Boudewijnlaan 20-21 • B-1000 Brussel tel. 02-512 11 52 • fax 02-502 46 80 e-mail:
[email protected] www.vlaamseprovincies.be
Sectordossier Toerisme Onderdeel van het VVP-memorandum aan de volgende Vlaamse regering
Sectordossier Toerisme
1
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Prioriteiten voor een dynamisch en performant toerismebeleid op Vlaams niveau.............................. 5 1
De missie van de Vlaamse provincies inzake toerisme en recreatie ............................................... 5
2
Uitgangspunt ................................................................................................................................... 6
3
Prioriteiten ...................................................................................................................................... 6 3.1
Toerisme is economie.............................................................................................................. 6
3.2
Een sterk en performant Toerisme Vlaanderen ...................................................................... 7
3.3
Meerwaarde via projectsubsidies en impulsprogramma’s binnen een strategisch plan ....... 8
3.3.1
Projectsubsidies ............................................................................................................... 8
3.3.2
Eenduidige politiek voor regionale impulsprogramma’s ................................................ 9
3.4
Ruimte voor toerisme............................................................................................................ 10
3.4.1
Toekomstige ruimtebehoeftes ...................................................................................... 10
3.4.2
Ontwikkelingsmogelijkheden voor plattelandstoerisme .............................................. 11
3.4.3
Ruimte voor kampeerautoterreinen ............................................................................. 11
3.5
Performant marketingbeleid via taakverdeling en doordachte inzet van middelen ............ 11
3.5.1
Vernieuwde aanpak van de buitenlandmarketing ........................................................ 12
3.5.2
Afsprakenmodel voor de binnenlandmarketing ........................................................... 14
3.6
Samenwerking loont.............................................................................................................. 14
3.6.1
Interbestuurlijke Samenwerking ................................................................................... 14
3.6.2
Samenwerking tussen publieke en private sector ........................................................ 15
3.6.3
Ondersteuning van het groepstoerisme ....................................................................... 16
3.7
Professionalisering van het lokaal toerismebeleid................................................................ 16
3.7.1
Lokaal toerismebeleid ................................................................................................... 16
3.7.2
Implementatie van de visienota toeristisch onthaal van TVL ....................................... 17
Bijlagen .................................................................................................................................................. 18 Bijlage 1: Samenstelling beleidscommissie Toerisme ....................................................................... 18 Bijlage 2: Samenstelling van de ambtelijke adviescommissie Toerisme ........................................... 19 Bijlage 3: Contactpersoon VVP .......................................................................................................... 20 Bijlage 4: Overzicht van de werking van de provinciebesturen rond toerisme ................................ 21
Sectordossier Toerisme
2
Voorwoord De uitdaging voor de nieuwe Vlaamse legislatuur Missie bestuursniveaus geeft inhoud en bestuurskracht Sinds Vlaanderen de politieke verantwoordelijkheid over het binnenlands bestuur heeft, is er heel wat ten gunste van de lokale besturen veranderd. Recent hoogtepunt is daarbij het decretaal kader voor de werking van de gedecentraliseerde besturen. Zonder enige twijfel vormen het Gemeente- en het Provinciedecreet belangrijke instrumenten voor een degelijk beleid ten bate van de (lokale) samenleving. Zowel in het Gemeente- als het Provinciedecreet wordt een duidelijke missie geformuleerd. Algemeen gesteld zijn de provinciebesturen verantwoordelijk voor het welzijn van de burgers van de provincie. Daarnaast wordt specifiek het bovenlokale beleid, de ondersteunende taakstelling voor de andere besturen en de gebiedsgerichte werking aangestipt. Door deze missiebepaling beschikken de provinciebesturen over een kompas om hun beleidsvoering richting te geven en wordt eveneens de onderlinge bestuurlijke verhouding t.o.v. de andere bestuursniveaus bepaald. Samengevat: de decretale missie geeft inhoud en bestuurskracht aan het provinciaal bestuursniveau.
Van bestuurlijke drukte naar bestuurlijke rust Attent en alert ingaan op nieuwe maatschappelijke evoluties in de verschillende beleidssectoren is belangrijk omdat die steeds complexer worden. Vaak is samenwerking tussen de bestuursniveaus noodzakelijk. Streven naar meer interbestuurlijke samenwerking was immers ook de boodschap van de provinciebesturen naar aanleiding van de Vlaamse parlementsverkiezingen in 2004. Daarbij werd aan de toenmalige nieuwe Vlaamse overheid concreet gevraagd, om de nodige juridische instrumenten voor interbestuurlijke samenwerking te voorzien. Tot op heden zijn deze instrumenten niet voorhanden. Dat heeft tijdens de afgelopen jaren geleid tot een ‘verrommeling’ van het intern bestuur van Vlaanderen. Heel wat ‘semi-bestuurlijke circuits’ zijn opgericht, waaraan allerhande taakstellingen werden toegekend. Een studie van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen telt er 372. Daarnaast treedt de Vlaamse overheid 34 maal gedeconcentreerd op in tal van beleidssectoren. Tijdens de laatste tien jaar werden nog eens een tiental decreten goedgekeurd waarin één of andere extra bestuursvorm het daglicht zag. Concreet betekent dit dat naast de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden nog een 592 bestuurlijke circuits operationeel zijn tussen het gemeentelijk, provinciaal en Vlaamse bestuursniveau. Op zich toont dit de dynamiek van bestuurlijk Vlaanderen aan. Maar anderzijds ondermijnt deze evolutie het besluitvormingsproces en de bestuurskracht van de verkozen bestuursniveaus. Meer en meer wordt ‘beslist’ buiten de verkozen raden. Naast deze institutionele ‘verrommeling’ doet zich evenzeer een inhoudelijke ‘verrommeling’ voor. De wetgeving is zeer complex en weinig gecoördineerd, waardoor ze weinig toegankelijk wordt. Beide evoluties tasten de efficiëntie en het bestuurlijk rendement aan. De huidige bestuurlijke drukte dient daarom herleid te worden tot bestuurlijke rust. Een bestuurlijke rust waar de drie verkozen bestuursniveaus aan dienen te werken.
Sectordossier Toerisme
3
Interne staatshervorming op basis van drie principes De provincies willen samen met de gemeenten en de Vlaamse overheid nagaan welke bestuurlijke input noodzakelijk is om de vooropgestelde beleidsdoelstellingen te bereiken. Drie basisprincipes stellen de provinciebesturen voorop: decentralisatie naar de verkozen bestuursniveaus vanuit het subsidiariteitsprincipe; respect voor de decretaal verankerde missies van de verkozen bestuursniveaus waardoor de bestuurskracht en de democratische legitimiteit van het overheidsoptreden gevrijwaard wordt; streven naar bestuurlijk partnerschap met de erkenning van ieders verantwoordelijkheid. In die zin is het noodzakelijk dat huidige en toekomstige decreten en besluiten in de verschillende beleidssectoren gescreend worden op basis van een bestuurlijke en financiële effectenrapportage. Oude en nieuwe taakstellingen moeten in eerste instantie aan de verkozen bestuursniveaus worden toevertrouwd en de huidige regeldrift in de verschillende beleidssectoren moet verminderen. Bovenvermelde visie is voor de provinciebesturen de uitdaging voor de nieuwe Vlaamse legislatuur in de verschillende beleidssectoren. Deze uitdaging aangaan, zal de bestuurscultuur in Vlaanderen ten goede komen, niet in het minst voor de burger zelf.
Raymond Van Loock Directeur
Jos Geuens Voorzitter
Sectordossier Toerisme
4
Prioriteiten voor een dynamisch en performant toerismebeleid op Vlaams niveau 1 De missie van de Vlaamse provincies inzake toerisme en recreatie De bekommernis van de provinciebesturen om het welzijn en de welvaart van hun inwoners en het besef van de hoge sociaal-maatschappelijke impact, het economisch rendement en het belangrijke tewerkstellingseffect maken van toerisme en recreatie een kerntaak binnen het provinciaal beleid. De scheidingslijn tussen toerisme en recreatie is niet altijd duidelijk en vaak het resultaat van een historisch gegroeide indeling. Daarbij is recreatie gericht op het welbevinden van de plaatselijke inwoners en de toeristische sector (overheden en private spelers) vooral op de aantrekking van externe bezoekers met als doel ergens vrije tijd en geld te besteden. Zo gezien is recreatie vooral gelinkt aan welzijn en toerisme aan welvaart. In grote termen komt het erop neer dat de beleidssector recreatie zich voornamelijk toespitst op openluchtrecreatieve ruimten in de brede betekenis. Samen met de toeristische infrastructuur van fietsroutes en van het fietsknooppuntennetwerk vormen de provinciale recreatiedomeinen het meest in het oog springende voorbeeld. Daarnaast kunnen echter ook bossen, parken, groendomeinen, speelterreinen en andere openluchtrecreatieve ruimten het voorwerp uitmaken van een dergelijk recreatiebeleid. Via hun provinciale toeristische organisaties (PTO’s) hebben de provinciebesturen de voorbije decennia op het intermediaire niveau stevige toeristische structuren uitgebouwd. Vandaag is het provinciaal niveau, gezien zijn middenveldpositie en de sinds jaren opgebouwde expertise, een belangrijke coördinerende partner voor de initiatieven van lokale besturen en VVV’s en voor de stroomlijning naar bovenlokaal en lokaal niveau van de initiatieven van de Vlaamse overheid. Toerisme en recreatie zijn per definitie (gemeente)grensoverschrijdend. De provinciale toeristische organisaties geven via hun gebiedsgerichte werking invulling aan deze bovenlokale werking. De tendens in Vlaanderen om zich in regioverband te organiseren is vrijwel algemeen. In het kader van wat vooraf gaat, concentreren de PTO’s zich op een streekgerichte ontwikkeling door middel van studiewerk en marktonderzoek, strategische en marketingplanning, project- en productontwikkeling, marketingcommunicatie, netwerkvorming en sectoroverleg, ondersteuning van toeristische partners, initiëren, stimuleren en begeleiden van hefboom- en proefprojecten, het formuleren van beleidsadviezen, ... De ontwikkeling van een kwaliteitsvol en duurzaam toerisme staat centraal. Hierbij wordt rekening gehouden met de erkende principes van integraal beleid, gebiedsgerichte werking en subsidiariteit. Toerisme en recreatie zijn dan ook onmiskenbare schakels in de realisatie van andere beleidsdoelstellingen zoals op het vlak van cultuur, milieu en economie of doen een beroep op andere sectoren om de beleidsdoelstellingen voor toerisme en recreatie te kunnen realiseren.
Sectordossier Toerisme
5
2 Uitgangspunt Naar aanleiding van de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009 stelt de VVP in samenwerking met de 5 Provinciale Toeristische Organisaties (Toerisme Limburg , Toerisme Oost-Vlaanderen, Toerisme Provincie Antwerpen, Toerisme Vlaams Brabant en Westtoer) een programma met zeven prioriteiten op om het Vlaamse toerismebeleid dynamischer te maken. De toeristische sector vormt een belangrijk economisch gegeven met een grote impact op bestedingen en werkgelegenheid. Deze sector wordt gekenmerkt door een sterke verweving tussen de diverse overheidsniveaus en tussen publieke en private actoren waarbij gemeenschappelijke belangen voorop staan. De rol van de Vlaamse overheid is bijgevolg cruciaal voor de verdere duurzame ontwikkeling van het toerisme in Vlaanderen. De volgende Vlaamse regering dient volgens de Vlaamse provincies dan ook het economische en maatschappelijke belang van het toerisme te erkennen, een toerismeondersteunend beleid te voeren en te opteren voor sterke overheidsinstanties voor toerisme op Vlaams niveau. Een minister met als hoofdbevoegdheid Toerisme is hiervoor absoluut noodzakelijk. De provincies pleiten tevens voor een goede samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus op basis van wederzijds erkende kerntaken en competenties. Er is een sterke dialoog tussen Vlaanderen, gemeenten en provincies maar ook tussen publieke actoren en privésector nodig.
3 Prioriteiten 3.1 Toerisme is economie Meer dan ooit groeit het besef dat toerisme economie is en een belangrijke speerpuntsector vormt die extra omzet en werkgelegenheid genereert. Op Vlaams niveau wordt het aantal arbeidsplaatsen binnen de toeristische sector ingeschat op 110.000. Bovendien is toerisme nog steeds een groeisector en moeilijk te delocaliseren. In een periode van economische crisis is het meer dan ooit aangewezen om vanuit de overheid in deze sector te investeren.
Oproep tot de Vlaamse overheid Gewestmaterie Omwille van het economische en het grondgebonden, niet-delocaliseerbare karakter dient toerisme – in tegenstelling tot vroeger – als een gewestmaterie te worden beschouwd. Beleidscel De beleidscel Toerisme dient dan ook te worden ondergebracht bij het Agentschap Ondernemen. Hierbij moet er verder over gewaakt worden dat de groei van het toerisme in Vlaanderen blijft kaderen in een perspectief van duurzame ontwikkeling met de nodige sociale correcties. Minister voor Toerisme Daarnaast pleiten de VVP-PTO’s voor een volwaardige minister voor Toerisme waarbij het beleidsaspect Toerisme opnieuw een hoofdbevoegdheid wordt. Uiteraard kan hieraan ook een andere hoofdbevoegdheid gekoppeld worden zoals Economie, Openbare werken of Werkgelegenheid.
Sectordossier Toerisme
6
Strategisch beleidsplan Om de economische impact van het toerisme verder te laten ontwikkelen is er een grote noodzaak aan een nieuw referentiekader voor de strategische ontwikkelingen van het inkomend toerisme in Vlaanderen. Dit toekomstperspectief voor het incoming toerisme in 2014 moet kaderen binnen een strategisch beleidsplan voor het toerisme in en naar Vlaanderen. Samenwerking publieke en private sector Deze strategische beleidsplanning binnen het Agentschap Ondernemen moet in alle fasen in overleg met de verschillende partners uit de publieke en de private sector tot stand komen.
3.2 Een sterk en performant Toerisme Vlaanderen In het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid op Vlaams niveau (BBB) is er naast een beleidscel Toerisme binnen het Agentschap Ondernemen ook nood aan een sterk en performant uitvoerend agentschap Toerisme Vlaanderen (TVL). Op basis van de resultaten van de interne audit (2008) uitgevoerd door de Vlaamse administratie (IAVA) pleiten de VVP-PTO’s voor een grondige herstructurering van het Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) Toerisme Vlaanderen.
Oproep tot de Vlaamse overheid De VVP-PTO’s stellen de volgende herstrukturering voor: - Enerzijds de overgang van een Intern verzelfstandigd Agentschap (IVA) naar een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA). Dit standpunt wordt onder meer ook verdedigd door HORECA Vlaanderen. Een EVA is vooral noodzakelijk, omwille van de marketingopdracht van het Agentschap en de betrokkenheid van de vele publieke en private actoren, die inherent aan deze opdracht en specifiek voor de sector is. Bovendien kan het terug instellen van een Raad van Bestuur zorgen voor een effectieve aansturing van het Agentschap en een sterkere betrokkenheid van het politieke niveau. - Anderzijds de afsplitsing van bepaalde taken. Het vergunningenbeleid (logies, reisbureaus,…) zou bv. kunnen ondergebracht worden bij het Agentschap Ondernemen. Binnen de PTO’s is er evenwel overeenstemming om de onderdelen onderzoek, marketing en investeringen in ieder geval in één organisatie te behouden. Dat bevordert de nauwe samenhang en noodzakelijke afstemming van de verschillende afdelingen en verhindert, dat de globale slagkracht van het agentschap verder verzwakt. In elk geval dient er geopteerd te worden voor een verbeterde werking van het Agentschap. Het functioneren van de nieuwe administrateur-generaal, de interne samenhang en samenwerking tussen de verschillende afdelingen van TVL en een goede afstemming van de bevoegdheden van het kabinet van de minister voor Toerisme, de beleidscel binnen de administratie en het Agentschap TVL zijn hierbij van cruciaal belang.
Sectordossier Toerisme
7
Oproep tot de Vlaamse overheid Toerisme Vlaanderen dient hoe dan ook op korte termijn opnieuw uit te groeien tot de performante draaischijf voor het toerisme in Vlaanderen. Hiertoe moeten er via een dynamisch personeelsbeleid opnieuw waardevolle medewerkers worden gerecruteerd.
3.3 Meerwaarde via projectsubsidies en impulsprogramma’s binnen een strategisch plan 3.3.1 Projectsubsidies Binnen de toeristisch-recreatieve projecten (TRP-projecten) dient de focus terug gericht te zijn op hefboomprojecten, waarbij gemikt wordt op grote structuurbepalende hefboomprojecten die een belangrijke impact hebben op de toeristische ontwikkeling van een regio of een kunststad. Daarnaast moet ook het principe van de productlijnen (fietsen, wandelen, onthaal) worden behouden. Ook met proefprojecten kan er verder geëxperimenteerd worden: nieuwe vrijetijdsomgevingen m.b.t. wellness, sport, beleving, ecologie, shopping, gastronomie en entertainment kunnen een belangrijke toeristische meerwaarde hebben en dienen meer dan vroeger via het TRP-kanaal te worden ondersteund. Tenslotte kunnen er gezien de relatief korte levenscyclus van een toeristisch product ook vragen gesteld worden bij de huidige instandhoudingstermijn van 15 jaar. Naast investeringssubsidies in het kader van het TRP-besluit zijn ook tewerkstellingssubsidies (TWP) van belang om nieuwe toeristische impulsen te geven. De toekenning van die subsidies moet beter worden ingepast in de bovenvermelde strategische actielijnen van de beleidsplannen op lokaal, regionaal en Vlaams niveau. Verder dient er ook een grotere openheid aan de dag gelegd te worden m.b.t. evenementensubsidies. De betoelaagde evenementen dienen een duidelijk toeristisch karakter te hebben en moeten beschikken over een bewezen internationale uitstraling.
Oproep tot de Vlaamse overheid Bij de verlening van subsidies voor toeristische projecten dient in de toekomst steeds de toeristische meerwaarde te worden afgetoetst. Daarbij moet men op volgende aspecten letten: Middelen binnen de sector De subsidies dienen overigens uitsluitend naar toeristische actoren te gaan. Ze moeten kaderen in de strategische beleidsplannen voor toerisme van regio’s en kunststeden maar uiteraard ook in de krachtlijnen van het te realiseren Strategisch Beleidsplan voor het incoming toerisme in en naar Vlaanderen.
Sectordossier Toerisme
8
Betere afstemming Verder dienen de infrastructuursubsidies (TRP) beter te worden te worden afgestemd op de tewerkstellings- (TWP) en evenementensubsidies. Daarnaast moeten die verschillende vormen van subsidies sterker en op een meer gerichte en flexibele wijze ingezet worden als cofinanciering binnen de diverse Europese programma’s (INTERREG IV, Doelstelling 2, Leader + en PDPO). Transparantie projectsubsidies Tenslotte pleiten de VVP-PTO’s voor een meer transparante procedure bij de toekenning van deze projectsubsidies. Hierbij formuleren we – bij wijze van voorbeeld - een voorstel in 4 stappen : • • • •
ambtelijk advies van de diensten van TVL na inspectie ter plaatse; formeel ambtelijk advies van de PTO’s; beoordeling door een Vlaamse technische beoordelingscommissie met vertegenwoordigers van de sector (publiek en privaat); beslissing van toekenning van subsidies door de bevoegde instantie, in het geval van een EVA is dit de Raad van Bestuur.
3.3.2 Eenduidige politiek voor regionale impulsprogramma’s Als onderdeel van een Vlaams strategisch plan moeten impulsprogramma’s binnen het kader van de macroproducten zoals bijvoorbeeld het Kustactieplan en het Kunststedenactieplan opnieuw mogelijk gemaakt worden.
Oproep tot de Vlaamse overheid De VVP-PTO’s vragen met nadruk dat impulsprogramma’s mogelijk zijn. Om een mogelijke “verrommeling” van middelen tegen te gaan stellen de provincies volgende voorwaarden voor: • tijdelijke impulsen in duidelijk afgebakende gebieden; • specifieke problemen en uitdagingen; • binnen een globale strategie met specifieke doelstellingen; • Duidelijke toekenningsprocedures en –criteria. Naast investeringsprojecten kunnen ook specifieke initiatieven worden ondersteund m.b.t. evenementen, marketing en kwaliteitszorg. Bij de toekenning van deze impulsmiddelen dient ook steeds het toeristisch belang en de toeristische spin-off effecten (horeca, kleinhandel, tewerkstelling) te worden bekeken. Het aantal begunstigden moet evenwel beperkt worden tot lokale besturen en erkende toeristische actoren. Het kan niet de bedoeling zijn dat sectoren die over veel ruimere middelen beschikken binnen de Vlaamse begroting zoals bijvoorbeeld natuur, welzijn en erfgoed op een bijna systematische manier deze beperkte investeringsmiddelen voor toerisme afromen.
Oproep tot de Vlaamse overheid Er dient gesleuteld te worden aan de toekenningsprocedure van subsidies. Inspiratie bieden de
Sectordossier Toerisme
9
Europese programma’s, die een model hanteren met een projectsecretariaat, een adviserende technische werkgroep en een managementcomité dat instaat voor de finale beslissingen. In dit comité zijn de betrokken lokale overheden (provincie en gemeenten) en de privésector vertegenwoordigd.
3.4 Ruimte voor toerisme 3.4.1 Toekomstige ruimtebehoeftes Investeren in toerisme via projectsubsidies en impulsprogramma’s (zie hoger) veronderstelt ook een bijkomende nood aan ruimte. In een sterk verstedelijkt Vlaanderen is dit verre van evident. Daarom wordt er vanuit de publieke en de private sector gepleit voor bijkomende ruimte voor toeristische en recreatieve ontwikkelingen. Toerisme Vlaanderen moet in overleg met de minister van Toerisme en in samenspraak met de betrokken administratie deze aanspraken op bijkomende ruimte verdedigen n.a.v. de toekomstige discussie m.b.t. een nieuw structuurplan Vlaanderen. Om dit voor te bereiden voerde het West-Vlaams Economisch Studiebureau in opdracht van TVL en de voorafgaande minister in 2007-2008 een studie uit over de toekomstige ruimtebehoeften binnen de toeristische sector. Het verdient aanbeveling om met de ruimtebehoeftes zoals in de RUITERstudie bepaald mee te nemen naar de nieuwe minister van Toerisme. Uiteraard moeten deze ruimtebehoeften overeen te stemmen met de principes van duurzame ontwikkeling.
Oproep tot de Vlaamse overheid De VVP-PTO’s vorderen circa 1.650 ha extra ruimte. Daarbij wijzen wij op de gedetecteerde nieuwe ruimtebehoeftes in het de voornoemde RUITER-studie : • • • • • • • •
Attractie- en themaparken, zoos en dierenparken: 103 ha voor uitbreiding van bestaande en reserve voor nieuwe parken; Openluchtrecreatieve en (water)recreatieve aantrekkingspolen: 265 ha voor uitbreiding en nieuwe projecten; Jeugdlogies: 50 ha omwille van kwaliteitsverbetering en vernieuwing van het aanbod; Openluchtrecreatieve terreinen: 463 ha voor uitbreiding van bestaande kampeermogelijkheden en nieuwe projecten; Multifunctionele openluchtrecreatieve terreinen : 735 ha voor uitbreiding van bestaande parken en nieuwe projecten; Hotelzones : 50 ha als reserve voor deze ontwikkelingen; Plattelandstoerisme : 200 ha voor nieuwe ontwikkelingen die niet als recreatief medegebruik kunnen ingepast worden; Jachthavens : 80 ha voor uitbreiding bestaande en nieuwe locaties.
Naast de ruimtebehoefte in functie van een hoofdgebruik voor toerisme en recreatie is ook de verdere ontwikkeling van de mogelijkheden voor toeristisch en recreatief medegebruik van gebieden met een andere hoofdbestemming (wonen, natuur, landbouw,…) van groot belang. In dit kader
Sectordossier Toerisme
10
pleiten de VVP-PTO’s voor een eenduidig beleidskader voor de toeristisch-recreatieve ontsluiting van het buitengebied. Uiteraard is hier overleg nodig met andere sectoren, onder meer landbouw, natuur en bos.
3.4.2
Ontwikkelingsmogelijkheden voor plattelandstoerisme
Oproep tot de Vlaamse overheid Er dient een oplossing gezocht te worden voor de solitaire vakantiewoningen. Deze problematiek ontstond door de gecombineerde lezing van het Decreet betreffende het toeristische logies d.d. 2 juli 2008 en het toepassingsbesluit van de Vlaamse regering (zomer 2007) bij het Decreet Ruimtelijke Ordening inzake zonevreemde functies in agrarisch gebied. Hierbij werd gesteld dat de uitbaters in de betrokken exploitaties moeten wonen. Voor hoevetoerisme, waarbij vakantiewoningen werden ingericht in bijgebouwen van een landbouwexploitatie, is dit geen probleem. Maar voor een solitaire vakantiewoning is dit echter een contradictio in terminis. Overigens vragen de PTO’s met klem een correcte toepassing van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering m.b.t. zonevreemde functies. Acht sleutels met een maximum van 32 personen biedt een duidelijk kader voor toekomstige ondernemers. Sleutels staan hier zowel voor kamers als vakantiewoningen. De stedenbouwkundige diensten in de verschillende provincies passen dit besluit nog steeds niet op dezelfde manier toe. Vooral het begrip “vakantiewoning met eigen keuken” zorgt nog steeds voor moeilijkheden.
3.4.3
Ruimte voor kampeerautoterreinen
Oproep tot de Vlaamse overheid De VVP-PTO’s pleiten ervoor, voldoende ruimtelijke mogelijkheden te creëren voor kampeerautoterreinen. Een herziening van de subsidiereglementering is nodig. Kampeerautotoeristen laten Vlaanderen te vaak links liggen omwille van een gebrek aan adequate en goed gelegen kampeerautoplaatsen.
3.5 Performant marketingbeleid via taakverdeling en doordachte inzet van middelen Op het vlak van marketing pleiten de VVP-PTO’s opnieuw voor een duidelijkere rolverdeling tussen de bevoegdheden van PTO’s, kustgemeenten en kunststeden enerzijds en TVL anderzijds. De voorgestelde taakverdeling ligt in de lijn van het kerntakenbesluit van 2003.
Sectordossier Toerisme
11
Oproep tot de Vlaamse overheid De buitenlandmarketing is een kerntaak voor TVL, dat op de diverse buitenlandse markten dient in te staan voor de basiswerking en –campagnes. Daarnaast werken TVL, PTO’s, kunststeden en de Kust (via Westtoer) gezamenlijke campagnes uit, die gefinancierd worden via pooling. Tenslotte kunnen de PTO’s en de kunststeden ook aanvullende campagnes voeren. De binnenlandmarketing is een kerntaak voor de PTO’s en de kunststeden, waarbij TVL een aantal overkoepelende en coördinerende initiatieven neemt in overleg met PTO’s en kunststeden. Westtoer is daarbij het aanspreekpunt voor de binnenlandpromotie van de Kust. In elk geval moet die taakverdeling en de implementatie ervan (cf. infra) nog verfijnd worden in het voornoemde strategische beleidsplan voor toerisme in Vlaanderen.
3.5.1 Vernieuwde aanpak van de buitenlandmarketing De VVP-PTO’s wensen in overleg met de kunststeden uitdrukkelijk een bijsturing van het huidige buitenlandmarketingplan van Toerisme Vlaanderen. De ontwikkeling van motivationele segmenten en productlijnen zoals schoonheid en inspiratie, het goede leven, het rijke verleden, … vormt zeker een belangrijke meerwaarde t.o.v. het vroegere marketingbeleid.
Oproep tot de Vlaamse overheid Campagnes moeten echter gestructureerd blijven volgens de drie macroproducten Kust, Kunststeden en Vlaamse regio’s, waarbij de motivationele benadering maximaal wordt geïntegreerd. Verder zou het systeem van middelenpooling grondig moeten herbekeken worden. In overleg met de kunststeden stellen de PTO’s voor om te werken volgens drie niveaus : Niveau Niveau 1 Niveau 2
Niveau 3
Campagne-eigenschappen algemene overkoepelende basiswerking en -campagnes specifieke campagnes i.f.v. aparte PMBC’s m.b.t. Kust, Kunststeden en Vlaamse regio’s aanvullende campagnes met specifieke accenten op specifieke markten
Marktselectie TVL
Financiering 100 % TVL
in onderling overleg pooling : tussen TVL en partners 25 % partners 75 % TVL Kunststeden, PTO’s, 100 % partner(s) Westtoer (Kust) 0 % TVL
Sectordossier Toerisme
12
Onder niveau 1 wordt enerzijds de reguliere basiswerking van alle buitenlandbureaus bedoeld m.b.t. personeel, websites, pers- en tradebewerking en anderzijds de basiscampagnes die vanuit deze kantoren worden gevoerd met inbegrip van de administratieve kosten en het eventuele fulfillment. PTO’s en kunststeden betalen niet mee op niveau 1 maar werken er wel aan mee, onder meer door de aanlevering van materiaal. Op de verre en de experimentele markten (Japan, China, India, Rusland, Zwitserland en Oostenrijk) draagt TVL in het kader van niveau 1 naast de basiscampagne ook de volledige kosten voor specifieke campagne-initiatieven. Op deze markten is het niet steeds noodzakelijk om met een eigen buitenlandkantoor te functioneren. Op dit vlak zijn er andere en meer kostenefficiënte werkmethode. De financiering van de diverse buitenlandse bureaus moet in het kader van niveau 1 worden bekeken. Concrete voorstellen dienen hier door TVL zelf te worden ontwikkeld. Maar uiteraard zijn er vanuit de Vlaamse begroting voldoende nodig voor de bekendmaking van Vlaanderen op de diverse buitenlandse markten. Bij niveau 2 staat pooling - of het gezamenlijk en transparant inzetten van financiële middelen – centraal met het oog op de realisatie van specifieke campagne-initiatieven en marketingacties in functie van welbepaalde PMBC’s (Product-Markt-Belevings-Combinaties). De verhouding m.b.t. de financiering voor niveau 2, met name 25 % partners – 75 % TVL, vloeit voort uit het kerntakenbesluit (2003) waarbij het de bedoeling is, dat TVL het voortouw neemt op het vlak van de buitenlandmarketing en hiervoor substantiële bedragen inzet. Pooling betekent ook geregeld overleg over de communicatiedoelstellingen en –middelen en de gezamenlijke lancering van overheidsopdrachten met voldoende flexibiliteit naargelang de wijzigende marktomstandigheden en beleidsprioriteiten. Een ander belangrijk aspect binnen niveau 2 zijn de marktkeuzes. Hierbij volgt een gezamenlijk voorstel van PTO’s en kunststeden:
Kunststeden
Spec. Gem. markt Nederland
Kust Vl. Regio’s
Nederland Nederland
Primaire markten UK, Frankrijk, Duitsland Duitsland -
Secundaire markten Spanje, Italië, Scandinavië, USA Frankrijk, UK -
Het specifieke statuut voor de Nederlandse markt resulteert uit het belang van deze markt voor alle macroproducten. PTO’s en kunststeden pleiten dan ook voor een versterking van het buitenlandkantoor in Den Haag. Ook in de andere buurlanden moeten de buitenlandkantoren met voldoende slagkracht en financiële middelen kunnen werken. Naast de algemene marktstrategie kunnen binnen niveau 2 kunnen ook specifieke marketingacties in de buurlanden worden opgezet, bv. m.b.t. het battlefieldtoerisme op de Britse markt of het fietstoerisme in Duitsland.
Sectordossier Toerisme
13
Bij niveau 3 nemen PTO’s en kunststeden aanvullende campagne-initiatieven die ze zelf financieren. Deze initiatieven kunnen niet in tegenspraak zijn met de TVL-basiscampagne. De TVLbuitenlandkantoren treden hierbij faciliterend op maar financieren niet mee.
3.5.2
Afsprakenmodel voor de binnenlandmarketing
De VVP-PTO’s en de kunststeden stellen volgende werkmethode m.b.t. de binnenlandmarketing voor: Oproep tot de Vlaamse overheid • •
• •
• •
TVL staat – mede namens de PTO’s - in voor de instandhouding van het merk Vlaanderen Vakantieland; TVL staat in voor een aantal overkoepelende communicatie-instrumenten zoals de Vlaanderen Vakantieland arrangementenbrochure met inbegrip van de distributie, de cadeaucheque en de VLAVAK-website; TVL coördineert de aanpak van het VLAVAK-televisieprogramma t.a.v. de VRT; PTO’s ontwikkelen samen met TVL een bestemmingscampagne rond het thema “korte vakanties in Vlaanderen” voor een totaalbedrag van € 500.000. De financiële inbreng wordt als volgt bepaald : 50 % TVL en 50 % PTO’s. De PTO’s bepalen hierbij de onderlinge verdeling tussen de diverse regio’s. Zie voorstel TOV in bijlage; De kunststeden ontwikkelen in overleg met TVL een bestemmingscampagne op basis van een eigen strategie die buiten de klassieke campagne Vlaanderen Vakantieland valt; PTO’s, Kust en kunststeden ontwikkelen specifieke campagne-initiatieven in functie van een beperkt aantal PMBC’s (Product-Markt-Belevings-Combinaties). Zij kunnen dit elk individueel doen of collectief en dit op provinciaal of interprovinciaal niveau, op kust- of “interkunststeden”-niveau.
3.6 Samenwerking loont Zoals aangegeven in de inleiding wordt de toeristische sector gekenmerkt door een sterke verweving tussen de diverse overheidsniveaus en tussen publieke en private actoren waarbij gemeenschappelijke belangen worden nagestreefd. Samenwerking tussen de diverse niveaus en partners is meer dan ooit noodzakelijk.
3.6.1 Interbestuurlijke Samenwerking Zowel op politiek als op ambtelijk vlak is er een nauwe samenwerking tussen de verschillende overheidsniveaus nodig.
Oproep tot de Vlaamse overheid In het kader van de samenwerking tussen Vlaanderen en de provincies vragen de 5 Vlaamse gedeputeerden voor Toerisme met nadruk om een geregeld overleg met de nieuwe minister voor Toerisme. Dit overleg moet inspelen op de grote beleidslijnen die voor het toerisme in Vlaanderen
Sectordossier Toerisme
14
aan de orde zijn. Dit politieke overleg dient op het ambtelijke vlak voorbereid te worden door middel van een structureel overleg tussen de directeurs van de PTO’s, het kabinet, de beleidscel binnen de administratie en Toerisme Vlaanderen. Daarnaast moet er vanuit het Vlaamse niveau ook een structureel overleg georganiseerd worden vanuit TVL met de politieke en ambtelijke vertegenwoordigers van de andere lokale overheden.
3.6.2 Samenwerking tussen publieke en private sector Vlaanderen moet grote inspanningen leveren om de relatie en het structureel overleg met de privésector in het algemeen en met de beroepsfederaties in het bijzonder te verbeteren. Dit kan door een gunstig klimaat t.o.v. het toeristisch ondernemen te creëren. In dit kader moet er eveneens gedacht worden aan een structureel sectoroverleg tussen de nieuwe minister en de vertegenwoordigers van de privésector.
Oproep tot de Vlaamse overheid In het kader van deze vernieuwde relatie met de privésector dient TVL sterk in te zetten op vormingsen opleidingsinitiatieven. Integrale kwaliteitsbenadering en professionalisering moeten hierbij centraal te staan. Het is uiteraard van groot belang om deze initiatieven in nauw overleg met de privésector te ontwikkelen en te implementeren. Verder pleiten de PTO’s voor een adequate implementatie van het nieuwe Decreet betreffende het toeristische logies, dat op 1 januari 2010 wellicht volledig van kracht wordt.
Oproep tot de Vlaamse overheid Dit veronderstelt vooreerst een goede communicatiecampagne voor de sector in het najaar van 2009. Verder impliceert dit voldoende personeelsinzet. Vanaf 2010 moeten de bestaande sectoren (hotels, openluchtrecreatieve bedrijven) immers opnieuw een controle krijgen en worden voor de eerste keer controles uitgevoerd bij de gastenkamers en de vakantiewoningen. Belangrijk is dat de controleurs ook een adviserende rol vervullen. Tenslotte pleiten de PTO’s ervoor om de privaat-publieke samenwerkingsverbanden uit de voorbije legislatuur de nodige ondersteuning te geven.
Oproep tot de Vlaamse overheid •
•
De VZW Plattelandstoerisme moet vanuit Vlaanderen meer financiële armslag te krijgen om haar taken met name ondersteuning, vorming, kwaliteitsbewaking en promotie uit te voeren. In het kader van de ontwikkelingen m.b.t. Decreet betreffende het toeristische logies wierp VZW Plattelandstoerisme zich op als unieke koepelorganisatie voor alle kleinschalige logiesvormen. Dus niet enkel op het platteland maar ook in de (kunst)steden en aan de Kust. In het kader van het initiatief “Tafelen in Vlaanderen” pleiten de PTO’s uitdrukkelijk voor het
Sectordossier Toerisme
15
behoud van de tewerkstellingsprojecten. Voor het initiatief “Tafelen” worden 6 mensen ingezet, nl. 5 provinciale coördinatoren en 1 horecacoördinator. Op het Vlaamse niveau dient Tafelen uit te groeien tot het centrale overlegplatform voor de promotie van de Vlaamse eeten drinkcultuur. Tafelen dient zich dan ook open te stellen voor overleg en samenwerking met andere initiatieven zoals De Week van de Smaak. M.b.t. de marketing van de Vlaamse gastronomie moet Toerisme Vlaanderen zijn coördinerende rol veel sterker te harte nemen. 3.6.3 Ondersteuning van het groepstoerisme In de voorbije periode ontwikkelde TVL een nieuwe opleiding ontwikkeld voor reisleider, stads- en regiogidsen. Deze opleiding speelt beter in op de behoefte naar beleving binnen het groepstoerisme.
Oproep tot de Vlaamse overheid Na evaluatie van de eerste opleidingstrajecten die ondertussen zijn afgelopen, dient verder te worden gewerkt aan de implementatie van deze nieuwe aanpak in overleg met PTO’s en in samenwerking met de betrokken opleidingspartners. Ondertussen moet ook ernstig werk worden gemaakt van het fiscaal en sociaal statuut van de gidsen.
3.7 Professionalisering van het lokaal toerismebeleid 3.7.1 Lokaal toerismebeleid Tenslotte willen de VVP-PTO’s dat de volgende Vlaamse regering werk maakt van een structurele ondersteuning van het toerisme in de gemeenten met een erkende toeristische opdracht. Ook voor gemeenten is toerisme een onderdeel van de lokale economie. Toerisme is immers een stuwende economische sector, waarbij koopkracht van buiten de gemeente wordt aangetrokken, die een omzet vooral in de horecasector maar ook in andere sectoren als bv. de kleinhandel creëert. Zo schept toerisme ook extra directe en indirecte werkgelegenheid. De uitbouw van recreatieve faciliteiten in functie van de toeristische ontwikkelingen speelt in op de groeiende behoefte van de plaatselijke bevolking aan zinvolle ontspanning en leidt tot de algemene attractiviteit van een gemeente. Toerisme en toeristische marketing dragen immers bij tot het positieve imago van een stad of gemeente.
Oproep tot de Vlaamse overheid In navolging van de cultuur- en de sportsector en in overleg met de VVSG pleiten de VVP-PTO’s dan ook voor een doorgedreven professionalisering van het toerismebeleid op gemeentelijk vlak. Actueel bestaan er geen richtlijnen of competentievereisten om in een gemeentelijke dienst voor toerisme te werken. Hierdoor is er een groot probleem ontstaan m.b.t. de professionaliteit van de lokale diensten voor toerisme. De PTO’s wensen dan ook uitdrukkelijk dat steden en gemeenten, die een belangrijke toeristische en/of recreatieve roeping hebben, hoog opgeleide toerismecoördinatoren en -stafmedewerkers kunnen in dienst nemen. Dat maakt naast de balie- ook een backofficefunctie mogelijk. Daartegenover zou een financiële tegemoetkoming van de Vlaamse regering moeten staan.
Sectordossier Toerisme
16
3.7.2 Implementatie van de visienota toeristisch onthaal van TVL In 2006 en 2007 kwam de visienota toeristisch onthaal van TVL tot stand. Deze nota werd voorbereid door een uitgebreid expertenteam, maar kreeg nooit een officieel karakter. Volgens deze nota moet er geïnvesteerd worden in een netwerk van professionele onthaalkantoren met een imagoversterkende rol in de betrokken regio. Concreet zullen de toerismekantoren ingedeeld worden in 3 categorieën (A+, A- en B-kantoren), met per categorie een duidelijk eisenprogramma en dito vereisten op het vlak van personeel.
Oproep tot de Vlaamse overheid De PTO’s vragen een duidelijk en goedgekeurd kader m.b.t. het toeristisch onthaal en een gecoördineerde implementatie. Hierbij is het essentieel dat er een financiële ondersteuning wordt voorzien voor deze A+, A- en de B-kantoren. Die subsidiëring moet kaderen in een ruimere aanpak m.b.t. professionalisering van het lokaal toerismebeleid.
Sectordossier Toerisme
17
Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling beleidscommissie Toerisme Provincie Antwerpen Mevrouw Inga VERHAERT Gedeputeerde Provinciehuis Kon. Elisabethlei 22 2018 Antwerpen
Provincie Limburg De heer Sylvain SLEYPEN Gedeputeerde Provinciehuis Universiteitslaan 1 3500 Hasselt
Provincie Oost-Vlaanderen De heer Eddy COUCKUYT Gedeputeerde Provinciehuis Gouvernementstraat 1 9000 Gent
Provincie Vlaams-Brabant Mevrouw Monique SWINNEN Gedeputeerde Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven
Provincie West-Vlaanderen De heer Patrick VAN GHELUWE Gedeputeerde Provinciehuis Boeverbos Kon. Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries
[email protected] T +32 3 240 52 53 (54) F +32 3 240 52 76
[email protected] T +32 11 23 70 33 F +32 11 23 70 34
[email protected] T +32 9 267 81 32 F +32 9 267 81 92
[email protected] T +32 16 26 70 57 F +32 16 26 70 56
[email protected] T +32 50 40 73 32 F +32 50 40 73 03
Sectordossier Toerisme
18
Bijlage 2: Samenstelling van de ambtelijke adviescommissie Toerisme Provincie Antwerpen De heer Jef MERTENS Departementshoofd recreatie, sport en toerisme Provinciehuis Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen
[email protected] T +32 3 240 58 43 F +32 3 240 58 47
De heer Dirk YZEWYN Directeur Toerisme Provincie Antwerpen vzw Kon. Elisbethlei 16 2018 Antwerpen
[email protected] T +32 3 240 63 94 F +32 3 240 63 97
Provincie Limburg Toerisme Limburg vzw De heer Willy ORLANDINI Directeur Willekensmolenstraat 140 3500 Hasselt
[email protected] T +32 11 23 74 50 F +32 11 23 74 66
Provincie Oost-Vlaanderen De heer Luc DERUDDER Directeur Provinciehuis Gouvernementstraat 1 9000 Gent
[email protected] T +32 9 267 87 37 F +32 9 267 86 92
De heer Pierre GOFFAUX Directeur Toerisme Oost-Vlaanderen vzw Sint-Niklaasstraat 2 9000 Gent
Provincie Vlaams-Brabant De heer Lieven ELST Directeur Recreatie Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven
[email protected] T +32 9 269 26 36
[email protected] T+32 16 26 74 18
Sectordossier Toerisme
19
De heer Ed GORIS Diensthoofd Toerisme Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven
[email protected] T +32 16 26 76 22 F +32 16 26 76 76
Provincie West-Vlaanderen De heer Stefaan GHEYSEN Afgevaardigd bestuurder Westtoer Koning Albert I-laan 120 8200 Sint-Andries
[email protected] T +32 50 30 55 40 F +32 50 30 55 90
Bijlage 3: Contactpersoon VVP Mevrouw Saskia VAN LAERE Stafmedewerker Europa, Economie, Toerisme Vereniging van de Vlaamse Provincies Boudewijnlaan 20/21 1000 Brussel
[email protected] T +32 2 508 13 24 F +32 2 502 46 80
Sectordossier Toerisme
20
Bijlage 4: Overzicht van de werking van de provinciebesturen rond toerisme Provincie West-Vlaanderen 1 Wat is Westtoer Westtoer, het provinciebedrijf voor toerisme en recreatie in West-Vlaanderen, is een overheidsbedrijf met de flexibiliteit van private organisaties. Voor toerisme en recreatie vormt Westtoer het verlengstuk en het speerpunt van het provinciebestuur. De hoofdopdracht van Westtoer bestaat dan ook in het voorbereiden en adviseren van het toeristisch-recreatief beleid van de provincie en het coördineren en effectief realiseren van dit beleid. Westtoer situeert zich tussen het Vlaams niveau en de basisactoren (gemeenten, privésector). De belangrijkste rol is het coördineren van deze krachten aan de basis. Om dit te realiseren deelt Westtoer de provincie op in regio's (Kust, Brugse Ommeland, Westhoek, Leiestreek). De partners uit de gemeenten en de privésector worden samengebracht in hechte samenwerkingsverbanden, ondersteund door financiële en personele middelen. De missie van Westtoer is de volgende: • •
Voorbereiding toeristisch-recreatief beleid Stimuleren, coördineren & uitvoeren toeristisch-recreatief beleid
Westtoer telt ruim zeventig medewerkers, waarvan circa de helft kaderleden. Deze schaalgrootte laat toe om specialisten in de diverse facetten van toerisme en recreatie aan te werven en verder te vormen. Zowel academici, die over een degelijke onderbouwde theoretische kennis beschikken, als ervaren practici met voeling voor wat er zich op het terrein afspeelt, maken deel uit van dit Westtoer-team. Samen vormen zij de ideale combinatie van theoretische onderbouw én praktijkgerichte kennis, die zonder twijfel dé meerwaarde van dit overheidsbedrijf uitmaakt. De aanpak is uitgesproken oplossings- en resultaatgericht. Dit wordt nog versterkt door een dicht netwerk van contacten op lokaal, provinciaal, gewestelijk, nationaal en internationaal niveau. Deze contacten laten toe om diverse projecten en vragen aan de basis op een vlotte manier aan te kaarten op hogere bestuursechelons. De deskundigen van Westtoer zijn actief op diverse terreinen: • • • • •
Informatieverzameling en beleidsgericht onderzoek; Strategische planning en beleidsvoorbereidend werk; Toeristisch-recreatieve productontwikkeling; Marketing, communicatie en distributie; Regiowerking.
2 Informatieverzameling en beleidsgericht onderzoek 2.1 Dataverzameling en –beheer Westtoer verzamelt op een systematische manier gegevens van basisindicatoren over toerisme en recreatie in West-Vlaanderen. Westtoer doet dit zelfstandig of in samenwerking met het Steunpunt Toerisme en Recreatie.
Sectordossier Toerisme
21
2.2 Beleidsgericht onderzoek Westtoer organiseert ook specifieke onderzoeksprojecten ter ondersteuning van het toeristischrecreatief beleid in de provincie. Voorbeelden van dergelijke onderzoeken zijn: • • • • • • •
Bestedingsonderzoek bij dagtoeristen die met een seniorenbiljet per trein naar de Kust reizen, in eigen beheer, 2001 Beperkt bestedingsonderzoek bij cruisepassagiers in Zeebrugge en Oostende, 2002 Publieksonderzoek bij gebruikers van kampeerauto’s aan de Kust en in Brugge, 2002, in eigen beheer Publieksonderzoek bij dagtoeristen naar de Kust (profiel, bestedingen, activiteiten) 2003, in eigen beheer Publieksonderzoek naar de impact van het evenement ‘Kust Beweegt’, 2004 Evaluatie van de regiopocket Kustschatten, 2004, in eigen beheer Onderzoek bij verblijfstoeristen in commerciële logiesvormen aan de Kust, 2005, in eigen beheer met samenwerking van Toerisme Vlaanderen
3 Strategische beleidsplanning In de beheersovereenkomst met de provincie werd afgesproken dat Westtoer strategische beleidsplannen zou maken voor toerisme en recreatie voor iedere toeristisch-recreatieve regio in West-Vlaanderen. Op basis van een methodologie die werd opgezet in samenwerking met Toerisme Vlaanderen, werd het proces van strategische planning geïntroduceerd in de diverse West-Vlaamse regio’s. De vier toeristisch-recreatieve regio’s van West-Vlaanderen werden reeds bij dergelijk proces betrokken waaruit telkens een goedgekeurd strategisch beleidsplan resulteerde: • • • •
het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor het Brugse Ommeland, 2004 het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Kust, 2002 (in samenwerking met Toerisme Vlaanderen) het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Leiestreek, 2003 (in samenwerking met Toerisme Oost-Vlaanderen) het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Westhoek, 1999
Ander beleidsvoorbereidend werk Westtoer wordt ook ingeschakeld om adviezen te geven over diverse ruimtelijke plannen en projecten met toeristisch-recreatief belang. Samen met de Afdeling Productontwikkeling worden beleidsadviezen gegeven die voorgelegd worden aan het directiecomité van Westtoer. Westtoer is ook vertegenwoordigd in de PROCORO (de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening) van West-Vlaanderen en geeft binnen dit forum ook adviezen.
Sectordossier Toerisme
22
Ook omtrent diverse materies worden specifieke beleidsvoorbereidende nota’s uitgeschreven bv. rond ontwikkeling van plattelandstoerisme in de provincie, rond het evalueren en maken van conclusies over de regiopockets, e.a. 4 Toeristisch-recreatieve productontwikkeling Westtoer kan u helpen voor de realisatie van uw project. Westtoer beschikt immers over een goed uitgebouwd team van specialisten met een ruime theoretische en praktische ervaring op het vlak van productontwikkeling. • • • • • • • •
het ontwikkelen en begeleiden van strategische projectzones en projecten een nieuwe toeristische attractie realiseren een museum nieuw leven in blazen een waardevol cultuurhistorisch gebouw toeristisch valoriseren een bezoekerscentrum inrichten nieuwe recreatieve routes of netwerken ontwikkelen of de oude herstructureren een landschap, een natuurgebied of een park recreatief ontsluiten het ontwerpen van didactische informatieborden in natuur en landschap
5 5.1 •
Marketing, communicatie en distributie Marketing Opstellen, uitvoeren en evalueren van een jaarlijks operationeel marketingplan voor de West-Vlaamse regio’s. Concreet betekent dit de promotie van de 4 regio’s op de verschillende markten waar zij actief zijn. Opstellen, uitvoeren en evalueren van een jaarlijks operationeel marketingplan voor regiooverschrijdende toeristisch-recreatieve producten. Concreet betekent dit de promotie van het provinciaal netwerk van toeristisch-recreatieve routes (o.m. wandel-, fiets-, ruiter-, auto- en motorroutes). Opstellen, uitvoeren en evalueren van een jaarlijks operationeel marketingplan MICE (Meetings-Incentives-Congressen-Events)voor de West-Vlaamse regio’s. Concreet betekent dit de promotie van het MICE-gebeuren in West-vlaanderen bij het bedrijfsleven in Vlaanderen.
•
•
5.2 • • •
Drukwerk Westtoer Ontwerpen en drukken van de Recreatiegids, Kustschatten, Meeting- en incentivebrochures Kust en Groen West-Vlaanderen Advies en ondersteuning van de realisatie van de regiobrochures of productlijnbrochures (kaarten, routes,…) Ontwerp en drukken van het administratief drukwerk
6 Regiowerking Bent u betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe toeristische regio in Vlaanderen of daarbuiten? Of wenst u een bestaande toeristische regio in binnen- of buitenland nieuw leven in te blazen? Dan is Westtoer uw partner voor de coaching en de procesbegeleiding van uw initiatief. Westtoer beschikt immers over een ruime ervaring m.b.t. de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve regio’s in West-
Sectordossier Toerisme
23
Vlaanderen en beschikt bovendien over een goed uitgebouwd team van specialisten die een sterke theoretische onderbouw combineren met een jarenlange ervaring op het terrein.
7 Contact Stefaan Gheysen Afgevaardigd Bestuurder Westtoer apb Koning Albert I-laan 120, 8200 Sint-Michiels T 050/30 55 00 - F 050/30 55 90 E
[email protected] W http://www.westtoer.be
Sectordossier Toerisme
24
Provincie Vlaams-Brabant 1 Wat is Toerisme Vlaams-Brabant vzw Binnen de administratie van de provincie Vlaams-Brabant ressorteert de dienst toerisme (16,40 VTE) samen met de dienst sport en de provinciedomeinen onder de directie recreatie. Het toerismebeleid wordt steeds gevoerd via de vzw Toerisme Vlaams-Brabant, het coördinerende samenwerkingsverband en beleidsorgaan waarin de provincie, de gemeenten, Toerisme Vlaanderen en de toeristische organisaties participeren. Toerisme Vlaams-Brabant (TVB) werkt aan een positieve beeldvorming en imagoversterking van de provincie, haar kunststad Leuven en haar toeristische regio's Hageland en Groene Gordel. Het provinciebestuur wil het potentieel op het vlak van toerisme in de provincie optimaliseren om de hoogst mogelijke voordelen (zowel economische, culturele en sociale) te behalen, waarbij respect voor de eigenheid en voor de draagkracht van de diverse entiteiten in de provincie een randvoorwaarde voor de ontwikkeling vormt. Deze missie houdt in dat: • de economische mogelijkheden van de toeristische sector efficiënt worden geoptimaliseerd door het aantrekken van toeristen (zaken- en recreatieve toeristen) extern aan de provincie; • de randvoorwaarde voor de ontwikkeling van deze sector wordt gevormd door het vrijwaren op lange termijn van het basiskapitaal (natuur, landschap en cultuur) voor deze sector (duurzame vormen van toerisme en recreatie); de maatschappelijke functie van de provincie als belangrijk recreatiegebied van de Vlaams-Brabanders zelf wordt veiliggesteld en verder uitgebouwd. 2 Strategische doelstellingen In de strategische nota 2007-2012 worden 5 algemene strategische doelstellingen geformuleerd die de richting en ambitie aangeven per werkdomein van Toerisme Vlaams-Brabant. Deze worden geconcretiseerd in operationele doelstellingen en in de strategische beleidsplannen 2008-2013 die Toerisme Vlaams-Brabant uitwerkte voor de regio’s Hageland en Groene Gordel. 2.1 Productontwikkeling kwalitatieve verbetering, verruiming en vernieuwing van het toeristisch-recreatief product, aansluitend op de wijzigende marktvraag. Productontwikkeling dient ruim gezien te worden en omvat o.a.: -
de verdere uitbouw van wandelroutes en fietsroutenetwerken bevorderen van fietsinrijpunten, fietscafés, streekproductenwinkels, horeca,… verbeteren onderhoudssysteem recreatieve routes en permanente kwaliteitsbewaking toepassing van nieuwe technologieën in het productaanbod, bvb routes op GPS ontsluiting van cultureel erfgoed (i.s.m. dienst cultuur en lokale actoren) uitbouw van nieuwe identiteitsbevorderende attracties stimuleren verdere uitbouw toeristisch onthaal in de regio’s ontwikkelen van een MICE-aanbod gekoppeld aan toeristische programma’s
Sectordossier Toerisme
25
-
verbetering van de toegankelijkheid van attracties, routes, onthaalpunten, ... uitbouw logiessector stimuleren, o.a. via reconversie bij plattelandsontwikkeling uitwerken van programma’s voor dagtoerisme en verblijfsarrangementen
2.2 Informatie: de informatie m.b.t. het toeristisch aanbod in Vlaams-Brabant ruim en volledig verwerven, efficiënt en permanent geactualiseerd verwerken en op een klantvriendelijke wijze verstrekken aan potentiële bezoekers. Informatie verstrekken m.b.t. het toeristisch aanbod in Vlaams-Brabant aan potentiële bezoekers en geïnteresseerden is een hoofdopdracht voor de dienst toerisme. Toerisme Vlaams-Brabant doet dit niet via een publieksbalie: dit is een opdracht voor regionale en lokale infokantoren. De informatie wordt schriftelijk en telefonisch verstrekt en in toenemende mate via digitale communicatie: e-mail en website. Schriftelijke informatie impliceert vooral de distributie van diverse publicaties, zowel gratis wervende en informatieve brochures als betalende publicaties, vnl. wandelboekjes, fietskaarten. 2.3 Marketing en promotie: via vernieuwende en effectvolle marketing- en communicatiestrategieën de toeristische profilering en aantrekkingskracht verhogen van de regio’s Hageland, Groene Gordel en de kunststad Leuven. Door middel van steeds vernieuwende marketing- en promotieacties worden externe bezoekers en eigen inwoners gestimuleerd tot een bezoek aan Vlaams-Brabantse bezienswaardigheden, gebruik van recreatieve routes, een meerdaags verblijf, ... De toeristische promotie is zowel thematisch (bv. wandelen en fietsen, parken en tuinen, evenementen, streekproducten, ...) als bestemmingsgericht. Uitgaande van de Strategische Beleidsplannen2008-2013 wordt de regioprofilering van Hageland en Groene Gordel verder uitgebouwd. 2.4 Regiowerking: uitbreiding en versterking van de regionale, thematische en projectmatige samenwerkingsverbanden met gemeentelijke, bovenlokale en particuliere partners. Het provinciaal niveau heeft een initiërende, stimulerende en coördinerende rol, maar heeft niet de taak noch de mogelijkheden om alles zelf en met eigen middelen realiseren. Voor de uitbouw en promotie van de sector dienen zowel bestaande als nieuwe, structurele en ad hoc samenwerkingsverbanden verder uitgebouwd te worden. Ook in het toeristisch werkveld neemt de provincie via Toerisme Vlaams-Brabant haar coördinerende rol op als streekbestuur. 2.5 Onderzoek en planning: continu en efficiënt onderzoek van de toeristische sector in Vlaams-Brabant als basis voor gefundeerde beleidsvoorbereiding en –uitvoering. Het gaat hierbij zowel om eigen onderzoek van de toeristische sector in Vlaams-Brabant als om medewerking aan onderzoek op Vlaams niveau i.s.m. de andere provincies. Onderzoek waaraan op provinciaal niveau wordt (mee-)gewerkt dient er steeds op gericht te zijn relevante informatie aan te leveren voor het provinciaal toerismebeleid, bv. voor de actualisering van strategische beleidsplannen, marketingstrategieën, ...
Sectordossier Toerisme
26
3 Contact Lieven ELST Directeur Recreatie Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven Ed GORIS Diensthoofd Toerisme Provinciehuis Provincieplein 1 3010 Leuven
[email protected] T + 32 16 26 74 18
[email protected] T +32 16 26 76 22
Sectordossier Toerisme
27
Provincie Limburg 1 Wat is Toerisme Limburg Toerisme Limburg is een vzw die het toeristisch beleid van de provincie Limburg uitvoert en tevens beleidsondersteunde taken uitvoert. De Raad van Bestuur van Toerisme Limburg – voorgezeten door de gedeputeerde van Toerisme – bestaat uit een gezonde mix van publieke en private partners : députés, provincieraadsleden, Federatie Toerisme Limburg, vertegenwoordigers van de diverse toeristische koepelorganisaties en ondernemersverenigingen (met name Unizo, VKW en Voka). Bij Toerisme Limburg werken een 30tal medewerkers en een 5tal freelancers die samen zorgen voor de uitvoering van het toeristisch beleid. Om haar medewerkers continu te motiveren en door uitdagingen professioneel te laten doorgroeien heeft Toerisme Limburg in 2005-2006 een competentiegericht personeelsbeleid ontwikkeld, waarin opleiding, competentiemanagement en resultaatsgericht loonbeleid de basis vormen voor een dynamische werking. De medewerkers van Toerisme Limburg voeren het toeristisch beleid van de provincie uit, een beleid dat voortvloeit uit het Strategisch Toeristisch Actieplan dat in 2007 door de provincieraad werd goedgekeurd. In dit STAP werden de visie, de missie, de strategische en operationele doelstellingen van het provinciaal toeristisch beleid vastgelegd. Dankzij een aantal duidelijk omschreven resultaatsindicatoren wordt jaarlijks bekeken of de strategische lijnen van het STAP gevolgd worden. Toerisme Limburg heeft als missie meer welzijn en welvaart voor de Limburgse bevolking te creëren door een kwaliteitsvol, attractief en duurzaam toerisme te ontwikkelen, stimuleren en promoten. De visie die Toerisme Limburg volgt is Limburg vanuit haar strategische centrale ligging in het Europese kerngebied positioneren als top of mind landschapsgerichte korte bestemming, dit dankzij bundeling van krachten van Toerisme Limburg, Toerisme Vlaanderen, de interregionale partners, de lokale overheden en de private sector. 2 Algemene doelstellingen Deze algemene doelstellingen vormen de basis van de eerste gesprekken met de private en publieke partners bij de opmaak van het Strategisch Toeristisch ActiePlan en schetsen de krijtlijnen van het Limburgs toeristisch beleid. •
op maat van de Limburgse ondernemers: een flankerend beleid dat de ondernemers de vrijheid en ruimte geeft om te ondernemen, waar dialoog met overheid en innovatieve projecten de toeristische sector ondersteunen. Bij de uitvoering van het provinciaal toeristisch beleid houdt Toerisme Limburg via diverse wegen de vinger aan de pols bij de toeristische ondernemers : via de vertegenwoordigers van de private sector in haar Raad van Bestuur, via een maandelijkse elektronische bevraging waarbij de diverse marketingacties continue geëvalueerd worden, via meerdere netwerkmomenten per jaar, via persoonlijke bezoeken bij de toeristische partners op het veld en via diverse overlegmomenten.
Sectordossier Toerisme
28
•
hedendaagse, efficiënte en marktgerichte bestemmingspromotie: met als hoofdthema het hedendaags imago van Limburg, waarbij zoveel mogelijk middelen gebundeld worden en de consument volgens zijn marktbehoeften aangesproken wordt Toerisme Limburg bespeelt alle facetten van de moderne communicatiemix, zowel met above als below the line communicatie-instrumenten. Telkens wordt hierbij het jonge en verrassende imago van de hele provincie beklemtoond. Door deze provinciale bestemmingspromotie kan Toerisme Limburg zo veel mogelijk financiële middelen bundelen en krachtige acties uitvoeren die zo veel mogelijke toeristische partners uit de hele provincie ondersteunen.
•
geïntegreerde verblijfstypes: volgens economische impact (o.a. vakantieparken,…), kwalitatieve uitstraling (Kwaliteitslabel, B&B paradijs,…), doelgroepen (o.a. jeugdtoerisme, wellness-fans, fietsers, golfers…) Toerisme Limburg speelt een adviserende rol bij de realisatie van een gediversivieerd toeristisch aanbod in Limburg. Decennialang was Limburg bekend om haar groot aanbod aan openlucht-recreatieve verblijven en haar logies voor doelgroepen, de laatste jaren werd er actief gewerkt aan een uitbreiding van een kwalitatief aanbod van gastenkamers en hotels. Daarnaast werd er ook gewerkt aan een bredere doelgroep voor de logiesverstrekkende verblijven zodat de economische overlevingskans van de toeristische bedrijven hoger wordt.
•
innovatieve toeristische regio: een provinciaal kenniscentrum dat de ondernemers en de overheid input kan geven voor een verdere ontwikkeling van het toerisme in Limburg Toerisme Limburg werkt aan een continue dialoog met de ondernemers waarbij kennisuitwisseling essentieel is. In 2007 kreeg dit initiatief extra steun dankzij een Provinciaal--Europees project “Kennissysteem Toeristisch Ondernemerschap” Door dit project wordt gewerkt aan een continue uitwisseling van kennisgegevens tussen ondernemers en Toerisme Limburg.
•
op maat van de regio: Attracties en musea moeten een vertaling bieden van de onderscheidende elementen van de regio en streekeigen zijn Toerisme Limburg werkt als provinciale organisatie aan de bestemmingspromotie van Limburg maar blijft op regionaal niveau samenwerkingsverbanden ondersteunen die de regionale productontwikkeling en productcommunicatie moeten verstreken. Daarom heeft Toerisme Limburg ook de opdracht gegeven om voor alle toeristisch regio’s een strategisch toeristisch actieplan (STAP) op te maken :
Strategisch Toeristisch ActiePlan Haspengouw in 2006 Strategisch Toeristisch ActiePlan Maasland in 2008 Strategisch Toeristisch ActiePlan Limburgse Kempen in 2008 Strategisch Toeristisch ActiePlan Voerstreek in 2008
In 2009 zal gewerkt worden aan een Strategisch Toeristisch ActiePlan Hasselt en Omgeving.
Sectordossier Toerisme
29
In deze STAPs werden de unieke toeristische thema’s voor de regio’s vastgelegd (bv. fruit, kastelen, oudste verleden, religieus verleden in Haspengouw). Voor elke regio maakt Toerisme Limburg – in nauw overleg met de gemeentelijke partners uit de regio – een operationeel actieplan waarbij voor ieder thema een of meerdere toeristische producten worden ontwikkeld en waarbij voor ieder product een ondersteund communicatieplan wordt opgesteld. Deze actieplannen zijn een illustratief voorbeeld van bundeling van middelen en provinciaal-gemeentelijke samenwerking, zoals werd vooropgesteld in de visie van Toerisme Limburg. De regiocoördinatoren van Toerisme Limburg zorgen voor de uitvoering van dit jaarlijks actieplan en voor de werving van bijkomende subsidies. •
gericht op de wensen van de potentiële toerist: Er moeten versterkende links gezocht worden tussen de Limburgse regio’s en met de omliggende regio’s in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Luik, Nederlands Limburg en Nederlands Noord-Brabant Via diverse manieren blijft Toerisme Limburg continue de vraag op de toeristische markt opvolgen (door consumentenonderzoek, door aanwezigheid op beurzen, door het monitoren van trends en onderzoeksrapporten) en waar mogelijk worden voor het toeristisch aanbod samengewerkt met actoren buiten het toeristisch veld (vervoersmaatschappijen, sociale economie, natuur, landbouw,..) en buiten de provincie (provincie- en landsoverschrijdende projecten).
3 Strategische doelstellingen 3.1 Kwalitatief duurzaam toeristisch product De ontwikkeling van het toeristisch product is een primaire taak voor de lokale overheid en de ondernemers die reeds gevestigd zijn in de provincie of die hier wensen te investeren. De medewerkers van Toerisme Limburg hebben een adviserende rol bij de toeristische productontwikkeling, en met name door het adviseren en bemiddelen bij de ruimtelijke ordening dossiers die door de diverse toeristische partners ingediend worden. In 2008)-2009 wordt daarom een uitgebreide strategische oefening gedaan om de ruimtelijke spreiding van toeristische producten in Limburg te optimaliseren. Daarnaast wordt via diverse kanalen een intense dialoog opgebouwd met de toeristische ondernemer. Toerisme Limburg heeft een initiërende en ondersteunende rol bij innoverende projecten, waarbij via proefprojecten onderzocht wordt of een nieuw product economische leefbaarheid heeft. Voorbeelden hiervan zijn het fietsverhuur, dat na een pilootproject bij Toerisme Limburg overgedragen aan een instelling uit de sector sociale economie. In 2009 en 2010 werkt Toerisme Limburg met de Limburgbus een nieuw innovatief project uit. 3.2 Uitbouw van de vermarkting De producten die aanwezig zijn in Limburg en haar diverse regio’s worden vermarkt naar de juiste doelgroepen en dit door het uitbouwen van aantrekkelijke product-marktcombinaties. Op basis van continue marktonderzoek (zowel de vraag- als aanbodszijde) werkt Toerisme Limburg in samenwerking met de gemeentelijke partners en de partners uit andere beleidsdomeinen een aantal
Sectordossier Toerisme
30
product-marktcombinaties uit : in deze PMCs kunnen partners uit diverse gemeenten inspelen, waardoor enerzijds de diverse producten elkaar ondersteunen tot een sterker product, maar kunnen anderzijds ook de communicatiemiddelen gebundeld worden, waardoor sterkere communicatiecampagnes ontwikkeld worden. 3.3 Promotie van korte vakanties In het kader van de toeristische vermarkting van Limburg kiest Toerisme Limburg de markten waar Limburg gepromoot zal worden en welke instrumenten hiervoor het meest geëigend zijn. Limburg is voornamelijk een bestemming die aanspreekt voor korte vakanties en daarom worden de promotiebudgetten hoofdzakelijk ingezet om deze korte vakanties te promoten. Dit gebeurt door een sterke voor- en najaarscampagne (bv. in lente 2009 de campagne met de eierdopjes “de Limburgers heten u welkom, in najaar 2008 de nazomercampagne “waar blijf je?”) Limburg wordt actief gepromoot bij: Vlamingen Zuid- en Noord-Nederlanders Duitsers uit Nordrhein-Westfalen franstaligen uit Brussel en Wallonië Voor de buitenland communicatie werkt Toerisme Limburg intensief samen met de buitenlandkantoren van Toerisme Vlaanderen. De communicatie naar de andere Vlaamse provincies en Wallonië gebeurt vanuit Toerisme Limburg en wordt afgestemd met de gemeentelijke overheden. 3.4 Positionering als bestemming met een goede prijs/kwaliteitsverhouding Bij de ontwikkeling van het toerisme in Limburg streeft de provincie Limburg naar een kwalitatieve beleving van de omgeving waar de toerist verblijft en dit voor alle types toeristen ongeacht het type vakantie dat zij verkiezen. Een gezonde prijs/kwaliteitsverhouding is het basisprincipe dat Toerisme Limburg hanteert bij de positionering van de gastvrije provincie Limburg. Hierbij wordt ingespeeld op de behoeften van de diverse doelgroepen, dit kan door het primaire toeristische aanbod in Limburg nauwgezet in kaart te brengen. 3.5 Gastvrije provincie Limburg is reeds gekend als een gastvrije provincie met een bevolking die het Limburg-gevoel uitdraagt. Ook vanuit Toerisme Limburg vzw worden initiatieven ondernomen om deze gastvrijheid verder te vertalen naar de toerist. Toerisme Limburg werkt actief aan de uitbouw van een professioneel toeristisch onthaal en dit door de ondersteuning van de toeristische infokantoren. De medewerkers van deze toeristische infokantoren worden meermaals per jaar uitgenodigd om in dialoog te gaan met de provincie en met de toeristische ondernemers op de diverse sectormomenten. Daarnaast biedt Toerisme Limburg ondersteuning aan de toeristische infokantoren door het aanbieden van diverse producten : ontdekkingsgidsen, brochures, logiesgidsen, gadgets. Via de website www.toerismewerkt.be kunnen de medewerkers van de toeristische infokantoren makkelijk informatie opzoeken over diverse producten en campagnes. Sinds 2009 kan Toerisme Limburg de bezoekerstroom meten, dankzij elektronische tellers in alle grote en middelgrote toeristische infokantoren
Sectordossier Toerisme
31
Toerisme Limburg heeft ook een belangrijke rol bij de uitbouw van een regionaal toeristisch onthaal in Limburg. Dit project vertrekt ook vanuit het principe van bundeling van middelen en krachten, de toerist kan op een centrale plaats in de regio de nodige informatie krijgen over de belangrijkste bezienswaardigheden in de regio. Toerisme Limburg werkt actief aan een uitbouw van het ambassadeurschap van de Limburgse bevolking voor toeristisch Limburg. Via diverse marketingcampagnes (o.a. in 2008 “Limburger ontdekt Limburg” of in 2009 de wekelijkse bijdrage over toerisme in “Het weekend begint op Vrijdag”.) werkt Toerisme Limburg eraan om de toeristische troeven van de provincie bekend te maken bij de Limburgse bevolking. Tenslotte werkt Toerisme Limburg actief samen met de diverse onderwijsinstellingen in het toeristisch veld en biedt ze ondersteuning aan een professionele opleiding van toeristische gidsen. 3.6 Afstemming tussen de bestuursniveaus Het toeristisch landschap is versnipperd en zowel de toerist als de medewerkers in toerisme (publiek/privaat) krijgen boodschappen via diverse kanalen. Toerisme Limburg vzw streeft ernaar om de boodschap/vraag van deze kanalen zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Toerisme Limburg streeft ernaar om de boodschap naar de toerist over de toeristische troeven van Limburg zo duidelijk mogelijk te maken. Hiervoor heeft Toerisme Limburg een intense dialoog met de hogere en lagere overheden en communiceert Toerisme Limburg continue met al haar partners. Voor deze communicatie worden diverse instrumenten ingezet : het 3maandelijkse magazine “Partners in Toerisme” of PIT, de website www.toerismewerkt.be en diverse sectorale en regionale ontmoetingsmomenten. 3.7 Linken tussen de Limburgse toeristische producten Over de provincie en over de diverse beleidsdomeinen heen zullen samenwerkingsverbanden gezocht worden om te komen tot een geïntegreerde aanpak voor het toeristisch beleid. Om het intrinsiek toeristisch product te versterken heeft Toerisme Limburg een regelmatige dialoog met partners uit de andere beleidsdomeinen :natuur, landbouw, vervoer en cultuur. Op die manier kunnen innovatieve projecten ontwikkeld worden : voorbeelden hiervan is bv. de samenwerking met Federatie Toerisme Limburg en het Nationaal Park Hoge Kempen voor de toeristische vermarkting van het Nationaal Park Hoge Kempen, het project Maasvallei waarbij samen met de partners uit de natuursector een corporate image voor de Maasvallei wordt uitgebouwd, het project Katarakt waar een intense samenwerking ontstond tussen Toerisme Limburg en de partners uit de fruitsector (veilingen, fruitboeren, …), de Smaak van De Keyser waar een samenwerking werd ontwikkeld met de culture instellingen en met producenten van streekproducten, de routestructuren (fietsen, wandelen, paardtoerisme) waar samen met de Regionale Landschappen gewerkt wordt aan kwalitatief hoogstaand netwerk voor de diverse doelgroepen. 3.8 Uitbouw laag- en tussenseizoen Spreiding in tijd en ruimte is een belangrijk element voor de duurzame ontwikkeling van toerisme in Limburg.
Sectordossier Toerisme
32
Het toeristisch seizoen in Limburg kent een piekperiode in de zomermaanden, maar om economisch leefbaar te zijn, is een verlening van het toeristisch seizoen essentieel. Toerisme Limburg heeft de laatste jaren actief gewerkt aan de verlenging van het toeristisch seizoen : zowel in het voor- als in het najaar. 4 Contact Willy Orlandini Directeur Tel. 011 23 74 52 E-mail:
[email protected] Toerisme Limburg vzw Willekensmolenstraat 140 B-3500 Hasselt tel. 011 23 74 50 e-mail: Info Toerisme Limburg website: www.toerismelimburg.be
Sectordossier Toerisme
33
Provincie Oost-Vlaanderen 1 Wat is Toerisme Oost-Vlaanderen Toerisme Oost-Vlaanderen vzw (TOV) is een paraprovinciale instelling onder het voorzitterschap van de gedeputeerde bevoegd voor toerisme. TOV wil zorgen voor de uitbouw en de instandhouding van Oost-Vlaanderen en de Oost-Vlaamse regio's als kwaliteitsvolle toeristisch-recreatieve bestemmingen. TOV wil deze missie realiseren voor de Provincie Oost-Vlaanderen, haar opdrachtgever, teneinde de economie in de provincie te stimuleren en het imago en de uitstraling van de provincie op toeristisch-recreatief vlak te bevorderen. Binnen deze opdracht richt TOV zich eveneens naar de toeristische regio's, de toeristen en de recreanten. TOV wil deze missie realiseren door: beleidslijnen uit te stippelen voor toerisme en recreatie in de provincie; een coördinerende en sturende rol te vervullen bij initiatieven van de regio's naar de toerist en recreant; een identiteit en een gezicht te geven aan toerisme en recreatie in de provincie; initiatieven en projecten te stimuleren, faciliteren en te ondersteunen en mogelijkheden te creëren voor onze diverse partners. een volwaardig aanbod van toeristisch-recreatieve infrastructuur en producten te realiseren, te onderhouden en te communiceren naar het doelpubliek. 2 Werking 2.1 Studiecel De studiecel van TOV is actief op vlak van dataverzameling en beleidsgericht onderzoek gerelateerd aan overnachtings- en dagtoerisme. Daarnaast staat deze onderzoekscel tevens in voor de begeleiding en coördinatie bij de strategische planning voor de regio's. Elke toeristische regio in Oost-Vlaanderen (Leiestreek, Meetjesland, Waasland, Scheldeland en Vlaamse Ardennen) beschikt over een strategisch plan voor toerisme en recreatie, dat de basis vormt voor de werking van de regionale toeristische samenwerkingsverbanden. 2.2 Regiowerking TOV ondersteunt in sterke mate de regionale toeristische samenwerkingsverbanden in OostVlaanderen, waarin naast TOV ook de gemeenten en de private sector participeren. TOV brengt evenveel middelen in als de aangesloten gemeenten en stelt in elke regio een regiocoördinator en regiomedewerker tewerk. Op basis van de strategische plannen en de USP's/imago van de diverse regio's voeren deze toeristische samenwerkingsverbanden bestemmingspromotie en werken zij aan de verdere (product)ontwikkeling van het toeristisch-recreatief aanbod. 2.3 Infrastructuur De cel recreatieve infrastructuur van TOV inventariseert, ontwikkelt en onderhoudt recreatieve lusvormige auto-, fiets-, wandel- en ruiterroutes in Oost-Vlaanderen die voldoen aan strenge kwaliteitscriteria. Daarnaast ontwikkelt en onderhoudt deze afdeling de fiets- en wandelnetwerken in Oost-Vlaanderen, draagt zorg voor de verbetering en verdere aankleding van het aanbod en staat in voor een permanente kwaliteitsbewaking. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van GIS-gerelateerde
Sectordossier Toerisme
34
databanken om plaatsing en onderhoud efficiënt te laten verlopen. De cel heeft eveneens nauw contact en overleg met de consulent watertoerisme van het provinciebestuur en verleent ondersteuning bij de realisatie van het strategisch plan voor watertoerisme en –recreatie in OostVlaanderen. Tenslotte werkt de cel, in overleg met de regio's, aan verscheidene Europese projecten voor de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve (rand)infrastructuur. 2.4 Promotie/Marketing/Communicatie TOV laat de specifieke bestemmingspromotie over aan de regionale samenwerkingsverbanden en richt zich inzake promotie en marketing vooral op de belevingswaarde van het Oost-Vlaams toeristisch product. Basispublicaties hierbij zijn het StapAf Magazine (twee nrs. per jaar waarin vooral de belevingswaarde centraal staat) en de StapAf Pocket (overzicht van de lusvormige routes en fietsnetwerken). Daarnaast wordt bijzonder veel aandacht gegeven aan het internetgebeuren en nieuwe technologieën. De marketingcel van TOV staat in voor de ontwikkeling, beheer en permanente vernieuwing van de eigen website en daaraan verbonden regiowebsites. Teneinde een jonger doelpubliek aan te spreken werden via de website de lusvormige fietsroutes gratis downloadbaar gesteld en kunnen deze tevens in GPS-systemen worden ingevoerd. Daarnaast werd een zeer functionele routeplanner voor de fietsnetwerken ontwikkeld die voortdurend uitgebreid wordt. De dienst promotie/marketing/communicatie staat verder ook in voor diverse publieksgerichte nieuwsbrieven en ontwikkelt in overleg met de regio's jaarlijks marketing- en communicatieplannen voor de Oost-Vlaamse regio's. 2.5 Productontwikkeling en sectorbegeleiding Inzake (niet fysieke) productontwikkeling en sectorbegeleiding concentreert TOV zich op de begeleiding van de private ondernemers bij de ontwikkeling van kwaliteitsvolle arrangementen, de opschaling van het eigen aanbod en het creëren van meerwaarde door samenwerking tussen enerzijds overheidsinstanties en anderzijds verscheidene deelsectoren (hotels, gastenkamers, restaurants, producenten van streekproducten, attracties, …), dit vaak in overleg en samenwerking met interpovinciale initiatieven zoals PIV en TIV, maar evenzeer in overleg en samenwerking met diverse provinciale diensten. Specifiek in de regio Meetjesland loopt een Europees pilootproject o.a. in samenwerking met de Universiteit Gent voor de ontwikkeling van samenwerkingsmodellen binnen de toeristische sector. In samenwerking met de vzw Gent Congres wordt het MICE-aanbod uitgebreid en door middel van gerichte acties gepromoot op specifieke doelmarkten. 2.6 Informatieverstrekking Gelegen in het stadscentrum van Gent en overwegende dat de eigen inwoners een niet onbelangrijk doelpubliek vormen voor het recreatieve aanbod in de provincie, exploiteert TOV een eigen bescheiden publieksbalie. De informatie wordt echter hoofdzakelijk verspreid via website(s), enieuwsbrieven en verscheidene schriftelijke publicaties. 3 Contact Pierre Goffaux Algemeen Manager Toerisme Oost-Vlaanderen Sint-Niklaasstraat 2, 9000 Gent
Sectordossier Toerisme
35
Tel. 09-269 26 00 - Fax 09-269 26 09
[email protected]
Sectordossier Toerisme
36
Provincie Antwerpen 1 Wat is Toerisme Provincie Antwerpen De missie vormt het algemeen kader en geeft aan welke koers de organisatie wil varen. De nieuwe missie van TPA luidt als volgt: “TPA is opdrachthouder voor het provinciaal toerismebeleid en vormt een stuwende kracht voor de ontwikkeling van het toerisme in de provincie Antwerpen. Zij wil vanuit een brede en erkende expertise het toeristisch aanbod marktgericht helpen versterken en promoten. Om dit te bereiken gaat TPA partnerships aan met het bedrijfsleven, verenigingen, steden en gemeenten en andere overheden en onderneemt zij aanvullend ook eigen acties. Haar opdracht is bovenlokaal en provinciebreed maar bestemmingsgericht is zij toegespitst op de regio’s Antwerpse Kempen en Scheldeland.” De organisatiestructuur van TPA bestaat uit vijf afdelingen, elk met een duidelijk afgelijnde opdracht. De bedrijfsfilosofie kenmerkt zich door een beperkt managementteam – de directeur en de vijf managers – en een vrij gecentraliseerde aansturing van de organisatie via de pijlers Beleid & Ontwikkeling en Marketing & Communicatie. Het regiobeleid bekleedt een belangrijke plaats in het geheel en vormt een derde pijler, met afdelingen voor respectievelijk Antwerpse Kempen en Scheldeland. 2 Beleid 2.1. Beleid en Ontwikkeling De afdeling Beleid en Ontwikkeling bestaat uit het kenniscentrum, het routebureau En de dienst Aanbodsontwikkeling. Het kenniscentrum verzamelt en verwerkt cijfermateriaal en andere nuttige gegevens die onze productontwikkeling en marketing beter onderbouwen. Het Kenniscentrum coördineert elk onderzoek dat door of in opdracht van TPA wordt uitgevoerd. Het TpAXI-project werd in 2007 opgestart om de organisatie en de werking van TPA te evalueren en waar nodig bij te sturen. In 2008 implementeerde TPA dit plan verder. Het kenniscentrum ondersteunde de algemene projectcoördinatie en onderhield de relatie met het bureau PricewaterhouseCoopers. Daarnaast nam het centrum ook het voortouw bij de noodzakelijke reorganisatie van onze bedrijfsprocessen. Het routebureau is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van thematische routes en routenetwerken voor fietsers, wandelaars, ruiters en gemotoriseerde recreanten. - Fietsen: Het routebureau werkte een strategische nota fietsen uit. Daarin liggen de grote lijnen van hetTPA-beleid rond fietsen vast. Onder andere de contouren voor het beleid rond de intellectuele eigendomsrechten op de routes, alsook enkele aspecten van de herwerking van de themaroutes kwamen aan bod. -
Om het wandelen een nieuwe impuls te geven, nam TPA met de steun van Toerisme Vlaanderen (toeristisch werkgelegenheidsproject) een wandelcoördinator in dienst.
Sectordossier Toerisme
37
Zijn taak bestaat erin om de ontwikkeling van wandelnetwerken in de zoekzones van Toerisme Vlaanderen te stimuleren. -
Ruiteren: Onder impuls van Vlaams minister-president Kris Peeters werden dialoogdagen georganiseerd.
-
Auto- en motoroutes: In de provincie Antwerpen zijn er momenteel 7 toeristische autoroutes: Voor- en Noorderkempenroute, Groentestreekroute, Pallieterlandroute, Abdijenroute, Taxandriaroute, (grensoverschrijdend met Nederland en i.s.m. ANWB), Scheldelandroute en de Havenroute (bewegwijzering en onderhoud door Stad Antwerpen). Deze routes zijn lusvormig bewegwijzerd en erkend door Toerisme Vlaanderen.
De dienst Aanbodsontwikkeling houdt zich bezig met de toeristische productontwikkeling, uitgezonderd de routegebonden recreatie. De dienst besteedt veel aandacht aan het ontwikkelen van het plattelandstoerisme, het opstarten en toeristisch-recreatief begeleiden van regionale landschappen en het stimuleren van het aanbod en de kwaliteit van kleinschalig logies. De dienst volgt verder de strategische aanbodsontwikkeling door de commerciële, non-profit en publieke sector op. Daarnaast ontwikkelt de dienst zelf producten en bouwt kennis op over projectwerking en projectfinanciering. Er wordt meestal intensief samengewerkt met externe partners. Tafelen in Vlaanderen: De vzw Tafelen in Vlaanderen is een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen de provinciale toeristische organisaties, Toerisme Vlaanderen en de Federatie HoReCa Vlaanderen. Onder de noemer ‘Vlaanderen Lekker Land’ werkt het in de vijf provincies een toeristisch aanbod uit rond vijf actielijnen: ‘lekker actief’, ‘lekkere streek’, ‘leven in de brouwerij’, ‘lekker weg’ en ‘lekker feesten’. Fietsvriendelijke horeca: Het project fietsvriendelijke horeca identificeert horecazaken die bijzondere aandacht hebben voor fietsers met een label aan de deur. Zo weten fietsers dat ze in de horecazaak toeristische informatie, een EHBO-set en een fietsreparatieset vinden. TPA richt zich daarbij op de eet- en drankgelegenheden, Toerisme Vlaanderen op het logies. Kleinschalig logies: Gelet op de opmars van het kleinschalige logies op het platteland en de grotere toeristische vraag naar een vakantie op het platteland en de hieraan gekoppelde plattelandsbeleving stelden we in het strategisch plan plattelandstoerisme van TPA de nood vast aan ondersteuning en begeleiding van startende ondernemers in plattelands- en hoevetoerisme. Watertoerisme: De toeristische regio Scheldeland maakt van het water - vooral de rivieren - haar Unique Selling Proposition (USP). Daarnaast schrijft het strategisch plan Antwerpse Kempen duidelijk voor om o.m. het kanaaltoerisme verder uit te bouwen. Ook in Antwerpen en Mechelen groeit de belangstelling voor het valoriseren van het water. Met betrekking tot het watergebonden beleid (waterwegbeheerders, stroomgebied- en bekkenbeheerplannen, ...) levert TPA extra inspanningen om de beleidscontext juist in te schatten, waar mogelijk te beïnvloeden en projecten te helpen realiseren.
Sectordossier Toerisme
38
Onthaal: Toerisme Vlaanderen ontwikkelt een nieuwe visie op toeristisch onthaal en de organisatie ervan. De kunststeden Antwerpen en Mechelen krijgen daarbij een plaats binnen het concept en netwerk ‘Internationaal Vlaanderen’. Het overige deel van het onthaalnetwerk in de provincie Antwerpen past in het concept ‘Regionaal Vlaanderen’. Ruimtelijke ordening: TPA wordt vaak om input en/of advies gevraagd bij de opmaak van plannen die te maken hebben met ruimtelijke ordening. Dit gebeurt rechtstreeks door het opdrachtgevende bestuur of onrechtstreeks via Toerisme Vlaanderen. Conform het decreet op de ruimtelijke ordening moet Toerisme Vlaanderen immers op elk niveau advies geven over alle uitvoeringsplannen die een link hebben met toerisme en/of recreatie. In de praktijk is TPA vaak beter op de hoogte van de lokale situatie. Regionale landschappen: De regionale landschappen zijn volop in beweging. Gemeenten uit de provincie Antwerpen konden dit jaar toetreden tot het bestaande regionaal landschap Schelde en Durme. We zagen ook de formele opstart van twee regionale landschappen waarvan TPA deel uitmaakt. Plattelandstoerisme: In gevolge personeelswissels werden de activiteiten van TPA m.b.t. de ontwikkeling van het plattelandstoerisme noodgedwongen teruggeschroefd. TPA is ook opdrachthouder van de PDPOprojecten Logiesconsulent, Routeplanner en Smokkelaarsroute, waarover elders in dit verslag wordt gerapporteerd. Arrangementenontwikkeling: Vlaanderen Vakantieland, Erfgoed en toerisme 2.2 Marketing & Communicatie De afdeling Marketing & Communicatie staat in voor de vermarkting, de promotie en de verkoop en verzorgt de mediarelaties naar de verschillende doelgroepen. Ze bestaat momenteel uit 5 pijlers : Onder Provinciale communicatie valt de promotie van het Fietsknooppuntennetwerk in de provincie Antwerpen, de promotie van de fietsthemaroutes, de wandelknooppuntennetwerken, alsook de samenwerkingen met Toerisme Vlaanderen, Plattelandstoerisme in Vlaanderen en Tafelen in Vlaanderen. De dienst Regiopromotie (AK en SL) voert regiopromotie voor de Antwerpse Kempen en voor Scheldeland, dit laatste in samenwerking met TOV. Voor de binnenlandcampagnes hieromtrent worden partnerships afgesloten met de betrokken gemeenten. Voor de buitenlandcampagnes wordt vooral gewerkt met de buitenland kantoren van Toerisme Vlaanderen. Aan de basis van deze regiopromotie liggen de strategische regioplannen. De regiopromotie Antwerpse Kempen is
Sectordossier Toerisme
39
gevestigd in Turnhout. Vanuit onze afdeling te Mechelen ondersteunen we de regiowerking Scheldeland. De cel MICE werking Antwerpse Kempen is een publiek private samenwerking met privé-partners, actief in de MICE sector. Tesamen met hen is in 2009 een werking opgestart om de Antwerpse Kempen te promoten in de Benelux als dé regio voor Meetings, Incentives, Congressen en Events. Gevestigd te Turnhout. Vanwege haar grote belang wordt ook corporate communicatie als een aparte cel aanzien die de goede communicatie naar en de goede samenwerking met het werkveld moet bewaken aan de hand van onze corporate website, sectornieuwsbrieven en sectormomenten. Onder de Centrale diensten resorteren tenslotte de perswerking, copywriting, trade en beurzen, databeheer, klantenrelaties, verkoop en verzending, allen gevestigd te Antwerpen. Op deze centrale diensten kunnen de verschillende afdelingen van de organisatie een beroep doen. Binnen de perswerking worden, aan de hand van een persplanning, persberichten en persmomenten in goede banen geleid. Onze copywriter zorgt ervoor dat hetgeen we communiceren ook vlot overkomt bij de beoogde doelgroepen. Bij de cel Trade en Beurzen worden de contacten met de trade onderhouden, zowel in binnen- als buitenland en wordt de bemanning van de beurzen georganiseerd. Databeheer beheert alle gegevens betreffende logies en andere horeca in de provincie Antwerpen, d onze ruime fotobank en de continue actualisering ervan alsook het adressenbestand van consumenten en groepsverantwoordelijken. Bij de cel klantenrelaties worden alle klachten verwerkt en constructieve feedback gegeven op de reacties die we binnen krijgen via ons routedokter e-mail adres. De cel verkoop en verzending ten slotte staat in voor de goede distributie in de provincie van alle toeristische publicaties, dit zowel naar de infokantoren, logiesverstrekkers als naar andere horecazaken. 2.3 Regiowerking De regiowerking geeft vorm aan het toeristische beleid en de marketing in de verschillende (deel)regio’s via de antennediensten in Turnhout en Mechelen. De regiocoördinatie Antwerpse Kempen leidt de regiowerking in goede banen en stuurt de clusterwerking in de Antwerpse Kempen aan. De regiocoördinatie zorgt voor de opvolging en uitvoering van het strategische plan voor toerisme en recreatie in de Antwerpse Kempen en fungeert als aanspreekpunt voor gemeenten, toeristische diensten en verenigingen. De clusters volgen de intergemeentelijke samenwerking op en vormen een belangrijke schakel tussen TPA en het lokale
Sectordossier Toerisme
40
werkveld. Ook gebiedsgerichte werking (geïntegreerde projecten in een bepaald gebied) valt onder deze pijler. De coördinatie Scheldeland binnen de provincie Antwerpen doet onder meer de opvolging en uitvoering van het toeristische beleid op regionaal niveau, zoals aangegeven binnen het strategisch plan Scheldeland. Daarnaast wordt ook eerstelijnsadvies rond projecten van gemeenten of private actoren verstrekt. Dit gebeurt steeds in samenspraak met de clustercoördinatoren Rupelstreek en/of Klein-Brabant– Scheldeland. De contacten met het lokale niveau verlopen niet uitsluitend via de regio’s. Soms zijn er provinciebrede initiatieven die door andere entiteiten worden opgestart en georganiseerd, om vervolgens centraal vanuit TPA te worden opgevolgd . Door deze centralisatiebeweging krijgt de regiowerking meer ruimte voor contacten met het lokale veld, waar ook een belangrijke rol weggelegd is voor de clustercoördinatoren. 3. Contact: Dirk Yzewyn Directeur Toerisme Provincie Antwerpen Vzw Koningin Elisabethlei 16 2018 Antwerpen Tel. 03 240 63 73 Fax 03 240 63 83 www.tpa.be
[email protected]
Sectordossier Toerisme
41