Scorecard
Datum
Climate Investment Funds
juni 2013
SCORECARD CLIMATE INVESTMENT FUNDS Opgesteld door
Directie Klimaat, Energie, Milieu en Water T- +31 (0)70 – 348 6414
Redacteur(en):
Frank van der Vleuten, DME/KE afgestemd met Ministerie van Financiën Ministerie van I&M
Pagina 1 van 13
Scorecard | Organisatie
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ............................................................................................2 1
Inleiding .................................................................................................. 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Algemene achtergrond ............................................................................. 4 Doelstelling en Mandaat ................................................................................4 Organisatie, werkwijze en activiteiten ..............................................................4 Nederlandse vertegenwoordiging ....................................................................5 Financiële omvang en bijdragen......................................................................5
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Institutionele aspecten van de organisatie................................................ 7 Focus op kernmandaat ..................................................................................7 Strategie ....................................................................................................7 Effectiviteit bestuurs- en beheersorganen.........................................................7 Human Resource Management .......................................................................8 Financiële positie, beheer en ontwikkelingen .....................................................8 Corruptiebestrijding in de interne organisatie ....................................................8
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Functioneren van de organisatie ............................................................... 9 Samenwerking met andere multi- en bilaterale instellingen .................................9 Uitvoering beleid en beheer op landenniveau ....................................................9 Uitvoering normerende taken .........................................................................9 Beleidsevaluatie......................................................................................... 10
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Beleidsrelevantie van de organisatie........................................................11 Relevantie vanuit het perspectief van de internationale OS-architectuur .............. 11 Geografische relevantie............................................................................... 11 Relevantie voor Nederlandse OS-thema’s ....................................................... 11 Relevantie doorsnijdende thema’s ................................................................. 11 Overige relevantie ...................................................................................... 12
6 6.1 6.2
Conclusie ................................................................................................13 Institutionele aspecten en functioneren.......................................................... 13 Beleidsrelevantie........................................................................................ 13
Pagina 2 van 13
Scorecard | Organisatie
1
Inleiding Scorekaarten worden opgesteld om het functioneren en de beleidsrelevantie van multilaterale organisaties in kaart te brengen. De Nederlandse inzet in multilaterale organisaties wordt geconcentreerd op organisaties die relevant zijn binnen het Nederlandse beleid en de zaken qua effectiviteit goed op orde hebben. Dit vraagt om een zorgvuldige en regelmatige toetsing. Scorekaarten worden opgesteld voor zelfstandige multilaterale organisaties waaraan Nederland een substantiële ODAbijdrage levert. De relevantie wordt primair getoetst aan het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking maar de bredere betekenis van multilaterale instellingen voor andere aspecten van Nederlands beleid wordt waar relevant meegenomen. Elke scorecard geeft een overzicht van de doelstellingen en het mandaat van de desbetreffende internationale instelling, van de wijze waarop de organisatie is ingericht en welke activiteiten ze uitvoert, van de financiële omvang en de Nederlandse bijdragen. Op basis van een analyse van de verschillende deelaspecten wordt een appreciatie gegeven van de effectiviteit van de organisatie en van de relevantie voor de Nederlandse beleidsdoelstellingen. Deelaspecten van effectiviteit worden beoordeeld op basis van specifieke criteria en gescoord op een vierpuntsschaal van onvoldoende, matig, voldoende en goed. Daarnaast wordt een verwachting van positieve verandering gegeven. Relevantie wordt aangeduid met de kwalificaties relevant, beperkt relevant en niet relevant. Een samenvatting van deze scores is te vinden in de tabellen in hoofdstuk 6. De scorecards zijn samengesteld op basis van rapportages van de organisatie zelf, van de Board of Auditors, interne en externe evaluaties, beoordelingen door andere donoren en van het Multilateral Organisations Performance Assessment Network (MOPAN)1. Daarnaast is om de input gevraagd van betrokken ministeries, de Permanente Vertegenwoordigingen en Kiesgroepkantoren. Ook kritische opmerkingen van Nederlandse ambassades over het functioneren van landenkantoren van multilaterale instellingen zijn in de scorecard verwerkt.
1
Binnen MOPAN evalueert Nederland samen met 16 gelijkgezinde landen het functioneren van VN organisaties en Internationale Financiële Instellingen. Per jaar worden ongeveer 5 organisaties in 12 landen doorgelicht op het interne functioneren en de behaalde resultaten. Pagina 3 van 13
Scorecard | Organisatie
2
Algemene achtergrond
2.1
Doelstelling en Mandaat De Climate Investment Funds (CIFs) zijn een gezamenlijk initiatief van de multilaterale ontwikkelingsbanken en individuele donorlanden. De CIFs bieden ontwikkelingslanden additionele concessionele financiering om koolstof-arme groeipaden en klimaatweerbaarheid te integreren in hun ontwikkelingsplanning en financiering. De CIFs zijn goedgekeurd door het bestuur van de Wereldbank op 1 juli 2008.
2.2
Organisatie, werkwijze en activiteiten De CIFs bestaan uit twee trust funds, het Clean Technology Fund (CTF) en het Strategic Climate Fund (SCF). Het CTF richt zich op grootschalige investeringen in schone technologie in opkomende economieën. Het SCF bestaat uit drie meer innovatieve programma’s gericht op respectievelijk bosbeheer (Forest Investment Program/FIP), klimaatadaptatie (Pilot Program for Climate Resilience/PPCR) en hernieuwbare energie in lage-inkomenslanden (Scaling-up Renewable Energy Program/SREP). De CIF trustfunds zijn ondergebracht bij de Wereldbank. Beide trustfunds hebben een beheerscomité met 8 donorlanden en 8 ontvangende landen. De “gezamenlijke vergadering” van deze trust fund comités bespreekt de strategische onderwerpen van de CIFs. De drie programma’s van het SCF hebben elk een subcomité bestaande uit 6 donorlanden en 6 ontvangende landen. De beheerscomités komen halfjaarlijks bij elkaar en beslissen op basis van consensus. Bij de verschillende vergaderingen zijn de multilaterale ontwikkelingsbanken, UNFCCC, GEF, NGOs en de private sector vertegenwoordigd als waarnemer. De CIFs financieren nationale programma’s via de multilaterale ontwikkelingsbanken (WB, IFC, ADB, AfDB, IDB, EBRD) om op grote schaal transformatieve verandering te bewerkstelligen in verschillende sectoren zoals energie, infrastructuur, transport, water en landbouw. De CIFs volgen een programmatische aanpak. Met ondersteuning van de multilaterale ontwikkelingsbanken ontwikkelen ontvangende landen een nationaal investeringsplan, via een breed consultatief proces. Na goedkeuring van het investeringsplan door het programma(sub)comité, kunnen de landen individuele projecten ontwikkelen. Deze projecten worden eerst goedgekeurd door het programma(sub)comité en worden vervolgens voorgelegd aan het bestuur van de betrokken ontwikkelingsbank. Na goedkeuring verloopt de financiering via deze ontwikkelingsbanken. De Wereldbank heeft in Washington een klein CIF secretariaat ingericht, gefinancierd vanuit de donorbijdragen, voor ondersteuning van de beheersorganen, coördinatie en ondersteuning van de partnerlanden. Kenmerkend voor de CIFs is dat ze een portefeuille van klimaatprojecten ontwikkelen door de kracht van de gezamenlijke ontwikkelingsbanken te mobiliseren. De eigen organisatie is licht en pragmatisch Pagina 4 van 13
Scorecard | Organisatie
De CIFs hebben een zogeheten sunset-clausule, die bepaalt dat de CIFs opgaan in het Green Climate Fund op het moment dat dat operationeel is. 2.3
Nederlandse vertegenwoordiging Sinds 1 mei 2013 deelt Nederland een zetel in het SREP subcomité en het SCF comité met Zweden. Nederland heeft een eigen zetel in de gezamenlijke SCF-CTF vergadering. Nederland levert ook de covoorzitter van het SREP subcomité. De zetelverdeling wordt in consensus vastgesteld voor 18 maanden. De volgende herziening is in november 2014. De Nederlandse inzet wordt ingevuld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
2.4
Financiële omvang en bijdragen Bedragen in miljoen USD
Totaal kapitaal per 31/12/2012 - Clean Technology Fund - Strategic Climate Fund • PPCR • FIP • SREP Nederlands aandeel in SREP NL aandeel in % - In CIFs - In SREP Positie NL op ranglijst - In CIFs - In SREP aandeelhouders / donoren
5.154 2.413 1.254 639 505 76 1% 15% 9e 2e 14
Op 26 september 2008 hebben 10 geïndustrialiseerde landen, waaronder Nederland, in totaal 6,1 miljard USD toegezegd voor de CIFs. Per 31 december 2012 bedroeg het totaal aan toezeggingen 7,6 miljard USD. Nederland is een van de initiatiefnemers van het innovatieve programma Scaling-up Renewable Energy Program (SREP) onder het SCF trust fund en draagt in totaal 76 miljoen USD bij aan dit programma (op een totaal van ruim 500 miljoen USD voor SREP). Per 31/12/2012 bedroeg de portefeuille aan goedgekeurde investeringsplannen van het Clean Technology Fund 5,6 miljard USD. De cumulatief goedgekeurde projecten bedroegen 2,3 miljard USD. Het cumulatief totaal van betalingen van het CTF trust fund aan de multilaterale ontwikkelingsbanken was 695 miljoen USD. Per 31/12/2012 bedroeg de portefeuille aan goedgekeurde investeringsplannen van het SREP programma 240 miljoen USD. De cumulatief goedgekeurde projecten bedroegen 39 miljoen USD. Het cumulatief totaal van betalingen aan de multilaterale ontwikkelingsbanken was 19 miljoen USD. Hierbij moet aangetekend worden dat het SREP programma ongeveer 2 jaar later operationeel is geworden dan het Clean Technology Fund. Pagina 5 van 13
Scorecard | Organisatie
Overzicht bijdragen en ranking grootste donoren tot en met 2012 (bedragen in USD) Bijdrage CIFs Schenking,kapitaal
Lening
Totaal bijdrage
SREP Schenking
Kapitaal Totaal bijdrage
Ranking/donor
Bedrag
1. 2. 3. 1. 2. 3. 1. 2. 3.
Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Japan Duitsland Frankrijk Canada Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Japan
2.100 2.000 1.200 739 300 193 2.100 2.000 1.200
1. 2. 3. 1. 1. 2. 3.
Nederland Noorwegen Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk Nederland Noorwegen
76 70 50 186 186 76 70
Pagina 6 van 13
Scorecard | Organisatie
3
Institutionele aspecten van de organisatie
3.1
Focus op kernmandaat De CIFs hebben een duidelijk mandaat gericht op internationale klimaatfinanciering. Dit mandaat is afgeschermd door heldere definitie van de vier CIF programma’s, gericht op klimaatmitigatie (schone technologie, bossen, hernieuwbare energie) en klimaatadaptatie (weerbaarheid). In 2012 zijn een aantal ideeën voor nieuwe programma’s op tafel gekomen. Alleen het voorstel om een aparte aanpak voor private sector projecten te ontwikkelen binnen de bestaande programma’s is overgenomen. Belangrijk bij het mandaat van de CIFs is de zogeheten “sunset clause” die bepaalt dat de CIFs geen nieuwe bijdragen meer accepteren op het moment dat het UN Green Climate Fund operationeel wordt. De verwachting is dat de CIF programma’s dan op een of andere manier zullen worden opgenomen in het Green Climate Fund. Beoordeling: Goed = 4
3.2
Strategie De CIF programma’s hebben heldere en transparante modaliteiten. De CIF middelen worden toegewezen aan projecten die passen binnen meerjarige en sector-brede landen investeringsplannen die via een breed consultatief proces tot stand zijn gekomen. De projectfinanciering wordt op een transparante manier beoordeeld zowel door de beheersraden van de CIFs als door de besturen van de uitvoerende multilaterale ontwikkelingsbanken. Results based methodieken zijn opgenomen in het projectfinancierings-instrumentarium en de allocatie van de nieuwe private sector faciliteit van SREP. Op dit moment bevinden de CIFs zich in de overgang van planning naar implementatie. Daarbij blijkt dat bij de projectontwikkeling vertraging optreedt. Een deel van de landen investeringsplannen was te optimistisch. Bovendien was de inzet van de verschillende ontwikkelingsbanken aanvankelijk te sterk gericht op het verkrijgen van een evenredig aandeel in de financiering. Inmiddels wordt daarom actief pipeline management ingevoerd, waarmee de verwachting is dat in 2013/14 ook de allocatie van middelen aan projecten meer volgens planning zal verlopen, o.a. door de introductie van beperkte over-programmering, waarbij projecten die sneller van de grond komen ook eerder voor financiering in aanmerking komen. Nederland zet zich in om de strategische inzet van SREP (en de CIFs) sterker te richten op transformatieve impact van interventies, een resultaatgericht genderbeleid en betrokkenheid van de private sector. Beoordeling: Voldoende = 3
3.3
Effectiviteit bestuurs- en beheersorganen De beheerscomités slagen er tot op heden goed in om tijdig en effectief beslissingen te nemen op basis van consensus en opereren pragmatisch. Daarmee vormen ze nadrukkelijk geen afspiegeling van de moeizame onderhandelingen in de UNFCCC fora. De CIFs hebben een licht secretariaat dat faciliteert in de samenwerking tussen Pagina 7 van 13
Scorecard | Organisatie
de multilaterale ontwikkelingsbanken en zorgt voor de aansluiting tussen de ontwikkelingsbanken en de beheerscomités. Op dit moment wordt een externe evaluatie van de CIFs uitgevoerd. Eindrapportage wordt verwacht begin 2014. Beoordeling: Voldoende = 3 3.4
Human Resource Management Beoordeling: De CIFs hebben geen eigen personeel. Hiervoor wordt verwezen naar het beleid van de Wereldbank (trustee en secretariaat) en WB, ADB, EBRD, AfDB, IDB wat betreft uitvoering. Beoordeling: Voldoende = 3
3.5
Financiële positie, beheer en ontwikkelingen Voor financieel beheer en audits wordt gebouwd op de sterke systemen van de Wereldbank als trustee. Binnen de CIFs wordt gewerkt met een financieel systeem waarbij de bijdragen daadwerkelijk ontvangen dienen te zijn voordat projecten kunnen worden goedgekeurd ter financiering. Hierdoor zijn ontvangen bedragen relatief groot ten opzichte van de daadwerkelijke uitgaven. De liquiditeitspositie van de CIFs is daarmee sterk. De meest recente analyse laat zien dat de programma-overhead van de CTF en SCF trust fund programma’s respectievelijk 1,1% en 4% van de projectuitgaven bedraagt. Een benchmarking studie laat zien dat bij soortgelijke fondsen (met meerdere MDB uitvoerders en een wereldwijd bereik) uitgegaan wordt van 6-9%. De CIFs zijn dus al relatief efficiënt op het moment dat de projectfinanciering nog sterker op gang moet komen. In 2012/2013 wordt het beheerssysteem van de CIFs verder versterkt met een enterprise risk management framework. Beoordeling: Goed = 4
3.6
Corruptiebestrijding in de interne organisatie De CIFs bouwen op het fiduciair beleid van de Wereldbank (wat betreft trustee en secretariaat) en WB, ADB, EBRD, AfDB, IDB (wat betreft uitvoering). Beoordeling: Goed = 4
Pagina 8 van 13
Scorecard | Organisatie
4
Functioneren van de organisatie
4.1
Samenwerking met andere multi- en bilaterale instellingen Binnen de CIFs werken alle multilaterale ontwikkelingsbanken strategisch samen aan klimaatfinanciering. De samenwerking was aanvankelijk sterk gericht op het krijgen van een evenredig aandeel in de klimaatgelden. Na een aantal jaren is de samenwerking pragmatischer geworden en inmiddels sterk gericht op de versnelde ontwikkeling van projectfinanciering. De banken noemen de CIFs belangrijk en relevant voor hun werk op het gebied van klimaat. Bij gezamenlijke projectfinanciering valt op dat ontwikkelingsbanken verschillende doorlooptijden hebben, waarbij bijv. de African Development Bank een project sneller goedkeurt dan de Wereldbank. De CIFs onderhouden systematisch contact met o.a. UNFCCC en GEF, die ook als waarnemers meedraaien in de gezamenlijke vergaderingen. Nu het groene klimaatfonds (GCF) steeds meer vorm krijgt wordt van belang dat de CIFs een goede coördinatie met het GCF ontwikkelen en tijdig de sunset clause activeren. NGOs en private sector zijn vertegenwoordigd bij CIF bijeenkomsten als waarnemers. Ontvangende overheden zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de investeringen via een breed consultatief proces, ondersteund door de ontwikkelingsbanken. Beoordeling: Voldoende = 3
4.2
Uitvoering beleid en beheer op landenniveau
De CIF projecten worden uitgevoerd in de ontvangende landen via lokale systemen. De ontwikkelde investeringsplannen passen goed in het nationaal beleid, en geven bovendien een duidelijke prioriteitsstelling voor klimaatfinanciering. Door de programmatische aanpak van de CIFs wordt systematisch gewerkt aan transformatieve verandering in de ondersteunde (sub)sectoren. CIF fondsen worden doorgaans ingezet in combinatie met financiering van multilaterale ontwikkelingsbanken, bilaterale donoren, overheid en private sector. Belangrijkste punt van zorg is dat ontvangende landen vaak terughoudend zijn met het voorstellen van private sector projecten. De CIFs werken daarom aan aparte private sector windows. Beoordeling: Voldoende = 3
4.3
Uitvoering normerende taken Niet van toepassing.
Pagina 9 van 13
Scorecard | Organisatie
4.4
Beleidsevaluatie
De CIFs zijn onderdeel van de evaluatiesystemen van de betrokken multilaterale ontwikkelingsbanken. Op dit moment wordt een onafhankelijke externe evaluatie van de CIFs uitgevoerd, aangestuurd door de Evaluation Oversight Committee van de gezamenlijke MDBs, ondersteund door een Internationale Referentie Groep met 6 eminente experts. Eindrapportage wordt verwacht begin 2014. In 2011 heeft een interne review van het functioneren van de CIFs plaatsgevonden. Deze review heeft geleid tot een lijst van voorgestelde maatregelen voor verbetering van het functioneren van de CIFs (zoals invoering van een Enterprise Risk Management Framework en verbetering van de betrokkenheid van de private sector, en de inzet op gender), die systematisch worden opgevolgd. Beoordeling: Voldoende = 3
Pagina 10 van 13
Scorecard | Organisatie
5
Beleidsrelevantie van de organisatie
5.1
Relevantie vanuit het perspectief van de internationale OS-architectuur Beperkt relevant: De ontwikkeling van een effectieve architectuur voor multilaterale klimaatfinanciering is een belangrijke doelstelling in de context van het VN klimaatverdrag. Hoewel het oorspronkelijk ging om gescheiden geldstromen verbinden de ontwikkelingsbanken in de CIFs klimaatfinanciering met hun traditionele OS financiering door blending in hun projectfinanciering. Binnen de CIFs werken de koplopers van donorlanden en ontvangende landen samen om effectieve modellen voor klimaatfinanciering te ontwikkelen.
5.2
Geografische relevantie Relevant: De CIFs opereren wereldwijd. Het door Nederland ondersteunde SREP programma richt zich op lage-inkomens landen, gedefinieerd als landen die in aanmerking komen voor concessionele financiering van de multilaterale ontwikkelingsbanken.
5.3
Relevantie voor Nederlandse OS-thema’s Voedselzekerheid Beperkt relevant: De CIFs werken in het adaptatie programma PPCR nadrukkelijk aan klimaat-informatie systemen voor de landbouw in ontwikkelingslanden. Nederland draagt echter niet financieel bij aan dit programma. Toegang tot hernieuwbare energie, via het door Nederland gefinancierde SREP programma, ondersteunt voedselzekerheid indirect. Water Beperkt relevant: Toegang tot hernieuwbare energie, via het door Nederland gefinancierde SREP programma, ondersteunt de watersector indirect. Daarnaast zet SREP in een aantal landen in op duurzame energieopwekking op basis van (kleinschalige) waterkracht (run of the river). Veiligheid en rechtsorde Niet relevant Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten Niet relevant
5.4
Relevantie doorsnijdende thema’s Gender Beperkt relevant. De CIFs benaderen gender als “driver for transformational change”. Nederland geeft binnen haar klimaatbeleid prioriteit aan het versterken van de gender inzet van de multilaterale klimaatfondsen, inclusief de CIFs. Als opvolging van de CIF gender review pleit Nederland voor versterking van de capaciteit op het gebied van gender en het verschuiven van de genderfocus van inputs and ambities naar het demonstreren van concrete resultaten.
Pagina 11 van 13
Scorecard | Organisatie
Private sector Beperkt relevant: Het door Nederland ondersteunde SREP programma richt zich primair op productief gebruik van energie, dat wil zeggen energiegebruik ten behoeve van ontwikkeling van de het bedrijfsleven en ondernemerschap. De CIFs richten zich sterk op het mobiliseren van private sector investeringen in klimaatmitigatie en adaptie. Daartoe werken de CIFs met name via publieke kanalen, maar richten de CIFs zich in 2013/2014 via specifieke faciliteiten ook op private sector projecten. Duurzaamheid (milieu/klimaat) Relevant: de CIFs versterken de klimaatportefeuille van de multilaterale ontwikkelingsbanken en ondersteunen een nieuwe programmatische inzet op klimaatbeleid in de ontvangende landen. De CIFs werken in hoofdzaak aan klimaatmitigatie en groene groei (waarbij Nederland prioriteit geeft aan inzet op hernieuwbare energie in lage inkomenslanden), en in minder mate om klimaatadaptatie. De CIFs maken specifieke financiering beschikbaar voor behoud en beheer van bossen (REDD+). 5.5
Overige relevantie Niet van toepassing.
Pagina 12 van 13
Scorecard | Organisatie
6
Conclusie
6.1
Institutionele aspecten en functioneren De CIFs zijn vormgegeven als fondsen met een eigen beheersstructuur en een klein secretariaat, die werken via de gezamenlijke multilaterale ontwikkelingsbanken. De CIFs maken daarmee gebruik van de kracht van beheerssystemen, landencontacten en projecten pipeline van de multilaterale ontwikkelingsbanken.
Score 3 Institutionele aspecten van de organisatie Focus op kernmandaat Strategie Effectiviteit bestuurs- en beheersorganen Human Resource Management Financiële positie, beheer en ontwikkelingen Corruptiebestrijding in de interne organisatie 4 Functioneren van de organisatie Samenwerking met andere multi- en bilaterale instellingen Uitvoering beleid en beheer op landenniveau Uitvoering normerende taken Beleidsevaluatie 6.2
4 3 3 3 4 4
Verw.
3
3 nvt 3
Beleidsrelevantie De CIFs zijn wereldwijd koploper op het gebied van klimaatfinanciering en daarmee een frontrunner voor het Green Climate Fund. Met de CIFs doet Nederland belangrijke lessen op m.b.t. de toekomstige architectuur voor klimaatfinanciering en de ontwikkeling van het Green Climate Fund. Met de CIFs richten de multilaterale ontwikkelingsbanken hun klimaatfinanciering vooral op groene groei, hernieuwbare energie, bossen en in bescheiden mate op klimaatadaptatie. De CIFs kennen een specifieke inzet op gender en private sector ontwikkeling.
5.1 Relevantie Internationale OS-architectuur 5.2 Geografische relevantie 5.3 Relevantie voor Nederlandse OS-thema’s Voedselzekerheid Water Veiligheid en rechtsorde Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 5.4 Relevantie voor doorsnijdende thema’s Gender Private sectorontwikkeling Duurzaamheid (milieu/klimaat) 5.5 Overige relevantie
Score 0 + 0 0 0 0 +
Pagina 13 van 13