18-24

Arbeiders Arbeiders Beheer van Vlaams gebouwen Gewest

18-24

Beheer van Vlaams gebouwen Gewest

Statuut

Leeftijd

Voltijds

Voltijds

Beheer van Vlaams gebouwen Gewest

10% 0%

Arbeidsregime

Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)



9

3. Aantal jobs en vestigingen in Vlaanderen De cijfergegevens betreffende het aantal jobs en vestigingen zijn gebaseerd op de gedecentraliseerde statistieken van de RSZ. In deze statistieken wordt de tewerkstelling berekend in functie van de werkplaats van iedere werknemer, ongeacht de woonplaats. De afbakening is gebeurd op basis van werkgeverskengetallen 037 & 112. Hierbij moet de opmerking gemaakt dat werkgeverskengetal 112 zowel gebruikt wordt voor verenigingen van mede-eigendom die eigen personeel tewerk stellen als voor vastgoedkantoren die beheersactiviteiten uitvoeren. De prestaties van eigen personeel kunnen bijvoorbeeld die van een voltijdse huisbewaarder zijn, maar ook die van een schoonma(k)(st)er die amper 4 uur per week in een bepaald gebouw presteert. Beide voorbeelden komen in onderstaande cijfers overeen met één job. Op 1 april 2003 werd door de RSZ een werkgeverscategorie 113 gecreëerd (enkel voor vastgoedkantoren), onder andere om hier duidelijkheid in te scheppen, maar dit kengetal wordt jammer genoeg niet altijd even consequent gebruikt en cijfermateriaal rond categorie 113 was tijdens de referentieperiode nog niet voorhanden. In 2005 is de sector van beheer van gebouwen & dienstboden goed voor een totaal van 2.687 jobs of 0,2% van het totale aantal jobs in de Vlaamse privésector. De jobs zijn voornamelijk gesitueerd in micro-ondernemingen: 94% van de loontrekkende jobs zijn gesitueerd in ondernemingen met minder dan 5 werknemers, wat opmerkelijk hoger is dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (11%). Tabel 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Beheer van gebouwen en dienstboden Ondernemingsgrootte

Totaal Vlaams Gewest

n

%

%

Totaal

2.687

100,0

100,0 (n=1.544.659)

1 tot 4 jobs

2.516

93,6

10,8

5 tot 9 jobs

104

3,9

9,7

10 tot 19 jobs

37

1,4

10,6

20 tot 49 jobs

-

-

16,1

50 tot 99 jobs

-

-

12,2

100 tot 199 jobs

-

-

11,3

200 tot 499 jobs

-

-

13,7

500 tot 999 jobs

-

-

7,5

Meer dan 1.000 jobs

-

-

8,3

Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)



10

Figuur 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 93,6%

100% 80% 60% 40%

10,8% 3,9% 1-4

5-9

16,1%

10,6%

9,7% 1,4%

0,0%

10-19

12,2% 0,0%

20-49

50-99

11,3% 0,0%

13,7% 0,0%

100-199

200-499

8,3%

7,5% 0,0% 500-999

20%

0,0% +1.000

0%

Ondernemingsgrootte (aantal werknemers)

Beheer van gebouwen en dienstboden Privésector Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

In tabel 4 vinden we de verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte. Het gaat hier om alle vestigingseenheden van alle ondernemingen, dus niet enkel de hoofdzetels van de ondernemingen. In 2005 telt de sector van beheer van gebouwen & dienstboden 936 vestigingen, wat goed is voor 0,7% van het totale aantal vestigingen in de Vlaamse privésector. 98% van deze vestigingen telt minder dan 5 jobs, tegenover 66% gemiddeld in Vlaanderen. Tabel 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Beheer van gebouwen en dienstboden Ondernemingsgrootte

Totaal privésector

n

%

%

Totaal

936

100,0

100,0 (n=141.744)

1 tot 4 jobs

921

98,1

65,9

5 tot 9 jobs

10

1,1

16,2

10 tot 19 jobs

-

-

8,5

20 tot 49 jobs

-

-

5,8

50 tot 99 jobs

-

-

1,9

100 tot 199 jobs

-

-

0,9

200 tot 499 jobs

-

-

0,5

500 tot 999 jobs

-

-

0,1

Meer dan 1.000 jobs

-

-

0,0

Onbekend

5

0,5

0,2

Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)



11

4. Kenmerken van de beroepen en vacatures Voor de afbakening van de sector van beheer van gebouwen & dienstboden maakt de VDAB gebruik van een indeling naar werkgeverskengetal 037 & 112. Het betreft vacatures uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten. Zowel de vacatures uit het AMIsysteem, die beheerd worden door consulenten van de VDAB, als de vacatures uit Jobmanager, die door de werkgever zelf worden ingevoerd, zijn opgenomen in de cijfers. Bij de interpretatie van de gegevens dient men rekening te houden met het feit dat de sectoren ook andere pistes bewandelen in hun aanwervingsbeleid. Tabel 5: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2007) Beheer van gebouwen en dienstboden

Vlaanderen

n

%

%

45

100,0

100,0 (n=281.661)

Antwerpen

14

31,1

23,3

Vlaams-Brabant

5

11,1

12,7

West-Vlaanderen

12

26,7

25,8

Oost-Vlaanderen

5

11,1

18,6

Totaal Vestigingsplaats bedrijf

Limburg

4

8,9

9,0

Buiten Vlaanderen

5

11,1

10,5

Laag

27

60,0

45,3

Midden

14

31,1

22,0

Hoog

4

8,9

32,7

Studieniveau2

Gevraagde ervaring <6 maanden

25

55,6

60,1

6 maanden - 2 jaar

15

33,3

26,1

+2 jaar

5

11,1

13,8

5

12,0%

8,0

Jobkanaal

3

Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)

• Voor 7 beroepen in de sector van beheer van gebouwen & dienstboden heeft de VDAB in 2007 minstens 2 vacatures ontvangen (zie tabel 6). In totaal waren er 45 vacatures, dit is 0,02% van het totale aantal VDAB-vacatures uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten in Vlaanderen. Het aandeel vacatures van de sector van beheer van gebouwen & dienstboden (0,02%) ligt veel lager dan het aandeel van de sector in de totale Vlaamse werkgelegenheid (0,10%). • In deze sector is men hoofdzakelijk op zoek naar laaggeschoold personeel: 60% van de vacatures is bestemd voor laaggeschoolden, tegenover 45% over alle sectoren.

Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studienveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs 3 Jobkanaal is een rekruteringskanaal dat zich exclusief richt op werkzoekende ouderen, personen met een handicap en allochtonen. Het aandeel wordt berekend door het aantal vacatures ontvangen via jobkanaal te delen door het totaal aantal vacatures in het AMI-systeem (vacatures in beheer van VDAB-consulenten), dus exclusief jobmanager. 2



12

• De VDAB ontving 5 vacatures van de sector van beheer van gebouwen & dienstboden via Jobkanaal of 12,0% van alle vacatures ingevoerd in het AMI-systeem, dit is hoger dan het aandeel Jobkanaalvacatures voor alle sectoren samen (8,0%). Tabel 6: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2007) Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt

Vlaams Gewest

Sector

Aandeel

Zieken, bejaarden of gehandicapten begeleider

5

389

1,3%

Administratieve bediende

5

9470

0,1%

5

758

0,7%

3

1796

0,2%

Kassier Technicus

ja

Onderhoudsarbeider van gebouwen

ja

3

521

0,6%

Particuliere Schoonmaker

ja

3

16028

0,0%

3

330

0,9%

Huisknecht - huismeid (niet inwonend) Bron: VDAB



13

5. Jobmobiliteit Dankzij de cijfergegevens van het Datawarehouse van de KSZ kunnen we de in- en uitstroom van werknemers in PC 323 in kaart brengen. Ook verschuivingen binnen de sector of de interne mobiliteit wordt hier nader bekeken. Tabel 7: Werknemersstromen in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2003-2004) Beheer van gebouwen en dienstboden Instroom

Alle sectoren

n

%

%

642

39,3

14,2

< 25 jaar

30

85,7

48,4

25-49 jaar

397

45,8

11,3

> 50 jaar

215

29,4

4,8

Interne mobiliteit

54

3,8

5,5

< 25 jaar

0

0,0

10,1

25-49 jaar

27

3,8

5,5

> 50 jaar

27

4,0

3,1

Uitstroom

190

16,1

13,1

< 25 jaar

8

61,5

34,5

25-49 jaar

88

15,8

10,8

> 50 jaar

94

15,4

11,9

Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

Tussen 30 juni 2003 en 30 juni 2004 stroomden 642 werknemers de sector van beheer van gebouwen & dienstboden in. Samen vormden zij 39% van alle werknemers in de sector. 190 werknemers, of 16% van alle loontrekkenden, verlieten in deze periode de sector. Nog eens 54 mensen (4%) waren intern mobiel. Het gaat om werknemers die ofwel van werkgever veranderden binnen de sector, ofwel in een speciaal regime werkzaam waren (seizoensarbeid), ofwel tijdelijk in een andere sector of in een niet-loontrekkend statuut zaten, maar op 30 juni 2004 terug aan de slag waren binnen de sector van beheer van gebouwen & dienstboden. De instroomgraad in de sector van beheer van gebouwen & dienstboden (39%) ligt opvallend hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (14%).



14

Figuur 3: Werknemersstromen in de sector van beheer van gebouwen en dienstboden (Vlaams Gewest, 2003-2004) 45%

39,3

40% 35% 30% 25% 16,1

14,2

3,8

Beheer van gebouwen

20%

13,1

Totaal

Beheer van gebouwen

Instroom

15% 10%

5,5

5% Totaal

Beheer van gebouwen

Interne mobiliteitsgraad

0%

Totaal

Uitstroom


Tabel 8: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) Beheer van gebouwen en dienstboden

Alle sectoren

Instroom

(n)

(%)

(%)

Totaal

642

100,0

100,0

Instroom uit ander paritair comité

489

76,2

41,3

Instroom uit PC 100

(316)

(64,6)

(-)

Instroom uit PC 218

(68)

(13,9)

(-)

Instroom uit zelfstandig statuut

12

1,9

3,7

Instroom uit werkloosheid

46

7,2

14,7

Instroom uit tijdskrediet/loopbaanonderbreking

2

0,3

2,0

Instroom uit (brug)pensioen

22

3,4

0,7

Instroom uit ander statuut

71

11,1

37,6

12

Uitstroom Totaal

190

100,0

100,0

Uitstroom naar ander paritair comité

78

41,1

45,2

Uitstroom naar zelfstandig statuut

10

5,3

5,5

Uitstroom naar werkloosheid

34

17,9

17,5

Uitstroom naar tijdskrediet/loopbaanonderbreking

1

0,5

3,0 4,1

Uitstroom naar conventioneel brugpens.

0

0,0

Uitstroom naar pensioen

32

16,8

6,5

Uitstroom naar ander statuut

35

18,4

18,3




15

• 76% van de werknemers die instromen in de sector was één jaar voordien werkzaam in een andere sector, tegenover 41% gemiddeld in Vlaanderen. • De sector van beheer van gebouwen & dienstboden rekruteert vooral werknemers die werkzaam waren in het ANPC voor de werklieden: 65% van alle werknemers die vanuit een andere sector in PC 323 instroomden, kwam uit PC 100. Een andere noemenswaardige instroomsector is de bediendensector (ANPC 218, 14%). • Een opvallende vaststelling is de relatief hoge instroom uit (brug)pensioen (3%) in vergelijking met het gemiddelde in Vlaanderen (0,7%). Ook de uitstroom naar pensioen ligt in deze sector (17%) opmerkelijk hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (3%). Figuur 4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 100%

80%

60%

Ander statuut

Pensioen/Brugpensioen Tijdskrediet/ 40% Loopbaanonderbreking

Werkloosheid 20%

Zelfstandig statuut

Ander paritair comité 0% Beheer van Alle sectoren Beheer van Alle sectoren gebouwen gebouwen Instroom Uitstroom Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)



16

6. De individuele beroepsopleiding in de onderneming De tewerkstellingsmaatregel IBO staat voor individuele beroepsopleiding in de onderneming. Dit is een opleiding waarbij de cursist door de onderneming op de werkplek wordt getraind en begeleid. een IBO kan 1 tot 6 maanden duren en tijdens deze opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht om hem/haar een contract voor onbepaalde duur te geven. In 2007 is geen enkele IBO opgestart in de sector van beheer van gebouwen & dienstboden.



17

Samen talent in goede banen leiden

Departement Werk en Sociale Economie

SECTORFOTO. Beheer van gebouwen en dienstboden 2008

Recommend Documents