BSSTAF
Fietsen naar Santiago 28 augustus - 20 september 1992 Vanaf de Frans/Spaanse grens naar Santiago de Compostela. Gemiddelde dagafstand ca. 60 km. Heen/terugreis per bus o f trein. Wij verzorgen het fiets- en bagagevervoer.
Reissom: v.a. f 1840,Folder: 020 - 6 204 304
friewiel IE01
Pied
a
terre SINGEL 393
1012 WN AMSTERDAM
-gidsen & detailkaarten voor bergsport. voet-, fiets-, kano-, langlauf- en skitochten . -
P
SANTiAGO-GANGERS! 3;tuu.t~f 0 . 6 5 aan po~;tzeg& i n een e~vcLopen U o&vang2 onze nieuwe bu;tcLfijaX "S1NT-SACOBSROUTE" open ma tlm za 11-17 (van 114 tot 31/7 do ook van 17-21) postorderservice op schriftelijke bestelling telefoon 020 - 274455
Sdu High Tech Zetsystemen en vorm van grafische dienstverlening die uw communicatieve slagvaardigheid aanzienlijk kan versterken E Wie regelmatig met de verzorging van letterintensief drukwerk te maken heeft, weet dat er met betrekking tot het zetwerk rekening moet worden gehouden met een aantal factoren dat qua tijd en kosten moeilijk is in te schatten. Zoals tekstwijzigingen die - op het laatste moment - op verzoek van de opdrachtgever nog moeten worden aangebracht. Of omdat - bij nader inzien -toch maar een andere lay-out of ander lettertype gekozen wordt. Soms ook treden aanzienlijke vertragingen op omdat het eigen systeem van tekstverwerking niet geschikt is om een «schone» tekst te leveren die door de zetterij onmiddellijk verwerkt kan worden. Sdu Grafische Bedrijven bieden een oplossing voor al deze kleine High Tech Zetsystemen. Voor al uw digitale dataprodukties!
- en soms grote! - problemen in de vorm van Sdu
Voor verdere informatie kunt U kontakt opnemen met de heer J. A. v.d. Ende - doorkiesnummer 070-378 93 30 Christoffel Plantijnstraat 2, 251 5 TZ 's-Gravenhage Faxnummer 070-347 99 19
DE JACOBSSTAF 14 JAARGANG 4 - MEI 1992
VAN DE REDACTIE Deze Jacobsstaf staat klaar en helder in het teken van HET ZIEN pelgrimstochten kunnen naast een verdiepende en emotionele ervaring vooral ook het genot bieden van de esthetische beleving. De kerken en kloosters, de landschappen en de leeuweriken, de kunst en de cultuur. Ook kijken kun je leren. Dat blijkt wel uit de manier waarop Mireille Madou onze ogen gidst langs wandschilderingen, kapitelen en panelen. Haar beschrijving van het Cruz de Los Angeles is bijna het 'bewijs' dat niemand anders dan engelen dit kruis hebben vervaardigd. Het verhaal dat twee vreemdelingen aan koning Alfonso II aanboden voor hem edelsmeedwerk te verrichten om, nadat ze dat wonderschone kruis hadden geschapen, spoorloos te verdwijnen staat dan opeens niet meer los van de ervaring van Ruud Harmsen met die Franse vrouw, die onbewogen uit zijn gezichtsveld fietste. Een engel op de fiets? Niet minder moeten de ogen van Cor van Vliet hebben gefeest rond de figuren van de Meester van Cabestany. In de Notre Dame des Anges van Cabe stany heeft een onbekende meester met een voorliefde voor grote handen, zijn beeld(en) van de aarde en de hemel in hun eeuwige relatie gewrocht. Een détour waard! Wim Beltonvil heeft in ieder geval zijn eigen ogen vergast op de gedaantewisselingen van de meest aardse schelp die we kennen, de schelp van Shell. Hij wijst de weg naar de vroegere afbeeldingen en merkt met gepast 'chauvinisme' op dat het een feit blijft dat de Jacobus-pelgrims al vele eeuwen eerder 'hun' schelp droegen. Waarvan acte! Soms schieten ogen tekort. Dat overkwam Aad Paauw-Wilms Floed die het lied dat zij had ingestudeerd om in plaats van het traditionele Te Deum te zingen bij aankomst op de Monte del Gozo, ter plekke niet zou zingen omdat zij door de dichte mist niet zag dat ze al op de Monte del Gozo waren aangekomen. Maar Jacobus is er altijd. Gezien en ongezien!
INHOUD Van de redactie - 41 Bij de veertiende jacobsstaf - 43 Van ons tweede erelid - 44 Heilige pelgrims - 45 Het rijk van Oviedo Linosnede - 56 De meester van Cabestany - 57 Notre ûame des Anges Sint Jacobus in Gouda - 61 Van onze buitenlandse vrienden - 62 Op de camino - 63 Schelpjes - 64 Waarom Shell de jakobsschelp draagt - 65 Verslag ledenvergadering - 66 Kennismaking met de nieuwe penningmeester - 68 Bestuur van het Genootschap - 68 Pelgrimsparade - 69 Uit de regio's - 71
In-Druk - 76 Langs de weg - 78 Agenda - 79 Jacobus-vereningingen Europa - 80
in
COLOFON DE JACOBSSTAF is het verenigingsblad van het Nederlands Genootschap van SintJacob. Het verschijnt viermaal per jaar. Oplage: 825 ISSN: 0923-1145 Redactie: Ted van Gaalen, Cees Hilberdink, Peter Jas (secretariaat), Herman Stokmans. Medewerkers: Ruud Conens (foto's), Diederik Jas (layout). Redactie-adres: Grote Noord 3, 1621 KD HOORN. w (02290) 1521O. De Jacobsstaf he& geregeld plaats voor bijdragen van lezers. Kopij, indien mogelijk op schijf (BM-format 3,5 of 5,25")insturen naar het redactie adres. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. O Nederlands Genootschap van SintJacob. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd enlof openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriítelijke toestemming van de uitgever.
Omslag: Ruud Conens. Druk: NV SDU 's-Gravenhage.
LEDENADMINISTRATIE en LEDENSERVICE Nico Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder. e (02230) - 32572 ONS POSTORDERBEDRIJF Hieronder vindt u een lijst van de verkrijgbare artikelen, elk voorzien van een nummer en de prijs inclusief verzendkosten. U voldoet het totaalbedrag door middel van betaling op Postbank-nummer 515.11.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob te Heerhugowaard onder vermelding van het (de) nummer(~)van de door u gewenste artikelen. Na ontvangst van het bedrag door de penningmeester en na controle of de aanvrager wel lid is én zijn contributie heeft betaald, wordt het bestelde toegezonden aan het adres dat op het giro-formulier staat vermeld. Alleen bij bestelling van een PELGRIMSPAS dient u uw paspoortnummer op te geven aan het hieronderstaande adres. Indien u niet per giro betaalt, maar per bank, dient u een lijst van de bestelde artikelen separaat' toe te zendenaan: J.A.Ch. Gigengack, Opaal 15, 1703 CA Heerhugowaard.
ARTIKEL Alfabetische ledenlijst Ledenlijst volgens postcode Gebed, van pelgrim Stickerc (20 stuks) Literatuurlijst Pelgrimspas Lijst ref ugio's P/Nr
Tijdschrift DE PELGRIM nog te verkrijgen de nummers: 10,11,13,14,15
f 2,00
J/Nr
Tijdschrift DE JACOBSSTAF nog te verkrijgen de nummers:, 3,4,6,7,8,10,11,12,13,14
f 6,00
BIJ DE VEERTIENDE JACOBSSTAF In het vorige nummer van de jacobsstaf beloofde ik u, terug te zullen komen op de vraag, voor wie het Nederlands genootschap van Sint-Jacob er nu eigenlijk is. Nog niet zo lang geleden kregen wij namelijk de vraag voorgelegd, of wij een roomskatholieke vereniging waren. In de beginperiode van ons bestaan hebben bestuur en ledenvergadering veel tijd en aandacht besteed aan de vraag, wat eventueel het levensbeschouwelijke karakter van onze vereniging moest zijn. In het eerste nummer van DE JACOBSSTAF heeft een intentieverklaring gestaan, die echter niet aan iedereen bekend is, met name niet aan onze nieuwe leden. Vandaar dat wij de uitgangspunten nog maar eens opnieuw vastleggen. De statuten spreken zich over het doel van het genootschap duidelijk uit: Het genootschap stelt zich ten doel, de belangstelling voor de pelgrimstochten naar Santiago de Compostela en Galicië, in heden en verleden, en voor andere vormen van verering voor Jacobus de Meerdere, te verbreiden en te verdiepen. Het genootschap Pacht dit doel te bereiken door: o het bevorderen van die pelgrimstochten; o het bestuderen van godsdienstige, historische en andere culturele verschijnselen die samenhangen met de Jacobusverering; o het uitwisselen van gegevens en ervaringen iussen de leden onderling; o het verstrekken van voorlichting aan derden; o het behartigen van belangen die verband houden met het doel van de genootschap; o het bevorderen van contacten met personen of instellingen, in binnen- en buitenland, die daartoe een bijdrage kunnen leveren. Mede door de besprekingen tijdens de diverse ledenvergaderingen kan er dan ook geen misverstand bestaan over de ruimte die binnen ons genootschap aanwezig is - en er ons inziens ook moet zijn - om aan de soms zeer uiteenlopende meningen, standpunten, verlangens, belevingen en behoeften van onze leden plaats te bieden. Er zijn de afgelopen jaren in alle landen van West-Europa verenigingen opgericht die een gemeenschappelijke band hebben in hun belangstelling voor de pelgrimswegen naar Santiago. Bovendien heeft de Raad van Europa de weg officieel geproclameerd tot europees cultureel erfgoed. Dit neemt niet weg, dat ons genootschap, temidden van de andere, een eigen plaats inneemt: het is een Nederlands genootschap, met een eigen karakter. Gegeven de Nederlandse situatie en de Nederlandse traditie zal daarbij de nadruk behoren te liggen op enerzijds pluriformiteit en anderzijds op verdraagzaamheid en wederzijds respekt. Natuurlijk waren de wegen naar Santiago in oorsprong pelgrimswegen naar het veronderstelde(?) graf van Jacobus de Meerdere. Maar wie belangstelling heeft voor die wegen kan die belangstelling baseren op eigen meningen, gevoelens of gedachten. Zo zal, wie het religieuze element erin wil zoeken, het er ongetwijfeld ook aantreffen. Maar wie dit niet wil zoeken, of althans niet in eerste instantie, moet er desgewenst aan voorbij kunnen gaan. Vanuit deze gedachte moet ons genootschap open staan voor iedere belangstellende die zich kan vinden in onze doelstellingen, ongeacht godsdienstige, levensbeschouwelijke of ideële voorkeur. De weg is van iedereen, waarbij het niet of nauwelijks relevant is, of die weg al dan niet naar een kerk voert - en zo ja, wat voor kerk, tempel, moskee of synagoge - dan wel in een grote boog eromheen.
Ons genootschap wil allen die de wegen naar Santiago de Compostela een goed hart toedragen, naar vermogen samenbrengen en steunen. Wij willen ons onthouden van uitspraken over oudste rechten, primaten of prerogatieven, zolang daarover onder onze leden geen volstrekte eenheid bestaat. En eigenlijk streven wij niet eens ernaar, die overeenstemming te bereiken. Wat ons betreft mag Santiago met Rome gemeen hebben, dat óók in figuurlijke zin vele wegen erheen leiden... Koen Dircksens, voorzitter
VAN ONS TWEEDE ERELID Natuurlijk was ik verguld met het feit, dat de jaarvergadering van ons Genootschap op voorstel van het bestuur mij zo spontaan het ere-lidmaatschap verleende. .Na het vele en toegewijde werk op grond waarvan mijn illustere voorganger deze onderscheiding kreeg had ik op een dergelijk afscheid als bestuurslid niet durven hopen. Ik ben u allen daarvoor erg dankbaar; dankbaar ben ik ook voor de vele medewerking (en het soms onontbeerlijke begrip!) dat ik van u allen ondervond bij het vervullen van de taak van penningmeester. Ik hoop dat Hans Gigengack deze zelfde medewerking zal ervaren. Vreemd genoeg kreeg ik het ware gevoel van voldaanheid over taak en onderscheiding pas aan het einde van de vergadering. Toen zich spontaan een aantal pelgrims, waarvan zelfs één met een muzikale bijdrage (de tekst van dat prachtige lied is toch zeker elders in deze Jacobsstaf te vinden? blz. 70),meldde om zonder t e rughoudendheid hun meest persoonlijke ervaringen tijdens en na de camino aan ons bekend te maken. Op zo'n moment blijkt, dat ons Genootschap een unieke sfeer heeft, dat het in de zes jaren van zijn bestaan eigenlijk één grote familie is geworden. De grootste beloning voor een scheidend bestuurslid is dan, dat je aan het ontstaan van dit speciale gevoel van onderlinge verbondenheid wat hebt kunnen bijdragen. Koos van der Werff
HEILIGE PELGRIMS Pelgrimsheiligen en heiligdommen langs de weg
HET RIJK VAN OVIEDO (791-866) Alfonso I1 De lange regering van Alfonso II el Casto (791-842) is voor de politieke consolidatie, het prestige van het religieuze en de artistieke bloei van Asturië van beslissend belang geweest. Het door Fruela I gestichte plaatsje Ovetao werd door Alfonso II gekozen als nieuwe hoofdstad: Oviedo. Hij liet er zijn paleis bouwen en vestigde er zijn hofhouding. Tijdens het eerste decennium van zijn koningschap ging het hem op militair gebied niet voor de wind. Jaarlijks moest hij de steeds weer oprukkende Moren op verschillende fronten bevechten. In 795 werd zelfs zijn nieuwe hoofdstad geplunderd en vernield. Om de vijand het hoofd te blijven bieden en uiteindelijk van zich af te houden zocht Alfonso II steun in het Frankische rijk. Zo ontstonden vriendschappelijke en vruchtbare politieke contacten tussen de Asturische vorst en Karel de Grote, alsook met diens opvolger Lodewijk de Vrome. De Karolingische heersers waren immers evenzeer verwikkeld in de strijd tegen de islam. We zullen verder zien dat zowel Oviedo als Aken ook op het kerkelijke vlak gemeenschappelijke belangen hadden. [7 Ramiro Ien Ordono I Bij de dood van Alfonso II kon Asturië bogen op een solide zelfstandigheid die onder zijn opvolger Ramiro 1 (842-850) bedreigd werd door een nieuwe vijand, met name door de Noormannen. Zij werden echter vrij snel teruggedreven. In zijn strijd tegen de Moren boekte Ramiro I ook succes. Hij slaagde er in grondgebied ten zuiden van Asturië te heroveren. Deze aanvallende tactiek werd systematisch gebruikt door Ordoño 1 (850-866), zoon en opvolger van Ramiro I. Van Ordoño's talrijke veldslagen tegen de Moren is deze bij Albelda in 859 van groot belang geweest. De zege van de christen vorst gaf in latere eeuwen aanleiding tot het ontstaan van de Matamoros-legende van Clavíjo: Santiago, te paard gezeten, verscheen boven de christen legers en doodde met eigen hand 60.000 Moren! De onvermoeibare krijgsman Ordoño bevocht eveneens de Noormannen die tussen 858 en 861 voor de tweede maal de Cantabrische kust onveilig maakten.
Onder Ramiro I kende de herbevolking van het op de Moren heroverde gebied een aarzelend begin. Ordoño volgde hierin het voetspoor van zijn vader, enigszins door de omstandigheden genoodzaakt, daar grote groepen christen vluchtelingen uit alAndalus naar het noorden kwamen. Zo werden in die tijd onder meer Astorga en León wederom bewoonde steden. Het dubbele verschijnsel van bewuste herovering en herbevolking, respectievelijk aangeduid als reconquista en repoblación, werd het specifieke kenmerk van de Spaanse middeleeuwen. Dank zij het werk van Ordoño zal diens zoon Alfonso III een groots opgezette politiek kunnen voeren die zou leiden tot een definitieve overmacht van het christen rijk op dat van de islam.
~och'latenwe niet vooruit lopen op de geschiedenis en terugkeren naar Alfonso ll. Zijn succesvol beleid beperkte zich niet tot het politieke vlak. De vorst was ook zeer nauw betrokken bij enkele belangrijke gebeurtenissen van religieuze en kerkelijke aard. Vooreerst was er de zaak van het adoptionisme. We weten reeds dat onder Mauregat0 die ketterij het vurigst bestreden werd in Asturië door Beatus van Liébana. Beatus richtte zijn aanvallen ook op de persoon van Elipando, de toenmalige aartsbisschop van Toledo, door wie de Asturische kerkprovincie bestuurd werd. De Frankische kerk bemoeide zich eveneens met dit theologische geschil, daar Elipando een bondgenoot vond in Felix, bisschop van Urgel. Als Catalaans kerkvorst was Felix een onderdaan van Karel de Grote, die immers de 'Spaanse Mark', waartoe hoofdzakelijk Catalonië behoorde, onder zijn bestuur had. Wanneer uiteindelijk het adoptionisme veroordeeld werd op het Karolingische concilie van Frankfurt in 794, zal dit ongetwijfeld van invloed geweest zijn op het groeiende prestige van Alfonso ll. Beatus, die in zijn strijd tegen de dwaalleer brieven van bewondering en waardering ontving van Alcuinus - de geleerde vriend en vertrouweling van Karel de Grote-, was per slot van rekening een Asturisch onderdaan. De politieke contacten die aan beide zijden van de Pyreneeën reeds bestonden zullen zich allicht tot het domein van het religieuze hebben uitgebreid. Hoewel niets kan bewezen worden is het toch verleidelijk te veronderstellen dat Alfonso 11, na de veroordeling van het adoptionisme, niet passief is gebleven en het is even verleidelijk hieruit te concluderen dat de Asturische kerkgemeenschap zich vanaf 794 onafhankelijker van Toledo zal opstellen. Het kan moeilijk als toeval bestempeld worden dat Alfonso II besloot Oviedo tot de zetel van een nieuw bisdom te maken. Tot die tijd bestond in Asturië geen enkele bisschopszetel. Het initiatief van de koning om het reeds eerder gestichte kerkje van San Salvador, na de verwoesting van 795, te herbouwen en tot kathedraal te verheffen kan een bewijs zijn van zijn doelbewust kerkelijk beleid. Oviedo kreeg aldus de dubbele rol te spelen van zowel politiek als religieus centrum van het jonge koninkrijk. Een derde gebeurtenis zou de naam van Alfonso II nog meer luister bijzetten. Omstreeks 813 ontdekte men in Galicië het graf van de apostel Jacobus. Onverwijld reisde de koning er heen en stichtte er het allereerste heiligdom ter ere van Santiago. Zonder het te beseffen was de vorst de grondlegger geworden van de belangrijkste West-Europese bedevaart! Hij kon evenmin weten dat zijn met zoveel zorg gekoesterde Oviedo ooit in de schaduw zou komen te staan van Santiago de Compostela en dat de talloze Santiagopelgrims uit latere eeuwen slechts occasioneel zijn hoofdstad zouden aandoen om er San Salvador, de Heilige Zaligmaker te vereren. Deze paragraaf over de religieuze en kerkelijke situatie in het rijk van Oviedo kan hiermee afgesloten worden, gezien noch onder Ramiro I, noch onder Ordoño I noemenswaardige feiten op dit gebied te vermelden zijn. De heersers over het rijk van Oviedo zijn in de geschiedenis bekend gebleven als grote bouwheren. Wenden we ons nu tot de Asturische kunst.
San Julian de los Prados Alfonso II liet de stad Oviedo heropbouwen met een kathedraal, verschillende kerken, een hospitaal voor pelgrims en armen en zijn eigen paleis. Van al deze bouwwerken is weinig tot ons gekomen: slechts de voormalige paleiskapel en de kerk van San Julian de los Prados. De voormalige paleiskapel is de huidige Cámara santa, volledig geïncorporeerd in de gotische kathedraal (138a1528). Deze kapel zal ons vooral om haar inhoud interesseren. San Julian de los Prados of Santullano is als monument een schepping van grote artistieke waarde. Tussen 812 en 842 opgetrokken lag deze kerk, zoals de naam de los Prados (van de weiden) doet vermoeden, oorspronkelijk buiten het toenmalige en ook het huidige stadscentrum. Het driebeukige gebouw, met een driedubbele recht afgesloten absis, wordt gedomineerd door een zeer hoog opgetrokken dwarsbeuk. De onopgesmukte buitenzijde laat niets vermoeden van de schitterende decoratie van het interieur: bogen die elkaar als statige triomfbogen opvolgen en wanden die van onder tot boven beschilderd zijn. De onderste zones zijn verdeeld in vlakken die marmeren platen nabootsen, een meanderfries en geometri- San Julian de Los Prados - schets van de sche figuren: achthoeken en ruit- wandschildering vormig geplaatste vierkanten. De middelste zones vertonen een doorlopende reeks van grote, antiek aandoende gebouwen, behangen met gordijnen waaronder kleinere gebouwtjes te zien zijn. De bovenste zones zijn opnieuw in vakken verdeeld. Deze zijn afwisselend gevuld met draperieën en gebouwen met gordijnen. De kleuren van het geheel zijn tonen van rood, groen en okergeel. Op de oost- en westwanden prijkt tussen de architecturale motieven het Asturische kruis met aan de beide armen de Griekse letters alfa en omega, hangend aan fijne geschilderde kettinkjes. De kleuren van deze kruisen suggereren het goud en de glans van edelstenen zoals men die kent van de juwelenkruisen uit de Byzantijnse en de Visigotische kunst. De ronding van de bogen is geaccentueerd door een reeks kleurige cirkels. Concentrische cirkels vullen de zwikken tussen de bogen. De tongewelven boven de absissen zijn versierd met diverse geometrische patronen die de indruk van mozaieken geven en tenslotte verschijnen op de intrados van de bogen brede schalen met zeer langgerekte gestileerde bloemstukken. In de hoofdabsis is een rij blinde
bogen, rustend op halfronde zuilen. Gelijkaardige halve zuilen zijn in de zijabsissen op de muren geschilderd. Het hele ensemble is thans gerestaureerd en geconserveerd. De ontbrekende fragmenten, waarvan de tekeningen in de kalk waren ingekrast, heeft men niet opnieuw met kleur bedekt. Het interieur van San Julian de los Prados moet van een haast verblindende schoonheid geweest zijn. De polychrome suggestie van marmerplaten, marmeren schijnarchitectuur, somptueuze stoffen, goud en edelstenen was een evocatie van het 'Hemels Jeruzalem' en beantwoordde volledig aan het programma dat volgens de kronieken door Alfonso II was voorzien om de luister van Gods huis te bevorderen. Cruz de los Angeles We hebben alle redenen om te veronderstellen dat de koning de door hem gestichte kerken ook begiftigde met kunstwerken van grote waarde. Het kostbaarste geschenk dat van hem nog bewaard wordt in de Cámara santa te Oviedo is het zogenaamde kruis van de engelen, het Cruz de los Angeles. Het kruis, (46,5 x 44,5 cm)
Cruz de los Angelos (foto Ruud Conens)
is gemaakt uit hout en bedekt met gouden platen. De voorkant is volledig bezet met uitermate fijn filigrainwerk waartussen niet minder dan achtenveertig kostbare stenen gevat zijn. De achterzijde is eenvoudiger gehouden. In het midden prijkt een antieke camee, omringd door een dubbele rij parels en gevlochten filigrain, op de uiteinden van de kruisarmen is een kostbare steen op dezelfde manier gezet.
Rondom het kruis loopt &n Latijnse inscriptie die in vrije vertaling luidt:
kunstwerk te scheppen C w de lor Angelar (foto Detlef M. Noack) Zo verspreidde zich het verhaal dat Alfonso II op zekere dag, bij het verlaten der kerk, twee vreemdelingen ontmoette die hem hun diensten als edelsmeden aanboden. De vorst schonk hun goud en edelstenen voor het maken van een kruis. Zodra de arbeid voltooid was waren de vreemdelingen spoorloos verdwenen. Engelen zijnde, waren ze teruggekeerd naar de hemel.
Op de zonnige helling van de Monte Naranco buiten Oviedo staan thans nog twee gebouwen, opgetrokken op last van Ramiro I die de faam had een zeer prachtlievend vorst te zijn. Het eerste monument is Santa Maria de Naranco, oorspronkelijk een paleis en later als kerk gebruikt. Het tweede is de kerk van San Miguel de Lillo.
Santa Maria de Naranco
Santa Maria de Naranco - zuid-west zijde (foto Ruud Conens)
Het paleis heeft een rechthoekige plattegrond en staat op een basemenl. Het telt een zaal op de begane grond en een bovenzaal. Aan de korte oost- en westzijden is de gevel op de verdieping opengewerkt tot een mirador door middel van een driedubbele boog, rustend op slanke zuiltjes. Daarboven is de wand doorbroken door een kleinere driedubbele boog. De zuidzijde is erg beschadigd; eertijds bevond zich in het midden ervan een open balkon of mirador. Aan de noordzijde loopt een dubbele trap naar de enige deur die toegang geeft tot de bovenzaal. Deze zaal verrast de bezoeker door het vertikaliserende effect van haar ruimte. De lange wanden zijn voorzien van blinde nissen, afgewisseld door ramen. De bogen worden telkens door paarsgewijze opgestelde zuilen opgevangen. Het tongewelf, verdeeld door scheibogen, is aan de buitenzijde door slanke steunberen gestut. Buiten en binnen zijn alle bogen op een geraffineerde wijze afgewerkt met een vierdubbele, ondiep gekapte streep. De schachten van de zuilen zijn bewerkt met een golvend motief. De kapitelen van de buitenste zuilen zijn samengesteld uit drie boven elkaar geplaatste rijen gestileerde bladeren. Binnen het gebouw zijn de kapitelen trapeziumvormig en onderverdeeld in driehoeken. Elk aldus ontstaan vlak is omlijst door het koordmotief en opgevuld door ruiters, kleine menselijke figuurtjes of dieren in een zeer laag reliëf uitgevoerd. De scheibogen eindigen op een rechthoekig gesculpteerd vlak afgesloten door een cirkel. De zwikken tussen de bogen zijn zowel binnen als buiten opge vuld met concentrische cirkels die omzoomd zijn met het koordmotief en in het
midden dierenfiguren .dragen. Ze doen denken aan in steen getransponeerd oosters textiel. Tenslotte is het Asturische kruis, met alfa en omega, in laag reliëf uitgevoerd, op meerdere plaatsen aanwezig. Hoogstwaarschijnlijk waren de wanden en het gewelf van de bovenzaal ooit met schilderingen bedekt. Hiervan is helaas niets overgebleven. Niettegenstaande dit gemis blijft het paleis van Naranco door zijn harmonische structuur en zijn verfijnde decoratie het meest elegante exemplaar van de Asturische architectuur.
Santa Maria de Naranco Ruud Conens)
Santa Maria de Naranco - detail zwikversiering (foto Ruud Conens)
- bovenzaal (foto
San Miguel de Lillo
San Miguel de Lillo - rechtstand van het westpottaal (foto Ruud Conens) Iets hoger op de heuvel van Naranco liet Ramiro I de kerk van San Miguel de Lillo bouwen. Hiervan is thans nog enkel de westzijde-de gevel en twee traveeën-en de dwarsbeuk bewaard. De rest van de kerk zou reeds in de dertiende eeuw ingestort zijn. De vertikale structuur met de aanwezigheid van steunberen vertoont grote verwantschap met het paleis. Wat de decoratie betreft heeft de San Miguel een opmerkelijk programma te bieden. De rechtstanden van het westportaal vertonen twee gesculpteerde panelen, als het ware transposities in steen van Byzantijnse ivoren consulaire diptieken. De panelen zijn telkens in drie vakken verdeeld. Boven en onder is een consul voorgesteld, met de mappa of doek in de hand en geflankeerd door twee personages die aan weerszijden van zijn stoel hebben postgevat. In de middelste vakken zijn circusspelen uitgebeeld: een acrobaat die een evenwichtsoefening uitvoert en een leeuw met zijn temmer. Rond de verschillende vakken loopt een brede band met gestileerde laurierbladen, onderbroken door rozetten en pijnappels en ook hier is alles omlijst door het reeds bekende koordmotief.
San Miguel de Lil10
- decoratie van zuilsokkel (foto Ruud Conens)
In het interieur van de kerk is dit koordmotief ook nadrukkelijk aanwezig rond de in vlak reliëf uitgevoerde geometrische, florale en figuratieve versiering die zich bevindt rond de bogen, op de kapitelen en hier zelfs op de sokkels van de zuilen. Meesterwerken van technisch kunnen, gepaard met een onfeilbaar esthetisch gevoel voor lijnvoering, zijn de venstervullingen. Vooral bij het grote raam op de zuidzijde zien we een perfect voorbeeld van doordachte compositie en harmonie. Tenslotte zij nog gewezen op enkele slecht bewaarde fragmenten van wandschilderkunst waarin de menselijke figuur in monumentale vorm voorgesteld wordt. Er is jammer genoeg te weinig van overgebleven om een idee te krijgen van enig programma dat zich ooit op deze wanden ontplooide.
17 Santa Christina de Lena
Sante Christina de Lena - exterieur (foto Ruud Conens)
Een derde bouwwerk, een veertigtal kilometer ten zuiden van Oviedo gelegen, sluit geheel aan bij de twee monumenten van de Monte Naranco. Het is het kerkje van Santa Cristina de Lena. Aan de buitenzijde is ook dit kerkje gekenmerkt door een uiterste soberheid. Het interieur getuigt evenwel van een grote originaliteit. Het koor is hoger gelegen dan het schip en via een dubbele trap te bereiken. Op het verhoogde koor staan vier zuilen, verbonden door elegante bogen, die op hun beurt herhaald worden in een driedubbele bekroning. De aldus ontstane velden tussen de onderste en de bovenste boog zijn doorbroken door rechthoekige, opengewerkte stenen raampjes. Het gaat om herbruikte Visigotische stenen venstervullingen. Mede door de aanwezigheid van een rijk gesculpteerd cancellum, dat de middelste opening naar het koor afsluit, wordt de indruk gewekt van een ideaal theaterpodium. De tribune, boven de uiterst westelijke travee aangebracht, vormt als het ware het optische tegenstuk van het koor. De aldus ontstane prachtige ruimte is afgedekt met een tongewelf, ritmisch onderbroken door scheibogen. In de decoratie van kapitelen en zuilschachten vinden we het repertoire terug dat we reeds kennen uit Naranco. Door de opvallende stijlgelijkenissen tussen het kerkje van Lena en de monumenten op de Monte Naranco, dateren de meeste kunsthistorici eerstgenoemd kerkje tussen 842 en 850, de regeringsperiode van Ramiro I. Andere geleerden zijn eerder geneigd Ordoño I als bouwheer te zien. Het ontbreken van exacte data maakt het onmogelijk hierover uitsluitsel te geven. Het valt verder ook niet te bewijzen dat
Santa Cristina een koninklijke stichting zou zijn. Over de artistieke activiteiten van Ordoño 1 is verder niets bekend. Dit alles neemt echter niet weg dat het kerkje van Lena, een juweel te meer van de Asturische architectuur, zonder bezwaar gerangschikt kan worden onder de zogenaamde 'Ramiro-stijl'. Zo zagen we dat in minder dan een eeuw tijd, het rijk van Oviedo zich manifesteerde als een centrum van artistiek zeer hoogstaande prestaties. Onder Alfonso 111 (866-91 O), de laatste van de Asturische koningen zal de kunst van het NoordSpaanse koninkrijkje haar grandioze uitbloei kennen. Mireille Madou
Rectificatie: De in het vorige artikel van mevrouw M. Madou opgenomen stamboom was helaas niet geheel juist. We plaatsen daarom indit nummer een verbeterde versie.
Sante Christina de Lena - interieur naar het oosten (foto Ruud Conens)
PELAYO 718-737
F R U E ~ AI X MUNIA 757-768
1
PEDRO Hertog van Cantabrië
ADOSINDA
X SILO 774 - 783
MAUR~GATO 783 - 788 (bastaard)
AUR~LIO 768 - 774
B E R ~ U D OI 788 - 791
1
LINOSNEDE
Omdat ik moe was, pijn aan mijn voeten had én omdat ik jarig was had ik besloten om 'uit te slapen'. Een andere reden was de bakker, de vorige avond was mij verzekerd dat de rijdende bakker tot tien uur bij de kerk zou staan. Toen ik ver voor tienen daar aankwam was hij in geen velden of wegen te bekennen. Inlichtingen ingewonnen - nee die was al vertrokken en winkels waren er verder niet. Ja, drie kilometer terug was een boulangerie of vijftien kilometer verder op. Teruglopen? Dat nooit! Daar ging mijn plannetje om mezelf op mijn verjaardag te verwennen met verse croissants, een pain au chocolat of iets dergelijks. Ik bedelde bij een vrouw om wat brood - rien! Dan was ik wel gedwongen om vijftien kilometer met een lege maag te lope,n. Teruggaand naar de tent kwam een jonge vrouw me op de fiets achterna -was ik die mijnheer die om brood had gevraagd? Welaan, zij zou wel gaan zoeken.Binnen het kwartier stond ik met een vers stokbrood in mijn handen! Ik vertelde haar in mijn enthousiasme van mijn verjaardag, ze bleef er onbewogen onder. Ik gaf haar als dank een kus, ze bleef er onbe wogen onder. Ik verhaalde v,an mijn reis, ze reageerde niet. Ik dankte haar nogmaals voor haar vriendelijkheid, zij fietste weg. Blijkbaar was het voor haar de gewoonste zaak van de wereld, maar voor mij was dit het mooiste cadeau wat ik die dag maar krijgen kon! Courcemain, 19 juli 1988
Ruud Harmsen
DE MEESTER VAN CABESTANY Op de zuidelijke route tussen Saint-Gilles en Toulouse blijkt de abdijkerk Saint-Guilhem-te-Désert (het heiligdom van Willem van Oranje, paladijn van Karel de Grote die in menig ballade werd bezongen), een parel in een ruig berglandschap. De harmonie van de apsisgalerij is een hoogtepunt in de Occitaanse architectuur. Het beeldhouwwerk van de in twee etages uitgevoerde kloosterhof is in haar raffinement minstens zo belangrijk als de architectuur. Helaas is het niet mogelijk de unieke gewatergolfde pilaren in hun luister ter plaatse te bewonderen. In een periode van desinteresse en onoplettendheid is het grootste gedeelte van de plastische kerkschat gesloopt en in particulier bezit overgegaan. Momenteel is het een onderdeel van een gereconstrueerde kloosterhof in de Verenigde Staten waar het samen met o.a. kunst uit Saint-MicheldeCuxa en Notre Dame-de-Pontaut te bezichtigen is in een opzet die getuigt van zorg en liefde voor dit wereldlijke erfgoed. Een alternatieve route richting Perpigan is een pleister op de wonde en verschaft onvermoede plastische schoonheid. Even voor Béziers, op de via Domitia, eerst het dorpje Saint-Thibéry. De overspanning van de oude romeinse brug in Saint-Thibéry heeft de strijd tegen de tijd opgegeven en reikt nog maar halverwege de Hérault. Het plaatsje kende in 1209 een drukte als nimmer tevoren. Naar schatting verzamelden zich 50.000 mensen op de vlakte tegenover de brug. Niet ter devotie van de relieken in het klooster maar om de wapens op te nemen tegen de bevolking. Het drama van Béziers stond op het punt te worden voltrokken. Voorbij Béziers, langs de kust naar het Zuiden afdalend, koers je vervolgens aan op een Hollands aandoende vlakke kuststreek. Langgerekte meren lopen er parallel aan de zee. Dit gebied, dat met de Pyreneeën aan Spanje grenst, is het Franse Catalonië: de Roussillon. Perpignan, eertijds residentie van de koningen van Mallorca, is de hoofdstad van Roussillon. Notre Dame des Anges in Cabestany In een nietig voorstadje met de welluidende naam Cabestany staat, verscholen in een smal doodlopend straatje, de Notre Dame des Anges. Zelden een meer bescheiden kerk betreden. De zijdeur geeft toegang tot een kerkschip dat zonder zijbeuken naar het koor voert. In het, in de 14e eeuw toegevoegde, transept staat het kunstobjekt dat onze belangstelling heeft. Na enig zoeken valt er een 'minuterie' in te schakelen en geeft het schemerlicht haar geheim prijs. In een hoek aan een zijmuur hangt, met verroeste klampen bevestigd, een onregelmatige halfronde plaat marmer van ca. 3 meter breed en 1 meter hoog. De vorm geeft aan dat de plaat als timpaan dienst heeft gedaan en ooit boven de officiële toegangsdeur van het kerkgebouw prijkte. Het is duidelijk dat het een kunstuiting uit een ver verleden betreft met (merkwaardig genoeg) eigentijdse vormen. De uitgebeelde figuren zijn eerder robuust dan verfijnd. De beeldhouwer heeft de centraal geplaatste gestalte benadrukt. De figuur is groter dan .de anderen en de handen zijn gigantisch. De rechter hand wijst zegenend en vermanend omhoog met duim, wijs- en middelvinger. De linker hand houdt ter hoogte van de taille een enorm boek vast dat tegen de borst rust. Het hoofd is beschadigd, de neus geschonden en de schedel gelicht. Desondanks is de blik zo autoritair en streng dat de vernieling niet overheerst. De onbe schadigde aanblik van dit rovershoofd moet onverdraaglijk geweest zijn. Deze Christus in Majesteit is er één van het type Conques en Beaulieu, onverbiddelijk en
despotisch. Alhoewel onlosmakelijk deel uitmakend van het timpaan, is de gestalte zo diep uitgehouwen dat deze bijna loskomt van de achtergrond en ieder moment uit het timpaan lijkt te stappen.
Notre Dame des Anges - timpaan voormalige zuidgevel (foto Cor van Wiet) Links naast Christus staat Maria en ook hier weer die onbevattelijk grote handen. De handen worden in een orantehouding met de palmen naar voren voor de borst gehouden. Het hoofd van Maria is naar Christus gekeerd en wat bij haar wellicht nog het meest aanspreekt zijn haar ogen. De beeldhouwer heeft de amandelvormige, bolle ogen met uithollingen in de ooghoeken vormgegeven en daarmee de oogopslag benadrukt. Maria wordt drie maal in het timpaan, dat aan haar is gewijd, afgebeeld. De gevolgde leidraad is een apocrief geschrift en handelt over de slaap van Maria de 'dormitio maria?'. In een tafereel aan de buitenzijde van het timpaan is de Tenhemelopneming van Maria uitgebeeld. Zij wordt hier, door engelen omstuwd, naar de hemel gevoerd. In tegenstelling tot de opstanding uit het graf (aan de andere zijde van het timpaan) waarbij zij tot leven is gewekt en zij haar zoon dankbaar aankijkt, zijn haar ogen bij de hemelvaart gesloten. De kunstenaar maakt hiermee zichtbaar dat haar overgang naar de hemel niet alleen spiritueel is maar ook lichamelijk.
Notre Dame des Anges
- tenhemelopneming van Maria (foto Cor van Vliet)
0Raadsel De herontdekking van het timpaan in 1934 maakte de kunsthistorici nieuwsgierig en stimuleerde verder onderzoek. Op zeker vijf andere plaatsen in het gebied Languedoc/Roussillon bleken skulpturen van de meester van Cabestany, zoals men de anonieme kunstenaar was gaan noemen, aanwezig. Zijn stijl staat volkomen los van de gerenommeerde kunst in dit artistiek zo belangrijke milieu. Het blijft vooralsnog een raadsel waarom men deze vrijbuiter (hij maakte deel uit van een rondtrekkende beeldhouwersgroep) zo lang heeft ondergewaardeerd. Indien U niet opziet tegen een détour dan is het zeker de moeite waard zijn skulpturen op te zoeken. In het volgende nummer maken we kennis met de kerk in Boulou aan de FransSpaanse grens en het werk van de meester van Cabestany aan de gevelfries. C. van Vliet
SINT JACOBUS IN GOUDA naar gegevens ingestuurd door: Jaap de Ruiter Er is weinig bekend over een relatie tussen de stad Gouda en Sint Jacobus. Toch geeft een plattegrond van Gouda van omstreeks 1600 aan dat er een 'St. Jacobscapel' moet hebben gestaan. Een serie artikelen van G.J.J. Pot in de Goudsche Courant (1954) geeft antwoord op de vraag hoe het stond met de bekendheid van Jacobus in de kaarsen- en kaasstad. Zo was er eertijds sprake van het Jacobserf dat een grote ruimte vormde rond de Jacobskapel en aan de noordzijde van Het Raem was gelegen. Op dit erf werden reeds in de zestiende eeuw huisjes gebouwd; in de volksmond werd deze plaats aangeduid als Jaapjeserf. Tegenwoordig is zowel de naam als het erf verdwenen. Gouda stelt kennelijk in het openbare leven geen prijs meer op de 'aanwezigheid' van deze heilige.
-=G+-
GOUDA
(tekening Jaap de Ruiter) Dat was in 1417 wel anders, want in dat jaar werd in de St. Jan, de prachtige kruisbaseliek, een kapel gesticht ter ere van St. Jacob. Een feestelijke gebeurtenis van een kennelijk dermate grote importantie dat er tevens een St. Jacobsmarkt wordt ingesteld. In de stichtingsbrief staat: 'Ende die Kerckmisse cal men alle jaer op 't voornoemde autair ende vicarie des sonnendags na Sint Jacobsdag feestelijk singen. '
Blijkbaar is de Jacobsmarkt opgegaan in de Goudsche kermis want een kritische courantier vraagt zich in 1953 af of de naam Jacobsmarkt niet weer in ere hersteld zou moeten worden. Maar er schijnt nog een teken van Jacobus in Gouda te zijn geweest. Een zekere Dirc Janszn verkocht ooit aan de Coningsstraat een erf met huis alwaar 'de Jacobscapel wordt gebouwd'. Een verklaring hiervoor kan zijn dat na twee felle branden in de St. Jan (1438 en 1552) Jacobus een veiliger onderkomen kreeg in een eigen Jacobscapel aan de Coningstraat.
VAN ONZE BUITENLANDSE VRIENDEN Het Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela besteedt in 'De Pelgrim (28)' onder andere aandacht aan Sint Christoffel als pelgrimsheilige. Christoffel is één van de weinige heiligen die zowel in de Oosterse als Westerse kerk populair is geworden. Tot op zekere hoogte mag hij een concurrent van Sint Jacob worden genoemd; zij hebben namelijk dezelfde feestdag: 25 juli. Het is vooral in het Alpengebied dat Christoffel de beschermheilige is geworden van reizigers en pelgrims. Samen met Sint Jacob beschermde hij bijvoorbeeld een gasthuis langs de Altopascio, een bekende bergpas in de buurt van Lucca, op de weg naar Rome. Als pelgrimsheilige moest Christoffel ook concurrentie doorstaan van Sint Julianus, een andere pelgrimsheilige. Maar hoe het ook zij, op het retabel van het lam Gods van de gebroeders van Eyck (1432) is de leiding over de groep pelgrims (een oompostelapelgrim incluis) toevertrouwd aan Christoffel. Erg aardig is het hoofdstuk: Rust in Aulnay-deSaintonge in de reeks 'Pelgrims Onderweg'. Hierin komt het verhaal van Le Jongleur de Notre Dame aan de orde. De goochelaar die niet kon bidden. Hij wou monnik worden en ging in een klooster. Maar van bidden werd hij alleen maar treurig; bij hem ging het niet. Tenslotte deed hij dan maar het enige dat hij goed kon: goochelen. Voor Gods altaar in Gods kerk. De vrome monniken schreeuwden heiligschennis en wilden hem eruit gooien. Alleen de wijze abt begreep hem: dit was de goochelaar z'n manier van bidden.
OP
DE CAMINO
Geachte heer Zijp
Bij deze zend ik u nadere informatie omtrent m'n reis naar Santiago de Compostela. Jammer genoeg ben ik 'gestrand' vlakbij Najera ongeveer 22 km. ten westen van Logroño. De voorzienigheid, of het toeval (waar ik echt niet in geloof), samenloop van omstandigheden, of de wet van oorzaak en gevolg (Boeddha). Heeft ervoor gezorgd, mijns inziens dus 'ik zelf': dat ik door een ongeval niet verder kon. Ik ben aangereden door een auto op de N120, voorbij Logroño op de afslag naar Najera. Hierdoor had ik een gebroken been. Nadat ik, als eerste buitenlander werd opgenomen in een 'streekziekenhuis', ben ik terug naar Holland 'gevlogen'. Ik had geen reisverzekeringen, alleen het aanvullingspakket van het ziekenfonds; alles, zelfs de fiets, werd kosteloos teruggevlogen naar Holland. Wel een advies: sta erop dat alles met het zelfde vervoermiddel, waar je mee terug reist wordt meegenomen, anders lopen de zaken mis. In eerste instantie wilde men m'n fiets niet meenemen, maar toen ik zei dat ik dan niet mee met de ambulance en het vliegtuig ging, werd het een en ander toch geregeld,
Met fiets op de Camino - (foto Frans f Sas)
De M120 is, vind ik, voor fietsers op dit moment erg gevaarlijk, buiten Logroño word je over rotondes gestuurd en er zijn weinig mogelijkheden voor een alternatieve route. In verband met het komende 'heilige jaar' slaat de asfaltering toe en hierdoor wordt aan dit heilige jaar de dimensie van 'heilige koe' toegevoegd. Voor mij is dit echter geen reden om de tocht niet af te maken. Ik- hoop dit jaar wederom vanuit Nieuwegein de sprong te wagen; wel echter met een andere 'instelling', voor mij meer oplettendheid en minder gehaast door hetgeen ik zonodig per dag moet afleggen en volbrengen. Want 'rust' - rust en nog eens rust dat is mijn ervaring gedurende de maanden dat ik niet mobiel was. 'Santiago' de weg erheen heeft mij iets totaal anders gebracht dan hetgeen ik verwacht had. Ik heb hieruit geleerd nu niets te verwachten; gewoon weer gaan en zien hoe het loopt en nog meer te aanvaarden wat me overkomt. Tijd te nemen voor aangeboden ölee of een glas wijn, of een slaapplaats en deze niet te weigeren omdat ik toevallig dit wel kan betalen in een hotel. Met groeten Frans f Sas
SCHELPJES Foto - impressie van Ruud Conens In tien foto's geeft Ruud Conens een beeld van de rijke historie van de schitterende weg naar Santiago de Compostela. Deze tentoonstelling is tijdens de openingsuren te zien in de volgende openbare bibliotheken: Aalsmeer-centrale gedurende de maand mei, Edam in juni, Enkhuizen in juli, Venhuizen in augustus, Stede Broec in september. Refugio te Astorga In tegenstelling tot eerdere berichten kunnen wij a.s. pelgrims.melden dat de refugio te Astorga in het Colegio: Santa Maria de la lglesia (de voormalige 'Hollandse Broeders') ook in 1992 open zal zijn. Evenals vorig jaar wordt het beheer in de maanden juli en augustus door Nederlanders waargenomen, maar ook buiten deze periode zijn de pelgrims er welkom.
WAAROM SHELL DE JAKOBSSCHELP DRAAGT De schelp die al vele eeuwen het symbool is van de pelgrimages naar de H. Jacobus draagt zelfs zijn naam: Jakobsschelp of Coquille St. Jacques. Maar deze schelp, officieel Pecten Maximus geheten, is ook het embleem en handelsmerk van een grote oliemaatschappij: KoninklijkeIShell. En menigeen wil weten waarom is er verband tussen Jakobus en olie, of tussen olie en schelpen, of heette de eerste directeur Jacques? Voor de juiste verklaring moeten we teruggaan naar de dertiger jaren van de negentiende eeuw toen Marcus Samuel vanuit Londen handel dreef met het Verre Oosten, onder andere in sierschelpen die in het Victoriaanse Engeland voor veel decortieve doeleinden werden gebruikt. Later wordt het bedrijf door zijn zonen Marcus en Samuel overgenomen. De handel en het vervoer van schelpen, rijst en suiker en thee wordt uitgebreid met kolen en daarna ook met olie. In 1897 wordt een firma opgericht die de oliebelangen van M. Samuel and Company overneemt. De nieuwe firma wordt 'Shdl' Transport and Trading Company gedoopt. Marcus jr. en zijn broer kiezen een schelp (Engels: shell) als naam en embleem, zonder twijfel geïnspireerd door de sierschelpen die reeds door hun vader werden verhandeld. De schelp die door de gebroeders Samuel als embleem werd gekozen was in eerste instantie niet de Jakobsschelp, maar een schelp van onbe paald uiterlijk. In 1904 wordt de Pecten Maximus het handelsmerk, waarschijnlijk vanwege de harmonische en symmetrische vorm. Toen in 1907 de Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en 'Shell' Transport and Trading Company associeerden tot de Koninklijke/Shell Groep, hield deze alliantie het Shell-embleem aan. De schelp is sindsdien nog enige malen gemoderniseerd en gestileerd tot het embleem dat tegenwoordig wijd en zijd bekend is. Sinds de vroegste tijden werd de schelp bij vele zaken en gelegenheden afgebeeld, maar op het moment dat de schelp als naam en embleem van deze oliemaatschappij werd gekozen was dat gebruik sterk teruggelopen. Shell staat er zich dan ook op voor het tijdloze symbool een nieuw leven en een nieuwe betekenis te hebben gegeven. Maar feit blijft dat Jakobus-pelgrims al vele eeuwen eerder 'hun' schelp droegen. Wim Bettonvil Geraadpleegde literatuur: The Scallop - studies of a shell and its influences on humankind, The 'Shell' Transport and Trading Company Limited, London 1957. The Petroleum Handboek, Shell International Petroleum Company Limited, London 1966. C] Koninklijke Olie: de eerste honderd jaar 1890-1990, Shell Internationale Petroleum Maatschappij BV, 's Gravenhage 1990.
VERSLAG LEDENVERGADERING Den Bosch op 28 maalt 1992 Onder winterse omstandigheden - het sneeuwde en hagelde - begaven ongeveer 200 leden zich naar het St. Janslyceum in Den Bosch waar de koffie met de be-
faamde Bosschebol reeds klaarstond. Na de berichten van verhindering deelde de voorzitter de vergadering mede dat de heer Andrés Mujoz - organisator van de looptocht Roncevalles-Astorga - overleden is. Dit bericht werd ontvangen door de heer en mevrouw Ackermans die tevens het nieuwe adres voor eventuele belangstellenden doorgaven. Dat ons Genootschap nog steeds groeiende is bleek uit de mededeling dat het ledental op dit moment 772 bedraagt. In het kader van de spreiding van de ledenvergaderingen over het land werd door de voorzitter een oproep gedaan voor de organisatie van de najaarsvergadering op 7 november a.s. in het oosten van het land. Spontaan meldden zich een aantal leden die bereid zijn om de najaarsvergadering in de stad Deventer te organiseren. Met een oproep voor versterking van de redaktie van de Jacobsstaf, de mededeling dat er tijdens de lunchpauze lopers- en fietsersgroepen gevormd zouden worden en er in de hal een expositie van litho's, gemaakt door de heer Harmsen naar aanleiding van zijn tocht naar Santiago te bezichtigen was, besloot de voorzitter zijn mededelingen. Zonder kommentaar ging de vergadering accoord met het jaarverslag van de secretaris. Aan de penningmeester werd de vraag gesteld wat er met het vermogen gaat gebeuren. Gezien de grootte en groei van het Genootschap is een zeker weerstandsvermogen noodzakelijk en bovendien heeft het bestuur, juist vanwege deze groei, besloten over te gaan tot automatisering van de leden- en de financiële administratie. De apparatuur hiervoor is inmiddels aangeschaft. Na het voorlezen van het verslag van de kascommissie, bestaande uit de heren H. Hodes en P Verstraten, werd, onder dankzegging aan beide heren, décharge verleend aan de heer K. v.d. Werff. Als nieuwe kaskommissieleden voor het jaar 1992 meldden zich de heren ten Burg uit Amstelveen en Nijenhuis uit Purmered. Onder dankzegging aan de heer v.d. Werff, die vanaf het begin het penningmeesterschap van het Genootschap vervuld heeft en zijn functie nu ter beschikking stelde, werd door de vergadering de voordracht van het bestuur om de heer v.d. Werff tot erelid te benoemen onder luid applaus goedgekeurd. Ook de voordracht om de heer J.A.Ch. Gigengack als nieuw bestuurslid te benoemen werd goedgekeurd. Tijdens de rondvraag kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: o Het verzenden van een condoléance naar Spanje in verband met het overlijden van de heer Mujoz. o Door de heer Peter Jas, redaktie sekretaris, werd een oproep gedaan voor versterking van de redaktiestaf en om goede artikelen te schijven voor de Jacobsstaf. Het blad is er voor de leden, maar dient ook dóór de leden geschreven te worden. o Uit de regio Midden-Nederland werd de vraag gesteld waarom Utrecht hiervan uitgesloten is. Door de voorzitter werd medegedeeld dat er in Utrecht veel leden wonen, maar dat het nooit tot een aparte regio Utrecht is gekomen.
De regio Nijmegen deed het voorstel om in een volgende ledenvergadering het dia-concert van Conens en van Wiechen te vragen. o Enkele leden wilden graag weten tot welke regio zij behoorden hetgeen staande de vergadering werd medegedeeld. o De heer W. Bonenekamp uit Ulvenhout stelde het bestuur de vraag of er niet geïnvesteerd kon worden in het onderhoud van de refugio's. Bij monde van de voorzitter werd het antwoord gegeven dat dit niet tot de taak van het genootschap behoort, maar iets is voor de leden. Zoals in Engeland waar de leden een behoorlijke som bijeengebracht hebben ten behoeve van dit onderhoud. o Inzake TV-opnames over Santiago waarbij de voorzitter medewerking heeft verleend werd de toezegging gedaan dat hierover mededeling gedaan zal worden in de Jacobsstaf. o Vanuit de regio Friesland zullen acht Friezen naar de Evermarusspelen te Rutten bij Tongeren gaan. o Op de vraag over het Heilig Jaar 1993 werd een toelichting gegeven door de voorzitter. leder jaar wanneer de verjaardag van Jacobus (25 juli) op zondag valt is een heilig jaar waarbij in de nacht van 31 december van het voorafgaand jaar om middernacht de heilige deur geopend wordt. De koning van Spanje komt dan op 25 juli naar Santiago. Er zijn vele festiviteiten waaronder een enorm vuurwerk, hetgeen op de octaafdag herhaald wordt. Voor volgend jaar is alles al volgeboekt aan overnachtingsruimte. o Ook in verband met het komend heilig jaar wordt door het bestuur in samenwerking met één van onze leden onderzocht of er een mogelijkheid is om het dagboek van zijn reis naar Santiago als facsimile-uitgave te laten verschijnen. Door de vergadering werden de suggesties gedaan om culturele sponsoring door de EEG of het Prins Bernhardfonds te onderzoeken. o Gewezen werd op de wandelmarkt in Marcanti te Amsterdam op 12 april as.. o De vraag wordt gesteld of er geen kontakten gelegd konden worden tussen de leden die dia's vertonen. Dit is iets voor de regio's. o Op de vraag over een gezamenlijke aktiviteit in het heilig jaar werd door de voorzitter de toezegging gedaan dat hierover in de Jacobsstaf mededelingen volgen. o
Met een kleine overschrijding van het tijdschema werd vervolgens de vergadering gesloten en kon ieder zich naar de diverse lokaties begeven om de maaltijd te nuttigen en ervaringen uit te wisselen. De aangekondigde lezing door mevrouw Madou over 'Europa 1492-1992' was zoals altijd zeer boeiend en van hoogstaand niveau, hetgeen ook bleek uit het applaus aan het einde. Het sluitstuk van de bijeenkomst - de pelgrimsparade - dreigde een anti-climax te worden, maar door deskundig ingrijpen van de voorzitter werd het toch een einde zoals wij dat al jaren kennen: I<
Een emotionele getuigenis van mensen die naar Jacobus in Santiago de Compostela zijn geweest. ))
J.A.Ch. Gigengack
KENNISMAKING MET DE NIEUWE PENNINGMEESTER Om nu niet te beginnen met een bekend N-programma zal ik beginnen met mijn personalia op te noemen. J.A.Ch. Gigengack, Roepnaam: Hans, Opaal 15, 1703 CA Heerhugowaard. Geboren: 14 juni 1928 te Haarlem. ZP 02207-41976 Hoe ik in kontakt met het Genootschap ben gekomen? Door de schooltelevisie. In 1980 was er een uitzending over Santiago. Omdat mijn vrouw en ik in 1982 begonnen zijn met het idee met het maken van lange fietstochten, kwam een paar jaar later het idee bij ons op om naar Spanje te gaan fietsen. Toen herinnerden wij ons het televisie-programma en gingen op zoek naar informatie hierover. Wij kwamen terecht bij de KRO en konden op die wijze in het bezit komen van de complete schooltelevisie-uitzending. Van het één kwam het ander; maar de uiteindelijke doorslag gaf het boek van Hans Annink waarin hij verslag doet van zijn heen- en terugreis te voet naar Santiago. Het plan groeide en na een mislukte poging in 1988 zij wij in 1989 per fiets naar Santiago de Compostela gegaan. Ons uiteindelijke plan is om eens per fiets heen en terug naar Santiago te gaan, maar dat is nog maar een idee en moet nog groeien en uitgewerkt worden. Mochten er mensen zijn die informatie willen dan kunnen zij altijd bellen en wij zullen dan proberen antwoord te geven op hun vragen. Als penningmeester wil ik de 126 leden die nog niet betaald hebben oproepen om dit vóór 1 mei te doen teneinde mij extra werk te besparen. Met vriendelijke groeten, uw nieuwe penningmeester
BESTUUR VAN HET GENOOTSCHAP De heer K. Dircksens Mevrouw M. Madou De heer F. Claessen De heer J. Gigengack De heer N. Zijp Mevrouw K. v/d Berg De heer A. Ederveen Mevrouw E. van Helmond-van Berkel Mevrouw A. van Wiechen
voorzitter vice-voorzitter secretariaat internationaal penningmeester en overig secratariaat ledenadministratie en ledenservice bestuurslid bestuurslid bestuurslid bestuurslid
PELGRIMSPARADE Het was moeilijk voor degenen die het afgelopen jaar hun 'compostolana' hadden behaald de 'penitentie' van het spreken na Mireille Madou te overwinnen. Nadat één van onze leden onder woorden had gebracht dat de 'pelgrimsparade' niet op de voorjaarsvergadering van ons Genootschap mocht ontbreken, kwam het eerste persoonlijke verhaal waarna de rest vanzelf volgde.
0Bedankt, 28 maart bezocht ik voor de eerste keer de jaarvergadering in Den Bosch. Ik heb daar geweldige ervaringen opgedaan, gesprekken gevoerd, verbaasd gekeken en praktische tips gehoord; maar vooral genoten van dat laatste uur, waarin zes pelgrims vertelden over hun ervaringen. Ik was onder de indruk van die ervaringen en hun lef om ons in die ervaringen en gevoelens te laten delen. Ik heb deze mensen niet bedankt en wil dit graag bij deze doen. Voor mij is door jullie verhalen en het liedje me duidelijk geworden wat de meerwaarde en de nawerking van zo'n pelgrimage is. In de trein naar huis dacht ik: Door de ontmoetingen en de verhalen is mijn tocht de 28e gestart. Bedankt daarvoor. Teu n v/d Bosch. Op de Monte del Cozo
Heel vaak hoor je pelgrims naar Santiago de Compostela vertellen, dat hun aankomst in de stad van St. Jacobus nou niet het grandioze hoogtepunt van de tocht werd. Eerlijk gezegd viel het tegen. Ze hadden een ander verwachtingspatroon. Ook mij verging het zo; de gespannen verwachtingen vielen de eerste uren in Santiago in het niets. Zelfs na een eenvoudige avondvierdaagse word je min of meer triomfantelijk binnengehaald. Maar in Santiago wordt niet op je gewacht en na de pelgrimsmis moet je alleen afkicken. Heel anders verging het mij echter de dagen ervóór; de laatste dagen van m'n al tien weken durende pelgrimstocht. Misschien omdat ik hier geen verwachtingen van had, was ik toen heel direkt verbonden met m'n emoties. Ik was vaak heel diep ontroerd, waarbij de tranen over m'n wangen vloeiden. Er was blijdschap over het aanstaande weerzien met m'n man en kinderen. Een verlangen dat ik heel lang niet toegelaten had, maar dat groter werd naarmate ik het eindpunt naderde. Er was opluchting; een fysieke wel te verstaan. Nog een paar dagen en dan gaat de rugzak, (die mijn zo'n geweldige dienst had bewezen) voorlopig in de hoek! Trots was ik! Maar bovenal was er grote dankbaarheid! Wat was alles goed gegaan! Wat voelde ik me gezond en sterk! In deze dagen was ik echt ten diepste ontroerd. Deze ontroering was zo groot, dat het wel weken duurde, eer ik ons welkomstlied, gemaakt om het op de weg naar de Monte del Gozo te zingen, in plaats van het traditionele Te Deum, zonder tranen kon zingen. De ironie wil dat we (mijn tochtgenoot Jacques en ik) het lied ter plekke niet gezongen hebben, in de dichte mist zagen we niet dat we op de Monte del Gozo waren.
Monte del Cozo (foto Herman Gresnigt) We zijn er bijna Wijze: 'Die Gedanke sind frei'
Wij gingen op weg; De weg van St. Jacob! Wij volgden het spoor en liepen maar door. Wat eeuwen geleden de pelgrims al deden! We zijn er bijna! Santiago! Hoera! De weg was vaak zwaar; De paden soms moeilijk. Maar één ding is waar: Ik voelde me rijk! 't Was krijgen en geven en de weg van m'n leven Die gaat nu weer door! Graag in hetzelfde spoor!!
Aad Paauw-Wilms Floed
UIT DE REGIO'S O REGIO AMSTERDAM
Contactpersoon:
Janna Baaijens, Geerdinkhof 31, 1103 PP Amsterdam, W 020-6996173
Voor de eerste bijeenkomst van onze regio staat op vrijdag 18 september om 20.00 uur mijn huis open. Iedereen in Amsterdam wordt hiervoor uitgenodigd. De avond heeft twee onderwerpen: 1. Sint Jacob in Amsterdam en 2. peiling van de behoefte om in kleinere kring informatie uit te wisselen met het opzetten van gezamenlijke activiteiten. Als u deze avond niet aanwezig kunt zijn, maar wel deel zou willen nemen aan komende activiteiten wilt u dat dan aan mij doorgeven. Janna Baaijens O REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET Y
Contactpersoon:
Mieneke Jas, Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn, e 02290-152 10
Op 10 oktober willen we een regiobijeenkomst houden; misschien kan dat vast in de agenda genoteerd worden. Meer informatie in de volgende Jacobsstaf. De leden in de regio ontvangen nog een persoonlijke uitnodiging. O REGIO BOLLENSTREEK - RIJNLAND
Contactpersoon:
C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 15, 2215 GE Voorhout, e 025223 1147
Op 7 maart j.1. kwamen de leden bijeen in de regio bollenstreek - rijnland. Het was een vruchtbare gedachte de ochtend te vullen met het voorstellen van de nieuwe leden of leden die niet altijd onze bijeenkomst bezoeken. Het was daarom vreugdevol te vernemen hoe onze nieuwelingen zich presenteerden en wat hun verwachtingen zijn omtrent de toekomstplannen voor ons aller einddoel Santiago de Compostela. Na de lunch kwam Marien van Leeuwen die met haar lezing ons weer het een en ander liet passeren, wat de meeste van ons wel wisten, maar de manier waarop Marien het een en ander weer liet leven noopt ons zeker haar nogmaals voor onze regio te vragen. Zelfs al ontbraken de lichtbeelden toch slaagde Marien erin zonder deze beelden de presentatie duidelijk voor te stellen. Het was dan ook snel half vier toen we weer huiswaarts keerden. Corn. G. van Tongeren O REGIO DEN HAAG
Contactpersoon:
Geertrui van Traa, Elia Kazanstrook 104, 2726 VG Zoetermeer, e 079-425344 en Janneke Kootte-v/d Heuvel, Parkweg 137, 2771 AH Voorburg.
O REGIO MIDDEN NEDERLAND
Contactpersoon:
Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarsenbroek, e 03465-69133
O REGIO BREDA
Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda.
O REGIO TILBURG
Contactpersoon:
E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, 'Leyenhorst', Gemullenhoekenweg 14C, 5062 CD Oisterwijk, e 02442-16582
O REGIO 's HERTOGENBOSCH - OSS
Contactpersoon:
Vera Stassen-Susa, Doornakkerlaan 14, 5282 PS Boxtel, e 04116-72793
Zondag, 5 april 1992 - vijf en twintig leden en enkele introducés waren aanwezig op onze tweede bijeenkomst van dit jaar. In verband met de verjaardag van Anne marie Roebert, tot eind februari contactpersoon van onze regio en nu in haar eentje op pelgrimstocht naar Santiago, konden wij het niet nalaten met z'n allen het lang zal ze leven aan te heffen. Daarna kreeg dhr. W.E. van Vught uit Ede gelegenheid om in woord en beeld iets te vertellen over zijn voettocht naar Santiago de Compostela. En wat hebben we genoten: van een St. Jacob, die geen Jacob was, Marie Louise en haar zoek geraakt stempel en stempelkussen, meer blaffende dan bijtende honden alsmede de onmisbare engelen van de weg enz.. Hij wist ons te boeien door zijn rake typeringen en de talrijke ontmoetingen onderweg. In kleurrijke beelden en woorden stonden ze 'in levende lijve' voor ons. De pelgrim: van Vught maakte ons ook deelgenoot van de emoties die hem overmanden toen hij de Pórtico de la Gloria aanschouwde, het gevoel van blijdschap en geluk het gehaald te hebben, maar ook de weemoed van 'nu is het over'. Dit alles bracht hij zonder pretenties maar zo inspirerend dat menigeen met 'Santiago kriebels' naar huis is gegaan J. Stassen
O REGIO LIMBURG
Contactpersoon:
Chr. Janssen, Eurenderweg 107, 6417 PA Heerlen, e 045419406
O REGIO NIJMEGEN - ARNHEM
Contactpersoon:
Ruud Harmsen, Vizier 5, 6641 HJ Beuningen,
e 08897-71183 Bijeenkomst op 14 maart 1992 - op de schriftelijke convocatie had bijna de helft gereageerd. Het gezelschap bestond derhalve uit 18 leden, die weer en wind trotseerden om Elst te bereiken. Na een korte kennismaking met koffie vertrok deze groep naar de Hervormde en Gereformeerde kerk. De koster, de heer van de Horst, een man die in lief en leed betrokken is geweest bij deze kerk, gaf een boeiende uiteenzetting over de ontstaansgeschiedenis van deze plek en de gebouwen. Bij archeologisch werk, mogelijk omdat het gebouw aan het eind van wereldoorlog II tot ruÏne was geschoten, kwamen restanten te voorschijn van twee romeinse tempels, alsmede van een vroeg romaans kerkje. Eén van de takken van de Rijn liep langs een zandheuvel in het verder lage en regelmatig overstroomde land. Op deze heuvel bouwden de Romeinen met steen aangevoerd uit Duitsland, een tempel. Deze werd verwoest, waarop een nieuwe en grotere werd gebouwd. Rond 690 kwamen vanuit Ierland Willibrordus en Werenfridus naar de 'Lage Landen'. De laatste vestigde zich in Elst om de Betuwe te kerstenen. Waarschijnlijk met de resten van de romeinse tempels werd op dezelfde plaats een romaans kerkje neergezet. De huidige kerk dateert uit de 15e eeuw met (opmerkelijk) maar één zij beuk. Vondsten van de opgravingen werden getoond en er werd een bezoek gebracht aan de ruimte onder het koor waar de resten van de muren en de romeinse tempelvloer zichtbaar zijn. Hierna maakten we een wandeling naar het op zes kilometer gelegen dorpje Valburg, waar de twee Jacobuskerkjes werden bekeken. De oudste, de Hervormde Kerk, een romaans kerkje met in het interieur muurschilderingen - waaronder een afbeelding van Jacobus met staf en schelp en hoed. De andere is de huidige Rooms-Katholieke parochiekerk, daterend uit 1886, met een (gipsen)beeld en een glasraam van Jacobus. Aan de reacties afgemeten is dit een geslaagde middag geweest waarin naast het actieve gedeelte de contacten onderling werden verstevigd. Ruud Harmsen. De volgende bijeenkomst is gepland op zaterdag 26 september. In verband met mijn reis naar Santiago is daarvoor nog niets georganiseerd. Wilt u voor nadere inlichtingen contact met mij opnemen na midden september. Noteert u de bijeenkomst reeds in uw agenda. O REGIO OOST NEDERLAND
Contactpersoon:
A. van Gessel, Enschedesestraat 116, 7551 ES Hengelo, e 074-917879
Op vrijdag 27 maart kwam een twintigtal Jacobsleden uit de oostelijke regio bij elkaar in Hengelo(0). Het onderwerp was 'Muziek rond de Camino'. Paul Schaepman, die de avond verzorgde, heeft een aantal jaren in Spanje gewoond en weet veel van de pelgrimage naar Santiago de Compostela. Met name heeft hij zich verdiept in de muziek, die in de loop der eeuwen in heel Europa hier-
over is ontstaan. De boeiende inleiding werd verlevendigd door het laten horen van muziekfragmenten en met prachtige foto's van de 'Camino'. Het was een erg geslaagde avond. Waarvoor nogmaals dank aan Paul Schaepman. Vrijwel aan de vooravond van zgn vertrek naar Santiago was in ons gezelschap ook de Hengeloër Gerard Boerrigter (63). Hij is inmiddels (maandag 6 april) de yoettocht begonnen en hoopt daar eind juli aan te komen. Ook vanaf deze plaats wensen wij hem nogmaals een zeer goede reis en een behouden aankomst en thuiskomst. Het thema van de volgende bijeenkomst in het oosten is daarmee ook alweer bekend. Namelijk het verslag van een naar wij hopen geslaagde tocht. De datum is op vrijdag 30 oktober. Ton van Gessel 0 REGIO FRIESLAND
Contactpersoon:
CPJ. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden.
Het was weer goed om elkaar, tijdens de achtste bijeenkomst van de regio Friesland van ons Genootschap, in een vertrouwde sfeer te ontmoeten. Er is weer heel wat besproken en verteld. Pastor Jan van der Wal heeft ons verteld van de H. Evermarus en zijn zeven friese pelgrims. Deze waren op de terugreis van hun tocht naar Santiago de Compostela en werden in Rutten (België) door Haco en zijn trawanten vermoord. Dit verhaal werd door Jan met prachtige dia's begeleid. Want ...... in Rutten wordt dit trieste gebeuren ieder jaar, op 1 mei, feestelijk herdacht! Nu gaan wij met onze regio op 30 april naar Tongeren, waar we om 4 uur bij hotel 'De La Gare' bij elkaar komen, om vandaar als hedendaagse pelgrims de 4 kilometer naar Rutten te lopen. Op 1 mei hopen we dan het feest met de bevolking mee te vieren, in het volste vertrouwen weer heelhuids thuis te komen. Jan van der Wal heeft ons beloofd nog een berichtje te sturen over het hoe en waarom van deze reis. In het najaai; 4 oktober, komen we voor de negende keer bij elkaai: Afgesproken is elkaar omstreeks 1 uur bij café "'t Hoekje" in Nijbeets te ontmoeten en vandaar met elkaar een stuk van de oude pelgrimsweg te lopen. Jan van der Wal ontvangt ons daarna in Balk en Riet van de Pavert zorgt voor de maaltijd. Om middernacht namen we afscheid van elkaar. Riet van de Pavert
O REGIO GRONINGEN
Contactpersoon:
Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, 050-255 144
JACOBUS - BOEKEN Er schijnen bij verschillende uitgevers in Nederland forse stapels aanwezig te zijn van aangeboden dagboeken die betrekking hebben op een (pelgrims)tocht naar Santiago de Compostela. De reden dat niettemin weinig dagboeken worden uitgegeven, schijnt onder andere gelegen te zijn in het ego-documentaire karakter ervan. Of zoals een uitgever eens zei: Die manuscripten gaan meer over huishoudelijke beslommeringen tijdens zo'n tocht dan over Sint Jacobus. In die categorie moeten helaas voor een groot deel ook de boekwerkjes Lopend naar Santiago de Compostela van Henk Rijntjes en Pelgrims over Asfalt van Mien en Fred Moussalt worden gerangschikt.
Lopend naar Santiago de Compostela / Henk Rijntjes. Den Haag 1992, eigen beheer. 112 pg.; geill.. Prijs f 17,50. Bestellen door storting op girorekening 17145 van H.A.W. Rijntjes, Goudsbloemlaan 128, 2565 CW Den Haag. Henk Rijntjes is een lustige babbelaar die de lezer en lezeres deelgenoot maakt van het feit dat om zeven uur het wekkertje afloopt, de soep uit een pakje wordt gemaakt met warm water uit de kraan op de wastafel en dat reisgezel Toon een dutje doet. Uitgebreid wordt vervolgens toegelicht hoe elke stempel in het pelgrimspaspoort tot stand komt en hoe Femie vaak net niet thuis is als Henk haar wil bellen. Een aardige tip van Henk is om zachte klompzooltjes mee op reis te nemen, licht van gewicht en verademend schoeisel na een zware tocht. De beschrijving van de botafumeiro die ook de door hem meegebrachte wierook door de kerk laat walmen, is één van de eerste momenten in het dagboek dat Sint Jacobus dichter tot de reizigers is genaderd. Maar dan is het boekje bijna uit.
Pelgrims over Asfalt / Mien en Fred Moussalt, Tilburg 1992, eigen beheer. 152 pg.; geill.. Prijs f 12,50. Besteladres: EMoussalt, Redemtoristenstraat 217, 5024 DN Tilburg. Mien en Fred Moussalt hebben ook erg veel genoteerd over geurende koffie, stokbrood met smeerkaas en de onvermijdelijke yoghurt. Zinnen als '...ik twee chefarientjes en Mien een finimal' vertragen in hoge mate hun relaas. En dat is jammer want tussen deze loze ditjes en datjes door hebben de Moussalts wel degelijk veel te vertellen. De 'toeristische' informatie doet plezierig aan, is niet obligaat en getuigt van veel sfeer. Ook de persoonlijke impressies getuigen van verdieping zoals de beschrijving van het kerkje langs de route: Chartres - Chateaudun. ...' De hele kerk is beschilderd met taferelen over de dood, dansende skeletten in spookachtige gewaden met de zeis in de hand. Een enorme dans macabre rondom je heen, op alle muren van het kerkje. Zou de franse componist SaintSaëns hier de inspiratie hebben opgedaan voor De dans van de dood?' Ronduit prachtig is hun beider visioen in de kerk van St. Hilaire te Melle (tussen Lezay en St. Jean d'Angely). Zij beleven daar een intens oprecht wonder en alleen al vanwege die ervaring wordt iedereen aangeraden hun boekje: Pelgrim over Asfalt te kopen. CH '
IN - DRUK Diepe indruk heefi Astorga op de meeste pelgrimvaarders niet gemaakt. Geen emoties of diepe gevoelens. Komt dat omdat Astorga eigenlijk geen etappeplaats is? Wel reacties! Veel reacties zelfs, zodat dit bezoek een alleszins interessante gebeurtenis is geworden. Astorga kan benaderd worden via Orbigo. Het is goed toeven bij de achttien bogige brug die 'Paso Konkroso' wordt genoemd. Waarschijnlijke betekenis: de smadelijke, de eerloze omdat in het jaar 1434 Spaanse roofridders de brug vol pelgrims schijnen te hebben aangevallen. Dat vertelt Frans Baas die onderweg verkoeling zocht in een lemen wijngrot (cave) alvorens bovenop een heuveltop en in aanwezigheid van El Crusero de San Justo te genieten van het prachtige uitzicht dat het dal rondom Astorga hem bood. In de middeleeuwen bevatte het stadje tientallen hospitalen en gastenhuizen voor pelgrims. Schoenmakers waren de belangrijkste personages. Het schijnt een erezaak te zijn geweest om voor 'arme drommels' de schoenen voor niets te lappen. Wie te voet over de camino Astorga binnengaat mist het gezicht op de kathedraal en het Gaudi-paleis. Voor dat uitzicht moet de autoweg (N120) worden genomen, tippen Anneke en Wim Bettonvil ons. Hun herinnering aan Astorga waar zij vier wekenlang de beheerders van de refugio zijn geweest, haalt de stad heel dichtbij. 'Bijna dagelijks boodschappen doen bij Masy Mas, koffiedrinken in Bar Correros, bezoekjes aan de kathedraal, opnieuw een rondgang door Palacio Gaudi' ... Over hun refugio schrijft mevrouw J. den Duik ons dat zij het niet makkelijk kon vinden. 'De muur geleidt je het stadje in, je kunt er niet om heen ... Waar het refugio dan weer boven, dan weer beneden, dan weer daar moest zijn'. De kathedraal roept bij toeschouwers en beschouwers gemengde gevoelens op. Jessy Bruusmann: 'Velen vinden de kathedraal van buiten, vanaf de westkant gezien, teleurstellend; bij nader inzien wel curieus. Maar loop eens met me mee. We gaan de straat tegenover haar in en bekijken haar vanaf een afstand, zoals ze daar verstild staat in de namiddagzon.' Jessy herinnert ons ook aan de afbeelding op de kerk waarvan Cees Nooteboom zegt: 'Zo dicht al bij Santiago en nu pas zien we de zending van Jacobus door Christus gevisualiseerd.' En dan is er nog die mannenfiguur in eigenaardige kledij op de kerk boven de absis. Wie is die man, vroeg zij Mireille Madou. Het is een maragato. De maragatos vormden een oud volk van onbekende oorsprong. Zij vestigden zich langs 'de oude Jacobsweg tussen Astorga en Foncebadôn. Het waren 'andere' spanjaarden, met eigen zeden en gewoontes; hun oorsprong is onbekend. Zijn het afstammelingen van de berbers (mauritano, maurigothos), joden, kelten of Asturiërs? Lang waren zij de vrachtvervoerders op de grote handelswegen waarbij Astorga het kruispunt was. Over de interieurs van kathedraal en bisschoppelijk paleis (Gaudi) wordt heel verschillend gedacht. Waar Jac. A. van Hooren spreekt over 'het jeugdwerk van Gaudi, bedoeld als aartsbisschoppelijk paleis maar nu een museum, volgestouwd met mooie en lelijke Jacobussen, Madonna's, Rochussen en wat dies meer zij.' Spreekt Jessy Bruusmann over een soort spookachtig kasteel dat facineert; afstoot en aantrekt. 'Alleen al de werking van het licht van de namiddagzon door Gaudi's ramen.
En dan de Madonna's met kind; hun gezichten vormen herhaaldelijk als het ware één gezicht. Ze ontroeren echt.' Ook Mieke en Kees Verhage spreken over 'de mooiste beelden van Sint Jacob', terwijl ze tegelijkertijd vragen of iemand bekend is met een nieuw uitgekomen Amerikaans boek (1992 - 400 jaar na 1492) over Santiago in de Oude en Nieuwe W e reld. Ook de binnenkant van de kathedraal vindt in de ogen van - van Hooren geen genade. 'Afschuwelijk bombastische altaren' oordeelt hij. 'maar de kerk als geheel mooi van ruimte' voegt hij eraan toe. Jac. van Hooren besluit zijn betoog echter met het diepe inzicht van de ware reiziger: Hoeveel oordelen zullen we weer moeten wijzigen tijdens onze volgende (sic) tocht?!
(fotoRuud Conens)
Dit is niet zo maar een prijsvraag Dit moet een Santiagoganger bekend voorkomen. Wij willen niet alleen van u weten waar deze foto gemaakt is en wat het voorstelt. Maar ook welke indrukken, herrinneringen en emoties deze afbeelding bij u oproept. Uw reacties worden dan in het volgende nummer van DE JACOBSSTAF vermeld. Onder de inzenders verloten we dit keer een foto van 12 x 47 cm. gemaakt van een meer dan manshoog beeld van Jacobus de Meerdere. Graag ontvangen wij uw reacties op het redactie-adres: Peter Jas, Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn
LANGS DE WEG
Daar 9&d
alweer
aen
stukje
beweyvvijze~iy.
(tekening N. Steen-Bommezij)
I
Vermeld in deze agenda worden de volgende aktiviteiten: (dia)lezingen, film-,muziek-uitvoerringen, tentoonstellingen e.d. die door anderen georganiseerd worden en die 'iets' met de pelgrimage naar Santiago de Compostela te maken hebben, (regio)-bijeenkomsten van het Genootschap etc. Vergissingen en wijzigingen zijn altijd mogelijk, controleer daarom de gegevens voor u op pad gaat via het genoemde adres/telefoonnummer. 14 mei
26 mei 27 mei 18 juni 12-28 juli 16 juli
18 september 26 september
4 oktober 10 oktober 30 oktober 31 december
Dialezing de eeuwenoude pelgrim naar Santiago de ComposWa van Conens en Van Wiegen in de openbare bibliotheek te Heerhugowaard. Aanvang 19.30 uur. In 'Het Hanzestad' te Kampen dialezing zie 14 mei. Aanvang 20.00 uuK In de openbare bibliotheek te Purmerend dialezing zie 14 mei. Aanvang 10.15 uur. In de openbare bibliotheek te Edam dialezing zie 14 mei. Aanvang 20.00 uur. Culture busreis naar Santiage de Compostela verzorgd door Frans Waltmans, inlichtingen e 045-711529. Vanaf 16 juli organiseert de Jacobusvereniging van Navarra een internationale looptocht van Roncesvalles naar Astoraga (487 km). De laatste etappe Astorga - Santiago de Compostela zal in 1993 worden gelopen. Inlichtingen: Amigos del Camino de Santiago en Navarra, C/Ansoleaga 14-3", 31001 Pamplona (Navarra) Spanje. Regiobijeenkomst Amsterdam Regiobijeenkomst Nijmegen-Arnhem. Regiobijeenkomst Friesland. Regiobijeenkomst Noord-Holland boven het IJ. Regiobijeenkomst Oost-Nederland. Begin Año Santo in Santiago de Compostela; opening: Puerta Santa.
JACOBUS-VERENIGINGEN IN EUROPA NEDERLAND Nederlands Genootschap van Sint-Jacobus secretariaat: A. Claessen, Raaimoeren 38, 4824 KD Breda en Nico Zijp, Marsdiepstraat 512, 1784 AZ Den Helder BELGIë Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela secretariaat: Sint-Andriesabdij Zevenkerken, B-8200 Brugge 2 Association des Amis de St. Jacques de Compostelle secretariaat: Rue de Marbais, 7, B-6320 Villers la Ville DUITSLAND Deutsche St. Jakobus-Gesellschaft e.v. secretariaat: WilhelmstraPe 50-52, D-5 100 Aachen FRANKRIJK . Société des Amis de Saint Jacques de Compostelle secretariaat: 4 square du Pont de Sèvres, F-92 100 Boulogne s u r Seine SPANJE Asociaciones españolas de Amigos del Camino de Santiago (veel regionale onderafdelingen) secretariaat: Apartado de Correos 60, E-26260 Santo Domingo de l a Calzada ENGELAND Confraternity of St. James secretariaat: 46 Dolben Street, GB-SE1 OUQ London Bredereth Sen Jago The Cornish society of St. James of Compostel ' ZWITSERLAND Les Amis du Chemin de Saint Jacques secretariaat: Isabelle Pillet, Rue des Pâquis 8, SWSSE CH- 120 1 Genève
ITALIë Centro Italiano di Studi Compostellani secretariaat: Via del Verzaro 49, 1-06100 Perugia
DERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT-JACOB Redactieadres: Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn